HUIS-
w,
SLAGER
SCHAKEN
WIELRIJDEN.
KRACHTSPORT
WANDELSPORT
De geschiedenis der Albaneesche
onafhankelijkheid.
D.
Ochtendbeurs Amsterdam
De Ridder van den
Kouseband.
0INSDAG 11 APRIL' 1939
H A" X R C E M'S D A' G BLAB
Het Witte Paard.
Eerste klas:
W. Koster—B. Walker
C. v. SoestM. Vermeer
M. v. d. BergJ. de Lange
B. Walker—W. Koster
Tweede klas:
N. HooglandA. Stokman
J. LippusTh. v. Schie
G. BakkerG. v. d. Stoop
1—0
0—1
H. S. V. „De Kampioen".
Zondagmorgen hield de H.S.V. „De Kampioen'
haar vierden rit voor de competitie over 300 M.
De uitslag bij de A-klasse was:
1 R. de Lange 24.4 sec., 2 C. de Best 25 sec.,
3 S. Bos 25.2 sec., 4 J. Bos 26 sec., 5 Victor Bar-
ten 26.1 sec.
Bij de B-klasse: 1 P. Duins 24.2 sec., 2 Fijen
25.1 sec., 3 H. Bos 26 sec., 4, 5 en 6 J. Laan,
Wolff en B. Schenk 26.1 sec.
FEDERATIEYVEDSTRIJDEN N.-HOLLAND.
Zondag had te Badhoevedorp de opening van
het seizoen plaats en wel met de gebruikelijke
wedstrijden voor aangesloten clubs.
Het begin was de sprintwedstrijd. De volgen
de renners der Kampioen wonnen hun serie: H.
Ooms, S. Bos en R. de Lange.
Met de sterkste Amateurs en Onafhankelijken
moesten zij rijden voor de finale.
H. Ooms plaatste zich hiervoor, de Lange
werd No. twee. S. Bos werd door onoplettend
heid geslagen door Bosland. De overige geplaat
sten waren: v. Gelder, Schenk en Bosland.
Hierna volgde de nieuwelingenwedstrijd over
10 K.M.: J. Laan moest door een klein defect
vijf ronden voor het einde de baan uit, zoodat
P. Duins alleen de eer moest hoog houden. Hij
deed dit op fraaie wijze door als eerste de streep
te passeeren en daarmee den gevaarlijken Faan-
hof achter zich te laten.
De sprintritten werden daarop voortgezet. H.
Ooms won van Bosland en v. Gelder door niet
meer starten van Schenk. Zoodat om één en
twee werd gereden door Ooms en v. Gelder; ook
Ooms liet zien, dat hij het nog kan; op fraaie
wijze werd van Gelder geklopt.
Het laatste nummer was de uurwedstrijd.
Ook hier won een „Kampioen"-lid met drie ron
den op het peloton en één ronde op v. d. Wulp
en Pronk won van de Heijden dezen wedstrijd.
Waarbij hij terloops nog een paar premies won.
Het uitstapje van de Kampioen is dan ook met
succes bekroond geworden.
Paaschwedstrijd Haarl. Wieler
federatie.
De Haarlemsche Federatie van Wielerclubs
hield haar tweeden rit voor de Federatie-compe
titie, een record-rit. De amateurs en onafhanke
lijken reden pl.m. 47 K.M. de nieuwelingen en
juniores 25 K.M. Er startten 94 deelnemers.
Dat deze federatie veel vrienden heeft bleek
wel uit de 500 eieren die geschonken werden,
waardoor alle deelnemers met eieren naar huis
konden gaan.
De uitslagen waren als volgt:
Amateurs en onafhankelijken 47 K.M. 1 P.
Gruijters 1 u. 21 min. 7 sec. 2 J. Stet 1 u. 21 min.
30 sec.. 3 Siebeling 1 u. 21 min. 58 sec. 4 B. de
Vries 1.22.35, 5 B. Schel 1.22,42, 6 A. de Vries
1.23.4. 7 Smit 1.23.8, 8 Vonk 1.23.14, 9 Taverne
1.23.15. 10 Klinkenberg 1.23.44, 11 Roorda 1.24.10
12 v. Es 1.25.7
Nieuwelingen 25 K.M.: 1 B. Kleinhout 43 min.
22 sec., 2 Bijster 43 min. 37 sec., 3 Jas 43 min.
38 sec., 4 H. Rusman 43 min. 53 sec., 5 P. Pee-
ters 43 min. 53 sec.. 6 B. Boersma 44 min. 37
sec., 7 H. Veermdn 44 min. 40 sec., 8 H. v. Dijk
44 min. 58 sec., 9 d'Haene 45 min. 4 sec., 10
Munk 45 min. 22 sec.
A-juniores: 25 K.M. 1 Keyzer 43 min. 47 sec.,
2 T. v. d. Heyden 44 min. 49 sec., 3 N. v. Rooden
44 min. 55 sec.. 4 Taverne 44 min. 56 sec., 5 v.
Dijk 47 min. 2 sec., 6 H. v. d. Heyden 47 min.
13 sec.. 7 Stoelman 48 min. 14 sec.. 8 Donker
sloot 48 min. 14 sec.. 9 v. Alfen 51 imn. 46 sec.
B-juniores: 25 K.M. 1 Radsma 44 min. 42 sec.
2 Boersma 45 min. 12 sec., 3 Smit 46 min. 11
sec., 4 Vlietstra 46 min. 36 sec.: 5 Neeft 47 min.
11 sec., 6 Droog 48 min. 10 sec. 7 Kabel 48 min.
43 sec,, 8 Boudewijn 4 8min. 33 sec.. 9 A. Keizer
45 min. 16 sec., 10 Jaspers 49 min. 58 sec.
Na afloop reikte de voorzitter de heer H. van
Dwijnen, de eieren uit.
Wegwee! s t rij <1 Par ijs—Roubaix
De wegwedstrijd ParijsRoubaix werd Zon
dag gewonnen door den Belg Emile Masson, die
de 262 K.M. aflegde in 7 uur 17 min 30 sec., ge
middelde van bijna 36 K.M. De Belg kwam al
leen te Roubaix aan met ongeveer 2 minuten
voorsprong op den wereldkampioen Marcel
Kint. De Nederlander Schulte plaatste zich elf
de. Hij heeft buitengewoon goed gereden.
Achilles—Maccabi.
De H.K.V. „Achilles" houdt Dinsdag 18 April
een grooten worstel- en gewichthefwedstrijd te
gen de Vereeniging Maccabi uit Amsterdam.
Voor elke vereeniging zullen tien deelnemers
uitkomen.
De wedstrijd wordt gehouden in de zaal
„Sportlust" aan de Kleine Houtstraat.
Als prijs is een mooie beker uitgeloofd.
Wedstrijd „Vooruit".
Maandag werd de 4 K.M. snelwandelwedstrijd
gehouden door „Vooruit" voor de Juniores. Er
werd een spannende strijd geleverd.
De uitslag was: 1. P. Medenblik 5 pnt. 2. J.
Medenblik 4 pnt. 3. B. Visser 3 pnt4. H. Hartjes
2 pnt. 5, 6, 7 hebben allen denzelfden tijd ge
maakt, n.l. 31 min.
H. S. V. „De Vierdaagsclie".
Bovengenoemde vereeniging organiseert op 15
en 16 April haar 20 en 30 K.M. bloembollen-
marschen.
De inschrijving sluit heden bij Braakman,
Leidschevaart 26. Haarlem. Daarna wordt het
inschrijfgeld verhoogd.
Reeds 400 inschrijvingen zijn binnen o.a. uit
Amsterdam, Den Helder, Nijmegen, Tiel, Den
Haag, enz.
nemen en het uit
zicht belemmerd
wordt NOOIT!
Een Nederlandsch officier offerde er zijn
leven voor.
Italiaansche penetratie
gedurende de laatste
decennia.
ALBANIë heeft een interessante ge
schiedenis achter den rug. Het is voor
al een geschiedenis van strijd geweest,
want de Albaneezen zijn een volk met
eèn sterk nationalistisch gevoel, dat
zich kant tegen iedere vreemde overheersching.
Dit blijkt duidelijk als men eenigermate met de
geschiedenis van het land vertrouwd is. Alba
nië is verscheidene malen veroverd en onder-
hoorig gemaakt, doch telkens kwam de bevol
king in opstand en verzette zich tegen de
vreemde macht. Zoo is het land gedurende
meer dan vier eeuwen in Turksch bezit ge
weest, doch de Turksche gebieders hadden niet
veel macht in dit woeste bergland en zij waren
dan ook zoo verstandig in de maatschappelijke
verhoudingen niet veel verandering te brengen.
Tijdens het Turksche régime namen veel Alba
neezen dienst in het Turksche leger en brach
ten het tot aanzien. Zoo werd o.a. Mohamet Ali
in het begin der 19e eeuw Pascha van Egypte.
Tenslotte moest de Turksche regeering het
bezetten van regeëringsposten door Albaneezen
toestaan.
Op de conferentie te Londen in 1912, na den
eersten Balkanoorlog, werd bepaald, dat Alba
nië een zelfstandige staat zou vormen, waar
van in 1913 de grenzen werden vastgesteld.
Een circusartist op den troon.
Voor een vermakelijk intermezzo zorgde een
zékere Otto Witte, die gedurende vijf dagen,
n.l. van 15 tot 20 Februari 1913, koning van
Albanië is geweest. Deze toentertijd 41-jarige
Duitscher was de zoon van circusartisten en
stond reeds als kind op de planken. Hij leerde
al vroeg leeuwentemmen en goochelen en trad.
nauwelijks negen jaar oud, als leeuwentemmer
in het openbaar op. Otto Witte reisde de ge-
heele wereld door en kwam eindelijk in 1911 in
den Balkan, waar hij gedurende twee jaar ver
bleef. Toen hij vernam, dat er in Albanië een
koning zou worden gekozen en dat hiervoor
de Turksche prins Halim Eddin in aanmerking
kwam, voelde Witte de lust in zich opkomen
zichzelf op den Albanischen troon te plaatsen.
Hij schafte zich een prachtige uniform aan en
zond vervalschte telegrammen naar Durazzo,
de hoofdstad van Albanië, waar hij luisterrijk
werd ontvangen. Den 15en Februari 1913 werd
hij aldaar als Said Halim tot koning van Alba
nië uitgeroepen. Slechts vijf dagen lang heeft
hij deze waardigheid bekleed; toen werd de
grond in Albanië hem te warm en Witte ver
dween. Toen de oorlog geëindigd was keerde
hij naar zijn vaderland terug. In 1933 werd hij
te Berlijn wegens oplichting gearresteerd.
Kort daarop bracht hij o.m. een bezoek aan
Den Haag, waar hij in een cabaret optrad.
Als vorst van Albanië werd door de staten
benoemd Prins Wilhelm von Wied. Het was zijn
echtgenoote, die hem ertoe bewogen had den
aangeboden troon te accepteeren. De tactvolle
overreding van haar tante, de Roemeensche
Koningin Carmen Sylva, was haar hierbij te
hulp gekomen, benevens de duidelijk uitge
sproken belofte tot bijstand van de zijde van
den Duitschen keizer. Op den 7en Maart 1914
kwam de Prins in Durazzo aan en werd door
het volk ontvangen met kreten van „x'oste
mbreti" („lang leve de Koning"). Nog geen
maand later konden de koning en diens gevolg
alleen van hun nachtrust genieten met behulp
van vreemde oorlogsbodems, waarvan de zoek
lichten terugkaatsten op de bergruggen, waar
op de opstandige rebellen-troepen loerden.
De Nederlandsche, Zweedsche en Oostenrijk-
sche officieren, die aan het hoofd der ko
ninklijke troepen stonden, hadden een lastige
taak. Slechts één van hen, de Oostenrijker van
Italiaanschen adeldom, kopitein Chiilardi,
slaagde er in zijn mannetjes bij elkaar te hou
den en de vlucht van den ongelukkigen Prins
in September 1914 te dekken.
Kolonel Thomson.
De Nederlandsche kolonel Thomson verloor
in dezen strijd op 15 Juni 1914 het leven. In
het stadsplantsoen te Durazzo houdt een zuil
zijn nagedachtenis levendig. Hierop zijn de
woorden gegrift: „Aan kolonel L. W. J. K.
Thomson en onze andere helden, die hun bloed
gaven voor de onafhankelijkheid van Albanië.
De stad Durazzo richtte dit monument op als
herinnering en uit grooten eerbied. Durazzo
28-XI-1923". Te zijner eere werd 10 September
1918 te 's-Gravenhage op het naar hem ge
noemde plein een standbeeld opgericht.
Na het vertrek van den Prins von Wied werd
het land bezet door een Italiaansch legercorps,
dat de zelfstandigheid van Albanië onder Ita
liaansch protectoraat proclameerde. Tegen de
ze Italiaansche politiek verzette zich President
Wilson, die hoogstens van een Italiaansch
mandaat over Albanië wilde weten. In 1920
moest Italië van alle gezag over de Albaneezen
afzien. Hoewel de toestand in Albanië geduren
de de eerste jaren na den oorlog vrij rustig
bleef, braken al spoedig' woelingen uit, welke
in 1924 leidden tot omverworping van de re
geering en het uitroepen van de republiek. Zo
goe, geboren 8 October 1895, werd tot president
verkozen. Deze keuze beteekende een beslissen
de stap voor Albanië's onafhankelijkheid.
De familie Zogoe is inderdaad sedert het
einde van de 15e eeuw de regeerende familie
in Albanië geweest van het tijdstip af. dat hun
stichter Zogoe het katholicisme vaarwel zei en
het mohammedaansche geloof aanvaardde,
waarbij hij door het Turksche bestuur als gou
verneur van den vazalstaat werd erkend.
Achmed Zogoe op den voorgrond.
Tijdens den wereldoorlog, toen de Oosten-
rijksch-Hongaarsche troepen in het neutrale
Albanië ter vervolging van de daarheen ge
trokken Servische troepen binnenvielen, dien
de de jonge Achmed Zogoe als majoor in het
leger. Menschen, die toen in nauw contact met
den majoor stonden, verzekerden, dat hij in
die dagen reeds groote plannen had. Het was
in ieder geval niemand anders dan de jonge
Achmed Zogoe, aan het hoofd van 3000 getrou
wen die hem blindelings gehoorzaamden en
enthousiaste, nationalistische „malisorianen"
waren die het land van de invallende solda
ten bevrijdde en in 1921 een nationale regee
ring vormde, waarin hijzelf het ministerie van
buitenlandsche zaken op zich nam. Het volgen
de jaar werd de 26-jarige majoor Albanië's
eerste minister en de facto regeerder van het
land. Iedere poging tot opstand werd onder
drukt met meedoogenlooze vastberadenheid en
de leiders opgehangen volgens de ongeschreven
wetten. Er was echter één persoon, dien hij
aarzelde te doen ophangen, omdat deze Katho
liek Bisschop was, n.l. Pan Noli, die met behulp
van Italië een samenzwering op touw zette,
waardoor Achmed Zogoe in 1924 ten val werd
gebracht. De 26 jaar oude Zogoe moest in bal
lingschap en verdiende zijn levensonderhoud
met het geven van lessen in de Duitsche en
Fransche taal. Maar reeds hetzelfde jaar or
ganiseerde hij een staatsgreep, waarop de Al-
gemeene Vergadering hem in 1925 tot Presi
dent verkoos en hem drie jaar later, 1 Septem
ber 1928, tot erfelijk monarch van Albanië pro
clameerde.
Men zal zich herinneren, hoe in 1932 te Wee-
nen een aanslag werd gepleegd op het gevolg
van Konihg Zogoe, welke aanslag eigenlijk op
den Koning was gemunt. Bij het proces ver
klaarde een der verdachten, dat het slechts in
zijn bedoeling had gelegen door die misdaad
de aandacht der wereld op de toestanden in
Albanië te vestigen. Vermoedelijk was dit ook
een vingerwijzing voor de gestes van Italië.
Italië heeft n.l. de laatste jaren geen poging
nagelaten om Albanië opnieuw aan zich te
binden, hetgeen te meer begrijpelijk is, als men
bedenkt, dat wanneer Italië in Albanië de
macht in handen heeft, het heer en meester is
van de Adriatische Zee, hetgeen zijn positie
vooral tegenover Joego-Slavië zou versterken.
Op welke wijze Italië zijn invloed in Albanië
trachtte uit te breiden, moge o.a. blijken uit
het volgende. Albanië leed n.l. gelijk de meeste
jonge staten aan geldgebrek. Hierin werd door
Mussolini tegemoet gekomen, die den Albanee
zen 24 millioen gulden leende, evenwel op „ze
kere voorwaarden". Deze voorwaarden behels
den, dat Italië het recht zou krijgen het Alba
neesche leger te hervormen, waarvan dan ook
een druk gebruik werd gemaakt. In Albanië
(en ook daarbuiten) beschouwde men deze
hervormingen van Italië evenwel als een be
dreiging aan het adres van Joego-Slavië. Geen
wonder dan ook dat de natioalistische Alba
neezen alle mogelijke moeite deden de Italia
nen uit het land te verdrijven. Zij voelden er
allerminst voor om als stootblok in een even-
tueelen oorlog met Joego-Slavië te dienen.
Toch kan niet worden ontkend dat door den
Italiaanschen invloed veel goeds in Albanië tot
stand is gekomen.
In het eerst zoo woeste land zijn thans reeds
verschillende goede wegen en ook vele spoor
wegen aangelegd, waartoe Italië 50 instruc
teurs en ingenieurs afstond, echter mede om
het Albaneesche leger van 12000 man op te lei
den. Zelfs bezit het land te Durazzo een vlieg
veld met een luchtlijn, welke alle steden on
derling verbindt. Deze laatste behoort echter
aan den Italiaanschen Adria-Aero-Lloyd.
Deze schijnbaar opofferende belangstelling
van Italië werd echter ondanks het verdrag-
van Tirana (1926) en het defensief verbond
(1927) slechts met leede oogen door de Alba
neesche nationalisten gezien: vooral in Zuid-
Albanië was een sterk anti-Italiaansche ge
zindheid merkbaar. Nog in 1932 brak tegen den
Italiaanschen invloed een opstand uit, welke
evenwel spoedig kon worden onderdrukt.
J. H. M.
ij besteden gaarne zoo groot
mogelijke zorg aan de annonces.
Het spreek echter vanzelf dat dit
in het gedrang moet komen, als
plaatsingsopdrachten ons op het
laatste oogenblik bereiken.
aarom, in het belang van de
adverteerders zelf, verzoeken wij
vriendelijk doch dringend plaat
singsorders tijdig in te zenden. Dat
wil zeggen: voor Zaterdag uiterlijk
9 uur in den ochtend, op andere
dagen uiterlijk 10 uur in ons bezit.
Dan kan het nog net met zorg ge
beuren, maar beter is natuurlijk ze
nog aanmerkelijk vroeger te zenden.
Engelsclie oorlogsschepen voor
Grieksche haven.
ATHENE, 11 April. Volgens berichten, die
hier binnengekomen zijn, zijn in de haven van
Argostoli op het Grieksche eiland Kephalonia,
eenige Engelsche oorlogsschepen voor anker
gegaan. Argostoli ligt ongeveer 150 K.M. ten
Zuiden van Korfoe. Volgens mededeelingen uit
goed ingelichte kringen heeft Engeland Italië
medegedeeld dat de bezetting van een haven
of ander deel van Griekenland, oorlog zou be-
teekenen. (United Press)
AANRIJDING OP DE KINDERHUISVEST.
Zaterdagavond om kwart over acht is een
18-jarige wielrijder uit Bloemendaal op de
Kinder huisvest tegenover de Zijlbxmg aange
reden door een personenauto. De jongeman
werd door de auto gegrepen en viel op straat.
Hij kreeg een lichte hersenschudding en
schaafworxden aan het hoofd.
Na door O. D. te zijn verbonden is hij per
ziekenauto naar het ziekenhuis St. Joannes de
Deo vervoerd. De remmen van de auto, die
werden gecontroleerd, bleken in orde te zijn.
Tegen den bestuurder is evenwel proces-vejr-
baal opgemaakt wegens het niet verleenen van
voorrang.
Koersen van de Ochtendbeurs te Amsterdam
van heden van 10.30 uur tot 11.25 uur.
Kon. Olie 293—90 1/4.
H. V. A. 395—91.
Amst. Rubber 187J44.
Philips 187—1.
AKU 32.
Unilever 12220.
Ned. Scheepvaart Unie 103—1.
Belh. Steel 42—40 3/4.
U. S. Steel 35 5 3—5.
Republic Steel 11—10 3 4.
Anaconda IVA7
Shell 8 1 2.
Tidewater Ass. Oil 9 3/81/4.
Kennecot Copper 22 7. 8
De „as" en de Balkan.
Een Italiaansche garantie voor Griekenland.
In vele kringen te Boekarest, zoo meldt Reu
ter hoort men beschouwingen over de mogelijk
heid van een snel optreden van Duitschland en
Italië na den inval in Albanië.
In kringen, die den spilmogendheden vrien
delijk gezind zijn, beweert men zelfs dat Duitsch
land met een plan zal komen, dat ten doel heeft
het geheele Balkanschiereiland in een „federaal
economisch stelsel" te brengen.
In officieele kringen te Sofia verklaart men,
dat Bulgarije voornemens is de samenwerking
met de andere Balkanstaten voort te zetten ter
handhaving van den vrede. De Bulgaarsche re
geering, zegt men, is voorstander van de ge
dachte „de Balkan voor de Balkanvolken".
Een speciale Havascorrespondent te
Athene deelt mede, dat de Grieksche
bladen vandaag een nota zullen publi-
ceeren volgens welke de Italiaansche
regeering de regeering van Grieken
land formeele verzekeringen heeft ge
geven ten aanzien van de volkomen
onschendbaarheid van Griekenland.
Na de kabinetszitting van Maandag schijnt men
de verzekering te willen hebben dat na de Italiaan
sche bezetting van Albanië de positie van Grie
kenland, met inbegrip van Korfoe op geenerlei
wijze in gevaar wordt gebi'acht. Men weet, dat
de ministers van opvatting zijn, dat de tegen
woordige positie in het oosten van de Middel-
landsche Zee niet mag worden omvergeworpen.
De Atheensche zender heeft gisteren de vol
gende boodschap uitgezonden: „Aan het Helleen-
sche volk: „Teneinde iedere ongerustheid bij de
openbare meening in Griekenland weg te ne
men, verklaart de regeering alle elementen te
bezitten om in staat te zijn het Helleensche volk
de verzekering te geven, dat de onafhankelijk
heid en onaantastbaarheid van het land volstrekt
verzekerd worden. Het Gi-ieksche volk kan aan
zijn vreedzame werk blijven, met de zekerheid,
dat zijn regeering voortdurend waakt over zijn
veiligheid en zijn eer".
Voorwaarde voor Italië's
toezeggingen.
Een Havas-bericht uit Rome van hedenmorgen
luidt:
In politieke kringen te Rome is men van
meening, dat het Albaneesche vraagstuk van
militair standpunt bezien is afgedaan en men
verwacht dat het vraagstuk ook van diploma
tiek standpunt bezien spoedig zal worden op
gelost, aangezien de Westersche democratieën
hebben besloten het voldongen feit te aanvaar
den, omdat zij beginnen te begrijpen, dat Italië
alleen de aangelegenheid heeft geregeld, welke
alleen Italië aangaat.
In dezelfde kringen wijst men er op,
dat Griekenland Joego-Slavië kalm zijn.
Men veronderstelt, dat wanneer deze
landen evenwel zich zullen aansluiten
bij het door Groot-Brittannië voorge
stelde garantie verdrag, dit zal worden
beschouwd als een vijandige daad je
gens Italië en dat de garantie, welke
Italië te Londen en Athene heeft ge
geven, dat Italië geenszins voornemens
is Korfoe te bezetten, slechts waarde
zal hebben zoolang Griekenland de ban
den met Engeland niet nauwer aantrekt.
Blijkbaar is Italië in nauwe samenwerking
met Duitschland, voornemens met onmiddellijk
handelend optreden te beantwoorden aan iedere
actie van Engeland en Fx-ankrijk, welke, vol
gens de meening van de leidende figuren te
Rome, de sterkteverhouding in de Middelland-
sche Zee zou wijzigen.
In fascistische kringen waar men verheugd is
over het succes in Albanië, gelooft men, dat in
een officieel communiqué de nieuwe status
van Albanië bekend zal worden gemaakt.
In de „Voce d'Italia" schrijft Gayda, dat, wan
neer Engeland de actie van Italië zou willen be
schouwen als een inbreuk op de Britsch Italiaan
sche overeenkomst, het vrij staat zulks te doen.
Italië zou dan zijn toekomstige houding daar
naar richten.
Het verluidt dat dit laatste beteekent, dat een
opzegging door Engeland van de Britsch-Ita-
liaansche overeenkomst op grond van de bezet
ting van Albanië zou kunen leiden tot onmid
dellijke uitroeping van Albanië tot Italiaansch
gebied.
bezitters,
hebt U VERF of GLAS nodig?
Komt eens met ons praten!
Onze kwaliteit en prijzen zullen
U toezeggen.
SCHAGCHE1STR. - Telef. 10631
MUZIEK.
DUKE ELLINGTON
Een bijzondere medewerker schrijft ons:
Amsterdam heeft Zondagavond, na den Haag
en Utrecht, in een stampvolle ConcertgebouwzaaJ
Duke Ellington gevierd. Ik houd oprecht van
goede jazz en was dus vast van plan om mee te
vieren maar dat wilde niet zoo best lukken.
De klank van het ensemble is, vooral in het
piano en pianissimo, betooverend; muzikaliteit,
begrip en virtuositeit der spelers grenzen aan
het ongeloofelijke en toch
Dit „en toch" drukt een zekere ontgoocheling
uit, welker oorzaak misschien niet zoozeer ligt
in de geleverde prestaties-zelve als wel in het
feit dat men, blijkbaar ten onrechte, nog steeds
een zekere verwachting koesterde van een „mo
del" jazz-manifestatie als bevruchtend en ver
nieuwend element voor de muziek-in-het-alge-
meen. Deze verwachting is, althans na dit
Ellington-concert, teleurgesteld. De jazz, gepre
senteerd als zij hier werd door een harer be
roemdste, meest competente en x-epresentatieve
ensembles, bleek zich niet te hebben ontwikkeld
of vernieuwd, bleek zelfs en dit weegt veel
zwaarder veelal zichzelve niet meer te zijn.
De tijd der werkelijk pure jazz, de tijd der
muzikaal bevruchtende verrassingen lijkt
voorbij.
Wat men hoorde op het stuk van rhythme en
klankraffinement, fantasie, ensemblespel, ex
pressie etc., was, behoudens een enkele uitzon
dering als het begin van de blues „Clarinet
Lament" en eenige fragmenten van de in hevige
spanning en prachtige vrijheid geïmproviseerde
„Black and Tan Fantasy", in wezen volstrekt
niet nieuw of origineel. Wel frappeerde het door
zijn technische volmaaktheid.
Deze technisch hyper-geraffineerde Ellington-
jazz lijkt mij langzamerhand van de bron afge
raakt te zijn. Zij is, na jaren geleden aanvan
kelijk sterk bevruchtend te hebben gewerkt op
de Eui'opeesche muziek (speciaal bij Stx-awinsky,
Milhaud, Ravel e.a.) tenslotte zelf achtex-geble-
ven; heeft zich zelfs, vooral op harmonisch
gebied, laten infecteeren door raffinementen, die
aan haar eigenlijke wezen vreemd zijn. De om
gekeerde wereld dus; de „andere" muziek heeft
erbij gewonnen en is verder gegaan, maar de
jazz, althans deze zoo hooggeroemde Ellington-
jazz. niet. Men ontkomt bij deze prachtig klin-l
kende, maar aan de Europeesche muziek ont-'
leende (en reeds verouderde) series none-,
undecime-, tredecime- enz. accoorden niet aan 'n
langzamerhand wrevelig wordend gevoel van:
„Ja, dat weet ik nu wel, al jaren lang, en bij
Cab Calloway b.v. is het misschien minder ver
fijnd, maar daarvoor heviger, echter, directer en
noodzakelijker". Alle rhythmische- en intonatie
heerlijkheden, alle virtuositeit, alle rasechte
„blue-notes" e.d. vermogen dit gevoel toch niet
weg te nemen. Tenslotte acht ik alle „ontwik
keling" van de jazz, voor zoovex\re deze niet uit
zuiver ras-eigen elementen kan voortspruiten,
dan ook in haar nadeel. Jazz is au fond, zooals
b.v. ook de Spaansche Cante Jondo en de Hon-
gaarsche Zigeunermuziek, een door haar eigen
karakter begrensde uiting van folklore. Te groo
te verfijning en vermenging met andere elemen
ten tasten haar wezen aan. In ieder geval lijken
mij diepzinnige bespiegelingen omtrent haar
invloed op de z.g. symphonische muziek voortaan
waardeloos en steriel. Het is thans n.l. omge
keerd, helaas. En iemand als Ellington te ver
gelijken met b.v. Bach of Strawinsky, zooals ik
zoo vaak in allen ernst heb hooien verkondigen,
lijkt mij, op zijn allerzachtst gezegd, eenigszins
overdreven.
Wat de uitvoering aangaat: deze kan men met
een gerust hart onovex-trefbaar noemen. Elling
ton zelf gaf slechts matige piano-soli ten beste,
maar er zal wel geen ensemble ter wereld be
staan, waarvan het samenspel souvereiner
beheerscht, de individueele en collectieve vir
tuositeit verbluffender, de scala van klank- en
intoneei'ingsmogelijkheden rijker en schooner
is. Er was een drummer die doodgemoedereei-d
in zijn eentje meer en veelzijdiger zaken
presteerde dan 4 slagwerkers van een symphonie-
oi'kest tezamen, een trombonist die zoowat cello
en viool speelde op zijn trombone en er boven
dien nog op zuchtte, kreunde, zong en fluisterde,
een clarinettist die. enfin. En tenslotte een
trompettist die het niet alleen bestond op zijn
instrument een duidelijk verstaanbaren dialoog
in het Amerikaanse!} te houden met de (overigens
zeer goede) lady-crooner, alsmede kippen en
hanen na te bootsen, maar tevens aan hetzelve
tonen af te dwingen, welker bestaan elk recht
zinnig musicus, ook al hoort hij ze met eigen
ooren gebeuren, in eer en geweten eenvoudig
weigert te aanvaarden. Niet alleen driegestreept
E, maar zelfs en nu wordt het huiveringwek
kend, want dat kan nu eenmaal niet op een
trompet groot A! Zoekt U maar op uw
piona, het tweede octaaf van onderen.
Dat is dus onmogelijk, nietwaar? Maar intus-
schen heb ik het toch hooren en zien gebeuren,
Ra-ra
HET TOONEEL
KENNEMER TOONEELCLUB'
De Kennemer Tooneelclub. die tegenwoox'dig
onder leiding van den heer Wim Nottelman
staat, speelde Zaterdagavond in het tooneel-
zaaitje van Hotel ..De Leeuwerik" „De Ridder
van den Kouseband" en had zich niet de keu
ze van deze naar Duitsche voorbeelden ge
schreven klucht van Henk Bakker, welke we
hier vroeger al van De Schouwspelers en ook
van dillettanten hebben gezien van te voren
reeds van een lachsucces verzekerd. Het suc
ces was echter niet alleen aan het stuk, maar
ook wel degelijk aan de opvoering te danken.
Over het algemeen is er door deze nog jonge
club aardig gespeeld en Nottelman had ook
voor een vrij vlot tempo gezorgd, al dreigde
dit een enkelen keer zooals bij de scène
met Pilger in II door een geheugenstoor
nis van Theo Hoffstede wel eens verloren te
gaan. Maar bijna altijd was er dan weer
mevrouw J. Bremer, die door haar enti'ain de
anderen medesleepte.
Mevrouw Bremer, die als gast medespeelde,
domineerde Zaterdagavond niet alleen in de
familie Hoffstede. maar ook als speelster op
het tooneel. Zij had van deze vinnige schoon
mama een uitstekend type gemaakt zonder
in een charge te vervallen. Haar replieken
waren telkens raak en fel en zij vulde ook met
haar spel het tooneel.
Zij stak zelfs zoover boven haar mede
spelers uit. dat de anderen daardoor wel eens
mat leken. Zoo kunnen wij ons „Schoonpapa"
geestiger gespeeld denken, al had hij soms ook
heel aardige momenten, zooals hij voorbeeld
in de scène met zijn Schoonzoon in I, als deze
hem zijn avontuurtje in Berlijxx vertelt. De
heer H. Zwiers de Kennemerclub is zeer
„zwierig" in zijn spelers gaf dezen schoon
zoon voldoende losheid mee, maar was wat
ongelijk in zijn spel.
Gerda is niet bepaald een dankbare rol. De
schrijver laat haar heel wat afhuilen en
gelegenheid tot pittige actie krijgt zij feitelijk
geen oogenblik. Mej. Scholte huilde heel na-
tuurlijk en sloeg zich ook verder met ge
dweeheid door dat rolletje heen.
De heer Antonisse had veel plezier van zijn
loodgieter. Vooral het plat dialect kwam er
smenig bij hem uit en hij wist ook verder
deze rol wel komisch relief te geven. De heer
W. Zwier Jr. had voor Pilger, de andere
kluchtspelrol in het kwadraat in het stuk, te
zorgen en hij deed het met goed begrip zonder
er een al te groote caricatuur van te maken.
Een aardig Duïtsch dienstmeisje zagen wij
van mej. Kreugel, en de overige rollen werden
de een wat beter, de andere wat zwakker
gespeeld door de heeren Bosschieter, Zwier
Jr., van Leeuwen en mej. Booy.
De kleine ruimte op het tooneel maakte
het den spelers vooral in huxx groepeer in gen
wel eens moeilijk, maar over het geheel viel
de regie van Nottelman toch te roemen. Over
het succes heeft de Kennemer Tooneelclub
niet te klagen gehad. Er is veel en hartelijk
gelachen om dezen ridder van den kouse
band en er heersche heel den avc.nd een
vroolijke gezellige stemming in het zaaltje
van de Leeuwerik.
J. B. SCHUIL.
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdags avonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.