„THETIS" VIERT HAAR EERSTE LUSTRUM CONTRABANDE Lebrun en Daladier op de eeretribune tijdens de onthulling van het monument ter nagedachtenis aan wijlen president Loubet te Montélimar Van de Koenensluis in de Koenenkade nabij het Boschplan te Amsterdam worden de deuren vernieuwd. De werkzaam heden in de landelijke omgeving De hevige regenval zette Dinsdag te 's Gravenhage vele wegen blank. Auto's nemen een bad in het viaduct bij de Troelstrakade FEUILLETON Uit het Engeisch van HEADON HILL. (Nadruk verboden). 26) In de val. Bessie had al haar zelfbeheersehing noodig >m geen angst te toonen. Op een teeken van Itapleton volgde ze hem door de onderaard- iche ruimte; zoover zij kon zien, was die ledig. Het vertrek was in de rotsen uitgehou den. Aan één kant zag het eruit alsof er een soort grond verschuiving had plaats gehad, een hoop losse steenen vervingen daar den massieven rotsmuur. Aan het verste eind was nog een zware houten deur. gesloten met een hangslot, dat Map'.eton opende Nu miss Calloway, ga binnen, zei hij ter zijde tredend om zijn aarzelende bezoekster te laten passeeren. Ik zal je een beetje meer licht geven, dan zul je in staat zijn ten volle de nieuwsgierigheid te bevredigen, waar aan ik het genoegen, om je gastheer te zijn, te danken heb. Nadat hij de deur had gesloten en gegren deld. stak hij een half dozijn lampen aan. welke aan haken in den muur hingen Bessie keek verbijsterd rond. Deze kamer was even eens in de rotsen uitgehouwen, maar ze stond vol met allerlei vreemde dingen. In het midden stond een lange tafel op schragen en op deze tafel lag een collectie voorwerpen en gereedschappen, die Bessie nog nooit gezien had. Een fototoestel en een toestel voor Magnesiumlicht waren aan het eind van de tafel geplaatst. Rollen papier lagen bij stapels houten en metalen blokken Ook een electrische batterij merkte ze op. Mapleton liet zijn sarcastischen blik rusten op het angstige gezicht van het jonge meisje. Dit is mijn afdeeling van de smokkelzaak, zei hij, aan zijn snor draaiend. Toen de hoog geboren graaf aan zijn smokkelzaak begon, was hij wel gelukkig om een bondgenoot als mij te vinden, niet? Ik begrijp het niet, mompelde Bessie. Ze begon te gelooven. dat haar antipathie tegen dezen man haar ertoe had gedreven iets heel onbezonnens te doen, dat hij misschien toch in dienst was van Lord Purbeck. Je begrijpt het niet? kwam het spotten de antwoord. Het is anders duidelijk ge noeg, zou ik denken, dat ik ook tot de smok kelaarsbende van den graaf behoor. Waar zouden anders al deze dingen voor dienen? Bessie zweeg. De duivelsche sluwheid van dezen man belette haar te denken. Zal ik je eens wat vertellen? Ik geloof er niets van dat je in het vertrouwen van Lord Purbeck bent, vervolgde Mapleton. Ik ge loof dat je er een beetje naar geraden hebt en mij hebt bespionneerd. om de rest gewaar te worden. Voor ik je kan laten gaan, moet je eerst een paar vragen beantwoorden, waaruit ik zien kan, dat je werkelijk in het geheim bent. De eenvoudige Bessie was niet opgewassen tegen zooveel gemeene schranderheid. Ze was als was in zijn handen. In haar verlangen om zich te rechtvaardigen, beantwoordde ze zoo volledig mogelijk al zijn slim overlegde vra gen; geen oogenblik vermoedend, dat deze iouter gebaseerd waren op veronderstellingen. Het resultaat was, dat Mapleton een kwartier later een vrij nauwkeurig inzicht had gekre gen in Lord Purbeck's smokkelonderneming! Aan het einde van het verhoor deed hij alsof hij het meisje niet vertrouwde. Ja. zei hij, je hebt wel enkele dingen opgevangen. Maar er zijn een heeleboel leemten in je mededee- lingen, die het onmogelijk maken je bewering te gelooven, dat je in het geheim bent Boven dien, als dat zoo was, zou zijn lordschap het mii wel hebben gezegd. Na wat je hier van nacht hebt gezien kan ik je natuurlijk maar niet zoo laten gaan! Niet laten gaan? bedoelt u dat ik hier moet blijven, hier beneden, in de groeven? stotterde Bessie, schuw kijkend naar de ge grendelde deur. Dat is precies wat ik bedoel, antwoordde Mapleton wreed. Je weet er te weinig van. om me te overtuigen, dat je aan onzen kant staat en te veel, om je vrij te laten rondloopen na wat je hier gezien hebt. Ik moet over deze zaak nadenken en het zal verder veel afhan gen van wat Lord Purbeck morgen zal zeggen, als ik hem deze heele geschiedenis vertél. Dit laatste wekte weer haar wantrouwen Ze geloofde niet. dat Lord Purbeck en Lady Madge hem vriendelijk zouden ontvangen, als hij hun zou komen vertellen, dat hij haar in dat hol had opgesloten. Wanhopig schatte haar oog haar tegen stander. Ze begreep, dat ze het in een worste ling tegen hem zou afleggen, maar als ze erin zou slagen de tunnel te bereiken, zouden haar vlugge voeten het ongetwijfeld van hem winnen. Maar de deur was gegrendeld, met zware, roestige grendels. Het was echter haar eenige kans en ze vloog op de deur toe. Den boven sten grendel had ze los en toen ze zich bukte naar den ondersten, floot een kogel langs haar oor en bleef zitten in het ruwe, eiken paneel. Wild van angst begon ze te gillen. Dat gillen kun je gerust laten, lachte Mapleton cynisch. Weg van de deur daar! Anders schiet ik hooger! Een oogenblik later greep hij haar bij de pols en sleurde haar naar het andere eind van het hol, waar weer een andere deur toe gang gaf tot een kleinere ruimte. Hij duwde haar naar binnen en sloot de deur. Met een beetje duisternis en eenzaam heid zullen we haar wel klein krijgen, en an ders moeten we maar eens zien wat de honger kan doen. mompelde hij. Hij ging terug in zijn „laboratorium" en wijdde enkele oogenblikken zijn aandacht aan aan een porceleinen bak, waarin draden liepen uit de electrische batterij. Hij haalde er een paar metalen platen uit en dompelde andere in de vloeistof, waarmede de bak gevuld was. Daarop nam hij zijn electrische lantaarn, doofde de olie-lampen en aanvaardde den terugtocht door de tunnel. Staat van oorlog. Hector zat te rooken en te peinzen in zijn kamer van Martha's huisje. Hij had juist twee telegrammen van de Lynx ontvangen en geen van beide waren bijzonder bemoedigend. Een ervan meldde, dat inlichtingen waren ingewonnen aan het Waterloo Station en dat niemand, die beantwoordde aan de beschrij ving van Bessie Calloway, dien bewusten morgen was uitgestapt. Er waren maar weinig passagiers geweest en men was heel zeker op dit punt. Hector was niet overtuigd, dat daar om dit spoor valsch was, misschien waren ze uit gestapt aan een voorstad-station. Hij zou daar zelf verder onderzoek naar doen. Het andere telegram betrof de rekening van Mr. Lucien Sharp. Een van de redacteu ren had den Directeur van de bank persoon lijk gesproken en deze had meegedeeld, dat op deze rekening al jaren niets was omgegaan. Er stond een crediet-saldo van veertien shil ling en elf pence op en deze had men jaren geleden reeds afgeschreven als „niet opgevor derd saldo". Niemand wist verder iets van dezen mijnheer Sharp. Hij had indertijd een adres opgegeven, dat een derde rangs pen sion bleek te zijn en dat sindsdien verschil lende keeren van eigenaar was verwisseld. De rekening was geopend met 1000, waar van telkens kleine bedragen waren opge vraagd. Hector las beide telegrammen nog eens over en toen keerden zijn gedachten terug naar Mapleton. Hij had het idee, dat deze op de een of andere manier achter de waarheid om trent de marmergroeven was gekomen en dat hij toen had getracht nadere bijzonderheden gewaar te worden om zijn afpersingspoging kans van slagen te geven. Hij had missschien geraden, dat de Calloway's in het geheim waren en daarom Bessie ontvoerd en haar door bedreigingen aan het praten gekregen. Het leek nu ook heel waarschijnlijk, dat het Mapleton was geweest, die den Ier Cassidy had gedood. Hef zenuwachtige hoesten van Mapleton in de kamer tegenover de zijne irriteerde Hector buitengewoon. Hij stond op, stak de telegram men in zijn zak en klopte de asch uit zijn pijp. Bij detectivewerk moet men zich laten leiden door zijn intuïtie, mompelde hij. Mijn instinct zegt me. dat hij Bessie in handen heeft en Cassidy heeft vermöord. Ik speel hoog spel met wat ik ga doen, maar het is terwille van het meisje. Joost weet, waar het arme kind zit. Hij klopte aan Mapleton's deur en stapte binnen zonder antwoord af te wachten. Als hij iets verwacht had van deze verrassing, werd hij teleurgesteld. De bewoner van de kamer zat aan de tafel, gebogen over een half dozijn fossielen, welke lagen uitgespreid op een wit papier. Hij had een vergrootglas in zijn hand en scheen zoo verdiept in zijn werk. dat hij niet dadelijk opkeek. Eindelijk legde hij het vergrootglas neer en knikte onver schillig. Onbeschaamdheid was -wel de grond toon van zijn heele houding en manier van optreden. Het spijt me, dat ik u moest laten wach ten maar deze testudo ornatus is zoo bijzon der. dat ik er heelemaal door in beslag werd genomen. En na een korte pauze ging hij voort: Wat is er van uw dienst, mijnheer Yeldman? Is uw tabak op of voelt u zich een zaam en heeft u behoefte aan een gezellig praatje? Als dat het geval is, dan stel ik het zeer op prijs. Hector keek den gladden vogel aan met een blik van onverholen vijandschap. Hij ne geerde den stoel, waarnaar Mapleton wees. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 14