:N«
Een heerlijk Zondagsmaal
mm
Hier is een hoestsiroop recept
voor
kinderen en volwassenen
WILDA
KNIPPATRONEN
KRAAGJESHUIS
MENU VAN DE WEEK
DONDERDAG 9 MA ART 1939
HA ARE EM'S DAGBEXD
9
Het spel van de schoonmaak
Met spelregels en al.
Niet lang geleden werd in onze vrouwen
pagina over de „rondwoedende" huisvrouw ge
schreven: nu, als er ooit een tijd is dat deze
uitdrukking van toepassing genoemd kan wor
den, dan is het in de maanden van de voor
jaarsschoonmaak, in Maart en in April.
Wie deze schoonmaak als een noodzakelijk
kwaad beschouwt, dat met zoo weinig mogelijk
gekletter van emmers moet plaats hebben, dat
de gezelligheid niet in het nauw mag brengen,
en dat beter een maand kan duren in een rus
tig tempo, dan drie weken met als gevolgen:
iedereen kwaad, de vrouw des huizes overspan
nen, de dienstbode ziek, zoo iemand heeft geen
denkbeeld van de hartstochten die de schoon
maak bij sommige huisvrouwen ontketent, laat
staan dat degene die heelemaal niet schoon
maakt daar ook maar het flauwste benul van
zou hebben.
Maar inderdaad, die hartstochten worden ont
ketend, wat zeg ik, ze zijn al ontketend, want
dacht u soms dat deze felle beoefenaarsters der
schoonmaak-manie, den eersten den besten
mooien dag in Februari voorbij konden laten
gaan, zonder met jubelkreten te beginnen?
Waarmee te beginnen, vraagt u.
Kom nu, dat is toch zoo logisch als wat:
wanneer een vrouw in dezen tijd van het jaar
aan een andere vraagt, ben jij al begonnen?
dan is elk verder woord overbodig, de goede
verstaander heeft aan dit halve woord ge
noeg: „beginnen" beteekent in dezen tijd van
het jaar een aanvang met de schoonmaak,
maken.
Maar bij die belangstellende vraag over een
begin van het schoonmaak-festijn, blijft het
niet, de ware schoonmaak-fanatica zijn er op
uit om elkaar den loef af te steken, en daar
maken zij een spel van met spelregels en al, dat
door een buurt van vrouwen best gespeeld zou
kunnen worden, maar dat meestal gaat tus-
schen twee of drie hoogstens vier.
De spelregels zijn erg streng, en wie er zich
niet aan houdt, wordt eenvoudig een volgend
maal uitgeschakeld, dus houdt iedereen zich er
wèl aan.
De eerste hoofdregel is: keurig schoonmaken,
zonder ook maar een enkele maal in „flodde
ren" te vervallen, is een eerste vereischte.
Verder zijn er nog de volgende regels:
Wie het eerst begonnen is, viert een zij het
nog kleine triomf.
Wie het eerst op een verdieping klaar is, en
dus met het weer geboft heeft vanwege het
luchten van de bedden, wordt door de anderen
met jaloersche blikken opgenomen.
Wie allerlei tusschenwerkjes erbij doet, als
een kast behangen, een plafond witten, een
straatje leggen of een keuken schilderen moge
dit met luider stem verkondigen als zij van
haar prestaties opgeeft, want naturlijk houdt
dit werk erg op, zij is dus laat, maar een gel
dige reden is een geldige reden, nietwaar, dus
die mag naar voren worden geschoven.
Gordijnen naaien gelden niet bij die klusjes,
dat doe je van tevoren, als je een degelijke
huisvrouw bent, of je doet het in verloren
avond-uurtjes.
Wie het eerste klaar is, mag rekenen op een
storm van verbaasde uitroepen, en de anderen
moeten zoo sportief zijn om haar de volle eer
te laten.
Een beetje gemeen-doen mag, als daar zijn:
de eer van het begin aan een ander over te
laten, ook al was je stiekem al veel eerder be
gonnen;
erg verbaasd doen dat de ander al bezig is,
waarmee je het doet voorkomen, alsof je zelf
nauwelijks nog over schoonmaken denkt;
klagen over zieke huisgenooten die je voort
gang hebben geremd, maar er niet bij vertel
len, dat je als het ware om de ziekenkamer heen
hebt gewerkt;
een beetje knoeien met je zoogenaamd ver
prutsten tijd, om dan opeens als volledig schoon-
maak-kampioen uit den strijd te voorschijn "te
treden!
Denkt u dat ik overdrijf, dat een dergelijke
schoonmaak-woede-wedstrijd niet meer voor
komt?
Wees er maar van overtuigd, dat de kam
pioenschappen niet alleen op de sportvelden of
in de stadions worden geambiëerd en behaald,
het schoonmaak-kampioenschap heeft oudere
papieren dan dat van voetbal of zwemmen en
het is daarbij nog zoo jong als de prille-lente-
zon, die de vrouwen er immers toe inspireert!
E. E. J.—P.
is wispelturig!
Daarom heeft Uw regenjas
het vaak zwaar te verduren.
Laat die eens grondig op
knappen en waterdicht ma
ken door Peeperkorn.
Regenjas chem. rein. f. 2.25
Demi-Saison f. 1.80
Costuumf. 2.—
Japon eenvoudig f. 1.50
HEEMSTEDE
Bel op 28890 - 5°/o korting!
(Adv. Ingez. Med.)
Tips voor de huisvrouw
Wie wist nog niet, dat:
Asch van sigaren en sigaretten,
welke gewoonlijk weggegooid wordt, eigenlijk
zeer nuttig is? Men kan er prachtig mee poet
sen! Voorwerpen van zilver, alpacca, metalen
grepen aan deuren en ramen, messen enz.
behouden als ze geregeld met sigarenasch
worden gepoetst en flink nagewreven, hun
glanzend nieuw voorkomen en zelfs kleine
schrammetjes verdwijnen als bij tooverslag!
Droge houtasch is een uitstekend vervang-
middel voor zeepi Withouten tafels, banken en
planken, hiermee geschuurd, gaan er verbluf
fend helder uitzien! En tenslotte nog een
tip', met betrekking tot sigarenasch. 't Gebeurt
weieens, dat door een heet pannetje of door
de een of andere vloeistof een uitgebeten plek
op meubels, vensterbanken of op den grond
is ontstaan. Deze plekken bestrijkt men met
een dikke laag met olie vochtig gemaakte siga
renasch, die men eerst den volgenden dag
wegneemt. Daarna met petroleum nawrijven.
Tien tegen een dat de plek verdwenen is!
En toch
een rustige Zondag voor de huisvrouw!
Heel vaak wordt het genoegen, dat iedere
rechtgeaarde huisvrouw heeft in het ontvan
gen van gasten op Zondag, half en half of
zelfs heelemaal vergald doordat er van tevoren
zóó gedraafd en gezwoegd moet worden om
alles gereed te maken!
Dit bezwaar kan met eenig nadenken wor
den ondervangen. We stellen ons menu zóó
samen, dat bijna alles op Zaterdag klaar is.
De huisvrouw heeft den een rustigen Zon
dagmorgen, ruim den tijd om keurig te dek
ken en zich op haar gemak te kleeden en....
kan zélfs nog met een onbezwaard gemoed
van al de goede spijzen meegenieten.
Onze foto geeft zoo'n Zondag's- of feest
maal in beeld.
De pompelmoes wordt volgens het recept
klaargemaakt, en in glazen, of op glazen scho
teltjes koel weggezet.
De soep kan bijna geheel bereid worden.
De room wordt met de eidooier in de soep-
terrien gedaan. Wijn moet het laatst toege
voegd worden.
Het vleesch kan van te voren gebakken
worden, de garneering legt men klaar, en heeft
men de lapjes in de jus gewarmd, dan legt
men ze op den schotel en de garneering erop.
De doperwten moeten natuurlijk even opge
warmd worden en gestoofd met boter, zout (en
suiker). De pommes frites wox-den 's Zater
dags éénmaal gebakken, zoodat ze gaar zijn en
den volgenden dag in heetfrituurvet vlug bruin
gebakken en met fijn zout bestrooid. De pud
ding staat klaar, moet worden gekeerd, en met
wat slagroom en flikken gegarneerd worden.
Tot slot worden de vruchten opgewreven, op
een schotel gelegd, die gegarneerd wordt
met wat klimopbladeren.
Dat het meest links op de foto staat, hoort
niet bij den maaltijd, maar is een vruchten
broodje, dat op de volgende manier gemaakt
wordt;
1 Ons abrikozen, 1 ons pruimen (ontpit), 1
ons rozijnen, 1/s ons amandelen (gepeld) wor
den met elkaar 2 x door den vleeschmolen
gemalen, nadat ze in lauw water goed ge-
wasschen zijn. Sap van y2 citroen wordt er
mee vermengd. Daarna maakt men een rol
en laat deze 1 a 2 dagen staan, tot de massa
zoo is, dat ze in plakjes gesneden kan wor
den. Het broodje kan pl.m. 14 dagen goed
blijven en wordt als broodbelegging gebruikt.
Zout water
is uitstekend voor het reinigen van vuil en
hard geworden leerwaren. Men legt de voor
werpen er een paar uur in en wrijft gedurende
het drogen, dat nooit bij de kachel mag ge
schieden, de voorwerpen zoo nu en dan eens
flink op. Het leer" wordt daardoorsoépel én
zacht. Sponzen worden op dezelfde manier ge
reinigd.
Kookwater
van verschillende groenten en peulvruchten of
de vrucht zelf kunnen in de huishouding ook
belanrijke diensten bewijzen. Zoo is het zout-
looze kookwater van witte boonen uitstekend
geschikt om biervlekken uit allerlei stoffen te
verwijderen. Inktvlekken verdwijnen wanneer
men ze met stukkenrhabarber of het blad van
een begonia flink inwrijft en met koud water
naspoelt. Hardnekkige inktvlekken legt men
in zure melk en laat ze daar enkele minuten
in liggen. Men spoelt de plek na met water.
Aardappelwater
is geschikt om geverfde vloeren te reinigen.
Oxioogelijk geworden aluminiumpannen wor
den als nieuw door ze uit te koken met spina-
zie-afval of rhabarberschillen. En koude,
sterke koffie kan men prachtig gebruiken om
er zwarte kleeren bijv. heerencostuums, die
vaal geworden zijn, mee op te borstelen.
Dit receptje dat U zelf klaar maakt is uitste
kend tegen verkoudheid, hoest en kinkhoest.
Een kind heeft van nature een hekel aan
medicijnen. Daarom zult U blij zijn met het
recept van een goedsmakende hoestsiroop. In
een kwart liter heet water lost U een eetlepel
sitker op. Na afkoeling voegt U hieraan toe
30 gram Vervus (dubbel geconcentreerd), die
U bij eiken apotheker of drogist kunt koopen.
EVen goed roeren en Uw hoestsiroop is gereed.
Dosis voor kinderen van 38 jaar: 1 thee
lepel, voor kinderen van 812 jaar: 1 dessert
lepel, voor volwassenen: 1 eetlepel. Na de drie
voornaamste maaltijden en voor het naar bed
gaan. Vergeet niet een 30 grams-fleschje
Vervus (dubbel geconcentreerd") in huis te
halen. Bewaar dit receptje goed.
(Adv. Ingez. Med.)
Recepten voor feestmaaltijd
Pompelmoes in glazen.
Per persoon y2 groote pompelmoes, 1 ge-
confijt vruchtje, 1 lepel suiker.
De pompelmoes in de helft snijden en met
een scherp mesje het vruchtvleesch langs de
schil rondom lossnijden. Dan uit elk partje
het vruchtvleesch lossnijden en deze stukjes
in het glas doen. Zorgen, dat alle vellen en
pitten in de schil achterblijven.
Het sap nog uitknijpen en de stukjes voor
zichtig met wat suiker vermengen. Een ge-
confïjt kersje er op leggen.
Er zijn speciale mesjes, even gebogene. om
pompelmoes schoon te maken in den handel.
Met een goed vruchtenmes, of roestvrij keu
kenmesje gaat het echter ook heel gemakke
lijk.
Witte ragoütsoep,
Benoodigdheden: 1 'A L. water, 2y2 ons run-
derpoulet, stukje ui, wortel en peterselie. 1 le
pel zout, 1 eidooier, 40 gr, bloem, 40 gr. boter.
d.L. room, 1 blikje champignons, 2 lepels
witte wijn, peper, 1 ons kalfsgehakt.
Bereiding: Van het vleesch met de krui
den en het zout bouillon trekken (3 uur)Deze
zeven, en met boter en bloem een gebonden
soep maken. Deze afmaken met peper, de
champignons en het nat hiervan en voor
zichtig bij de room en de eidooier* schenken,
die men samen in de soepterrien geklopt
heeft. Het laatst de wijn er door roeren. Het
gehakt wordt op de gewone manier aange
maakt, met peper, noot, zout, beschuit en wat
ei. De kleine balletjes worden in een beetje
bouillon gaar gekookt (15 minuten) gelijk
met de champignons toegevoegd.
Wiener schnitzel.
Benoodigdheden: 4 dunne kalfslappen van
75 gr., 1 eiwit, zout, paneermeel, 100 gr. boter,
4 uitgetande schijfjes citroen, 2 ansjovissen,
4 kappertjes.
Bereiding: Het vleesch wasschen en zou
ten. Het eiwit even los, maar niet schuimig
kloppen, en het vleesch hier door halen.
Daarna met fijn paneermeel bestrooien. De
grootste helft van de boter in de koekepan
heet laten worden, de lapjes er voorzichtig in
leggen, en even rustig laten liggen, zoodat het
korstje er aan plakt. Dan omkeer en en de lap
jes lichtbruin en gaar bakken in pl.m. 15
minuten. Als de boter onder het bakken te
bruin wordt, dan een stukje van de achterge
houden boter toevoegen.
Het vleesch uit de pan nemen, de jus goed
door laten braden en met heet water afma
ken.
Geeft men geen groente en aardappelen op
den schotel, dan de jus er om heen schenken.
In 't andere geval de jus in de juskom opdie
nen.
De dunne schijfjes citroen uittanden, de
ansjovissen halveeren, schoonmaken en in wat
melk Vz uur weeken. Ze uit laten lekken, op
rollen en op elk rolletje een kappertje leggen.
Deze rolletjes op de schijfjes citroen leggen.
P,ommes frites.
Groote aardappelen, schillen, in plakken
snijden van 'c.M. dikte en deze weer in
water met veel zout laten staan. Zorgvuldig
afdrogen en bij gedeelten in niet te warm
frituurvet (slaolie) gaar bakken. Kort voor het
gebruik de stokjes lichtbruin bakken in dam
pend frituurvet. Fijn zout er door schudden.
Roompudding'.
Benoodigdheden: 6 d.L. melk. 4 d.L. room, 1
stokje vanille, 50 gr. suiker, 12 blaadjes gela
tine, >/2 ons chocolade oublies.
Bereiding: De melk met de vanille aan den
kook brengen en lang laten trekken, De va
nille eruit nemen, de in koud water geweekte
gelatine er in oplossen, de suiker toevoegen en
als alles wat bekoeld is, de room op V2 d.L. na,
er doorroeren. Als de massa dik begint te wor
den den omgespoelden vorm vullen.
De pudding keeren, en garneeren met de
oublies en de lh d.L. room, die met 1 lepel sui
ker stijf geklopt is.
De arbeid der gehuwde
vrouw
Ensehedésche enquête brachte enkele
merkwaardige cijfers.
In het Tweede Jaarboek van het Internatio
naal Archief voor de vrouwenbeweging, dat zoo
juist is verschenen, komt o.a. een uitvoerig arti
kel voor van de hand van mevr. dr. W. M.
Posthumus-van der Goot over het onderwerp:
„Onderzoek naar den arbeid der gehuwde
vrouw in Nederland".
Ongetwijfeld een onderwerp, dat in onze da
gen veler belangstelling heeft! We ontleenen er
dan ook het volgende aan:
Onder primitieve omstandigheden was de ar
beid van de gehuwde vrouw voor niemand een
vraagstuk, zooals heden ten dage de arbeid van
de boerin nog als vanzelfsprekend wordt ge
voeld. In onze eerst bekende, algemeene beroeps
telling, die van Leiden van 1581, komen tal van
gehuwde werkende vrouwen voor. In de latere
eeuwen treft men eveneens vele gehuwde wer
kende vrouwen aan, ook in de hoogere beroepen.
Misschien zou men zelfs eenigszins paradoxaal
kunnen zeggen, dat de negentiende eeuwsche op
vatting, dat het een beschaafde gehuwde vrouw
niet paste om te werken, ontstond, kort voor dat
de opkomende vrouwenbeweging deze idee zou
bestrijden en overwinnen.
Van de drie argumenten, die men in onzen tijd
nu het welvoegelijkheidsargument zoo goed
als verdwenen is tegen den arbeid van de ge
huwde vrouw aanvoert, nl. het in gevaar bren
gen van de natuurlijke bestemming, de voor
keursplaats van den man op de arbeidsmarkt
en het verwaarloozen van de gezinstaak, heeft
schrijfster zich tot het laatste bepaald voor een
nauwkeurig onderzoek. De beide eerste argu
menten immers liggen op 't gebied van psycholo
gie en ethiek. Maar de vraag of de gehuwde
werkende vrouw haar gezinstaak verwaarloost,
dit is stellig een probleem, dat door een zake
lijk onderzoek kan worden opgelost. Begin
Januari 1938 gelukte het schr. de hand te leg
gen op gegevens betreffende 500 Ensehedésche
gezinnen, waarvan in 250 gevallen de vrouw een
beroep uitoefende.
Voordat deze cijfers aan de orde komen, geeft
schr. eerst een overzicht van den arbeid der
gehuwde vrouw in Nederland in vergelijking
met het buitenland. Op elke 100 in een beroep
werkzame personen waren gehuwde vrouwen in
Frankrijk 13.4. België 10.1, Zwitserland 8.6, Gr.
Brittannië 5, Zweden 4.4, en Nederland 2.2,
waaruit blijkt, dat de Nederlandsche vrouw in
het algemeen en de gehuwde vrouw in het
bijzonder een zeer bescheiden aandeel in het
beroepsleven heeft. Dit aandeel is gedurende de
laatste 40 jaar zichzelf steeds gelijk gebleven,
hetgeen zeer merkwaardig is, als men bedenkt,
welke groote veranderingen zich in die jaren
hebben voltrokken.
De verschuivingen, die zich in de algemeene
beroepsbezetting hebben voorgedaan, hebben
geen invloed gehad op de verhouding tusschen
allen mannenarbeid en allen vrouwenarbeid.
Als men nagaat, hoeveel procent van alle wer
kende vrouwen gehuwd waren, vindt men hier
een langzame daling en wel van 8.9 pet. in 1899
op 8.4 pet. in 1930. Na dezen „statistischen ach
tergrond" te hebben opgetrokken komt schr. tot
haar enquête te Enschedé.
De opzet was, een oordeel over den gezinstoe
stand te verkrijgen en een opgave van de rede
nen waarom de vrouw werkte en, zoo mogelijk,
deze uitkomsten te vergelijken met die van het
onderzoek van 1911. Ook werd gevraagd, of de
vrouw vóór haar huwelijk had gewerkt, zoo ja,
waarom zij dien arbeid eventueel had opgegeven
en ook, indien zij nu-een beroep uitoefende, wat
zij doen zou, wanneer haar deze arbeid werd
verboden. Het voornaamste deel van het onder
zoek was echter, vergelijkingsmateriaal te ver
krijgen betreffende den toestand in gezinnen,
waarvan de vrouw wèl en. die, waarvan zij géén
beroepsarbeid verrichtte.
Wat heeft nu het onderzoek naar de verschil
lende aspecten van den arbeid der gehuwde
vrouw aan 'het licht gebracht?
Kort samengevat het volgende: Een onderzoek
naar het gevaar van gezinsverwaarloozing toont
aan, dat de gezinnen, waarvan de vrouw een be
roep uitoefent, in het algemeen een betere waar
borg bieden voor een maatschappelijk ge-
wenschte verzorging, dan overeenkomstige ge
zinnen, waarvan de vrouw niet werkt.
Van de eerste gezinnen waren 90.4 pet. keu
rig, 5.6 pet. matig, 3.2 pet. slordig en 0.8 pet.
zeer arm en slordig, van de laatste waren de
percentages resp. 80.8, 10, 6.8 en 2.4.
De zeer uitgesproken schommelingen, die in
een normaal gezin bestaan in het verloop van
het verdienvermogen en den gezinsdruk, en den
invloed van de werkloosheid in verleden,
heden en toekomst maken, dat het vooral in
de jonge, vaak (nog) kinderlooZe gezinnen zal
zijn, dat de vrouw haar beroep blijft uitoefe
nen of weer opneemt. Uit de mededeelingen van
de bezochte 250 vrouwen, die geen beroep uit
oefenden, en die in de maatschappij de groote
meerderheid der gezinnen vertegenwoordigden,
blijkt, dat in een industriestad als Enschedé 80
pet. haar werk neerlegt bij het aangaan van
een huwelijk, 10 pet. wegens zwangerschap of
omdat haar huishouden te groot wordt, en de
resteerende 10 pet. om allerlei min of meer toe
vallige redenen als ziekte, ontslag enz.
Eén schema van de antwooi'den, die de be
zochte 250 werkende vrouwen gaven op de vraag,
waarom zij in haar huwelijk een beroep uit
oefenden, vertoonde zeer veel overeenkomst met
een soortgelijk overzicht, dat de Arbeidsinspec
tie in 1911 voor Enschedé kon samenstellen. Uit
de antwoorden van de enquête van 1938 blijkt,
dat de aanleiding vroeger en nu steeds weer is:
ontoereikendheid van het inkomen van den man
t.o.v. de gezinslasten, eventueel verzwaard met
ondersteuningsplichten jegens ouders of andere
familieleden (40 pet.), aankoop van noodzake
lijke meubels en kleedingstulcken, ziekte, werk
loosheid en schuld (30 pet.), terwijl 1/6 van
alle gezinnen door het bijeenbrengen van een
kleine som gelds hoopte vooruit te komen en on
afhankelijk te worden.
De stelling, dat de echtgenoote, opdat de
vrouw zal kunnen blijven werken, opzettelijk
geen kinderen krijgt, wordt door dit onderzoek
niet bevestigd. Het tegendeel lijkt dichter bij de
waarheid te liggen. Tal van huwelijken komen
tot stand, omdat gedurende een zekeren tijd de
vrouw nog mee kan werken aan het verschaffen
van een bescheiden bezitsbasis voor het gezin,
en tal van huwelijken kunnen zich op een zeker
maatschappelijk peil handhaven, omdat in be
narde omstandigheden de vrouw kan meehel
pen, de moeilijkheden te overbruggen.
Hetzelfde kan gezegd worden ten opzichte
van de verzorging van het gezin. Ofschoon door
de vrouwen zelf voornamelijk door het be
trekkelijk kleine aantal (22 pet.), dat jonge kin
deren had en volle weken werkte, haar
afwezigheid als een nadeel ondervonden werd,
wijzen de uitkomsten van dit onderzoek in het
algemeen op het tegendeel van verwaarloozing,
die veeleer op grooter schaal wordt aangetrof
fen bij de gezinnen, waarvan de vrouw niet
werkt.
De slotsom, die schr. uit het Ensehedésche on
derzoek en uit de ontleding van het statistische
materiaal trekt is, dat de arbeid der gehuwde
vrouw in Nederland noch in zijn omvang, noch
in zijn gevolgen een maatschappelijk probleem
is.
Een conclusie, die voor de hand lag. Doch
juist door den zakeliiken opzet, waarbij niet met
gevoelsargumenten, doch uitsluitend met nuch
tere" cijfers wordt gewerkt, mag een artikel als
het bovenstaande buitengewoon verhelderend
worden genoemd.
goed passend25 cent
GED. OUDE GRACHT 119.
(Adv. Ingez. Med.)
Wit Zomerjasje
Dit aardige sportjasje is "gebreid van witte
z.g. stemm-wol, versierd met donkerblauwe
randen van dezelfde wol. We hebben noodig 6
knotten van 75 gram en 2 pennen no. 4>/2.
We beginnen met den Rug en zetten hiervoor
52 steken op (maat 42/44). Eerst acht pennen
gewoon recht, daarna 1 pen r., 1 pen aver. Na
de acht pennen recht minderen we om de 6
pennen af tot 48 steken, waarna we nog 6 pen
nen breien. Nu meerderen we om de 6 pennen
bij tot 60 st. (van den eersten en laatsten st. 2
maken). Na 66 ribbels (de eerste 8 pennen niet
meegeteld) beginnen we aan het armsgat, waar
voor we acht steken afkanten, (3, 2, 2, 1). Nu
breien we tot het jasje de gewenschte lengte
heeft, daaxma breien we 15 st. voor den schou
der, kanten 14 steken stevig af voor den hals en
breien weer 15 steken voor den anderen schou
der. Den schouder breien we schuin op: van den
hals af eerst 10 steken breien, dan 5 steken en
dan afkanten.
Linkervoorpand.
Voor het linker voorpand zetten we 32 st. op.
De bies breien we afzonderlijk. We breien eerst
8 pennen gewoon recht en dan als boven. We
minderen aan den zijkant eerst weer af tot 30
st. om de 6 pennen, dan breien we nog 6 pen
nen en meerderen weer bij als boven tot 35 st.
Na 66 ribbels kanten we voor- het armsgat 12
st. af (4, 3, 2, 2, 1), waarna we 10 pennen min
der breien dan aan den vooi'kant. Voor de ron
ding van den hals kanten we nu eerst 10 st. af.
daarna nog 3, 2, 2, 2 steken. Wij houden nu 15
st. over voor den schouder, dien we als boven
schuin obbreien.
Het rechter-voorpand is een spiegelbeeld van
het linker.
Mouw.
We beginnen aan den kop en zetten hiervoor
4 st. op. Om de 3 pennen maken we er voor en
achter 1 st. bij tot 40 st. Dan in één keer voor
en achter 15 st. erbij opzetten en 4 pennen
bx*eien. Nu minderen we op de pen tot 44 st.
dan om de 4 pennen tot 32 st. Als de mouw de
vereischte lengte heeft breien we 2 pennen don
kerblauw, 4 pennen wit, weer 2 donkerblauw en
kanten af.
Zakken.
Voor de zakken zetten we 20 st. op, breien 2
pennen blauw, 4 pennen wit, dan weer 2 blauw
en verder wit, tot we een vierkante lap hebben,
afkanten.
Bies.
Voor de voorbies zetten we 62 st. op met don-
kerblauw. De volgende pen wordt ook donker
blauw. Dan 3 pennen wit, in de vierde pen ko
men de knoopsgaten. We maken 6 knoopsgaten
om de 8 st. Elk knoopsgat is 2 st. lang. Nu weer
3 pennen wit en 2 pennen blauw, daarna af
kanten. De halsbies wordt op dezelfde manier
gebreid en is 55 st. lang. Alleen bij het begin
komt nu een knoopsgat.
Ceintuur.
Voor de ceintuur zetten we 128 st. op en
breien 10 pennen recht; aan één kant wordt in
het midden weer een knoopsgat gebreid.
Opmaak.
De opmaak van het jasje is een belangrijke
zaak. Eerst strijken we elke lap afzonderlijk
met dien verstande, dat de verkeerde kant van
het breiwerk de rechte kant is. Dan wordt het
jasje op de machine in elkaar gestikt, en ook de
zakken en de biezen worden er met de machine
opgezet. Een rijtje aardige donkerblauwe knoo-
pen vervolmaken het geheel.
SP.—TH.
Zondag:
Pompelmoes
Witte ragoütsoep
Wiener schnitzel
Pommes frites
Dopex*wten
Roompudding
Vruchten
Maandag:
Vleesch in schelpen
Koolraap
Aardappelen
Gestoofde pruimen
Dinsdag:
Hutspot met klapstuk
Custardvla met
biscuitjes en jam
Woensdag:
Tomatensoep
Gehakt
Stamppot van
raapsteeltjes
Vruchten
Donderdag:
Witte boonen met
zure saus
Corned beaf
Aardappelen
Wentelteefjes
Vrijdag:
Boonensoep
Omelet
Spinazie
Gebakken aard
appelen
Citroenvla
Zaterdag:
Gekookte eieren
Rijst
Kerrysaus
Beschuit met
bessensap
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Omelet met
spinazie
Aardappelen
Gedroogde appelen
Rijstebrij
2. Spinaziesoep
Schijngehakt
(boonen)
Sla van Br. lof en
appel
Aardappelen
Griesmeelschotel
3. Witte boonen
Tomatensaus
Kaaspannekoek.
Vruchten
4. Gebakken eieren
Spinazie
Gebakken aard
appelen
Maizenapudding met
abrikozen