Bonnet optimistisch over de onderhandelingen. IJMUIDER WASSCHERIJ Geen onoverkomelijke hinderpalen in de besprekingen met Rusland. Maatregelen te Klad no verscherpt. Transpiratie en stukioopen van Snelliusstraat 39 Italiaansche vloot nam intensief aan den Spaanschen burgeroorlog deel. SATERDAG 10 J U N I 1939 HAARIE M'S DAGBCAD 5 Accoord met Turkije op handen. Bonnet heeft gistermiddag in de Fransche senaatscommissie van bui- tenlandsche zaken een uiteenzetting gegeven van de buitenlandsch-politieke vraagstukken. Hij verklaarde, dat de onderhandelingen met Rusland naar zijn meening niet op onoverkomelijke hinderpalen zouden stuiten. Ook de besprekingen met Turkije waren vol gens hem op den goeden iveg en spoe dig zou een accoord tot stand moeten kómen. Ten aanzien van de Fransch-Spaansche be trekkingen zeide hij; De Spaansche regeering moet niet den goeden wil miskennen, waar mede de Fransche regeering tracht de han gende vraagstukken tusschen Frankrijk en Spanje op te lossen. Wij gaan naarstig door met de uitvoering van de accoorden Bérard- Jordana en wij zijn vol hoop, dat wij volgens den inhoud dezer accoorden steeds met Spanje betrekkingen van goede nabuurschap zullen onderhouden en met dit land in Marokko die politiek van loyale en vertrouwde samenwer king zullen voeren, welke onze betrekkingen moet kenmerken. Reeds bij de onderteekening van de Fransch- Duitsche verklaring van December van het vorige jaar is vastgesteld dat deze de betrek kingen van de beide mogendheden met derden niet aantastte. In het bijzonder de verdragen welke Frankrijk met Polen en de Sovjet-Unie heeft. Over de onderhandelingen met Moskou zeide Bonnet dat van 13 April besprekingen zijn gevoerd over een plan van bijstand op basis van gelijkheid en wederkeerigheid. Sindsdien zijn de besprekingen op wijder ge bied voortgezet door de regeeringen van Frankrijk, Engeland en de Sovjet-Unie. Er bestaan nog eenige moeilijkheden in verband met de positie van bepaalde staten, doch de onderhandelingen duren voort en de Fransche regeering zal geen poging achterwege laten om tot een goed einde van de besprekingen te komen. Hierna kwam Bonnet over de betrekkingen met Turkije te spreken. Die moesten, volgens hem, in twee deelen verdeeld worden. Het eerste betreft de definitieve regeling van de tusschen Frankrijk en Turkije bestaande territoriale kwesties, de tweede het verdrag Verbetering in den Engelschen handel. Engeland wenscht Duitschland niet van de markten te verdringen, verklaart minister Stanley. Tijdens de debatten in het Lagerhuis heeft minister Stanley gisteren gezegd dat de laat ste maanden een aanzienlijke verbetering is ingetreden in den Britschen handel, hetgeen duidelijk blijkt, uit de laatste werkloosheids cijfers. In vergelijking met 1929 werken thans in Engeland anderhalf millioen men- schen meer. Ook het steenkoolverbruik is aanmerkelijk hooger dan het vorig jaar, ter wijl de uitvoer van steenkool, na het laatste half jaar aanzienlijk te zijn verminderd, thans weer het peil van het eerste kwartaal van 1938 heeft bereikt. De uitvoer naar Japan is om begrijpelijke redenen verminderd, doch de vermindering van den uitvoer naar Frankrijk is zoowel verrassend als teleurstellend. Hier naar wordt een onderzoek ingesteld. Minder gunstige cijfers moest de minister over den scheepsbouw doen. Reeds na de ver mindering, welke het vorig jaar is gebleken, heeft de regeering voorstellen tot verbetering gedaan en zij hoopt, dat spoedig de gevolgen hiervan merkbaar zullen worden. Tusschen de aankondiging van de regeering en 19 Mei j.l. hebben de scheepswerven in Engeland en Noord-Ierland opdracht gekregen voor het bouwen van 145 schepen, van in totaal 714.000 ton. Sedert de aankondiging van de regeering hebben Britsche Scheepseigenaren geen bestellingen meer buiten Engeland ge plaatst. Ook de textiel-industrie, zoo zeide Stanley verder, toont een verbetering bij het laagte- punt van het najaar van 1938, hoewel niet zoo als de „zware industrie". De voorraden, welke in 1937 zijn gevormd, zijn thans voor een groot deel geliquideerd. Een groot deel van de verbetering in het bedrijfsleven moet worden toegeschreven aan de herbewapening. Toch wijzen vele teekenen er op, dat dit deel niet zoo groot is, als som migen wel veronderstellen. De Britsche in dustrie voorziet ook in de gewone behoeften van het volk en op het oogenblik is nog geen sprake van ontwrichting van de industrie. In de vier eerste maanden van dit jaar is de na- deelige handelsbalans in vergelijking met het vorige jaar met 24.5 millioen pond sterling verbeterd, hetgeen men niet had verwacht. De onderhandelingen met Roemenië noemde Stanley een typisch geval van de Britsche handelsbetrekkingen met Zuid-Oost-Europa, welke tengevolge van de Duitsche handels methoden, gedurende de laatste jaren moeilij ker zijn geworden. Aan Britsche zijde be staat geenszins het verlangen een groot in dustrieland als Duitschland uit te schakelen op zijn natuurlijke markten in den Balkan. Het is duidelijk, dat indien men zich in iedere hoek van de wereld nestelt en Duitschland overal tracht uit te sluiten, men een politiek voert, welke tot een ramp moet leiden. Enge land verlangt geenszins Duitschland te ver dringen, doch het verlangt zijn eigen eerlijk aandeel in den handel en het is vastbesloten dit aandeel te handhaven. Gedeelte der Fransche reservisten in het najaar naar huis. In een brief aan Chichery, den voorzitter van de radicale fractie, deelt de Fransche premier Daladier mede, dat hij den datum, waarop de onder de wapenen geroepen of gehouden „be schikbare" soldaten naar huis zullen worden gezonden, bepaald heeft op 1 September, voor wat de vestingtroepen betreft en 1 October voor de andere troepen van wederzijdschen bijstand. Met betrekking tot de Turksche eischen inzake het Sandzjak zeide Bonnet: wij achten het gewenscht voor goed een einde te maken aan een kwestie die de betrekkingen tusschen twee buren telken male prikkelde. De sluiting van het verdrag van wederzijdschen bijstand was zeer binnen kort te verwachten; de onderhandelingen over de beide kwesties had men gescheiden ge houden. Nog 290.000 Spaansche vluchtelingen in Frankrijk. In de Kamercommissie van buitenlandsche zaken heeft Mistier, de voorzitter dezer com missie ten aanzien van het vraagstuk der Spaansche vluchtelingen in Frankrijk mede gedeeld, dat het aantal dezer vluchtelingen, dat 500.000 had bedragen, verminderd was tot 290.000 en dat de repatrieering geschiedt in een tempo van ongeveer 500 per dag. Dader moet voor VANAVOND opgespoord zijn. Stad overstroomd door DUITSCHE MILITAIREN. De maatregelen, welke na den moord op den Duitschen gendarme Kniest te Kladno getroffen zijn. zijn naar het D.N.B. meldt, thans nog in zooverre verscherpt, dat van 8 uur des avonds tot vijf uur des morgens slechts diegenen zich op straat mogen bevinden, die kunnen aantoonen, dat zij op weg naar hun werk zijn en van hun werk komen. Mocht de dader niet uiterlijk Zater dagavond acht uur gegrepen zijn, dan zullen verdere maatregelen worden genomen. Ieder, die de moordenaars kent en hen niet Wil uitleveren, wordt be dreigd met de doodstraf. Het politiedistrict Kladno is een geld boete ten bedrage van 50.000 R.M. opge legd. De „Oberlandrat" van Kladno heeft in structie gekregen bij het innen van deze boete de Tsjechische arbeiders zoo min mogelijk te belasten. Voor de opsporing van den dader heeft de Tsjechische regeering bovendien een beloo ning ten bedrage van 50.000 kronen uitge schreven. De Vrijdag ten uitvoer gelegde sectie op het lijk van het slachtoffer heeft uitgewezen, dat Kniest door minstens twee daders is ver moord. Het lijk vertoont een acht tot negen m.M. groote, cirkelvormige opening van een inkomend schot boven de bovenlip. De kogel had een koperen mantel en was van een kali ber van 9 m.M. Het schot heeft den onmid- dellijken dood van den hoofdwachtmeester tengevolge gehad. Een tweede verwonding is aan de hand gevonden, waar een kogel bij den duim in het week gedeelte is binnengedron gen en aan de rugzijde van de hand weer is uitgetreden. Deze verwonding is veroorzaakt door een 6 m.M.-projectiel. De verwondingen doen veronderstellen, dat Kniest in het ge heel geen tegenstand heeft kunnen bieden. De wonden en de schotkanalen wijzen er op, dat de schoten uit de verste gelost zijn. Havas meldt nog, dat het 9 m.M. kaliber in Bohemen en Moravië ongebruikelijk is, aan gezien het in Tsjecho-Slowakije was verbo den. Voorts meldt Havas, dat de leden van het gemeentebestuur geïnter neerd zijn. Alle leden der politie van Kladno zijn in arrest gesteld, nadat zij Donderdag ontwapend waren. De Duitsche politie is overgegaan tot huiszoekingen in de woningen van de bewoners van het centrum der stad en bij voormalige communisten in de bui tenwijken. Driehonderd personen zijn gearresteerd. Onder de gearresteerden bevinden zich de personen, die zich in den nacht, waarin de moord gepleegd werd. in de cafés bevonden in de om geving van de plaats waar de moord gepleegd werd. De bevolking van Kladno is volkomen ter neergeslagen. De stad wordt overstroomd met honderden Duitsche militaire auto's en dui zenden soldaten in veldtenue. Patrouilles met de bajonet op het geweer of met mitrailleurs zetten de straten af. De café's. restaurants en bioscopen zijn door Duitsche soldaten bezet. De bevolking wordt slechts toegelaten in de door soldaten bewaakte straten in de binnen stad. Verder wordt gemeld, dat te Ceske Bude- jovice een Duitsche gendarme tijdens een relletje door messteken gewond zou zijn. Te Nachod zou een Duitsche officier in de lucht hebben moeten schieten om na een soortge lijk incident de vlucht te kunnen nemen. Te Zilina in Slowakije is een Duitsche gendarme bij een vechtpartij in een cabaret ernstig ge wond. De lichting van de Thetis". LONDEN 9 Juni. Na afloop der conferentie te Birkenhead heeft admi raal Fraser tegenover de pers verklaard, dat het weinig waarschijnlijk was dat een nieuwe poging de „Thetis" weer, vlot te brengen binnen drie weken zjjy kunnen worden ondernomen, gezien aanzienlijke moeilijkheden die ondeWf vonden zijn, daar het wrak zich op zoo groote diepte bevindt. (Havas). huid en voeten. Purolpoeder houdt huid en voeten koel en droog, gezond en gaaf. Strooib. 60 ct. (Adv. Ingez. Med.) Posterijen mikpunt der aanslagen in Engeland. Bommen in brievenbussen en postpakketten. Verscheidene ontploffingen in brievenbus sen of de sorteeringsbureaux zijn gisteravond naar Reuter meldt, in Londen, Birmingham en Manchester voorgevallen. In elk dezer gevallen meent men, dat springstoffen in den vorm van een bom ge bruikt zijn. In het postkantoor van West- Londen deed zich een ontploffing voor in een postzak. Een man werd daarbij licht gewond. Een onmiddellijk ingesteld onderzoek leidde tot de ontdekking van nog vier „bommen" in postpakketten. Ook in het postkantoor van Lincoln zijn een aantal enveloppen ont ploft. Uit nadere berichten over de ontploffingen blijkt, dat hier sprake is van een wijdvertak- ten aanslag der terroristen van het „Iersche Republikeinsche Leger", op de diensten der posterijen. Zoo hebben brieven, welke bommen of brandbaar materiaal bevatten, en welke per post verzonden zijn, een postzak in den expresstrein BirminghamLonden vlam doen vatten. Een conducteur heeft den smeulen- den zak uit den trein gegooid. Ook zijn ont ploffingen teweeggebracht op het sorteerings- bureau van Leicester. Ruim twintig brandjes •zijn ontstaan in Londensche brievenbussen, doch in de meeste gevallen kon het vuur ge- bluscht worden, alvorens het veel schade had aangericht. Evenals bij de vorige aanslagen van de I. R. A, schijnen de brandjes en ontploffingen door een zuur teweeggebracht te zijn. Ver scheidene postbeambten liepen verwondingen op, hoewel niet van ernstigen aard. Évenals in vorige gevallen, volgen deze aan slagen weer op veroordelingen van Ieren wegens ontploffingen. Te Stirling zijn giste ren vier mannen veroordeeld, die 't voornemen hadden ontplofbare stoffen te stelen uit het kruithuis van Falkirk. Halifax' iongste rede in het Hoogerhuis. Het Reuterbureau deelt ons mede dat tenge volge van een onduidelijkheid in het stenogram een onjuistheid is gekomen in de rede, welke Lord Halifax Donderdag in het Engelsche Hoo gerhuis heeft uitgesproken. Gegeven werd, dat de minister zou hebben ge zegd: niet alle eischen van Duitschland komen in aanmerking voor een bespreking. Dit moet zijn: alle Duitsche eischen komen in aanmer king voor bespreking. In een deel van onze vorige oplaag is deze rec tificatie nog aangebracht. Hak den knoop door. en stuur Uw wa,sch naar de IJmuiden - Tel. 4371 (Adv. Ingez. Med.) Nog geen besluit inzake algemeene verkiezingen in Engeland. Chamberlain herhaalt de woorden van Halifax. „Ik heb nog geen besluit genomen", aldus Chamberlain in verband met een toespeling op de mogelijkheid van alge meene verkiezingen binnen anderhalf jaar, welke toespeling gemaakt werd door den voorzitter van een vergadering in den kieskring van den premier te Birmingham. Sprekende over de buitenlandsche politiek verklaarde Chamberlain o.a.: teneinde te trach ten de veiligheid der naties te verzekeren heb ik twee verschillende richtlijnen gevolgd, welke echter niet in het minst onvereenigbaar met elkander zijn. De eerste was te trachten uit. te vinden wat de mogelijke oorzaken van oorlog waren en of ik die uit den weg kon ruimen. De tweede was de kracht van dit land op te bou wen, zoodat, wanneer het ooit zou komen tot een bespreking van de voorwaarden eener re geling, geen land in staat zou zijn ons te dwin gen, om ten gevolge van onze zwakheid voor waarden te aanvaarden, die onteerend zouden zijn of rampspoedig voor onze vitale belangen. Wat het eerste deel van die tweevoudige poli tiek betreft moet ik toegeven, dat ik vele teleur stellingen ondervonden heb en zeer weinig steun van de landen, met wie ik hoopte tot overeen stemming te komen. Aan den anderen kant is de opbouw van onze nationale defensie zóó uit gebreid en zoo snel geweest, dat ik thans met vertrouwen kan zeggen, dat geen land. hoe sterk het ook zij, vermoedelijk een conflict met dit land zou willen ondernemen. De geheele wereld weet. dat wij nooit van deze machtige strijdkrachten gebruik zouden maken om een niet uitgelokten oorlog te beginnen tegen iemand anders en ofschoon ik van tijd tot tijd beweringen van het tegendeel zie, die geuit wor den voor propagandadoeleinden hoop ik. dat geen volk door een dergelijke verdraaiing van de waarheid zal worden misleid Er is echter één ding en dat is, dat wij weerstand moeten bieden tegen iedere poging om een overheersching van de wereld tot stand te brengen door geweld, om dat er in geval van een dergelijke poging geen geregelde vrede in Europa kan bestaan. Zoolang er echter geen dergelijke ambities worden gevoed, heeft niemand iets te vreezen van de gewapende macht van Engeland en bo vendien hebben wij niet dat eerste gedeelte van onze politiek laten varen. „Zooals Halifax in het Hoogerhuis verklaard heeft, zijn wij bereid aan de ronde tafel de eischen van Duitschland of ieder ander land te bespreken, mits er een redelijk vooruitzicht bestaat op een werkelijke regeling. Wij moeten slechts het vertrouwen hebben, dat een dergelijk vooruitzicht bestaat en een dergelijke regeling moet verkregen wor den door onderhandelingen en niet door geweld". België gaat zijn militaire organisatie versterken. Medcdceling van minister Pierlot. In zijn rede voor de Belgische Kamer heeft minister-president Pierlot o.a. nog gezegd: In den loop der laatste jaren heeft België een groote militaire krachtsinspanning gedaan en de doelmatigheid van ons verdedigingssysteem, zoo wel wat de vestingswerken als het veldleger be treft, werd aanzienlijk vermeerderd. Het land mag trotsch zijn op deze krachtsinspanning waar door het uiting geeft aan zijn beslistheid en zich aan de achting van het buitenland opdringt. An derzijds bestaat er een grens die inzake bewape ning, zooveel als overal elders, niet mag worden overschreden. Er dient rekening gehouden met de economische krachten van het land, met zijn financieelen toestand. Dit alles gezegd en overwogen zijnde, zal ik openhartig tot u spreken. Ik vraag mij af of. na al wat wij gedaan hebben, om de verdediging van ons land te verzekeren, wij genoeg hebben gedaan. Wanneer ik de risico's naga, onze actiemidde len meet en onze krachtsinspanning met deze van andere landen vergelijk, voel ik het gewicht onzer verantwoordelijkheid want, in dergelijke zaken, dient de regeering te waarschuwen, aan het land al de noodige offers te vragen en deze te verkrijgen. Deze kwesties liggen ter studie. U weet met welke nauwgezetheid de minister van landsver dediging ze onderzocht en ik ken het verdiende vertrouwen dat hij bij deze vergadering geniet. Nu reeds zijn wij besloten geen oogen blik te verliezen om. in de mate dezer middelen en in het kader der machten welke ons door de Kamers werden ge geven, onze militaire organisatie te ver sterken. Een onzer voornaamste bezorgdheden moet zijn onze dekking zoo doelmatig mogelijk te maken, ten einde het gevaar dat uit het gebrek aan diepte van ons grondgebied voortvloeit te verhelpen en onze mobilisatie tegen elke over rompeling te beschermen. Al wat in verband met deze bezorgdheden als noodig zal worden erkend, zal worden gedaan en zoo noodig zullen wij u de middelen daartoe vragen. Ik ben er van overtuigd dat niets van wat redelijkerwijs mogelijk is ons door de ver tegenwoordigers der natie zal worden geweigerd. Sprekende over het nieuwe fort van Sougne Remouchamps zeide minister Pierlot: Als ik gewag maak van deze kwestie dan doe ik het vooral om te antwoorden op een verwijt dat zoo onrechtvaardig, zoo kwetsend als onbe zonnen is en dat nochtans in de pers kan wor den gelezen: „Indien het fort niet gebouwd is," aarzelt men niet te schrijven, „dan is het omdat de regee- ring de huidige of de vorige een pand heeft willen verschaffen aan een naburig land." En men gaat zelfs zoo ver zich af te vragen of er geen verband bestaat tusschen het prijsgeven althans, tijdelijk van het ontwerp en den ons door Duitschland gegeven waarborg. Ik antwoord zoowel namens deze regeering als namens de vorige regeeringen: Nooit werden dienomtrent door een vreemde regeering bij een Belgische regeering stappen gedaan. Die kwes tie is van louter technischen, louter militairen aard. Welk ook de beslissing weze, nooit werd zij beinvloed of zal zij beinvloed worden door over wegingen van politieken aard. Engelsclie koning huldigt de nagedachtenis van George Washington. Krans bij het graf van den eersten Amerikaanschen president. De koning en de koningin van Engeland zijn gistermorgen naar het Kapitool gereden om daar de leden der wetgevende vergadering te ontmoeten. Hun werden in den Centralen Hall voorgesteld de senatoren en de leden van het Huis van Afgevaardigden, die zij elk de hand drukten. Na hun vertrek van het Kapitool gingen de koning en de koningin naar de marinewerf, waar admiraal Leahy hen opwachtte. Het gezelschap begaf zich aan boord van het presidentieele jacht „Potomac", dat naar Mount- Vernon uitvoer, waar de koning hulde bewees aan het grafteeken voor George Washington. Terwijl de koningin en Roosevelt toekeken, legde de koning een krans van witte lelies, irissen en an jelieren op den marmeren sarcophaag van den eerste president der Vereenig- de Staten. Het gezelschap keerde met de „Potomac" terug naar Washing ton. Gisteravond hebben de koning en de ko ningin een diner aangeboden aan Roosevelt in de Britsche ambassade. Overal, waar de Britsche vorsten verschenen, werden zij toegejuicht door even geestdriftige menigten als die hen den vorigen dag bij het Kapitool verwelkomden. Nadat de vorsten des morgens van het Kapitool vertrokken waren, verklaarde senator Pittman. dat de koning uitdrukking had ge geven aan zijn waardeering voor de alge meene hoffelijkheid en vriendschap, die hem en de koninin bewezen werden. Strang vermoedelijk niet vóór Maandag naar Moskou. Ziekte van den Britschen ambassadeur vertraagt de onderhandelingen. De diplomatieke medewerker van Reuter te Londen verneemt, dat Phlpps, de Britsche ambassadeur te Parijs, en William Strang, de technische adviseur van Seeds, den Britschen ambassadeur te Moskou, in verband met de Britsch-Russische onderhandelingen, beiden aanwezig zijn geweest in de gistermiddag ge houden bijeenkomst van de kabinetscommissie van buitenlandsche zaken, die zich bezig heeft gehouden met het antwoord op de jongste Russische nota. Vernomen wordt, dat Strang wellicht niet vóór Maandag zal kunnen vertrekken, daar hij drie weken afwezig is geweest en zich met het uitgebreide dossier vertrouwd zal moeten maken, alvorens hij zich aan de onderhan delingen kan wijden, die in elk geval moeten wachten tot het herstel van Seeds, die nog steeds lijdt aan de gevolgen van een griepaan val. 149 oorlogsschepen achter Franco. Vele koopvaardijschepen, een kruiser en een torpedoboot tot zinken gebracht. Het Italiaansche tijdschrift Le Forze Armate publiceert een belangrijk artikel over de actie van de Italiaansche marine tijdens den Spaan schen burgeroorlog, een artikel, waaruit blijkt, dat ter zee de Italiaansche regeering in nog sterker mate hulp heeft verleend aan een der strijdende partijen dan te land. Het artikel be gint met er op te wijzen, dat het groote publiek van Italië over deze gebeurtenissen ter zee vrij wel niet is ingelicht en dat het ook thans niet mogelijk is anders dan in groote lijnen over de actie der vloot te berichten. De eerste opdracht van de marine aldus lezen wij in de N.R.Ct. bestond in het hulp- verleenen aan de vluchtelingen van Italiaansche nationaliteit, welke in de zeehavens aan boord van Italiaansche schepen gingen. Op 24 Juli 1936 werd te Barcelona deze reddingsactie begonnen. Zij duurde tot 21 November van dat jaar. Er werden in totaal 9210 personen in veiligheid ge bracht onder wie ook verscheidene niet-Italia- nen. Toen in Augustus 1936 eenige duizenden re publikeinsche Spanjaarden er in slaagden te landen op het eiland Majorca, welk eiland voor de partij van Franco van het allergrootste be lang werd geacht, kwam de Italiaansche marine tusschenbeide, niet alleen door het overbrengen van troepen en oorlogsmateriaal, doch de Ita liaansche schepen namen ook actief aan den strijd deel. Het gelukte Majorca weer geheel voor Franco terug te winnen en tevens het eiland Ibiza te bezetten. Bij die gelegenheid bleek de noodzakelijkheid van een algeheele reorganisatie der kleine vloot van Franco. Ook deze taak werd door Italianen verricht. Buitengewoon belangrijk was de taak van de Italiaansche marine bij het vervoeren van Ita liaansche troepen naar Spanje. Niet alleen moesten vrachtbooten voor dit vervoer door de marine worden gehuurd, doch bovendien moesten de troepenverschepingen door oorlogs bodems worden beschermd. Het grootste deel van dit .vervoer valt in den winter van 1936/'37. Tusschen half December en half April 1937 wer den 100.000 soldaten, 4370 vrachtauto's, 40.000 ton oorlogsmateriaal, 750 kanon nen op 52 booten, welke tezamen 132 reizen volbrachten, naar Spanje ver voerd. Ter bescherming dezer transpor ten deden 30 oorlogsschepen dienst De duikbootoorlog. Niet minder belangrijk is, wat in het artikel te lezen is over de actie der Italiaansche onder zeebooten. Half November 1936 werden voor het eerst Italiaansche onderzeeërs in den Spaan schen oorlog gebruikt om den aanvoer van le vensmiddelen en krijgsbehoeften, bestemd voor het republikeinsche Spanje te beletten. Deze duikbootoorlog en vele schepen, die daaraan ten offer vielen, w.o. ook enkele die de Nederland- sche vlag voerden, zal men zich nog wel her inneren. Behalve de vele koopvaardijschepen, welke in de Spaansche wateren en in de omgeving van Sicilië door Italiaansche duikbooten tot zinken waren gebracht, gelukte het ook een republikeinschen kruiser, de Cervantes, te treffen in de baai van Cartagena en later de torpedo boot Cheruca. Het artikel deelt verder mede, dat Italiaan sche oorlogsschepen ook hebben deelgenomen aan de beschieting van versterkingen langs de Spaansche kust. De slotsom van het artikel luidt, dat de Ita liaansche marine een buitengewoon belangrijk aandeel heeft gehad in den oorlog. In het ge heel hebben 149 Italiaansche oorlogsschepen aan den strijd deelgenomen. Zooals men weet be stond de vloot van Franco, wat moderne Spaan sche schepen betrof, uit slechts twee kruisers en 8 kleinoro eenheden. Ontvoering zonder ontvoerders. „Gekidnapte" thans zelf opgesloten! De geheimzinnige poging tot ontvoering van den journalist Rene Petit, die zich bijna twee weken geleden in het holst van den nacht heeft afgespeeld, heeft een verrassende ontknooping gehad aldus lezen wij in de Tel. Zooals men zich zal herinneren, werd gemeld, dat de journa list op weg naar huis door een drietal bandieten gedwongen werd in een auto plaats te nemen en vervolgens, onder bedreiging van revolvers, naar het Bois de Boulogne werd gevoerd. Daar sprong, volgens het verhaal van den journalist, plotse ling een band van den auto, met het gevolg, dat hij tijdens een oogenblik van verwarring de bee- nen kon nemen. Op drie plaatsen gewond door de kogels der bandieten, bereikte het slachtoffer met moeite den grooten verkeersweg, waar een automobilist hem aantrof en naar het ziekenhuis vervoerde. Dezer dagen werd hij uit dit zieken huis ontslagen. Het ingestelde onderzoek heeft thans uitgewe zen, dat het indrukwekkende verhaal slechts een fabeltje is geweest. Men zal zich afvragen waar om de heer Petit een dergelijk verhaal heeft op- gedischt. Om de doodeenvoudige reden, dat hij door een sensationeele gebeurtenis de aandacht van zijn vroegere verloofde wilde trekken, die onlangs de relaties met hem had verbroken. Hij dacht het meisje te imponeeren met deze wild west-ontvoering en zoo opnieuw haar genegen heid winnen. De verliefde journalist gaf verder toe, dat hij met behulp van een klein pistooltje zichzelf ver wondingen had toegebracht, waarvoor hij twee weken in het gasthuis moest vertoeven. Het slot is derhalve, dat er geen bandfetefc achter slot en grendel zijn gezet, doch de heer Petit, die om zoo te zeggen de kidnapper is van zichzelf. Of hij intusschen zijn meisje terug he^4 vermeldt de historie niet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 9