Bonnet optimistisch over de
onderhandelingen.
IJMUIDER WASSCHERIJ
Geen onoverkomelijke hinderpalen
in de besprekingen met Rusland.
Maatregelen
te Klad no
verscherpt.
Transpiratie en stukioopen van
Snelliusstraat 39
Italiaansche vloot nam
intensief aan den
Spaanschen
burgeroorlog deel.
SATERDAG 10 J U N I 1939
HAARIE M'S DAGBCAD
5
Accoord met Turkije
op handen.
Bonnet heeft gistermiddag in de
Fransche senaatscommissie van bui-
tenlandsche zaken een uiteenzetting
gegeven van de buitenlandsch-politieke
vraagstukken. Hij verklaarde, dat de
onderhandelingen met Rusland naar
zijn meening niet op onoverkomelijke
hinderpalen zouden stuiten. Ook de
besprekingen met Turkije waren vol
gens hem op den goeden iveg en spoe
dig zou een accoord tot stand moeten
kómen.
Ten aanzien van de Fransch-Spaansche be
trekkingen zeide hij; De Spaansche regeering
moet niet den goeden wil miskennen, waar
mede de Fransche regeering tracht de han
gende vraagstukken tusschen Frankrijk en
Spanje op te lossen. Wij gaan naarstig door
met de uitvoering van de accoorden Bérard-
Jordana en wij zijn vol hoop, dat wij volgens
den inhoud dezer accoorden steeds met Spanje
betrekkingen van goede nabuurschap zullen
onderhouden en met dit land in Marokko die
politiek van loyale en vertrouwde samenwer
king zullen voeren, welke onze betrekkingen
moet kenmerken.
Reeds bij de onderteekening van de Fransch-
Duitsche verklaring van December van het
vorige jaar is vastgesteld dat deze de betrek
kingen van de beide mogendheden met derden
niet aantastte. In het bijzonder de verdragen
welke Frankrijk met Polen en de Sovjet-Unie
heeft. Over de onderhandelingen met Moskou
zeide Bonnet dat van 13 April besprekingen
zijn gevoerd over een plan van bijstand op
basis van gelijkheid en wederkeerigheid.
Sindsdien zijn de besprekingen op wijder ge
bied voortgezet door de regeeringen van
Frankrijk, Engeland en de Sovjet-Unie. Er
bestaan nog eenige moeilijkheden in verband
met de positie van bepaalde staten, doch de
onderhandelingen duren voort en de Fransche
regeering zal geen poging achterwege laten
om tot een goed einde van de besprekingen
te komen.
Hierna kwam Bonnet over de betrekkingen
met Turkije te spreken. Die moesten, volgens
hem, in twee deelen verdeeld worden. Het
eerste betreft de definitieve regeling van de
tusschen Frankrijk en Turkije bestaande
territoriale kwesties, de tweede het verdrag
Verbetering in den Engelschen
handel.
Engeland wenscht Duitschland niet van de
markten te verdringen, verklaart
minister Stanley.
Tijdens de debatten in het Lagerhuis heeft
minister Stanley gisteren gezegd dat de laat
ste maanden een aanzienlijke verbetering is
ingetreden in den Britschen handel, hetgeen
duidelijk blijkt, uit de laatste werkloosheids
cijfers. In vergelijking met 1929 werken
thans in Engeland anderhalf millioen men-
schen meer. Ook het steenkoolverbruik is
aanmerkelijk hooger dan het vorig jaar, ter
wijl de uitvoer van steenkool, na het laatste
half jaar aanzienlijk te zijn verminderd, thans
weer het peil van het eerste kwartaal van
1938 heeft bereikt. De uitvoer naar Japan is
om begrijpelijke redenen verminderd, doch de
vermindering van den uitvoer naar Frankrijk
is zoowel verrassend als teleurstellend. Hier
naar wordt een onderzoek ingesteld.
Minder gunstige cijfers moest de minister
over den scheepsbouw doen. Reeds na de ver
mindering, welke het vorig jaar is gebleken,
heeft de regeering voorstellen tot verbetering
gedaan en zij hoopt, dat spoedig de gevolgen
hiervan merkbaar zullen worden. Tusschen de
aankondiging van de regeering en 19 Mei j.l.
hebben de scheepswerven in Engeland en
Noord-Ierland opdracht gekregen voor het
bouwen van 145 schepen, van in totaal
714.000 ton. Sedert de aankondiging van de
regeering hebben Britsche Scheepseigenaren
geen bestellingen meer buiten Engeland ge
plaatst.
Ook de textiel-industrie, zoo zeide Stanley
verder, toont een verbetering bij het laagte-
punt van het najaar van 1938, hoewel niet
zoo als de „zware industrie". De voorraden,
welke in 1937 zijn gevormd, zijn thans voor
een groot deel geliquideerd.
Een groot deel van de verbetering in het
bedrijfsleven moet worden toegeschreven aan
de herbewapening. Toch wijzen vele teekenen
er op, dat dit deel niet zoo groot is, als som
migen wel veronderstellen. De Britsche in
dustrie voorziet ook in de gewone behoeften
van het volk en op het oogenblik is nog geen
sprake van ontwrichting van de industrie. In
de vier eerste maanden van dit jaar is de na-
deelige handelsbalans in vergelijking met het
vorige jaar met 24.5 millioen pond sterling
verbeterd, hetgeen men niet had verwacht.
De onderhandelingen met Roemenië noemde
Stanley een typisch geval van de Britsche
handelsbetrekkingen met Zuid-Oost-Europa,
welke tengevolge van de Duitsche handels
methoden, gedurende de laatste jaren moeilij
ker zijn geworden. Aan Britsche zijde be
staat geenszins het verlangen een groot in
dustrieland als Duitschland uit te schakelen
op zijn natuurlijke markten in den Balkan.
Het is duidelijk, dat indien men zich in iedere
hoek van de wereld nestelt en Duitschland
overal tracht uit te sluiten, men een politiek
voert, welke tot een ramp moet leiden. Enge
land verlangt geenszins Duitschland te ver
dringen, doch het verlangt zijn eigen eerlijk
aandeel in den handel en het is vastbesloten
dit aandeel te handhaven.
Gedeelte der Fransche reservisten
in het najaar naar huis.
In een brief aan Chichery, den voorzitter van
de radicale fractie, deelt de Fransche premier
Daladier mede, dat hij den datum, waarop de
onder de wapenen geroepen of gehouden „be
schikbare" soldaten naar huis zullen worden
gezonden, bepaald heeft op 1 September, voor
wat de vestingtroepen betreft en 1 October voor
de andere troepen
van wederzijdschen bijstand. Met betrekking
tot de Turksche eischen inzake het Sandzjak
zeide Bonnet: wij achten het gewenscht voor
goed een einde te maken aan een kwestie die
de betrekkingen tusschen twee buren telken
male prikkelde. De sluiting van het verdrag
van wederzijdschen bijstand was zeer binnen
kort te verwachten; de onderhandelingen over
de beide kwesties had men gescheiden ge
houden.
Nog 290.000 Spaansche vluchtelingen
in Frankrijk.
In de Kamercommissie van buitenlandsche
zaken heeft Mistier, de voorzitter dezer com
missie ten aanzien van het vraagstuk der
Spaansche vluchtelingen in Frankrijk mede
gedeeld, dat het aantal dezer vluchtelingen,
dat 500.000 had bedragen, verminderd was tot
290.000 en dat de repatrieering geschiedt in
een tempo van ongeveer 500 per dag.
Dader moet voor
VANAVOND
opgespoord zijn.
Stad overstroomd door
DUITSCHE MILITAIREN.
De maatregelen, welke na den
moord op den Duitschen gendarme
Kniest te Kladno getroffen zijn. zijn
naar het D.N.B. meldt, thans nog in
zooverre verscherpt, dat van 8 uur des
avonds tot vijf uur des morgens
slechts diegenen zich op straat mogen
bevinden, die kunnen aantoonen,
dat zij op weg naar hun werk zijn en
van hun werk komen.
Mocht de dader niet uiterlijk Zater
dagavond acht uur gegrepen zijn,
dan zullen verdere maatregelen
worden genomen.
Ieder, die de moordenaars kent en
hen niet Wil uitleveren, wordt be
dreigd met de doodstraf.
Het politiedistrict Kladno is een geld
boete ten bedrage van 50.000 R.M. opge
legd. De „Oberlandrat" van Kladno heeft in
structie gekregen bij het innen van deze boete
de Tsjechische arbeiders zoo min mogelijk te
belasten.
Voor de opsporing van den dader heeft de
Tsjechische regeering bovendien een beloo
ning ten bedrage van 50.000 kronen uitge
schreven.
De Vrijdag ten uitvoer gelegde sectie op het
lijk van het slachtoffer heeft uitgewezen, dat
Kniest door minstens twee daders is ver
moord. Het lijk vertoont een acht tot negen
m.M. groote, cirkelvormige opening van een
inkomend schot boven de bovenlip. De kogel
had een koperen mantel en was van een kali
ber van 9 m.M. Het schot heeft den onmid-
dellijken dood van den hoofdwachtmeester
tengevolge gehad. Een tweede verwonding is
aan de hand gevonden, waar een kogel bij den
duim in het week gedeelte is binnengedron
gen en aan de rugzijde van de hand weer is
uitgetreden. Deze verwonding is veroorzaakt
door een 6 m.M.-projectiel. De verwondingen
doen veronderstellen, dat Kniest in het ge
heel geen tegenstand heeft kunnen bieden. De
wonden en de schotkanalen wijzen er op, dat
de schoten uit de verste gelost zijn.
Havas meldt nog, dat het 9 m.M. kaliber in
Bohemen en Moravië ongebruikelijk is, aan
gezien het in Tsjecho-Slowakije was verbo
den.
Voorts meldt Havas, dat de leden
van het gemeentebestuur geïnter
neerd zijn. Alle leden der politie van
Kladno zijn in arrest gesteld, nadat
zij Donderdag ontwapend waren. De
Duitsche politie is overgegaan tot
huiszoekingen in de woningen van de
bewoners van het centrum der stad en
bij voormalige communisten in de bui
tenwijken. Driehonderd personen zijn
gearresteerd. Onder de gearresteerden
bevinden zich de personen, die zich in
den nacht, waarin de moord gepleegd
werd. in de cafés bevonden in de om
geving van de plaats waar de moord
gepleegd werd.
De bevolking van Kladno is volkomen ter
neergeslagen. De stad wordt overstroomd met
honderden Duitsche militaire auto's en dui
zenden soldaten in veldtenue. Patrouilles met
de bajonet op het geweer of met mitrailleurs
zetten de straten af. De café's. restaurants en
bioscopen zijn door Duitsche soldaten bezet.
De bevolking wordt slechts toegelaten in de
door soldaten bewaakte straten in de binnen
stad.
Verder wordt gemeld, dat te Ceske Bude-
jovice een Duitsche gendarme tijdens een
relletje door messteken gewond zou zijn. Te
Nachod zou een Duitsche officier in de lucht
hebben moeten schieten om na een soortge
lijk incident de vlucht te kunnen nemen. Te
Zilina in Slowakije is een Duitsche gendarme
bij een vechtpartij in een cabaret ernstig ge
wond.
De lichting van de Thetis".
LONDEN 9 Juni. Na afloop der
conferentie te Birkenhead heeft admi
raal Fraser tegenover de pers verklaard,
dat het weinig waarschijnlijk was dat
een nieuwe poging de „Thetis" weer,
vlot te brengen binnen drie weken zjjy
kunnen worden ondernomen, gezien
aanzienlijke moeilijkheden die ondeWf
vonden zijn, daar het wrak zich op zoo
groote diepte bevindt. (Havas).
huid en voeten. Purolpoeder houdt huid en voeten koel en droog, gezond en gaaf. Strooib. 60 ct.
(Adv. Ingez. Med.)
Posterijen mikpunt der aanslagen
in Engeland.
Bommen in brievenbussen en postpakketten.
Verscheidene ontploffingen in brievenbus
sen of de sorteeringsbureaux zijn gisteravond
naar Reuter meldt, in Londen, Birmingham
en Manchester voorgevallen.
In elk dezer gevallen meent men, dat
springstoffen in den vorm van een bom ge
bruikt zijn. In het postkantoor van West-
Londen deed zich een ontploffing voor in een
postzak. Een man werd daarbij licht gewond.
Een onmiddellijk ingesteld onderzoek leidde
tot de ontdekking van nog vier „bommen"
in postpakketten. Ook in het postkantoor
van Lincoln zijn een aantal enveloppen ont
ploft.
Uit nadere berichten over de ontploffingen
blijkt, dat hier sprake is van een wijdvertak-
ten aanslag der terroristen van het „Iersche
Republikeinsche Leger", op de diensten der
posterijen.
Zoo hebben brieven, welke bommen of
brandbaar materiaal bevatten, en welke per
post verzonden zijn, een postzak in den
expresstrein BirminghamLonden vlam doen
vatten. Een conducteur heeft den smeulen-
den zak uit den trein gegooid. Ook zijn ont
ploffingen teweeggebracht op het sorteerings-
bureau van Leicester. Ruim twintig brandjes
•zijn ontstaan in Londensche brievenbussen,
doch in de meeste gevallen kon het vuur ge-
bluscht worden, alvorens het veel schade had
aangericht.
Evenals bij de vorige aanslagen van de
I. R. A, schijnen de brandjes en ontploffingen
door een zuur teweeggebracht te zijn. Ver
scheidene postbeambten liepen verwondingen
op, hoewel niet van ernstigen aard.
Évenals in vorige gevallen, volgen deze aan
slagen weer op veroordelingen van Ieren
wegens ontploffingen. Te Stirling zijn giste
ren vier mannen veroordeeld, die 't voornemen
hadden ontplofbare stoffen te stelen uit het
kruithuis van Falkirk.
Halifax' iongste rede in het
Hoogerhuis.
Het Reuterbureau deelt ons mede dat tenge
volge van een onduidelijkheid in het stenogram
een onjuistheid is gekomen in de rede, welke
Lord Halifax Donderdag in het Engelsche Hoo
gerhuis heeft uitgesproken.
Gegeven werd, dat de minister zou hebben ge
zegd: niet alle eischen van Duitschland komen
in aanmerking voor een bespreking. Dit moet
zijn: alle Duitsche eischen komen in aanmer
king voor bespreking.
In een deel van onze vorige oplaag is deze rec
tificatie nog aangebracht.
Hak den knoop door.
en stuur Uw wa,sch naar de
IJmuiden - Tel. 4371
(Adv. Ingez. Med.)
Nog geen besluit inzake algemeene
verkiezingen in Engeland.
Chamberlain herhaalt de woorden van
Halifax.
„Ik heb nog geen besluit genomen",
aldus Chamberlain in verband met een
toespeling op de mogelijkheid van alge
meene verkiezingen binnen anderhalf
jaar, welke toespeling gemaakt werd
door den voorzitter van een vergadering
in den kieskring van den premier te
Birmingham.
Sprekende over de buitenlandsche politiek
verklaarde Chamberlain o.a.: teneinde te trach
ten de veiligheid der naties te verzekeren heb
ik twee verschillende richtlijnen gevolgd, welke
echter niet in het minst onvereenigbaar met
elkander zijn. De eerste was te trachten uit. te
vinden wat de mogelijke oorzaken van oorlog
waren en of ik die uit den weg kon ruimen. De
tweede was de kracht van dit land op te bou
wen, zoodat, wanneer het ooit zou komen tot
een bespreking van de voorwaarden eener re
geling, geen land in staat zou zijn ons te dwin
gen, om ten gevolge van onze zwakheid voor
waarden te aanvaarden, die onteerend zouden
zijn of rampspoedig voor onze vitale belangen.
Wat het eerste deel van die tweevoudige poli
tiek betreft moet ik toegeven, dat ik vele teleur
stellingen ondervonden heb en zeer weinig steun
van de landen, met wie ik hoopte tot overeen
stemming te komen. Aan den anderen kant is
de opbouw van onze nationale defensie zóó uit
gebreid en zoo snel geweest, dat ik thans met
vertrouwen kan zeggen, dat geen land. hoe sterk
het ook zij, vermoedelijk een conflict met dit
land zou willen ondernemen.
De geheele wereld weet. dat wij nooit van deze
machtige strijdkrachten gebruik zouden maken
om een niet uitgelokten oorlog te beginnen tegen
iemand anders en ofschoon ik van tijd tot tijd
beweringen van het tegendeel zie, die geuit wor
den voor propagandadoeleinden hoop ik. dat
geen volk door een dergelijke verdraaiing van
de waarheid zal worden misleid Er is echter één
ding en dat is, dat wij weerstand moeten bieden
tegen iedere poging om een overheersching van
de wereld tot stand te brengen door geweld, om
dat er in geval van een dergelijke poging geen
geregelde vrede in Europa kan bestaan.
Zoolang er echter geen dergelijke ambities
worden gevoed, heeft niemand iets te vreezen
van de gewapende macht van Engeland en bo
vendien hebben wij niet dat eerste gedeelte van
onze politiek laten varen.
„Zooals Halifax in het Hoogerhuis
verklaard heeft, zijn wij bereid aan de
ronde tafel de eischen van Duitschland
of ieder ander land te bespreken, mits
er een redelijk vooruitzicht bestaat op
een werkelijke regeling. Wij moeten
slechts het vertrouwen hebben, dat een
dergelijk vooruitzicht bestaat en een
dergelijke regeling moet verkregen wor
den door onderhandelingen en niet door
geweld".
België gaat zijn militaire organisatie
versterken.
Medcdceling van minister Pierlot.
In zijn rede voor de Belgische Kamer heeft
minister-president Pierlot o.a. nog gezegd:
In den loop der laatste jaren heeft België een
groote militaire krachtsinspanning gedaan en de
doelmatigheid van ons verdedigingssysteem, zoo
wel wat de vestingswerken als het veldleger be
treft, werd aanzienlijk vermeerderd. Het land
mag trotsch zijn op deze krachtsinspanning waar
door het uiting geeft aan zijn beslistheid en zich
aan de achting van het buitenland opdringt. An
derzijds bestaat er een grens die inzake bewape
ning, zooveel als overal elders, niet mag worden
overschreden. Er dient rekening gehouden met
de economische krachten van het land, met zijn
financieelen toestand.
Dit alles gezegd en overwogen zijnde, zal ik
openhartig tot u spreken. Ik vraag mij af of. na
al wat wij gedaan hebben, om de verdediging
van ons land te verzekeren, wij genoeg hebben
gedaan.
Wanneer ik de risico's naga, onze actiemidde
len meet en onze krachtsinspanning met deze
van andere landen vergelijk, voel ik het gewicht
onzer verantwoordelijkheid want, in dergelijke
zaken, dient de regeering te waarschuwen, aan
het land al de noodige offers te vragen en deze
te verkrijgen.
Deze kwesties liggen ter studie. U weet met
welke nauwgezetheid de minister van landsver
dediging ze onderzocht en ik ken het verdiende
vertrouwen dat hij bij deze vergadering geniet.
Nu reeds zijn wij besloten geen oogen
blik te verliezen om. in de mate dezer
middelen en in het kader der machten
welke ons door de Kamers werden ge
geven, onze militaire organisatie te ver
sterken.
Een onzer voornaamste bezorgdheden moet
zijn onze dekking zoo doelmatig mogelijk te
maken, ten einde het gevaar dat uit het gebrek
aan diepte van ons grondgebied voortvloeit te
verhelpen en onze mobilisatie tegen elke over
rompeling te beschermen.
Al wat in verband met deze bezorgdheden als
noodig zal worden erkend, zal worden gedaan
en zoo noodig zullen wij u de middelen daartoe
vragen. Ik ben er van overtuigd dat niets van
wat redelijkerwijs mogelijk is ons door de ver
tegenwoordigers der natie zal worden geweigerd.
Sprekende over het nieuwe fort van Sougne
Remouchamps zeide minister Pierlot:
Als ik gewag maak van deze kwestie dan doe
ik het vooral om te antwoorden op een verwijt
dat zoo onrechtvaardig, zoo kwetsend als onbe
zonnen is en dat nochtans in de pers kan wor
den gelezen:
„Indien het fort niet gebouwd is," aarzelt men
niet te schrijven, „dan is het omdat de regee-
ring de huidige of de vorige een pand heeft
willen verschaffen aan een naburig land." En
men gaat zelfs zoo ver zich af te vragen of er
geen verband bestaat tusschen het prijsgeven
althans, tijdelijk van het ontwerp en den ons
door Duitschland gegeven waarborg.
Ik antwoord zoowel namens deze regeering
als namens de vorige regeeringen: Nooit werden
dienomtrent door een vreemde regeering bij een
Belgische regeering stappen gedaan. Die kwes
tie is van louter technischen, louter militairen
aard. Welk ook de beslissing weze, nooit werd zij
beinvloed of zal zij beinvloed worden door over
wegingen van politieken aard.
Engelsclie koning huldigt de
nagedachtenis van George
Washington.
Krans bij het graf van den eersten
Amerikaanschen president.
De koning en de koningin van Engeland
zijn gistermorgen naar het Kapitool gereden
om daar de leden der wetgevende vergadering
te ontmoeten. Hun werden in den Centralen
Hall voorgesteld de senatoren en de leden
van het Huis van Afgevaardigden, die zij elk
de hand drukten.
Na hun vertrek van het Kapitool
gingen de koning en de koningin naar
de marinewerf, waar admiraal Leahy
hen opwachtte. Het gezelschap begaf
zich aan boord van het presidentieele
jacht „Potomac", dat naar Mount- Vernon
uitvoer, waar de koning hulde bewees
aan het grafteeken voor George
Washington. Terwijl de koningin en
Roosevelt toekeken, legde de koning een
krans van witte lelies, irissen en an
jelieren op den marmeren sarcophaag
van den eerste president der Vereenig-
de Staten. Het gezelschap keerde met
de „Potomac" terug naar Washing
ton.
Gisteravond hebben de koning en de ko
ningin een diner aangeboden aan Roosevelt in
de Britsche ambassade.
Overal, waar de Britsche vorsten verschenen,
werden zij toegejuicht door even geestdriftige
menigten als die hen den vorigen dag bij
het Kapitool verwelkomden.
Nadat de vorsten des morgens van het
Kapitool vertrokken waren, verklaarde senator
Pittman. dat de koning uitdrukking had ge
geven aan zijn waardeering voor de alge
meene hoffelijkheid en vriendschap, die hem
en de koninin bewezen werden.
Strang vermoedelijk niet vóór
Maandag naar Moskou.
Ziekte van den Britschen ambassadeur
vertraagt de onderhandelingen.
De diplomatieke medewerker van Reuter te
Londen verneemt, dat Phlpps, de Britsche
ambassadeur te Parijs, en William Strang, de
technische adviseur van Seeds, den Britschen
ambassadeur te Moskou, in verband met de
Britsch-Russische onderhandelingen, beiden
aanwezig zijn geweest in de gistermiddag ge
houden bijeenkomst van de kabinetscommissie
van buitenlandsche zaken, die zich bezig heeft
gehouden met het antwoord op de jongste
Russische nota.
Vernomen wordt, dat Strang wellicht niet
vóór Maandag zal kunnen vertrekken, daar
hij drie weken afwezig is geweest en zich met
het uitgebreide dossier vertrouwd zal moeten
maken, alvorens hij zich aan de onderhan
delingen kan wijden, die in elk geval moeten
wachten tot het herstel van Seeds, die nog
steeds lijdt aan de gevolgen van een griepaan
val.
149 oorlogsschepen
achter Franco.
Vele koopvaardijschepen, een
kruiser en een torpedoboot
tot zinken gebracht.
Het Italiaansche tijdschrift Le Forze Armate
publiceert een belangrijk artikel over de actie
van de Italiaansche marine tijdens den Spaan
schen burgeroorlog, een artikel, waaruit blijkt,
dat ter zee de Italiaansche regeering in nog
sterker mate hulp heeft verleend aan een der
strijdende partijen dan te land. Het artikel be
gint met er op te wijzen, dat het groote publiek
van Italië over deze gebeurtenissen ter zee vrij
wel niet is ingelicht en dat het ook thans niet
mogelijk is anders dan in groote lijnen over de
actie der vloot te berichten.
De eerste opdracht van de marine aldus
lezen wij in de N.R.Ct. bestond in het hulp-
verleenen aan de vluchtelingen van Italiaansche
nationaliteit, welke in de zeehavens aan boord
van Italiaansche schepen gingen. Op 24 Juli 1936
werd te Barcelona deze reddingsactie begonnen.
Zij duurde tot 21 November van dat jaar. Er
werden in totaal 9210 personen in veiligheid ge
bracht onder wie ook verscheidene niet-Italia-
nen.
Toen in Augustus 1936 eenige duizenden re
publikeinsche Spanjaarden er in slaagden te
landen op het eiland Majorca, welk eiland voor
de partij van Franco van het allergrootste be
lang werd geacht, kwam de Italiaansche marine
tusschenbeide, niet alleen door het overbrengen
van troepen en oorlogsmateriaal, doch de Ita
liaansche schepen namen ook actief aan den
strijd deel. Het gelukte Majorca weer geheel
voor Franco terug te winnen en tevens het eiland
Ibiza te bezetten.
Bij die gelegenheid bleek de noodzakelijkheid
van een algeheele reorganisatie der kleine vloot
van Franco. Ook deze taak werd door Italianen
verricht.
Buitengewoon belangrijk was de taak van de
Italiaansche marine bij het vervoeren van Ita
liaansche troepen naar Spanje. Niet alleen
moesten vrachtbooten voor dit vervoer door de
marine worden gehuurd, doch bovendien
moesten de troepenverschepingen door oorlogs
bodems worden beschermd.
Het grootste deel van dit .vervoer valt
in den winter van 1936/'37. Tusschen
half December en half April 1937 wer
den 100.000 soldaten, 4370 vrachtauto's,
40.000 ton oorlogsmateriaal, 750 kanon
nen op 52 booten, welke tezamen 132
reizen volbrachten, naar Spanje ver
voerd. Ter bescherming dezer transpor
ten deden 30 oorlogsschepen dienst
De duikbootoorlog.
Niet minder belangrijk is, wat in het artikel
te lezen is over de actie der Italiaansche onder
zeebooten. Half November 1936 werden voor het
eerst Italiaansche onderzeeërs in den Spaan
schen oorlog gebruikt om den aanvoer van le
vensmiddelen en krijgsbehoeften, bestemd voor
het republikeinsche Spanje te beletten. Deze
duikbootoorlog en vele schepen, die daaraan ten
offer vielen, w.o. ook enkele die de Nederland-
sche vlag voerden, zal men zich nog wel her
inneren.
Behalve de vele koopvaardijschepen,
welke in de Spaansche wateren en in de
omgeving van Sicilië door Italiaansche
duikbooten tot zinken waren gebracht,
gelukte het ook een republikeinschen
kruiser, de Cervantes, te treffen in de
baai van Cartagena en later de torpedo
boot Cheruca.
Het artikel deelt verder mede, dat Italiaan
sche oorlogsschepen ook hebben deelgenomen
aan de beschieting van versterkingen langs de
Spaansche kust.
De slotsom van het artikel luidt, dat de Ita
liaansche marine een buitengewoon belangrijk
aandeel heeft gehad in den oorlog. In het ge
heel hebben 149 Italiaansche oorlogsschepen aan
den strijd deelgenomen. Zooals men weet be
stond de vloot van Franco, wat moderne Spaan
sche schepen betrof, uit slechts twee kruisers
en 8 kleinoro eenheden.
Ontvoering zonder ontvoerders.
„Gekidnapte" thans zelf opgesloten!
De geheimzinnige poging tot ontvoering van
den journalist Rene Petit, die zich bijna twee
weken geleden in het holst van den nacht heeft
afgespeeld, heeft een verrassende ontknooping
gehad aldus lezen wij in de Tel. Zooals men
zich zal herinneren, werd gemeld, dat de journa
list op weg naar huis door een drietal bandieten
gedwongen werd in een auto plaats te nemen en
vervolgens, onder bedreiging van revolvers, naar
het Bois de Boulogne werd gevoerd. Daar sprong,
volgens het verhaal van den journalist, plotse
ling een band van den auto, met het gevolg, dat
hij tijdens een oogenblik van verwarring de bee-
nen kon nemen. Op drie plaatsen gewond door
de kogels der bandieten, bereikte het slachtoffer
met moeite den grooten verkeersweg, waar een
automobilist hem aantrof en naar het ziekenhuis
vervoerde. Dezer dagen werd hij uit dit zieken
huis ontslagen.
Het ingestelde onderzoek heeft thans uitgewe
zen, dat het indrukwekkende verhaal slechts een
fabeltje is geweest. Men zal zich afvragen waar
om de heer Petit een dergelijk verhaal heeft op-
gedischt. Om de doodeenvoudige reden, dat hij
door een sensationeele gebeurtenis de aandacht
van zijn vroegere verloofde wilde trekken, die
onlangs de relaties met hem had verbroken. Hij
dacht het meisje te imponeeren met deze wild
west-ontvoering en zoo opnieuw haar genegen
heid winnen.
De verliefde journalist gaf verder toe, dat hij
met behulp van een klein pistooltje zichzelf ver
wondingen had toegebracht, waarvoor hij twee
weken in het gasthuis moest vertoeven.
Het slot is derhalve, dat er geen bandfetefc
achter slot en grendel zijn gezet, doch de heer
Petit, die om zoo te zeggen de kidnapper is van
zichzelf. Of hij intusschen zijn meisje terug he^4
vermeldt de historie niet.