H!
GEWELDIG IS DEZE
RACKET COLIERTIE
GRETHA DE BRUYN
Vlaamsch tooneel
JU iW»iUc*'
-Dames,
Het Italiaansch-Fransch geschil om Tunis
AGENDA.
y R IJ D A"G y 'APRIE 1939
X X R Tl E M'S D A G B E A D'
II
De première van
Willem Putman 's
Negentien Jaar
- 5T was een stoffige trein, die mij" env
delijk, na veel gesukkel met autobus
en taxi. op een drafje naar Kortrijk
- bracht. Buiten den trein lag het wis
selende landschap golvend in dal en helling,
zoodat we nu eens het land van boven af uit
gestrekt zagen liggen, dan weer tusschen
twee steilten als muren in het donker door'
glipten. Ondanks de regen, die met de zon af
wisselde, werd er ijverig op het land gewerkt;
de lente is dan ook weer in aantocht, die van
heel dit golvende, maar kale land een groene
en gouden vlakte maken zal.
In den trein was de atmosfeer onder de
passagiers gelijk aan die van den wagen zelf:
stoffig en wat gedrukt. Het was warm, en de
meeste reizigers zaten weggedoken in 'n hoek,
de oogen gesloten, of zelfs, zooals dat in mijn
coupé het geval was, lag men met de armen
onder het hoofd op het naar binnen uitste
kende platte vlak, dat als tafeltje dienst doet,
te slapen. Verder niets dan sigarettenwalm,
het gezoem en gestamp van den trein en af
en toe uit de verte flarden van gesprekken,
geroezemoes van stemmen, die boven het
snerpende geluid van rails en grint uitkwa
men.
In die gesprekken hoort men door elkander
Fransch en Vlaamsch en naarmate de trein
vaker stopt en passagiers die in stappen, de
uitstijgende vervangen, naar die mate groeit
ook het Vlaamsche element in de gesprekken:
desondanks rijden we meer en meer de Fran-
sche grens tegemoet, want Kortrijk, of
Courtrai, zooals 't in de spoorwegboekjes heet,
ligt aanmerkelijk dichter bij de Fransche dan
bijvoorbeeld Antwerpen bij de Hollandsche
grens.
Zoo mijmerend snel ik langs alle mogelijke
dorpjes en kleine stadjes mijn doel tegemoet.
Dat 'doel is. zooals gezegd, Kortrijk, waar ik
de première zal bijwonen van een tooneelstuk
van den Vlaamsehen auteur Willem Putman.
Het is de eerste maal. dat ik Kortrijk zal be
zoeken, waar ik dit Vlaamsche tooneel dus
zal zien in de omgeving waar het geschreven
werd en thuishoort. Maar als ik in Kortrijk
aankom, blijkt het, dat ik nog een zee van tijd
over heb die ik gebruik om wat meer van dit
mooie, aan de Leie liggende stadje te bewon
deren.
Kortrijk is een stadje met historie, waarvan
we den naam al vroeg in de geschiedenis te
genkomen. een stadje uit de Middeleeuwen,
een oud stadje uit den tijd van de gilden. Er
zijn oude straatjes, oude kerken met schil
derstukken van oude Vlaamsche meesters,
o.a. van Karei van Mander. En als ik mij ein
delijk vermoeid in een cafétje langs de Leie
neerzet, in een hoekje bij het raam en in de
zon, die inmiddels weer is doorgebroken, en
ik kijk dan naar den waard die. o wonder,
muziek zit te schrijven, dan voel ik mij plot
seling zeer prettig in het besef een stuk leven
van vroeger, dat met moderne accenten toch
echt gebleven is, te hebben teruggevonden.
Men behoeft het heden niet te veronachtza
men, men kan een mensch blijven, die met
hart en ziel deelneemt aan het leven van zijn
eigen tijd, zonder daardoor toch het oog te
verliezen voor al het schoone en goede, dat
vroegere tijden tot stand brachten, zóó ter
dege, dat het hier is overgebleven en den mo-
derden tjjd dwingt er zich gematigd en naar
hehooren-bij aan te sluiten,
Tégen êen uur of vij f'sta ik op en begeef mij
door een van de drukste en gezelligste winkel
straatjes van het stadje naar de groote markt.
Hier is het eeuwenoude raadhuis, waar de pers
en de genoodigden, ter gelegenheid van deze
première, door den burgemeester en de sche
penen van de stad zullen worden ontvangen.
Deze ontvangst zet al dadelijk goed in, want
ze blijkt plaats te hebben in de oude en his
torische schepenzaal, een prachtig voorbeeld
Vair gothische bouwkunst. De burgemeester
spreekt een woord van welkom. Ook de plaats
vervanger van den gouverneur der provincie,
die het eerevoorzitterschap van de vereeniging
tot bevordering van het kunstleven in Kort
rijk „Pro Arte" op zich genomen heeft. Onder
patronage van deze vereeniging zal het
stuk van Willem Putman, dat „Negentien
Jaar" heet en het eerste deel vormt van een
trilogie, welke de loutering van een vrouwen
ziel in die belangrijke episodes van haar leven
tot onderwerp heeft, worden opgevoerd. Het
zijn weliswaar de geëikte termen, die in deze
toespraken worden gebezigd, en tóch. er zit
iets bijzonder sympathieks in den goeden wil
van deze Vlaamsche stadsbestuurders. Wan
neer burgemeester en wethouders hier zoo in
nemend voor het tooneel te werk gaan, krijgt
men als Noord-Nederlander al een heel spe-
cialèn indruk van de goedmoedigheid, welke
overigens op een allerprettigste wijze samen
gaat met het gebruik van glazen wijn en
sigaren.
NA deze ontvangst ga ik een kamer bespre
ken in een naastbij gelegen hotel en dan
komen wij weer op verzoek van den auteur bij
elkaar om, drinkend van de Belgische „Ex
ports", met Putman in het midden, den tijd
tot den aanvang van de voorstelling door te
.brengen, al sprekend over tooneel en over het
stuk dat wij zien zullen vooral. Putman ver
telt ons. dat zijn „Negentien Jaar" eigenlijk
niet voor de eerste maal wordt opgevoerd;
het werd namelijk reeds eenmaal gespeeld te
Waregem, de geboorteplaats van den auteur,
die dit aLs een voorrecht beschouwt en de
première voor zich opgeëischt heeft, zooals
dat gewoonlijk het geval is. Wanneer het niet
geschiedde zou de publieke opinie in Waregem
zeer ontstemd geweest zijn, zegt Putman, en,
nu ja, dat doe ik haar liever niet aan. Zelfs
blijkt er ook over de opvoering van dit too
neelstuk in Waregem reeds een uitvoerige
critiek geschreven te zijn door een doctor in
de biopsychologie, een critiek met lange in
gewikkelde zinnen, die nog al geleerd aandoen
en het spel van Putman biopsychologisch
analyseeren. Putman geeft ons het artikel, er
komen zinnen in voor als deze:
„In het slottooneel heeft Putman, in een
soort van zielsverrukking, sommige essentieele
levensproblemen aangetast; heel oppervlak
kig, zeker. Maar met dergelijk schrijvers
talent, hetwelk de innere ervaringen gloed
vol kan verbaliseeren, kan. uit diepere bezin
ning, onsterfelijk tooneel geboren worden.
Putman is toch de fijngevoelige, zoetgevooisde
taalvirtuoos, die in rein-verkwikkende too-
neel-intriges de moeilijk te bevredigen geest
en hart-dualiteit tot. toppunten weet te
brengen van contemplatieve schoonheid, want
hier is de letterkundige toon kristalhelder en
in een harmonisch-verheven rhythme, wijl
de drama-verwikkelingen het gemoed aan-
stooten en in spontane identifieering met
het hoofdthema doet ontwaken". We moeten
er nogal om lachen. Het lijkt wel of de doctor
in zijn eigen dorp niet genoeg waardeering
geniet, het klinkt zoo gewichtig; Putman zelf
Jacht ermee. En zoo keuvelend brengen we ge-
in een Vlaamsch stadje
'noegelijk den tijd door, die ons nog van de
opening scheidt.
Maar eindeiijk gaan we dan naar den
schouwburg, gezamenlijk, en weer valt het ons
op, wanneer we den schouwburg betreden,
hoeveel schooner en grooter deze is, dan wij
voor een stadje als Kortrijk hadden kunnen
verwachten.
Er is een groote drukte, want de belangstel
ling voor dit nieuwe Vlaamsche werk is niet
gering. Bovendien is Putman een geziene fi
guur in zijn stad en speelt hijzelf in zijn stuk
een van de hoofdrollen. Het drama dat wij te
zien krijgen ligt, hoewel het zielkundig gege
ven nogal Fransch van opvatting is, in een
echt en zuiver Vlaamsch milieu.
De inhoud ervan is ongeveer deze. Er be
staat een attractie tusschen den vijftigjarigen
Johan Herder, de rol, die Putman zelf speelt,
een artistiek en gevoelig mensch met een
„verleden" dat hem kwelt, en een negen
tienjarig meisje, Rita, dat de dochter is van
Herder's besten vriend. Deze betrekking, ont
staan door zijn veelvuldigen omgang met haar
als een oudere vriend, groeit bij Rita uit tot
een liefde, die Herder, als hij dit ontdekt, be
grijpelijkerwijze tracht te verhinderen, hoe
wel ook hij veel van Rita houdt. Hij tracht
haar te doen begrijpen, maar het gelukt hem
niet, zij wil niets anders dan hem liefhebben.
Nu is er in het dorp pas een nieuw orgel in de
kerk gekomen, dat voor de eerste maal be
speeld zal worden door een groot kunstenaar,
Polsen. Deze is de echtgenoot van de vrouw,
waar Herder vroeger mee geleefd heeft en
die dus de bron is van zijn verleden. Wanneer
deze vrouw verneemt, dat het dorp waar haar
man spelen moet. ook het dorp is, waar haar
vroegere geliefde Herder thans woont, gaat
zij met Polsen mee. hoewel zij doodziek is;
nog eenmaal wil zij hem zien. En inderdaad
komt zijn uitgeput en lijdend bij hem aan.
juist op een avond dat ook Rita heimelijk bij
hem gekomen is, zeer tegen den zin van Her
der overigens. In haar tegenwoordigheid sterft
nu deze vrouw, en nu begint Rita te begrij
pen, wat Herder haar zoo lang reeds aan het
verstand trachtte tc brengen. Dit wordt de ze
delijke overwinning van Herder en de redding
van Rita.
Heel de achtergrond van dit drama is
Vlaamsch tot in hart en nieren, met men-
schen zooals zij in deze streken voorkomen,
vol van kleine ambities en hartstochten; er is
een partij van „het orgel in de kerk" en een
partij van „de beiaard op het stadhuis"; er
komt een „socialist" in voor en een koster, die
voortdurend ruzie hebben: een brouwer en
een brouwersknecht, die men misschien wel
het symbool van Vlaanderen noemen kan;
een dienstmeid en een dorpsonderwijzer, een
echte schoolvos en franskiljon, die ieder Ne-
derlandsch of liever Vlaamsch woord door
twee Fransche volgen doet; het is heel dat
typisch en pittoresk milieu van een Vlaamsch
dorpsplein, waar men praat en eet en bier
drinkt vooral, dat milieu waar men elkander
vinnig en aanhoudend dwars kan zitten, maar
waar men tegelijkertijd toch ook trouwhartig
en gevoelig van inborst is.
Het is dan ook geen wonder dat het stuk,
waarin vooral de twee hoofdrollen: Rita, het
riegehtiénjarig meisje, en Herder, het voor
werp van Maar liefde, opvielen, luid door de.
toeschouwers werd toegejuicht, en dat de spe
lers met vele bloemen werden gehuldigd.
Toch was er vooral in het drama zelf nogal
veel geweest, dat men qua tooneel gewaagd
zou kunnen noemen. Ook in dit opzicht bleek
de Vlaamsche trouwhartigheid en eerlijkheid,
want na de beëindiging van het stuk kwamen
spelers en genoodigden weer in het café bij
elkander om nog gezellig wat na te praten
onder een glas je bier en een sigaar en hier
werd Putman openhartig gewezen op de zwak
ke plaatsen in zijn speler werd critiek gele
verd en ontvangen, maar de toon, waarop dit
geschiedde had niets vijandigs. Integendeel,
het was een gesprek als van „vrienden-onder-
elkaar". Eerst tegen twee uur 's nachts wer
den dan ook pas de bedden opgezocht.
Den volgenden morgen had ik nog even ge
legenheid den auteur, dien ik in een gemoe
delijke stemming aantrof, op te zoeken. Na
tuurlijk ging ons gesprek weer over het too
neel, want Putman is behalve tooneel- en
romanschrijver ook een voortreffelijk too-
neel-criticus, die dit werk met een zeer groote
belangstelling en liefde voor het tooneel ver
richt. Hij uitte zijn voldoening over het feit,
dat men zooveel leeren kan door mee te spe
len in een stuk, dat men zelf heeft geschre
ven, omdat men daardoor zelf de zwakheden
en inzinkingen het best ervaart.
Ons gesprek duurde ditmaal niet zoo lang
door tijdsgebrek aan beide kanten; Putman
had een afspraak, ik werd door mijn journa
listieke bezigheden weer uit het Vlaamsche
land naar Brussel geroepen. Het stoffige trein
tje bracht mij weer langs denzelfden weg te
rug en na anderhalf uur sta ik weer midden
in een luidruchtige, daverende stad met ver
achter mij de romantiek van een oud
Vlaamsch Verleden
JAN GRESHOFF
SLAZENGER
Fred Perry i 35.75
Queen f 34.75
Victory 24.75
Player 18.75
Whirlwind 15.95
WILLIAMS
Driva-Auna 31
Driva-Exela 27.—
DONNAY
Super Bel f30.—
Sunshine 15.50
Darsonval Nova 14.50
AUSTRALISCHE
Swiftshot 32.50
His Majesty 30.50
Aristocrat 28.—
WIFRA
Second to None 36.—
Black Prince 27.50
Globe A, B, C, D, E 25.75 f 12,—
Hercules 8.50
University 6.75
Eton 4.75
Universal 3.95
GRETHA DE BRUYN
Reclame-wedstrijd racket, met origlneele
Tracy bespanning 25.—
Al deze rackets kunt U op elke ge-
wenschte spanning besnaard krijgen.
Op rackets korting
andere tennisartikelen 15%.
Prijscouranten met volledige spelregels
en wenken verkrijgbaar.
SPORTMAG AZIJN
TWIJNDERSLAAN 7 TELEF. 15116
Adv. Ingez. Med.)
Rijksontvanger van Elburg
veroordeeld.
ZWOLLE, 6 ApriL De rechtbank te Zwolle ver
oordeelde vandaag .den rijksontvanger te Elburg,
D. S„ die veertien dagen geleden terecht stond
wegens overtreding der artikelen 359 en" 321-
van het wetboek van strafrecht: het zich meer
malen opzettelijk toeëigenen van gelden ten nar
deele van het rijk," tot een bedrag van f 21.589,
tot zeven maanden gevangenisstraf, met aftrek
van de preventieve hechtenis. De eisch was ne
gen maanden, eveneens met aftrek.
JHR. DR. L. E. M. Von FISENNE OVERLEDEN
's GRAVENHAGE, 6 April. Gisteravond is in
65-jarigen ouderdom na langdurige ziekte te
zijnen huize te Rijswijk overleden jhr. dr. L. E.
M. von Fisenne, lid van Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland.
Juist voor de Paasdagen
VINDT U BIJ
BIJZONDERE AANBIEDINGEN
Orig. Amer. Crêpe KOUS 98 ct.
GARNITUURS 2.45
3-delig, rose en bleu.
0 PYJAMA'S, chique, rose en
bleu 2.50
NACHTHEMDJES vanaf 1.45
0 CHEMISE ENVELOPPE 1.45
I voor sport en wandelkleding.
r-Bij aankoop van 2.50 eeni
Laardig PAAS-SOUVENIR!_l
179 Groote Houtstraat 179
(Adv. Ingez. Med.)
Hoe Frankrijk zelf het in de wereld bracht.
Hef sfatuut der Italianen
in Tunis.
VOOR een goed begrip van de beteeke-
nis van politieke verwikkelingen, on
verschillig of die zich voordoen op
nationaal dan wel op internationaal
gebied, kan kennis van de geschiedenis veelal
van groot nut zijn. Wanneer men alles van
een ruzie weet, in het bijzonder de voorge
schiedenis, dan kan dat meermalen de
houding van een of van beide ruzie hebbende
partijen, zooal niet ten volle vergeeflijk
maken dan toch beter doen begrijpen.
Dat geldt ongetwijfeld ook in belangrijke
mate ten opzichte van den Italiaansch-
Franschen strijd inzake Tunis. En dan grijp
ik ditmaal niet ver terug in het boek der
historie en laat ik dus rusten wat er aan de
vestiging van het Fransche protectoraat over
het toen ook zoo vurig door Italië begeerde
Tunis in 1881 voorafging en kort daarop
volgde. Zeker kan ik dit alles laten Ioopen
bij een poging te verklaren hoe afgezien
nu nog van het belang, dat elk van beiden
hierbij meent te hebben zoowel Frankrijk
als toch ook Italië deugdelijke argumenten
kunnen aanvoeren voor de over een weer
aangenomen houding, dat de een aan den
ander het initiatief enscht over te laten om
te verklaren tot elke nieuwe regeling betref
fende Tunis men bereid is.
Voorop zij nog even gesteld, dat in 1896
een drietal overeenkomsten tusschen de beide
landen tot stand kwam waarbij de onder
linge verhoudingen ten opzichte van het
protectoraat geregeld werden. Zij sloten toen
een handels- en scheepvaartverdrag,
wat aan Italiaansche en Tunesische handels
schepen over en weer de meest-begunstigings-
behandeling verzekerde, waarbij op den "voor
grond stond dat de Italianen geen aanspraak
zouden hebben op de behandeling die de
Fransche in Tunis genoten. Dit verplichte
hen meteen het protectoraatsrecht van
Frankrijk over dit gebied te erkennen, wat zij
tot dusverre achterwege hadden gelaten.
Voorts gingen zij een vestigingsverdrag aan.
dat dadelijk de bepalingen in het leven riep
aangaande het statuut (de bijzondere rech
ten) van de Italianen in Tunis daarover
straks nader en tenslotte kwam er. als
nummer drie in de rij, een uitleveringsver
drag tot stand.
De drie conventies zouden tot I October
1905 van kracht blijven, behoudens opzegging
voor dien datum en anders zouden zij verder
van jaar tot jaar blijven loopen met be
voegdheid van elk der beide partijen tot tijdige
opzegging (n.I. een jaar te voren).
Van die bevoegdheid nu heeft Frankrijk op
9 September 1918 gebruik gemaakt door de
twee eerstgenoemde verdragen op te zeggen.
Met Italië kwam het echter meteen overeen
dat zoo lang tengevolge van onderhandelingen
deze van 1896 dateerende conventies niet door
nieuwe vervangen zouden zijn zij geacht zou
den worden stilzwijgend van 3 maanden tot 3
maanden voort te duren. Dat is nu tot op den
huldigen dag' tenslotte het geval geweest. Wel
werden Mussolini en Laval het in Januari
1935 tgiijlangeleste eens over een stel nieuwe
regelingen, doch tenslotte kregen die doordat
Italië de bekrachtiging achterwege liet. geen
rechtskracht.
Van Franschen kant zegt men thans dat
zulks een gevolg is van Italië's eigen verlan
gen en dat Franrijk toch in elk geval in 1935
getoond heeft waartoe het bereid was. Als dus
Italië nu beweert dat hetgeen in dat jaar
tot stand kwam niet (meer) geldt, dan al
dus een opzichzelf heel begrijpelijke rede
neering van de heeren in Parijs is het aan
de heeren in Rome om te laten weten wat zij
thans wel willen en wenschen.
Daarentegen kan anderzijds door de Italia
nen worden aangevoerd dat niet zij. doch de
Franschen in 1918 de twee belangrijkste con
venties over Tunis afkomstig van het jaar
1896, hebben opgezegd, dat Frankrijk dus het
balletje aan het rollen heeft gebracht en
daarom nu maar zeggen moet wat het zich
voorstelt van de regelingen, die in de plaats
van die van 1896 zouden moeten trèden.
We leven snel en dus is het volkomen ver
klaarbaar dat het gros van hen, die zich wel
voor deze Italiaanseh-Fransche verwikkelin
gen interesseeren, maar toch niet in alle op
zichten thuis zijn in de materie, thans geen
flauw idee meer hebben waaromFrankrijk op 9
Sept. 191S. dus terwijl de wereldoorlog, waarin
het Italië nota bene tot zijn bondgenooten
mocht rekenen, nog gaande was, tot die op
zegging overging. Welaan, Frankrijk liet de
Italiaansche regeering door middel van den
Franschen ambassadeur te Rome weten, dat
er heusch niets kwaads mee bedoeld was. dat
er geen enkele verborgen politieke gedachte
achter zat. Het wenschte alleen al zijn vrij
heid van beweging ten opzichte van zijn be
leid op handelsgebied, dat het na afloop der
vijandelijkheden in overeenstemming wilde
kunnen brengen met de nieuwe situaties, die
de wereldoorlog geschapen zou hebben. En het
begeerde in staat te wezen speciaal zij'n in
ternationale betrekkingen met de geallieerde
landen op de meest geschikte grondslagen te
ontwikkelen en perfectioneeren. Zietdaar de
door de Fransche regeering voor de opzegging
van de twee conventies van 1896 aangevoerde
overwegingen.
De Paaschhaas gesnapt.
dat in het bijzonder het Statuut der Ita
lianen in Tunis, zooals dat in 1896 was vast
gesteld, een situatie handhaafde, die op den
duur aan Frankrijk moeilijk welgevallig kon
zijn. Immers, dank zij de betreffende bepa
lingen, vielen de Italianen in Tunis niet onder
de Fransche of Tunesische nationaliteitswet-
ten. Van geslacht tot geslacht konden zij de
Italiaansche nationaliteit behouden, terwijl
het niet mogelijk, ja verboden zou zijn hen
op den een of anderen dag automatisch door
middel van een daartoe strekkende wet ge
zamenlijk tot Franschen te maken.
Dientengevolge bleef een zeer talrijk deel
van de Europeesche ingezetenen van Tunis
(nog steeds ongeveer de helft) Italiaansch
Nog afgezien van de eveneens in 1896 gehand
haafde privileges voor de Italiaansche scholen
in het protectoraat was deze regeling den
Franschen op den duur een doorn in het oog
en leidde zii in de praktijk trouwens tot ver
schillende verwikkelingen.
Toen in Januari 1935 o.m. omtrent een
nieuwe regeling op dit punt overeenstemming
tot stand kwam. bracht deze tenslotte voor
deel aan Frankrijk. Immers op den duur zou
den deze voorrechten voor de Italianen ver
dwijnen en geleidelijk geliquideerd worden,
zoodat de Italiaansche scholen met ingang
van 1955 aan de Fransche onderwijs voor
schriften onderworpen zouden worden en
van 1965 af de Fransche wetgeving op het
stuk van nationaliteit in Tunis ook op de
Italianen van toepassing zou wezen.
Wellicht zou Mussolini thans in dit opzicht
het liefst de bepalingen van 1896 verlengd
willen zien, maai* al werken deze nog tijdelijk
van drie maanden tot drie maanden door.
zoo ligt het toch voor de hand dat Frankrijk
bitter weinig zal voelen voor een eenigszins
duurzame verlenging van het mede in Sep
tember 1918 opgezegde Statuut. Aan den an
deren kant ware het er misschien wel voor
te vinden op dit punt den Italianen nu wat
meer te bieden dan deze in 1935 konden krij
gen. Moge het niet te lang duren eer dat
partijen er in zullen slagen niet slechts aan
het loven en bieden te gaan, maar ook een
accoord te bereiken, dat verbetering van hun
onderlinge betrekkingen ln belangrijke mate
zal kunnen bevorderen. Daaraan toch bestaat
maar al te zeer behoefte, ook uit een gezichts
hoek bekeken, die nog iets ruimer is dan die
van de beide rivalen!
DR. E. VAN RAALTE.
SHIRTS VAN
TRICOLINE
TRICOLINE uni I 5.50 an wov.n 6 50
«Han mat 2 Trubanljt boorden an 2 paar
manehattan5.90
WEMCOLUX14 90
WEMCOREX prlntad f 3.90 an wov.n 14 25,
(Adv. Ingez. Mcd.)
Werkkamp voor voorwaardelijk
veroordeelden
Plannen nemen thans vasten vorm aan.
De plannen tot stichting van een werkkamp
voor jeugdige voorwaardelijk veroordeelden,
nemen thans vasten vorm aan. Naar Het Volk
verneemt, heeft het „Nederlandsch Genoot
schap tot Zedelijke Verbetering der Gevan
genen" thans een belangrijk bedrag be
schikbaar gesteld voor dc stichting van een
eerste kamp, dat waarschijnlijk in het Gooi
zal worden gebouwd en dat, voorloopig bij
wijze van proef, voor dertig jongens zal wor
den ingericht.
Op den duur zal de exploitatie van dit kamp
slechts mogelijk zijn, indien voor dit belang
rijke reclasseeringswerk van particuliere zijde
met milde hand geld wordt gegeven.
Men zal zich herinneren, dat op de justitie-
begrooting een bedrag van f 17.200 was uit
getrokken. om de opname van jeugdige voor
waardelijk veroordeelden in werkkampen mo
gelijk te maken. Een gedeelte van deze post
zal thans aan het in het Gooi te bouwen
eerste kamp ten goede komen, en wel in dezen
vorm. dat de regeering een verplegingssubsldie
per jongen en per dag zal verstrekken.
Voor plaatsing in dit kamp komen jongens
tusschen de 16 en 21 jaar in aanmerking, die
voorwaardelijk zijn veroordeeld, met de bij
zondere voorwaarde, dat zij zich in een werk
kamp zullen laten opnemen. De klemtoon valt
hierbij op de eerste lettergreep van het woord
werkkamp. Deze wijze van heropvoeding
van met den strafrechter in aanraking geko
men jonge menschen, is toch speciaal be
stemd voor hen die door den invloed van werk
loosheid tot misdrijf zijn .gekomen.
DE WEG NAAR DE SCHOONHEID
is de weg naar de jeugd, of juister, naar
het behoud of de herkrijging van een jeugdige
huid. Het is eveneens de weg ter bestrijding
van de foutjes en oneffenheidjes van de huid,
die een zoo ongunstigen invloed op het uiter
lijk hebben. Een van de natuur afgekeken
middel voor dit doel is Sulfoderm-poedcr. dat
door versnelling van de huidvernieuwing ook
de grootere en kleinere foutjes van de huid
wegneemt.
Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
Heden:
VRIJDAG 7 APRIL
Rozekruisers Genootschap, Bakenessergracht
13: Openbare voordracht. M. Verhoog. 7.15 uur.
Luxor Theater: „De onsterfelijke wals". 2.30,
7 en 9.15 uur.
Rembrandt Theater: Fernandel in: „Met een
kwartje de wereld rond". Op het tooneel: Koos
Koen. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals Theater: „Morgen gaat 't beter",
2.30, 7 en 9.15 uur.
Palace Familie Cinema: „Marionetten" en Ru
dolph Valentino in „De zoon van den Sheik." 8.15
uur. 's Middags 2 uur: „Sneeuwwitje en de zeven
dwergen".
Moviac Theater: „Kara-ben-Nemsi" en film
reportage „De Straat". 2.30, 7.15 en 9.15 uur.
Spaarne Theater: „De drie Musketiers" en
„Het perfecte Alibi". 8 uur.
ZATERDAG 8 APRIL
Stadsschouwburg: H>t Ned. Tooneel: „Schijn
en Werkelijkheid", 8.15 uur.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en 's avonds
Teyler's Museum, Spaarne 16, 11—3 uur. be-
lalve 's Maandags. Toegang vrij.
Palestina Diorama's, Schotersingel 117a. Ge
opend eiken werkdag (behalve Vrijdags) van
3—5 en 7—9 uur,