H! GEWELDIG IS DEZE RACKET COLIERTIE GRETHA DE BRUYN Vlaamsch tooneel JU iW»iUc*' -Dames, Het Italiaansch-Fransch geschil om Tunis AGENDA. y R IJ D A"G y 'APRIE 1939 X X R Tl E M'S D A G B E A D' II De première van Willem Putman 's Negentien Jaar - 5T was een stoffige trein, die mij" env delijk, na veel gesukkel met autobus en taxi. op een drafje naar Kortrijk - bracht. Buiten den trein lag het wis selende landschap golvend in dal en helling, zoodat we nu eens het land van boven af uit gestrekt zagen liggen, dan weer tusschen twee steilten als muren in het donker door' glipten. Ondanks de regen, die met de zon af wisselde, werd er ijverig op het land gewerkt; de lente is dan ook weer in aantocht, die van heel dit golvende, maar kale land een groene en gouden vlakte maken zal. In den trein was de atmosfeer onder de passagiers gelijk aan die van den wagen zelf: stoffig en wat gedrukt. Het was warm, en de meeste reizigers zaten weggedoken in 'n hoek, de oogen gesloten, of zelfs, zooals dat in mijn coupé het geval was, lag men met de armen onder het hoofd op het naar binnen uitste kende platte vlak, dat als tafeltje dienst doet, te slapen. Verder niets dan sigarettenwalm, het gezoem en gestamp van den trein en af en toe uit de verte flarden van gesprekken, geroezemoes van stemmen, die boven het snerpende geluid van rails en grint uitkwa men. In die gesprekken hoort men door elkander Fransch en Vlaamsch en naarmate de trein vaker stopt en passagiers die in stappen, de uitstijgende vervangen, naar die mate groeit ook het Vlaamsche element in de gesprekken: desondanks rijden we meer en meer de Fran- sche grens tegemoet, want Kortrijk, of Courtrai, zooals 't in de spoorwegboekjes heet, ligt aanmerkelijk dichter bij de Fransche dan bijvoorbeeld Antwerpen bij de Hollandsche grens. Zoo mijmerend snel ik langs alle mogelijke dorpjes en kleine stadjes mijn doel tegemoet. Dat 'doel is. zooals gezegd, Kortrijk, waar ik de première zal bijwonen van een tooneelstuk van den Vlaamsehen auteur Willem Putman. Het is de eerste maal. dat ik Kortrijk zal be zoeken, waar ik dit Vlaamsche tooneel dus zal zien in de omgeving waar het geschreven werd en thuishoort. Maar als ik in Kortrijk aankom, blijkt het, dat ik nog een zee van tijd over heb die ik gebruik om wat meer van dit mooie, aan de Leie liggende stadje te bewon deren. Kortrijk is een stadje met historie, waarvan we den naam al vroeg in de geschiedenis te genkomen. een stadje uit de Middeleeuwen, een oud stadje uit den tijd van de gilden. Er zijn oude straatjes, oude kerken met schil derstukken van oude Vlaamsche meesters, o.a. van Karei van Mander. En als ik mij ein delijk vermoeid in een cafétje langs de Leie neerzet, in een hoekje bij het raam en in de zon, die inmiddels weer is doorgebroken, en ik kijk dan naar den waard die. o wonder, muziek zit te schrijven, dan voel ik mij plot seling zeer prettig in het besef een stuk leven van vroeger, dat met moderne accenten toch echt gebleven is, te hebben teruggevonden. Men behoeft het heden niet te veronachtza men, men kan een mensch blijven, die met hart en ziel deelneemt aan het leven van zijn eigen tijd, zonder daardoor toch het oog te verliezen voor al het schoone en goede, dat vroegere tijden tot stand brachten, zóó ter dege, dat het hier is overgebleven en den mo- derden tjjd dwingt er zich gematigd en naar hehooren-bij aan te sluiten, Tégen êen uur of vij f'sta ik op en begeef mij door een van de drukste en gezelligste winkel straatjes van het stadje naar de groote markt. Hier is het eeuwenoude raadhuis, waar de pers en de genoodigden, ter gelegenheid van deze première, door den burgemeester en de sche penen van de stad zullen worden ontvangen. Deze ontvangst zet al dadelijk goed in, want ze blijkt plaats te hebben in de oude en his torische schepenzaal, een prachtig voorbeeld Vair gothische bouwkunst. De burgemeester spreekt een woord van welkom. Ook de plaats vervanger van den gouverneur der provincie, die het eerevoorzitterschap van de vereeniging tot bevordering van het kunstleven in Kort rijk „Pro Arte" op zich genomen heeft. Onder patronage van deze vereeniging zal het stuk van Willem Putman, dat „Negentien Jaar" heet en het eerste deel vormt van een trilogie, welke de loutering van een vrouwen ziel in die belangrijke episodes van haar leven tot onderwerp heeft, worden opgevoerd. Het zijn weliswaar de geëikte termen, die in deze toespraken worden gebezigd, en tóch. er zit iets bijzonder sympathieks in den goeden wil van deze Vlaamsche stadsbestuurders. Wan neer burgemeester en wethouders hier zoo in nemend voor het tooneel te werk gaan, krijgt men als Noord-Nederlander al een heel spe- cialèn indruk van de goedmoedigheid, welke overigens op een allerprettigste wijze samen gaat met het gebruik van glazen wijn en sigaren. NA deze ontvangst ga ik een kamer bespre ken in een naastbij gelegen hotel en dan komen wij weer op verzoek van den auteur bij elkaar om, drinkend van de Belgische „Ex ports", met Putman in het midden, den tijd tot den aanvang van de voorstelling door te .brengen, al sprekend over tooneel en over het stuk dat wij zien zullen vooral. Putman ver telt ons. dat zijn „Negentien Jaar" eigenlijk niet voor de eerste maal wordt opgevoerd; het werd namelijk reeds eenmaal gespeeld te Waregem, de geboorteplaats van den auteur, die dit aLs een voorrecht beschouwt en de première voor zich opgeëischt heeft, zooals dat gewoonlijk het geval is. Wanneer het niet geschiedde zou de publieke opinie in Waregem zeer ontstemd geweest zijn, zegt Putman, en, nu ja, dat doe ik haar liever niet aan. Zelfs blijkt er ook over de opvoering van dit too neelstuk in Waregem reeds een uitvoerige critiek geschreven te zijn door een doctor in de biopsychologie, een critiek met lange in gewikkelde zinnen, die nog al geleerd aandoen en het spel van Putman biopsychologisch analyseeren. Putman geeft ons het artikel, er komen zinnen in voor als deze: „In het slottooneel heeft Putman, in een soort van zielsverrukking, sommige essentieele levensproblemen aangetast; heel oppervlak kig, zeker. Maar met dergelijk schrijvers talent, hetwelk de innere ervaringen gloed vol kan verbaliseeren, kan. uit diepere bezin ning, onsterfelijk tooneel geboren worden. Putman is toch de fijngevoelige, zoetgevooisde taalvirtuoos, die in rein-verkwikkende too- neel-intriges de moeilijk te bevredigen geest en hart-dualiteit tot. toppunten weet te brengen van contemplatieve schoonheid, want hier is de letterkundige toon kristalhelder en in een harmonisch-verheven rhythme, wijl de drama-verwikkelingen het gemoed aan- stooten en in spontane identifieering met het hoofdthema doet ontwaken". We moeten er nogal om lachen. Het lijkt wel of de doctor in zijn eigen dorp niet genoeg waardeering geniet, het klinkt zoo gewichtig; Putman zelf Jacht ermee. En zoo keuvelend brengen we ge- in een Vlaamsch stadje 'noegelijk den tijd door, die ons nog van de opening scheidt. Maar eindeiijk gaan we dan naar den schouwburg, gezamenlijk, en weer valt het ons op, wanneer we den schouwburg betreden, hoeveel schooner en grooter deze is, dan wij voor een stadje als Kortrijk hadden kunnen verwachten. Er is een groote drukte, want de belangstel ling voor dit nieuwe Vlaamsche werk is niet gering. Bovendien is Putman een geziene fi guur in zijn stad en speelt hijzelf in zijn stuk een van de hoofdrollen. Het drama dat wij te zien krijgen ligt, hoewel het zielkundig gege ven nogal Fransch van opvatting is, in een echt en zuiver Vlaamsch milieu. De inhoud ervan is ongeveer deze. Er be staat een attractie tusschen den vijftigjarigen Johan Herder, de rol, die Putman zelf speelt, een artistiek en gevoelig mensch met een „verleden" dat hem kwelt, en een negen tienjarig meisje, Rita, dat de dochter is van Herder's besten vriend. Deze betrekking, ont staan door zijn veelvuldigen omgang met haar als een oudere vriend, groeit bij Rita uit tot een liefde, die Herder, als hij dit ontdekt, be grijpelijkerwijze tracht te verhinderen, hoe wel ook hij veel van Rita houdt. Hij tracht haar te doen begrijpen, maar het gelukt hem niet, zij wil niets anders dan hem liefhebben. Nu is er in het dorp pas een nieuw orgel in de kerk gekomen, dat voor de eerste maal be speeld zal worden door een groot kunstenaar, Polsen. Deze is de echtgenoot van de vrouw, waar Herder vroeger mee geleefd heeft en die dus de bron is van zijn verleden. Wanneer deze vrouw verneemt, dat het dorp waar haar man spelen moet. ook het dorp is, waar haar vroegere geliefde Herder thans woont, gaat zij met Polsen mee. hoewel zij doodziek is; nog eenmaal wil zij hem zien. En inderdaad komt zijn uitgeput en lijdend bij hem aan. juist op een avond dat ook Rita heimelijk bij hem gekomen is, zeer tegen den zin van Her der overigens. In haar tegenwoordigheid sterft nu deze vrouw, en nu begint Rita te begrij pen, wat Herder haar zoo lang reeds aan het verstand trachtte tc brengen. Dit wordt de ze delijke overwinning van Herder en de redding van Rita. Heel de achtergrond van dit drama is Vlaamsch tot in hart en nieren, met men- schen zooals zij in deze streken voorkomen, vol van kleine ambities en hartstochten; er is een partij van „het orgel in de kerk" en een partij van „de beiaard op het stadhuis"; er komt een „socialist" in voor en een koster, die voortdurend ruzie hebben: een brouwer en een brouwersknecht, die men misschien wel het symbool van Vlaanderen noemen kan; een dienstmeid en een dorpsonderwijzer, een echte schoolvos en franskiljon, die ieder Ne- derlandsch of liever Vlaamsch woord door twee Fransche volgen doet; het is heel dat typisch en pittoresk milieu van een Vlaamsch dorpsplein, waar men praat en eet en bier drinkt vooral, dat milieu waar men elkander vinnig en aanhoudend dwars kan zitten, maar waar men tegelijkertijd toch ook trouwhartig en gevoelig van inborst is. Het is dan ook geen wonder dat het stuk, waarin vooral de twee hoofdrollen: Rita, het riegehtiénjarig meisje, en Herder, het voor werp van Maar liefde, opvielen, luid door de. toeschouwers werd toegejuicht, en dat de spe lers met vele bloemen werden gehuldigd. Toch was er vooral in het drama zelf nogal veel geweest, dat men qua tooneel gewaagd zou kunnen noemen. Ook in dit opzicht bleek de Vlaamsche trouwhartigheid en eerlijkheid, want na de beëindiging van het stuk kwamen spelers en genoodigden weer in het café bij elkander om nog gezellig wat na te praten onder een glas je bier en een sigaar en hier werd Putman openhartig gewezen op de zwak ke plaatsen in zijn speler werd critiek gele verd en ontvangen, maar de toon, waarop dit geschiedde had niets vijandigs. Integendeel, het was een gesprek als van „vrienden-onder- elkaar". Eerst tegen twee uur 's nachts wer den dan ook pas de bedden opgezocht. Den volgenden morgen had ik nog even ge legenheid den auteur, dien ik in een gemoe delijke stemming aantrof, op te zoeken. Na tuurlijk ging ons gesprek weer over het too neel, want Putman is behalve tooneel- en romanschrijver ook een voortreffelijk too- neel-criticus, die dit werk met een zeer groote belangstelling en liefde voor het tooneel ver richt. Hij uitte zijn voldoening over het feit, dat men zooveel leeren kan door mee te spe len in een stuk, dat men zelf heeft geschre ven, omdat men daardoor zelf de zwakheden en inzinkingen het best ervaart. Ons gesprek duurde ditmaal niet zoo lang door tijdsgebrek aan beide kanten; Putman had een afspraak, ik werd door mijn journa listieke bezigheden weer uit het Vlaamsche land naar Brussel geroepen. Het stoffige trein tje bracht mij weer langs denzelfden weg te rug en na anderhalf uur sta ik weer midden in een luidruchtige, daverende stad met ver achter mij de romantiek van een oud Vlaamsch Verleden JAN GRESHOFF SLAZENGER Fred Perry i 35.75 Queen f 34.75 Victory 24.75 Player 18.75 Whirlwind 15.95 WILLIAMS Driva-Auna 31 Driva-Exela 27.— DONNAY Super Bel f30.— Sunshine 15.50 Darsonval Nova 14.50 AUSTRALISCHE Swiftshot 32.50 His Majesty 30.50 Aristocrat 28.— WIFRA Second to None 36.— Black Prince 27.50 Globe A, B, C, D, E 25.75 f 12,— Hercules 8.50 University 6.75 Eton 4.75 Universal 3.95 GRETHA DE BRUYN Reclame-wedstrijd racket, met origlneele Tracy bespanning 25.— Al deze rackets kunt U op elke ge- wenschte spanning besnaard krijgen. Op rackets korting andere tennisartikelen 15%. Prijscouranten met volledige spelregels en wenken verkrijgbaar. SPORTMAG AZIJN TWIJNDERSLAAN 7 TELEF. 15116 Adv. Ingez. Med.) Rijksontvanger van Elburg veroordeeld. ZWOLLE, 6 ApriL De rechtbank te Zwolle ver oordeelde vandaag .den rijksontvanger te Elburg, D. S„ die veertien dagen geleden terecht stond wegens overtreding der artikelen 359 en" 321- van het wetboek van strafrecht: het zich meer malen opzettelijk toeëigenen van gelden ten nar deele van het rijk," tot een bedrag van f 21.589, tot zeven maanden gevangenisstraf, met aftrek van de preventieve hechtenis. De eisch was ne gen maanden, eveneens met aftrek. JHR. DR. L. E. M. Von FISENNE OVERLEDEN 's GRAVENHAGE, 6 April. Gisteravond is in 65-jarigen ouderdom na langdurige ziekte te zijnen huize te Rijswijk overleden jhr. dr. L. E. M. von Fisenne, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Juist voor de Paasdagen VINDT U BIJ BIJZONDERE AANBIEDINGEN Orig. Amer. Crêpe KOUS 98 ct. GARNITUURS 2.45 3-delig, rose en bleu. 0 PYJAMA'S, chique, rose en bleu 2.50 NACHTHEMDJES vanaf 1.45 0 CHEMISE ENVELOPPE 1.45 I voor sport en wandelkleding. r-Bij aankoop van 2.50 eeni Laardig PAAS-SOUVENIR!_l 179 Groote Houtstraat 179 (Adv. Ingez. Med.) Hoe Frankrijk zelf het in de wereld bracht. Hef sfatuut der Italianen in Tunis. VOOR een goed begrip van de beteeke- nis van politieke verwikkelingen, on verschillig of die zich voordoen op nationaal dan wel op internationaal gebied, kan kennis van de geschiedenis veelal van groot nut zijn. Wanneer men alles van een ruzie weet, in het bijzonder de voorge schiedenis, dan kan dat meermalen de houding van een of van beide ruzie hebbende partijen, zooal niet ten volle vergeeflijk maken dan toch beter doen begrijpen. Dat geldt ongetwijfeld ook in belangrijke mate ten opzichte van den Italiaansch- Franschen strijd inzake Tunis. En dan grijp ik ditmaal niet ver terug in het boek der historie en laat ik dus rusten wat er aan de vestiging van het Fransche protectoraat over het toen ook zoo vurig door Italië begeerde Tunis in 1881 voorafging en kort daarop volgde. Zeker kan ik dit alles laten Ioopen bij een poging te verklaren hoe afgezien nu nog van het belang, dat elk van beiden hierbij meent te hebben zoowel Frankrijk als toch ook Italië deugdelijke argumenten kunnen aanvoeren voor de over een weer aangenomen houding, dat de een aan den ander het initiatief enscht over te laten om te verklaren tot elke nieuwe regeling betref fende Tunis men bereid is. Voorop zij nog even gesteld, dat in 1896 een drietal overeenkomsten tusschen de beide landen tot stand kwam waarbij de onder linge verhoudingen ten opzichte van het protectoraat geregeld werden. Zij sloten toen een handels- en scheepvaartverdrag, wat aan Italiaansche en Tunesische handels schepen over en weer de meest-begunstigings- behandeling verzekerde, waarbij op den "voor grond stond dat de Italianen geen aanspraak zouden hebben op de behandeling die de Fransche in Tunis genoten. Dit verplichte hen meteen het protectoraatsrecht van Frankrijk over dit gebied te erkennen, wat zij tot dusverre achterwege hadden gelaten. Voorts gingen zij een vestigingsverdrag aan. dat dadelijk de bepalingen in het leven riep aangaande het statuut (de bijzondere rech ten) van de Italianen in Tunis daarover straks nader en tenslotte kwam er. als nummer drie in de rij, een uitleveringsver drag tot stand. De drie conventies zouden tot I October 1905 van kracht blijven, behoudens opzegging voor dien datum en anders zouden zij verder van jaar tot jaar blijven loopen met be voegdheid van elk der beide partijen tot tijdige opzegging (n.I. een jaar te voren). Van die bevoegdheid nu heeft Frankrijk op 9 September 1918 gebruik gemaakt door de twee eerstgenoemde verdragen op te zeggen. Met Italië kwam het echter meteen overeen dat zoo lang tengevolge van onderhandelingen deze van 1896 dateerende conventies niet door nieuwe vervangen zouden zijn zij geacht zou den worden stilzwijgend van 3 maanden tot 3 maanden voort te duren. Dat is nu tot op den huldigen dag' tenslotte het geval geweest. Wel werden Mussolini en Laval het in Januari 1935 tgiijlangeleste eens over een stel nieuwe regelingen, doch tenslotte kregen die doordat Italië de bekrachtiging achterwege liet. geen rechtskracht. Van Franschen kant zegt men thans dat zulks een gevolg is van Italië's eigen verlan gen en dat Franrijk toch in elk geval in 1935 getoond heeft waartoe het bereid was. Als dus Italië nu beweert dat hetgeen in dat jaar tot stand kwam niet (meer) geldt, dan al dus een opzichzelf heel begrijpelijke rede neering van de heeren in Parijs is het aan de heeren in Rome om te laten weten wat zij thans wel willen en wenschen. Daarentegen kan anderzijds door de Italia nen worden aangevoerd dat niet zij. doch de Franschen in 1918 de twee belangrijkste con venties over Tunis afkomstig van het jaar 1896, hebben opgezegd, dat Frankrijk dus het balletje aan het rollen heeft gebracht en daarom nu maar zeggen moet wat het zich voorstelt van de regelingen, die in de plaats van die van 1896 zouden moeten trèden. We leven snel en dus is het volkomen ver klaarbaar dat het gros van hen, die zich wel voor deze Italiaanseh-Fransche verwikkelin gen interesseeren, maar toch niet in alle op zichten thuis zijn in de materie, thans geen flauw idee meer hebben waaromFrankrijk op 9 Sept. 191S. dus terwijl de wereldoorlog, waarin het Italië nota bene tot zijn bondgenooten mocht rekenen, nog gaande was, tot die op zegging overging. Welaan, Frankrijk liet de Italiaansche regeering door middel van den Franschen ambassadeur te Rome weten, dat er heusch niets kwaads mee bedoeld was. dat er geen enkele verborgen politieke gedachte achter zat. Het wenschte alleen al zijn vrij heid van beweging ten opzichte van zijn be leid op handelsgebied, dat het na afloop der vijandelijkheden in overeenstemming wilde kunnen brengen met de nieuwe situaties, die de wereldoorlog geschapen zou hebben. En het begeerde in staat te wezen speciaal zij'n in ternationale betrekkingen met de geallieerde landen op de meest geschikte grondslagen te ontwikkelen en perfectioneeren. Zietdaar de door de Fransche regeering voor de opzegging van de twee conventies van 1896 aangevoerde overwegingen. De Paaschhaas gesnapt. dat in het bijzonder het Statuut der Ita lianen in Tunis, zooals dat in 1896 was vast gesteld, een situatie handhaafde, die op den duur aan Frankrijk moeilijk welgevallig kon zijn. Immers, dank zij de betreffende bepa lingen, vielen de Italianen in Tunis niet onder de Fransche of Tunesische nationaliteitswet- ten. Van geslacht tot geslacht konden zij de Italiaansche nationaliteit behouden, terwijl het niet mogelijk, ja verboden zou zijn hen op den een of anderen dag automatisch door middel van een daartoe strekkende wet ge zamenlijk tot Franschen te maken. Dientengevolge bleef een zeer talrijk deel van de Europeesche ingezetenen van Tunis (nog steeds ongeveer de helft) Italiaansch Nog afgezien van de eveneens in 1896 gehand haafde privileges voor de Italiaansche scholen in het protectoraat was deze regeling den Franschen op den duur een doorn in het oog en leidde zii in de praktijk trouwens tot ver schillende verwikkelingen. Toen in Januari 1935 o.m. omtrent een nieuwe regeling op dit punt overeenstemming tot stand kwam. bracht deze tenslotte voor deel aan Frankrijk. Immers op den duur zou den deze voorrechten voor de Italianen ver dwijnen en geleidelijk geliquideerd worden, zoodat de Italiaansche scholen met ingang van 1955 aan de Fransche onderwijs voor schriften onderworpen zouden worden en van 1965 af de Fransche wetgeving op het stuk van nationaliteit in Tunis ook op de Italianen van toepassing zou wezen. Wellicht zou Mussolini thans in dit opzicht het liefst de bepalingen van 1896 verlengd willen zien, maai* al werken deze nog tijdelijk van drie maanden tot drie maanden door. zoo ligt het toch voor de hand dat Frankrijk bitter weinig zal voelen voor een eenigszins duurzame verlenging van het mede in Sep tember 1918 opgezegde Statuut. Aan den an deren kant ware het er misschien wel voor te vinden op dit punt den Italianen nu wat meer te bieden dan deze in 1935 konden krij gen. Moge het niet te lang duren eer dat partijen er in zullen slagen niet slechts aan het loven en bieden te gaan, maar ook een accoord te bereiken, dat verbetering van hun onderlinge betrekkingen ln belangrijke mate zal kunnen bevorderen. Daaraan toch bestaat maar al te zeer behoefte, ook uit een gezichts hoek bekeken, die nog iets ruimer is dan die van de beide rivalen! DR. E. VAN RAALTE. SHIRTS VAN TRICOLINE TRICOLINE uni I 5.50 an wov.n 6 50 «Han mat 2 Trubanljt boorden an 2 paar manehattan5.90 WEMCOLUX14 90 WEMCOREX prlntad f 3.90 an wov.n 14 25, (Adv. Ingez. Mcd.) Werkkamp voor voorwaardelijk veroordeelden Plannen nemen thans vasten vorm aan. De plannen tot stichting van een werkkamp voor jeugdige voorwaardelijk veroordeelden, nemen thans vasten vorm aan. Naar Het Volk verneemt, heeft het „Nederlandsch Genoot schap tot Zedelijke Verbetering der Gevan genen" thans een belangrijk bedrag be schikbaar gesteld voor dc stichting van een eerste kamp, dat waarschijnlijk in het Gooi zal worden gebouwd en dat, voorloopig bij wijze van proef, voor dertig jongens zal wor den ingericht. Op den duur zal de exploitatie van dit kamp slechts mogelijk zijn, indien voor dit belang rijke reclasseeringswerk van particuliere zijde met milde hand geld wordt gegeven. Men zal zich herinneren, dat op de justitie- begrooting een bedrag van f 17.200 was uit getrokken. om de opname van jeugdige voor waardelijk veroordeelden in werkkampen mo gelijk te maken. Een gedeelte van deze post zal thans aan het in het Gooi te bouwen eerste kamp ten goede komen, en wel in dezen vorm. dat de regeering een verplegingssubsldie per jongen en per dag zal verstrekken. Voor plaatsing in dit kamp komen jongens tusschen de 16 en 21 jaar in aanmerking, die voorwaardelijk zijn veroordeeld, met de bij zondere voorwaarde, dat zij zich in een werk kamp zullen laten opnemen. De klemtoon valt hierbij op de eerste lettergreep van het woord werkkamp. Deze wijze van heropvoeding van met den strafrechter in aanraking geko men jonge menschen, is toch speciaal be stemd voor hen die door den invloed van werk loosheid tot misdrijf zijn .gekomen. DE WEG NAAR DE SCHOONHEID is de weg naar de jeugd, of juister, naar het behoud of de herkrijging van een jeugdige huid. Het is eveneens de weg ter bestrijding van de foutjes en oneffenheidjes van de huid, die een zoo ongunstigen invloed op het uiter lijk hebben. Een van de natuur afgekeken middel voor dit doel is Sulfoderm-poedcr. dat door versnelling van de huidvernieuwing ook de grootere en kleinere foutjes van de huid wegneemt. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten. (Adv. Ingez. Med.) Heden: VRIJDAG 7 APRIL Rozekruisers Genootschap, Bakenessergracht 13: Openbare voordracht. M. Verhoog. 7.15 uur. Luxor Theater: „De onsterfelijke wals". 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: Fernandel in: „Met een kwartje de wereld rond". Op het tooneel: Koos Koen. 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals Theater: „Morgen gaat 't beter", 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace Familie Cinema: „Marionetten" en Ru dolph Valentino in „De zoon van den Sheik." 8.15 uur. 's Middags 2 uur: „Sneeuwwitje en de zeven dwergen". Moviac Theater: „Kara-ben-Nemsi" en film reportage „De Straat". 2.30, 7.15 en 9.15 uur. Spaarne Theater: „De drie Musketiers" en „Het perfecte Alibi". 8 uur. ZATERDAG 8 APRIL Stadsschouwburg: H>t Ned. Tooneel: „Schijn en Werkelijkheid", 8.15 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en 's avonds Teyler's Museum, Spaarne 16, 11—3 uur. be- lalve 's Maandags. Toegang vrij. Palestina Diorama's, Schotersingel 117a. Ge opend eiken werkdag (behalve Vrijdags) van 3—5 en 7—9 uur,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 11