1938 was voor tuinbouw-export geen gunstig jaar. D' Kunst in Haarlem en daarbuiten. CHAMBERLAIN'S PARAPLUIE. WOENSDAG 22 M A A R T 1939 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Hoewel de opbrengsten hooger waren dan in 1937. E aanvankelijke verwachtingen omtrent den uitvoer van een aantal belangrijke tuinbouwproducten in 1938 waren hoog gespannen. Daartoe bestond trouwens alle aanleiding. De verbetering in de algemeene conjunctuur aan het einde van het jaar 1937 wettigde de gegronde hoop, dat wij een beteren tijd tegemoet gingen. Helaas bleek achteraf, dat men slechts met een tijdelijke opflikkering te doen heeft gehad. Een nieuwe inzinking volgde. Daartoe heeft in de eerste plaats medegewerkt de zich in ongunstigen zin wijzigende clearing- positie t-o.v. Duitschland. Het tekort op de clea- ringrekening nam in 1938 ieder kwartaal grooter afmetingen aan. De in het laatste kwartaal van 1937 en het eerste kwartaal van 1938 verhoog de betalingscontingenten voor den uitvoer naar Duitschland konden niet gehandhaafd blijven en de nadeelige gevolgen daarvan bleven uit den aard der zaak niet uit. Een tweede nadeelige factor was gelegen in den achteruitgang van den export van vroege aardappelen naar Zuid-Amerika. De beteekenis van dien uitvoer spreekt duidelijk, indien men de uitvoercijfers van 1937 en het afgeloopen jaar naast elkander stelt. Zuid-Amerika importeerde in 1937 circa 30 millioen, in 1938 slechts onge veer 5 millioen K.G. vroege aardappelen. Alzoo circa 25 millioen K.G. minder. Bedenkt men voorts, dat de uitvoer van ap pelen en peren uit ons land in 1938 circa 15 mil lioen K.G. minder was dan in het voorafgaande jaar en de uitvoer van uien ongeveer 9 millioen K.G. minder, dan zijn deze factoren tezamen oorzaak dat de gunstige verwachtingen den bo dem zijn ingeslagen. Zoo wordt verklaard, dat het totaal-export- cijfer met 35 millioen K.G. daalde. Een enkel, maar uiterst bescheiden lichtpunt is hierin gelegen, dat de waarde van dien export in 1938 ongeveer 3.4 millioen hooger was dan in 1937. Deze hoogere waarde is evenwel uitslui tend een gevolg van hoogere prijzen door ge ringe oogsten. De beteekenis dezer waardever meerdering is dus uitermate wankel en vormt in geen enkel opzicht een basis, waarop men mag bouwen. Bedenkt men voorts, dat blijkbaar in Engeland maatregelen worden overwogen bepaalde Ne derlandsche tuinbouwproducten bij den invoer moeilijkheden in den weg te leggen, dan ziet de toekomst er zeker niet rooskleurig uit. De ons omringende handelsbelemmerende be palingen beletten een vooruitgang van den ex port. Zoolang daarin geen verandering komt zal men misschien incidenteel op enkele gunstige resultaten kunnen wijzen, doch van een opbloei met een meer permanent karakter zal geen sprake zijn. Onze Nederlandsche tuinbouwbe drijven zijn even als zoovele andere bedrij ven op den uitvoer aangewezen. Over dien onbelemmerden export wordt ook in internationale tuinbouwkringen veel gespro ken, o.a. om de conferentietafel, ter gelegenheid van de vergaderingen der F.H.P.I. (Fédération Horticole Professionelle Internationale). Dan be toogt men elkander geen moeilijkheden in den weg te zullen leggen. Maar de praktijk is anders en met name ons land ondervindt daarvan de nadeelige gevolgen. Neemt men nu de meer gedetailleerde uitvoer cijfers van groenten, fruit en vroege aardappe len onder de loupe, dan blijkt dat in 1938 circa 418.9 millioen K.G. werd uitgevoerd tegenover 453,6 millioen K.G, in 1937. De waarde van de zen 1938-uitvoer bedroeg 43.3 millioen gulden, tegenover 40.millioen gulden in 1937. De uit gevoerde hoeveelheid daalde dus met 7.5, de waarde steeg met 8.7 procent. Reeds werd met een enkel woord aangegeven, dat in 't bijzonder de export van vroege aard appelen in 1938 veel lager was dan in 1937. In laatstgenoemd jaar was de uitgevoerde hoeveel heid 19.2 millioen K.G. met een waarde van circa 1.7 millioen gulden tegenover 9.6 millioen K.G. met een waarde van 1.3 millioen gulden in 1938. De uitgevoerde hoeveelheid in 1938 was dus circa 50 procent lager dan in 1937, de waarde slechts 28 procent. Bij den druiven-export kan worden vastge steld, dat de uitgevoerde hoeveelheid in 1938 ongeveer 1.3 millioen K.G. minder was dan in 1937, doch dat de waarde van den uit voer in 1938 ongeveer 300.000 gulden hooger was. Duitschland en Engeland namen in 1938 minder druiven af dan in 1937. Ook Zweden, Zwitserland, Noorwegen en Finland verkeerden in gelijke positie. Polen importeerde meer, ter wijl Denemarken voor het eerst sedert lange ja- ren Nederlandsche druiven betrok. Een geheel ander beeld vertoont de export i van sluitkool. Tegenover een geëxporteerde hoe veelheid van 28.4 millioen K.G. met een waarde van 899 duizend gulden in 1937 bedroeg de uit voer in 1938 niet minder dan 36.5 millioen K.G. met een waarde van 1.7 millioen gulden. De sterke vraag naar dit product in het voorjaar heeft deze gunstige positie geschapen. Ook de uitvoer van bloemkool verliep in 1938 bevredigend. Tegenover 15.4 millioen K.G. met een waarde van 1.4 millioen gulden in 1937, be droeg deze export in het afgeloopen jaar 16.8 millioen K.G. met een waarde van 1.6 millioen gulden. Toonen de uitvoercijfers voor sla in 1937 en 1938 vrijwel hetzelfde beeld, nl. 28 millioen K.G. met een waarde van ruim 4 millioen gulden, die van tomaten geven een zeer weinig aantrekke lijk aspect. Wel steeg de uitgevoerde hoeveel heid van 1937 op 1938 van 38.5 tot 45.5 millioen K.G., of met ruim 18 procent, doch de waarde steeg met slechts 6 procent, van 6.7 tot 7.1 mil lioen gulden. Bij den uien-uitvoer is het omgekeerde vast te stellen. Daar daalde de hoeveelheid van 117 tot 108 millioen K.G. in 1938, doch steeg de waarde van 4.6 tot 6.2 millioen gulden. Tenslotte volgen nog de komkommers, augur ken en vroege aardappelen. Van eerstgenoemd product was de uitgevoerde hoeveelheid in 1938 en de waarde van dien export ongeveer 5 pro cent hooger dan in 1937. Bij de augurken was de uitgevoerde hoeveelheid in 1938 niet minder dan 21.5 procent lager dan in 1937, doch de waarde steeg met 9 procent. Bij de vroege aardappelen was de uitgevoerde hoeveelheid in 1938 ruim 26 millioen K.G., of 50 procent lager dan in 1937. De waardedaling bedroeg 23 procent. Deze gegevens betreffen de belangrijkste pro ducten afzonderlijk. Hoe staat het nu met den uitvoer, dezer artikelen naar de belangrijkste afnemerslanden? Het blijkt, dat Engeland de eerste plaats inneemt. Dit land importeerde in 1938 circa 201 millioen K.G. met een waarde van 19 millioen gulden. Vergeleken bij 1937 steeg de hoeveelheid met 2, de waarde met 19 procent Laatstgenoemde verhooging komt groo- tendeels op rekening van het artikel uien. In belangrijkheid volgt in 1938 als tweede af- nemersland: Duitschland. Onze Oostelijke buren importeerden in 1937, zoowel als in 1938 onge veer 135 millioen K.G. der onderhavige tuin bouwproducten. De waarde van dezen uitvoer, ad 16.2 millioen gulden in 1938, was circa 5 procent hooger dan in 1937. Op het eerste oog moge deze toestand bevredigend lijken, de wer- kelijkheid is anders. De aanvankelijk gekoester de verwachtingen zijn in geenen deele in ver vulling gegaan. Wat België betreft blijkt, dat de uitgevoerde hoeveelheid in 1938, ad 42 millioen K.G.. circa 9 millioen K.G., of 18 procent lager was dan in 1937. De waarde steeg met ongeveer 7 procent, tot 2.9 millioen gulden in het afgeloopen jaar. Ook de uitgevoerde hoeveelheid naar Zwitser land was in 1938 lager dan in 1937 en daalde van bijna 11 millioen tot 10.5 millioen K.G. in het afgeloopen jaar. De waarde van den 1938- export was echter 24 procent hooger en bedroeg 1.16 millioen gulden. De positie t.o.v. Frankrijk is wel uiterst bedroevend. Van onzen uitvoer naar dat land is vrijwel niets meer overgebleven. Bedroeg de export naar dit land in 1937 nog ruim 2 millioen K.G. met een waarde van 257 duizend gulden, in 1938 was deze geslonken tot 600.000 K.G. met een waarde van 25 duizend gulden. MOLLERUS. Engelsche jeugd op Paaschbezoek in ons land. Zooals reeds is gemeld, heeft The World Friendship League weer een Paasch-trip voor Engelsche jongens en meisjes naar ons land georganiseerd. Het is de bedoeling, dat deze Engelsche gasten, gedurende hun verblijf in Nederland niet ondergebracht worden in hotels, doch bij particulieren. Dit jaar bestaat echter het gevaar, dat een groot deel van de aanvra gen in Engeland afgewezen zullen moeten worden, aangezien het aantal particulieren, dat zich bereid heeft verklaard een Engelsche jon gen of meisje gastvrijheid te verleenen uiterst gering is. Dit zou een groote teleurstelling beteekenen voor de organisatoren, die hun arbeid beschou wen als een belangrijk stuk practisch vredes werk, dat vooral in tijden als deze zoo dringend noodig is. Zij die alsnog bereid zijn zich hiervoor op te geven, kunnen dat doen bij den secretaris voor Nederland, den heer E. C. N. Franchimont, Van Breestraat 84, Amsterdam-Zuid. LEGAAT VOGELBESCHERMING. Wijlen mej. J. E. de Lange te Deventer, heeft, uit sympathie met het streven der Ne derlandsche Vereeniging tot bescherming van vogels, Heerengracht 540 te Amsterdam, aan deze vereeniging een legaat vermaakt ten bedrage van f 2000. Bode van ziekenfonds te Oss ingesloten. Wegens plegen van onregelmatigheden. Op verzoek van den officier van Justitie te 's-Hertogenboseh, heeft de gemeentepolitie van Oss den vroegeren bode van het zieken en verplegingsfonds „Onderlinge Hulp", in stelling van de R. K. Werkliedenvereeniging te Oss, voor den officier van Justitie geleid, die hem een verhoor heeft afgenomen. De man, L. genaamd, heeft een gedeelte lijke bekentenis afgelegd. Hij is in het huis van bewaring te 's-Hertogenbosch ingesloten. Enkele weken geleden heeft de gemeentepo litie bij dit ziekenfonds een accountants onderzoek doen instellen in verband met ver moede onregelmatigheden. Ilw 7Pnil\A/Pn worden gekalmeerd UW C.GIIU WGII en gesterkt en Uw slaap wordt weer rustig door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv. Ingez. Medj (Adv. ingez. Medj Het dreigend conflict in de metaal industrie te Rotterdam. Rijksbemiddelaar doet voorstel aan beide partijen. De rijksbemiddelaar prof. mr. A. C. Jo- sephus Jitta heeft, na de Dinsdag met beide partijen gevoerde besprekingen over het dreigend conflict in de metaalindustrie te Rot terdam te hebben overwogen, het volgend voorstel aan partijen doen toekomen: 1. Over de loonen van de volwassen arbei ders zullen partijen over 6 maanden nog eens met elkander overleg plegen. Mocht deze be spreking niet tot overeenstemming leiden, dan zal de rijksbemiddelaar partijen tot een con ferentie onder zijn leiding oproepen. 2. de werkgevers zullen de loonen van de jeugdige arbeiders, nadat de toegezegde ver hoogingen zullen zijn aangebracht, vastleg gen in een algemeene regeling welke des noods voor elke werf verschillend kan zijn. Wanneer beide partijen hem bericht hebben dat zij met het bovenstaande accoord gaan, zal prof. Jitta die binnen een week het ant woord van beide partijen hoopt te ontvangen deze tot een nieuwe bespreking oproepen om de overige geschilpunten aan de orde te stellen. Lampen tegen lagere prijzen verkocht. Door president van rechtbank verboden. De pres. der Arr. Rechtbank te A'dam mr. A. J. van Royen heeft in een kort geding een vonnis gewezen, dat van beteekenis is voor den strijd tegen de prijsknoeierij. Een firma te Amsterdam verkocht gloeilam pen van de N.V. Apex lampenfabriek te Utrecht beneden de door deze N.V. vastgestelde ver koopsprijzen. De Apex lampenfabriek gevoelde zich door de handelwijze van bedoelde firma benadeeld en vorderde, aan deze firma de onverwijlde staking van den verkoop tegen andere prijzen dan de vastgestelde, te bevelen. De president heeft deze vordering der N.V. Apex toegewezen en de onverwijlde staking ge last van den verkoop van lampen beneden de vastgestelde verkoopprijzen, terwijl aan de bedoelde firma een dwangsom van f 100 werd opgelegd, te betalen aan de N.V. Apex voor elke lamp, welk in strijd met dit verbod nog door haar zou worden verkocht. De juweelendiefstallen in Den Haag. Twee der vijf verdachten op vrije voeten. De rechtbank te 's Gravenhage heeft in raadkamer te beslissen gehad het al of niet verlengen van de preventieve hechtenis van de vijf personen, die zich tot nu toe in bewa ring bevonden in verband met de juweelen diefstallen in de residentie. De officier van justitie heeft de gevangenhouding van alle vijf verdachten gevorderd. Verdachte P. van W. en mevr. D. werden bijgestaan door mr. M. H. Huygens, verdachte de G. door mr. R. A. J. en de twee verdach ten D.) vader en zoon) door mr. P. van 't Hoff Stolk uit Amsterdam. De raadkamer heeft ten aanzien van de twee verdachten van W. en de G. onmiddellijke in vrijheidstelling gelast, ten aanzien van de overige verdachten werd bepaald dat deze in preventieve hechtenis zullen worden gehouden. De verdedigers zullen van deze laatste be slissing hooger beroep aanteekenen. INGEW IKKELDE GESCHIEDENIS W elke inbrekers braken in Apeldoorn in? AMSTERDAMSCHE HOF MOET DE ZAAK UITZOEKEN. Een berucht inbreker, de Amsterdammer H. G. K., die reeds herhaaldelijk wegens in braken is veroordeeld, stond Dinsdag voor het Amsterdamsche hof terecht. Verdachte had zich Dinsdag voor drie inbraken te verant woorden. Het eerste geval betrof echter een revisiezaak. Door het hof te Arnhem was hem een straf van drie jaar opgelegd en verdachte, die in hoogste instantie zijn onschuld had volgehouden, had revisie aangevraagd, omdat twee mannen, met wie hij dikwijls samen werkte, tenslotte met de waarheid voor den dag zouden zijn gekomen. Hij zou, aldus de tenlaste legging, in een woning te Apeldoorn een aantal effecten ter waarde van 3700. hebben gestolen. Op den dag van de inbraak, 9 Mei 1934, bevond ver dachte zich, zoo hield hij vol, in Amsterdam. Een dienstbode had echter verklaard, dat verd. precies leek op den man. die in de na bijheid van de woning was gezien en had aangebeld. Verdachte is wel in het bezit van de effecten aangetroffen, maar hij beweert de gestolen waardepapieren van de twee daders te hebben ontvangen. In de gevangenis te Haarlem hebben twee mannen. M. H. S. en M. J. van der H. ver klaard. dat zij en zij alleen den bewusten diefstal hebben gepleegd. Van der H. be weerde, dat hij de man is geweest die door de dienstbode zou zijn herkend als verdachte K De verklaring van S. en Van der H. was voor den Hoogen Raad aanleiding om revisie van deze strafzaak te bevelen, en de behandeling op te dragen aan het Gerechtshof te Amster dam. Verdachte kon niet opgeven, waar hij den dag van de inbraak was geweest, maar hij was er zeker van, dat hij niet in Apeldoorn was geweest. President: ,.U bent er herhaaldelijk samen met S. en Van der H. op uitgetrokken. U werd in den loop van de jaren van niet minder dan twaalf inbraken verdacht en u hebt jaren ge vangenisstraf achter den rug". Verdachte: ,Dat is allemaal waar, maar hier ben ik onschuldig aan". De hoofdgetuige in deze zaak is Van der H. een bekend inbreker, die ook herhaaldelijk is veroordeeld, doch die nu zegt alleen met S te hebben „gewerkt". Verdachte kon er zelfs niets van weten, pas veel later heeft hij de effecten in handen gekregen. President: „Maar liegt u nu niet om ver dachte K. vrij te krijgen en om dan later een aandeel te krijgen van de schadevergoeding die K. misschien krijgt, omdat hij onschul dig heeft gezeten? Verdachte: „Geen sprake van. Integendeel Ik heb alle reden om K. een duw te geven Hij heeft me dikwijls verraden. Maar toen ik voor al mijn inbraken zóó zwaar gestraft werd, dacht ik dat het nu maar het beste was om heelemaal schoon schip te maken en hem niet op te laten draaien voor iets, dat hij niet gedaan heeft. De president las vervolgens een lijst van inbraken voor, waarvan Van der H., in com binatie met S. of andere inbrekers, wordt verdacht. Het zijn er niet minder dan hon derd in de voornaamste plaatsen van ons land. Meestal werkte Van der H. samen met S of Sch. Maar soms ook sloot verdachte K. zich aan bij de bende. President (tot getuige): „Dus u houdt vol De Haarlemsche schilder Th. Groeneveld, thuis en op reis. Aan den duinzoom bij den straatweg naar Zandvcort, woont nu de Haarlemsche schil der Groeneveld, over wien wij wel eens meer hebben kunnen schrijven; laatstelijk nog teen hij een der inzenders van de groepen- expositie in het Frans Halsmuseum was. Als geboren en getogen Haarlemmer juist dezer dagen was het 42 jaar geleden, dat hij in de Spaarnestad ter wereld kwam verdient hij een plaats in deze aanteeke- ningen over Haarlemsche kunstenaars. Ter wijl ook zijn werk der laatste jaren hem daar aanspraak op kan doen maken. Op die bedoelde groepen-expositie in de museumzaal aan het Klein Heiligland was het juist Groeneveld's werk dat de aandacht trok, terwijl het toch feitelijk verstoken is van die velerlei kleinigheden als een lichte toets, een innemend helder palet, en zeker speelschheid in de voordracht, die, tezamen en in vereeniging zooals dat aan de Recht bank heet de harten van een kijkend publiek kunnen stelen. Het werk is eer af werend dan aantrekkelijk, tenzij men er zich in verdiept en zich niet met een vluchtige bekoring eener oppervlakkige schoonheid laat afschepen. Op een groote tentoonstelling tus- schen veel ander werk kunnen een aantal doeken van Groeneveld den indruk maken in de cel eens kundigen kloosterlings ontstaan te zijn, van zoo eenen, die het lieve zonlicht wantrouwt en zich liever aan meditaties over zorgenzware problemen overgeeft. Het werk kan een ingetogen grijsheid bezitten, die zeker niet zonder voornaamheid is, maar toch nog meer aan de pij van den monnik, dan aan het gris-perle overkleed van den prelaat her innert. De kleur is zuiver, doch ietwat droog, ze straalt weinig uit en vindt haar valeurs alleen in het arrangement met de haar om ringende kleuren. Werk van die geaardheid, gaat op groote tentoonstellingen spoedig schuil achter meer eclatante buurschap, zon der daarom van minder beteekenis te zijn en vaak integendeel veel meer beduidt. Aardig is het dan het werk terug te zien in de sfeer van den maker, in zijn eigen huis en omgeving: daar wordt dan plots de pij een precieus borduursel. Daar maakt het deel uit van zijn wezen dat in een niet-verwante sfeer licht wordt voorbijgegaan. In het on deugend opgewekte van den schilder zit een drijfveer naar meditatieve bezigheid die aan het uiterlijk aspect van het werk kan schuldig staan, doch ook zal aan het materiaal waar mee hij werkt, daarbij gedacht moeten wor den. Hij schildert gaarne op grof, absor- beerend linnen en in gedempte kleur, waar tegenover zijn teekening vaak zeer gecompli ceerd en uitvoerig tevens is. Dat geeft soms iets vermoeids aan het doek, iets ook van vreemde ouderwetsehheid, die echter toch weer boeien gaat, wanneer men zich zender vóór- of tegeningenomenheid met het werk bezig houdt. Nu was het voor mij een verrassing van den schilder een verzameling vlotte schetsen en notities in olieverf te zien, die het resul taat waren van een studiereisje in België Wij reproduceeren er hierbij eentje uit de om streken van Brussel. In de meeste dier spontaan op geprepareerd carton geworpen aanzetten zit een frischheid. een jeugdig plezier in het schilderen, een vrij-zijn tenslotte van meditatie, die mij van Groeneveld's kunst een andere zijde een rijkere mogelijkheid tevens deden zien. Het laat zich denken dat. zoo beide zijden van des schilders vermogen met elkaar tot een accoord kunnen komen, de weg gebaand is naar een zeer interessante productie. De pit tigheid, de directe waarneming in deze vlotte notities bewijzen van hoe groot nut voor een kunstenaar een afleiding van aandacht en ge spannenheid kan zijn. die tot een kort résumé dwingt waar een te uitvoerige inventarisatie gewoonte dreigde te worden. Op een reeks werken door Groeneveld dezen zomer in Lim burg geschilderd is, naar het mij lijkt die Belgische studiereizen al eenigszins van ver- lossenden invloed geweest, terwijl de schilder zelf, zich den laatsten tijd ook met aquarel- leeren bezig houdend in dat, voor hem nieuwe medium een aanwijzing kan vinden tot een. hem zeer wel mogelijke verzoening van charme en bepeinzing. De goede aquarel is het speeltuig der vlotte geesten, waartoe Groeneveld gerekend kan worden. Geboren in 1897 (13 Maart) te Haarlem Leerde het vak van den grond af, als huis schilder, als medewerker op Dunselman's atelier voor kerkelijke kunst, haalde de ver schillende acten middelbaar-teekenen en was omstreeks 1918 leerling van Grabijn op de Haarlemsche School voor Kunstnijverheid. Een opleiding, even grondig als veelzijdig er. velen Haarlemschen jongeren artisten niet onbekend J. H. DE BOLS. Naar Amerikaansch recept. De geheele wereld weet sedert maanden, dat Etigeland's premier Neville Chamberlain en zijn parapluie onafscheidelijk zijn. Er :s enorm veel over deze parapluie geschreven, veel onzm ook. Het spreekt wel vanzelf, dat de Amerikanen in dit laatste de kroon hebben gespannen. Een Amerikaan draagt als regel geen parapluie met zich mede en een van de resultaten daarvan is, dat Chamberlain's exemplaar hem nog meer dan gewoon interesseert. En zoo komt hij er toe. zich af te vragen, of er achter deze gewoonte van den Engelschen premier niet een min of meer griezelig geheim schuilt. Een ingezonden stukkenschrijver in een New-Yorksche courant meende onlangs, dat hij dit geheim had door grond, Hij uitte de veronderstelling, dat aan die wereldberoemde parapluie een traangaspatroon verbonden moet zijn, die in effectieve werking gesteld kan worden tegen ieder, die het in zijn hoofd zou halen, den leider van de Britsche re geering te molesteeren. Nu wonen in New-York vele Engelschen. Zij hebben uit hun geboorteland misschien niet hun parapluies meegenomen ('s lands wijs. 's lands eer, nietwaar) maar wel hun gevoel voor humor. En den volgenden dag verscheen in hetzelfde New-Yorksche blad, namens een groep in New-York woonachtige Engelschen, het vol gende stuk: Wij hebben met verwondering geconstateerd, dat er nog steeds iemand is, die niet op e hoogte blijkt te zijn van het geheim van Cha...- berlain's parapluie. In den stok is een degen verstopt, die door een eenvoudige handbeweging kan worden ont bloot. De heer Chamberlain is een zeer kundig schermer. De baleinen kunnen a la minute verwijderd worden en samengesteld tot een draadversper ring, waarachter de heer Chamberlain dekking kan vinden tegen een cavalerie-aanval. De be kleeding kan in een oogenblik worden omgezet in een zandzak, die gebruikt kan worden als een steunpunt voor de elleboog bij het vuren, of als een kussen bij het slapen in de openlucht. Tenslotte hangt aan het handvat nog een zwart koord, waaraan zich een houten knopje bevindt met franje. Dit kan dienst doen voor het veilig opbergen van mededeelingen en in geval van nood. wanneer alle andere communi catiemiddelen falen, uit een vliegtuig worden geworpen. Aldus deze Engelsche onthullingen. Amerika nen hebben de reputatie, dat zij bereid zijn om alles te gelooven, als het maar romantisch en gek genoeg klinkt. Of zij dit ook zullen slik ken.... I dat verd. K. onschuldig is en u en S. de in braak alleen hebben gepleegd. U zult worden veroordeeld, als K. wordt vrijgesproken. Ja, daar is getuige van op de hoogte, maar„het recht moet zijn loop hebben", vindt hij. President: „Hoeveel straf hebt u nog te goed?" Getuige: „In totaal negen jaar President: „Weet u, dat een medegedeti neerde in de strafgevangenis te Haarlem een brief aan den procureur-generaal heeft ge schreven met de mededeeling, dat je dit met je vriend op touw hebt gezet om later de schadevergoeding te verdeden?" Getuige: „Gelogen. Wat ik nu zeg is de volle waarheid". Requisitoir. De procureur-genraal mr dr. D. Reiling requireerde vrijspraak. Deze verdachte al dus het O.M. is geenszins onschuldig, maar de heling, die vaststaat, is helaas niet ten laste gelegd. Bovendien heeft hij de justitie op een dwaalspoor gebracht, doch ook dit is niet ten laste gelegd. Spreker vorderde vernietiging van het vonnis in eersten aanleg en vrijspraak van de tenlaste gelegde feiten. De verdediger mr. dr. A. Sternheim, be pleitte eveneens vrijspraak. Het Hof ging in de raadkamer. Na herope ning stelde de president nog eenige vragen aan de getuigen; Van der H. bleef er bij. dat hij thans de waarheid had gesproken. Pres.: „Dus het gaat niet om de schade vergoeding?" Getuige: „Och. ik weet best, dat hij geen cent schadevergoeding krijgt. Hij heeft nog een jaar of wat tegoed en dan wordt deze straf wel in mindering gebracht". Het Hof schorste de behandeling van de revisiezaak om ook den tweeden inbreker, die thans ziek is, nog te hooren. Dan kunnen we tegelijkertijd hooren. aldus de president, of de officier van justitie te Zutfen, nog tot vervolging van S. en Van der H. wil overgaan. „Getuige, we zullen u ook weer opnieuw oproepen", voegde mr. Jolles getuige Van der H. toe. „Uitstekend president", antwoordde de man. die te Haarlem gedetineerd zit laconiek, „ik. ben toch altijd thuis". Utrechtsehe kantonrechter acht R. A. P. wèl verbindend. De Utrechtsche kantonrechter heeft Dins dag schriftelijk vonnis gewezen in de zaak tegen de busonderneming „Nova", welke een geregelden dienst onderhoudt tusschen Utrecht en Rotterdam. De ambtenaar van het O.M. had een geldboete van f 500 gerequireerd. De kantonrechter heeft den ondernemer ver oordeeld tot een geldboete van f 300 subs, één maand hechtenis. UIT DE STAATSCOURANT. Bij Koninklijke Besluit van 17 Maart 1939 is, met ingang van 15 April 1939, benoemd tot burgemeester der gemeente Dussen: H. J. M. Mol. Bij K B. van 11 Maart 1939, is met ingang van den datum, waarop hij zijn betrekking zal aanvaarden, benoemd tot voorzitter van den Raad van Arbeid te Amsterdam mr. G. Snoeck Henkemans, thans voorzitter van den Raad van Arbeid te Dordrecht, onder gelijktijdige toe kenning van eervol ontslag als zoodanig. Bij K. B. van 17 Maart 1939, is met ingang van den datum, waarop hij zijn betrekking zal aanvaarden, benoemd tot voorzitter van den Raad van Arbeid te Dordrecht mr. H B. Wildt Meyboom, thans hoofdcommies bij het departe ment van sociale zaken, tevens rijksinspecteur voor de werkverschaffing in algemeenen dienst, onder gelijktijdige toekenning van eervol ont slag als zoodanig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5