e
Uit Haarlem's Gemeenteraad.
Begrooting voor 1939.
DONDERDAG 26 JANUARI 1939
HAARLEM'S DAGBEAD
Het begin van de algemeene beschouwingen over
de Begrooting 1939. De soc.-dem. fractie is er
voordat het nieuwe college van R. en W. zal bestaan
uit 2 soc.-dem. en 2 R.-K. Uitvoerige gedachten-
wisseling over de dreigende noodlijdendheid der
gemeente. Algemeen werd een extra Inkomsten
belasting voor Haarlem zeer ongewenscht geacht.
Wat gedaan is en nog gedaan zal worden voor de
werkloosheidsbestrijding.
Woensdagmiddag vergaderde de gemeenteraad 1
ter behandeling van de begrooting voor 1939.
Met kennisgeving waren afwezig de heeren
van Tetering, van Engelen en Meyers.
15 Februari zal zoo deelde voorzitter mede
de raad vergaderen om de voorstellen te be
handelen inzake de demping van de Bakenesser-
gracht en de verbetering van de Luchtbescher
ming. Op 8 Februari zal de raad een bijeen
komst houden waarin de heer E. H. Tenckinck
een technische uiteenzetting zal geven van
de Luchtbescherming.
Algemeene beschouwingen.
Eerste spreker was de heer Noordhoff
(S.D.A.P.) Deze begon te constateeren dat met
deze begrooting een vierjarige periode zal wor
den afgesloten. In dezen zomer zullen de kiezers
over de nieuwe samenstelling van den Raad be
slissen. Daarom is het nu een goed oogenblik
een beschouwing te houden over het beleid van
B. en W. en de samenwerking der groepen in
den raad. Er is waardeering voor het werk van
het college van B. en W. Hij beschouwt hierbij
de leeningspolitiek, de uitvoering van Openbare
Werken, de sociale zorg voor economisch zwak
keren en de activiteit bij het ijveren bij hoo-
gere instanties om medewerking te verkrijgen
voor het uitvoeren van openbare werken en den
financieelen steun voor de gemeente.
f. sNoordhoff.
Op leeningsgebied is het gemeentebestuur ac
tief geweest. Door conversie werd veel geld be
spaard. De laatste leening was een succes, niet
tegenstaande de actie van het Beleggingsfront.
De scoale zorg voor economisch zwakke
ren van B. en W. heeft ook de algeheele instem
ming van de soc.-dem. fractie. Er is in de af
deel ingen gewezen op het feit, dat Haarlem een
der gemeenten is die de hoogste uitgaven heb
ben voor Armenzorg. Spreker is het eens met
het antwoord van B. en W. dat nog niet het
tijdstip gekomen is om te overwegen of ge
streefd moet worden naar verlaging, omdat niet
vaststaat dat de uitkeeringen te Haarlem thans
te hoog zijn.
Vergelijkingen met andere gemeenten zijn moei
lijk, feitelijk niet te maken. In het Zuiden des
lands de uitkeeringen lager dan in het
Noorden, maar daarvoor zijn bijzondere om-
standigheden die dat verklaren.
De reserves van den kleinen man te Haarlem
zijn uitgeput. De druk van de indirecte belas
tingen op de gezinnen der minst-draagkrachti-
gen is bijna ondragelijk geworden.
Er is reden om bezorgd te zijn voor den ge
zondheidstoestand van de werkloozen en hun
gezinnen. De sterfte aan tuberculose in onze stad
neemt toe. Ook een reden om voorzichtig te zijn.
Er blijkt uit, dat de uitkeeringen niet verlaagd
kunnen worden. Gelukkig is er schoolmelkvoe-
ding te Haarlem gekomen.
Het vraagstuk der werkloosheid omvat drie
punten, le, de stimuleering van het bedrijfs
leven, 2e uitvoering der werken die in voorbe
reiding zijn en 3e een programma voor werken
in de komende jaren.
Het is goed dat Haarlem de zakelijke belas
ting op het bedrijf gaat afschaffen. Ook de door
B. en W. aangekondigde verlaging van de haven
gelden is toe te juichen.
Haarlem moet goed reclame maken. Naar het
voorbeeld van eenige andere steden moet een
goed propagandaboekje uitgegeven worden. Dit
is een uitnemende taak voor Haarlem's Bloei
met steun van de gemeente. Men kan zeggen deze
stichting heeft geen geld, maar de Raad kan
opnieuw trachten aan Haarlem's Bloei meer sub
sidie te geven. Spreker herinerde in dit verband
aan de interviews in ons blad gehouden met de
heeren Lam, Hooy en Lasschuit.
Spreker diende een motie in om de
subsidie van Haarlem's Bloei van f 2500
tot f 4000 te verhoogen.
B. en W. zullen deze motie wel steunen, wanl
zij hebben in hun memorie van antwoord
daarop al gezinspeeld.
Haarlem heeft al veel gedaan op het gebied
van het uitvoeren van groote werken. Haarlem
maakt in de lijst der steden een goed figuur.
Kan de gemeente zich niet tot den Minister
van Waterstaat wenden om te bevorderen, dat
de Spoorwegen medewerken moeten om de
spoorbaan te verhoogen en het goederenstation
te verplaatsen. Het geldt hier immers een belang
rijke quaestie voor de werkverruiming te Haar
lem. De tekorten der Spoorwegen moeten im
mers door het Rijk gedragen worden, zoodat het
beter is het rijksgeld te geven voor werkverrui
ming.
Er is door B. en W. erkend, dat veel onder
houdswerken uitgesteld worden omdat er geen
geld is. Maar het moet toch zoo zijn, dat er geen
gevaar ontstaat.
De verkeerstoestand van het Soendaplein
moet verbeterd worden. Gelukkig hebben B. en
W. daarover al een toezegging gedaan.
Als nieuwe projecten zijn te noemen een vuil
verbrandingsinrichting en het bouwen van een
groentehal.
Bovenstaande is reeds in een deel der vorige
oplage opgenomen.)
Er is in de adeelingen geklaagd over het
tempo van uitvoering van werken door de
gemeente. Dit tempo is niet ontstaan door
minder activiteit van B. en W. of door de
ambtenaren, maar men moet rekening hou
den met het beschikbare personeel.
Als men het rapport over de bevolkings-
structuur bestudeert blijkt wel dat er nog vele
openbare werken zijn die in de toekomst uit
gevoerd kunnen worden. Bijvoorbeeld krotten-
opruiming, saneering van wijken enz.
Het is verheugend dat thans algemeen
wordt ingezien dat het noodig is, dat de over
heid groote werken laat uitvoeren. In dagen
van depressie moeten in het bijzonder zulke
werken aan de markt gebracht worden. De
geleerden van de studeerkamer steunen nu
de denkbeelden van de mannen der practijk.
Toen het Plan van den Arbeid het eerst gepu
bliceerd werd was dit inzicht er nog slechts
bij een gedeelte der bevolking. Gelukkig is het
nu anders geworden.
Zweden kan Nederland in dit opzicht ook
veel leeren. Daar is het percentage werkloozen
sinds 1932 gedaald, maar hier is het weer stij
gende sinds de kleine opleving door de deva
luatie.
Het plan-Westhoff wijst aan dat er direct
werk is voor 100.000 man en indirect werk voor
40.000 man. Het rapport Westhoff gaat vrij
veel in de richting van het Plan van den Ar
beid.
Haarlem heeft er belang bij kennis te ne
men van het rapport Westhoff.
De bevolkingsaanwas der gemeente is na
den crisistijd door het bedrijfsleven opge
vangen, maar het aantal werkloozen is niet
noemenswaard in deze jaren verminderd.
Er zal door de gemeenten in ons land een
andere politiek moeten worden gevoerd, want
zoo gaat het niet langer met de werkloos
heid.
B. en W. hebben in hun memorie van ant
woord gezegd, dat B. en W. Haarlem nog niet
noodlydend achten, maar door de nota van
wijzigingen in de begrooting zijn wij er weer
heel wat dichter bij gekomen. Door de schuld
van de regeeringspolitiek is ook Haarlem in
de financieele moeilijkheden gekomen. Het is
onbillijk, dat de gemeente nu onder controle
der regeering is gesteld.
Haarlem moet, evenals andere gemeenten,
komen tot een conjunctuur-politiek. In Haar
lem moet men niet met gekruiste armen blijven
zitten, maar samenwerking zoeken met an
dere gemeenten.
Blijkens een mededeeling in Haarlem's Dag
blad is er niet veel kans, dat de nieuwe be
lastingplannen der regeering in dit eerste
half jaar in behandeling zullen komen.
Er zou reden zijn een Staatscommissie te
benoemen om een betere conjunctuurpolitiek
voor te bereiden. Maar kan het gemeentebe
stuur van Haarlem niets doen om een actie
van de vereeniging van Nederlandsche ge
meenten te bevorderen?
In het algemeen is er voldoening over de
samenwerking van de partijen in den raad.
Het toezicht van de regeering gaat klemmen.
Hiertegen is krachtig optreden gewenscht. B.
en W. deden wat zij konden.
Maar geeft de samenstelling van dit col
lege ook voldoende waarborg voor een goede
behandeling in de toekomst nu het vraagstuk
der noodlijdendheid steeds nijpender wordt?
Negen raadsleden leveren evenveel wethou
ders in het college als de twee grootste par
tijen in den raad tezamen, de R.K. en de S. D.
A. P.
Voor de toekomst acht spreker het ge
wenscht dat het college van B. en W. zal be
staan uit twee R.K. en twee Sociaal Demo
craten.
Mr. F. A. Bijvoet.
De S. D. A. P. gaat de verkiezingen met ver
trouwen tegemoet. De waardeering voor het
Plan van den Arbeid is den laatsten tijd sterk
toegenomen. Ook Mr. van Darn, in den Haar-
lemschen Raad wel bekend, heeft in een arti
kel gezegd, dat hij het er bijna geheel mee
eens is. De S. D. A. P. heeft bewezen voor het
dragen van verantwoordelijkheid niet terug
te deinzen. Spreker hoopt dat de S. D. A. P.
versterkt in den Raad na de verkiezingen zal
terugkeer en.
De heer Bijvoet (R.K.) was overtuigd, dat
het nu nog moeilijker is iets over de cijfers
der begrootlng te zeggen dan vorige keeren
De toestand is zeer onzeker, wij weten immers
niet welke plannen de regeering heeft en die
zouden van veel belang zijn voor onze ge
meen tefinanciën.
Misschien zal het in de naaste toekomst
noodig zijn dat de belastingen te Haarlem
opnieuw verhoogd worden. In den zin van de
tegenwoordige maatstaf is Haarlem nog niet
noodlijdend, hoewel wij er wel dicht bij zijn
Misschien is er kans. dat wij er het volgende
jaar weer iets verder af zullen zijn. maar het
is de vraag of de tegenwoordige maatstaf
voor de noodlijdendheid niet gewijzigd zal
worden, zoodat Haarlem er dan wel onder
valt. De gemeente is immers nu al financieel
afhankelijk van he: rijk Heeft het rijk niet
de bedoeling in de toekomst alle gemeenten
als noodlijdend aan te merken die voor tekor
ten staan? Er is dan kans. dat Haarlem er
door de regeering toe zal worden aangezet im
een eigen inkomstenbelasting in te voeren De
gemeente moei voor alles vermijden dat de
belastingen nog verhoogd worden. De bevol
king kan niet meer dragen. Het is meer dan
welletjes! Wij moeten de belastingschroef
niet zóó aandraaien dat men alleen voor den
fiscus moet werken.
In de af deelingen is gevraagd: „Kan niet
eens berekend worden, wat voordeeliger is,
leeningen op langen termijn te sluiten voor
werkverruiming of werkloozensteun te be
talen? B. en W. hebben daarop geen antwoord
gegeven, maar als B. en W. het niet kunnen
zeggen, wie moet er dan antwoord op die vraag
geven? Toch Ls het een vraag van groote be-
teekenis. Het geld is nu zeer goedkoop, dus
het kan zeer goed zijn dat het goedkooper is
rente en aflossing van een leening te betalen,
dan constant geld uit te geven voor steun.
Het is goed dat B. en W. de zakelijke belas
ting op het bedrijf gaan afschaffen. In dezen
tijd is die belasting een beletsel om nieuwe
bedrijven hier te krijgen of den bloei der be
staande bedrijven te bevorderen.
Het voorstel van B. en W. om een subsidie
aan de Burgerwacht te geven is spreker sym
pathiek. De burgemeester heeft in het voorstel
laten uitkomen, dat hij op het behoud van die
organisatie prijsstelt, waardoor het plicht van
den raad is de subsidie te geven. De argumen
ten van de minderheid van B. en W. tot be
strijding der subsidie, acht spreker niet juist.
Ieder die tot de Burgerwacht wil toe treden
en de geschiktheid daarvoor heeft kan tot die
organisatie toetreden.
Spreker heeft de motie Vliegen, die ten doel
had het college van B. en W. te steunen in
zijn actie om de nieuwe bezuinigingen die de
regeering wil opleggen te voorkomen, ge
steund, omdat hij dacht dat die zonder dis
cussie zou worden aangenomen. Als men er
uitvoerig over gaat debatteeren komen er
misschien geschilpunten naar voren en dan is
het de vraag of hij de motie nog kan steunen.
Spreker heeft lof voor het werk van het col
lege van B. en W. om steun te geven aan het
geestelijk en cultureel leven in onze stad. Een
volk dat waarde hecht aan geestelijk en cul
tureel werk, is minder vatbaar voor het we
reld-vernietigende streven dat zich den laat
sten tijd sterk openbaart.
Bestrijding moet steeds op wettelijken grond
geschieden.
Niemand zal denken, dat spreker sympathie
heeft voor den Nieuw Malthusiaanschen Bond.
Gaarne zal hij aan den ondergang van dien
bond medewerken. Maar het is onjuist, dat B.
en W. in hun memorie van antwoord hebben
doen uitkomen, dat die Bond een vergunning
van den Burgemeester moest hebben voor het
houden van een vergadering. Dit standpunt is
onjuist. Het vergaderrecht is hier vrij, zoodat
een vergunning niet noodig was. Of geldt het
alleen voor vergaderingen van dezen niet Ko
ninklijk goedgekeurden bond? Maar dan zijn
er andere middelen om dien bond te bestrij
den die in de wet zijn vastgelegd.
Het ter lezing liggen van gevaarlijke en ge-
zag-ondermijnende bladen en lectuur (o.a.
,de Vrijdenker") in de Openbare Leeszaal is
in de afdeellngen af te keuren. Het antwoord
van B. en W„ dat zij de beslissing in deze aan
gelegenheid overlaten aan de commissie die de
voorwaarden vaststelt voor rijkssubsidies aan
openbare leeszalen, is niet juist. Dit standpunt
bevordert niet de zelfstandigheid der gemeen
ten. Op zoo'n wijze gaat de gemeente immers
zelfstandig leunen op de hoogere overheid.
De heer R e i n a 1 d a (wethouder)het gaat
hier niet over een hooger college, maar een
ander college.
De heer B ij v o e t voelt, dit verschil hier
niet. De gemeente moet hier zelfstandig be
slissen en kan schadelijke lectuur weren.
Het gaat niet alleen om het blad „de Vrij
denker", maar spreker beschouwt deze quaestie
als een bewijs, dat er een verschil is tusschen
de opvattingen der rechterzijde en de andere
richtingen die in het college van B. en W.
vertegenwoordigd zijn wat betreft het duide
lijke karakter van de overheid. Spreker wil
in een gemengden staat niet alle anti-gods
dienstige lectuur weren, maar wel de God-
onteerende. De overheid moet evenwel niet
medewerken aan de verspreiding van die lec
tuur. Nederland is nog altijd een Christelijke
staat. De overheid ontleent haar gezag aan
God. Dat is ook in groote meerderheid de
overtuiging van het Nederlandsche volk.
Laat het college van B. en W. alsnog over
wegen welke God-onteerende lectuur uit de
openbare leeszaal verwijderd moet worden.
In het algemeen is spreker meer gezind om
te zoeken wat vereent, niet wat verdeelt, maar
het was hier noodig eens precies te zeggen
wat de rechterzijde eischt tot bescherming van
de eere Gods.
Wij weten nog niet of wij raadsleden weer
candidaat worden gesteld en of de kiezers ons
weer zullen kiezen. Daarom is het ondemocra
tisch dat de S D.A.P. nu al wil uitmaken wie
er in het volgende college van B. en W. moe
ten zitten. Wij oude mannen moeten ook niet
de handen van de nieuwe mannen (nieuwe
leden) binden.
De heer Wolzak (A.R.) was overtuigd, dat
1939 een van de somberste jaren voor de ge
meente zal zijn. Elk jaar is het in deze crisis
slechter geworden met de financiën der ge
meente. Nu voor 1939 is een tekort op de be
grooting geraamd van meer dan f 1.400.000.
Ook de financieele toestand van het rijk is
ongunstig. Spreker is het niet eens met den
heer Noordhoff, dat het rijk de schuld draagt
van den ongunstigen toestand van Haarlem.
Als B. en W. meenen, dat de gemeente uit
gaven moet doen die eigenlijk voor rekening
van het rijk moesten komen, dan moeten zij
precies zeggen welke uitgaven dit zijn.
Spreker gelooft dat het college van B. en W.
een zuinig beheer voorstaat, maar daarmee
alleen is men er niet, het moet ook in alles wor
den toegepast. Er is wel aanleiding om B. en W.
tot bezuiniging aan te sporen. In 1939 zal f 47.000
meer aan salarissen moeten worden uitgegeven
dan in 1938 en toch is er geen nieuw personeel
aangesteld, f 9000 is voor de secretarie, voor de
politie l! 5000, het electriciteitsbedrijf f 10000,
enz. Alleen bij de Reiniging is de post salarissen
met f 10.000 naar beneden gebracht. Deze ver
hooging van f 47.000 had niet aan de aandacht
van B. en W. mogen ontsnappen.
De regeering streeft er naar om te komen tot
een betere financieele regeling tusschen rijk en
gemeenten, maar het blijkt, dat de taak van de
regeering om de financiën der gemeenten te sa-
neeren niet aangenaam is.
Het is juist, dat de instelling van het Werk-
loosheidssubsidiefonds voor 1935 voor Haarlem
een nadeel opleverde, maar dat kwam omdat de
rekening 1934 van Haarlem met een belangrijk
voordeelig saldo sloot. Bovendien sloot de Haar-
lemsche rekening over 1935, niettegenstaande dit
nadeel, toch met een voordeelig saldo. Ook is
spreker overtuigd, dat de werking van het Werk-
loosheidssubsidiefonds voor 1936, 1937 en vol
gende jaren gunstig voor Haarlem is geweest.
Kunnen B. en W. daarover cijfers geven?
De weg dien B. en W. hebben aangegeven om
het rijk alsnog te laten bijdragen in de finan
ciering om de tekorten van Haarlem over 1936
en 1937 kan spreker goedkeuren. Nu is evenwel
aanneming van de motie-Westerveld overbodig
geworden.
Spreker vindt het volkomen juist, dat de re
geering controle uitoefent over de gemeenten die
om extra bijdragen in Den Haag moeten aan
kloppen. De controle staat in de wet en daar
aan moet ook Haarlem zich onderwerpen. Haar
lem moet niet mokken, ook al zijn de opgelegde
bezuinigingen wel eens onaangenaam.
Als de motie-Vliegen in stemming komt, zal
spreker er tegen stemmen, want de door den
lieer Vliegen daarbij gegeven toelichting kan hij
niet goedkeuren. In Het Volk is ter toelichting
van de motie geschreven dat het de bedoeling
van de opgelegde bezuinigingen is, het openbaar
onderwijs een hap te geven. Dat is een verdacht
making.
Wij moeten als gemeente samenwerken met
het rijk om te komen tot gewenschte bezuini
ging. Haarlem is de grens der noodlijdendheid
al zeer dicht genaderd. Alles moet gedaan wor
den om die noodlijdendheid te voorkomen. Haar
lem moet bewaard worden voor het schrikbeeld
der noodlijdendheid, want dan zal Haarlem wel
licht moeten overgaan een inkomstenbelasting
in te voeren en dat zou funest zijn.
G. Wolzak Hzn.
Spreker herinnert aan het artikel in Haarlem's
Dagblad over de dreigende noodlijdendheid van
Haarlem, waarin tot uitdrukking kwam, dat men
op het Stadhuis overtuigd is, dat, ook al zou
Haarlem noodlijdend worden, de regeering er
niet toe zal overgaan Haarlem te verplichten
een eigen inkomstenbelasting in te voeren. Maar
het is beter om in elk geval te voorkomen dat
Haarlem noodlijdend wordt.
Het voorstel om f 1000 subsidie aan de Bur
gerwacht te geven heeft sprekers sympathie.
Wat de lectuur van den Openbare Leeszaal
betreft is spreker het geheel eens met den heer
Bijvoet. Inzake de moreele en geestelijke herbe
wapening heeft ook de overheid een taak.
De Zondagsrust moet zooveel mogelijk, ook
door de Overheid, bevorderd worden.
Joh. Visser.
De heer Visser (C.-H.) heeft ook waardee
ring voor het beleid van het college van B. en W.
Spreker heeft bezwaar tegen de steunregeling
die te Haarlem wordt toegepast, want het blijkt,
dat die tengevolge heeft, dat Haarlem meer
uitgeeft aan Armenzorg dan bijna alle andere
gemeenten. Alleen Amsterdam is hooger.
Elk jaar gaat de post salarissen voor het per
soneel van Maatschappelijk Hulpbetoon naar bo
ven. In 4 jaar stegen de uitgaven met niet min
der dan 70 pet. En dat niettegenstaande er een
kleine daling van het aantal werkloozen is te
constateeren. Wel is het aantal gesteunden van
Maatschappelijk Hulpbetoon in die 4 jaar wat
naar boven gegaan, maar dit staat niet in ver
houding tot de ontstellende verhooging van den
post salarissen.
Haarlem moet zeer voorzichtig zijn, dat niet
de grens der noodlijdendheid bereikt wordt,
want dat zou de geheele bevolking treffen.
De kardinale fouten van het steunsysteem te
Haarlem zijn, dat de gesteunden voor Armen
zorg te Haarlem dezelfde voordeelen hebben als
de valide arbeiders die onder den Werkloos-
heidsdienst vallen. Bovendien is onjuist, dat men
hier maar steun heeft uitgekeerd zonder tegen
prestatie, werk, van de gesteunden te vragen.
In het plan-Westhoff zag de heer Noordhoff
gelijkenis met het Plan van den Arbeid. Maar
dat Plan van den Arbeid toonde weer veel over
eenkomst met het eerder gepubliceerde Plan
van Tilburg. Maar toen dit gepubliceerd was
weigerde de S.D.A.P. in den Haarlemschen Raad
mede te werken om een commissie te benoemen
om het Plan-van Tilburg te onderzoeken.
De heer B ij v o e t: zeer juist.
De heer Visser vervolgde met de quaestie
der openbare leeszaal te bespreken. Een vorig
college van B. en W. van Haarlem heeft inder
tijd „de Tribune" uit de leeszaal verwijderd.
Dat is beter geweest dan de lakonieke houding
van dit college van B. en W.
Mevr. Mr. E. A. J. ScheltemaConradi.
Mevrouw Scheltema (V. B.) wees er op,
dat Haarlem thans voor een zeer groot tekort
staat. In het beleid van B. en W. zijn evenwel
eenige lichtpunten. Daartoe behoort de geleide
lijke afschaffing van de zakelijke belasting. Die
belasting schrikt nieuwe industrieën af en bevor
dert feitelijk de werkloosheid.
De technische verlichting van de Straatbelas
ting die B. en W. beoogen is ook dankbaar te ac
cepteeren. Het zou ook goed zijn de belasting op
de vaartuigen af te schaffen, want daardoor
zou er meer werk komen voor de bouwers van
scheepjes.
Verlaging van het havengeld, die B. en W. heb
ben aangekondigd, is ook aan te bevelen.
Haarlem staat dicht bij de noodlijdendheid.
Daarom moet alles eedaan worden om die te
voorkomen. Het is mogelijk dat de extra inkom
stenbelasting door dc Kamers wordt aangeno
men, daarom moet er door ons rekening mee ge
houden worden dat wij verplicht zullen kunnen
worden lot het invoeren van zoo'n belasting
over te gaan als wij eenmaal noodlijdend zijn ge
worden.
Van de forensenbelasting verwacht spreek
ster, evenals B. en W., weinig voor Haarlem.
Het college kan op volledigen steun van den
Raad rekenen in zijn streven om er bij de re
geering op aan te dringen Haarlem zoo billijk
mogelijk te behandelen.
Wat de motie Vliegen aangaat, kan spreekster
zeggen, dat de Vrijheidsbond ook bezwaar heeft
tegen het verdwijnen van de kweekelingen met
akte uit de scholen, die de regeering thans
als nieuwe bezuiniging van Haarlem eischt. Het
zou in het nadeel van het onderwijs zijn. De in
trekking van de subsidie der gemeente aan het
onderwijs van de rijpere jeugd, vindt spreekster
minder ernstig. Bestaande organisaties zouden
dit werk kunnen overnemen.
Er moet onderzocht worden of de uitgaven voor
Armenzorg te Haarlem niet te hoog zijn. Bij het
desbetreffende hoofdstuk kan nader op deze
quaestie ingegaan worden.
Het is te vreezen dat Haarlem al het geld dat
van het Werkfonds geleend is in zijn geheel terug
zal moeten betalen. Gelukkig zijn alleen nood
zakelijke werken uitgevoerd. Maar de gelden
voor rente en aflossing voor de Werkfondsobjec
ten zullen op den duur op onze begrooting zwaar
drukken.
Inwoners die inkomens van f 5000 tot f 10.000
hebben worden te Haarlem in verhouding zeer
zwaar getroffen door zeer vele heffingen, be
lastingen, schoolgeld, enz. Dat is een vernietiging
van de koopkracht, die ten nadeele van den mid
denstand is.
De werkelijke werkloosheidsbestrijding moet
komen uit het bedi'ijfsleven.
Tenslotte bracht spreekster hulde aan B. en
W. voor de goede voorbereiding van deze be
grooting.
De heer v a n D a m V.D.) was voor de motie-
Vliegen. Wat in Het Volk is geschreven is hier
niet door den heer Vliegen in de vorige raads
vergadering in zijn toelichting gezegd.
Het is een schrijnende onrechtvaardigheid dat
Haarlem vrijwel alle kweekelingen met akte
moet afschaffen, terwijl de regeering dien eisch
niet aan Amsterdam en Rotterdam heeft gesteld.
Haarlem heeft recht zich daarover te beklagen.
Het subsidie aan de cursussen voor de rijpere
jeugd moet ook behouden worden. Deze cursus
sen dragen geen schoolsch karakter, zoodat de
bestaande scholen dit werk niet kunnen overne
men. Het geldt hier werkende jongeren die er
in de avonduren nog iets willen bijleeren. Het
zijn loopjongens, dienstmeisjes, enz. die geen an
dere gelegenheid hebben om er nog iets bij te
leeren. Dit prachtige werk te Haarlem, dat
steunt op alle groepen der Haarlemsche bevol
king, mag niet opgegeven worden om enkele
honderden guldens.
De begrooting wordt geheel beheerscht door
het vraagstuk der werkloosheidsbestrijding. De
gemeente kan niet veel meer doen dan zij ge
daan heeft. Haarlem voert zooveel mogelijk
openbare werken uit als mogelijk is. Daardoor
krijgen werkloozen arbeid en de gemeente wer
ken waaraan behoefte bestaat. Maar daarmede
worden de oorzaken van de werkloosheid
niet bestreden en dat kan ook niet.
Het is spreker niet duidelijk dat door het uit
voeren van openbare werken de koopkracht der
bevolking zou worden verhoogd. Koopkracht
scheppen is heel iets anders.
Haarlem moet evenwel voortgaan met werken
uitvoeren, want dat zou noodlottig zijn. De ge
meente moet levendig blijven.
Haarlem zou de werkloosheid kunnen bestrij
den als een onderzoek werd ingesteld naar de
mogelijkheid om industrieën in de gelegenheid
te stellen meer arbeiders aan te stellen. Er zou
den bijvoorbeeld exportpremies gegeven kunnen
worden.
Haarlem zal niet in staat zijn de conjunctuur
golven te beinvloeden. Als er nog eens een hausse
Mr. l. g. van Dam.
komt, een tijd van opleving, dan zullen de heer
Noordhoff en de zijnen er ook niet toe kunnen
komen om te zeggen, nu moet de overheid geen
werken meer laten uitvoeren, maar die uitstel
len tot tijden van depressie.
Kan er bij de werkverruiming of werkver
schaffing ook iets gedaan worden voor werk-
looze kunstenaars? Daaraan is behoefte voor
beeldhouwers, schilders, enz.
Wat de subsidie van de Burgerwacht betreft
handhaaft spreker zijn vroeger standpunt. Als
de politie behoefte heeft aan reserve in moei
lijke tijden dan kan een politie-reserve gevormd
worden. Bovendien is er de bijzondere vrijwil
lige landstorm. Daarom is er geen reden om
daarnaast de Burgerwacht te handhaven.
B. en W. hebben zich in hun memorie van
antwoord te gemakkelijk afgemaakt van de
quaestie van de openbare leeszaal. Of een blad
daar ter lezing gelegd moet worden, dient aller
eerst het gemeentebestuur uit te maken. Als de
bezwaren van den heer Bijvoet tegen het be
doelde blad gegrond zijn, dan moet het uit de
gemeentelijke leeszaal verwijderd worden. Het
college van B. en W. heeft in deze een taak.
Wat de mededeeling van den heer Noordhoff
betreffende de samenstelling van het college
van B. en W. betreft, is het goed, dat de burgerij
daarvan kennis neemt. Sprekers partij is altijd
geweest voor een breede samenwerking bij de
samenstelling van het college van B. en W.
DE AVONDZITTING.
In de avondzitting waren de heeren Van En
gelen en Meyers aanwezig.
De heer Wester veld (s.d.a.p.) zei, dat
iemand die de financieele positie der gemeente
moet bespreken geen aangename taak heeft.
De financieele hemel van Haarlem heeft drei
gende wolken. Bij de wolken die er al waren
komen nu weer nieuwe wolken in den vorm
van de belastingplannen der regeering. Het kon
nu wel eens in Haarlem erg gaan regenen of
hagelen. Er is kans dat nog meer moet worden
afgesneden dat ons dierbaar is.
De minister van binnenlandsche zaken wil de
groote gemeenten weer financieele zelfstandig
heid geven. Maar hoe? Dat weten wij niet. Mis
schien weet de minister het zelf nog met.
(Vervolg op pag. 7J