DE „OFFERTE VAN ROOSEVELT p UTERLIJKE "bekentenissen Weer kinderen door het ijs gezakt. Twee zusters gaven vaisch geld uit. ZATERDAG 4 FEBRUARI 1939 HA" A RE EM'S DAGBEAD 3 V::^rr: Val van Coquette. Coquette was het, die mij afwierp. Het was de eerste maal dat me dit over kwam en ik verwachtte niets van dien aard. Zoo gaat het altijd: zulke dingen gebeuren onverwachts, als je onbezorgd in den zadel troont, van het schoone landschap geniet en meent dat je nu langzamerhand den eere naam ruiter tenvolle verdient. In zulk een stemming klemmen de knieën wat losser, zijn de teugels niet precies strak, hapert de zit ergens. Bovendien verwachtte ik niets kwaads van Coquette, ondanks haar grilligen naam. „Een zacht en lief dier", was haar reputatie bij beroepsmannen in de manége, wier vak taal niet alleen forsche maar ook teedere termen bevat. Niettemin slingerde dit snoesje mij in een boog door de lucht, waarna ik sier lijk op mijn handen landde, dus in den hoog stand, die vroeger op gymnastiek niet lukken wou. Nooit had ik gedacht hem dertig jaar later nog te zullen volbrengen. Hoe zooiets nou gebeuren kon? Heel een voudig omdat Coquette struikelde, middenin het bekoorlijke landschap, op een grasveld en over iets onzichtbaars. Zij had het even eer der al gedaan en toen had ik haar nog „ge had". Maar de tweede struikeling vond mij argeloos en ik vertrok van haar rug, zooals gezegd, in boogsgewijze vlucht. Toevalligerwijs hield ik haar teugels vast en zoo stond zij dan ook aan mijn liggende figuur „gemeerd", als ik dat zoo amateursch zeggen mag. En Coquette bekeek mij, het hoofd wat scheef gehouden, met de nieuwsgierigheid die paardsch is en de zachtzinnigheid die haar heur reputatie had bezorgd. Vermoedelijk dacht zij: „Wonderlijke lieden toch, die ruiters, zóó zitten ze rustig op je rug en zóó zie je ze voor je in het gras vliegen". Ik was geheel ongedeerd en al mijn mede ruiters benijdden mij, want men moet vallen goed leeren en als men geen arm of been erbij breekt is dat een verdienste. Dat bewijst ware bekwaamheid. Mijn vriend Floris, die zich eens met opzet had laten vallen en daarna wekenlang met een pijnlijken schouder had rondgeloopen, maar er nog nooit écht afge gooid was, toonde schaamteloos zijn jaloezie. „Heb je waarachtig niks? Jij boft altijd". „En het was een mooie val ook", zei de man die achter mij gereden had. „U hield de teugels goed vast", prees de staljongen. Dit alles moge u bewijzen dat het vol strekt niet smadelijk is te vallen en u verkla ren waarom ik met trots en vreugde in het hart Coquette herbesteeg en verder reed. Leeken begrijpen die dingen heelemaal ver keerd. Zij meenen iets hoonends te hooren in het woord zandruiter en denken dat de kunst van paardrijden in hoofdzaak is, erop te blijven zitten. Dat dacht ik vroeger ook. Maar nu weet ik beter. Erop blijven zitten is in het algemeen gewenscht, maar men kan het genoêgelijk en indrukwekkend afwisselen met er zoo nu en dan af te tuimelen, mits dat behendiglijk geschiede. Toen Edward de Achtste, nu hertog van Windsor, nog Prins van Wales was placht hij in hindernisrennen uit te komen en aan jachtritten deel te nemen. Daarvoor waren zware springpaarden noodig. Hij was te licht gebouwd voor die dieren en viel nogal eens. De menigte dacht en zei teen natuurlijk dat hij een slecht ruiter was. Dat was hij niet. Hij was een heel goed ruiter maar een tikje roekeloos. Zijn adjudant, majoor Mackenzie, nam het tenslotte voor hem op in een inge zonden stuk in de Times en trachtte daarin duidelijk te maken dat de bekwaamheid van een ruiter niet evenredig is met zijn aantal valpartijen. Hij schreef bovendien: „Ik ben vaker gevallen dan His Royal Highness". Maar het Engelsche publiek zei: nou ja, dat dient-ie wel te zeggen. Een zandruiter kan het niet. Er wordt om gelachen. H. R. H. moest dus geen zandruiter zijn, want er mocht niet om hem gelachen worden. Denkt u nu niet dat ik Edward de Achtste erbij haal om mijn eigen val van Coquette te vergoelijken. Ja, dat denkt u natuurlijk toch .Maar het laat mij lekker koud. Het deskun dige inzicht is van veel meer belang. Overigens, omdat ik nu eenmaal bekente nissen doe, dient hieraan toegevoegd te wor den dat de leider der manége mij bij mijn thuiskomst niet alleen gelukwenschte met mijn welgeslaagden val en het vasthouden van de teugels maar er sardonisch aan toevoeg de: ,.Het was natuurlijk uw eigen schuld, hè? U rééd hem niet, hè? Hij hing zeker weer op de voorhand, niet? Dacht ik welAls-ie struikelt is het uw schuld". De week daarop verkocht hij Coquette. Een staljongen zei: wegens zwakte in de voor- beenen. Maar die staljongen had natuurlijk trek in een van mijn sigaretten en kreej die ook. „Vertel het verder", zei ik en de roem van mijn val steeg, hoe paradoxaal dat ook klinken moge. Alleen Floris mompelde iets van „de laagsten zullen de hoogsten zijn". Ik gaf geen antwoord. Nu is dit allang weer vergeten. Die stal jongen daarentegen blijft beroemd. Want hij zat op Natascha, een van die lichtelijk- bokkige dieren zonder dewelke geen manége bloeien kan, toen zij te hoog steigerde, hij niet voorover leunde maar aan de teugels hing een erge fout en Natascha achter over sloeg en op hem viel. De directie kreeg hem er eigenhandig onder uit, in de aan vankelijke overtuiging dat hij dood was. Maai de jongen had alleen maar een beetje pijn in zijn rug en den volgenden dag voelde hij niets meer. Zooiets wordt tot stal- en manége-legende. Overigens heeft niemand neiging dit na te doen. Zelfs het vallen kan tenslotte over dreven worden. R. P. De verjaardag van Prinses Beatrix. Dankbetuiging van het Prinselijk Paar. De gezamenlijke jeugdvereenigingen, die de boodschap, ter gelegenheid van den verjaardag van H. K. H. Prinses Beatrix onderteekenden, mochten het volgende telegram van Prinses Juliana en Prins Bernhard ontvangen: H.H.K.K.H.H. Prinses Juliana en Prins Bernhard dragen ons op, aan de jeugd ver eenigingen, die de aan Prinses Beatrix ge richte boodschap hebben onderteekend, hun hartelijken dank over te brengen voor dit zeer gewaardeerd blijk van medeleven na mens zoovele jongeren in den lande met de jeugdige Prinses, waarvoor H.H.K.K.H.H. zeer gevoelig zijn, evenals voor het feit, dat zoovele vereenigingen dit gemeenschappe lijk deden, waarin zij een weerklank hooren van het beroep in de radiorede van H.M. de Koningin. (w.g.) De particulier-secretarissen. BAUD. Vrouw tusschen twee wagens bekneld. Noodlottige botsing in den mist. Op den nieuwen weg te Poeldijk is Vrijdagavond om acht uur de 24- jarige mej. H. van der K., bij een bot sing tusschen een paard en wagen en een bestelauto om het leven gekomen. Mej. H. van der K. stond aan de achterzijde van den stilstaanden bodewagen van den heer Paalvast uit Poeldijk om een pakje in ont vangst te nemen. Terwijl de voerman den wagen openmaakte naderde uit de richting 's-Gravenhage de bestelauto van den heer G. Lock uit Naaldwijk. Door den zwaren mist zag de bestuurder den stilstaanden bodewagen te laat en met een luiden klap botste de auto tegen den wagen. Hierbij geraakte de vrouw tusschen de beide voertuigen bekneld. Zij werd zes meter mee gesleurd en was op slag dood. Een jongen, die bij het paard stond, si door den schok tegen den grond en liep een hersenschudding op. De chauffeur en de voerman kregen geen letsel, beide voertuigen werden zwaar be schadigd. WINTERS WARMT U(U D'OOIEZAAR &U DSN EGYPTENAAR MAAR U BLIJFT F UN /A/El CE N LA NO WAAR THUIS UW HAAM OF KACHEL BRANDT MET KOLEN VAN FRANS PERQUIN 102.12 (Adv. Ingez. Med.) Vijf hunner met moeite gered. Vierjarig knaapje verdronken. Vrijdagmiddag waagden zich vijf jongens op het ijs van de onder water geloopen uiterwaar den bij Opheusden, dat pas sedert een nacht was dichtgevroren. Aangezien het nog niet sterk ge noeg was, zakten de jongens er allen doorheen. Een hulpbehoevende, die1 in de omgeving woont, zag van zijn woning uit het ongeluk gebeuren en waarschuwde door luidkeels roepen eenige voor bijgangers, die onmiddellijk reddingspogingen in het werk stelden. Met veel moeite konden de kinderen op het droge worden gebracht. Vier hunner kwamen er met een nat pak af. De vijfde, een jongen van tien jaar, was buiten bewustzijn geraakt, zoodat geneeskundige hulp moest wor den ingeroepen. Hij kon spoedig bij kennis wor den gebracht, waarna de knaap naar zijn woning werd vervoerd. Vierjarig slachtoffer. Een vierjarig jongetje B. G.. wonende in de Bullstraat 38 te 's-Gravenhage. is Vrijdagmiddag door het ijs in de Laak- kade gezakt en verdronken. Hij had een takje op het ijs gegooid en wilde dit gaan halen. Het ijs bleek echter nog te zwak voor zijn gewicht en de jongen verdween in de diepte. Zekere B. bracht den knaap op het droge en de geneeskundige dienst vervoerde hem naar het ziekenhuis aan den Zuidwal, waar men tevergeefs nog geprobeerd heeft met toepassing van kunstmatige ademhaling den jongen in het leven te houden. DINER AANGEBODEN AAN DEN VICE- PRESIDENT VAN DEN RAAD VAN STATE. Prinses Juliana, Prins Bernhard, de leden van den Raad van State en de secretaris van dit college hebben Donderdagavond in Hotel des Indes te 's-Gravenhage een diner aange boden aan den vice-president van den Raad van State en mevrouw Beelaerts van Blokland. Hierbij zaten mede aan de hoofdambtenaren van den Raad van state en jhr. mr. Beelaerts van Blokland, zoon van den vice-president. ANDEL-MAATSCHAPPIJ, N.v. AGENTSCHAP HAARLEM Gr. Houtstr./Gr. Markl Tel. 13990 (3 lijnen) Wij leveren reischèque's voor Hongarije, Joego-Slavië en Tsjecho-Slowakije. Vraagt ons alle gewenschte inlichtingen. (Adv. Ingez. Med.) „Zoo'n degenparapluie lijkt mij juist iets voor U, mevrouw". Anderhalf jaar gevangenisstraf geëischt. Vervaardiger niet door Justitie ontdekt. Twee zusters stonden Vrijdagmiddag voor de Amsterdamsche rechtbank terecht wegens een ernstig misdrijf. Zij zouden valsche guldens in voorraad hebben gehad, en de jongste, een 27- jarige gehuwde vrouw, wonende te Haarlem, had ze in veschillende winkels in de Kinker- buurt te Amsterdam uitgegeven op 16 No vember j.l. Aan de oudste zuster, die 36 jaar is, en die In de Bestevaerstraat woont, is het in voor raad hebben van vaisch geld en het geven van dat valsche geld aan haar zuster om het uit te geven, ten laste gelegd. Het tweetal werd op 16 November j.l. ge arresteerd. Zij wilden niet zeggen, wie de guldens had gemaakt en het gelukte de recherche niet den vervaardiger te arres teeren. Dr. W. J. van Heteren, rijksmuntmeester, had een rapport aan de rechtbank uitge bracht, waarin hij o.m. de afwijkingen van de valsche guldens aanwees. Drie winkeljuffrouwen verschenen vervol gens voor het hekje, om te verklaren, dat de jongste der beide zusters in de winkels waar de getuigen in dienst zijn, met valsche guldens had betaald. In een geval gelukte het, de beide andere getuigen hadden blijkbaar beter opgelet en zij hadden het valsche geldstuk teruggege ven aan de verdachte, die daarop haar inkoo- pen met echt geld had betaald. De jongste verdachte verklaarde, dat zij de nagemaakte guldens van haar zuster had ge kregen. Pres.: En waar kwamen ze vanaaan? Verd. (aarzelend): Dat weet ik niet Pres.: Aanvankelijk hebt u toch verklaard, dat u een van die valsche guldens hebt gekre gen van uw zwager, U hebt hem nog gevraagd hoe hij er aan kwam en hij antwoordde toen: „Ja, zoo vraag je den boer de kunst af". U hebt ook verklaard, dat u er later nog meer van uw zwager hebt gekregen en dat u er toen ii samenwerking met uw zuster op uit bent. egaan We zullen u maar aan die verklaring houden, want die lijkt erg veel op de waar- h<De oudste zuster, die te Amsterdam woont, verklaarde, dat zij de valsche guldens had ge vonden. Pres.: Waar? Verd.- Op straat, in een zakdoek geknoopt. Maar ik wist niet dat ze vaisch waren. Wel zag ik dat ze niet heelemaal in orde waren, want het randschrift ontbrak. Maar ik heb geen verstand van vaisch geld. Pres.- Wanneer u de waarheid zou zeggen, zou de rechtbank u heel anders beoordeelen. Het reclasseeringsrapport, dat over de jong ste zuster was uitgebracht, luidde niet bijster gunstig. Zij bekommert zich niet veel om haar vier kinderen, is brutaal en onverschillig reld weet zij niet te beheeren. Over de oudste zuster is de rapporteur be ter te spreken. Het gezin staat gunstig aange schreven. Haar man is o.a. werkzaam ge weest als metaalsmelter. De vrouw werd ge schetst als een hardwerkende en zuinige huisvrouw. De officier van Justitie ziet geen aanleiding om clementie toe te passen tegenover deze vrouwen. Gezien de ernst van de feiten, vor derde spreker tegen de jongste vrouw een gevangenisstraf van anderhalf jaar; tegen de oudste vorderde hij een gevangenisstraf van een jaar en negen maanden, met aftrek van drie maanden voorarrest. (Deze vrouw is in voorarrest gehouden in tegenstelling met do jongste, die kort na de arrestatie weer in vrij heid werd gesteld). Vonnis 17 Februari. Prof. dr. Willem Mengelberg zal concert voor werklooze musici leiden. Evenals in Amerika de orkesten van werkloo- ze musici van tijd tot tijd door eerste dirigen ten geleid worden, waaronder Leopold Sto- kowsky. heeft in Holland prof. Mengelberg zich bereid verklaard om de Nederlandsche werkloo- ze toonkunstenaars, in het „Gooisch Symphonie Orkest" vereenigd, te dirigeeren, tijdens een con cert, dat gegeven zal worden wanneer Willem Mengelberg zijn huidige tournee beëindigd zal hebben. Past op voor verkeersgevaren! De K.N.A.C. waarschuwt de weggebruikers voor de mogelijkheid van gladheid op de ge deelten van wegen, waarlangs zich boomen be vinden. De mogelijkheid is namelijk niet uitge sloten dat bij opvriezend weer de van boomen gedooide rijp gladde plekken doen ontstaan, waarop plotseling remmen zeer gevaarlijk kan jn. Den weggebruikers wordt er op gewezen dat zij goed zullen doen daarmede bij hun gedrag op den weg rekening te houden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5