„Elk land, dat prijs stelt
op zijn zelfstandigheid, is
thans gewaarschuwd".
Hoofdpijn en Kiespijn
MFifr .to**™
DINSDAG 21 MAART 1939
HAARDEM'S DAGBEAD
5
Halifax' oordeel over
iet Duitsche optreden:
Terug naar de collectiviteit.
„Tegenover de ernstige vraagstuk
ken, waarvoor wij thans staan,
schijnen de partijverschiHen weg te
vallen". Aldus begon de Brilsche mi
nister van buitenlandsche zaken,
Lord Halifax, gisteren zijn rede in
het Hoogerhuis.
Halifax vervolgde, dat hij gaarne de leden
Van het Hoogerhuis wilde raadplegen en zoo
openhartig mogelijk een uiteenzetting zou
willen geven van de overwegingen, welke
de regeering thans in hoofdzaak overdenkt.
Halifax zeide. dat het volkomen waar is wat
Lord Snell en Lord Crewe reeds voor hem
hadden verklaard, n.l. dat de recente gebeur
tenissen een diepen schok hebben toegebracht
aan alle denkende menschen in dit land en
zeer ver daarbuiten. Halifax gaf een kort
relaas van de recente gebeurtenissen, ten
einde de zekerheid te geven, dat de achter
grond van wat in deze laatste dagen in feite
is voorgevallen, juist is.
Hij merkte op, dat het stellig niet
zonder beteekenis was, dat twee
steden bezet werden door Duitsche
S.S.-afdeelingen in den avond van
14 Maart, terwijl de Tsjechische pre
sident en de minister van buiten
landsche zaken nog onderweg waren
naar Hitler en voor er besprekingen,
welke ook, plaats gevonden hadden.
Sprekende over de proclamatie van Hitier,
waarbij het vroegere Tsjechische gebied onder
Duitschland's protectie wordt geplaatst, zeide
Halifax, dat opgemerkt moet worden, dat
terwijl het hoofd van het bestuur, dat thans
ingesteld wordt, gezegd wordt den rang te
hebben van een staatshoofd en terwijl het
protectoraat, gezegd wordt autonoom te zijn
en zelfbestuur te hebben, het te Praag resi
deert met volledige volmachten om zijn veto
uit te spreken tegen wetgevende maatregelen.
De buitenlandsche zaken en de bescherming
der onderdanen in het buitenland vallen
toe aan de Duitsche regeering, die militaire
garnizoenen en instellingen in het protecto
raat zal houden.
Voortgaande herinnerde Lord Halifax aan
de bezetting van Slowakije en Roethenië, zeg
gende. dat de ontwrichting van Tsjecho-
Slowakije thans gezegd kan worden volkomen
te zijn.
Ten aanzien van het motief, waarmede de
Duitsche regeering haar actie rechtvaar
digde, herinnerde Halifax er aan, dat er altijd
In Slowakije een partij is geweest, die voor
autonomie was, dit werd in feite na München
bereikt. Extremistische elementen waren niet
voldaan over deze regeling.
Op grond van alle voor mij be
schikbare bewijsmateriaal, aldus
Halifax, acht ik het onmogelijk te
gelooven, dat het plotselinge besluit
van sommige Slowaaksche leiders om
zich los te maken van Praag, waarop
zoo spoedig hun verzoek om bescher
ming volgde aan fiet Duitsche rijk,
tot stand gekomen is onafhankelijk
van invloed van buiten af.
Omtrent de beweringen volgens welke de
Interventie te wijten was aan verdrukking-
der Duitsche minderheid door de Tsjechen,
zeide Halifax: in feite begon de Duitsche pers
eerst kort voor het ultimatum van Hitier aan
den Tsjechischen president de campagne vair
vorigen zomer te hervatten betreffende zgn.
Tsjechische brutaliteiten jegens Duitsche bur
gers. De positie van de Duitsche minderheid
in Tsjecho-Slowakije sedert München scheen
er een te zijn van bijzondere voorrechten,
omdat ondanks het recht van optie volgens
artikel 7 de minderheid aangemoedigd werd
in Tsjecho-Slowakije te blijven, opdat zij nut
tige centra zou kunnen vormen voor Duitsche
activiteit en propaganda. Het is moeilijk de
conclusie te vermijden, dat het meerendeel
der incidenten, welke voorvielen voor de
Duitsche invasie, opzettelijk uitgelokt is, en
dat de gevolgen er van ten zeerste zijn opge
blazen. Hieraan moet uit oeverwegingen van
billijkheid jegens de Tsjechische autoriteiten
worden toegevoegd, dat zij met groote terug
houdendheid optraden tegenover die provo
catie.
Het is niet noodig veel te zeggen
ever de bewering, dat de Tsjechische
president vrijelijk heeft toegestemd
in de onderwerping van zijn volk.
Met het oog op de omstandigheden,
waaronder hij naar Berlijn ging en de
bezetting van deelen van Tsjecho-
Slowakije welke reeds geschied was,
moeten de verstandigste menschen
ccncludeeren, dat er weinig zooge
naamde onderhandelingen zijn ge
voerd en het waarschijnlijker is. dat
de Tsjechen voor een ultimatum ge
steld werden onder bedreiging met
geweld en dat zij capituleerden om
hun volk te sparen voor de ver
schrikkingen van een snel, vernieti
gend luchtbombardement.
Ten slotte werd gezegd dat Duitschland in
een of ander gevaar verkeerde van den kant
van Tsjecho-Slowakije. Stellig, aldus Lord
Halifax, de Duitsche regeering zelf kan nauwe
lijks verwacht hebben, dat ergens die bewering
ernstig staande zou kunnen worden gehouden.
Wanneer ik mijn eigen gedachten mag resu-
meeren ten opzichte van deze verschillende
verklaringen, zou ik kunnen wenschen, dat in
plaats van de mededeelingen en verklaringen,
die uitgegeven zijn en die weinig overtuigend
zijn, de grootere Duitsche kracht openhartig
toegegeven was als de hoogste arbiter, welke
zij in feite was.
Onder deze omstandigheden achtte de Brit-
sche regeering het gepast een zekere actie te
ondernemen.
Lord Halifax wees in dit verband op de on
middellijke opschorting van de reis van Stan
ley en Hudson naar Berlijn, door middel waar
van men gehoopt had. dat de Britsche regee
ring direct had kunnen tusschenbeide komen
in die inofficieele contacten van industrieele
vertegenwoordigers, die juist op dat oogenblik
plaats vonden.
Wij waren van gevoelen, en zijn dat nog, dat
onder de ontstane omstandigheden van iedere
ontwikkeling van ons streven in die richting in
het geheel geen sprake kon zijn en dat dit en
vele andere zaken definitief uitgesteld moes
ten worden en moeten blijven.
Lord Halifax.
Voorts herinnerde Halifax aan het naar
Londen ontbieden van den Britsehen ambas
sadeur, teneinde rapport te komen uitbrengen,
en aan het formeele protest bij de Duitsche
regeering, benevens aan de verklaring, dat de
wijzigingen iedere basis van legaliteit ont
beerden. „Ik denk, aldus vervolgde hij, dat
wij er aanspraak op kunnen maken, dat wij
de Duitsche regeering niet in twijfel hebben
gelaten ten opzichte van de houding der Brit
sche regeering en ofschoon ik geen overdreven
verwachtingen heb van wat de uitwerking
daarvan is, was het toch meer dan juist, dat
protesten zouden worden aangeteekend".
Sprekende over de Duitsche rede
neering, volgens welke hetgeen in
Tsjecho-Slowakije geschiedde Groot-
Brittannië niet aanging, zeide Halifax,
dat terwijl het volstrekt juist is, dat
„wij altijd erkend hebben, dat om
geografische zoo al niet om andere
redenen Duitschland in sommige op
zichten meer geïnteresseerd moest
zijn in Tsjecho-Slowake en Zuid-Oost-
Europa dan wij zelf, de positie geheel
veranderde, toen wij kwamen te
staan tegenover een willekeurige op
heffing van een onafhankelijken, sou-
vereinen staat door gewapend geweld
en schending van wat ik moet be
schouwen als de elementaire regels
van internationaal gedrag (toejui
chingen)
Sprekende over het accoord van München
zeide Halifax:
De politiek op langen termijn van de Mün-
chensche overeenkomst, welke ten doel had
meer veiligheid te brengen aan de bevolking
van Europa op een grondslag van vrijelijk
aanvaarde raadplegingen ten aanzien van de
middelen, waarmede alle toekomstige geschil
len geregeld zouden worden, is, gelijk wij allen
kunnen waarnemen op rampspoedige wijze
verloochend door de gebeurtenissen.
Ten opzichte van de beschuldiging, dat te
vlug geloof geslagen is aan de verzekeringen
van Hitier, zeide Halifax, dat noch de eerste
minister, noch spreker zelf in gebreke geble
ven waren zich scherp bewust te zijn van de
verschillen tusschen geloof en hoop. Wij zijn
steeds opgetreden met de wetenschap, dat al
leen door tijd hoop omgezet kan worden in
hecht geloof.
Vervolgens overgaande tot Hitler's optre
den, zeide Halifax: „tot na München kon men
het standpunt vex-dedigen, dat Hitier trouw
was geweest aan zijn eigen beginselen, n.l.
uitsluiting van niet-Duitschers uit het rijk
etc., welke beginselen hij thans overboord
geworpen heeft. Door acht millioen Tsjechen
in te sluiten in het Duitsche rijk is hij stellig
ontrouw geweest aan zijn vroegere filoso-
phie. De wereld zal niet vergeten, dat in
September j.l. Hitier een beroep deed op het
beginsel van zelfbeschikking ten behoeve van
twee millioen Sudetenduitschers. Dat begin
sel is thans ruw tegengesproken door het ver
volg der daden, die het recht zelf. waarop de
Duitsche houding toen was gebaseerd, ont
kennen. Wat ook de waarheid moge zijn ge
weest omtrent de behandeling van een kwart
millioen Duitschers. voor mij is het onmoge
lijk te gelooven, dat hierin alleen verbetering
kon worden gebracht door de onderwerping
van acht millioen Tsjechen".
„Welke conclusies moeten wij trekken uit
deze verovering van Tsjecho-Slowakije, zoo
vroeg Lord Halifax. Moeten wij gelooven.
dat de Duitsche politiek zooeven een nieuwe
phase is ingetreden?
De landen staan thans tegenover een aan
moediging van sepai'atisme, niet alleen in de
belangen van de separatistische elementen
maar in de imperiale belangen van Duitsch
land.
Deze methoden zijn eenvoudig en
met de toenemende ervaring volstrekt
onmiskenbaar. Hebben wij, zoo vroeg
Halifax, eenige zekerheid, dat zij el
ders niet zullen worden toegepast?
Ieder land. dat een nabuur van
Duitschland is, is thans onzeker van
den dag van morgen en ieder land,
dat zijn eigen nationale integri
teit en souvereiniteit op waarde
schat, is gewaarschuwd, tegen
het gevaar van binnen uit, dat
van buiten af wordt geïnspireerd.
Geruchten hebben de ronde gedaan, vol
gens welke de Duitsche regeering een ruwe
houding aanneemt in dc onderhandelin
Hartjes van Mijnhardt stillen vlug.
Doos 30 en 50 ct.
(Adv. ingez. Medj
gen met de Roemeensche regeering over oeco
nomische zaken. Het verheugd mij te kunnen
verklaren, dat de Roemeensche regeering
zelf het bericht tegengesproken heeft, dat zoo
ver ging, dat over een ultimatum werd ge
sproken. Maar zelfs wanneer er geen bedrei
ging voor Roemenië thans bestond is het
niet verrassend, dat de regeering te Boekarest
evenals andere regeeringen, met de ernstig
ste afkeuring de gebeurtenissen der laatste
paar dagen beschouwt.
Ten aanzien van de vluchtelingen zeide Hali
fax, dat de Britsche ambassadeur te Berlijn
instructie had gekregen dringende stappen
te doen bij de Duitsche regeering om geen
hinderpalen in den weg te leggen aan het ver
trek van vluchtelingen, die op de Britsche
lijst staan. Bij de regelingen voor financiee-
len bijstand aan Tsjecho-Slowakije wareix
voor dit doel vier millioen pond sterling uit
getrokken. Wij zijn van opvatting dat, wan
neer behoorlijke waarborgen kunnen worden
opgesteld, dit geld, zoo mogelijk, nog be
schikbaar gehouden moet worden voor het
doel. waarvoor het bestemd is.
In de afgeloopen jaren, zoo zeide Lord Hali
fax nog, heeft het Britsche volk voortdu
rend den wensch gehad om op vriendschap-
pelijken voet te staan met het Duitsche volk
(toejuichingen). Er is geen krachtiger in
stinct in ons volk dan het instinct,
dat de menschen er toe brengt om el
kander na een conflict te hand te schudden en
het goed te maken. Ons volk is niet achter
gebleven met de erkenning dat er eenige fou
ten bestonden in het verdrag van Versailles,
die hersteld moeten worden, maar telkenmale
in de laatste paar jaar, als er een kans be
staan heeft om vorderingen te maken in over
eenstemming, heeft de Duitsche regeering
een actie ondernomen, die die vorderingen
onmogelijk heeft gemaakt.
Onlangs kon gehoopt worden, dat wij een
nauwere economische samenwerking konden
verwachten. In de hoop dit te ontwikkelen tot
iets breeders, besloten wij tot de bezoeken
waarover ik reeds gesproken heb. Al dat ini
tiatief is verijdeld door het optreden der Duit
sche regeering van de vorige week en het is
moeilijk te zeggen, wanneer het gereedelijk
weer ter hand zou kunnen worden genomen.
Intusschen zal de wereld, juist zooals zij na
den laatsten wereldoorlog de Tsjechische na
tie weer in het licht zag treden, thans de po
gingen dezer natie waarnemen om haar cul-
tureele identiteit intact te houden en, wat nog
belangrijker is, haar geestelijke vrijheid.
Halifax zinspeelde cr op, of thans
niet de tijd aangebroken is tot terug
keer naar de collectieve veiligheid.
De Britsche regeex'ing is niet in gebreke
gebleven, aldus Halifax om leering te trek
ken uit deze gebeurtenissen. Zij heeft geen tijd
verloren laten gaan om nauw overleg te ple
gen, niet alleen met de dominions, maar ook
met andere betrokken regeeringen over de
problemen, die weer plotseling zoo duidelijk
zijn geworden. Het is nog niet mogelijk vol
ledig de consequenties der Duitsche actie op
waarde te schatten. De geschiedenis boek
staaft vele pogingen om aan Europa over-
heersching op te leggen, maar al die pogingen
eindigen vroeger of later in een ramp voor
ben die ze ondernamen én het is op den lan
gen duur nooit mogelijk gebleken den geest
van vi'ije volken uit te roeien.
Wanneer de geschiedenis in eenig opzicht
een gids is, dan kan het zijn, dat het Duit
sche volk de actie nog zal betreuren welke uit
zijn naam is ondernomen tegen het volk van
Tsjecho-Slowakije.
Aartsbisschop van Canterbury wil een
nieuwe vredesboodschap opstellen.
Na Lord Halifax voerde de aartsbisschop
van Canterbury het woord. Sprekende over
de Duitsche actie van verleden week, zeide
hij, dat het de onverbloemde, onbeschaamde
bewering schijnt te zijn geweest, dat macht
recht is. Daar is een einde aan alle ver
trouwen, waarop de toekomst moet worden
gebouwd.
De aartsbisschop voegde hieraan
toe: „Ik denk er over de uitnoodiging
ten gunste van den vi*ede opnieuw uit
te zenden, welke ik aan de hoofden
van alle groote kerken der Christe
lijke kerkgenootschappen in Europa
heb gezonden in 1935 en daarbij mo
gelijk de Vereenigde Staten in te
sluiten.
Is het ondenkbaar, dat onder leiding van
den nieuwen Paus andere leiders bereid zul
len zijn een verklaring af te leggen van deze
strekking: „dat de nieuwe verheerlijking van
den staat ten koste van de menschelijke per
soonlijkheid, de nieuwe verheerlijking van het
geweld als middel tot regeling van interna
tionale problemen niet in overeenstemming
kan worden gebracht met de Christelijke be
ginselen"? Ik zou hem kunnen toezeggen,
dat alle leiders der orthodoxe Anglicaansche
en protestantsche kerken hun gelijbtijdigen
steun zouden geven.
Lord Ponsonby (Labourpartij) vei'klaarde.
dat het bedroevende het verlies van ver
trouwen is, doordat Hitier op zijn woord is
teruggekomen. Hij verzocht de regeering echter
niet al te veel vertrouwen te stellen in een
herleving van de collectieve veiligheid en de
verzoeningpolitiek niet weg te werpen.
Viscount Cecil zeide. dat zeer definitief
het streven moet worden opgegeven, dat vol
komen ondeugdelijk schijnt, zoowel door zijn
moreele als zijn practische resultaten de dic
tatoren met concessies af te koopen. Het is
thans juist opnieuw de leer der- collectieve
veiligheid te overwegen. Lord Arnold (onaf
hankelijk, vroeger Labour) veroordeelde de
acties van Duitschland van de vorige week
doch zeide, dat er niet voldoende reden was
voor een groote wijziging van politiek. De
regeering, zoo zeide hij, wordt opgestuwd in
een politiek, die waarschijnlijk zal uitloopen
op onvoorstelbare rampen.
De conservatief Lord Mansfield verklaarde
dat naar zijn meening er weinig reden was
voor iemand om te venvachten, dat Duitsch
land in de naaste toekomst zich iets meer be
zorgd zou toonen om trouw te zijn aan zijn
plechtige verbintenissen. Mansfield stelde
voor een periode van zes maanden intensieve
training voor jonge mannen in te voeren.
De conservatief Lord Teynham legde den
nadruk op het belang van economische be
vrediging als factor van den vrede en drong
er bij re regeering op aan een onderzoek
in te stellen naar alle mogelijke middelen om
den vrede te bevorderen.
Lord Plymouth, die de debatten besloot,
zeide dat de regeering voldaan was over de
breede goedkeuring, welke haar politiek ont
vangen had".
Hudson te Warschau.
De Britsche onderstaatssecretaris voor den
overzeeschen handel. Hudson, is te Warschau
aangekomen. Tijdens een banket, dat te zijner
eere was aangeboden, heeft Hudson waai*dee-
rend gesproken over de vooruitzichten voor de
betrekkingen tusschen Groot Brittannië en Po
len. Sprekende over de politieke gebeurtenissen
der laatste paar dagen zeide hij „Mijn land is het
historische tehuis der vrijheid.
Het Poolsche volk heeft door zijn geschiede
nis ruimschoots getoond, dat het ook tegenover
overweldigende moeilijkheden, altijd dezelfde
idealen heeft gekoesterd. In deze dagen, nu wij
zien, hoe de vrijheid van gedachte, de vrijheid
van handelen en de vrijheid van geweten ver
dwijnt in land na land, hebben onze beide lan
den een gemeenschappelijke zorg."
Besluitende zeide Hudson: „Ik wensch en hoop,
dat onze economische samenwerking en vriend
schappelijke betrekkingen gestadig tot ontwik
keling mogen komen in de komende jaren en dat
wij tezamen aan onze* kinderen zullen overhan
digen in onverminderde glans de nalatenschap
van vrijheid, waarvoor onze vaderen gevochten
hebben en zoo vaak gestorven zijn".
Amerika weigert de Duitsche
annexatie te erkennen.
Nota aan de Duitsche ambassade te
Washington overhandigd.
De regeering der Vereenigde Staten
heeft Maandagmiddag een door Sumner
Welles onderteekendc nota gezonden
aan de Duitsche ambassade, waarin ge
weigerd wordt de wettigheid van dc be
zetting van Tsjecho Slowakije te
erkennen.
Bestaand Duitsch-Roeineensch
handelsaccoord wordt uitgebreid.
Enkele punten geheim?
De handelsovereenkomst tusschen Roemenië
en Duitschland zal naar Reuter thans uit Boe
karest verneemt, den aard hebben van een pro
tocol voor de uitbreiding en uitvoering van de
bestaande handelsovereenkomst, die in Novem
ber j.l. onderteekend werd. Er kunnen ook eenige
bijlagen zijn, waarvan enkele geheim gehouden
zouden kunnen worden.
Uit welingelichte kringen wordt vernomen,
dat de kwesties betreffende petro
leum en het riet van de Donaudelta waar
schijnlijk in de overeenkomst zullen worden
opgenomen. De volgens de overeenkomst aan
Duitschland toegestane petroleum, zoo werd ver
klaard, zou slechts een kleine hoeveelheid zijn,
welke verworven zou moeten worden langs de
normale commercieele kanalen. De hoeveelheid
zou in een geringe verhouding staan tot wat
oorspronkelijk geëischt werd.
Brussel erkent Franco de jure.
Zaakgelastigde vertrekt naar Burgos.
De Belgische regeering heeft de re
geering van Franvo de jxxre erkend.
De algemeene agent der Belgische
regeering te Burgos, Polain, die op het
oogexxblik te Brussel vertoeft, zal on-
vei-wijld als zaakgelastigde naar Bur
gos verti-ekken. Hij zal de regeering
Franco om het agrément vragen voor
de benoeming van een ambassadeur
en voor het herstel van de normale
betrekkingen tusschen België en
Spanje.
Mussolini zond geen geluk-
wensch aan Berlijn.
Buitenlandsche waarnemers te Berlijn mer
ken op, dat naar aanleiding van de inlijving van
Tsjechië geen gelukwensch is ontvangen uit
Rome, terwijl reeds Zaterdag de geluk wenschen
van Japan zijn gepubliceerd.
Franco heeft ook aan Hitier een telegram ge
zonden. Hierin wenscht hij dezen geluk met de
„vreedzame wederopneming van oud rijksgebied
binnen de grenzen van Duitschland". De Führer
heeft telegrafisch zijn dank betuigd.
Zwitserland zal zijn grondgebied
verdedigen.
Gemeenschappelijke verklai-ing der beide
Kamers.
In een gemeenschappelijke verklaring der
beide Zwitschersche federale Kamers wordt ge
zegd: op 21 Maart 1938 werd in de Kamerbureaux
een plechtige verklaring voorgelezen, waarin
gezegd werd. dat het Zwitsersche volk bereid is
de onschendbaarheid van zijn grondgebied tot
den laatsten droppel bloeds te verdedigen.
In de Maandag gehouden vergadering waren
de vodorzitters en onder-voorzitters van de Ka
mers en fi-actie-voorzitters eenstemmig van
meening, dat iedere nieuwe verklaring van het
parlement overbodig was, want het parlement
heeft niets toe te voegen, noch te bekorten aan
zijn vroegere verklaring, die het uitdrukkelijk
bevestigt.
MinVE RECHTER IN HET
AMERIKAANSCHE HOOGGERECHTSHOF
President Roosevelt heeft William Douglas
den vooi-zitter van de Securities and Exchange
Commission, benoemd in het hooggerechts
hof. als opvolger van Bx-andeis. Dit is de vierde
benoeming voor het Hooggerechtshof door
Roosevelt in de laatste twee jaar. Douglas,
die hoogleeraar in de rechten is geweest aan
de Yale University, is 40 jaar oud.
De positie der Memel-Duitscbers,
Geen verzet van Litauen tegen
„zelfbeschikkingsrecht"?
De Litausche minister van buiten
landsche zaken. Urbsys heeft te Ber
lijn besprekingen gevoerd. Omtrent het
onderhoud, dat hij met Von Ribbentrop
heeft gehad, is officieel niets bekend,
doch volgens uit goede bron verkregen
aanwijzingen schijnt het. dat Litauen
zich niet zou verzetten tegen het „recht
der Duitschers om vrijelijk over zichzelf
te beschikken".
Het is daarentegen niet bekend of
Litauen in ruil garanties voor de rest
van zijn grondgebied heeft verkregen.
FRANSCHE DEFENSIE-
FABRIEKEN MOETEN MEER
PRODUCEEREN.
Een 60-urige icerkweck?
DE NIEUWE DECRETEN GEPUBLICEERD.
Het Fransche minister-presidium
heeft een lijst van de wetscredleten
gepubliceerd. die vandaag in het
staatsblad zullen verschijnen. Tot de
militaire maatregelen behoort o.a.
eexx decreet, waarbij de regeering het
recht krijgt, militairen, die ter be
schikking staan en reserves onder de
wapenen te i-oepen.
De tweede groep wordt gevormd
door maatregelen tot %'erhooging der
productie. Hiertoe behoort een de
creet, dat voorrang verleent aan de
bestellingen, die met de landsverde
diging verband houden, vei'der een
decreet betreffende de verlenging van
den arbeidstijd en de tarieven voor
overuren.
(Reuter spreekt van de mogelijkheid tot
opvoering van den arbeidstijd tot 60 uur per
week).
Tot de derde groep diverse maatrege
len behooren o.a. een decreet betreffende
militaii-e inlichtingen en een betreffende
faciliteiten voor de onteigening ten behoeve
van werken voor de passieve verdediging.
SLOT Defect? Tel. 11493
OE SLEUTELSPECIALIST - LANGE VEERSTR. 10
(Adv. ingez. Med.J
PROGRAMMA
WOENSDAG 22 MAART 1939.
HILVERSUM I 1875 en 301,5 M.
VAR A-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO,
6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO.
8.00 Esmeralda. (Ca. 8.16 Berichten). 8.30
Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje. 10.00
Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbei
ders in de Continubedrijven. 11.40 Voor de
werkloozen. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15
Berichten. 12.17 VARA-orkest. 1.00 Gramo
foonmuziek. 1.15—1.45 Orgelspel. 2.00 Voor de
vrouwen. 31.5 Voor de kinderen. 5.30 Gra
mofoonmuziek. 6.00 Esmeralda. (Om 6.28
Berichten). 6.40 Voor de niet-leerplichtige
jeugd. 7.00 VARA-kalender. 7.05 Felicitaties.
7.10 Vocaal concert met orgelbegeleiding.
7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-
berichten. 8.03 Berichten ANP., VARA-Varia.
8.20 VARA-orkest en soliste. 9.00 Radiotoo-
neel met muziek (opn.). 9.30 De Ramblers.
10.00 Berichten ANP., 10.10 Sylvia Amuse
mentsorkest en solist. 10.40 Cello en piano.
11.1012.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM II, 415.5 M.
NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten,
gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Gelukwen-
schen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoon
muziek. 11.15 Zang met pianobegeleiding en
gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gra
mofoonmuziek. 12.30 De Postillons en gramo
foonmuziek. 2.00 Gramofoonmuziek. 2.30
Ai-io Beute-Zepporani-Hemerik en gramo
foonmuziek. 3.45 Gramofoonmuziek. 4.00
Pianovoordracht en gramofoonmuziek. 4.45
Gelukwenschen. 5.00 Kindei-uurtje. 5.45 Gra
mofoonmuziek. 6.00 Voor land- en tuinbouw.
6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan-
varings reglement. 7.00 Berichten. 7.15 Cau-
sei'ie „Grenzen van leervrijheid". 8.00 Be
richten ANP., Herhaling SOS-berichten. 8.15
NCRV-orkest. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.00
Vervolg concert. 9.30 Missiepraatje. 10.00 Be
richten ANP, actueel programma. 10.30 Gra
mofoonmuziek. 10 45 Gymnastiekles. 11.00
Cellovoordracht met pianobegeleiding en
gramofoonmuziek. 11.35 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M.
11.4511.50 Gramofoonmuziekè 12.10 Het
BBC-Welsch orkest en solist. 1.05 Populair
concert. 1.35 Declamatie. 1.552.20 De Nor
thern Ireland-Zangers. 3.10 Orgelspel. 3.35
Radiotooneel met muziek. 4.205.10 Vesper.
5.20 Gi'amofoonmuziek. 5.40 Henry Hall eix
zijn orkest. 6.20 Berichten. 6.40 Causerie ,.H.
M. Office of Works". 6.55 Pianovooi-dracht.
7.20 Orgelspel. 7.50 Actueele uitzending. 8.20
Het BBC-orkest. 9.35—10.00 Berichten. 10.05
Het Vic-Wells ballet en liet Londens Phil-
harmonisch orkest. (11.0511.20 Causerie
..During the interval"). 11.50—12.20 Swing
Muziek (gr. pl.)
RADIO-PARIS. 1648 M.
9.05 en 10.00 Gramofoonmuziek 11.20 Can-
trelle-orkest. 12.30 Zang. 1.10 Visviano-or-
kest. 2.35 Zang. 2.50 Gramofoonmuziek. 3.35
Zang. 3.50 Pianovoordracht. 4.05 Zang. 5.05
Cello en piano. 5.25 Locatelli-orkest. 6.35 .Ars
Rediviva". 7.50 Cello voordracht. 8.35 Piano
voordracht. 8.50 Gevarieerd concert. 10.05
Variété-programma. 10.50 en 11.2011.35
Gramofoonmuziek.
KEULEN. 456 M.
5.50 Het Rheinische Landesorkest. 7.50 Gra
mofoonmuziek. 11.20 Militair orkest. 12.35
Omroepkleinorkest. 1.30 Populair concert.
2.40 Gramofoonmuziek. 4.20 Otto Dobi-indt's
orkest. 4.40 Gramofoonmuziek. 5.05 Viool en
piano. 5.35 Keul's Mandoline-orkest „Har
monie" en solist. 6.35 Winterhulpprogramma
7.30 Omroeporkest. 9.35 Ottersbach-Trio en
declamatie. 10.20—11.20 Fritz Weber's orkest.
BRUSSEL, 322 M.
12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 en 1.30 Om
roeporkest. 1.502.20 Gramofoonmuziek. 5.20
Het Brusselsch Instrumentaal kwintet. 6.50
Gramofoonmuziek. 7.20 Gramofoonmuziek
met toelichting. 8.20 Omroeporkest. 9.20 Om
roeporkest en soliste. 10.30 Folkloristisch pro
gramma. 10.5011.20 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL 484 M.
12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 en 1.30
Radio-orkest. 6.30 Pianovoordracht. 7.05
Zang. 7:35 Gramofoonmuziek. 8.20 Sai-ba-
orkest. 8.50 Symphonieconcert. 10.3011.20
Omroepdansorkest en soliste.
DEUTSCH LANDS IN DF.K 1571 M.
7.35 Jeugdconcert. 8.20 Hoor berichten. 9.20
Berichten. 9.50 Cello en piano. 10.05 Be-
riemhten. 10.2011.20 Omroepkleinorkest en
solisten.