Op eenzamen post... De bouw van de nieuwe spoorbrug bij Weesp. De opening van het bouwwerk zal in het najaar plaats hebben. Met de constructie van den onderbouw is men thans zoover, dat deze bin nen enkele dagen gereed zal komen Dr. Benesj als gewillig slachtoffer der reporters bij zijn aankomst met het s.s. «Washington te New York, op weg naar Chicago voor de aanvaarding van zijn hoogleeraarsambt Een grappig detail van den Carnaval-stoet, die de inwoners van Breda Maandag amuseerde De heer J. Creyghton, arts te Oldenzaal, is benoemd tot hoofdmijnarts der Ne- derlandsche mijnen De Dionne-vijfling in den stoet, die, als gebruikelijk, ter gelegen heid van de Carnaval-feesten door Maastricht trok Carnaval-zotternij tijdens den grooten optocht, die Maandag door Venlo trok De reis van Léon Bérard naar Burgos. Op het station te Hendaye onderhoudt Bérard zich met een der autoriteiten, die hem uitgeleide deden Ook 's Hertogenbosch be leefde Maandag zijn optocht ter gelegenheid der Carna val-feesten. Een aardig detail FEUILLETON door KURT SIODMAK. 16) Daar, in Parijs kreeg hij toen de kans om de werkelijkheid van het leven te beseffen, maar hij liet haar voorbijgaan, toen hij met een kartonnen doos met stukjes zeep van deur tot deur sjouwde. Hij had zich het leven heel anders voorgesteld. Veel mooier en stra lender Dat besef zou hij pas later krijgen in Marokko.... Na vele hopelooze pogingen, om aan den kost te komen, nadat hij als bede laar de huizen langs was gegaan en allerlei kleine karweitjes had opgeknapt, hetgeen hem ongeveer één warmen maaltijd in de twee dagen opleverde en waarbij zijn ziel in zijn lichaam bevroren was, had hij er op een goe den dag plotseling genoeg van gekregen en was naar Boulogne gegaan, waar hij dienst op een schip had genomen. Zonder liefde, zonder vaderland, zonder thuis, scharrelde hij door de wereld, zonder zin, zonder doel, twijfelend en nauwelijks nog nog maar iets zoekend. En toch kon hij niets vergeten; noch Maria, noch dat hij een mis lukkeling was, noch de steden Parijs en Ber lijn, daar ergens op dien draaienden bol, waar hij nu op langzame oude vrachtbooten omheen voer Vermoedelijk zou hij zijn leven lang voor de mast gevaren hebben, als hij in Casablanca niet die ontmoeting gehad had. Het was ge beurd in een van de klein, vuile, Oostersche kroegjes, waar een fatsoenlijk mensch haast geen adem kon halen van den stank, die er hing. Hij was in gesprek gekomen met een van die bruine menschen in witte burnous, een man, die opvallend goed Fransch sprak De Marokkaan wist niet veel van Duitsch- land af. maar hij wist tenminste nog wel, dat Frankrijk en Duitschland oorlog met elkaar hadden gevoerd en dat Duitschland door al lerlei verdragen en overeenkomsten uitge sloten was van alle handels- en andere be langen in Marokko. En dat kwam hem juist van pas. Hij kon best een Duitscher gebrui ken. De onbekende in de witte burnous vroeg hem 's avonds even buiten de stad te komen. Voor een langer gesprek. Men kon daar beter vrijuit praten, tenminste als er geen Fransche schildwachten in de buurt waren. Hauser, die op dat oogenblik met een Por- tugeesche vrachtboot in de haven lag, stemde toe. Van het leven aan boord had hij al lang genoeg. Het leven onder de ruwe bemanning was nog veel erger dan die laatste troostelooze tijd in Parijs. En zoodoende vielen de woorden van den Arabier, die zich als dienaar van een der rijke sheiks uit het binnenland voorstelde, in goede aarde. Het aanbod kwam hem juist vdn pas. De Arabier bood den jongeman dien avond niets minder, dan een betrekking als offi cier in het particuliere leger van zijn heer aan. En aangezien hij een juisten kijk op hem had, liet hij, tijdens het gesprek allerlei schoone gedachten doorschemeren, zooals „strijd om de vrijheid" en „haat tegen Euro pa". dat Hauser had uitgestooten. Hauser had het aanbod aangenomen, was nog denzelfden avond aan boord gegaan, had tusschen de ruziemakende bemanning zijn boeltje bij elkaar gezocht, zich uit de voeten gemaakt en zich in deze hel verborgen. Voor Maria en voor de wereld. En ten lange leste had hij vergeten. Europa en het leven Parijs en Berlijn en eindelijk ook Maria May- hofen.. Twee jare.i tang was het hem gelukt. Maar daai was zijhaar parfum, haar stem, haar gang, haar blikken. Zij had hem ontdekt, nu zou hij weer haar slachtoffer worden. „Dacht je. dat je sterker was, dan andere menschen?" vroeg hij zich spottend af. „Dacht je soms, dat je je kon verbergen, en de liefde achter je wegsmijten, als een uitgelezen boek. zonder smart, zonder herinnering? Daar was het weer! Het heerlijke van deze wereldHet schitterde in de radiateur van de auto. het sprak uit de zwarte koffers, uit het ritselen van haar zijden japon, uit de klank van de zachte vrouwenstem en uit haar trots, die uit elke beweging bleek. Bruusk wendde hij zijn blikken af en liet den eleganten wagen staan voor wat hij was de lokstem van een andere wereld. Hij sloop door de gangen naar zijn kamer en opende langzaam de deur. Daar stond de vrouw: EuropaMaria Mayhofende raadselachtige miss Brown. Ze hoorde hem niet. Ze had een kleine kof fer opengemaakt en was bezig met het uitpak ken van schitterende glazen en blinkende schalen. Nu legde ze vorken en lepels op tafel. Hij zag een wit servet schemeren. Nu schudde ze aan een klein toestel om ijs te maken. Oh, ze was uitstekend voorzien, uitgerust voor alle mogelijkheden, alleen natuurlijk niet voor die eene: dat men haar neer sloeg „Weg met haar!" dach Hauser. Hij was soldaat, over enkele dagen wellicht aan stukken gereten door een granaat.. Het was moeilijk genoeg geweest; nachten lang had hy zich gemarteld, om alles te ver geten. De liefde was dood men mocht die niet meer opwekken. Hoorbaar klapte Hauser met zijn kaken op elkaar. Daardoor merkte Ysot hem. Ze schrok even. want eigenlijk had hij nog niet moeten komen- toen glimlachte ze en ging naar hem toe: „U is toch niet boos op me. omdat ik hier binnengedrongen ben?' Hauser keek naar haar hand. Een smalle lichtstraal weerkaatste in al het nikkel en verblindde hem. „Ik heb uitdrukkelijk bevel gegeven, nie mand tot deze kamer te te laten. Ik zal d* schildwacht moeten bestraffen!" Moeizaam keek hij op; hij vermeed het. haar in de oogen zien. „Wat heeft dat te beteekenen?" Hij maakte een gebaar over de gedekte tafel. „U vergeet, dat wij ons hier in oorlogstoestand bevin den!" Aandachtig keek Ysot in zijn oogen, die half bedekt waren door de oogleden. Zij bemerkte de kwelling, die zich achter zijn star gezichi verborg. Waarom leed deze man, waarom was hij hier, in deze wildernis, aanvoerder van een bende opstandelingen? Zijn ruwheid moest een masker zijn. Een schild, waar hij zich achter verborg. Wie zou hij eigenlijk zijn' Ysot probeerde te schertsen. „In oorlogstoestand? Hopelijk niet met mij Hauser's gezicht bleef onbewegelijk. „Ik verzoek u nogmaals, uw koffer weer In te pakken", zei hij koel en wendde zich af. Zonder op te zien, trad hij opzij. Heimelijk telde hij de seconden Waarom ging die vrouw niet weg? Hij smeekte, dat zij weg zou gaan. Hij voelde, dat zenuwen hem in den steek lieten. ,,Ik heb u verzocht, om heen te gaan", zei hij opgewonden en wendde zich weer naar haar toe. Ysot stond bij de tafel en begon langzaam haar koffer weer in te pakken. Ze merkte, dat ze tegen een rots vocht. Had deze man geen gevoel? Was dat verdriet in zijn gezicht een leugen? Was hij alleen maar soldaat, hard en ondoor dringbaar? Nog steeds had zij niets bereikt, niet ge vonden was niets te weten gekomen en er kwam alweer een nieuwe nacht, eindeloos, lange uren van angst en wanhoop. Waar was haar vader? „Alstublief, laat u mij hier blijven", zei ze zachtjes; in haar stem beefden tranen; met een moe gebaar liet zij haar hand zakken. „Ik ben bang voor den nacht!" fluisterde ze. Hauser's hart trok samen. Ze moest weg! Er bestond geen „terug"! Zijn mond sprak woorden, waarvan de beteekenis nauwelijks tot hem doordrong. „Blijft u dan maar hier, maar ik geloof niet, dat ik opgewekt ge zelschap ben" Geschrokken hield hij op. Wat had hij gezegd. Volgden zij woorden zijn wil dan niet meer? Was hij waanzinnig geworden? Ging hij inderdaad denzelfden kant op als Bogda- noff? Verrast keek Ysot op. Zij mocht blijven! Zij keek naar den man, die naar het venster gegaan was en nu in het duister naar buiten staarde. Hij wendde haar zijn gekweld gezicht toe. Ik moest zeker uw gast zijn?" vroeg hij en trachtte te glimlachen; hij wees op de tafel, die zij zoo keurig gedekt had. Zij antwoordde niet en opende met een kleine zilveren kurketrekker een flesch Hauser verwarde zich in twijfel en allerlei duistere gedachten. Kende hij zichzelf, over schatte hij zijn krachten niet? Waarom had hij die vrouw gevraagd, te blijven? Wie was zij en wat wilde zij? Zij sprak haar Fransch zoo vloeiend en rad dat het niet anders kon, of zij moest uit Parijs komen. Niet het minste Amerikaansche accent Haar lachen was net zoo valsch als haar' pas. Natuurlijk een af gezante van den an deren kant. Wat ging zij hem aan, dat inge beelde eigenwijze wicht, waarmee hij niets an ders gemeen had, dan hun huidkleur en dat verder van hem af stond dan deze Arabieren met wie hij door denzelden nood en dezelfde' ontberingen verbonden was Hij nam haar eens op. maar sloeg direct zijn oogen weer neer. Haar golvend haar glansde goudachtig, haar bewegingen waren sierlijk en vrouwelijk .(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 8