Meeningen van medici DR. LEYDS TACHTIG JAAR. OVER DEN OORLOG AGENDA. Krüger's laatste vertrouwde. LEEFLANG Litteraire Kantteekeningen. ZATERDAG 29 AFRIK 1939 HSARKEM'S DAGBEAD 11. „Als een logisch gevolg van haar roe ping neemt de medische wereld, wier taak het is het leven te verdedigen, haar deel in den strijd tegen den oorlog. Het behoort tot de taak der medici de menschheid in te lichten over den spy- chologischen kant van het oorlogs- vraagstuk en te trachten psychologi sche dwalingen te voorkomen. Zij ken nen feiten, die voor den leek verborgen zijn." Dit citaat is ontleend aan het voorwoord, dat onze stadgenoot dr. J. Roorda schreef voor het boekje, dat de meeningen bevat van medici van verschillende nationaliteit over het oorlogs probleem en dat,' zooals de inleider zegt, niet de pretentie heeft wetenschappelijke ontdekkingen te publiceeren maar slechts het gezonde medi sche verstand aan het woord wil laten Begrip voor den tegenstander. Tot degenen, die aan deze publicatie him medewerking hebben verleend, behoort dr. J. Rombouts uit Santpoort, aan wiens beschou wing wij het hier volgende fragment ontleenen. „De bekentenis, dat ook een tegenstanader zijn rechten heeft, wordt dikwijls als een zwakheid beschouwd. Wie tijdens een oorlog den vijand als een menschelijk wezen gelijk wij zelf durft te beschouwen, wordt als een verrader gebrand merkt. En wel daarom, omdat oorlog beteekent dat men slechts dan zooveel mogelijk vijanden kan vermoorden en bezittingen vernielen als men den vijand beschouwt als een vergif, dat niet snel en radicaal genoeg onschadelijk kan worden gemaakt. Toch getuigt dit niet van practischen zin, in de eerste plaats omdat het nooit volledig slagen kan en in de tweede plaats omdat men nu eenmaal geen verwoestingen ver zamelen kan. Het standpunt getuigt ook van kortzichtigheid. Hoe meer men bekend geraakt met de argumen- ten van den tegenstander, hoe meer men zijn behoeften en verlangens, zijn oogmerken en idealen begrijpt, des te meer zal men moeten toejuichen, dat er ook iets voor zijn opvatting te zeggen is. Volgens een oud Fransch gezegde is „alles weten, alles vergeven". Wanneer dit aldus begrepen wordt, dat men, inderdaad van alles op de hoogte, den vijand niet uitsluitend kan zien als de duivel in eigen persoon maar bereid is zijn menschelijke kwaliteiten te erkennen, dan is het niet langer mogelijk zich te verheugen in zijn volledige vernietiging en schijnheilig te blijven beweren „ik heb gelijk en de ander ongelijk". „De psychiater die in een modern ziekenhuis werkt", zoo zegt dr. Rombouts verder, „zal tot bepaalde conclusies komen. Zijn ervaring op het gebied van gemoedsuitbarstingen, haar oorzaken gn motieven; op het gebied der gevolgen van dwang, minachting en'discrimineering eenerzijds vrijheid, aanmoediging, vertrouwen ander zijds zullen hem de. overtuiging geven, dat een betere wereld, de oplossing van- het oorlogs- vraagstuk inbegrepen, bei-eikt kan worden door meer belangstelling te toonen voor hetgeen de tegenstander te zeggen heeft. Dit beteekent, dat men een open oog moet hebben voor eerlijke motieven, die een ander standpunt kunnen be- heerschen: dat men uit moet rijzen boven het egoïsme, dat veroorzaakt wordt door de vrees iets te moeten opgeven. Want de vrees van den mensch is de voor naamste bron van de agressiviteit. Het is de vrees voor het eigen prestige, de vrees onder den voet te worden geloopen, de vrees ook maar iets aan den tegenstander toe ge ven, nog daargelaten datgene, wat deze als zijn recht kan opeischen. Slechts hij is stei-k, die tegelijkertijd buigzaam en vastberaden, zacht en standvastig is. Maar dan beteekent geestelijke kracht ook veel meer dan bruut geweld. Daarom concludeer ik dat onze wereld voor alles geestelijke herbewapening noodig heeft, die iedere golf zal overbruggen door arbeid van hooger orde, welke thans voor het eerst in de geschiedenis de geheele wereld en de geheele menschheid zal omvatten." Oorlog en massa-psychose. Dr. A. M. Meerloo uit Den Haag stelt zich voor de waag of het „oorlogsinstinct" sterker aanwezig is in de massa dan in het individu en of de oorlog beschouwd moet worden als een pathologisch symptoon van de massa. De schrij ver constateert dat de ongeorganiseerde massa geen behoefte heeft aan oorlog, in tegendeel een passief vei-langen heeft naar vrede en vei ligheid, wanneer zij althans geen honger lijdt. Maar elk menschelijk wezen heeft bepaalde neigingen, die hij in bedwang moet houden en die wachten op de gelegenheid zich te kunnen manifesteeren. Als men nu den „aanvalsoorlog" in beschouwing neemt dan valt op te meiken, dat bij elk „geval" een kleine groep langzaam maar beslist op ooi-log aanstuurt. Deze bedient zich van machtige en suggestieve middelen om het besef, dat oorlog noodzakelijk is, als het ware op de massa in te enten. De zoogenaamde publieke opinie kan beïnvloed worden op alle mogelijke wijzen. Zij heeft geen eigen wil en is bereid te volgen zoodra een leiding is aan vaard. Door de oorlogspsychose wordt elkeen tot een willoos deel van de massa. Het individu wordt geïnfecteerd met een collectieve haat en wantrouwen. Het oude enthousiasme voor schoonheid en rechtvaardigheid houdt op te be staan, slechts het collectieve enthousiasme blijft over. De psycho-analyse heeft aangetoond hoe sterk het individu verlangt naar het oogenblik, waar op hij de banden kan verbreken. Als hij dat zelf niet kan bereiken laat hij het over aan de col lectiviteit. Onszelf is het niet toegestaan te moorden en te plunderen, de collectiviteit kan het van ons overnemen. De gelegenheid om lang in toom gehouden neigingen uit te vieren is er en zoo wordt de menschheid onbewust naai den oorlog geleid. De schrijver is van oordeel dat de sociale psychologie zich ernstig bezig dient te houden met de bestudeering van de controle op de massa. Zij moet tot een krachtig gefundeerde wetenschap uitgroeien, zoodat zij op het ge bied der .massa-psychologie waardevolle advie zen kan geven, welke zullen helpen aan de be zwering van het oorlogsgevaar. Het kind bij den naam. Dr. R. MacDonald Ladell uit Birmingham constateert dat de wereld in deze dagen niet lijdt aan gebrek aan wilskracht maar aan een verkeerd georiënteerde verbeeldingskracht. De verschrikkingen van den oorlog zullen ons be spaard kunnen blijven, wanneer ons voorstel lingsvermogen een anderen koers neemt. De oor log moet ondenkbaar gemaakt worden, doordat wij hem alle luister en indrukwekkendheid, welke hem omgeven, ontnemen en de eerste stap daartoe is de schrapping van alle bedriege- lijke woorden-camouflage. „In vervlogen eeuwen was er in den oorlog plaats voor heroiek en schittering, maar wat de oorlog thans beteekent is zoo geheel verschillend, dat daar niet meer denzelfden naam aan gegeven mag worden. Wat wij nu met oorlog bedoelen is georgani seerde massamoord en zoo moeten wij er over spreken ook. Oorlog lijkt ons iets anders als moord, omdat wij hem bij een naam noemen, die herinnert aan heldenvereering en mannelijke gaven. Moord echter heeft een slechten klank en veronderstelt laagheid en verraad. Laat ons dus niet langer den titel „oorlog" verleenen aan de mechanische en chemische slachting, die wij voor oogen hebben." „Elsevier" te Amsterdam gaf dit werkje, dat in de Engelsche taal verscheen, uit. Het is een publicatie van de commissie voor oorlogs- prophylaxis van de Ned. Maatschappij tot be vordering van de Geneeskunst. G I ERSTR.2 7 LEVERT ALLE Z.FONDSEN. (Adv. Ingez. Med.) ZATERDAG 29 APRIL Stadsschouwburg: „Het Masker" met „Zesde Etage". 8.15 uur. Frans Hals Theater: „Champagne", 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace Familie Cinema: „Honoloeloe" en „De barones en de butler", 2 en 8.15 uur. Rembrandt Theater: „Drama in Sjanghai", 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: „Jongensstad", 2.30, 7 en 9.15 uur. Moviac Theater: „De Kribbebijter", geprolon geerd. Z a n d_v o o r t: Kermisvermakelijkheden in het Feestpark van 112 uur ZONDAG 30 APRIL Dancing La Gaité, Raaks: Oranjebal. Bioscoopvoorstellingen 's middags en 's avonds MAANDAG 1 MEI Feestelijkheden verjaardag van Prinses Juliana Bioscoopvoorstellingen 's middags en 's avond- Zand voort: Kermisvermakelijkheden in het Feestpark van 112 uur ROOSTER VAN APOTHEKEN (Samengesteld door den Inspecteur der Volksgezondheid.) Voor de apotheken die toestemming gevraagd hebben, om 's avonds en 's nachts en Zondags te sluiten, is door den Inspecteur der Volksgezond heid een sluitingsrooster opgemaakt. Van Zaterdag 29 April tot en met Vrijdag 5 Mei zijn de volgende apotheken op Zondag, 's avonds na acht uur en des nachts geopend. H. J. M. Bartels, Firma C. G. Loomeyer en Zn. Barteljorisstraat 11. Tel. 10175. B. W. Ferguson, Park-Apotheek, Kleverpark weg 13. Tel. 11793. W. C. Keizer, Teyler-Apotheek, Teylerplein 79. Tel. 17946. Gezins-schuilkelders bij in aanbouw zijnde woningen. De N.V. Bouw- en Exploitatie Mij. „Vondel kwartier" gaat bij haar nieuwe woningen ge- zins-schuilkelders bouwen. Bij wijze van proef werden achter twee in aanbouw zijnde wonin gen aan de Jan Luijkenstraat op den hoek van de op het oogenblik nog slechts geprojec teerde Vollenhovenstraat in Haarlem- Noord schuilkelders gemaakt. Hoewel aan het bouwen van deze kelders, die uiterst solide zijn. vrij groote kosten zijn verbonden zal de N.V. „Vondelkwartier" de schuilkelders bij al haar te bouwen woningen aanbrengen. Begonnen wordt met zeventien kelders bij huizen die aan den Muiderslotweg zullen verrijzen. Zelfs de goedkoopste woningen kri,igen nu hun particuliere schuilkelder. De twee schuilkelders die aan de Jan Luij kenstraat zijn gebouwd, liggen onder de schuur in den tuin. Een betonnen trap die aan beide zijden door deuren is afgesloten leidt van den tuin uit naar beneden, De kelders zijn 1.70 M. breed, 2.20 M. lang en 1.60 M. hoog. De betonnen wanden zijn dubbel gewa pend en hebben een dikte van 30 c.M.; de eveneens betonnen vloer is 50 c.M. dik. De trap is even krachtig beschermd, zoodat er geen gevaar bestaat dat de ingang kan in storten. In de kelders is tegen een der wanden een houten bank aangebracht, terwijl een luchtkoker voor den aanvoer van frissche lucht zorgt. Deze vrijwel onverwoestbare schuilkelders zijn naar een officieel goedgekeurd ontwerp onder toezicht van de gemeente gebouwd en voldoen dus aan alle er aan te stellen eischen. En tenslotte hebben de kelders nog een groot voordeel voor de huisvrouw. In "vredestijd zijn ze te gebruiken als uitstekende provisie kelders. Ze zijn, zooals men zal begrijpen, vol komen vochtvrij. HAARL. CHRIST. JEüGDCENTRALE Door bovengenoemde Centrale zal op Dinsdag 2 Mei een nationale avond worden georganiseerd ter gelegenheid van den verjaardag van H.K.H. Prinses Juliana. De Christ. Mondaccordeonelub D. S. V. zal haar medewerking verleenen. Als hoogtepunt van den avond zal worden opgevoerd een historisch tooneelstuk in drie bedrijven „De Kracht van hunne Kracht" in beeld brengend het begin van den opstand der Nederlanden tegen het Spaansche gezag. PROGRAMMA VAN' DE HAARLEMSCHE RADIO-CENTRALE op Maandag 1 Mei 1939. Progr. I Jaarsveld en Hilversum I. Progr. II Hilversum II Progr. III: 8.00 Parijs Radio. 8.30 Radio P.T.T. Nord, 8.50 Pauze, 9.00 Parijs Radio. 9.50 Radio P.T.T. Nord. 11.20 Ned. Brussel, 1.20 Keulen of diversen, 2.20 Danmarks Radio of'diversen, pl.m. 3.15 London Regional, 4.20 Ned. Brussel, 6.20 Diversen of gramofoonmuziek. 7.10 London Re gional, pl.m. 8.45 Motala of diversen. 9.20 Ned. Brussel, pl.m. 10.45 Parijs P.T.T. Progr. IV: 8.00 Ned. Brussel, 9.20 Diversen, 9.35 London Regional, 11.10 Droitwich, 12.35 London Regional, 2.20 Droitwich. pl.m 2.50 Lon don Regional, 3.15 Droitwich, 11.20 Danmarks Radio. (In verband met plaatselijke slechte ontvangst noodzakelijke wijzigingen. Progr. V 8.007.00 Diversen. 7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert. Vr ooi ijk programma. 1 Groot Rotterdam, Groot Orkest, 2 Tyroler- visa. Duo Ja, 3 De bridgeclub „Kijk voor je". Louis Davids. 4 Hochzeitszug in Lilliput, Dajos Bela. 5 Een vroolijke boel, Groot orkest, 6 Mat- tinala, Wiener Bohème Orkest. 7 Uns geht's im mer fabelhaft, Humoresk Melodios, 8 Puppe und Hampelmann, Dajos Bela. 9 Welcomin' them into the welcome inn. L. P. A. Band. 10 Tyrolerda- len, Duo Ja. 11 Leentje. uit de Lange Niezel, Louis Davids, 12 Der Rose Hochzeitstag, Dajos Bela, 13 Bayerische Volkstanze, Tirolerkapel, 14 Poranek. Wiener Bohème Orkest. 15 Wir Ziehen durch die Heimat, Humoes Mrkelodios, 16 Tee bei Maikafem, Dajos Bela. 17 Ja Hoera. Kront jongorkest. 18. Leve het regiment, Groot orkest. 8.0012.00 diversen. Ook wij hebben keurige LAMPEN voor huls- en zitkamer. In prijzen van 8 a 9 gulden maar dan met het stempel van ons huis. LANGE VEERSTRAAT HAARLEM Fraaiste, tevens oudste Lampenzaak ln Nederland. (Adv. ingez. Med.) r. W. J. Leyds wordt 1 Mei tachtig jaar. Eens was hij de trouwe vriend en onvermoeide medestrijder van Paul Krüger, eens de warme pleit bezorger in Europa van de belangen der Zuid- Afrikaansche Boerenrepublieken in den strijd voor hun onafhankelijkheid. Eenige jaren geleden werd in de hal van de universiteit te Pretoria, thans de hoofdstad dei- Unie van Zuid-Afrika, plechtig het borstbeeld onthuld van den man, dien generaal Smuts „de grootste figuur in de geschiedenis van Trans vaal na president Krüger" heeft genoemd. Een uitgelezen gezelschap, met den minister-presi dent generaal Hertzog aan het hoofd, v/as te zamen gekomen om de onthulling bij te wo nen. „Gode zij dank", besloot de feestredenaar, „dat dr. Leyds nog in leven is. Zijn naam mag nooit vergeten worden Na den Vrede van Vereeniging, in 1902, die een einde maakte aan den Boerenoorlog, is dr. Leyds weer Nederlander geworden en sinds dien woont hij in Den Haag. De rest van zijn leven heeft hij besteed aan het ordenen en re- digeeren van zijn archieven. In twee voor treffelijke geschiedkundige boeken heeft hij de insluiting en overrompeling der Boeren republieken door Engeland vastgelegd. In ne gen deelen heeft hij zijn .Diplomatieke Cor respondentie" uitgegeven, het verhaal van den diplomatieken strijd, dien hij voor de Boeren bij de hoven en regeeringen van Europa voer de, even taai als de Boeren zelf hun strijd streden met de wapenen op het veld in Zuid- Afrika. Willem Johannes Leyds werd 1 Mei 1859 te Magelang op Java geboren. Zijn vader, hoofd van een school, stierf vroeg en de jongen moest zijn carrière zelf maken. Op negentien jarigen leeftijd stond hij als onderwijzer voor een Amsterdamsche klas. Toen hij voldoende gespaard had, liet hij zich als student aan de universiteit inschrijven. Asser, Pierson en Van Hamel waren zijn beroemde professoren, hij was hun meest brillante student. Kort voor zijn promotie „summa cum laude" be zocht president Krüger Amsterdam; bij deze gelegenheid vroeg hij de faculteit naar een geschikten staatsprocureur voor zijn land. Leyds werd warm aanbevolen. Als vijfen twintig-jarige zag hij zich geplaatst in een ambt. dat praktisch met dat van minister van justitie kon vergeleken worden, in een land, grooter dan Frankrijk en met een minis ters-salaris! Zijn zetel was Pretoria, destijds de hoofd stad van Transvaal; op reis ging men nog grootendeels met een door ossen getrokken postwagen. In pretoria ontwierp Leyds nieuwe wetten en reglementen, of hij trok door zijn rechtsgebied om de „landdrosten" te bezoeken. Op een van die dienstreizen kwam een depu tatie hem verzoekenzijn baard te laten staan. Hij zag er te jong uit om dien eerbied af te dwingen, welken zijn positie vereischte! Zoodra hij den leeftijd van dertig bereikt had, werd de staatsprocureur tot staatssecre taris gekozen, men zou kunnen zeggen minis ter-president van de Transvaalsche regeering, waarvan Paul Krüger het staatshoofd was. Als zoodanig lag het grootste deel van zijn werk in het parlement: den volksraad. Die Boeren waren geboren regeerders, met hun impo sante baarden en in hun deftige zwarte klee- dij verstonden zij het hun deliberaties hoog te hóuden. Al het werk in de met reuzenschreden vooruitgaande Transvaal kwam op dr. Leyds neer. hij droeg den last der staatsadministratie en in korten tijd vervulde hij een gigantische opdracht. Met verlof. Einde 1895 ging dr. Leyds met verlof naar Europa. Natuurlijk had hij ook politieke ont moetingen. In Londen bezocht Leyds den mi nister van koloniën „Joe" Chamberlain, den imperialist, die den Boerenkrijg hielp ontkete nen, den vader van den huidigen Britschen premier. Om te verhinderen dat hij een uit- noodiging zou moeten aannemen tot het bij wonen der vlootrevue op het Engelsche oor logsschip. dat de „koloniale" premiers her bergde. zond minister-president Pierson. zijn vroegere hoogleeraar, hem een Hollandschen oorlogsbodem. Steeds meer begonnen de Engelschen de Boeren in te sluiten. Meer dan ooit lokten de goudaderen van den Witwatersrand. AI was ook de Jameson-putsch mislukt, een botsing werd op den duur onvermijdelijk. De Boeren- J. P. ZoomersVermeer Grensland. Van Holkeyna Warendorf. Amsterdam. Grensland is een roman van een schrijfster die haar métier door en door kent en dus een verhaal weet op te bouwen in logische stijging en daling der belangrijkste feiten, waardoor de lezer tot het eind geboeid blijft en het boek niet uit handen legt omdat hij, halverwege ge komen, de rest wel gelooft. Werk van goede constructie is het hare ln de eerste plaats, waarin een groote genegenheid voor den mensch meer op den voorgrond treedt dan een streven naar woordkunstige schoonheid. Precieus maakwerk is ook Grensland niet; naai den vorm is dit boek eenvoudig goed geschre ven, maar zijn waarde ontleent het aan het zuiver begrip van en meegevoel met karakters van menschen, die niet alledaagsch zijn en in sterke mate het goede met het minder-goede in hun wezen vermengd hebben meegekregen. Grensland voert den lezer binnen den kring van een volkje dat uit traditie en van nature zoo'n beetje binnen en buiten de wet leeft, maatschappelijk blijft, zoolang het kan en on maatschappelijk wordt, uit sport of uit nood zaak. zoodra de kans zich voordoet. Zij zijn smokkelaars en smokkelaarsvrienden, helers en helpers, sommigen uit professie, anderen uit armoe, en dan slechts bij gelegenheid, een enkele uit sportleven aandrang, maar allen riskeerend het voortdurend gevaar, allen de de straf, waar die soms valt. gering achtend en van geen be ang voor de onderlinge waar deering. Daar zijn rauwe knapen onder die voor geen moord terug deinzen, maar ook wel goedhartige kerels wier hart is als weeke was. en pientere boerennaturen, die door de winst alleen gelokt zijn en die, gesnapt, het ergst door angst en berouw gekweld worden. Dit volkje, in al zijn verscheidenheid, heeft de schrijfster blijkbaar goed kunnen waar nemen en er haar verhaal uit opgebouwd. De verschillende leden- der familie Broks leveren van die verscheidenheid de uiteenloopende voorbeelden. Een is het met zijn winkelbedrijf, annex handel in smokkelwaren, voor een wind gegaan, hij is steeds den dans ontsnapt en de rustige bezitter der familie geworden. Een broer, met meer fantasie dan de werkelijk heidszin van den ander, kon het niet verder dan tot helpertje en manusje-van-alles bij hem brengen en een derde broeder mislukt in alles en wordt zwerver, na vrouw en kind .ver laten te hebben, 't Zijn rare .ieden,die Broks'en. en drinken doen ze allen Maar buiten de smokkelarij zijn het geen misdadi gers. zooals anderen uit de buurtschap. Het blijft bij vermogensdelicten, waar ze welge moed een poosje brommen voor over hebben. De zwerver is het ergst afgezakt en het is zijn dochter Alida, die de schrijfster tot bindende hoofdfiguur van haar roman gemaakt heeft. Aüda. met haar moeder in de nabije provin ciestad alleen gelaten, probeert uit den doem der familie te ontsnappen. Zij beproeft een eerlijk handeltje op de markt en het lukt haar, voor moeder en zichzelf een boterham te ver dienen. Zij maakt kennis met een netten jon gen, die zijn brood verdient en haar trouwen wil. Maar zij is zoo dom geweest hem nooit te zeggen dat zij een Broks is en dat haar vader van tijd tot tijd als dronken zwerver wordt op gepakt en opgestuurd naar daarvoor bestemde verblijfplaatsen. In haar angst voor den kwa den reuk, waarin haar familie staat heeft de stakker nog meer leugentjes om bestwil ver zonnen. en de bom barst als de jongeman achter de waarheid komt en haar afschrijft. Alida, die een lieve en knappe meid is, zooals later nog meer blijken zal. is er kapot van. Zij heeft van den jongen gehouden en zich een toekomst gedroomd die haar uit de Broks- familie zou verwijderen. Als dan ook nog haar moeder sterft weet zij niet. beter te doen dan naar het grens- gehucht en naar de Broks'en terug te keeren. Zij komt daar bij den oom-winkelier in huis. waar ze wordt uitgebuit voor den simpelen kost dien ze krijgt, tot ze in het gezin Gros man. dat een café vlak tegenover het- tolkan toor houdt, wordt opgenomen en moeder Grosman, overigens ook geen doetje, haar als een eigen dochter behandelt. Daar bij Grosman komen 's avonds de smokkelaars, komt ook de verloopen secreta ris van de grenspost en zullen voor Alida nog wel andere perikelen zich voordoen, doch Grosman en zijn vrouw zullen haar blijvend beschermen. In het boek b'egint hier misschien de beste helft. Mocht in het hierboven verhaalde nog wel eens een schuchtere bevreemding over het relatief waarschijnlijke van het verhaal opko men. leven en bedrijf rondom Grosman's huis worden daarna reëel, met een indringende ge negenheid voor dat meisje en haar romanti sche omgeving, geschilderd. De trieste kanten van het leven, zooals die in het huwelijk van den secretaris en zijn vrouw of in de beest achtigheid der Van Beuninge's tot uiting ko men zijn met even zuiver gevoel beschreven als de meer hartelijke verschijningen, waartoe moeder Grosman en de Os benooren. Met dien Harm, den Os. zal Alida een nieuw leven be ginnen en letterlijk en figuurlijk de herinne ringen aan haar eerste liefde verscheuren. Al zal zij, na die eerste poging tot ontvluchting, toch weer in de sfeer der Broks'en opgenomen zijn en zelfs met Harm mee op smokkeltocht gaan trekken, zij zullen met elkaar gelukkig zijn en buiten de misdaad en de drankzucht ook leven kunnen. „Grensland" is een kleurig verhaal, dat men met sympathie voor de schrijfster zal lezen. G. van NesUilkens: PastoralesDezelfde uitgevers. Een andere bekende schrijfster heeft in dit boek een aantal schetsen en novellen verza meld, waarvan ik de grootste. „Ondergang" gelezen heb. Ze geeft de mislukking van een jong onderwijzeresje in haar eerste praktijk jaar. nadat ons haar laatste schooljaar op „de kweek" een buitengewoon begaafd en levendig, geestig kind in haar heeft doen kennen. Een ongelijkmatige, in den grond melancholische natuur, waarmee ze misschien erfelijk belast is, wordt hier met kennis van schoolzaken ge- teekend. hoewel de mislukking als onderwij zeres niet geheel uit die natuurlijke gesteld heid verklaard schijnt. Men kan zich het be loop van zaken ook anders denken, noodzake lijk is dat niet We", weer. dat het kind zich van kant maakt als we de mislukking eenmaal aanvaard hebben Met dat al is het een boeien de novelle, die zich onder blijvende belang stelling laat lezen. H. Graevenbergh. De Walmende Lantaarn. A'dam. Salm Co. Onschuldige grapjes over menschen en din gen zonder pretentie, maar toch ook niet boven het peil der „litteraire" bijdragen in „Leven" of „Stuiversblad" uitkomend. Daar een boek van te maken lijkt me luxueus. J. H. DE BOIS. regeering besloot dr. Leyds als gezant naai* Europa te zenden. Sinds den dood van jhr. Beelaerts van Blokland, den vader van den huidigen vice-president van den Raad van State, waren de Boeren-republieken zonder vertegenwoordiging in Europa geweest. Bij het dreigen van den oorlog was een diplomatieke vertegenwoordiging in Europa noodzakelijk. Dr. Leyds werd bij de hoven van Holland, Bel gië, Portugal, Duitschland, Rusland en bij de regeering van Frankrijk geaccrediteerd. Doch er was weinig meer te redden. In Pa rijs was de publieke opinie op de hand der Boeren, doch Delcassé werkte reeds aan zijn entente met Engeland. In Berlijn bleek rijks kanselier von Bülow den Boeren vriendelijk gezind, doch de keizer zocht in de gunst van „grootmama" Victoria te komen. Elke regee ring trachtte in troebel water te visschen, van den eenen kant poogde men Engelands moei lijkheden uit te buiten, van den anderen kant toonde men zich te bevreesd voor Engelands macht ter zee om actief in te grijpen. Alleen de czaar koos frank de zijde der Boeren. Belangrijk was vooral Leyds' diplomatieke activiteit om tot een bemiddeling in den oor log te geraken. Ook bij den Heiligen Stoel de- Dr W. J. Leyds in den tijd dat hij nog staats procureur van de Zuid-Afrikaansche Repu bliek was. legeerde dr. Leyds een zaakgelastigde, paus Leo XIII had zich in een allocutie zeer bemoe digend voor de Boeren uitgelaten. Dr. Abra ham Kuyper, premier geworden, trachtte in Londen voor de Boeren te bemiddelen, doch de krijgskansen waren inmiddels ten gunste der Engelsche overmacht gekeerd. Voor president Krüger hoeft dr. Leyds een groote vereering gehad. Niemand heeft zoo lang en zoo intiem met hem samengewerkt. Groot was Krüger's persoonlijke moed in de expeditie tegen de Kaffers, grooter nog was zijn staatsmanschap. Zijn vijanden noemden Krüger een sluwen boer, doch Leyds heeft hem leeren kennen als een der scherpzinnigste menschen van zijn tijd. Zijn eerlijkheid was Bijbelsch; hij was geen vlot spreker doch had een uitermate gezond oordeel. Hij was een groot leider. Bismarck bekende aan Leyds. dat hij van een ontmoeting met Paul Krüger een „ontzagwekkenden" indruk had behouden. Toen dr. Leyds van zijn eerste Europeesche reis in Pretoria terugkwam, haalde president Krüger hem aan het station af, reed met hem naar huis. nam daar zijn beide handen in de zijne en zei: „Doctor, wat heb ik je vaak ge mist; zoolang je weg was. heb ik eiken dag voor je gebeden". Dan, denkend aan mee- ningsverschillen, die, zooals vanzelf spreekt, wel eens voorgekomen waren, voegde hij er naïef hartelijk aan toe: „Je weet, jouw bloed is vurig en zoo is het mijne, en als die twee elkaar raken, vliegen de vonken er af!" Paul Krüger woonde in ballingschap bij Utrecht; later trok hij naar het meer van Genève. In 1904 stierf hij in Clarens en dr. Leyds begeleidde zijn gebalsemd overschot naar Zuid-Afrika. Britsche oorlogsschepen on derweg groetten eerbiedig, tienduizenden wachtten het lijk in Kaapstad op, generaal Botha leidde de teraardebestelling in Pre toria. Tot in 1910 de Unie van Zuid-Afrika een feit werd en de Boeren aan het bewind kwamen, bewaarde dr. Leyds in zijn Haagsch huis al de archieven; die van de consulaten, van de re geering. van de generaals; van Botha alleen vijftienduizend oorlogstelegrammen. De Hol- landsche regeering noodigde dr, Leyds uit in Noderlandschen diplomatieken dienst te tre den, Doch hij weigerde, wijl hij voor Zuid- Afuka een taak te beëindigen had: het af leggen van rekenschap tegenover het nage slacht. Zoo ontstonden zijn geschiedkundige werken en zijn verzamelde diplomatieke cor respondentie. Er is één brief, die daarin niet vermeld is. Die stamt bovendien van 1919. Het was in den tijd, dat Zuid-Limburg en Zeeuwsch-Vlaande ren gevaar liepen, dat minister Van Karne- beek en prof. Struycken naar Versailles reis den. In die dagen heeft Zuid-Afrika zich her innerd. wat 'n groot Nederlander, dr. Levds, voor hun land. dat het zijne werd, gedaan heeft. Botha en Smuts legden hun wil op aan de Britsche delegatie. Lloyd George had naar hen te luisteren. Zij verijdelde^ het ernstige gevaar van afscheuring van Nederlandsch grondgebied. In zijn brief aan Leyds schrijft Smuts hoe zij ln slaat geweest zijn „het oude moederland" een tegendienst te bewijzen. ..Moge God Hohand zegenen in de moeilijke tijden, die Europa voor den boeg heeft", be sluit die brief. Zoo heeft de loop der wereldgeschiedenis de groote grijze excellentie nog intense vol doening in zijn levensavond gegeven. En de mannen wien hij 't eerste voorbeeld was, Hert zog en Smuts, zijn thans de regeerders van Zuid-Afrika. Het oranje-blanje-bleu wappert van Leydsdorp tot Kaapstad. De Afrikaanders hebben er een zegswijze voor: „Alles Sal Res kom KEES VAN HOEK.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 11