PRINS VAN ORANJE HERDACHT.
CONTRABANDE
De 18-tons passagiersvliegboot „Capella" van de
Imperial Airways stootte in de haven van Tandjong
Priok lek en zonk. Met behulp van motorbarkassen
werd de „inboedel" geborgen
De ontvangst van den Zuid Afrikaan-
schen gezant, dr. H. D. van Broekhuyzen,
op het Stationsplein te Assen door de
plaatselijke afdeeling van „De Prince-
vlag", welke Dinsdag den 406en ge
boortedag van Prins Willem van Oranje
herdacht
Drukte in Downingstreet te Londen. Tilea, de Koemeensche
ambassadeur in de Engelsche hoofdstad, verlaat het Foreign
Office na zijn onderhoud met de leden der regeering
Coulondre, de Fransche ambassadeur te Berlijn, verlaat per
auto het Gare du Nord te Parijs bij zijn aankomst in de
Fransche hoofdstad, waarheen hij door de regeering van zijn
land ontboden was
Langzaam maar zeker vordert de afbraak van de Delftsche Poort te Rotterdam, die als een groote
blokkendoos uiteengenomen wordt, om later weer te worden opgebouwd
Op grootsche wijze is president Lebrun bij zijn bezoek aan Engeland door Koning
George VI te Londen ontvangen. De indrukwekkende stoet op weg naar
Buckingham Palace
De nieuwe burgemeester van Bussum, de heer M.
Fernhout, werd Dinsdag officieel geïnstalleerd. Naast
den burgemeester wethouder Kruisweg, die de in
stallatie verrichtte
De Keizerin van Annam bracht een
officieel bezoek aan de liefdadigheids
instellingen, welke te Hué door de
daarvoor in het leven geroepen Fransch-
Annamitische vereeniging zijn gesticht
FEUILLETON
üit het Engelsch van
HEADON HILL.
(Nadruk verboden).
14)
Hector had den huisbewaarder een oud
gediende getelegrafeerd om zijn kamers m
orde te laten brengen, maar niet op hem te
wachten. Zijn kleine, vrije étage van twee zit
kamers en een slaapkamer, lag op de eerste
verdieping en toen hij boven aan de trap was,
zag hij tot zijn verbazing dat de kamerdeur
half openstond en het licht in de kamer op
was. Vlug ging hij de kamer binnen en on
middellijk ontdekte hij een nog grootere ver
rassing. Een heer in avondtoilet, en met een
hoog orde-teeken dat zijn hagelwit overhemd
bijna geheel bedekte, zat in een van de ge
makkelijke stoelen, zich schijnbaar volkomen
thuis voelend.
Door de ongewone kleeding herkende Hector
bij den eersten oogopslag zijn bezoeker niet;
toen opeens zag hij met een schok van ver
bazing, dat zijn late gast het was over
eenen niemand anders dan Lord Purbeck
was.
Grimassen in 't donker.
Een duivelsche uitdrukking loerde in de
oogen van Smylc Mapleton, toen hij Hector's
vertrek gadesloeg van achter het raam van
zijn kamer. Hij wachtte even. totdat hij er
zeker van kon zijn. dat zijn medebewoner niet
terugkwam, toen zette hij zijn hoed op en liep
langzaam de vallei in. Hij ging echter niet
verder dan den kruisweg, waar hij op een
steen ging zitten en een sigaret opstak. Toen
hij aan zijn zesde bezig was, hoorde hij het
geluid van naderende stemmen. De enkele
arbeiders, die in het dorp achter de Abbey
woonden, waren op weg naar huis en hij ver
wachtte Jem Carter daarbij te zullen zien. De
geleerde fossielenzoeker had een hechte
vriendschap gesloten met Bessie's jaloerschen
aanbidder en hij was daar gaan zitten met
het doel hem op te wachten, voor het geval
dat de jonge man van plan mocht zijn Bessie
dien avond een beetje het hof te gaan maken.
Hij was goed op de hoogte met Jem's doen en
laten en wist, dat de jonge kerel meestal eerst
naar zijn huis in het dorp ging om zich wat
op te knappen, en het was alleen de spreek
woordelijke uitzondering op den regel, die Mr.
Smyle Mapleton, die nooit de dingen aan het
toeval overliet, dezen post had doen betrek
ken.
Vijf arbeiders kwamen aangeslenterd, maar
Jem was er niet bij. Het waren alle al-wat-
oudere mannen met een donkere huidkleur,
men zei, dat er Spaansch bloed zat in sommige
van de kustbewoners, dat ze afstammelingen
waren van de bemanning van een Spaansch
galjoen, dat in den tijd van de Armada hier
aan de kust schipbreuk had geleden.
Toen de marmergroeve was „geopend", had
John Budge met groote zorg een keuze gedaan
uit de mannen, die zich aanboden en men
had zich er algemeen over verbaasd, dat
„Spaansch bloed" een grootere aanbeveling
scheen te zijn, dan ervaring in het werk van
de steengroeven. En men had verder kunnen
opmerken, dat, sinds ze in de groeven werk
ten, iets van de oude driestheid in de mannen
scheen te zijn wakker geworden. Dit zou zeker
kwaad bloed gezet hebben in het dorp, als
Lord Purbeck," een voorbeeldig groot-grond
bezitter, er niet voor gezorgd had aan de
overige arbeiders ander werk te verschaffen,
zoodat niemand reden had tot klagen over
het feit, dat er vijf en dertig vreemde arbei
ders overgekomen waren voor de groeven en
gehuisvest werden in de keten op de rots,
waar ze onder een bijna militaire tucht
stonden.
Het was opmerkelijk, dat, zoodra de arbei
ders Mapleton aan den kant van den weg
zagen zitten, hun gezichten alle een dreigende
uitdrukking aannamen en dat ze hem voor
bijgingen zonder groet. Alleen Jem, die een
eindje achter hen aankwam, groette Maple
ton en toen deze laatste hem wenkte, ging de
jonge arbeider naar hem toe.
Wat hebben die anderen toch óp mij
tegen, Jem? vroeg Mapleton. Ik beh toch
altijd beleefd tegen ze geweest!
Het zijn onbeschofte kerels en ze hebben
een hekel aan vreemdelingen, was het ant
woord.
Och kom, dat is onzin, zei Mapleton.
Die andere arbeiders in de groeven zijn toch
ook geen menschen hier uit de buurt?
O, dat is iets anders. Daar gaat het om
het werk, zei Jem bokkig.
Mapleton keek hem aan, maar zei niets,
Deze tegenzin om over zijn kameraden te
praten, wekte zijn achterdocht, maar voor het
oogenblik schoof hij die terzijde, omdat hij
andere plannen had.
Wel, ik ben dezen steilen weg niet op
geklommen om met je te kibbelen over de
slechte manieren van die kerels, lachte hij
minzaam. Ik ben hier gekomen om je een
nieuwtje te vertellen, dat je plezier zal doen.
Is die Londensche vent ook weer achter
Bessie aangeweest? gromde Jem met een
woesten blik,
Neen, Yeldman is een half uur geleden
vertrokken op zijn motorfiets. Hij is naar
Londen. Ik hoorde het hem aan Bessie ver
tellen, daarom ben ik het je maar even komen
zeggen. Als je dus vanavond iets beters te
doen hebt, kun je het meisje veilig alleen
laten.
Ja, ik heb zeker wel iets beters te doen
dan te probeeren een meisje uit te hooren,
dat Je beliegt en bedriegt. Ik dank u voor de
boodschap, meneer. Ik zal me vanavond maar
niet druk maken om naar Bessie te gaan.
Je hebt het weer bijgelegd met Bessie om
te voorkomen, dat ze argwaan krijgt? vroeg
Mapleton voorzichtig.
O ja, het is dik aan tusschen Bessie en
mij op het oogenblik, zoo lijkt het tenmin
ste. Maar ik laat haar natuurlijk niet merken,
dat ik haar voor geen cent vertrouw.
Mr. Mapleton liet zich van zijn steen glijden
en keek op zijn horloge.
Ik moet gaan eten, zei hij, en dan vroeg
naar bed, want ik heb een langen, vermoeien-
den dag achter den rug en nog bijna niets
gevonden. Ik was blij je dezen kleinen dienst
te kunnen bewijzen, maar als je dit spelletje
nog een paar dagen kunt volhouden en je
doet het werkelijk prachtig, dat moet ik toe
geven dan zal jij dien meneer Hector Yeld
man leelijk een beentje lichten. Ik zal je direct
waarschuwen, als hij terug komt. Wel te rus
ten, Carter.
Goeden avond meneer, en nogmaals be
dankt. Die fijne meneer is nog niet met me
klaar; als hij dat maar begrijpt.
Zachtjes in zichzelf neuriënd, wandelde
Mapleton de vallei door naar het huisje. Ge
luiden in de keuken kondigden aan, dat men
bezig was met de bereiding van zijn avond
maal en verzekerden hem meteen, dat in het
voorste deel van het huis de kust vrij was.
Hector's kamerdeur stond open en Mapleton
kon de verleiding niet weerstaan. Hij ging
binnen en liet zijn cynischen blik dwalen
langs de eenvoudige meubels, welke bijna pre
cies gelijk waren aan die in zijn kamer.
Natuurlijk, mompelde hij, terwijl hij de
kamer inspecteerde, geen papiertje heeft
hij laten liggen. Die krantenmenschen zijn
nog veel voorzichtiger dan de echte detectives.
Als ik den ouden Dewlap hier had van Scot
land Yard, dan zou ik hem op een valsch
spoor hebben gebracht! Het ergste is, dat ik
er maar niet achter kan komen, of die vent
Yeldman op mij loert of op iemand anders.
Maar of ik het ben of niet, ik heb alles netjes
in orde om van dit lastige heerschap verder
geen last meer te hebben.
Een oogenblik later, toen Bessie het eenvou
dig doch smakelijk maal binnenbracht, zat hij
alweer aan zijn eigen tafel. Na een haastigen
blik op het meisje en een opmerking over het
weer, sloeg hij verder geen acht op haar en
liet ook niet merken, dat hij wist, dat Hector
naai- Londen was. Zoo dra de tafel was afge
nomen en hij alleen was, stak hij zijn lamp
aan en gooide een hoopje fossielen uit een
leeren tasch, die hij altijd bij zich had, op zijn
tochten, op tafel uit.
In werkelijkheid was deze natuurweten
schappelijke collectie met geen enkel exem
plaar vermeerderd gedurende de twee jaar, dat
hij als logé had gewoond in het kleine huisje
bij de „Duivelskloof".
Maar toen even voor tien Martha Calloway
binnenkwam, om hem instructies voor zijn
ontbijt te vragen, zat hij over de stukken
steen gebogen met al de ongeveinsde belang
stelling van een geleerden onderzoeker voor
een nieuwe aanwinst.
Ontbijt? zei hij verstrooid, zonder zijn
oogen van zijn werk op te heffen, o ja, dat is
waar ook, ontbijt! Geeft u maar wat u wilt.
Dit is werkelijk een prachtvondst!
En hoe laat wil mijnheer ontbijten?
vroeg Martha. Is het morgen een van uw
late ochtenden?
Met moeite wendde Mr. Mapleton zijn blik
van zijn fossielen af en hij keek verwijtend
naar Martha's breed, vriendelijk gezicht.
Voor een geleerde zijn al die huishoude
lijke dingen een ware bezoeking zei hij een
beetje geïrriteerd. Neen, morgen zal het
niet een ven mijn late ochtenden zijn. Ik heb
vandaag zooveel geloopen, dat ik vanavond
niet meer uitga en dus zal ik morgenochtend
ook niet in de verleiding komen om lang in
bed te blijven, zooals ik dikwijls doe na een
nachtelijken tocht. Ik kan wel ontbijten, zoo
vroeg als het u schikt. Als u dat beter uitkomt,
kan ik wel tegen half negen ontbijten, want
om half negen ontbijt uw andere huurder ge
woonlijk ook, is het niet?
U kunt natuurlijk uw ontbijt krijgen
wanneer u wilt, antwoordde Martha een beetje
verbaasd, want Mapleton was in den regel
niet zoo inschikkelijk. Maar meneer Yeld
man is naar Londen, voegde ze eraan toe.
(Wordt vervolgd).