Meeningen
van medici
DR. LEYDS TACHTIG JAAR.
OVER DEN OORLOG
AGENDA.
Krüger's laatste vertrouwde.
LEEFLANG
Litteraire
Kantteekeningen.
ZATERDAG 29 AFRIK 1939
HSARKEM'S DAGBEAD
11.
„Als een logisch gevolg van haar roe
ping neemt de medische wereld, wier
taak het is het leven te verdedigen,
haar deel in den strijd tegen den oorlog.
Het behoort tot de taak der medici de
menschheid in te lichten over den spy-
chologischen kant van het oorlogs-
vraagstuk en te trachten psychologi
sche dwalingen te voorkomen. Zij ken
nen feiten, die voor den leek verborgen
zijn."
Dit citaat is ontleend aan het voorwoord, dat
onze stadgenoot dr. J. Roorda schreef voor het
boekje, dat de meeningen bevat van medici van
verschillende nationaliteit over het oorlogs
probleem en dat,' zooals de inleider zegt, niet de
pretentie heeft wetenschappelijke ontdekkingen
te publiceeren maar slechts het gezonde medi
sche verstand aan het woord wil laten
Begrip voor den tegenstander.
Tot degenen, die aan deze publicatie him
medewerking hebben verleend, behoort dr. J.
Rombouts uit Santpoort, aan wiens beschou
wing wij het hier volgende fragment ontleenen.
„De bekentenis, dat ook een tegenstanader zijn
rechten heeft, wordt dikwijls als een zwakheid
beschouwd. Wie tijdens een oorlog den vijand
als een menschelijk wezen gelijk wij zelf durft
te beschouwen, wordt als een verrader gebrand
merkt. En wel daarom, omdat oorlog beteekent
dat men slechts dan zooveel mogelijk vijanden
kan vermoorden en bezittingen vernielen als
men den vijand beschouwt als een vergif, dat
niet snel en radicaal genoeg onschadelijk kan
worden gemaakt. Toch getuigt dit niet van
practischen zin, in de eerste plaats omdat het
nooit volledig slagen kan en in de tweede plaats
omdat men nu eenmaal geen verwoestingen ver
zamelen kan.
Het standpunt getuigt ook van kortzichtigheid.
Hoe meer men bekend geraakt met de argumen-
ten van den tegenstander, hoe meer men zijn
behoeften en verlangens, zijn oogmerken en
idealen begrijpt, des te meer zal men moeten
toejuichen, dat er ook iets voor zijn opvatting te
zeggen is. Volgens een oud Fransch gezegde is
„alles weten, alles vergeven". Wanneer dit aldus
begrepen wordt, dat men, inderdaad van alles op
de hoogte, den vijand niet uitsluitend kan zien
als de duivel in eigen persoon maar bereid is
zijn menschelijke kwaliteiten te erkennen, dan
is het niet langer mogelijk zich te verheugen
in zijn volledige vernietiging en schijnheilig te
blijven beweren „ik heb gelijk en de ander
ongelijk".
„De psychiater die in een modern ziekenhuis
werkt", zoo zegt dr. Rombouts verder, „zal tot
bepaalde conclusies komen. Zijn ervaring op het
gebied van gemoedsuitbarstingen, haar oorzaken
gn motieven; op het gebied der gevolgen van
dwang, minachting en'discrimineering eenerzijds
vrijheid, aanmoediging, vertrouwen ander
zijds zullen hem de. overtuiging geven, dat een
betere wereld, de oplossing van- het oorlogs-
vraagstuk inbegrepen, bei-eikt kan worden door
meer belangstelling te toonen voor hetgeen de
tegenstander te zeggen heeft. Dit beteekent, dat
men een open oog moet hebben voor eerlijke
motieven, die een ander standpunt kunnen be-
heerschen: dat men uit moet rijzen boven het
egoïsme, dat veroorzaakt wordt door de vrees
iets te moeten opgeven.
Want de vrees van den mensch is de voor
naamste bron van de agressiviteit. Het is de
vrees voor het eigen prestige, de vrees onder den
voet te worden geloopen, de vrees ook maar
iets aan den tegenstander toe ge
ven, nog daargelaten datgene, wat
deze als zijn recht kan opeischen.
Slechts hij is stei-k, die tegelijkertijd buigzaam
en vastberaden, zacht en standvastig is. Maar dan
beteekent geestelijke kracht ook veel meer dan
bruut geweld. Daarom concludeer ik dat onze
wereld voor alles geestelijke herbewapening
noodig heeft, die iedere golf zal overbruggen
door arbeid van hooger orde, welke thans voor
het eerst in de geschiedenis de geheele wereld
en de geheele menschheid zal omvatten."
Oorlog en massa-psychose.
Dr. A. M. Meerloo uit Den Haag stelt zich
voor de waag of het „oorlogsinstinct" sterker
aanwezig is in de massa dan in het individu en
of de oorlog beschouwd moet worden als een
pathologisch symptoon van de massa. De schrij
ver constateert dat de ongeorganiseerde massa
geen behoefte heeft aan oorlog, in tegendeel
een passief vei-langen heeft naar vrede en vei
ligheid, wanneer zij althans geen honger lijdt.
Maar elk menschelijk wezen heeft bepaalde
neigingen, die hij in bedwang moet houden en
die wachten op de gelegenheid zich te kunnen
manifesteeren. Als men nu den „aanvalsoorlog"
in beschouwing neemt dan valt op te meiken,
dat bij elk „geval" een kleine groep langzaam
maar beslist op ooi-log aanstuurt. Deze bedient
zich van machtige en suggestieve middelen om
het besef, dat oorlog noodzakelijk is, als het
ware op de massa in te enten. De zoogenaamde
publieke opinie kan beïnvloed worden op alle
mogelijke wijzen. Zij heeft geen eigen wil en is
bereid te volgen zoodra een leiding is aan
vaard. Door de oorlogspsychose wordt elkeen tot
een willoos deel van de massa. Het individu
wordt geïnfecteerd met een collectieve haat en
wantrouwen. Het oude enthousiasme voor
schoonheid en rechtvaardigheid houdt op te be
staan, slechts het collectieve enthousiasme blijft
over.
De psycho-analyse heeft aangetoond hoe sterk
het individu verlangt naar het oogenblik, waar
op hij de banden kan verbreken. Als hij dat zelf
niet kan bereiken laat hij het over aan de col
lectiviteit. Onszelf is het niet toegestaan te
moorden en te plunderen, de collectiviteit kan
het van ons overnemen. De gelegenheid om
lang in toom gehouden neigingen uit te vieren
is er en zoo wordt de menschheid onbewust naai
den oorlog geleid.
De schrijver is van oordeel dat de sociale
psychologie zich ernstig bezig dient te houden
met de bestudeering van de controle op de
massa. Zij moet tot een krachtig gefundeerde
wetenschap uitgroeien, zoodat zij op het ge
bied der .massa-psychologie waardevolle advie
zen kan geven, welke zullen helpen aan de be
zwering van het oorlogsgevaar.
Het kind bij den naam.
Dr. R. MacDonald Ladell uit Birmingham
constateert dat de wereld in deze dagen niet
lijdt aan gebrek aan wilskracht maar aan een
verkeerd georiënteerde verbeeldingskracht. De
verschrikkingen van den oorlog zullen ons be
spaard kunnen blijven, wanneer ons voorstel
lingsvermogen een anderen koers neemt. De oor
log moet ondenkbaar gemaakt worden, doordat
wij hem alle luister en indrukwekkendheid,
welke hem omgeven, ontnemen en de eerste
stap daartoe is de schrapping van alle bedriege-
lijke woorden-camouflage. „In vervlogen eeuwen
was er in den oorlog plaats voor heroiek en
schittering, maar wat de oorlog thans beteekent
is zoo geheel verschillend, dat daar niet meer
denzelfden naam aan gegeven mag worden.
Wat wij nu met oorlog bedoelen is georgani
seerde massamoord en zoo moeten wij er over
spreken ook. Oorlog lijkt ons iets anders als
moord, omdat wij hem bij een naam noemen,
die herinnert aan heldenvereering en mannelijke
gaven. Moord echter heeft een slechten klank en
veronderstelt laagheid en verraad. Laat ons dus
niet langer den titel „oorlog" verleenen aan de
mechanische en chemische slachting, die wij voor
oogen hebben."
„Elsevier" te Amsterdam gaf dit werkje,
dat in de Engelsche taal verscheen, uit. Het is
een publicatie van de commissie voor oorlogs-
prophylaxis van de Ned. Maatschappij tot be
vordering van de Geneeskunst.
G I ERSTR.2 7
LEVERT ALLE Z.FONDSEN.
(Adv. Ingez. Med.)
ZATERDAG 29 APRIL
Stadsschouwburg: „Het Masker" met „Zesde
Etage". 8.15 uur.
Frans Hals Theater: „Champagne", 2.30, 7 en
9.15 uur.
Palace Familie Cinema: „Honoloeloe" en „De
barones en de butler", 2 en 8.15 uur.
Rembrandt Theater: „Drama in Sjanghai",
2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor Theater: „Jongensstad", 2.30, 7 en
9.15 uur.
Moviac Theater: „De Kribbebijter", geprolon
geerd.
Z a n d_v o o r t: Kermisvermakelijkheden in
het Feestpark van 112 uur
ZONDAG 30 APRIL
Dancing La Gaité, Raaks: Oranjebal.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en 's avonds
MAANDAG 1 MEI
Feestelijkheden verjaardag van Prinses Juliana
Bioscoopvoorstellingen 's middags en 's avond-
Zand voort: Kermisvermakelijkheden in
het Feestpark van 112 uur
ROOSTER VAN APOTHEKEN
(Samengesteld door den Inspecteur der
Volksgezondheid.)
Voor de apotheken die toestemming gevraagd
hebben, om 's avonds en 's nachts en Zondags te
sluiten, is door den Inspecteur der Volksgezond
heid een sluitingsrooster opgemaakt.
Van Zaterdag 29 April tot en met Vrijdag 5
Mei zijn de volgende apotheken op Zondag,
's avonds na acht uur en des nachts geopend.
H. J. M. Bartels, Firma C. G. Loomeyer en Zn.
Barteljorisstraat 11. Tel. 10175.
B. W. Ferguson, Park-Apotheek, Kleverpark
weg 13. Tel. 11793.
W. C. Keizer, Teyler-Apotheek, Teylerplein
79. Tel. 17946.
Gezins-schuilkelders bij in aanbouw
zijnde woningen.
De N.V. Bouw- en Exploitatie Mij. „Vondel
kwartier" gaat bij haar nieuwe woningen ge-
zins-schuilkelders bouwen. Bij wijze van proef
werden achter twee in aanbouw zijnde wonin
gen aan de Jan Luijkenstraat op den hoek van
de op het oogenblik nog slechts geprojec
teerde Vollenhovenstraat in Haarlem-
Noord schuilkelders gemaakt.
Hoewel aan het bouwen van deze kelders,
die uiterst solide zijn. vrij groote kosten zijn
verbonden zal de N.V. „Vondelkwartier" de
schuilkelders bij al haar te bouwen woningen
aanbrengen. Begonnen wordt met zeventien
kelders bij huizen die aan den Muiderslotweg
zullen verrijzen. Zelfs de goedkoopste woningen
kri,igen nu hun particuliere schuilkelder.
De twee schuilkelders die aan de Jan Luij
kenstraat zijn gebouwd, liggen onder de
schuur in den tuin. Een betonnen trap die aan
beide zijden door deuren is afgesloten leidt
van den tuin uit naar beneden, De kelders
zijn 1.70 M. breed, 2.20 M. lang en 1.60 M.
hoog. De betonnen wanden zijn dubbel gewa
pend en hebben een dikte van 30 c.M.; de
eveneens betonnen vloer is 50 c.M. dik. De
trap is even krachtig beschermd, zoodat er
geen gevaar bestaat dat de ingang kan in
storten. In de kelders is tegen een der wanden
een houten bank aangebracht, terwijl een
luchtkoker voor den aanvoer van frissche lucht
zorgt.
Deze vrijwel onverwoestbare schuilkelders
zijn naar een officieel goedgekeurd ontwerp
onder toezicht van de gemeente gebouwd en
voldoen dus aan alle er aan te stellen eischen.
En tenslotte hebben de kelders nog een groot
voordeel voor de huisvrouw. In "vredestijd
zijn ze te gebruiken als uitstekende provisie
kelders. Ze zijn, zooals men zal begrijpen, vol
komen vochtvrij.
HAARL. CHRIST. JEüGDCENTRALE
Door bovengenoemde Centrale zal op Dinsdag
2 Mei een nationale avond worden georganiseerd
ter gelegenheid van den verjaardag van H.K.H.
Prinses Juliana. De Christ. Mondaccordeonelub
D. S. V. zal haar medewerking verleenen. Als
hoogtepunt van den avond zal worden opgevoerd
een historisch tooneelstuk in drie bedrijven „De
Kracht van hunne Kracht" in beeld brengend
het begin van den opstand der Nederlanden tegen
het Spaansche gezag.
PROGRAMMA VAN' DE HAARLEMSCHE
RADIO-CENTRALE
op Maandag 1 Mei 1939.
Progr. I Jaarsveld en Hilversum I.
Progr. II Hilversum II
Progr. III: 8.00 Parijs Radio. 8.30 Radio P.T.T.
Nord, 8.50 Pauze, 9.00 Parijs Radio. 9.50 Radio
P.T.T. Nord. 11.20 Ned. Brussel, 1.20 Keulen of
diversen, 2.20 Danmarks Radio of'diversen, pl.m.
3.15 London Regional, 4.20 Ned. Brussel, 6.20
Diversen of gramofoonmuziek. 7.10 London Re
gional, pl.m. 8.45 Motala of diversen. 9.20 Ned.
Brussel, pl.m. 10.45 Parijs P.T.T.
Progr. IV: 8.00 Ned. Brussel, 9.20 Diversen,
9.35 London Regional, 11.10 Droitwich, 12.35
London Regional, 2.20 Droitwich. pl.m 2.50 Lon
don Regional, 3.15 Droitwich, 11.20 Danmarks
Radio.
(In verband met plaatselijke slechte ontvangst
noodzakelijke wijzigingen.
Progr. V 8.007.00 Diversen.
7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert.
Vr ooi ijk programma.
1 Groot Rotterdam, Groot Orkest, 2 Tyroler-
visa. Duo Ja, 3 De bridgeclub „Kijk voor je".
Louis Davids. 4 Hochzeitszug in Lilliput, Dajos
Bela. 5 Een vroolijke boel, Groot orkest, 6 Mat-
tinala, Wiener Bohème Orkest. 7 Uns geht's im
mer fabelhaft, Humoresk Melodios, 8 Puppe und
Hampelmann, Dajos Bela. 9 Welcomin' them into
the welcome inn. L. P. A. Band. 10 Tyrolerda-
len, Duo Ja. 11 Leentje. uit de Lange Niezel,
Louis Davids, 12 Der Rose Hochzeitstag, Dajos
Bela, 13 Bayerische Volkstanze, Tirolerkapel, 14
Poranek. Wiener Bohème Orkest. 15 Wir Ziehen
durch die Heimat, Humoes Mrkelodios, 16 Tee
bei Maikafem, Dajos Bela. 17 Ja Hoera. Kront
jongorkest. 18. Leve het regiment, Groot orkest.
8.0012.00 diversen.
Ook wij hebben keurige LAMPEN voor huls-
en zitkamer. In prijzen van 8 a 9 gulden
maar dan met het stempel van ons huis.
LANGE VEERSTRAAT HAARLEM
Fraaiste, tevens oudste Lampenzaak ln
Nederland.
(Adv. ingez. Med.)
r. W. J. Leyds wordt 1 Mei tachtig
jaar. Eens was hij de trouwe vriend
en onvermoeide medestrijder van
Paul Krüger, eens de warme pleit
bezorger in Europa van de belangen der Zuid-
Afrikaansche Boerenrepublieken in den strijd
voor hun onafhankelijkheid.
Eenige jaren geleden werd in de hal van de
universiteit te Pretoria, thans de hoofdstad dei-
Unie van Zuid-Afrika, plechtig het borstbeeld
onthuld van den man, dien generaal Smuts „de
grootste figuur in de geschiedenis van Trans
vaal na president Krüger" heeft genoemd. Een
uitgelezen gezelschap, met den minister-presi
dent generaal Hertzog aan het hoofd, v/as te
zamen gekomen om de onthulling bij te wo
nen. „Gode zij dank", besloot de feestredenaar,
„dat dr. Leyds nog in leven is. Zijn naam mag
nooit vergeten worden
Na den Vrede van Vereeniging, in 1902, die
een einde maakte aan den Boerenoorlog, is dr.
Leyds weer Nederlander geworden en sinds
dien woont hij in Den Haag. De rest van zijn
leven heeft hij besteed aan het ordenen en re-
digeeren van zijn archieven. In twee voor
treffelijke geschiedkundige boeken heeft hij
de insluiting en overrompeling der Boeren
republieken door Engeland vastgelegd. In ne
gen deelen heeft hij zijn .Diplomatieke Cor
respondentie" uitgegeven, het verhaal van den
diplomatieken strijd, dien hij voor de Boeren
bij de hoven en regeeringen van Europa voer
de, even taai als de Boeren zelf hun strijd
streden met de wapenen op het veld in Zuid-
Afrika.
Willem Johannes Leyds werd 1 Mei 1859 te
Magelang op Java geboren. Zijn vader, hoofd
van een school, stierf vroeg en de jongen
moest zijn carrière zelf maken. Op negentien
jarigen leeftijd stond hij als onderwijzer voor
een Amsterdamsche klas. Toen hij voldoende
gespaard had, liet hij zich als student aan de
universiteit inschrijven. Asser, Pierson en Van
Hamel waren zijn beroemde professoren, hij
was hun meest brillante student. Kort voor
zijn promotie „summa cum laude" be
zocht president Krüger Amsterdam; bij deze
gelegenheid vroeg hij de faculteit naar een
geschikten staatsprocureur voor zijn land.
Leyds werd warm aanbevolen. Als vijfen
twintig-jarige zag hij zich geplaatst in een
ambt. dat praktisch met dat van minister van
justitie kon vergeleken worden, in een land,
grooter dan Frankrijk en met een minis
ters-salaris!
Zijn zetel was Pretoria, destijds de hoofd
stad van Transvaal; op reis ging men nog
grootendeels met een door ossen getrokken
postwagen. In pretoria ontwierp Leyds nieuwe
wetten en reglementen, of hij trok door zijn
rechtsgebied om de „landdrosten" te bezoeken.
Op een van die dienstreizen kwam een depu
tatie hem verzoekenzijn baard te laten
staan. Hij zag er te jong uit om dien eerbied
af te dwingen, welken zijn positie vereischte!
Zoodra hij den leeftijd van dertig bereikt
had, werd de staatsprocureur tot staatssecre
taris gekozen, men zou kunnen zeggen minis
ter-president van de Transvaalsche regeering,
waarvan Paul Krüger het staatshoofd was. Als
zoodanig lag het grootste deel van zijn werk
in het parlement: den volksraad. Die Boeren
waren geboren regeerders, met hun impo
sante baarden en in hun deftige zwarte klee-
dij verstonden zij het hun deliberaties hoog te
hóuden. Al het werk in de met reuzenschreden
vooruitgaande Transvaal kwam op dr. Leyds
neer. hij droeg den last der staatsadministratie
en in korten tijd vervulde hij een gigantische
opdracht.
Met verlof.
Einde 1895 ging dr. Leyds met verlof naar
Europa. Natuurlijk had hij ook politieke ont
moetingen. In Londen bezocht Leyds den mi
nister van koloniën „Joe" Chamberlain, den
imperialist, die den Boerenkrijg hielp ontkete
nen, den vader van den huidigen Britschen
premier. Om te verhinderen dat hij een uit-
noodiging zou moeten aannemen tot het bij
wonen der vlootrevue op het Engelsche oor
logsschip. dat de „koloniale" premiers her
bergde. zond minister-president Pierson. zijn
vroegere hoogleeraar, hem een Hollandschen
oorlogsbodem.
Steeds meer begonnen de Engelschen de
Boeren in te sluiten. Meer dan ooit lokten de
goudaderen van den Witwatersrand. AI was
ook de Jameson-putsch mislukt, een botsing
werd op den duur onvermijdelijk. De Boeren-
J. P. ZoomersVermeer
Grensland. Van Holkeyna
Warendorf. Amsterdam.
Grensland is een roman van een schrijfster
die haar métier door en door kent en dus een
verhaal weet op te bouwen in logische stijging
en daling der belangrijkste feiten, waardoor
de lezer tot het eind geboeid blijft en het boek
niet uit handen legt omdat hij, halverwege ge
komen, de rest wel gelooft. Werk van goede
constructie is het hare ln de eerste plaats,
waarin een groote genegenheid voor den
mensch meer op den voorgrond treedt dan
een streven naar woordkunstige schoonheid.
Precieus maakwerk is ook Grensland niet; naai
den vorm is dit boek eenvoudig goed geschre
ven, maar zijn waarde ontleent het aan het
zuiver begrip van en meegevoel met karakters
van menschen, die niet alledaagsch zijn en in
sterke mate het goede met het minder-goede
in hun wezen vermengd hebben meegekregen.
Grensland voert den lezer binnen den kring
van een volkje dat uit traditie en van nature
zoo'n beetje binnen en buiten de wet leeft,
maatschappelijk blijft, zoolang het kan en on
maatschappelijk wordt, uit sport of uit nood
zaak. zoodra de kans zich voordoet. Zij zijn
smokkelaars en smokkelaarsvrienden, helers
en helpers, sommigen uit professie, anderen
uit armoe, en dan slechts bij gelegenheid, een
enkele uit sportleven aandrang, maar allen
riskeerend het voortdurend gevaar, allen de
de straf, waar die soms valt. gering achtend
en van geen be ang voor de onderlinge waar
deering. Daar zijn rauwe knapen onder die
voor geen moord terug deinzen, maar ook wel
goedhartige kerels wier hart is als weeke was.
en pientere boerennaturen, die door de winst
alleen gelokt zijn en die, gesnapt, het ergst
door angst en berouw gekweld worden.
Dit volkje, in al zijn verscheidenheid, heeft
de schrijfster blijkbaar goed kunnen waar
nemen en er haar verhaal uit opgebouwd. De
verschillende leden- der familie Broks leveren
van die verscheidenheid de uiteenloopende
voorbeelden. Een is het met zijn winkelbedrijf,
annex handel in smokkelwaren, voor een wind
gegaan, hij is steeds den dans ontsnapt en de
rustige bezitter der familie geworden. Een
broer, met meer fantasie dan de werkelijk
heidszin van den ander, kon het niet verder
dan tot helpertje en manusje-van-alles bij
hem brengen en een derde broeder mislukt in
alles en wordt zwerver, na vrouw en kind .ver
laten te hebben, 't Zijn rare .ieden,die
Broks'en. en drinken doen ze allen Maar
buiten de smokkelarij zijn het geen misdadi
gers. zooals anderen uit de buurtschap. Het
blijft bij vermogensdelicten, waar ze welge
moed een poosje brommen voor over hebben.
De zwerver is het ergst afgezakt en het is zijn
dochter Alida, die de schrijfster tot bindende
hoofdfiguur van haar roman gemaakt heeft.
Aüda. met haar moeder in de nabije provin
ciestad alleen gelaten, probeert uit den doem
der familie te ontsnappen. Zij beproeft een
eerlijk handeltje op de markt en het lukt haar,
voor moeder en zichzelf een boterham te ver
dienen. Zij maakt kennis met een netten jon
gen, die zijn brood verdient en haar trouwen
wil. Maar zij is zoo dom geweest hem nooit te
zeggen dat zij een Broks is en dat haar vader
van tijd tot tijd als dronken zwerver wordt op
gepakt en opgestuurd naar daarvoor bestemde
verblijfplaatsen. In haar angst voor den kwa
den reuk, waarin haar familie staat heeft de
stakker nog meer leugentjes om bestwil ver
zonnen. en de bom barst als de jongeman
achter de waarheid komt en haar afschrijft.
Alida, die een lieve en knappe meid is, zooals
later nog meer blijken zal. is er kapot van.
Zij heeft van den jongen gehouden en zich een
toekomst gedroomd die haar uit de Broks-
familie zou verwijderen.
Als dan ook nog haar moeder sterft weet
zij niet. beter te doen dan naar het grens-
gehucht en naar de Broks'en terug te keeren.
Zij komt daar bij den oom-winkelier in huis.
waar ze wordt uitgebuit voor den simpelen
kost dien ze krijgt, tot ze in het gezin Gros
man. dat een café vlak tegenover het- tolkan
toor houdt, wordt opgenomen en moeder
Grosman, overigens ook geen doetje, haar als
een eigen dochter behandelt.
Daar bij Grosman komen 's avonds de
smokkelaars, komt ook de verloopen secreta
ris van de grenspost en zullen voor Alida nog
wel andere perikelen zich voordoen, doch
Grosman en zijn vrouw zullen haar blijvend
beschermen.
In het boek b'egint hier misschien de beste
helft. Mocht in het hierboven verhaalde nog
wel eens een schuchtere bevreemding over het
relatief waarschijnlijke van het verhaal opko
men. leven en bedrijf rondom Grosman's huis
worden daarna reëel, met een indringende ge
negenheid voor dat meisje en haar romanti
sche omgeving, geschilderd. De trieste kanten
van het leven, zooals die in het huwelijk van
den secretaris en zijn vrouw of in de beest
achtigheid der Van Beuninge's tot uiting ko
men zijn met even zuiver gevoel beschreven als
de meer hartelijke verschijningen, waartoe
moeder Grosman en de Os benooren. Met dien
Harm, den Os. zal Alida een nieuw leven be
ginnen en letterlijk en figuurlijk de herinne
ringen aan haar eerste liefde verscheuren. Al
zal zij, na die eerste poging tot ontvluchting,
toch weer in de sfeer der Broks'en opgenomen
zijn en zelfs met Harm mee op smokkeltocht
gaan trekken, zij zullen met elkaar gelukkig
zijn en buiten de misdaad en de drankzucht
ook leven kunnen.
„Grensland" is een kleurig verhaal, dat men
met sympathie voor de schrijfster zal lezen.
G. van NesUilkens:
PastoralesDezelfde uitgevers.
Een andere bekende schrijfster heeft in dit
boek een aantal schetsen en novellen verza
meld, waarvan ik de grootste. „Ondergang"
gelezen heb. Ze geeft de mislukking van een
jong onderwijzeresje in haar eerste praktijk
jaar. nadat ons haar laatste schooljaar op „de
kweek" een buitengewoon begaafd en levendig,
geestig kind in haar heeft doen kennen. Een
ongelijkmatige, in den grond melancholische
natuur, waarmee ze misschien erfelijk belast
is, wordt hier met kennis van schoolzaken ge-
teekend. hoewel de mislukking als onderwij
zeres niet geheel uit die natuurlijke gesteld
heid verklaard schijnt. Men kan zich het be
loop van zaken ook anders denken, noodzake
lijk is dat niet We", weer. dat het kind zich
van kant maakt als we de mislukking eenmaal
aanvaard hebben Met dat al is het een boeien
de novelle, die zich onder blijvende belang
stelling laat lezen.
H. Graevenbergh. De Walmende
Lantaarn. A'dam. Salm Co.
Onschuldige grapjes over menschen en din
gen zonder pretentie, maar toch ook niet boven
het peil der „litteraire" bijdragen in „Leven"
of „Stuiversblad" uitkomend. Daar een boek
van te maken lijkt me luxueus.
J. H. DE BOIS.
regeering besloot dr. Leyds als gezant naai*
Europa te zenden. Sinds den dood van jhr.
Beelaerts van Blokland, den vader van den
huidigen vice-president van den Raad van
State, waren de Boeren-republieken zonder
vertegenwoordiging in Europa geweest. Bij het
dreigen van den oorlog was een diplomatieke
vertegenwoordiging in Europa noodzakelijk.
Dr. Leyds werd bij de hoven van Holland, Bel
gië, Portugal, Duitschland, Rusland en bij de
regeering van Frankrijk geaccrediteerd.
Doch er was weinig meer te redden. In Pa
rijs was de publieke opinie op de hand der
Boeren, doch Delcassé werkte reeds aan zijn
entente met Engeland. In Berlijn bleek rijks
kanselier von Bülow den Boeren vriendelijk
gezind, doch de keizer zocht in de gunst van
„grootmama" Victoria te komen. Elke regee
ring trachtte in troebel water te visschen, van
den eenen kant poogde men Engelands moei
lijkheden uit te buiten, van den anderen kant
toonde men zich te bevreesd voor Engelands
macht ter zee om actief in te grijpen. Alleen
de czaar koos frank de zijde der Boeren.
Belangrijk was vooral Leyds' diplomatieke
activiteit om tot een bemiddeling in den oor
log te geraken. Ook bij den Heiligen Stoel de-
Dr W. J. Leyds in den tijd dat hij nog staats
procureur van de Zuid-Afrikaansche Repu
bliek was.
legeerde dr. Leyds een zaakgelastigde, paus
Leo XIII had zich in een allocutie zeer bemoe
digend voor de Boeren uitgelaten. Dr. Abra
ham Kuyper, premier geworden, trachtte in
Londen voor de Boeren te bemiddelen, doch
de krijgskansen waren inmiddels ten gunste
der Engelsche overmacht gekeerd.
Voor president Krüger hoeft dr. Leyds een
groote vereering gehad. Niemand heeft zoo
lang en zoo intiem met hem samengewerkt.
Groot was Krüger's persoonlijke moed in de
expeditie tegen de Kaffers, grooter nog was
zijn staatsmanschap. Zijn vijanden noemden
Krüger een sluwen boer, doch Leyds heeft hem
leeren kennen als een der scherpzinnigste
menschen van zijn tijd. Zijn eerlijkheid was
Bijbelsch; hij was geen vlot spreker doch had
een uitermate gezond oordeel. Hij was een
groot leider. Bismarck bekende aan Leyds. dat
hij van een ontmoeting met Paul Krüger een
„ontzagwekkenden" indruk had behouden.
Toen dr. Leyds van zijn eerste Europeesche
reis in Pretoria terugkwam, haalde president
Krüger hem aan het station af, reed met hem
naar huis. nam daar zijn beide handen in de
zijne en zei: „Doctor, wat heb ik je vaak ge
mist; zoolang je weg was. heb ik eiken dag
voor je gebeden". Dan, denkend aan mee-
ningsverschillen, die, zooals vanzelf spreekt,
wel eens voorgekomen waren, voegde hij er
naïef hartelijk aan toe: „Je weet, jouw bloed
is vurig en zoo is het mijne, en als die twee
elkaar raken, vliegen de vonken er af!"
Paul Krüger woonde in ballingschap bij
Utrecht; later trok hij naar het meer van
Genève. In 1904 stierf hij in Clarens en dr.
Leyds begeleidde zijn gebalsemd overschot
naar Zuid-Afrika. Britsche oorlogsschepen on
derweg groetten eerbiedig, tienduizenden
wachtten het lijk in Kaapstad op, generaal
Botha leidde de teraardebestelling in Pre
toria.
Tot in 1910 de Unie van Zuid-Afrika een feit
werd en de Boeren aan het bewind kwamen,
bewaarde dr. Leyds in zijn Haagsch huis al de
archieven; die van de consulaten, van de re
geering. van de generaals; van Botha alleen
vijftienduizend oorlogstelegrammen. De Hol-
landsche regeering noodigde dr, Leyds uit in
Noderlandschen diplomatieken dienst te tre
den, Doch hij weigerde, wijl hij voor Zuid-
Afuka een taak te beëindigen had: het af
leggen van rekenschap tegenover het nage
slacht. Zoo ontstonden zijn geschiedkundige
werken en zijn verzamelde diplomatieke cor
respondentie.
Er is één brief, die daarin niet vermeld is.
Die stamt bovendien van 1919. Het was in den
tijd, dat Zuid-Limburg en Zeeuwsch-Vlaande
ren gevaar liepen, dat minister Van Karne-
beek en prof. Struycken naar Versailles reis
den. In die dagen heeft Zuid-Afrika zich her
innerd. wat 'n groot Nederlander, dr. Levds,
voor hun land. dat het zijne werd, gedaan
heeft. Botha en Smuts legden hun wil op aan
de Britsche delegatie. Lloyd George had naar
hen te luisteren. Zij verijdelde^ het ernstige
gevaar van afscheuring van Nederlandsch
grondgebied. In zijn brief aan Leyds schrijft
Smuts hoe zij ln slaat geweest zijn „het oude
moederland" een tegendienst te bewijzen.
..Moge God Hohand zegenen in de moeilijke
tijden, die Europa voor den boeg heeft", be
sluit die brief.
Zoo heeft de loop der wereldgeschiedenis
de groote grijze excellentie nog intense vol
doening in zijn levensavond gegeven. En de
mannen wien hij 't eerste voorbeeld was, Hert
zog en Smuts, zijn thans de regeerders van
Zuid-Afrika. Het oranje-blanje-bleu wappert
van Leydsdorp tot Kaapstad. De Afrikaanders
hebben er een zegswijze voor: „Alles Sal Res
kom
KEES VAN HOEK.