Voorjaarsmode 1939 Vrouwenarbeid in Finland MENU VAN DE WEEK Gebreid mantelpakje V R IJ D A G 7 'APRIL' 1919 H A" A R E E M'S DAGBLAD VAKLECTUUR voor huisvrouwen Twee zijden van de huisvrouwelij ke vaklef tuur liggen op de tafel: Praktische Recepten van de huishoudschool Mariakroon in Culemborg. Van keuken tot tafel door Martine Wittop Koning. En daarnaast lacht een schattig vrouwtje- me toe van het boek van Ola Alsem Wat zie je er aardig uit! Het meest geijkte van die drie is het eerste, dat een goed kookboek kan worden genoemd, behoorlijk modern van indeeling en uitvoe ring, en dat zijn weg wel vinden zal in de keukens van Nederland, omdat het rekening houdt met de praktijk van het leven, dat v/il zeggen dat het behoorlijke maaltijden tegen matige prijzen samenstelt, omdat het vlot werken in de keuken even noodzakelijk vindt als de huisvrouw, en omdat het tegemoet wil komen in de periode van fantasie-looze ver zuchtingen die elke huisvrouw zoo nu en dan moet doormaken ten opzichte van de samen stellingen van haar menu's. Het tweede boekje is een handig, modern gevalletje, dat in zijn beknoptheid zijn zeer groote kracht zoekt, en dat een kleine hon derd recepten voor allen dag geeft, uitgave Het Zuivelbureau te 's-Gravenhage. Dus be oogt het de bevordering van zuivelgebruik, maar daarbij in zoo'n alleraardigsten vorm tot het publiek gebracht, dat het zeker zijn doel zal bereiken. Met frissche gekleurde en ongekleurde il lustraties, met uitstekende overzichtelijke re cepten, met aanbevolen menu's, alles op mooi papier met zeer veel smaak gedrukt. Het zui velbureau heeft er alle eer van, maar niet minder mejuffrouw Wittop Koning, die met bewonderenswaardige jeugdigheid en toegan kelijkheid voor nieuwe denkbeelden, dit han dige boekje heeft samengesteld. In een volledig kookboek van haar hand staat voorin het motto van den uitgever: Met nieuwen tijd komt nieuw weten, en wel is dit motto van toepassing op mejuf frouw Wittop Koning, die toch al een kwart eeuw geleden, in de moeilijke oorlogsjaren met hun voedselschaarschte, van zich deed spreken door haar onderzoekingen naar nieu we mogelijkheden, en die sindsdien nog steeds blijft voortgaan het nieuwe te propageeren als het inderdaad waard is om er moeite voor te doen! Een heel ander geluid komt ons tegemoet uit het boek: Wat zie je er aardig uit, van Ola Alsen, een handleiding voor de vrouw die prijs stelt op haar uiterlijk, een typisch boek van dezen tijd, vooral niet te diep, met allerjuiste waar heden erin, een onderwerp dat tot oppervlak kigheid zou kunnen leiden behandelend met een sausje van ernst, psychologisch inzicht en echt vrouwelijke ij delheid. Zulke boeken moeten niet al te ernstig wor den opgenomen, maar zij zijn toch in staat om ons rake dingen over onszelf te vertellen, die heel goed hun corrigeerende werking kun nen doen. Het uiterlijk van de vrouw mag dan niet van het allerhoogste belang zijn, er zijn oogenblikken dat een vrouw noodig heeft om te weten dat zij er goed uitziet. Wie nu denkt dat Ola Alsen met enkele kunstmiddeltjes dit doel wil bereiken, heeft het mis: natuurlijk neemt de make-up wel een plaatsje in net boek in, maar dat is toch maar bescheiden, van veel meer belang wordt de herziening van de natuurlijke charmes der vrouw geacht, zonder kunstmiddelen, maar ontsproten aan een evenwichtigheid in het karakter, die van de grootste waarde is. Daarbij wordt natuurlijk weieens overdre ven, de voorbeelden zijn ook niet altijd even gelukkig, en het gevaar van een over-geculti- veerd kunstproduct, dat vrouw heet, is even min heelemaal denkbeeldig, maar menige vrouw zal uit het boek een eenvoudige waar heid kunnen leeren, die op haarzelf van toe passing is, en waaraan zij totnutoe voorbij- geloopen is. En dat de schrijfster meermalen betoogt, dat de vrouwen moeite moeten doen om er goed uit te zien, en dan niet de moeite van een dwaas diëet of een ingewikkelde make-up, maar van goed en gezond leven, dat is een groote verdienste van dit boek. E. E. J.—P. HOE WE VAN OUD NIEUW MAKEN Als zus een groote dame wordt Als 't baljurkje van verleden jaar wat kin derachtig is geworden, is dit moderne flu- weelen keursje een uitkomst. Niet alleen, dat het jurkje een ander cachet krijgt, doch dit is meteen een prachtige gelegenheid om het jurkje onder het keursje te verlengen. U weet het; bakvisschen groeien hard! Men gebruike liefst hiervoor een schuine reep fluweel, ongeveer 20 c.M. breed, in een aardige contrasteerenden kleur. De vetergaat jes maakt men zelf of laat ze inslaan. Het keursje wordt van voren met een koordje dichtgeregen. Leuk staan ook twee lange einden koord, die tot op den grond hangen. Dit koord mag dan echter niet dun zijn. WONDERLIJK .fors! Wat c eerst opval Vooraanstaande plaats der vrouw in handel en industrie. ONDERLIJK, die aankomst in Helsing- den vreemdeling het aller- alt, is het groote aantal vrouwen, werkende in beroepen, waarin men geen vrouwen gewend is. Een vroo- lijke en vriendelijke taxi-chauffeuse rijdt u door de keurige breede straten naar een van die ge zellige hotels, die allemaal onder de leiding van een vrouw staan en waarin uitsluitend vrouwen werken. Wil de buitenlander zich in 't voorbij gaan even laten scheren? Hij wordt in den kap perswinkel ingezeept en fluweelzacht van zijn baardstoppels ontdaan door zachte vrouwen handen: immers nagenoeg het heele kappersbe- drijf berust in handen der vrouw. En verder: als postbeambte, als conducteur in de tram, als stationschef aan de stations, overal merkt hij vrouwen op daar, waar hij verwacht had, mannen te zullen zien. En alles marcheert prachtig! „Wonderlijk!" denkt de vreemdeling en hij vraagt zich natuurlijk af hoe het toch komt dat een zoo groot aantal Finsche vrouwen (668062 tegenover 1008112 mannen) een beroep uitoefent. Soms wordt verteld, dat alle mannen bij de „beschermingstroepen" dienst doen en dat dus de vrouwen hun plaatsen in het bedrijfsleven innemen. Maar dit is een sprookje. Die „bescher mingstroepen" zijn een militaire organisatie, welke 100.000 man omvat en los van het eigen lijke leger staat. Doch de dienst hierin is vrij willig en wordt naast het beroep waargenomen, precies als bij onze burgerwacht. De oorzaak van de groote activiteit der Finsche vrouw moet dus een geheel andere zijn. Sinds jaar en dag heeft Finland een tamelijk groot vrouwenoverschot (in 1936 waren er 1026 vrouwen op 1000 mannen), doch vroeger vonden alle vrouwen, die niet in het huwelijk traden, grif werk in de huishouding. Met de buitengewoon snelle industrialisatie van Finland en de daarmee gepaard gaande ver eenvoudiging in de huishouding echter werden duizenden vrouwen gedwongen, een anderen werkkring te zoeken. Eigenaardig en afwijkend van wat we in andere landen zien, is hei; feit, dat Finland nooit het type van het leegloopende meisje van goeden huize heeft gekend. De ont wikkeling is met zulke groote sprongen in z'n werk gegaan, dat dit stadium radicaal werd over geslagen. Sinds eeuwen en eeuwen heeft de Finsche vrouw van iederen stand gewerkt, vroeger in de huishouding en nu bovendien op groote schaal in bedrijf en beroep. Door haar volledige maat schappelijke gelijkstelling met den man staan alle beroepen behalve het predikambt voor haar open. Voor de Finsche vrouw luidt dus het probleem niet: „Welk beroep is een echt vrou wenberoep?" maar; „welk beroep is geen spe ciaal mannenberoep?" Het overgroot,e deel van de werkende vrou wen in Finland werkt op het land (533414 vrou wen tegen 366661 mannén) of in beroepen, die met landbouw en veeteelt verband houden. En toch is het aandeel der vrouw in de industrie eveneens grooter dan dat der mannen (203697 vrouwen tegen 105609 mannen). Bij de ver schillende takken van industrie, waar de werk zaamheid der vrouw, ook in leidende functies, zeer groot is, is de verhouding als volgt: Metaalbewerking 11466 vrouwen 5919 mannen Machine-industrie 20677 vrouwen 9244 mannen Steen, glas enz. 13767 vrouwen 7270 mannen Stoffeering 13374 vrouwen 7079 mannen Papier 17399 vrouwen 8691 mannen Hout 59583 vrouwen 33885 mannen Het aantal vrouwen, werkzaam bij het ver keerswezen, is betrekkelijk gering (44319 man nen tegen 7375 vrouwen), doch in het post-, te legraaf- en telefoonwezen, werken nagenoeg evenveel vrouwen als mannen (3062 vrouwen tegen 3254 mannen). In den Finschen handel is eveneens het aan deel der vrouwen groot (39303 vrouwen37774 mannen) Finland heeft veel vrouwelijke be drijfsleiders en groote zakenvrouwen. Ook alle ambtenaarsbaantjes staan voor de vrouw open: van de 33000 Finsche staatsbeamb ten zijn 4000 vrouwen. En als vaste regel geldt hier: gelijk loon voor gelijken arbeid. Weliswaar zijn er op 't moment nog vrouwen die voor ge ringer loon dan hun mannelijke collega's wer ken, doch dit is een overgangstoestand, die meer en meer verdwijnt. De Finsche ambtenares kan trouwen zonder dat zij haar betrekking behoeft op te geven. Ook in de academische beroepen speelt de Fin sche vrouw een belangrijke rol. Zeer vele meis jes doen eindexamen van een Middelbare school en meer dan 1/3 van de studenten zijn vrouwen. Er zijn veel vrouwelijke dokters en 72 pet. van alle tandartsen zijn vrouwen. Ook zijn er een groot aantal vrouwelijke architecten en wat zéér veel zegt het rechterambt staat voor de vrouw open Op cultureel gebied heeft de Finsche vrouw haar sporen reeds verdiend. Wie heeft nooit ge hoord van de enorme vereeniging „Lotta, Svaerd" en van den Marthabond. Bijna iedere Finsche vrouw is lid van den Lotta Svaerd-bond, een organisatie, die eenig in haar soort is en 120000 leden telt. Hij staat los van politieke richtingen, doch stelt zich ten doel, de vaderlandsliefde bij haar leden te ver diepen en nuttigen arbeid te verrichten ten dien ste van het vaderland. In de eerste plaats ten dienste van de „beschermingstroepen". De Lotta Svaerdbond is verdeeld in groepen met een verschillende taak. De eene groep kookt voor de troepen gedu rende oefeningen en manoeuvres, een andere groep zorgt voor het naaien, verstellen en reini gen van de uniformen, een derde zeer belang rijke groep doet dienst als verpleegster en bewijst ook uitstekende diensten in geval van epidemieën en ander catastrofen onder de heele bevolking. Op zichzelf zeer nuttig werk natuur lijk. Bij ons, die dit lezen, moet echter wel de diepe verzuchting opkomen: „Hoe ontzaglijk iammer, dat al die goede krachten voor milita ristische 4neleir>der worden gebruikt! Wat zou den deze 120000 zelfbewuste vrouwen wel niet kunnen verrichten in een nieuwe wereld zonder „oorlogen en geruchten van oorlogen!" Sterke invloed van het Victoriaansche tijdperk Het silhouet van 1939 treft vooral door een opvallende gelijkenis met den Victoriaanschen tijd. Wijde rokken zijn bizondier karakteris tiek voor de komende mode. De groote couturiers vertellen dan ook zeer openhartig aan ieder, die er belang in stelt, dat ze zich bij het .ontwerpen der modellen hebben laten inspireëren door actueele films Zondag: Raapsteeltjes Tomatensoep Aardappelen Ham Wentelteefjes Bloemkool Donderdag: Aardappelen Runderlappen Botersaus Roode kool Vanillevla met Aardappelen ananas Tutti frutti. Maandag: Vrijdag: Ribstuk Gebakken schelvisch- Spinazie filets Aardappelen Gestoofde bieten Watergruel Botersaus Dinsdag: Aardappelen Spinaziesoep Rijstebrij Koud vleesch Zaterdag: Gedroogde appelen Gekookte eieren Aardappelen Brusselsch lof Havermoutpap Gewelde boter Woensdag: Aardappelen Gehakt Tapioca schotel VEGETARISCHE MENU'S. 1. Eierschelpen 3. Linzensoep Stamppot van rauwe Bloemkool met Brusselsch lof tomatensaus Griesmeelpudding Aardappelen met pruimen Flensjes 4. Rijstcroquetten met 2. Omelet met spinazie bruine boter Aardappelgehakt Raapsteel tj es Kropsla Aardappelen Gekookte eieren Rabarbar met Broodschotel schuimkop. RECEPTEN VOOR DE KOMENDE FEESTDAGEN. Eenvoudig krenten- of rozijnenbrood voor Paschen: Benoodigdheden voor 1 brood- of cakevorm van gemiddelde grootte: 3V2 ons bloem, pl.m. 2'/t d.L. melk, 25 gr. gist. 20 gr. basterdsuiker. 250 gr. krenten of rozijnen of een mengsel hiervan, 5 gr. zout. Bereiding: De bloem in een kom doen en het zout er doorroeren. De gist met de lauwe merk aanmengen, er bijdoen en alles met de hand doorkneden tot het deeg soepel is en van de handen en den kom loslaat. De krenten of rozijnen goed wasschen en drogen tusschen een schoonen doek. Daarna door het deeg kneden. Dit overdoen in een met olie vetgemaakten vorm en het deeg pl.m. 1 uur laten rijzen. De vorm moet dan vol zijn. Het broodje in een warmen oven in pl.m. Vs uur gaar en bruin bakken. Paaschhrood: Benoodigdheden: 350 gr. bloem, ruim 1 d.L. melk, 3 eieren, 25 gr. gist, 50 gr. boter, 50 gr. basterdsuiker, 150 gr. krenten, 150 gr. rozij nen, 30 gr. sucade, 5 gr. zout, (Y2 theelepel kaneel). Bereiding: De gist aanmengen met de lauwe melk; bloem, eieren, suiker, zout, (kaneel) en gesmolten boter toevoegen en het deeg over doen in den broodvorm. Onder op den bodem een stukje vetgemaakt boterhampapier leg gen om zeker te zijn dat het brood niet blijft kleven. (Den v.orm toch geheel invettenHet brood laten rijzen (l a IV2 uur), dan in een heeten oven bruin bakken 0/2 a H uur). als „Victoria Regina" en „Suez", die thans ook in ons land succes boeken. Een zeer romantische mode, die tevens bi zonder jeugdig aandoet, zooals de teekening laat zien. „Een onberispelijk kostschoolmeisje!" roept u uit, als u 't bovenste figuurtje ziet. Het model links met de schoudercape is een creatie van Marcel Rochas. Welke stoffen we zullen dragen? Schotsche ruiten, pieds de poule en vooral zeer zachte ruitjes in pasteltinten, veelal in combinatie met effen stoffen. De wollen stofjes voor het voorjaar zijn bi zonder zacht en fijn. Ook zal veel wollen en zijden jersey worden gedragen. KNOOPEN CEINTUURS De Hhaaftettwiultd WARMOESSTRAAT 14 Vertrouwd adres voor #2iü/etvesseu Boktdosjes BoutcoMiets SHAWLS CORSAGES (Adv. Ingez. Med.) DE ZORGVOLLE. Een Engelschman, pas getrouwd met een Francaise, is met zijn jonge vrouw op reis. Zij zit in een hoekje van de postkoets, hij op de middenplaats. Bij de eerste uitspanning wendt de teedere echtgenoot zich tot zijn betere helft met de woorden: „Voel je je goed?" „Oui. mon ami!" .Js je plaats gemakkelijk?" „Oui. mon ami!" „Heb je geen last van schokken?" „Non, mon ami". „Voel je ook geen tocht?" „Non, mon ami". „Mooi! Heel goedgeef mij dan jouw plaats maar". Voor dit mantelpakje, dat gebreid is In maat 44. hebben we noodig: 1000 Gr. donkerblauwe frotté-wol, 2 pennen no. 3, 6 knoopen. Linkervoorpand Voor het linkervoorpand van het jasje zetten we op 76 st. en breien eerst 10 pennen gerste korrel; d.w.z. 1 pen l recht 1 averecht, de volgende pen verspringen. Nu breien we 1 pen averecht; bij de eerste pen breien we de laatste 8 st. in gerstekorrel; deze rand wordt voortdurend in gerstekorre! gebreid, want hier worden later de knoopen op gezet. Aan den anderen kant breien we om de l!2 c.M. 2 steken te samen, tot we 66 st. over hebben. We breien door een lengte van 26 c.M. en meerderen nu om de 2 cM. 1 st. tot 74 st. Bij 40 c.M. zijn we bij het armsgat en kanten hiervoor 20 st. af. Eerst 10 st. en bij den volgenden toer telkens 2 st. tot we 54 st. over hebben. Tegelijk met het afkanten van het armsgat meerderen we aan den an deren kant iedere c.M. 1 st., tot we 20 st. hebben gemeerderd. (Dezen schuinen kant maken we om een mooien revers te krijgen.) Nu kanten we den revers af. dat! is 28 st. en vervolgens iedere pen 3 st. tot we 28 st. over hebben. Is het armsgat 22 c.M. hoog, dan breien we den schouder schuin op, d.w.z. eerst 21, dan 14, dan 7 st. Nu zetten we de steken op een draad. Rechtervoorpand Dit is het spiegelbeeld van het linker, al leen komen hierin 4 knoopsgaten van 6 st. breed bij 13, 23 33 en 43 c M. van onderen af gemeten. Rug: Hiervoor zetten we op 110 st. en breien eerst 10 pennen gerstekorrel. Vervolgens 1 pen recht 1 pen averecht en om de 1V2 c.M. aan weerskanten minderen. Als we 90 st. op de pen hebben, breien we door tot we een lengte hebben van 26 c.M. en meerderen nu elke c.M. 1 st. aan weerskanten tot we 114 st. op de pen hebben. Hebben we een lengte van 40 c.M., dan kanten we voor het armsgat 16 st. af; erst 8 st. en daarna nog 4 X 2 st. Is het armsgat 22 c.M., dan breien we den hals op als volgt: brei 75 st., keer om en brei 68 st., keer om en brei 61 st., keer om en brei 54 st. enz. Telkens laten we er 7 st. bij staan tot elke schouder 28 st. is. De 26 st. voor den hals kanten we af. De schouders breien we samen met de schouders van het voorpand en kanten af. Kraag: We zetten op 100 st. en breien gerstekorrel. Aan het begin van iedere pen minderen we en na 24 pennen kanten we af. Mouw: Voor de mouw zetten we op 42 st. en meer deren iedere derde pen aan weerskanten 1 st. Hebben we 76 st., dan zetten we er ineens aan eiken kant nog 8 st. bij en op deze 92 st. breien we 10 pennen, hierna minderen we om de 4 pennen aan weerskanten 1 st. tot 64 st. Is de mouw. aan den korten kant gemeten 30 c.M., dan minderen we om de 4 pennen tot er 54 st. over zijn. Is de mouw 46 c.M. lang, dan breien we een boordje van 10 pennen gerstekonrel. Afkanten. Zakken We zetten op 28 st., breien 1 pen recht 1 pen averecht tot een hoogte van 10 c.M. en dan gerstekorrel met aan het eind van elke pen 2 tezamen tot er niets overblijft. Het stukje gerstekorrel is het klepje van den zak, waarop het knoopje komt Rok: Voor het voorpand van den rok zetten we op 150 st., eerst breien we weer 10 pennen gerstekorrel en vervolgens 1 pen recht 1 pen averecht. DE DAGELIJKSCHE POT IN AMERIKA. We lezen in het „Maandblad Ned. Vereen, v. Huisvrouwen", dat in Amerika thans een campagne wordt gevoerd om de oude belang stelling voor de kookkunst te doen herleven De vereeniging van Zakenvrouwen en het Ministerie van Onderwijs organiseeren thans huishoudcursussen volgens de modernste methoden. Men wil het eten van conserven weer afschaffen en het thulskoken weer in gang doen vinden De leerlingen leeren wel verzorgde maaltijden bereiden in een mini mum van tijd Merkwaardig is, dat ook een aantal mannelijke leerlingen deelneemt aan de cursussen; ook mannen uit de zakenwereld doen mee aan het nieuwtje. De eerste en de laatste 10 st. breien we ge durende 15 toeren nog in gerstekorrel. Is de roklengte 35 c.M., dan minderen we voor en achter aan de pen, dit herhalen we om de 2 c.M., tot we 110 st. op de pen hebben. Dan afkanten. Voor het achterpand zetten we op 150 st., we beginnen ermee als met het voorpand: hebben we echter 25 toeren af. dan kanten we voor en achter aan de pen 10 st. af. Nu breien we door 1 pen recht l pen averecht, tot we 35 c.M. hebben, waarna we afminderen als bij het voorpand. Hebben we 90 st. over en is het achterpand even lang als het voorpand dan kanten we af. Opmaak: De opmaak is een zeer nauwkeurig werk, omdat hiervan een groot deel van het slagen van het pakje afhangt. Eerst worden alle deelen gestreken onder een vochtigen doek. Dan worden de deelen van het jasje nage- knipt van zijde en alles wordt in elkaar ge regen als bij een gewoon mantelpak. Als na het passen is gebleken, dat alles goed zit, wordt het in elkaar gestikt en nog maals geperst. Op den schouder naaien wo een lapje linnen opdat de mouw mooi vier kant wordt. Nu wordt de voering er tegen gezoomd. Bij het in elkaar naaien van het rokje denken we eraan, dat we de spiitjes open laten, het afgekante stukje gerstekorrel van het achterpand dient voor onderslag. DE^WERELD IS SLECHT.... Een paar trucs van „moderoovers" te Parijs. Nu de collecties van de groote Parijsche modehuizen klaar zijn en aan de klanten en de pers worden getoond, maakt ook het gilde der „moderoovers" zich op om zijn slag te slaan. Listiglijk en met den diepsten ernst tracht de haute couture zich tegen deze aan vallen te beschermen, maar heel vaak zijn de „roovers" nog slimmer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 15