HUIS- w, SLAGER SCHAKEN WIELRIJDEN. KRACHTSPORT WANDELSPORT De geschiedenis der Albaneesche onafhankelijkheid. D. Ochtendbeurs Amsterdam De Ridder van den Kouseband. 0INSDAG 11 APRIL' 1939 H A" X R C E M'S D A' G BLAB Het Witte Paard. Eerste klas: W. Koster—B. Walker C. v. SoestM. Vermeer M. v. d. BergJ. de Lange B. Walker—W. Koster Tweede klas: N. HooglandA. Stokman J. LippusTh. v. Schie G. BakkerG. v. d. Stoop 1—0 0—1 H. S. V. „De Kampioen". Zondagmorgen hield de H.S.V. „De Kampioen' haar vierden rit voor de competitie over 300 M. De uitslag bij de A-klasse was: 1 R. de Lange 24.4 sec., 2 C. de Best 25 sec., 3 S. Bos 25.2 sec., 4 J. Bos 26 sec., 5 Victor Bar- ten 26.1 sec. Bij de B-klasse: 1 P. Duins 24.2 sec., 2 Fijen 25.1 sec., 3 H. Bos 26 sec., 4, 5 en 6 J. Laan, Wolff en B. Schenk 26.1 sec. FEDERATIEYVEDSTRIJDEN N.-HOLLAND. Zondag had te Badhoevedorp de opening van het seizoen plaats en wel met de gebruikelijke wedstrijden voor aangesloten clubs. Het begin was de sprintwedstrijd. De volgen de renners der Kampioen wonnen hun serie: H. Ooms, S. Bos en R. de Lange. Met de sterkste Amateurs en Onafhankelijken moesten zij rijden voor de finale. H. Ooms plaatste zich hiervoor, de Lange werd No. twee. S. Bos werd door onoplettend heid geslagen door Bosland. De overige geplaat sten waren: v. Gelder, Schenk en Bosland. Hierna volgde de nieuwelingenwedstrijd over 10 K.M.: J. Laan moest door een klein defect vijf ronden voor het einde de baan uit, zoodat P. Duins alleen de eer moest hoog houden. Hij deed dit op fraaie wijze door als eerste de streep te passeeren en daarmee den gevaarlijken Faan- hof achter zich te laten. De sprintritten werden daarop voortgezet. H. Ooms won van Bosland en v. Gelder door niet meer starten van Schenk. Zoodat om één en twee werd gereden door Ooms en v. Gelder; ook Ooms liet zien, dat hij het nog kan; op fraaie wijze werd van Gelder geklopt. Het laatste nummer was de uurwedstrijd. Ook hier won een „Kampioen"-lid met drie ron den op het peloton en één ronde op v. d. Wulp en Pronk won van de Heijden dezen wedstrijd. Waarbij hij terloops nog een paar premies won. Het uitstapje van de Kampioen is dan ook met succes bekroond geworden. Paaschwedstrijd Haarl. Wieler federatie. De Haarlemsche Federatie van Wielerclubs hield haar tweeden rit voor de Federatie-compe titie, een record-rit. De amateurs en onafhanke lijken reden pl.m. 47 K.M. de nieuwelingen en juniores 25 K.M. Er startten 94 deelnemers. Dat deze federatie veel vrienden heeft bleek wel uit de 500 eieren die geschonken werden, waardoor alle deelnemers met eieren naar huis konden gaan. De uitslagen waren als volgt: Amateurs en onafhankelijken 47 K.M. 1 P. Gruijters 1 u. 21 min. 7 sec. 2 J. Stet 1 u. 21 min. 30 sec.. 3 Siebeling 1 u. 21 min. 58 sec. 4 B. de Vries 1.22.35, 5 B. Schel 1.22,42, 6 A. de Vries 1.23.4. 7 Smit 1.23.8, 8 Vonk 1.23.14, 9 Taverne 1.23.15. 10 Klinkenberg 1.23.44, 11 Roorda 1.24.10 12 v. Es 1.25.7 Nieuwelingen 25 K.M.: 1 B. Kleinhout 43 min. 22 sec., 2 Bijster 43 min. 37 sec., 3 Jas 43 min. 38 sec., 4 H. Rusman 43 min. 53 sec., 5 P. Pee- ters 43 min. 53 sec.. 6 B. Boersma 44 min. 37 sec., 7 H. Veermdn 44 min. 40 sec., 8 H. v. Dijk 44 min. 58 sec., 9 d'Haene 45 min. 4 sec., 10 Munk 45 min. 22 sec. A-juniores: 25 K.M. 1 Keyzer 43 min. 47 sec., 2 T. v. d. Heyden 44 min. 49 sec., 3 N. v. Rooden 44 min. 55 sec.. 4 Taverne 44 min. 56 sec., 5 v. Dijk 47 min. 2 sec., 6 H. v. d. Heyden 47 min. 13 sec.. 7 Stoelman 48 min. 14 sec.. 8 Donker sloot 48 min. 14 sec.. 9 v. Alfen 51 imn. 46 sec. B-juniores: 25 K.M. 1 Radsma 44 min. 42 sec. 2 Boersma 45 min. 12 sec., 3 Smit 46 min. 11 sec., 4 Vlietstra 46 min. 36 sec.: 5 Neeft 47 min. 11 sec., 6 Droog 48 min. 10 sec. 7 Kabel 48 min. 43 sec,, 8 Boudewijn 4 8min. 33 sec.. 9 A. Keizer 45 min. 16 sec., 10 Jaspers 49 min. 58 sec. Na afloop reikte de voorzitter de heer H. van Dwijnen, de eieren uit. Wegwee! s t rij <1 Par ijs—Roubaix De wegwedstrijd ParijsRoubaix werd Zon dag gewonnen door den Belg Emile Masson, die de 262 K.M. aflegde in 7 uur 17 min 30 sec., ge middelde van bijna 36 K.M. De Belg kwam al leen te Roubaix aan met ongeveer 2 minuten voorsprong op den wereldkampioen Marcel Kint. De Nederlander Schulte plaatste zich elf de. Hij heeft buitengewoon goed gereden. Achilles—Maccabi. De H.K.V. „Achilles" houdt Dinsdag 18 April een grooten worstel- en gewichthefwedstrijd te gen de Vereeniging Maccabi uit Amsterdam. Voor elke vereeniging zullen tien deelnemers uitkomen. De wedstrijd wordt gehouden in de zaal „Sportlust" aan de Kleine Houtstraat. Als prijs is een mooie beker uitgeloofd. Wedstrijd „Vooruit". Maandag werd de 4 K.M. snelwandelwedstrijd gehouden door „Vooruit" voor de Juniores. Er werd een spannende strijd geleverd. De uitslag was: 1. P. Medenblik 5 pnt. 2. J. Medenblik 4 pnt. 3. B. Visser 3 pnt4. H. Hartjes 2 pnt. 5, 6, 7 hebben allen denzelfden tijd ge maakt, n.l. 31 min. H. S. V. „De Vierdaagsclie". Bovengenoemde vereeniging organiseert op 15 en 16 April haar 20 en 30 K.M. bloembollen- marschen. De inschrijving sluit heden bij Braakman, Leidschevaart 26. Haarlem. Daarna wordt het inschrijfgeld verhoogd. Reeds 400 inschrijvingen zijn binnen o.a. uit Amsterdam, Den Helder, Nijmegen, Tiel, Den Haag, enz. nemen en het uit zicht belemmerd wordt NOOIT! Een Nederlandsch officier offerde er zijn leven voor. Italiaansche penetratie gedurende de laatste decennia. ALBANIë heeft een interessante ge schiedenis achter den rug. Het is voor al een geschiedenis van strijd geweest, want de Albaneezen zijn een volk met eèn sterk nationalistisch gevoel, dat zich kant tegen iedere vreemde overheersching. Dit blijkt duidelijk als men eenigermate met de geschiedenis van het land vertrouwd is. Alba nië is verscheidene malen veroverd en onder- hoorig gemaakt, doch telkens kwam de bevol king in opstand en verzette zich tegen de vreemde macht. Zoo is het land gedurende meer dan vier eeuwen in Turksch bezit ge weest, doch de Turksche gebieders hadden niet veel macht in dit woeste bergland en zij waren dan ook zoo verstandig in de maatschappelijke verhoudingen niet veel verandering te brengen. Tijdens het Turksche régime namen veel Alba neezen dienst in het Turksche leger en brach ten het tot aanzien. Zoo werd o.a. Mohamet Ali in het begin der 19e eeuw Pascha van Egypte. Tenslotte moest de Turksche regeering het bezetten van regeëringsposten door Albaneezen toestaan. Op de conferentie te Londen in 1912, na den eersten Balkanoorlog, werd bepaald, dat Alba nië een zelfstandige staat zou vormen, waar van in 1913 de grenzen werden vastgesteld. Een circusartist op den troon. Voor een vermakelijk intermezzo zorgde een zékere Otto Witte, die gedurende vijf dagen, n.l. van 15 tot 20 Februari 1913, koning van Albanië is geweest. Deze toentertijd 41-jarige Duitscher was de zoon van circusartisten en stond reeds als kind op de planken. Hij leerde al vroeg leeuwentemmen en goochelen en trad. nauwelijks negen jaar oud, als leeuwentemmer in het openbaar op. Otto Witte reisde de ge- heele wereld door en kwam eindelijk in 1911 in den Balkan, waar hij gedurende twee jaar ver bleef. Toen hij vernam, dat er in Albanië een koning zou worden gekozen en dat hiervoor de Turksche prins Halim Eddin in aanmerking kwam, voelde Witte de lust in zich opkomen zichzelf op den Albanischen troon te plaatsen. Hij schafte zich een prachtige uniform aan en zond vervalschte telegrammen naar Durazzo, de hoofdstad van Albanië, waar hij luisterrijk werd ontvangen. Den 15en Februari 1913 werd hij aldaar als Said Halim tot koning van Alba nië uitgeroepen. Slechts vijf dagen lang heeft hij deze waardigheid bekleed; toen werd de grond in Albanië hem te warm en Witte ver dween. Toen de oorlog geëindigd was keerde hij naar zijn vaderland terug. In 1933 werd hij te Berlijn wegens oplichting gearresteerd. Kort daarop bracht hij o.m. een bezoek aan Den Haag, waar hij in een cabaret optrad. Als vorst van Albanië werd door de staten benoemd Prins Wilhelm von Wied. Het was zijn echtgenoote, die hem ertoe bewogen had den aangeboden troon te accepteeren. De tactvolle overreding van haar tante, de Roemeensche Koningin Carmen Sylva, was haar hierbij te hulp gekomen, benevens de duidelijk uitge sproken belofte tot bijstand van de zijde van den Duitschen keizer. Op den 7en Maart 1914 kwam de Prins in Durazzo aan en werd door het volk ontvangen met kreten van „x'oste mbreti" („lang leve de Koning"). Nog geen maand later konden de koning en diens gevolg alleen van hun nachtrust genieten met behulp van vreemde oorlogsbodems, waarvan de zoek lichten terugkaatsten op de bergruggen, waar op de opstandige rebellen-troepen loerden. De Nederlandsche, Zweedsche en Oostenrijk- sche officieren, die aan het hoofd der ko ninklijke troepen stonden, hadden een lastige taak. Slechts één van hen, de Oostenrijker van Italiaanschen adeldom, kopitein Chiilardi, slaagde er in zijn mannetjes bij elkaar te hou den en de vlucht van den ongelukkigen Prins in September 1914 te dekken. Kolonel Thomson. De Nederlandsche kolonel Thomson verloor in dezen strijd op 15 Juni 1914 het leven. In het stadsplantsoen te Durazzo houdt een zuil zijn nagedachtenis levendig. Hierop zijn de woorden gegrift: „Aan kolonel L. W. J. K. Thomson en onze andere helden, die hun bloed gaven voor de onafhankelijkheid van Albanië. De stad Durazzo richtte dit monument op als herinnering en uit grooten eerbied. Durazzo 28-XI-1923". Te zijner eere werd 10 September 1918 te 's-Gravenhage op het naar hem ge noemde plein een standbeeld opgericht. Na het vertrek van den Prins von Wied werd het land bezet door een Italiaansch legercorps, dat de zelfstandigheid van Albanië onder Ita liaansch protectoraat proclameerde. Tegen de ze Italiaansche politiek verzette zich President Wilson, die hoogstens van een Italiaansch mandaat over Albanië wilde weten. In 1920 moest Italië van alle gezag over de Albaneezen afzien. Hoewel de toestand in Albanië geduren de de eerste jaren na den oorlog vrij rustig bleef, braken al spoedig' woelingen uit, welke in 1924 leidden tot omverworping van de re geering en het uitroepen van de republiek. Zo goe, geboren 8 October 1895, werd tot president verkozen. Deze keuze beteekende een beslissen de stap voor Albanië's onafhankelijkheid. De familie Zogoe is inderdaad sedert het einde van de 15e eeuw de regeerende familie in Albanië geweest van het tijdstip af. dat hun stichter Zogoe het katholicisme vaarwel zei en het mohammedaansche geloof aanvaardde, waarbij hij door het Turksche bestuur als gou verneur van den vazalstaat werd erkend. Achmed Zogoe op den voorgrond. Tijdens den wereldoorlog, toen de Oosten- rijksch-Hongaarsche troepen in het neutrale Albanië ter vervolging van de daarheen ge trokken Servische troepen binnenvielen, dien de de jonge Achmed Zogoe als majoor in het leger. Menschen, die toen in nauw contact met den majoor stonden, verzekerden, dat hij in die dagen reeds groote plannen had. Het was in ieder geval niemand anders dan de jonge Achmed Zogoe, aan het hoofd van 3000 getrou wen die hem blindelings gehoorzaamden en enthousiaste, nationalistische „malisorianen" waren die het land van de invallende solda ten bevrijdde en in 1921 een nationale regee ring vormde, waarin hijzelf het ministerie van buitenlandsche zaken op zich nam. Het volgen de jaar werd de 26-jarige majoor Albanië's eerste minister en de facto regeerder van het land. Iedere poging tot opstand werd onder drukt met meedoogenlooze vastberadenheid en de leiders opgehangen volgens de ongeschreven wetten. Er was echter één persoon, dien hij aarzelde te doen ophangen, omdat deze Katho liek Bisschop was, n.l. Pan Noli, die met behulp van Italië een samenzwering op touw zette, waardoor Achmed Zogoe in 1924 ten val werd gebracht. De 26 jaar oude Zogoe moest in bal lingschap en verdiende zijn levensonderhoud met het geven van lessen in de Duitsche en Fransche taal. Maar reeds hetzelfde jaar or ganiseerde hij een staatsgreep, waarop de Al- gemeene Vergadering hem in 1925 tot Presi dent verkoos en hem drie jaar later, 1 Septem ber 1928, tot erfelijk monarch van Albanië pro clameerde. Men zal zich herinneren, hoe in 1932 te Wee- nen een aanslag werd gepleegd op het gevolg van Konihg Zogoe, welke aanslag eigenlijk op den Koning was gemunt. Bij het proces ver klaarde een der verdachten, dat het slechts in zijn bedoeling had gelegen door die misdaad de aandacht der wereld op de toestanden in Albanië te vestigen. Vermoedelijk was dit ook een vingerwijzing voor de gestes van Italië. Italië heeft n.l. de laatste jaren geen poging nagelaten om Albanië opnieuw aan zich te binden, hetgeen te meer begrijpelijk is, als men bedenkt, dat wanneer Italië in Albanië de macht in handen heeft, het heer en meester is van de Adriatische Zee, hetgeen zijn positie vooral tegenover Joego-Slavië zou versterken. Op welke wijze Italië zijn invloed in Albanië trachtte uit te breiden, moge o.a. blijken uit het volgende. Albanië leed n.l. gelijk de meeste jonge staten aan geldgebrek. Hierin werd door Mussolini tegemoet gekomen, die den Albanee zen 24 millioen gulden leende, evenwel op „ze kere voorwaarden". Deze voorwaarden behels den, dat Italië het recht zou krijgen het Alba neesche leger te hervormen, waarvan dan ook een druk gebruik werd gemaakt. In Albanië (en ook daarbuiten) beschouwde men deze hervormingen van Italië evenwel als een be dreiging aan het adres van Joego-Slavië. Geen wonder dan ook dat de natioalistische Alba neezen alle mogelijke moeite deden de Italia nen uit het land te verdrijven. Zij voelden er allerminst voor om als stootblok in een even- tueelen oorlog met Joego-Slavië te dienen. Toch kan niet worden ontkend dat door den Italiaanschen invloed veel goeds in Albanië tot stand is gekomen. In het eerst zoo woeste land zijn thans reeds verschillende goede wegen en ook vele spoor wegen aangelegd, waartoe Italië 50 instruc teurs en ingenieurs afstond, echter mede om het Albaneesche leger van 12000 man op te lei den. Zelfs bezit het land te Durazzo een vlieg veld met een luchtlijn, welke alle steden on derling verbindt. Deze laatste behoort echter aan den Italiaanschen Adria-Aero-Lloyd. Deze schijnbaar opofferende belangstelling van Italië werd echter ondanks het verdrag- van Tirana (1926) en het defensief verbond (1927) slechts met leede oogen door de Alba neesche nationalisten gezien: vooral in Zuid- Albanië was een sterk anti-Italiaansche ge zindheid merkbaar. Nog in 1932 brak tegen den Italiaanschen invloed een opstand uit, welke evenwel spoedig kon worden onderdrukt. J. H. M. ij besteden gaarne zoo groot mogelijke zorg aan de annonces. Het spreek echter vanzelf dat dit in het gedrang moet komen, als plaatsingsopdrachten ons op het laatste oogenblik bereiken. aarom, in het belang van de adverteerders zelf, verzoeken wij vriendelijk doch dringend plaat singsorders tijdig in te zenden. Dat wil zeggen: voor Zaterdag uiterlijk 9 uur in den ochtend, op andere dagen uiterlijk 10 uur in ons bezit. Dan kan het nog net met zorg ge beuren, maar beter is natuurlijk ze nog aanmerkelijk vroeger te zenden. Engelsclie oorlogsschepen voor Grieksche haven. ATHENE, 11 April. Volgens berichten, die hier binnengekomen zijn, zijn in de haven van Argostoli op het Grieksche eiland Kephalonia, eenige Engelsche oorlogsschepen voor anker gegaan. Argostoli ligt ongeveer 150 K.M. ten Zuiden van Korfoe. Volgens mededeelingen uit goed ingelichte kringen heeft Engeland Italië medegedeeld dat de bezetting van een haven of ander deel van Griekenland, oorlog zou be- teekenen. (United Press) AANRIJDING OP DE KINDERHUISVEST. Zaterdagavond om kwart over acht is een 18-jarige wielrijder uit Bloemendaal op de Kinder huisvest tegenover de Zijlbxmg aange reden door een personenauto. De jongeman werd door de auto gegrepen en viel op straat. Hij kreeg een lichte hersenschudding en schaafworxden aan het hoofd. Na door O. D. te zijn verbonden is hij per ziekenauto naar het ziekenhuis St. Joannes de Deo vervoerd. De remmen van de auto, die werden gecontroleerd, bleken in orde te zijn. Tegen den bestuurder is evenwel proces-vejr- baal opgemaakt wegens het niet verleenen van voorrang. Koersen van de Ochtendbeurs te Amsterdam van heden van 10.30 uur tot 11.25 uur. Kon. Olie 293—90 1/4. H. V. A. 395—91. Amst. Rubber 187J44. Philips 187—1. AKU 32. Unilever 12220. Ned. Scheepvaart Unie 103—1. Belh. Steel 42—40 3/4. U. S. Steel 35 5 3—5. Republic Steel 11—10 3 4. Anaconda IVA7 Shell 8 1 2. Tidewater Ass. Oil 9 3/81/4. Kennecot Copper 22 7. 8 De „as" en de Balkan. Een Italiaansche garantie voor Griekenland. In vele kringen te Boekarest, zoo meldt Reu ter hoort men beschouwingen over de mogelijk heid van een snel optreden van Duitschland en Italië na den inval in Albanië. In kringen, die den spilmogendheden vrien delijk gezind zijn, beweert men zelfs dat Duitsch land met een plan zal komen, dat ten doel heeft het geheele Balkanschiereiland in een „federaal economisch stelsel" te brengen. In officieele kringen te Sofia verklaart men, dat Bulgarije voornemens is de samenwerking met de andere Balkanstaten voort te zetten ter handhaving van den vrede. De Bulgaarsche re geering, zegt men, is voorstander van de ge dachte „de Balkan voor de Balkanvolken". Een speciale Havascorrespondent te Athene deelt mede, dat de Grieksche bladen vandaag een nota zullen publi- ceeren volgens welke de Italiaansche regeering de regeering van Grieken land formeele verzekeringen heeft ge geven ten aanzien van de volkomen onschendbaarheid van Griekenland. Na de kabinetszitting van Maandag schijnt men de verzekering te willen hebben dat na de Italiaan sche bezetting van Albanië de positie van Grie kenland, met inbegrip van Korfoe op geenerlei wijze in gevaar wordt gebi'acht. Men weet, dat de ministers van opvatting zijn, dat de tegen woordige positie in het oosten van de Middel- landsche Zee niet mag worden omvergeworpen. De Atheensche zender heeft gisteren de vol gende boodschap uitgezonden: „Aan het Helleen- sche volk: „Teneinde iedere ongerustheid bij de openbare meening in Griekenland weg te ne men, verklaart de regeering alle elementen te bezitten om in staat te zijn het Helleensche volk de verzekering te geven, dat de onafhankelijk heid en onaantastbaarheid van het land volstrekt verzekerd worden. Het Gi-ieksche volk kan aan zijn vreedzame werk blijven, met de zekerheid, dat zijn regeering voortdurend waakt over zijn veiligheid en zijn eer". Voorwaarde voor Italië's toezeggingen. Een Havas-bericht uit Rome van hedenmorgen luidt: In politieke kringen te Rome is men van meening, dat het Albaneesche vraagstuk van militair standpunt bezien is afgedaan en men verwacht dat het vraagstuk ook van diploma tiek standpunt bezien spoedig zal worden op gelost, aangezien de Westersche democratieën hebben besloten het voldongen feit te aanvaar den, omdat zij beginnen te begrijpen, dat Italië alleen de aangelegenheid heeft geregeld, welke alleen Italië aangaat. In dezelfde kringen wijst men er op, dat Griekenland Joego-Slavië kalm zijn. Men veronderstelt, dat wanneer deze landen evenwel zich zullen aansluiten bij het door Groot-Brittannië voorge stelde garantie verdrag, dit zal worden beschouwd als een vijandige daad je gens Italië en dat de garantie, welke Italië te Londen en Athene heeft ge geven, dat Italië geenszins voornemens is Korfoe te bezetten, slechts waarde zal hebben zoolang Griekenland de ban den met Engeland niet nauwer aantrekt. Blijkbaar is Italië in nauwe samenwerking met Duitschland, voornemens met onmiddellijk handelend optreden te beantwoorden aan iedere actie van Engeland en Fx-ankrijk, welke, vol gens de meening van de leidende figuren te Rome, de sterkteverhouding in de Middelland- sche Zee zou wijzigen. In fascistische kringen waar men verheugd is over het succes in Albanië, gelooft men, dat in een officieel communiqué de nieuwe status van Albanië bekend zal worden gemaakt. In de „Voce d'Italia" schrijft Gayda, dat, wan neer Engeland de actie van Italië zou willen be schouwen als een inbreuk op de Britsch Italiaan sche overeenkomst, het vrij staat zulks te doen. Italië zou dan zijn toekomstige houding daar naar richten. Het verluidt dat dit laatste beteekent, dat een opzegging door Engeland van de Britsch-Ita- liaansche overeenkomst op grond van de bezet ting van Albanië zou kunen leiden tot onmid dellijke uitroeping van Albanië tot Italiaansch gebied. bezitters, hebt U VERF of GLAS nodig? Komt eens met ons praten! Onze kwaliteit en prijzen zullen U toezeggen. SCHAGCHE1STR. - Telef. 10631 MUZIEK. DUKE ELLINGTON Een bijzondere medewerker schrijft ons: Amsterdam heeft Zondagavond, na den Haag en Utrecht, in een stampvolle ConcertgebouwzaaJ Duke Ellington gevierd. Ik houd oprecht van goede jazz en was dus vast van plan om mee te vieren maar dat wilde niet zoo best lukken. De klank van het ensemble is, vooral in het piano en pianissimo, betooverend; muzikaliteit, begrip en virtuositeit der spelers grenzen aan het ongeloofelijke en toch Dit „en toch" drukt een zekere ontgoocheling uit, welker oorzaak misschien niet zoozeer ligt in de geleverde prestaties-zelve als wel in het feit dat men, blijkbaar ten onrechte, nog steeds een zekere verwachting koesterde van een „mo del" jazz-manifestatie als bevruchtend en ver nieuwend element voor de muziek-in-het-alge- meen. Deze verwachting is, althans na dit Ellington-concert, teleurgesteld. De jazz, gepre senteerd als zij hier werd door een harer be roemdste, meest competente en x-epresentatieve ensembles, bleek zich niet te hebben ontwikkeld of vernieuwd, bleek zelfs en dit weegt veel zwaarder veelal zichzelve niet meer te zijn. De tijd der werkelijk pure jazz, de tijd der muzikaal bevruchtende verrassingen lijkt voorbij. Wat men hoorde op het stuk van rhythme en klankraffinement, fantasie, ensemblespel, ex pressie etc., was, behoudens een enkele uitzon dering als het begin van de blues „Clarinet Lament" en eenige fragmenten van de in hevige spanning en prachtige vrijheid geïmproviseerde „Black and Tan Fantasy", in wezen volstrekt niet nieuw of origineel. Wel frappeerde het door zijn technische volmaaktheid. Deze technisch hyper-geraffineerde Ellington- jazz lijkt mij langzamerhand van de bron afge raakt te zijn. Zij is, na jaren geleden aanvan kelijk sterk bevruchtend te hebben gewerkt op de Eui'opeesche muziek (speciaal bij Stx-awinsky, Milhaud, Ravel e.a.) tenslotte zelf achtex-geble- ven; heeft zich zelfs, vooral op harmonisch gebied, laten infecteeren door raffinementen, die aan haar eigenlijke wezen vreemd zijn. De om gekeerde wereld dus; de „andere" muziek heeft erbij gewonnen en is verder gegaan, maar de jazz, althans deze zoo hooggeroemde Ellington- jazz. niet. Men ontkomt bij deze prachtig klin-l kende, maar aan de Europeesche muziek ont-' leende (en reeds verouderde) series none-, undecime-, tredecime- enz. accoorden niet aan 'n langzamerhand wrevelig wordend gevoel van: „Ja, dat weet ik nu wel, al jaren lang, en bij Cab Calloway b.v. is het misschien minder ver fijnd, maar daarvoor heviger, echter, directer en noodzakelijker". Alle rhythmische- en intonatie heerlijkheden, alle virtuositeit, alle rasechte „blue-notes" e.d. vermogen dit gevoel toch niet weg te nemen. Tenslotte acht ik alle „ontwik keling" van de jazz, voor zoovex\re deze niet uit zuiver ras-eigen elementen kan voortspruiten, dan ook in haar nadeel. Jazz is au fond, zooals b.v. ook de Spaansche Cante Jondo en de Hon- gaarsche Zigeunermuziek, een door haar eigen karakter begrensde uiting van folklore. Te groo te verfijning en vermenging met andere elemen ten tasten haar wezen aan. In ieder geval lijken mij diepzinnige bespiegelingen omtrent haar invloed op de z.g. symphonische muziek voortaan waardeloos en steriel. Het is thans n.l. omge keerd, helaas. En iemand als Ellington te ver gelijken met b.v. Bach of Strawinsky, zooals ik zoo vaak in allen ernst heb hooien verkondigen, lijkt mij, op zijn allerzachtst gezegd, eenigszins overdreven. Wat de uitvoering aangaat: deze kan men met een gerust hart onovex-trefbaar noemen. Elling ton zelf gaf slechts matige piano-soli ten beste, maar er zal wel geen ensemble ter wereld be staan, waarvan het samenspel souvereiner beheerscht, de individueele en collectieve vir tuositeit verbluffender, de scala van klank- en intoneei'ingsmogelijkheden rijker en schooner is. Er was een drummer die doodgemoedereei-d in zijn eentje meer en veelzijdiger zaken presteerde dan 4 slagwerkers van een symphonie- oi'kest tezamen, een trombonist die zoowat cello en viool speelde op zijn trombone en er boven dien nog op zuchtte, kreunde, zong en fluisterde, een clarinettist die. enfin. En tenslotte een trompettist die het niet alleen bestond op zijn instrument een duidelijk verstaanbaren dialoog in het Amerikaanse!} te houden met de (overigens zeer goede) lady-crooner, alsmede kippen en hanen na te bootsen, maar tevens aan hetzelve tonen af te dwingen, welker bestaan elk recht zinnig musicus, ook al hoort hij ze met eigen ooren gebeuren, in eer en geweten eenvoudig weigert te aanvaarden. Niet alleen driegestreept E, maar zelfs en nu wordt het huiveringwek kend, want dat kan nu eenmaal niet op een trompet groot A! Zoekt U maar op uw piona, het tweede octaaf van onderen. Dat is dus onmogelijk, nietwaar? Maar intus- schen heb ik het toch hooren en zien gebeuren, Ra-ra HET TOONEEL KENNEMER TOONEELCLUB' De Kennemer Tooneelclub. die tegenwoox'dig onder leiding van den heer Wim Nottelman staat, speelde Zaterdagavond in het tooneel- zaaitje van Hotel ..De Leeuwerik" „De Ridder van den Kouseband" en had zich niet de keu ze van deze naar Duitsche voorbeelden ge schreven klucht van Henk Bakker, welke we hier vroeger al van De Schouwspelers en ook van dillettanten hebben gezien van te voren reeds van een lachsucces verzekerd. Het suc ces was echter niet alleen aan het stuk, maar ook wel degelijk aan de opvoering te danken. Over het algemeen is er door deze nog jonge club aardig gespeeld en Nottelman had ook voor een vrij vlot tempo gezorgd, al dreigde dit een enkelen keer zooals bij de scène met Pilger in II door een geheugenstoor nis van Theo Hoffstede wel eens verloren te gaan. Maar bijna altijd was er dan weer mevrouw J. Bremer, die door haar enti'ain de anderen medesleepte. Mevrouw Bremer, die als gast medespeelde, domineerde Zaterdagavond niet alleen in de familie Hoffstede. maar ook als speelster op het tooneel. Zij had van deze vinnige schoon mama een uitstekend type gemaakt zonder in een charge te vervallen. Haar replieken waren telkens raak en fel en zij vulde ook met haar spel het tooneel. Zij stak zelfs zoover boven haar mede spelers uit. dat de anderen daardoor wel eens mat leken. Zoo kunnen wij ons „Schoonpapa" geestiger gespeeld denken, al had hij soms ook heel aardige momenten, zooals hij voorbeeld in de scène met zijn Schoonzoon in I, als deze hem zijn avontuurtje in Berlijxx vertelt. De heer H. Zwiers de Kennemerclub is zeer „zwierig" in zijn spelers gaf dezen schoon zoon voldoende losheid mee, maar was wat ongelijk in zijn spel. Gerda is niet bepaald een dankbare rol. De schrijver laat haar heel wat afhuilen en gelegenheid tot pittige actie krijgt zij feitelijk geen oogenblik. Mej. Scholte huilde heel na- tuurlijk en sloeg zich ook verder met ge dweeheid door dat rolletje heen. De heer Antonisse had veel plezier van zijn loodgieter. Vooral het plat dialect kwam er smenig bij hem uit en hij wist ook verder deze rol wel komisch relief te geven. De heer W. Zwier Jr. had voor Pilger, de andere kluchtspelrol in het kwadraat in het stuk, te zorgen en hij deed het met goed begrip zonder er een al te groote caricatuur van te maken. Een aardig Duïtsch dienstmeisje zagen wij van mej. Kreugel, en de overige rollen werden de een wat beter, de andere wat zwakker gespeeld door de heeren Bosschieter, Zwier Jr., van Leeuwen en mej. Booy. De kleine ruimte op het tooneel maakte het den spelers vooral in huxx groepeer in gen wel eens moeilijk, maar over het geheel viel de regie van Nottelman toch te roemen. Over het succes heeft de Kennemer Tooneelclub niet te klagen gehad. Er is veel en hartelijk gelachen om dezen ridder van den kouse band en er heersche heel den avc.nd een vroolijke gezellige stemming in het zaaltje van de Leeuwerik. J. B. SCHUIL. WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdags avonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 12