Vwuwen- MET DE CERLA COUPONS DONDERDAG ÏS JUKT Ï9.T9 HAXREËM'S D'AGBEXD TI Wie is de schuldige ER is een oneerlijkheid je gebeurd onder de kinderen, en hoewel het geen be langrijke dingen betreft, moet het toch uitgezocht worden, want de op voeders kunnen het niet zonder meer laten passeeren. Dus wordt er naar den dader of de daderes gespeurd maar de kinderen weten al wie het gedaan heeft, ten minste dat zeggen zij. Die zal het wel gedaan hebben, veronder stellen zij met een zekere onachtzaamheid, dat is toch zoo'n naar kind. Wij ouderen gaan daar ontsteld op in: „maar daar weet je toch niets zekers van". Nee, dat weten ze ook niet, maar het is vol gens hen toch wel erg waarschijnlijk, want het is immers zoo'n akelig kind. Dat we ze erover onderhouden, dat het niet mooi is om zonder eenigen grond van waarheid een van de kinderen te beschuldigen, alleen omdat het zoo'n naar of vervelend kind is, maakt wel indruk op ze, en we stappen maar gauw van het onderwerp af, terwijl het gezeg de: Wee den wolf die in een kwaad gerucht staat, ons door het hoofd gaat. Hoe vaak gebeurt dat wel, dat er iets mis daan is, een kleinigheid misschien, en dat onze eerste gedachte is: dat zal wel de schuld van die of die zijn, terwijl er verder nog hoe genaamd niets van is gebleken. Zooals mevrouw die een ring miste, daarvan bij zichzelf direct het dienstmeisje beschuldigt en als zij het ding den volgenden dag op een ongewone plaats terugvindt, nog veronder stelt, dat het meisje hem daar uit angst voor ontdekking heeft teruggelegd. Of zooals het dienstmeisje zelf, dat een of ander keukenvoorwerp niet kan vinden, en dat dadelijk een van de kinderen beschuldigt het te hebben weggemaakt, totdat zij bemerkt, dat zij niet goed gezocht heeft. Zoo zijn er velen, die bij de geringste aan leiding, de eerste beste die in hun gedach ten komt, beschuldigen, en dat is dan juist altijd iemand waar zij eens onaangenaam heden mee gehad hebben, of die weieens een streek heeft uitgehaald, of die weieens een jokkentje heeft gezegd, of zoo maar zonder meer iemand die zij niet graag mogen. Dat is niet alleen een gevaarlijke manier van beschuldigen, maar het is ook onrecht vaardig, want men kan nog zoo'n onaange naam karakter hebben, het is toch weer heel iets anders om oneerlijk te zijn. Bij sommigen groeit deze »eiging om maar direct te veronderstellen wie ergens de schuld van heeft, soms uit tot een ziekte: nauwelijks hebben zii gehoord dat er iets gebeurd is, of zij weten ook al zeker, wie er de schuldige van is. En zelfs als er eigenlijk niets gebeurd is. noemen zij toch een schuldige, zooals de men- schen die altijd precies weten, wie hun die verkoudheid bezorgd heeft, of als er ergens om iets gelachen wordt, weten zij heel secuur, dat die man of die vrouw hun heeft uitgelachen en meer van dergelijk fraais. Er kan niets ge beuren in hun kringetje, of het is de schuld van iemand en die iemand wijzen zij dan ook prompt aan. Laten wij bij de opvoeding bedenken dat bij deze menschen dit kwaad vermoedelijk alleen maar begonnen is doordat zij thuis altijd iemand van iets hoorden beschuldigen, of omdat er nooit aanmerking op werd gemaakt, dat zij zelf altijd probeerden een zondebok te vinden. En dat groeit dan uit tot een eeuwig durend zoeken van een „schuldige", ook als er niets te zoeken valt. Dat maakt de conver satie met hen zuur en een prettige omgang onmogelijk. Waarna zij zeker alles en iedereen ervan gaan beschuldigen, dat de wereld hen links laat liggen. Wie altijd schuld bij anderen vindt, wordt een ontevreden mensch, niemand is immers goed genoeg voor hem: en een ontevreden mensch is synoniem met een ongelukkig mensch, E. E. J.—P. Zondag: Nieuwe haring. Bouillon in koppen Asperges met harde eieren en gesmolten boter. Flensjestaart. Maandag: Biefstuk Peulen en wortelen. Bloemkool met kaassaus Rabarber met vanillevla Donderdag: Kalfslapjes Spinazie Drie in de pan Vrijdag: Spinaziesoep met Beschuit met bessensap eierkaas Sla met tomaten Dinsdag: en ei€ren Gebakken lever Gebakken aardappelen Gebakken aardappelen mct kaas Komkommersla zaterdag: Griesmeelpap Gehakt Woensdag: Stoof sla Runderrolletjes Yoghurt ftDeze verpleegster verloor 25 pond overtollig vet «p eenvoudige wijze door 's morgens bij het op- etaan een glas mousseerend Wex te nemen. „Ik was leelijk, opgeblazen, pafferig, bleek en kort ademig." schrijft zij. „Ik nam steeds toe in ge wicht. Ik probeerde alle mogelijke medicijnen met zeer weinig resultaat. Op zekeren dag probeerde ik Wex. Toen ik hiermee door ging. bemerkte ik dat mijn vleesch steviger werd. Ik sliep ook veel beter. Ik ben nu 25 pond lichter geworden en mün gezondheid is zeer vooruitgegaan." Mevr. M. W. Wanneer U Uw slank figuur wilt terugkrijgen, .moet U doen als deze verpleegster. Neem Wex. {het mousseerende zout met druivensapderivaten. Op veilige en aangename wijze vermeerdert Wex de levenskracht, zooals het overtollig vet vermin dert. Alle apothekers en drogisten verkoopen Wex «in handige, apart verpakte hoeveelheden, een doos van 6 stuks voor 40 cent, of een groote flesch voor F 1.20. Hoe we van oud nieuw maken Sterk cape'je voor broertje. Van die onverslijtbare loden regenjassen, die helaas meer en meer uit de mode gaan, maken we een sterk cape'je voor een-kleinen jongen. Zit er van achteren in de jas een split, dan stikken we dat eerst dicht, voor we gaan knip pen. Het cape'je wordt van voren van onder tot boven met knoopsgaten gesloten, terwijl twee reusachtige knoopsgaten (10 a 12 c.M.) ervoor zorgen, dat de handjes gebruikt kunnen worden. Uit den bovenkant van den rug knippen we de twee vierkanten, waaraan naad 1 en 2 dicht- stikt worden. Dit is het steekmutsje, dat rondom de hals op de cape gestikt wordt. ZE KLAGEN OVER HAAR LOT, MAAR HET WERK HEEFT ZE TAAI EN STERK GEMAAKT „Lavoro!" Lavoro!" Het is een prille lentezondag in het bergdorpje in Italiaansch Zwitserland, waar ik voor eenige maanden een huis huurde, Het is een stil dorpje, nog niet ontdekt door vreemdelingen en daarom is er nog geen kloof gekomen in het dorpsleven. Waar veel vreemdelingenverkeer is, krijgt een dorp twee gezichten, één, dat de gasten glimla chend aankijkt en een ander, barscher en harder, dat voor den vreemdeling verborgen blijft, maar waarin het eigenlijke karakter zich zuiver openbaart. Maar in dit kleine bergdorpje ben ik de eenige vreemdeling en het leven van de menschen blijft voor mij niet verborgen. Ik kan het volgen van dag tot dag, want het ligt meer open dan bij ons in Holland. Als ik door het dorp wandelde, zelfs in de kou de dagen, die aan het stralende lenteweer vooraf gingen, stonden veel deuren open en de voorbij ganger kon dan naar binnen kijken en het vlammend haardvuur zien, waaromheen men schen zaten en waarboven een pot hing te prut telen. Men gunt den vreemdeling het kijkje naar binnen. En vaak, als ik door de bergen wandel, ont moet ik vrouwen die haar gerla (de korf, die zij op haar schouders dragen en die onafscheide lijk aan haar leven verbonden is), even neerzet ten om van haar last uit te rusten, en die dan de gelegenheid te baat nemen, even haar hart uit te storten over de lasten en moeiten van het leven. Toen ik aanvankelijk zoo goed als niets ver stond van den inhoud dier klaagzangen, werden ze toch even goed gehouden als nu, nu ik er iets meer van opvang dan een vaag vermoeden van de beteekenis dier woorden. (Adv, ingez. Med.) Ze spreken graag over haar leven, de vrouwen met. de gerla. Ze zijn als kinderen, die zonder in leiding. spontaan meedeelen, wat er in hun we reldje voor belangrijks geschiedde. Als ik het groote ronde brood haal bij den bakker, die even veel hammen als brooden verkoopt, laat de vrouw me niet gaan, voordat ze alles verteld heeft, wat ze dien dag deed. Dan spreekt ze over haar varken en ze wijst hoe dik dat al is somt de geiten en koeien op, die ze bezit. En altijd eindigt ze haar relaas met den uitroep: „Lavoro- lavoro!" „Werk, werk!" Nu, op een mooien Zondag, nu ik voor 't eerst buiten zit, op het plaatsje voor mijn huis, ko men telkens weer vrouwen een praatje maken. Ze zitten op het trapje, dat het plaatsje met de straat verbindt en ze vertellen brokstukken uit haar leven. Ze vervelen zich op Zondag. De dag is te lang voor haar, nu ze niet mogen werken. Wel gaan ze 's morgens naar de mis en 's avonds weer ter kerke, wel moeten de geiten, die in het wild loopen, naar huis gehaald en gemolken wor den. Wel hebben de koeien, die nog in de stallen staan, verzorging noodig, zoodat ook op Zondag de gerla op de schouders wordt genomen om vrachten hooi te vervoeren. Wel moet het open vuur gestookt worden voor de vijf maaltijden, die hier in zwang zijn en waarvan er drie be staan uit kommen koffie, waaruit brokken ge sopt brood met een eetlepel worden opgeschept, wel is er de zorg voor de kinderen, maar dit werk is alles zoo nietig vergeleken bij de dag- .aak, die anders wacht. Er zijn vele uren, waarin niets wordt gedaan. En de vrouwen zijn hier niet gewend, zooals elders, in de ledige uren van de feestdagen een handwerk te nemen* Zij laten haar handen in de schoot rusten, als er niet een directe prikkel is tot werk Er zijn twee oorzaken, waardoor de vrouwen in deze streken gedoemd zijn met haar gerla's de lastdieren van de bergen te zijn. In de eerste plaats emigreerden de mannen veel. Nu is, door de moeilijke economische om standigheden daar eenige verandering in geko men. Maar bijna elke man is wel een tijdlang weg geweest, als schilder of schoorsteenveger of in het hotelbedrijf. Hij was meest weg in de zomermaanden, als het landbedrijf het drukst was en dan stond de vrouw voor al de lasten ran de zorg voor land en vee, huis en gezin. Ongelooflijk, wat zij daarbij had te presteeren! En nu de" man weer thuis is, blijft nog de groot ste last, ook in letterlijken zin, op haar schou ders drukken. Bij regenweer en koude zitten overal de mannen rond den haard en koken de pot, de „minnestra", de groentesoep of het volks gerecht „polenta", uit goudgeel maismeel toe bereid. En de vrouwen werken in de stallen en verzorgen het vee. Wie spreekt nu nog van het zwakke geslacht? Wie zegt, dat de vrouw van nature aangewezen is op het huiswerk? De le vensgewoonten van deze streek hebben de rol len omgedraaid en tocli bleef de vrouw vrouw. Toch baart zij haar kinderen en toch houdt zij vurig van ze, ook al kan zij ze even vurig uitschelden of afranselen! In de eerste plaats dus door de veelvuldige afwezigheid van de mannen in het drukke sei zoen, maar in de tweede plaats door het ver spreid liggen van de werkgebieden is de vrouw als lastdraagster in deze streken onontbeerlijk. De terreinen liggen her en der verspreid, deels doordat de bodem wispelturig is met het uitreiken van zijn vruchtbaar land, deels om dat. de menschen op een vreemde, oneconomi sche wijze bij erfenis het land steeds verder ver snipperden. Alles wat naar het land toe moet en wat van het land komt, moet op de ruggen der vrouwen worden gedragen. Vandaar dat het lijkt, alsof ze den heelen dag met haar gerla's wandelen. Soms verrijst daaruit een vracht, hooi, die tweemaal zoo hoog is als de draagster. Onder die vracht bewegen de voeten zich als kleine machines. Dit hooi moet naar de stallen, die buiten het dorp liggen en waar de koeien nog gevoederdmoeten worden en waar ze moeten staan op een dek van bladeren, dat de vrouwen in de bosschen bijeen harken en ook alweer in haar gerla's vervoeren. En dan komt later de hooioogst en nog later het fruit, dat veelvuldig maar miezerig klein groeit aan de talrijke vrucht boomen, die aan de genade der natuur worden overgelaten. Geen wonder dat de vrouwen met de gerla's geen tijd hebben om zich te verdiepen in de fruitteelt. Maar voor den vreemdeling is het byna onbegrijpelijk, dat er nog streken zijn, waar de vruchtboonen in 't geheel niet verzorgd worden en waar de oogst daardoor uit veel arm zalige appeltjes bestaat Och ja, er moet zoo veel onverzorgd blijven, daar de vrouwen met de gerla's te veel te doen hebben en mis schien ook, daar ze het leven verder niet zoo zwaar opvatten „Lasciare" laat maar gaan dat is het devies van deze streek. Zijn ze gelukkig of ongelukkig, deze vrouwen met de gerla's? Wie vermag haar leven te pei len? Ze zijn primitief en ze zullen de vreugden en droefenis kennen, die bij het primitieve le ven behooren. Ze vinden haar ontspanning door de praatjes met de buren, verder is haar leven een tredmolen en de gang van het werk is zwaar en laat niet veel speling over. Maar ze hebben nog het geluk van degenen, die zich niet bewust zijn van haar lot, ze ver gelijken niet, ze wegen niet, ze leven. En daar door zijn ze sterk en gaaf,, gezonder naar li chaam en ziel dan de meer ontwikkelde vrou wen, die vaak een cultus maken van haar wo ning, haar kinderen en zichzelf! HERMIEN VAN DER HEIDE. MODE-TIPS f van „Favoriet" DEZE WEEK Speciale Aanbieding van een partij Maten geschikt voor KINDER JURKEN, BLOUSES en JAPONNEN. COUPON A 25 ct. COUPON B 50 ct. COUPON C 95 ct. Bij dezen couponverkoop ontvangt U al bij aankoop van ƒ1.50 GRATIS een Knippatroon naar maat. UW STOFFENHUIS BARTELJORISSTRAAT 27. TELEF. 11770 Plastron Weet u dat u van eenige restanten wol een aardig plaston kunt breiden, bij elke short te dragen? Het voorbeeld is een combinatie van grijs blauw (hoofdkleur), donkerblauw, wit en geel. maar men kan dit natuurlijk op alle mogelijke manieren varieeren. Het patroon van het voorbeeld is: twee toeren donkerblauw, twen toeren grijsblauw, twee toeren wit, tien toe ren grijsblauw, twee toeren geel, tien toeren grijsblauw. Dit herhalen we nog een keer en dan na den derden keer geel alleen nog 4 pennen recht. Ook dit patroon is op alle manieren te veranderen. We breien met dunne wol op pennen no. 2, en zetten voor den boord 126 st. op. We breien 1 r. verdraaid. 1 a. Hiervan 16 toeren en in den eerst volgenden toer, die we gewoon recht met donkerblauw breien, minderen we 20 st. dus om de 6 st. twee st. tezamen. Het verdere patroon wordt gebreid; een pen recht, een pen averecht. Boven den boord gaan we langs den zijkant afminderen, en wel bij de eerste 10 toeren bij elke pen voor en achter twee st. tezamen, en bij de volgende .36 toeren om de pen voor en achter twee st. Tezamen. Er blijven nu 50 st. over waarin niet meer geminderd wordt, maar waarmee we doorbreien tot we 74 toeren hebben. Nu breien we nog 4 pennen recht met wit en kanten daarna stevig af. We breien nu een bies van 16 st. van grijs blauw telkens recht- en 180 ribbels lang. Daarna nog twee reepen ook van 16 st., maar 20 rib bels lang. De laatste twee stukken loopen pun tig uit, door na die 20 ribbels om de pen voor en achter twee st. tezamen te breien, tot we 4 st. over hebben, dan afkanten. De twee laatste gebreide stukken worden links en rechts aan den boord genaaid en de lange bies langs de zijkanten, zoodat die om den hals door loopt. Van de kleur waarvan we nu nog de meeste wol hebben draaien we twee dikke koorden, die we links en rechts bevestigen. Het breiwerk wordt onder een vochtigen doek gestreken. SP.—TH. De „hoofddoek-hoed" heeft den laatsten tijd veel opgang gemaakt en wordt vooral veel gedragen als het stevig waait. Tips voor de zuinige huisvrouw De „Slichting voor Huishoudelijke voorlich ting ten Plattelande" een zeer nuttige instelling, die zich beijvert, goeden raad te geven aan huis vrouwen. die meest in kleine dorpen of heele- maal buiten uit een zuinige beurs moeten huishouden, zendt ons de volgende nuttige wen ken, waarmede onze lezeressen stellig haar voor deel kunnen doen: Rabarber en stamppot. Kookt U ook al geregeld stamppot? Zoo gauw U kunt moet u weer veel spinazie, sla, andijvie e.d. groenten gaan gebruiken. U weet, dat vooral de kinderen ze na de lange wintermaanden weer hard noodig hebben. Heeft U ook rabarber in den tuin? Misschien vindt U hem te duur aan sui ker. Suiker kunt u uitsparen voor een gedeelte als u de rabarber opzet met wat water en het moes later bindt met aardappelmeel. Ook kunt u zoodra de rabarber kookt een mespunt zuive- ringzoul toevoegen. Hierdoor wordt het zuur ge bonden. Ook scheelt het, als U de suiker pas toevoegt als de rabarber al is afgekoeld. Geeft u hem de kinderen ook wel eens zoo op de boter ham gesmeerd? Het is nog lekkerder dan jam en de boterham glijdt eens zoo goed naar binnen. Kookt u wel eens rabarberstamppot? Probeert u het eens als volgt: Zet ongeveer 1 kg. aardap pels op met een bodempje water. Leg hierop de stukjes rabarber zoodra de aardappels flink door koken. U heeft ongeveer 1 kg. rabarber noodig. Giet er zoodra alles gaar is een flinke scheut melk door en als u het heeft wat vleeschjus, voeg een paar lepels suiker toe en zout naar smaak en maak de stamppot af met wat vet ofwel vet en een klontje boter. 'n Degelijke vatenkwast. Als de vatenkwast versleten is, moet U eens het volgende probeeren: Haak van katoenen ga ren no. 8 een boord van ruim een halven meter lang van heele losse steken (kettingsteek). Hier op een toer gaatjes van een stokje, een losse, een stokje, een losse enz. Hierop de laatste toer: een vaste, 40 losse, een vaste, 40 losse enz. Wil men een groote vatenkwast hebben, dan neemt men om te beginnen een meter kettingsteek, en haakt bij de laatste toer 50 a 60 steken tusschen dc vaste. Met zoo'n kwast kunt U het afwaschwater altijd kokend heet nemen. Wees zuinig op het afwaschmateriaal door pannen, die in het vuur hebben gestaan eerst af te wrijven met een krant. Als er iets is aangebrand of aangezet, ga dan niet in de pan krabben en schuren, maar week het korstje in sodawater, waarmee U de pan het beste achter op de kachel kunt zetten Dit is beter voor de pannen en bespaart u werk en tijd. Oud fluweel. kunt u weer „als nieuw" maken door het bloot te stellen aan stoom. Vul een keteltje met kokend water en houd de lap een tijdje in den wasem. Rookcrige kamers. zijn een last voor de huisvrouw. Is er visite ge weest en hebben de mannen stevig gedampt, dan kan zij de rookerïge atmosfeer wegkrijgen door een paar kaarsen aan te steken. De vlam zuigt de rook op. Strepen op de ruiten? Als u de ruiten gezeemd hebt. blijven ze soms erg streperig. In dit geval moet u ze even nawrijven met een schoonen doek, waarop wat poederkrijt. Ze wor den dan in een oogwenk prachtig! GOEDKOOP EN TOCH SMAKELIJK! Eenige wenken bij het inkoopen van levensmiddelen. In een tijd, dat iedereen zuinig moet zijn. is het zeker noodig dat men zich rekenschap geeft wat men voor het geld. dat uitgegeven kan worden voor onze voeding krijgt. Ook wil men graag waar voor zijn geld hebben. Het is inderdaad wel mogelijk om met weinig, geld toch goede maaltijden op tafel te brengen. Men moet dan echter de waren die men in koopt naar hun waarde kunnen beoordeelen. Er zijn levensmiddelen, die duur zijn, en wei- nog waarde hebben, die dikwijls overschat worden door het publiek. Wil men goed en zuinig de dagclijksche le vensmiddelen inkoopen, dan moot. men het volgende in acht nemen: Let bij het koopen op. dat men u niets in de handen stopt. Koop levensmiddelen, die overvloedig aan de markt zijn. Koop de groente, die het seizoen oplevert, de prijs van deze soorten verschilt veel met de dure kasgroente. Let op. of wat ge koopt, voldoet aan de eischen van deugdelijkheid, of het versch is, niet verontreinigd, niet stoffig. Koop niet teveel tegelijk in, zeker niet van spijzen, die gauw kunnen bederven. Maak alleen gebruik van „koopjes" als wer kelijk alle aangeboden artikelen voor het ge zin waarde hebben. Doe wanneer ge eon ge schikte bergruimte hebt. aardappelen e.d. op, anders in geen geval, daar de kans op beder ven dan groot is. Houd rekening met het gezin, waar ge voor in moet koopen. maar zorg voor een af wisselende voeding. Kunt U lachen? Een overpeinzing bij 't naderen van de vacantie. Er is lachen en lachen 't. Heerlijkste lachen is dat. wat ln dc va cantie gehoord wordt. Dat is een soort ge nezing: het heeft een schijnbaar oppervlak kige en toch diepe klank. Menschen. die voor een poosje hun inge spannen arbeid hebben stopgezet, lachen niet alleen om alles wat maar eenigszins op een grapje lijkt, maar ook „zoomaar", schijnbaar zonder de geringste aanleiding. Het genezende laat zich niet herleiden tot een bepaalde oor zaak. Het is eigenlijk meer een diep adem halen van de ziel, een eenvoudige voldoening, waarvan men zich geen rekenschap geeft. Ge lukkig hij of zij. die dit lachen nog niet ver leerd heeft! De vacantie moet er vol van zijn anders is 't geen échte vacantie. Deze lach hangt in iederen boom. ligt in het kabbelende water van de beek, wuift over de gouden korenvelden, springt langs stoffige wegen, speelt om den mond van menschen, die we tegenkomen, rust in het hooge gras, plukt bloemen, loopt opeens weg en komt weer te rug. heeft lief en verlangt enbeslist over winst of verlies van onze vacantie. Die lach regelt en verfrischt onze levenskracht. Een mensch, die het genezende lachen te rugvindt, lééft weer na tijden van alleen maar-werken. En een mensch, die zijn best doet om uit te rusten maar aan dit lachen geen deel neemt, moet lange omwegen maken door bloeiende weiden, door schaduwrijke bosschen. moet misschien bergen beklimmen in verre landen en fcich doodmoe maken, vóór hij het vindt. Kent u de eenzame wandelingen, waarin men moeizaam zijn eigen ik meesleept, tot datmen opeens zijn omgeving, de schoon heid van het omringende landschap ziet? Dan volgt het bevrijdende gevoel van ontspan ning en het breekt zich baan in den lach der genezing. Ik wensch u toe, dat u allemaal in uw va cantie dit lachen vindt of terugvindt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 11