hmliat
SCHAAKRUBRIEK
HP
ill
a->
IÉ
7)
HP
m
JU
mi
m
s
IA
A
A
2
KAMPEERTENTEN voor 1'3 van den Prijs
Matje's Overwinning.
IN
MEMORIAM
Zevende Concert.
WOENSDAG 19 APR TE 19.19
H'AARLE M'S DAGBLAD
6
Oplossingen, bijdragen, vragen, enz. te zenden
aan den Schaakredacteur van Haarlem's Dag
blad, Groote Houtstraat 93, Haarlem.
PROBLEEM No. 1002.
(No. 9 van den wedstrijd, 52e ladder).
m
m
A
m
m
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kf 1, Df5, Ld6, Pa3, Pa4.
Zwart: Ke3, e4.
„De dreiging is sterker dan de uitvoering."
KARL EISENBAC1L
PROBLEEM No. 1003
(No. 10 van den wedstrijd, 52e ladder).
A. F. Blokker (Haarlem).
w
Mat in drie zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kf6, Da5, Thl, Lbl, Le7, Pg6, b6.
Zwart: Kg8, Td6, Le4, Pd2, e5, e6, f7.
Eerste publicatie.
SCHAAKLITERATUUR.
Theorie der schaakopeningen. Open Spelen III,
door Dr. M. Euwe; bij G. B. van Goor Zonen's
Uitgevers Mij., N.V. 's Gravenhage (1939).
Met dit laatste (12e) deeltje is het boek over
de theorie der schaakopeningen compleet.
De openingen van dit werkje, zegt de groot
meester. in de algemeene inleiding, worden in dt
practijk zelden toegepast. In den loop der tij
den is men namelijk tot het inzicht gekomen,
dat, na 1 e2e4, e7e5, alleen 2. Pglf3 kans
op een duurzaam initiatief biedt, terwijl de in
no. 12 behandelde openingen niet vervolgen met
2. Pgl-f3. Achtereenvolgens worden besproken,
op de bekende meesterlijke en toch zoo duide
lijke wijze:
I. Het Koningsgambiet: 2. f2f4.
II. De Weener Partij: 2. Pblc3.
,111. Het Looperspel: 2. Lflc4.
IV. Het Middengambiet: 2. d2d4.
Aangezien er tegenwoordig slechts één enkele
expert is op het gebied van de eerstgenoemde
opening, aldus Dr. Euwe, heeft deze zich voor
dat gambiet de medewerking van bedoelden
grootmeester, namelijk R. Spielmann, verzekerd.
De verschenen 12 theorieboekjes zijn evenvele
parels in Calssa's kroon.
OPLOSSING PROBLEEM No. 989.
(No. 8 van den wedstrijd, 51e ladder).
Stand der stukken:
Wit: Kf5, Dc2, Pd3, Pe7.
Zwart: Ke3, Ld6, b4, b7, d5, g2, g3.
(Dr. A. Bayersdorfer, 18421901)
1. Pb3e5,
Ld6xe5; 2. Kf5g4, enz.
Ld6xe7; 2. Dc2dl, enz.
Ke3d4; 2. Dc2—d3f, enz.
b7b5: 2. Pe5g4ri enz.
g2glD.; 2. Pe7xd5f, enz.
OPLOSSING PROBLEEM No. 990.
(No. 9 van den wedstrijd, 51e ladder).
Stand der stukken:
Wit: Kb5, Da5. Ld3, Pf2.'
Zwart: Kdó, Pal, e6.
(G. Heathcote, Kingswear).
1. Ld3h7,
Kd5d4; 2. Da5d2f, enz.
Kd5e5; 2. Da5c7f, .enz.
e6e5; 2. Lh7g8f, enz.
anders; 2. Da5d8f, enz.
Beide problemen goed opgelost door: H. J. S.
Beck en M. H. Wiersema, beiden te Bloemendaal;
B. Amelung, A. v. Baren. J. J. H. Bauer, A. F.
Blokker, J. Buma, W. J. Bijster. C. v. Dort, H.
W. v. Dort, J. Hillebrand, F. W. Hoogerbeets. J.
ten Hove, C. Hovingh Jr., G. Huizing Jr., J. H.
Meilink. Frits J. Mondriaan, A. J. Mooy, P. Rot
teveel, J. Schippers en C. Warlé, allen te Haar
lem: L. A. Patoir, te Heemstede; T. Z. Zwerus,
te Hoofddorp: H. F. Antonisse, J. Germeraad.
mej. D. M. Graafland en K. Siegerist, allen te
Santpoort; Joh. B. Pennock, te Utrecht (allen
zes punten).
Voorts is Probleem no. 989 goed opgelost door
D. Boterbloem, J. W. Derogee, Joh. Kok Jr.
Mart. J. Lürsen en J. Voigt, allen te Haarlem,
H. F. Zeylstra, te Santpoort (allen drie punten
Ten slotte is Probleem no. 990 goed opgelost
door: E, J, Akkerboom, F. F. Groos, K. Koe-
dooder, A. Veerman en C. F. Weber, allen te
Haarlem: F. D. Kat en C. de Vries, beiden te
Heemstede; G. Staalenhoef, te Hillegom (allen
drie punten).
CORRESSPONDENTIE.
Bloemendaal. M. H. W. Voor den wedstrijd is
niet voldoende alléén den sleutelzet van drie-
zetters te vermelden.
Drouwen (Dr.) B. v. R. Op 1. Pe7xd5i,
Ke3d4; 2. Dc2e2 antwoordt Zwart 2.
Kd4c4 waarna mat niet volgt (989); I.
Da5c3 faalt na 1.Kdód6; op 2.
Ld3e4 volgt 2.Kd6e7 waarna geen
mat (990).
Haarlem. W. J. B. De oplossing van no. 983
ontbrak aan uw geregelde inzendingen, der
halve blijkbaar door u vergeten in te zenden.
Joh. K. Jr. Na 1. Pf2—g4, e6—e5; 2. Da5- -a«i,
Kd5d4 is er geen mat. C. S. G. N. 1. K<"5- g4
faalt na. 1,Ld6xe7 (989); na 1. Daó— c7.
Palb3; 2. Pf2e4. Pb3d4 staat Wit schaak,
zoodat 3. Pe4f6j niet gespeeld mag worden
(hoewel ook dan geen mat, want Kd5efi). A
K. v. O. Op 1. Pf2g4, Kd5d4; 2. Da5d2
antwoordt Zwart 2. Palb3 waarna
geen mat. A. C. S. In No. 984 volgt op 1.
Kd5c6; 2. b7b8 Paard t en mat.
J. V. Op 1. Da5—c7, Pal—b3: 2. Pf2—dl volgt
Pb3d4t.
Hillegom. G. S. Uw 3-zet (Indisch thema) is
te eenvoudig voor publicatie. No. 991 is een
moeilijke 3-zet.
Na sluiting der LEIPZIGER MESSE kregen wij weder gloednieuwe
(Iets smoezelig, showroom en demonstratie, courante maten, volle garantie
THE INDIANA WORKS HAARLEM ZIJLWEG 111
(Adv Ingez. Med./
VOETBAL.
NEDERLAND—BELGIË.
Het Belgisrh elftal samengesteld.
Het Belgisch elftal, dat Zondag 23 April te
Amsterdam in het Olympisch Stadion tegen Ne
derland uitkomt, is als volgt samengesteld:
Doel: Badjou (Daring)
Achter: Paverick (Antwerp F. C.) en Van Ca-
lenberg (Anderlecht).
Midden: Van Alphen (Beerschot), Stijnen
(Olympic Charleroi) en Paul Henry (Daring)
Vóór: Fiévez (White Star), Voorhoof (Liersche
Sportkring), Capelle (Standard), Raymond
Braine (Beerschot) en Buyle (Daring).
Als reserves zijn aangewezen Deraedt (Gan-
toise), Jonckers (F. C. Mechelen),, Gommers
(Beerschot) en Isemborghs (Beerschot).
In het elftal, dat enkele weken geleden te
Antwerpen tegen Nederland uitkwam, is dus
«-'°chts één wijziging gekomen, n.l. de bezetting
van de linksbuitenplaats. Buyle neemt de
plaats van Isemborghs in, die naar de reserves is
verwezen.
JEUGDWEDSTRIJD NEDERLANDBELGIë
Het Belgisch jeugdelftal dat Zondag 23 April
ie Amsterdam tegen de Nederlandsche jeugd-
ploeg uitkomt, is als volgt samengesteld:
Doel: Meert (Anderlecht)
Achter: Van Vaerenberg (Anderlecht) en
Van Drom (Berchem Sport).
Midden: Lanckman (Daring), Bonten (Tie
nen) en Massez (Standard Luik)
Vóór: Geuns (Antwerp F. C.), Jansens (An
derlecht), Cop (Boom), Van den Eynde (Liersche
Sportkring) en Mermans (Tubantia).
Reserves zijn van Han (F. C. Luik), Verstrae-
ten (F. C. Luik), Vermeulen (F. C. Mechelen)
en Gonzalez (Olympic Charleroi).
HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG
AFDEELING I
Promotie reserve tweede klasse:
EDO 2—DWS 2 (half elf).
SCHAKEN.
Het touriiooi te Margate.
FLOHR EN KERES HEBBEN DE LEIDING
Uit Margate: In de zesde ronde wisten Flohr
en Keres, beiden met zwart spelend, hun partij
te winnen resp. van Sergeant en Golombek en
aangezien Capablanca en sir George Thomas het
niet verder dan tot remise wisten te brengen,
staan Flohr en Kerese thans bovenaan met 4Vs
uit 6.
In een damegambiet wist sir George Thomas,
met zwart spelend, niet meer dan remise tegen
Vera Menchik te bereiken. De partij duurde 37
zetten.
Flohr behandelde een Spaansche partij van
Sergeant uitstekend; na 38 zetten moest de En-
gelschman zich gewonnen geven.
Wheatcroft nam het damegambiet van Naj-
dorf aan. De Engelschman, die nog steeds op het
eerste halve puntje wacht, verloor ook nu.
Milner BarryCapablanca was een Siciliaan-
tje, welke na 29 zetten in remise eindigde.
Voor de eerste maal in de hoofdgroep werd
de Gruenfeld-verdediging toegepast en wel in
de partij tusschen Golombek en Keres; het werd
een zware partij, welke door Keres na 60 zetten
gewonnen werd.
De uitslagen luiden:
Hoofdgroep, zesde ronde:
Vera MenchikSir George Thomas Vs1h
SergeantFlohr 01
NajdorfWheatcroft 10
Milner BarryCapablanca VaV»
GolombekKeres 01
De stand luidt: 1 en 2 Flohr en Keres, beiden
4'pnt.; 3 en 4 Sir George Thomas en Capa
blanca, beiden 4 pnt.; 5, 6 en 7 Milner Barry,
Sergeant en Najdorf, allen 3 punten; 8. Vera
Menchik 2 pnt.: 9. Golombek 1 pnt. plus 1 afge
broken partij; lO.Wheatcroft 0 pnt. plus 1 afge
broken pariij.
Premier reserves groep a. Zevende ronde:
Van ScheltingaWood V»1/a
Achtste ronde: PrinsThomas 01
KoblenzLandau VaVa
ParrVan Scheltinga afgebroken in gelijken
stand.
Premier reserves groep b. Achtste ronde:
Dr. MulderZalys 01.
Van DoesburghOpocensky 10
Premier reservesgroep c. Achtste ronde:
Sonja GrafSchelfhout 01.
HAARL. KORFBALBOND
OVERZICHT SENIOREN
Bijna de helft van het aantal vastgestelde
wedstrijden moest afgelast worden wegens ver
schillende omstandigheden, zoodat het program
ma niet zoo opschiet, als de ijverige competitie
leider wel zou willen. Voor de eerste klasse blijft
Watervliet meedingen naar de hoogste plaats
door Animo-Ready op eigen veld te verslaan
met 20. Palvu keerde van het O. K.-terrein
terug met een 32 nederlaag, zoodat OK 4 een
plaatsje steeg.
In de 2e klasse won Aurora 2 met 40 van
Haarlem 3.
De uitslagen voor de lagere series waren: Oost
hoekMeerlebosch 2 22 en THB 3N. Flora 3
3—1. Palvu 2Aurora 4 21.
Stand le klasse Senioren:
gesp. gew. gel. verl. pnt. v.-t. gem.
Aurora 13 31 0 2 22 47—16 1.69
Watervliet 15 10 4 1 24 42—24 1.60
Palvu 15 8 5 2 21 37—20 1.40
O. K. 4 15 8 3 4 19 44—34 1.27
A. Ready 14 6 3 5 15 35—21 1.07
Meerlebosch 14 4 0 10 8 2134 0.57
N. Flora 14 4 0 10 3 31—58 0.57
Haarlem 2 13 1- 4 8 6 16—37 0.46
T. H. B. 2 13 1 1 11 3 17—46 0.21
OVERZICHT ADSPIRANTEN
Voor de competitie konden de vastgestelde
wedstrijden doorgaan. De kampioenen Aurora
onnen van Animo Ready b met 30. Haarlem
c en Meerlebosch c verdeelden de punten 00.
OK c verloor op eigen terrein van Meerlebosch
b met 30. De stand is nu geworden:
DERDE KLASSE
Aurora 13 12 1 0 25 75—3 1.921
N. Flora 10 7 1 2 15 2&—8 1.50;
Meerlebosch b 10 6 1 3 13 24—17 1.30
S. V. b 8 3 1 4 7 21—6 0.88
Haarlem c 9 3 1 5 7 733 0,78
Meerlebosch c 7 1 0 6 2 447 0.43
O. IC. c 8 0 1 7 1 1—33 0.13 i
Animo R. b. 5 0 0 5 0 215 0.— j
De nacompetitie gaf slechts één uitslag, n.l.
SV—THB 3—1.
(Adv. Ingez. Med.)
GYMNASTIEK.
KEUZE-WEDSTRIJD K. T. K.
De keuze-wedstrijd voor heeren uit den Ken-
nemer Turnkring heeft, vrijwel kunnen beant
woorden aan de bedoeling, een ploeg samen te
stellen voor den wedstrijd tegen de reserves van
den Amsterdamschen Turnbond op 30 Mei in
Haarlem en voor den driekampwedstrijd op 6
Mei in Zandvoort. Dit doel werd evenwel niet
geheel bereikt, want enkele van de beste turners
bleken onverwacht verhinderd te zijn door mili
tairen dienst.
Deze keuze-wedstrijd, waarin vooral betrok-
ken waren de leden van het onder leiding van
den heer P. van Duijn staande oefenkorps K.
T. K.. vond plaats in de zaal van de le H. B. S.-B.
Wedstrijdleider was de heer J. W. Duijff; als
jury-leden traden op de heeren J. J. van Doorn,
P. Dijkstra en B. J. Wieland Los.
De turners moesten de onderdeelen verwerken,
die aangewezen zijn voor den A. T. B. wedstrijd
en voor den driekringenwedstrijden, dus met
oefeningen naar keuze aan hoogbrug, hoogrek,
ringen (stil) en paard benevens een vrije oefe
ning en een paardsprong (lengte-termplin).
Nieuwe gezichtspunten sinds vorig jaar deden
zich niet voor. Een uitzondering moet evenwel
gemaakt worden ten aanzien van J. van der
Starre van Turnlust, Haarlem, welke vereeni-
ging ook overigens in dezen wedstrijd kranig
werk verrichtte.
Hoewel enkele kleinigheden in verschillende
oefeningen nog voor verbetering in aanmerking
komen, is de ploeg in elk geval sterker dan
vorig jaar tegen den A. T. B. en vermoedelijk
zelfs beter dan in den vorigen driekringenwed
strijd, ondanks de noodzaak van het opnemen
van invallers.
De uitslag van den wedstrijd wees 't grootste
gedeelte aan van degenen, die in de vertegen
woordigende ploeg zullen worden opgenomen,
n.l. 1. J. v. d. Starre (Turnlust), 2. F. Guit
(Bato), 3. A. van Zadel (B. G. V.), 4. S. van
Looij (Turnlust), 5. O. Brink (O. S. S.), 6. J.
Timmermans (Turnlust), 7. W. van Houten
(Bato), 8. B. Stouten (Turnlust)., 9. H. Stoffer
(Turnlust).
VERGADERING K. T. K.
Het bestuur en de Technische Commissie van
den Kennemer Turnkring kwamen bijeen o.a
ter vaststelling van de ploegen, die den K. T. K.
zullen vertegenwoordigen in den wedstrijd tegen
den A. T. B. en in den driekringenwedstrijd.
Voor eerstgenoemden wedstrijd, waarvoor tien
turners noodig zijn, komen in aanmerking de
beste negen van den keuze-wedstrijd (zie hier
voor bovenstaand verslag) en P. van Duijn,
kring-kampioen. Zoo mogelijk worden evenwel
enkele van genoemd negental vervangen door
J. de Kruijff (Bato) en L. Silvis (Turnlust).
Reserves zijn R. Voorn en W. Glas van O. S. S.
en A. van Niekerken van Olympia. Voor den
driekringenwedstrijd zijn 8 turners noodig en
deze worden aangewezen naar aanleiding van
den uitslag van den wedstrijd tegen den A. T. B.
Wat de damesploeg betreft werd besloten,
alleen die turnsters op te nemen, die deelna
men aan den wedstrijd HaarlemRest. Die
ploeg werd dan ook als volgt samengesteld: 1
C. van IConingsbruggen (O. S. S.) 2. C. Kwant
(Concordia) ,3. S. Smit (Concordia), 4. T. van
Leeuwen (Olympia), 5. A. Nol (T. V. S.), 6. Th.
FortgensSmal (Bato), 7. C. Swart (Bato), 8.
J. v. d. Ham (Turnlust). Reserves zijn E. Sta
rink (T. V. S.), R. Bakker (Olympia), C. Toe
poel (Bato) en J. Knape (Turnlust).
Als jury-leden voor den driekringenwedstrijd
(K. T. K.Alkmaar e.o.Zuiderkwartier) zul
len worden uitgenoodigd de heeren Jac. Schenke,
M. Jacobs, L. J. H. Stiens, G. Kleerekoper en J.
H. A. G. Schmidt, allen uit Amsterdam.
(UN/T EN 1ETTEREN.
HET TOONEEL
V. Z. O. D.
Vóór den aanvang der voorstelling van V. Z.
O. D. in het gebouw Sint Bavo heeft de regis
seur, de heer Th. Dammiaans, gisteren eenige
gevoelvolle woorden gewijd aan de nagedach
tenis van de groote actrice, die ons dien morgen
was ontvallen. Het publiek heeft staande deze
woorden aangehoord en daarmee zijn stille
hulde gebracht aan mevrouw Theo Mann
Bouwmeester.
Na deze sympathieke geste ging het doek op
voor de vertooning van Matje's Overwinning,
een kluchtig spel van W. K. F. de Boo. Matje
moge dan gisteren overwonnen hebben, de heer
De Boo deed het niet, want zyn stuk een
„eersteling" naar wij vernamen ware beter
in portefeuille gebleven. Wij kunnen het prijzen
in een vereeniging, dat zij een schrijver een
kans wil geven, maar eenige voorzichtigheid
daarmee blijkt toch wel geboden Dat een actrice,
om ervaring op te doen voor haar nieuwe rol
van dienstbode, bij haar directeur .als „tweede
meisje" in betrekking gaat zonder herkend te
worden, is al erg onwaarschijnlijk, maar wij zijn
bereid dit vrij onmogelijke gegeven voor een
klucht, nog te accepteeren, wanneer de auteur
er iets aardigs van maakt, maar dat is in deze
klucht allerminst het geval. De handeling ver
loopt zeer traag, de eigenlijke humor is ver te
zoeken en de dialoog die soms wel heel erg
huisbakken klinkt is eerder flauw dan gees
tig. Het zou ons niet veel moeite kosten Matje's
Overwinning critisch geheel uit een te rafelen,
maar dit lijkt ons voor een zoo onbeholpen stuk
overbodig. De opvoering bewees trouwens
overtuigend, dat de keuze van den leider van
V. Z. O. D. ditmaal een vergissing was.
V. Z. O. D. heeft betere voorstellingen gegeven
dan die van gisteren. Om een vuist te maken
moet er een hand zijn en omdat er feitelijk geen
stuk was. moeten wij het hieraan voor een
groot deel wijten, dat de spelers dit keer er zoo
veel minder van terecht brachten dan anders.
Maar men heeft er toch ook niet al te veel moeite
voor gedaan. De rolkennis liet zeer veel te wen-
schen over, van samenspel was weinig of geen
sprake het tempo was tweemaal te langzaam en
van typeering was niet veel te merken. Zoo had
Frits Hofman al heel weinig van een schouw
burgdirecteur en ook de actrices brachten niet
veel van de plankensfeer met zich mee op het
tooneel.
Het best bracht mevrouw Dammiaans het er
nog af als Matje. Zij speelde het slonzige, dom
me dienstmeisje wel grappig en het lachsucce;
dat overigens maar matig was was voor het
grootste deel aan haar te danken. Ook de heer
Van den Eykhof bracht als Toontje, de tooneel
knecht nu en dan wat leven in de brouwerij,
maar overigens was het gisteren een vrij saaie
en dul'fe vertooning. Nee, V. Z. O. D. heeft her
haaldelijk bewezen het beter te kunnen en wij
rekenen dus op een revanche bij een volgende
voorstelling. En dan met een sterker stuk dan
Matje's Overwinning.
J. B. SCHUIL.
SCHILDERKUNST.
N. Baslert.
De schild.er Nicolaas Bastert is in zijn woning
te Loenen aan de Vecht op 85-jarigen leeftijd
overleden. Hij verliet die woning de laatste paar
jaren niet vaalc meer om buiten zijn dorp op be
zoek te gaan of exposities te bezoeken; hij had
niet meer den kraehügen gang van weleer; maar
overigenshand en geest waren nog van een
zeldzame, cordate paraatheid. Zijn doodsbericht
lezend, zie ik zijn handschrift voor me: een
prachtig, forsch, gelijkmatig schrift, zooals ik
het veertig jaar gekend heb en zooals ik het
nimmer van eenigen anderen tachtigjarige zag:
slechts zijn laatste vriendelijk belangstellende
briefje, dat ik een week of zes, zeven geleden
mocht ontvangen, had voor het eerst iets be
verigs, maar van ziek zijn sprak hij niet.
Bastert heeft in velerlei opzicht een gelukkig
leven gehad waarop imsschien de eeinge scha
duw geworpen is door het hem niet verborgen
gebleven feit dat in de publieke waardeering van
de kunst die hem lief was en die een zelfstandig
deel uitmaakte van die der Hagenaars, een ken
tering was gekomen. Hem., die aan de glorie van
hun grooten tijd had deel gehad, moest de ver
warde veelzijdigheid van een latere kunstpro
ductie verwondering baren, al zou zijn innerlijke
beschaving hem er steeds voor behoeden die
verwondering tot ergernis, spijtigheid of veroor
deeling te doen uitgroeien. Naar het uiterlijk
zoowel als naar het innerlijk bleef Bastert een
gentleman, die zich als artist bewust bleef tot
een prachtigen kring behoort te hebben, aan de
glorie waarvan op den duur niet te tornen zou
zijn. Als ik hem wel eens schertsend den laatste
der Mohikanen noemde, kon hij daar glimla
chend mee instemmen: het kon echter niet an
ders of in die instemming moest een weinigje
treurigheid verborgen blijven.
Zijn werk is ook den Haarlemmers niet on
bekend gebleven. Met zijn vriend A. L. Koster
heeft hij eenige malen op de Waag exposities
van beider werk ingericht, die veel belangstel
ling ondervonden. Maar ook zonder dat zou het
den kunstliefhebbers bekend geweest zijn, want
de schilderijen van Bastert, zijn landschappen
met Vecht-, Waal-, op IJselgezichten hebben een
eigen stempel; men herkent ze onmiddellijk. De
zijne is een door-en-door gezonde kunst. Even
zuiver van kleur als eenvoudig van factuur zou
men ze bijna van een romantische nuchterheid
willen noemen: twee elkaar bestrijdende eigen
schappen, die, vreedzaam vereend, zoozeer het
Hollandsch karakter kenmerken. En Hollandsch
was Bastert's kunst wel in sterke mate. vandaar
dat ze op buitenlandsche tentoonstellingen steeds
opviel en vooral in Amerika zeer gewaardeerd
werd.
Aanvankelijk niet voor de kunstbeoefening als
beroep bestemd, kreeg hij, na wat teekenlessen
bij een dorpsgenoot, van zijn vader verlof bij
Marinus Heijl in Amsterdam te gaan studeeren.
Iets later sloot hij vriendschap met Poggenbeek,
en met den interieurschilder Kever en den jong
gestorven Hanrath vormden zij een quartet van
kunstenaars-vrienden die later behalve Han
rath dan schilders van naam zouden worden.
Ook met Breitner, die één jaar jonger was, ver
keerde Bastert, vooral in de Amsterdamsche ja
ren, veel. Ik geloof niet dat Bastert ooit vijan
den gehad heeft of na-ijverige rivalen. Hij bleef
steeds dezelfde, had iets van een Franschen
landjonker vereenzelvigd met den artist. Jaren
lang woonde hij te Nieuwersluis op Rupelmon-
de en een heerlijkheid zou herr. niet misstaan
hebben. Overigens heeft het hem aan onder
scheidingen in binnen- en buitenland niet ont
broken en ook de Nederlandsche regeering heeft
zich bij verschillende gelegenheden, niet onbe
tuigd gelaten. Een mooi en sterk leven is be
ëindigd; het Werk zal blijven als een afspiege
ling daarvan en van de periode waarin dat leven
bloeide.
J. H. DE BOIS.
MUZIEK
Haarlemsche Bachvereeniging
Af en toe is van verschillende zijden de op
merking gemaakt, dat "net bestuur der Haarlem
sche Bachvereeniging den naam van haar
schutspatroon niet genoeg in eere hield, d. w. z.,
dat Bach's werken te zelden op de programma's
harer concerten voorkwamen. Of voor deze
opmerking goede gronden aanwezig zijn, wil ik
buiten beschouwing laten: voor de beoordeeling
zou een volledig overzicht van de programma's
der laatste jaren noodig zijn. Maar zelfs indien
een onderzoek daarvan tot de conclusie zou lei
den, dat de opmerking gegrond is, zelfs dan zou
het onredelijk schijnen om er een verwijt aan
het adres van het bestuur in te zien. Want in de
samenstelling der programma's hebben de
dirigenten ook een woordje mee te spreken. En
dat zulk een dirigentenwoordje in vele gevallen
een dictatoriale kracht bezit mogen we gerust
aannemen. Zoo zal de vervanging van de tevo
ren aangekondigde Vierde Symphonie van
Brahms door diens Eerste die in de laatste
jaren vaker dan de Vierde op een Bachconcert
werd uitgevoerd wel niet geheel met de wen-
schen van het bestuur gestrookt hebben.
Gelukkig kwamen de twee werken van Bach,
die op het programma van dit laatste Bachcon
cert stonden, wèl tot uitvoering. In dezelfde
bezetting als Dinsdagavond waren ze den
avond te voren voor de microfoon van den radio-
omroep uitgevoerd en dus hadden ze de proef
•eeds doorstaan.
De wereldlijke Cantate no. 202, die met
de tekstwoorden: „Weichet nur, betrübte
Schatten" begmt, is door Bach ter gelegenheid
eener huwelijksvoltrekking geschreven. Zij be
staat uit vijf, door vier recitatieven verbonden,
aria's voor solo-sopraan, waarbij zich in de eerste
en vierde aria een solo-hobo, in de derde een
solo-viool voegt; de begeleiding is in de aria's
aan het strijkorkest, in de recitatieven aan het
door een paar cello's versterkte clavecin toe
vertrouwd. De eerste aria heeft een bijzondere
klankschoonheid. De arpeggio's der violen
illustreeren het optrekken der nevels; daarbo
ven klinken de meiismen der hobo als het
gezang der leeuwerik; de melodie der zang
stem verkondigt lenteweelde en geluk. In de
tweede aria is het voortijlen van „Phoebus mit
schnellen Pferden" weergegeven door een le
vendige figuur in 12/8 maat; deze figuur is
overgenomen uit het slotdeel der 6de Sonate
voor viool en klavier. De zangstem vermeit zich
vooral in de derde aria in fraaie coloraturen; de
zesde aria is een door haar relatieve eenvoudig
heid treffende epiloog. Het wonderreine stem
geluid en de prachtige techniek van To v. d.
Sluys bleken voor de vertolking dezer muziek
bij uitstek geschikt, al mogen we niet verzwij
gen dat zij in 't begin niet tot volle ontplooiing
van haar stemvolume scheen te komen.
De Suite in b kl. t. hebben we dezen winter
ook op een der H. O. V.-concerten gehoord, en
ik moet eerlijk bekennen, dat deze vertolking
die onder leiding van Antoon Verhey plaats
had me beter in stijl scheen en derhalve
meer bevredigde, dan die van het Concert
gebouworkest onder Mengelberg's leiding. Tech
nisch voortreffelijk waren ze allebei. Maar
welken zin heeft het, om deze voor kleine be
zetting gedachte muziek te laten uitvoeren door
een reusachtig orkest met 8 contrabassen en
waaraan nog de medewerking van een groot
orgel is toegevoegd?
De Ouverture kreeg er door de gewichtig
heid van het openingsstuk der Matthaeus-
Passion in stee van de inleiding eener reeks
van dansvormen. En in plaats van twee waren
er vier of vijf fluiten in actie om evenwicht met
de rest van het kolossale apparaat te vormen.
Grootscheid en geweldigheid kunnen goed en
mooi zijn, maar kunnen niet steeds gemotiveerd
schijnen.
Prachtig klonk de Hymne „Salve Regina" van
Rudolf Mengelberg. De orkestpartij is m dit
werk zeer sober gehouden maar die soberheid
sloot rijkdom aan kleur allerminst uit. Invloe
den van Brahms en Mahler schijnen er in
aanwezig; de meiismen der solo-sopraanpartij
herinneren bijwijlen aan uit synagogale zangen
ontsproten Gregoriaansche melodieën, maar als
geheel treft de muziek dezer Hymne den hoor
der door haar warmte en haar welluidendheid.
We hoorden dit werk vroeger al eens op een
concert der R. K. O. V., waar Ankie v. Wicke-
voort Crommelin de sopraanpartij zong; de
stralende stem en de prachtige voordracht van
To v. d. Sluys deden de schoonheden er van
opnieuw overtuigend uitkomen.
Van Brahms' Eerste Symphonie werden het
tweede en het derde hoofddeel mooi vertolkt.
Het eerste Allegro en de Finale schenen tel
kens niet goed vooruit te komen. Stijgingen
wisselden af met inzinkingen; de temponuan-
ceeringen groeiden soms uit tot ze de eenheid
haast dreigden te verstoren. Daartegenover
staat dat de thematische structuur en de
orkestratie zeer duidelijk geëxposeerd werden.
Aan Willem Mengelberg is dat waarlijk wel toe
vertrouwd. Hij dirigeerde de Symphonie uit het
hoofd.
To v. d. Sluys en Rud. Mengelberg werden na
uitvoering der Hymne warm gehuldigd.
K. DE JONG.
GEERT HOOGEVEEN
Alléén
Mr. CORNELISSTRAAT 54 - TELEF. 16270.
(Adv. Ingez. Med.)
Cem. Zangvereeniging
„Vox Humana".
Met medewerking van het Santpoort's Gem.
dubbelkwartet gaf „Vox Humana", het bekende
Santpoorter koor, een uitvoering in hotel
„Zomerlust".
Met de componisten, wier werken werden
uitgevoerd, bevonden wij ons in voornaam
gezelschap. Onder de oude meesters waren
het: Palestrina, Luca Marenzio, Giovanni
Croce; onder de modernen waren de voor
naamste: Brahms, Loots, terwijl onder de
Hollandsche componisten Cornelis Dopper geen
slecht figuur maakte.
Het krachtig bezette „Vox Humana" heeft
de oude concoursdraken laten rusten. Het is
zijn tijd en zijn werklust in dienst gaan stel
len van de altijd belangrijke koormuziek als
..Lentedauw" en „In Speculo" van Philip Loots.
In het eerstgenoemde werk waren het de
prachtig aangebrachte kleurschakeeringen,
die verrukten. En met voorbeeldige trefzeker
heid werden de langs elkaar heen glijdende
stemmen saamgesmolten tot een klankgeheel
dat steeds weer het oor bekoorde. De kundige
koorleider Joh. Brands laat genoegzame vrij
heid aan de zelfstandige stemmen, maar ver
smaadt ook niet, waar 't pas geeft, den mas-
sa'.en klank. In de bewogenheid van Loots'
muziek werden het de muzikale rustpunten,
die een belangrijk bestanddeel zijn van deze
muziek.
In „Lentedauw" bracht Loots die aan 't slot
van elke strofe, terwijl de aanvang daarvan
steeds een interessante stemmengang is, die
een mooie contrastwerking naar 't slot moge
lijk maakt. Joh. Brands heeft dit terecht ge
zien; hij gaf ons van „Lentedauw" een weer
gave. die hooge bevrediging schonk, temeer
ook omdat het koor een prachtigen klank
ontwikkelde.
Als uitvoering mag ook het werk van Com.
Dopper met eere genoemd worden. Hier waren
het vooral de bassen die loffelijk werk lever
den. Maar ik heb me weer afgevraagd, of de
energie, die wordt gebruikt om muziek van
Bonset en van Wierts te zingen, niet uitslui
tend kan worden gebruikt om werk van zuiver
gehalte uit te voerën, muziek die de belang
stelling van zanger zoowel als van luisteraar
;aande houdt, Was bij Bonset („Waterlelie" is
nog lang niet zijn slechtste werk) en bij Wierts
(wiens „Vlaamsche Kermis" hier in dubbelen
zin uit den toon viel) de attentie bij den hoor
der slechts matig, bij Loots was dit dadelijk
heel anders: er was warme waardeering. een
blijde en hartelijke bijval. Ook bij „In Speculo"
gaven de Santpoortsche luisteraars blijken
van hun goeden smaak en ontwikkeld opmer
kingsvermogen. Want het koor zong dit veel-
eischend werk met juist tekstbegrip en in stra-
lenden klank. Slechts bij de slotstrofe („Mijn
ooge zal eens vol u zien"), mag in den opzet
het mannenkoor, dat hier hoog ligt, minder
klank ontwikkelen, wijl het anders het vrou
wenkoor geheel verdrukt Overigens was ook
in dit werk overal de juiste klankverhouding,
waarmee Joh. Brands andermaal bewees dat
het koor een willig werktuig in zijn handen is.
Zijn collega H. J. Arisz toonde hetzelfde in
het veeleischend „O sacrum convivium" van
Giovanni Croce. Het dubbelbezet kwartet zong
de veeleischende polyfonie verbluffend zeker.
Dat gold ook van de twee deelen uit Palestri-
na's hooggeroemde Missa (zesstemmig). En
evenals in „Hodie Christus natus est" was de
klank van dit ensemble bijzonder mooi en was
het een genot, de stemmen te volgen, die met
groote zekerheid haar veeleischend werk deden.
Bij Brahms (In stiller Nacht) vraagt niet de
stemvoering de aandacht. Zeer terecht was
't hier de samenklank, die ons herinnerde aan
het beste wat we onlangs hoorden te Sant
poort tijdens het concert van den Bond van
Zangkwartetten.
Het behoeft geen nader betoog, dat beide
zangensembles de volle aandacht van de in
woners van Santpoort verdienen. De zaal had
beter bezet mogen zijn.
G. J. KALT.