:N« Een heerlijk Zondagsmaal mm Hier is een hoestsiroop recept voor kinderen en volwassenen WILDA KNIPPATRONEN KRAAGJESHUIS MENU VAN DE WEEK DONDERDAG 9 MA ART 1939 HA ARE EM'S DAGBEXD 9 Het spel van de schoonmaak Met spelregels en al. Niet lang geleden werd in onze vrouwen pagina over de „rondwoedende" huisvrouw ge schreven: nu, als er ooit een tijd is dat deze uitdrukking van toepassing genoemd kan wor den, dan is het in de maanden van de voor jaarsschoonmaak, in Maart en in April. Wie deze schoonmaak als een noodzakelijk kwaad beschouwt, dat met zoo weinig mogelijk gekletter van emmers moet plaats hebben, dat de gezelligheid niet in het nauw mag brengen, en dat beter een maand kan duren in een rus tig tempo, dan drie weken met als gevolgen: iedereen kwaad, de vrouw des huizes overspan nen, de dienstbode ziek, zoo iemand heeft geen denkbeeld van de hartstochten die de schoon maak bij sommige huisvrouwen ontketent, laat staan dat degene die heelemaal niet schoon maakt daar ook maar het flauwste benul van zou hebben. Maar inderdaad, die hartstochten worden ont ketend, wat zeg ik, ze zijn al ontketend, want dacht u soms dat deze felle beoefenaarsters der schoonmaak-manie, den eersten den besten mooien dag in Februari voorbij konden laten gaan, zonder met jubelkreten te beginnen? Waarmee te beginnen, vraagt u. Kom nu, dat is toch zoo logisch als wat: wanneer een vrouw in dezen tijd van het jaar aan een andere vraagt, ben jij al begonnen? dan is elk verder woord overbodig, de goede verstaander heeft aan dit halve woord ge noeg: „beginnen" beteekent in dezen tijd van het jaar een aanvang met de schoonmaak, maken. Maar bij die belangstellende vraag over een begin van het schoonmaak-festijn, blijft het niet, de ware schoonmaak-fanatica zijn er op uit om elkaar den loef af te steken, en daar maken zij een spel van met spelregels en al, dat door een buurt van vrouwen best gespeeld zou kunnen worden, maar dat meestal gaat tus- schen twee of drie hoogstens vier. De spelregels zijn erg streng, en wie er zich niet aan houdt, wordt eenvoudig een volgend maal uitgeschakeld, dus houdt iedereen zich er wèl aan. De eerste hoofdregel is: keurig schoonmaken, zonder ook maar een enkele maal in „flodde ren" te vervallen, is een eerste vereischte. Verder zijn er nog de volgende regels: Wie het eerst begonnen is, viert een zij het nog kleine triomf. Wie het eerst op een verdieping klaar is, en dus met het weer geboft heeft vanwege het luchten van de bedden, wordt door de anderen met jaloersche blikken opgenomen. Wie allerlei tusschenwerkjes erbij doet, als een kast behangen, een plafond witten, een straatje leggen of een keuken schilderen moge dit met luider stem verkondigen als zij van haar prestaties opgeeft, want naturlijk houdt dit werk erg op, zij is dus laat, maar een gel dige reden is een geldige reden, nietwaar, dus die mag naar voren worden geschoven. Gordijnen naaien gelden niet bij die klusjes, dat doe je van tevoren, als je een degelijke huisvrouw bent, of je doet het in verloren avond-uurtjes. Wie het eerste klaar is, mag rekenen op een storm van verbaasde uitroepen, en de anderen moeten zoo sportief zijn om haar de volle eer te laten. Een beetje gemeen-doen mag, als daar zijn: de eer van het begin aan een ander over te laten, ook al was je stiekem al veel eerder be gonnen; erg verbaasd doen dat de ander al bezig is, waarmee je het doet voorkomen, alsof je zelf nauwelijks nog over schoonmaken denkt; klagen over zieke huisgenooten die je voort gang hebben geremd, maar er niet bij vertel len, dat je als het ware om de ziekenkamer heen hebt gewerkt; een beetje knoeien met je zoogenaamd ver prutsten tijd, om dan opeens als volledig schoon- maak-kampioen uit den strijd te voorschijn "te treden! Denkt u dat ik overdrijf, dat een dergelijke schoonmaak-woede-wedstrijd niet meer voor komt? Wees er maar van overtuigd, dat de kam pioenschappen niet alleen op de sportvelden of in de stadions worden geambiëerd en behaald, het schoonmaak-kampioenschap heeft oudere papieren dan dat van voetbal of zwemmen en het is daarbij nog zoo jong als de prille-lente- zon, die de vrouwen er immers toe inspireert! E. E. J.—P. is wispelturig! Daarom heeft Uw regenjas het vaak zwaar te verduren. Laat die eens grondig op knappen en waterdicht ma ken door Peeperkorn. Regenjas chem. rein. f. 2.25 Demi-Saison f. 1.80 Costuumf. 2.— Japon eenvoudig f. 1.50 HEEMSTEDE Bel op 28890 - 5°/o korting! (Adv. Ingez. Med.) Tips voor de huisvrouw Wie wist nog niet, dat: Asch van sigaren en sigaretten, welke gewoonlijk weggegooid wordt, eigenlijk zeer nuttig is? Men kan er prachtig mee poet sen! Voorwerpen van zilver, alpacca, metalen grepen aan deuren en ramen, messen enz. behouden als ze geregeld met sigarenasch worden gepoetst en flink nagewreven, hun glanzend nieuw voorkomen en zelfs kleine schrammetjes verdwijnen als bij tooverslag! Droge houtasch is een uitstekend vervang- middel voor zeepi Withouten tafels, banken en planken, hiermee geschuurd, gaan er verbluf fend helder uitzien! En tenslotte nog een tip', met betrekking tot sigarenasch. 't Gebeurt weieens, dat door een heet pannetje of door de een of andere vloeistof een uitgebeten plek op meubels, vensterbanken of op den grond is ontstaan. Deze plekken bestrijkt men met een dikke laag met olie vochtig gemaakte siga renasch, die men eerst den volgenden dag wegneemt. Daarna met petroleum nawrijven. Tien tegen een dat de plek verdwenen is! En toch een rustige Zondag voor de huisvrouw! Heel vaak wordt het genoegen, dat iedere rechtgeaarde huisvrouw heeft in het ontvan gen van gasten op Zondag, half en half of zelfs heelemaal vergald doordat er van tevoren zóó gedraafd en gezwoegd moet worden om alles gereed te maken! Dit bezwaar kan met eenig nadenken wor den ondervangen. We stellen ons menu zóó samen, dat bijna alles op Zaterdag klaar is. De huisvrouw heeft den een rustigen Zon dagmorgen, ruim den tijd om keurig te dek ken en zich op haar gemak te kleeden en.... kan zélfs nog met een onbezwaard gemoed van al de goede spijzen meegenieten. Onze foto geeft zoo'n Zondag's- of feest maal in beeld. De pompelmoes wordt volgens het recept klaargemaakt, en in glazen, of op glazen scho teltjes koel weggezet. De soep kan bijna geheel bereid worden. De room wordt met de eidooier in de soep- terrien gedaan. Wijn moet het laatst toege voegd worden. Het vleesch kan van te voren gebakken worden, de garneering legt men klaar, en heeft men de lapjes in de jus gewarmd, dan legt men ze op den schotel en de garneering erop. De doperwten moeten natuurlijk even opge warmd worden en gestoofd met boter, zout (en suiker). De pommes frites wox-den 's Zater dags éénmaal gebakken, zoodat ze gaar zijn en den volgenden dag in heetfrituurvet vlug bruin gebakken en met fijn zout bestrooid. De pud ding staat klaar, moet worden gekeerd, en met wat slagroom en flikken gegarneerd worden. Tot slot worden de vruchten opgewreven, op een schotel gelegd, die gegarneerd wordt met wat klimopbladeren. Dat het meest links op de foto staat, hoort niet bij den maaltijd, maar is een vruchten broodje, dat op de volgende manier gemaakt wordt; 1 Ons abrikozen, 1 ons pruimen (ontpit), 1 ons rozijnen, 1/s ons amandelen (gepeld) wor den met elkaar 2 x door den vleeschmolen gemalen, nadat ze in lauw water goed ge- wasschen zijn. Sap van y2 citroen wordt er mee vermengd. Daarna maakt men een rol en laat deze 1 a 2 dagen staan, tot de massa zoo is, dat ze in plakjes gesneden kan wor den. Het broodje kan pl.m. 14 dagen goed blijven en wordt als broodbelegging gebruikt. Zout water is uitstekend voor het reinigen van vuil en hard geworden leerwaren. Men legt de voor werpen er een paar uur in en wrijft gedurende het drogen, dat nooit bij de kachel mag ge schieden, de voorwerpen zoo nu en dan eens flink op. Het leer" wordt daardoorsoépel én zacht. Sponzen worden op dezelfde manier ge reinigd. Kookwater van verschillende groenten en peulvruchten of de vrucht zelf kunnen in de huishouding ook belanrijke diensten bewijzen. Zoo is het zout- looze kookwater van witte boonen uitstekend geschikt om biervlekken uit allerlei stoffen te verwijderen. Inktvlekken verdwijnen wanneer men ze met stukkenrhabarber of het blad van een begonia flink inwrijft en met koud water naspoelt. Hardnekkige inktvlekken legt men in zure melk en laat ze daar enkele minuten in liggen. Men spoelt de plek na met water. Aardappelwater is geschikt om geverfde vloeren te reinigen. Oxioogelijk geworden aluminiumpannen wor den als nieuw door ze uit te koken met spina- zie-afval of rhabarberschillen. En koude, sterke koffie kan men prachtig gebruiken om er zwarte kleeren bijv. heerencostuums, die vaal geworden zijn, mee op te borstelen. Dit receptje dat U zelf klaar maakt is uitste kend tegen verkoudheid, hoest en kinkhoest. Een kind heeft van nature een hekel aan medicijnen. Daarom zult U blij zijn met het recept van een goedsmakende hoestsiroop. In een kwart liter heet water lost U een eetlepel sitker op. Na afkoeling voegt U hieraan toe 30 gram Vervus (dubbel geconcentreerd), die U bij eiken apotheker of drogist kunt koopen. EVen goed roeren en Uw hoestsiroop is gereed. Dosis voor kinderen van 38 jaar: 1 thee lepel, voor kinderen van 812 jaar: 1 dessert lepel, voor volwassenen: 1 eetlepel. Na de drie voornaamste maaltijden en voor het naar bed gaan. Vergeet niet een 30 grams-fleschje Vervus (dubbel geconcentreerd") in huis te halen. Bewaar dit receptje goed. (Adv. Ingez. Med.) Recepten voor feestmaaltijd Pompelmoes in glazen. Per persoon y2 groote pompelmoes, 1 ge- confijt vruchtje, 1 lepel suiker. De pompelmoes in de helft snijden en met een scherp mesje het vruchtvleesch langs de schil rondom lossnijden. Dan uit elk partje het vruchtvleesch lossnijden en deze stukjes in het glas doen. Zorgen, dat alle vellen en pitten in de schil achterblijven. Het sap nog uitknijpen en de stukjes voor zichtig met wat suiker vermengen. Een ge- confïjt kersje er op leggen. Er zijn speciale mesjes, even gebogene. om pompelmoes schoon te maken in den handel. Met een goed vruchtenmes, of roestvrij keu kenmesje gaat het echter ook heel gemakke lijk. Witte ragoütsoep, Benoodigdheden: 1 'A L. water, 2y2 ons run- derpoulet, stukje ui, wortel en peterselie. 1 le pel zout, 1 eidooier, 40 gr, bloem, 40 gr. boter. d.L. room, 1 blikje champignons, 2 lepels witte wijn, peper, 1 ons kalfsgehakt. Bereiding: Van het vleesch met de krui den en het zout bouillon trekken (3 uur)Deze zeven, en met boter en bloem een gebonden soep maken. Deze afmaken met peper, de champignons en het nat hiervan en voor zichtig bij de room en de eidooier* schenken, die men samen in de soepterrien geklopt heeft. Het laatst de wijn er door roeren. Het gehakt wordt op de gewone manier aange maakt, met peper, noot, zout, beschuit en wat ei. De kleine balletjes worden in een beetje bouillon gaar gekookt (15 minuten) gelijk met de champignons toegevoegd. Wiener schnitzel. Benoodigdheden: 4 dunne kalfslappen van 75 gr., 1 eiwit, zout, paneermeel, 100 gr. boter, 4 uitgetande schijfjes citroen, 2 ansjovissen, 4 kappertjes. Bereiding: Het vleesch wasschen en zou ten. Het eiwit even los, maar niet schuimig kloppen, en het vleesch hier door halen. Daarna met fijn paneermeel bestrooien. De grootste helft van de boter in de koekepan heet laten worden, de lapjes er voorzichtig in leggen, en even rustig laten liggen, zoodat het korstje er aan plakt. Dan omkeer en en de lap jes lichtbruin en gaar bakken in pl.m. 15 minuten. Als de boter onder het bakken te bruin wordt, dan een stukje van de achterge houden boter toevoegen. Het vleesch uit de pan nemen, de jus goed door laten braden en met heet water afma ken. Geeft men geen groente en aardappelen op den schotel, dan de jus er om heen schenken. In 't andere geval de jus in de juskom opdie nen. De dunne schijfjes citroen uittanden, de ansjovissen halveeren, schoonmaken en in wat melk Vz uur weeken. Ze uit laten lekken, op rollen en op elk rolletje een kappertje leggen. Deze rolletjes op de schijfjes citroen leggen. P,ommes frites. Groote aardappelen, schillen, in plakken snijden van 'c.M. dikte en deze weer in water met veel zout laten staan. Zorgvuldig afdrogen en bij gedeelten in niet te warm frituurvet (slaolie) gaar bakken. Kort voor het gebruik de stokjes lichtbruin bakken in dam pend frituurvet. Fijn zout er door schudden. Roompudding'. Benoodigdheden: 6 d.L. melk. 4 d.L. room, 1 stokje vanille, 50 gr. suiker, 12 blaadjes gela tine, >/2 ons chocolade oublies. Bereiding: De melk met de vanille aan den kook brengen en lang laten trekken, De va nille eruit nemen, de in koud water geweekte gelatine er in oplossen, de suiker toevoegen en als alles wat bekoeld is, de room op V2 d.L. na, er doorroeren. Als de massa dik begint te wor den den omgespoelden vorm vullen. De pudding keeren, en garneeren met de oublies en de lh d.L. room, die met 1 lepel sui ker stijf geklopt is. De arbeid der gehuwde vrouw Ensehedésche enquête brachte enkele merkwaardige cijfers. In het Tweede Jaarboek van het Internatio naal Archief voor de vrouwenbeweging, dat zoo juist is verschenen, komt o.a. een uitvoerig arti kel voor van de hand van mevr. dr. W. M. Posthumus-van der Goot over het onderwerp: „Onderzoek naar den arbeid der gehuwde vrouw in Nederland". Ongetwijfeld een onderwerp, dat in onze da gen veler belangstelling heeft! We ontleenen er dan ook het volgende aan: Onder primitieve omstandigheden was de ar beid van de gehuwde vrouw voor niemand een vraagstuk, zooals heden ten dage de arbeid van de boerin nog als vanzelfsprekend wordt ge voeld. In onze eerst bekende, algemeene beroeps telling, die van Leiden van 1581, komen tal van gehuwde werkende vrouwen voor. In de latere eeuwen treft men eveneens vele gehuwde wer kende vrouwen aan, ook in de hoogere beroepen. Misschien zou men zelfs eenigszins paradoxaal kunnen zeggen, dat de negentiende eeuwsche op vatting, dat het een beschaafde gehuwde vrouw niet paste om te werken, ontstond, kort voor dat de opkomende vrouwenbeweging deze idee zou bestrijden en overwinnen. Van de drie argumenten, die men in onzen tijd nu het welvoegelijkheidsargument zoo goed als verdwenen is tegen den arbeid van de ge huwde vrouw aanvoert, nl. het in gevaar bren gen van de natuurlijke bestemming, de voor keursplaats van den man op de arbeidsmarkt en het verwaarloozen van de gezinstaak, heeft schrijfster zich tot het laatste bepaald voor een nauwkeurig onderzoek. De beide eerste argu menten immers liggen op 't gebied van psycholo gie en ethiek. Maar de vraag of de gehuwde werkende vrouw haar gezinstaak verwaarloost, dit is stellig een probleem, dat door een zake lijk onderzoek kan worden opgelost. Begin Januari 1938 gelukte het schr. de hand te leg gen op gegevens betreffende 500 Ensehedésche gezinnen, waarvan in 250 gevallen de vrouw een beroep uitoefende. Voordat deze cijfers aan de orde komen, geeft schr. eerst een overzicht van den arbeid der gehuwde vrouw in Nederland in vergelijking met het buitenland. Op elke 100 in een beroep werkzame personen waren gehuwde vrouwen in Frankrijk 13.4. België 10.1, Zwitserland 8.6, Gr. Brittannië 5, Zweden 4.4, en Nederland 2.2, waaruit blijkt, dat de Nederlandsche vrouw in het algemeen en de gehuwde vrouw in het bijzonder een zeer bescheiden aandeel in het beroepsleven heeft. Dit aandeel is gedurende de laatste 40 jaar zichzelf steeds gelijk gebleven, hetgeen zeer merkwaardig is, als men bedenkt, welke groote veranderingen zich in die jaren hebben voltrokken. De verschuivingen, die zich in de algemeene beroepsbezetting hebben voorgedaan, hebben geen invloed gehad op de verhouding tusschen allen mannenarbeid en allen vrouwenarbeid. Als men nagaat, hoeveel procent van alle wer kende vrouwen gehuwd waren, vindt men hier een langzame daling en wel van 8.9 pet. in 1899 op 8.4 pet. in 1930. Na dezen „statistischen ach tergrond" te hebben opgetrokken komt schr. tot haar enquête te Enschedé. De opzet was, een oordeel over den gezinstoe stand te verkrijgen en een opgave van de rede nen waarom de vrouw werkte en, zoo mogelijk, deze uitkomsten te vergelijken met die van het onderzoek van 1911. Ook werd gevraagd, of de vrouw vóór haar huwelijk had gewerkt, zoo ja, waarom zij dien arbeid eventueel had opgegeven en ook, indien zij nu-een beroep uitoefende, wat zij doen zou, wanneer haar deze arbeid werd verboden. Het voornaamste deel van het onder zoek was echter, vergelijkingsmateriaal te ver krijgen betreffende den toestand in gezinnen, waarvan de vrouw wèl en. die, waarvan zij géén beroepsarbeid verrichtte. Wat heeft nu het onderzoek naar de verschil lende aspecten van den arbeid der gehuwde vrouw aan 'het licht gebracht? Kort samengevat het volgende: Een onderzoek naar het gevaar van gezinsverwaarloozing toont aan, dat de gezinnen, waarvan de vrouw een be roep uitoefent, in het algemeen een betere waar borg bieden voor een maatschappelijk ge- wenschte verzorging, dan overeenkomstige ge zinnen, waarvan de vrouw niet werkt. Van de eerste gezinnen waren 90.4 pet. keu rig, 5.6 pet. matig, 3.2 pet. slordig en 0.8 pet. zeer arm en slordig, van de laatste waren de percentages resp. 80.8, 10, 6.8 en 2.4. De zeer uitgesproken schommelingen, die in een normaal gezin bestaan in het verloop van het verdienvermogen en den gezinsdruk, en den invloed van de werkloosheid in verleden, heden en toekomst maken, dat het vooral in de jonge, vaak (nog) kinderlooZe gezinnen zal zijn, dat de vrouw haar beroep blijft uitoefe nen of weer opneemt. Uit de mededeelingen van de bezochte 250 vrouwen, die geen beroep uit oefenden, en die in de maatschappij de groote meerderheid der gezinnen vertegenwoordigden, blijkt, dat in een industriestad als Enschedé 80 pet. haar werk neerlegt bij het aangaan van een huwelijk, 10 pet. wegens zwangerschap of omdat haar huishouden te groot wordt, en de resteerende 10 pet. om allerlei min of meer toe vallige redenen als ziekte, ontslag enz. Eén schema van de antwooi'den, die de be zochte 250 werkende vrouwen gaven op de vraag, waarom zij in haar huwelijk een beroep uit oefenden, vertoonde zeer veel overeenkomst met een soortgelijk overzicht, dat de Arbeidsinspec tie in 1911 voor Enschedé kon samenstellen. Uit de antwoorden van de enquête van 1938 blijkt, dat de aanleiding vroeger en nu steeds weer is: ontoereikendheid van het inkomen van den man t.o.v. de gezinslasten, eventueel verzwaard met ondersteuningsplichten jegens ouders of andere familieleden (40 pet.), aankoop van noodzake lijke meubels en kleedingstulcken, ziekte, werk loosheid en schuld (30 pet.), terwijl 1/6 van alle gezinnen door het bijeenbrengen van een kleine som gelds hoopte vooruit te komen en on afhankelijk te worden. De stelling, dat de echtgenoote, opdat de vrouw zal kunnen blijven werken, opzettelijk geen kinderen krijgt, wordt door dit onderzoek niet bevestigd. Het tegendeel lijkt dichter bij de waarheid te liggen. Tal van huwelijken komen tot stand, omdat gedurende een zekeren tijd de vrouw nog mee kan werken aan het verschaffen van een bescheiden bezitsbasis voor het gezin, en tal van huwelijken kunnen zich op een zeker maatschappelijk peil handhaven, omdat in be narde omstandigheden de vrouw kan meehel pen, de moeilijkheden te overbruggen. Hetzelfde kan gezegd worden ten opzichte van de verzorging van het gezin. Ofschoon door de vrouwen zelf voornamelijk door het be trekkelijk kleine aantal (22 pet.), dat jonge kin deren had en volle weken werkte, haar afwezigheid als een nadeel ondervonden werd, wijzen de uitkomsten van dit onderzoek in het algemeen op het tegendeel van verwaarloozing, die veeleer op grooter schaal wordt aangetrof fen bij de gezinnen, waarvan de vrouw niet werkt. De slotsom, die schr. uit het Ensehedésche on derzoek en uit de ontleding van het statistische materiaal trekt is, dat de arbeid der gehuwde vrouw in Nederland noch in zijn omvang, noch in zijn gevolgen een maatschappelijk probleem is. Een conclusie, die voor de hand lag. Doch juist door den zakeliiken opzet, waarbij niet met gevoelsargumenten, doch uitsluitend met nuch tere" cijfers wordt gewerkt, mag een artikel als het bovenstaande buitengewoon verhelderend worden genoemd. goed passend25 cent GED. OUDE GRACHT 119. (Adv. Ingez. Med.) Wit Zomerjasje Dit aardige sportjasje is "gebreid van witte z.g. stemm-wol, versierd met donkerblauwe randen van dezelfde wol. We hebben noodig 6 knotten van 75 gram en 2 pennen no. 4>/2. We beginnen met den Rug en zetten hiervoor 52 steken op (maat 42/44). Eerst acht pennen gewoon recht, daarna 1 pen r., 1 pen aver. Na de acht pennen recht minderen we om de 6 pennen af tot 48 steken, waarna we nog 6 pen nen breien. Nu meerderen we om de 6 pennen bij tot 60 st. (van den eersten en laatsten st. 2 maken). Na 66 ribbels (de eerste 8 pennen niet meegeteld) beginnen we aan het armsgat, waar voor we acht steken afkanten, (3, 2, 2, 1). Nu breien we tot het jasje de gewenschte lengte heeft, daaxma breien we 15 st. voor den schou der, kanten 14 steken stevig af voor den hals en breien weer 15 steken voor den anderen schou der. Den schouder breien we schuin op: van den hals af eerst 10 steken breien, dan 5 steken en dan afkanten. Linkervoorpand. Voor het linker voorpand zetten we 32 st. op. De bies breien we afzonderlijk. We breien eerst 8 pennen gewoon recht en dan als boven. We minderen aan den zijkant eerst weer af tot 30 st. om de 6 pennen, dan breien we nog 6 pen nen en meerderen weer bij als boven tot 35 st. Na 66 ribbels kanten we voor- het armsgat 12 st. af (4, 3, 2, 2, 1), waarna we 10 pennen min der breien dan aan den vooi'kant. Voor de ron ding van den hals kanten we nu eerst 10 st. af. daarna nog 3, 2, 2, 2 steken. Wij houden nu 15 st. over voor den schouder, dien we als boven schuin obbreien. Het rechter-voorpand is een spiegelbeeld van het linker. Mouw. We beginnen aan den kop en zetten hiervoor 4 st. op. Om de 3 pennen maken we er voor en achter 1 st. bij tot 40 st. Dan in één keer voor en achter 15 st. erbij opzetten en 4 pennen bx*eien. Nu minderen we op de pen tot 44 st. dan om de 4 pennen tot 32 st. Als de mouw de vereischte lengte heeft breien we 2 pennen don kerblauw, 4 pennen wit, weer 2 donkerblauw en kanten af. Zakken. Voor de zakken zetten we 20 st. op, breien 2 pennen blauw, 4 pennen wit, dan weer 2 blauw en verder wit, tot we een vierkante lap hebben, afkanten. Bies. Voor de voorbies zetten we 62 st. op met don- kerblauw. De volgende pen wordt ook donker blauw. Dan 3 pennen wit, in de vierde pen ko men de knoopsgaten. We maken 6 knoopsgaten om de 8 st. Elk knoopsgat is 2 st. lang. Nu weer 3 pennen wit en 2 pennen blauw, daarna af kanten. De halsbies wordt op dezelfde manier gebreid en is 55 st. lang. Alleen bij het begin komt nu een knoopsgat. Ceintuur. Voor de ceintuur zetten we 128 st. op en breien 10 pennen recht; aan één kant wordt in het midden weer een knoopsgat gebreid. Opmaak. De opmaak van het jasje is een belangrijke zaak. Eerst strijken we elke lap afzonderlijk met dien verstande, dat de verkeerde kant van het breiwerk de rechte kant is. Dan wordt het jasje op de machine in elkaar gestikt, en ook de zakken en de biezen worden er met de machine opgezet. Een rijtje aardige donkerblauwe knoo- pen vervolmaken het geheel. SP.—TH. Zondag: Pompelmoes Witte ragoütsoep Wiener schnitzel Pommes frites Dopex*wten Roompudding Vruchten Maandag: Vleesch in schelpen Koolraap Aardappelen Gestoofde pruimen Dinsdag: Hutspot met klapstuk Custardvla met biscuitjes en jam Woensdag: Tomatensoep Gehakt Stamppot van raapsteeltjes Vruchten Donderdag: Witte boonen met zure saus Corned beaf Aardappelen Wentelteefjes Vrijdag: Boonensoep Omelet Spinazie Gebakken aard appelen Citroenvla Zaterdag: Gekookte eieren Rijst Kerrysaus Beschuit met bessensap VEGETARISCHE MENU'S. 1. Omelet met spinazie Aardappelen Gedroogde appelen Rijstebrij 2. Spinaziesoep Schijngehakt (boonen) Sla van Br. lof en appel Aardappelen Griesmeelschotel 3. Witte boonen Tomatensaus Kaaspannekoek. Vruchten 4. Gebakken eieren Spinazie Gebakken aard appelen Maizenapudding met abrikozen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 13