Op eenzamen post...
Bij de Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam is voor rekening van de
Kon. Shell het 15.000 tons motortankschip „Tibia" in aanbouw. Een
kijkje aan boord tijdens de werkzaamheden
Op het Malieveld te Den Haag worden thans jonge boomen aangeplant, daar
de oude boomen door de gevreesde iepenziekte zijn aangetast, waardoor
verschillende oude reuzen gesneuveld zijn
De lieveling van het Nederlandsche volk. H. K. H. Prinses Beatrix in blakenden
welstand op winterverblijf te Grindelwald, waar Zij thans met haar vader en
moeder vertoeft
In het prachtig voorjaarszonnetje
genieten H. K. H. Prinses Juliana en
Prinses Beatrix van een wandelritje
in Grindelwald
S"
Uit het in Artis te Amsterdam vertoevende leeuwenpaar „Adis" en
.Abeba" zijn onlangs weer drie welpen geboren. Het leeuwenpaar
ontving H. M. de Koningin in Juni 1935 ten geschenke van den Negus
van Abessinië
De .Argus", een steien vierm«#t-»choener te Heusden gebouwd en
bestemd voor de kabeljauwvangst bij Groenland, wordt tbens aan de
Perbkede te Rotterdam getuigd
Toen te St. Nazaire de tankboot .Octave" tewater gelaten was, poogden
visschers met hun schuitjes bij de helling te komen, om het vet en de
talk te bemachtigen, waarlangs het schip tewater gegleden was. Er
ontstond een ware veldslag tusschen de gegadigden, waardoor som
migen zelfs in het water vielen
FEUILLETON
door
KURT SIODMAK.
19)
De Bottberg ademde diep, moeizaam stond
hij op onderdrukte de pijnlijke scheuten, die
van alle kanten in zijn hoofd staken.
„Ik verzoek u mij thans te laten gaan",
zei hij terneergeslagen.
Verschrikt keek Hauser in de Bottberg's
gezicht, waarin zich geen spier verroerde.
„Maar weest u toch menschelijk, overste!"
fluisterde hij.
De Bottberg maakte een gebaar van ver
bazing.
„Ik begrijp u niet mijnheer", zei hij koel.
Moedeloos nam hij het schoone goed van
den stoel en legde het terug in de koffer.
Langzaam liep hij door de kamer, langzaam
opende hij de deur.
Een hooge stem klonk als een harp, gezang
gleed in de kamer, deed de andere geluiden
verstommen en nestelde zich weldadig in zijn
hart.
Ysot zong
Het warme doode fort leefde op.
Nog nooit had er zoo'n rein geluid in deze
ruimten geklonken, nog nooit was de lucht
zoo koel geweest, de zonnestralen zoo zacht en
de harten zoo rustig.
De schildwachten op de muren hadden hun
eentonigen rondgang onderbroken; zij ston
den met het geweer onder den arm en staar
den naar het venster van waarachter het ge
luid vandaan kwam.
De Arabieren op de binnenplaats verstom
den, zij wendden hun hoofden in de richting
van Mekka, want het uur van gebed was ge
naderd. Stil lieten zij het over zich heen
golven en ondergingen een heel klein beetje
de vreugde van den zevenden hemel
De stem stierf weg, heel langzaam en liet
een zwevende stilte achter.
Zachtjes draaide Hauser zich om naar zijn
gast.
Langzaam hief Overste de Bottberg het
hoofd, dat hij in zijn handen begraven had.
Hij toonde Hauser een spierwit gelaat, bleek
als dat van een doode. Moeizaam steunde hij
op zijn trillende handen. Hauser zag hem wan
kelen.
Daar begon de stem weer te zingen. Hoog
en liefelijk zweefde zij door de gangen, lokkend
en vragend.
„Ik verzoek u heen te mogen gaan", stamel
de De Bottberg. Hij greep naar zijn hals, zijn
adem stokte. Gekweld keek hij Hauser aan,
die hem, door een plotseling vermoeden ge
grepen, opmerkzaam gadesloeg.
„Kom mee!"
Hauser pakte zijn gevangene bij den arm
en sleepte hem achter zich aan.
„Vlugger!" fluisterde hij opgewonden.
Als zijn vermoeden juist wasAls de
geheimzinnige miss Brown eens de geliefde
van den Overste was, hier gekomen, om hem
op een vermetele en romantische wijze te
bevrijden? In oorlogstijd hadden vrouwen wel
vaker een dergelijke rol gespeeldDan
zou er veel duidelijk zijn.
Ja, dat moest, wel de eenlge oplossing zijn,
voor haar raadselachtige verschijning, hier
op het fort
Hij werd bevangen door een wild en boos
aardig plezier. Hij sleepte den man achter
zich aan.
Het gezang werd luider. Zij stonden voor
de deur van Ysot. Hauser trapte hem open.
De stem verstomde. Ysot keek naar de man
nen, die in de deur stonden. De kleine guitaar
ontgleed haar handen en sloeg met een diso-
nant op den grond. O'Murphy en Achilles
waren opgesprongen en keken verbaasd naar
de indringers.
Overste De Bottberg zocht steun tegen de
deurpost. Die was van zacht cederhout, zoo
dat hij er zijn nagels In kon slaan. Hij trachtte
zich overeind te houden; nu had hij tenminste
iets gevonden, waar hij zich aan kon vast
klampen. Toch scheen de grond onder zijn
voeten weg te zinken. Met de grootste moeite
hield hij zich overeind.
Hij probeerde zijn klapperende tanden op
elkaar te zetten en zijn blik, die met vree-
selijken schrik en doodangst op het meisje
rustte, te verbergen.
Ysot!
„Niet verraden dwong hij zichzelf,
„houding! Ik ben toch een man! Een enkele
blik kan den dood beteekenenwees kalm!"
bad hij zichzelf. „Het leven van je kind hangt
af van die eene blik, van het trekken van je
mond, het beven van je handen
De Bottberg richtte zich op en keek Hauser
recht in de oogen, terwijl zijn hart schreeuwde,
zijn voeten wilden loopen, naar haar toe, zoo
dat hij haar schouders zou kunnen vatten, en
zijn mond haar zou kunnen kussenzijn
kind!
„Ik begrijp dit niet goed", zei Ysot met
zachte stem. „Wilt u mij niet voorstellen?"
Hauser wendde zijn blik van De Bottberg's
gezicht af. Hij had het schouwspel van dit
smartelijk gelaat bijna ingedronken. Zijn hart,
dat gebeefd had van vreugde, bij de gedachte
zich te kunnen wreken over de smart, die een
vrouw opnieuw over hem gebracht had, begon
zachter slaan. Hij zag den vreeselijken strijd
van den man, den strijd tusschen het gevoel
en den wil. Hij merkte, hoe dit sterke hart
vaneen werd gereten, hoe die harde oogen
nu wel huilen konden en hoe toch zijn trots,
zijn liefde overwon.
„Volgt u mij!" zei hij met ruwe stem, greep
den gevangene hij den schouder, legde zijn
arm om hem heen en voerde hem zwijgend
uit de kamer, waarbij hij hem steunde en
trachtte, door de kracht van zijn armen, de
zwakte van den man te verbergen.
Hij wenkte een wachtenden Arabier en liet
de overste in zijn cel terugbrengen. Toen
keerde hij haastig terug naar de kamer van
Ysot, in zijn hart een weinig bevreesd voor
de blikken en gedachten van zijn kameraden.
„Ik verzoek jullie onze gast thans alleen
te laten", verzocht hij en liet zijn blik doel
loos door de kamer dwalen. „O'Murphy, jij
neemt de ronde over de voorposten en jij,
Achilles, laat vannacht den muur bij poort
VI een halven meter hooger maken. Jullie
kunt gaan!"
Achilles wierp O'Murphy een blik toe. Oh,
hij had wel goed uit zijn oogen gekeken
Wat was er tusschen dien Franschman en het
meisje? Heb je gezien, hoe zij stond te trillen
en hoe zij zijn knieën knikten? Hoe haar
mond zich opende om te schreeuwen? Die
man was natuurlijk haar geliefde. Achilles
Daskalopoulos kende de vrouwen. Je zou zien,
dat het zoo was!
„Kom, O'Murphy!"
Achilles greep den reus bij den arm. O'Mur
phy boog voor de laatste maal en verliet,
zwaar in het hoofd van de whisky, het ver
trek.
Hauser volgde hen beiden, sloot de deur
zorgvuldig aan den buitenkant af en ging er
met zijn rug tegen aan staan. Hij voelde zich
zoo moe, als een opgejaagd dier. Het was ge
noeg. Pauze
Langzaam ging hij naar zijn kamer, wierp
zich op zijn bed en viel direct in slaap.
Zijn hart viel als een steen in een diepe,
diepe zee.
Zorgen.
De klein Griek lag op zijn bed en sprak
geringschattend tot O'Murphy:
„Heb je dat niet gemerkt? Ik denk werke
lijk dat je idioot bent.Dat meisje heeft
wat met die Franschman. En het mooiste is,
dat jouw vriend Hauser, die het ook gemerkt
heeft, plotseling getracht heeft het te var-
bergen. Maar Hauser moet vroeger opstaan,
als hij Achilles voor den gek wil houden".
Knorrig draaide de reus zich om.
„En wat heb je er nu aan, dat je dat
weet?"
„Wat ik daaraan heb?" Opgewonden sprong
de kleine op en schudde dreigend zijn vuist.
„Hauser beschermt die vrouw om haar van
ons weg te nemen. Waarom maakt hij haar
ons afhandig? Omdat hij commandant is? Een
mooie commandant, die het met zijn gevan
genen tegen zijn kameraden houdt
Grommend schoof O'Murphy op zijn stoel
heen en weer. Geschrokken week de kleine
terug, toen hij de van haat flikkerende oogen
van den Ier zag.
„Wat haal je daar voor praatjes uit de lucht
en waarom zit je op Hauser te schelden?"
vroeg O'Murphy dof. „Het is zoo natuurlijk als
iets, dat twee fatsoenlijke Europeanen, als
dat meisje en de gevangene een oogenblik
verbaasd zijn, als ze elkaar hier onder derge
lijke ellendige omstandigheden ontmoeten.
Geloof jij soms dat die Franschman nog veel
kracht heeft, nadat hij veertien dagen lang
in zoo'n smerig hol heeft liggen krimpen van
de pijn. Ik wil je niet onder tafel slaan, maar
het moet uit zijn met die toespelingen op
Hauser. Hauser's oudste broek is meer waard
dan jouw heele gezicht en je groote mond".
Achilles siste als een slang. Hij haalde een
mes tevoorschijn en beet op de schede. Toen
wierp hij. Het staal drong in den muur, vlak
bij O'Murphy's schouder.
(Wordt vervolgd)