Op eenzamen post... Talrijke journalisten werden Maandag te Rome in de gelegenheid gesteld, de laatste voorbereidingen voor het Conclaaf in oogenschouw te nemen. De bezichtiging van de Sixtijnsche kapel. Men onderscheidt de tronen, die voor de kardinalen zijn opgericht Z. Exc. minister mr. J. A. de Wilde heeft Dinsdag het ziekenhuis „Bronovo" te Den Haag, waar hij ter verpleging was opgenomen in verband met de bij een auto-ongeval opgeloopen ver wondingen, verlaten De minister neemt afscheid van de verpleegsters Koning George van Engeland beproeft Een tewaterlating, die niet doorging. De voor de Batavierlijn in aanbouw zijnde een verrekijker, die hern ten geschenke .Batavier lil", welke Dinsdag te Alblasserdam tewater gelaten zou worden, werd Brrtsche Tndustril tentoonstelling te °P het laatste moment vastgehouden, aangezien de waterstand in De Noord door Londen den Oostenwind niet hoog genoeg was De kleine Prinses Beatrix in het middelpunt der be langstelling tijdens het verblijf van het Prinselijk Gezin te Grindelwald. Over den kinderwagen gebogen onderscheidt men H. K. H. Prinses Juliana. Op den achtergrond Z. K. H. Prins Bernhard Het bezoek van Ciano aan Polen. De conferentie der staatslieden in het Koninklijk Paleis te Warschau. V.l.n.r.: kolonel Beek, maarschalk Smigly-Rydz, Een der twee en zestig .cellen", zooals deze zijn ingericht voor de kardinalen, die aan het Conclaaf te Rome deel- De scherpschutters der Engelsche luchtmacht ondergaan thans een speciale .grond -training. Een der candidaten beproeft zijn trefzekerheid FEUILLETON KURT SIODMAK. 23) YsotYsot hield van haar ridderlijken tegenstander en halven landsman, Ysot, die zelf Elzasser bloed hadMocht die Hauser dan uit zijn vroeger leven misschien wat op zijn kerfstok hebben (hoewel Overste De Bott- berg den slanken jongen man niet voor een deugniet hield), zonder hem en zijn nobel gedrag was Ysot nu reeds doodgeschoten en ook hij zou dan al met een kogel in de borst tegen den muur liggen. Vier schieten er met losse patronen, een met scherp, hij kende dat! Fijngevoeligheid! De soldaten mochten niet weten wiens kogel gedood had. Tegen den muur.met een kogel in de borst; hy en Ysot.De Bottberg beet zich op de lip pen, tot hij het bloed proefde. Zij waren vrij! Vrij! Den man, die achter hem reed, had hij alles te danken. Ysot leefde! „Ik zal voor hem zorgen, als voor een zoon", dacht hij, „ik zal zijn gewetensbezwaren wel wegpraten, ik zal hem 'n hemel op aarde be reiden. Hij reed voorop, het doel tegemoet, de hoop, de menschen Hauser voerde zijn paard tot vlak naast Ysot. „Ysot, ik hou van je!" fluisterde hij en greep haar hand Hij sprak in het vertrouwe lijke grappige dialect van den Elzas. Hoe weldadig klonk dat in deze Marokkaansche woestenij. Wat heerlijk was dat, na zooveel Jaren alleen en zonder vaderland! Ysot boo! 'et hoofd. ,Ik hou van je", herhaalde ze in dezelfde taal. ,Tot in den dood", zei Hauser rustig en duidelijk. Hij bracht haar hand aan zijn lippen, zijn tanden beroerden haar huid, zooals gisteren, uren geleden, in het fortMaar tusschen gisteren en vandaag lag een menschenleven. Hauser legde haar hand terug op het zadel. „Vaarwel!" zei hij rustig. „Vaarwel, Ysot! Je hebt me in een paar uur meer geluk gegeven, dat ik m'n heele leven gekend heb. Ik dank je, Ysot. Jij hebt me nog eenmaal uit de hel gehaald. Nu ga ik weer terug. Voor altijd je hebt mij meer geluk gegeven dan waarop een mensch recht heeft. Ik dank je, Ysot!" Hij hield zijn paard in. „Overste!" riep hij vroolijk, met jonge en vastberaden stem, „Overste, ik moet terug!" De Bottberg bleef staan. Het halve uur was om. De Bottberg had er niet aan durven denkenhet was hem te moede, alsof hij een zoon verloorHij wendde zijn paard en zag het bleeke gezicht van Ysot, dat star was van vertwijfeling. Hij verzamelde al zijn krachten voor een laatste beslissende strijd! Hij moest overwinnen! „Ik begrijp u nietzei hij verbaasd. „Terug, direct zijn we bij onze vrienden, die u zullen ontvangen met de onderscheiding welke men een ridderlijk tegenstander verschuldigd is. In hoogstens acht dagen kunt u in Zwitser land zijn met het prachtige Vierwoudsteden- meer voor oogen, inplaats van deze zandvlak te. En u wilt terug naar die hel? Waar die. Hij aarzelde. Glimlachend keek Hauser hem aan, met een onderzoekenden blik. Hij zag den Overste tot op den bodem van zijn ziel. En Overste De Bottberg sloeg langzaam zijn oogen neer. „Het ga u goed, Overste! U zult mij begrij pen, ik moet terug!" Hij gaf zijn paard de sporen, zoodat het dier steigerde. Met een vlugge greep trok De Bottberg de revolver uit den zadeltasch van Hauser. „U bent mijn gevangene", zei hij zacht en hield Hauser het wapen tegen de borst. „Moet ik u met de wapens dwingen, uw geluk te volgen?" Hauser glimlachte. .Schiet u, als u wilt, of ik nu hier doodga, of onder het vuur van uw soldaten Bedroefd liet De Bottberg het wapen zak ken. Zijn oogen begonnen te branden. Met een droevig lachje hief Hauser de hand ten groet. Toen wendde hij zijn paard, dat er in galop vandoor ging, alsof het zich vertwijfeld in het vuur wilde storten. Plotseling keerde Hauser zijn paard. Hij stond bovenop een zandheuvel. Ysot!Hij sprong uit het zadel. Dertig meter scheidden hem van het meisjeYsot rende hem tege moethet zand stoof in kleine gele wolken onder haar voeten weg. Ze renden op elkander af. Nu stonden zij tegenover elkaar. Een meter scheidde hen nog. Zij keken elkaar in de oogen: oogen, ver vuld van een wanhopige liefdeDan tui melden zij weg in een wilde omhelzing. Scheen de zon nog altijd over deze woestijn? Opende de aarde zich niet, om hen te ver zwelgen in hun omarming, die zou voort duren tot in de eeuwigheid. „Ik hou van je", schreiden hun harten, „ik hou van je!" Hauser scheurde zich los. Hij nam haar hoofd en keek nog eenmaal in haar oogen, verstard in angst en liefde, ongeloovig en ver twijfeld, overstroomend van verdriet. „Ysot", fluisterde hij, en nogmaals „Ysot", alsof een mensch nog nooit zoo'n naam had uitgesproken. Toen rende hij terug door het zand, dat in kleine fonteintjes opspatte, wierp zich in het zadel en verdween als een wervelwind in de vallei achter den heuvel „Kom kind", zei Overste De Bottberg met zaphte, verstikte stem, „kom". Voorzichtig hief hij haar in het zadel. „Jë begrijpt hem tochnietwaar?" vroeg hij angstig. Ysot knikte. „Hij doet zijn plicht", fluisterde zij, terwijl de tranen over de wangen stroomden. De Deserteur. O'Murphy hield het hoofd gebogen, toen hij uit Ha user's uitgestorven kamer komend, Achilles voorbijliep. Zijn voeten sleepten over den grond, alsof ze niet tot zijn lichaam be hoorden. De Griek volgde hem op korten af stand, met vertrokken gezicht. Zijn hand was verborgen in den zak van zijn wijde broek. Daar omklemde zij het mes. Het mes met het gele beenen heft. Aimee had het lee- ren kennen, het had haar hart getroffen. Achter O'Murphy betrad hij het officiers- verblijf, zette zich met gespreide beenen op drukte als een molensteen op hem. Het deed blik in het gelaat van den reus. O'Murphy dwaalde moe door de kamer, nam afwezig een naald op en trachtte zijn overhemd te naaien, dat op de borst aan flar den hing. Hij voelde de brandende blikken van den Griek. Zijn hand beefde. Het zwijgen de kamer als een zweep. O'Murphy zette zijn hem bijna pijn. Met klamme vingers boorde hij de naald moeizaam door het hemd. De stilte sloeg door de kamer als een zweep. O'Murphy zetten zijn tanden op elkaar. Waarom staarde die kerel hem zoo aan? Wie gaf hem het recht, zoo te staren. Met halfgesloten oogen droomde O'Murphy, dat hij een revolver in de hand hield. Het schot knalde en de Griek viel achterover op den grond droomde O'Murphy. „Hé", zei Achilles, zoo boosaardig als een slang. O'Murphy kwam tot zichzelf. Zorgvuldig legde hij de naald weg en begon te schelden. Steeds harder. Hoe harder hij schreeuwde des te meer verlichtte het hem. Het scheen dat er aan de lucht in zijn longen geen eind zou komen. Toen hij adem haalde, om niet in zijn woor den te stikken, viel zijn gejaagde blik op Achilles, en hij hield op. Toen hij zweeg kwam de angst weer bij hem boven en overstroomde hem als groote golf, die zijn hart uit zijn borst dreigde te rukken en zijn adem mee nam. Zwijgend stonden zij tegenover elkaar. Achilles' van woede flikkerende oogen werden tot zwarte sterren. „Jouw Hauser!" fluisterde hij, en maakte een beweging, alsof hij een denkbeeldig lichaam in elkaar schopte. Zwijgend liet O'Murphy zijn machtigen, blonden schedel zakken. „Heb je nog wat te zeggen over dien schurk, die er met die vrouw vandoor is. Als hij hier was, een minuut maar, dan zou ik hem Met een veelbeteekenend gebaar trok Achil les het mes uit zijn zak en liet het bliksem snel door zijn vingers draaien. Plotseling waren zijn handen leeg het staal stak trillend in de deiur. Hij balde de vuisten. Zijn blikken, triom- feerend en vol haat, boorden zich in O'Mur- phys oogen, die zijn hoofd afwendde. „Hoe dikwijls heb ik het je niet gezegd, hoe dikwijls heb ik niet voor je gebeden? Achilles liet zich op de knieën vallen en hief zijn handen op. „O'Murphy, heb ik gebeden, geloof hem niet, O'Murphy!" Hij sprong op en schudde zijn vuisten. „Nu is hij weg, de lafaard, uitgeknepen, met een vrouw er van door, in een gevangen kamp gekropen! Daar is hij veiliger dan op de muren. Hij heeft gemerkt, dat de Fran- sche zouden schieten, en waar kruipt de laf aard weg? In een gevangenkamp!" Het schuim stond hem op den mond. Hij stond nu vlak voor O'Murphy, die een pas achteruit deed. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 8