Qewifziqde dim
Instantine
Azlfyt
vïmm
aangenomen.
Vrijdag interpellatie over aftreden mr. de Wilde.
Zes maanden
Holzmann was gevaarlijk
voor de openbare orde.
oomiLzur.
DONDERDAG 15 JUNI 1939
H A A R E E M'S DAGBEAD
3
TWEEDE KAMER
MACHTICING TOT 1942
BEPERKT.
DEN HAAG, Woensdag.
Bij den aanvang der vergadering viel z.h.s.
overeenkomstig het voorstel van den President
het besluit a.s. Vrijdag de interpellatie-Wijn-
koop te houden over het heengaan van Mr.
de Wilde als Minister van Financiën en over
de gevolgen daarvan niet over het toe
komstig beleid van het kabinet, voor zoover
dat hieromtrent zelf niet reeds een en ander
heeft kenbaar gemaakt. De Minister-President
had den Kamervoorzitter meegedeeld zelf
niet eigener beweging met een verklaring
voor den dag te zullen komen. De aanvan
kelijke verwachting was, dat men het debat
over Oss aan de communistische interpellatie
vooraf zou laten gaan. Waarom de President
de zaken thans omdraaide, blijft voorshands
een raadsel.
Minister van Dijk.
Bij de voortzetting van het debat over de
wijziging der dienstplichtwet bepleitte Ds.
Zandt (St. Ger.) vergrooting van het con
tingent en verkorting van den diensttijd,-
denkbeeld dat wegens de gelijkmatige ver
deeling van de persoonlijke offers ook den
communist Wijnkoop, die voorts eenige
internationaal-politieke beschouwingen ten
beste gaf, zou toelachen. Wegens de sociale
bezwaren voor hem aan het wetsontwerp ver
bonden zal deze afgevaardigde tegenstem
men.
Nadat de heer B a j e 11 o (R.K.) o.m. ver
klaard had met het voorstel der Regeering
nagenoeg geheel te kunnen instemmen ont
wikkelde de heer v. Houten (Chr. Dein.)
zijn princiipieele bezwaren waarop de heer
Amelink (A.-R.) zeide het Regeeringsvoor-
stel op afbetaling te aanvaarden, in afwach
ting van een meer permanente kust- en grens
bewaking.
De Minister van De f e n s i e stelde
voorop, dat onze zelfstandigheidspolitiek met
zich meebrengt, dat de Regeering op dit
oogenblik geen keuze moet of hoeft te doen
uit de internationale politieke groepeeringen.
Verhooging van de vredessterkte is noodig
voor de grens en kustbeveiliging, wil men niet
wat sociaal zeer bezwaarlijk was, gedeeltelijke
mobilisatie moeten afkondigen. Van de ge
vraagde machtiging zal alleen in buitenge
wone spanningen gebruik worden gemaakt.
De voorgestelde maatregel, langer in
dienst houden zal eerder kunnen genomen
en ook weer ongedaan gemaakt dan een
mobilisatie, al kan natuurlijk voordien nog
in bijzondere spanning tot extra-oproeping
worden overgegaan. Aldus de Minister, die
vervolgens uiteenzette welke bezwaren het op
roepen van de jonge lichtingen hadden tegen
gehouden.
Bij verlenging van den eersten oefentijd
kan men den maatregel toepassen als 't noodig
is, doch bij vergrooting van het contingent,
wat ook veel hoogere kosten zou veroorzaken,
zit men er steeds aan vast. Voorts kan langere
oefentijd eerder toegepast worden dan con
tingentsuitbreiding, waaraan o.m. ook het
bezwaar verbonden zou zijn, dat men voor
kazerneering, kader enz. veel meer zou moeten
uitgeven.
Spr. gaf toe, dat aan versterking van het
contingent ook voordeel en verbonden zouden
zijn, maar bij het afwegen van een en ander,
verdiende het nu gekozen stelsel, dat nog het
minst kostbaar is. toch de voorkeur.
De oplossing Ruys de Beerenbrouck, ver
hooging van het contingent en daarenboven
de mogelijkheid den eersten oefentijd tot 17
a 18 maanden te verlengen, heeft wel wat
aanlokkelijks. Als men er rekening mee
houdt, dat er jaarlijks 80.000 man den dienst
plichtigen leeftijd bereiken en dat 30 pet.
wordt afgekeurd (al 10 pet. minder dan vroe
ger) terwijl bovendien ook nog Tn flink aantal
vrijstellingen wegens kostwinnerschap wordt
verleend, zou de contingentsterkte slechts
door hieraan een einde te maken op 50.000
man gebracht kunnen worden. En dat zou dan
de jaarlijksche uitgaven met 16V2 millioen
doen stijgen en de directe uitgaven op 61 mil
lioen brengen, bij 'n- eersten oefentijd van 11
maanden.
De gewenschte verbetering van onze grens-
en kustbeveiliging kan goedkooper bereikt
worden door het nu voorgestelde systeem.
Aldus de kern van het betoog van den Minis
ter, die nog eens verklaarde, dat de duur van
het langer onder de wapenen blijven (tot een
maximum van 2 jaar) zal afhangen van de
omstandigheden waarom en waaronder men
van de machtiging dezer wet gebruik zal ma
ken. Strategisch en tactisch is het beter
dit aan het adres van den heer Duymaer v.
Twist de garnizoenen niet al te dicht bij de
grens te leggen.
Beperking van den geldigheidsduur der wet
telijke regeling acht minister v. Dijk onge-
wenscht, want niemand kan omtrent dien
duur iets voorspellen en noodig is het even
min.
Wat het kanaal Almen—Pannerden aangaat,
het is wel 'n defensiebelang doch de kanalisatie
Van den IJsei verdient o.m, om economische
redenen de voorkeur.
Ten aanzien van het openhouden van be
trekkingen voor hen die (langer) onder dienst
moeten, hooren de werkgevers het mogelijke
te doen; overigens zal de Minister nog eens
laten nagaan of met 't oog hierop een goede
wettelijke regeling nuttig en bereikbaar zou
zijn.
De Minister verklaarde gegronde verwach
ting te hebben dat de verdere procedure van
vervanging vlot zal gaan; nu is het getal ver
vangers reeds 4200 geworden, terwijl dit eenige
dagen geleden nog 2500 was.
Over de kwestie van aanwijzing van werk-
looze dienstplichtigen ter vervanging van men-
schen. die onder dienst zijn en wel 'n positie
in het arbeidsproces innemen, zei de Minister,
dat die werkioozen door zulk 'n aanwijzing er
toch niet minder op worden; uit praktische
overweging valt z.i. voor den getroffen maat
regel alles te zeggen. Merkwaardig is wel. aat
op eenmaal velen op 't oogenblik van de aan
wijzing niet meer werkloos bleken of heetten
te zijn. Aan 't slot zijner rede zette Minister
v. Dijk nog eens uiteen waarom z.i. luchtver
dediging van bepaalde objecten met behulp
van particuliere vrijwillige bijdragen wel dege
lijk toelaatbaar is. Bij de replieken bestreed
Ir. Albarda (s.d.) deze stelling wederom en
diende een motie in, om de Kamer te doen
uitspreken, dat het de taak van het Rijk is zich
met deze defensie-zorg te belasten en om te
beslissen of en voor welke objecten speciale
luchtverdedigingsmaatregelen noodig zijn.
Mr. Wendelaar (lib.) gaf nog eens te
kennen, dat het kanaal AlmenPannerden
de belangrijkste grendel in ons nieuwe de
fensiesysteem zou zijn.
Mr. Jo ekes (V.D.) toonde zich huiverig
vóór de motie-Albarda te stemmen, al deelde
hij verschillende der bezwaren door den S.D.
woordvoerder gekoesterd t.a.v. de bemoeiing
door particulieren met de verzorging van
luchtbescherming van bepaalde objecten.
Na verwerping van de motie-Albarda met
2544 (alleen de socialisten, de communisten,
de nat.-socialisten en twee rechtsche afge
vaardigden stemden vóór), kwam het amen-
dement-Albarda aan de orde dat beoogde de
machtiging, welke deze wet bevat om den
eersten oefentijd eventueel tot twee jaar te
verlengen, slechts tot 1 Januari 1942 te laten
duren. M.a.w. de S.D.-fractieleider wilde deze
wet niet langer dan tot dien datum van
kracht doen zijn.
De heer Schilthuis (V.D.) voelde wel
voor dit denkbeeld. De termijn van den wer
kingsduur kwam hem echter te kort voor.
Daarom opperde hij den datum van 1 Ja
nuari 1944 te nemen, een tijdstip waarop het
tegenwoordige contingent ook weer kleiner zal
worden, behalve wijziging, vóór dien, der be
treffende wetsbepaling.
De heer Duymaer v. Twist (A.R.)
daarentegen vond zulks reeds in beginsel ver
keerd, terwijl minister v. D ij k het amende
ment ook niet kon aanbevelen. Hij achtte het
bedenkelijk nu al uit te spreken, dat waar
schijnlijk binnen enkele jaren de thans ont
worpen machtiging niet meer noodig zou zijn.
Nadat Ir. Albarda op het denkbeeld-
Schilthuis was ingegaan, nam de Kamer het
amendement met 3832 aan: de Katholieken,
een aantal anti-revolutionairen, enkele Chris-
telijk-historischen, alsmede de Chr. Gere
formeerden stemden tegen, waarna het heele
ontwerper z.h.st. doorging met aanteekening
van het tegen der communisten, nat.-socialis-
ten alsmede van de soc.-democraten, mevr. de
Vries-Bruins, en Ir. Vos.
E. v. R.
Schout-bij-nacht Helfricli
commandant der Indische marine.
Als opvolger van vice-admiraal Ferwerda.
Bij K.B. is de vice-admiraal H. Ferwerda eer
vol ontheven van de betrekking van comman
dant der zeemacht en hoofd van het departe
ment der Marine in Nederlandsch-Indië met
den datum, waarop hij die aan zijn opvolger
zal overdragen, zulks onder dankbetuiging
voor de door hem in die betrekking bewezen
diensten.
Bfj hetzelfde K.B. is de betrekking van com
mandant der zeemacht en hoofd van het de
partement der Marine in Nederlandsch-Indië
opgedragen aan den schout-bij-nacht C. E. L.
Helfrich, met ingang van den datum waarop
hij die van zijn voorganger zal overnemen.
De nieuw benoemde commandant der Zee
macht en hoofd van het departement der Ma
rine in Nederlandsch rndië. schout-bij-nacht
C. E. L. Helfrich, werd op 11 October 1886 te
Semarang geboren. Hij ving zijn opleiding bij
het Kon. Instituut voor de Marine te Willems
oord in 1903 aan. In 1922 werd hij leerling van
de Hoogere Marine Krijgsschool te 's-Graven-
hage, bij welke instelling hij van 1924 tot 1927
als leeraar fungeerde.
In dat jaar werd de heer Helfrich geplaatst
als commandant bij den aanbouw van den
torpedo-jager H.Ms. ..Piet Hein", met welk
vaartuig hij in 1928 als commandant naar In-
dië vertrok. Hij diende daar als jager-comman
dant bij het eskader op de toenmalige nieuwe
jagers.
In 1929 werd hij benoemd tot sous-chef van
den Marinestaf te Batavia. In 1930 volgde zijn
benoeming tot kapitein-luitenant ter zee.
waarna hij in de jaren 1932 en 1933 de functie
van chef van den Marinestaf te Batavia ver
vulde.
In 1933 keerde de heer Helfrich naar Neder
land terug, waar hij benoemd werd tot lid van
de commissie Idenburg.
Op 1 September 1938 werd de heer Helfrich
bevorderd tot schout-bij-nacht.
Kweekelingen met acte op de
Amsterdamsche scholen.
Nadat bij het hoofdstedelijk onderwijs se
dert de invoering van de mogelijkheid tot het
toelaten van kweekelingen mei acte tot de
openbare lagere scholen geen gebruik is ge
maakt van deze mogelijkheid, heeft de ge
meenteraad van Amsterdam Woensdagmid
dag een voordracht van B. en W. goedge
keurd. om ook op de Amsterdamsche open
bare lagere scholen kweekelingen met acte als
leerkrachten toe te laten.
Hel moderne pijnstillende middel
't is van Say ei
(Adv. ingez. Med.)
tegen vrachtauto-chauffeur
geëischt.
Omdat zijn wagen in botsing
kwam met een autobus.
Op 11 October van het vorig jaar heeft op
den grooten verkeersweg RotterdamDen
Haag. onder de gemeente Pijnacker, een aan
rijding plaats gehad tusschen een uit de rich
ting Rotterdam komende vrachtauto en een
van den anderen kant komende autobus. De
botsing was zóó hevig, dat de zijwand van
de autobus werd opengescheurd en twee in
zittenden gedood en verscheidene anderen
gewond werden. De bestuurder van de vracht
auto, een chauffeur uit Haarlem, heeft wegens
het veroorzaken van dood door schuld voor
de Haagsche rechtbank terecht gestaan, doch
is deswege vrijgesproken.
De officier teekende hooger beroep aan en
de chauffeur moest zich Woensdag voor het
Haagsche Gerechtshof verantwoorden.
Uit het verhoor ter terechtzitting bleek,
dat verdachte met zijn zwaren vrachtwagen
met aanhanger plotseling moest uitwijken
voor een half op den weg geparkeerd staande
personen-auto.
Een autobus n.l., die van Rotterdam naar
Den Haag reed, kwam op de bewuste plek
zonder benzine te staan. De chauffeur hield
een personenauto aan, die vóór de bus, niet
heelemaal op het voor parkeeren bestemde
gedeelte, stopte.
Wel voerde deze een achterlicht, doch niet
onmogelijk was, dat door het heen en weer
geloop van menschen, het schijnsel daarvan
verduisterd werd.
Met een zwaai had verdachte den grooten
wagen naar links getrokken met het noodlot
tig gevolg, dat hij tegen de van tegenover
gestelde richting komende bus opreed.
De advocaat-generaal zeide In zijn requisi
toir. dat de man, die zijn auto half op den
verkeersweg heeft geparkeerd, wel een ernstige
fout heeft gemaakt, doch dat dit verdachte
niet van schuld vrij maakt.
De stilstaande autobus met volop licht had
hem voldoende waarschuwing moeten zijn om
niet rakelings te passeeren. Voorts blijkt uit
het getuigen-verhoor geenszins, dat het roode
achterlicht van de geparkeerde personen
auto niet zichtbaar was. Maar zelfs al was dit
achterlicht niet zichtbaar, dan nog is ver
dachte schuldig. Van chauffeurs van groote
vrachtwagens wordt de allergrootste voor
zichtigheid en voorzorg verlangd, omdat een
enkele nalatigheid de vreeselijkste gevolgen
zooals hier b.v. kan hebben.
Spreker vorderde in verband hiermede ver
nietiging van het vrijsprekend vonnis van de
rechtbank èn veroordeeling van verdachte
tot zes maanden hechtenisstraf met één jaar
ontzegging van de bevoegdheid om motorrij
tuigen te besturen.
De verdediger, mr. Ybes te Amsterdam,
meende, dat het achterlicht van de gepar
keerde auto zeer goed verduisterd kan zijn
geweest, zoodat verdachte deze auto plot
seling' heeft opgemerkt, waardoor hij met
een bruuske beweging zijn stuur heeft om
gegooid met het bekende noodlottige gevolg.
De hel verlichte autobus, als waarschuwing
bedoeld, heeft verdachte eerder verblind dan
opmerkzaam gemaakt op de daarvoor gepar
keerde auto.
Pleiter concludeerde ten slotte tot vrij
spraak.
Uitspraak 28 Juni.
BOND VAN VEREENIG IN G EN VAN HUIS
EIGENAREN ADRESSEEREN AAN DE
TWEEDE KAMER.
AMSTERDAM. 14 Juni. Het hoofdbestuur
van den Bond van Vereenigingen van Huis
eigenaren heeft zich in een adres, in zake
het ontwerp van wet belastingherziening
1939, tot de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal gewend.
Adressant is van meening. dat het aanhan
gig gemaakte wetsvoorstel, indien het aange
nomen mocht worden, den huiseigenaarsstand
in een belangrijk ongunstiger positie zou bren
gen en zou leiden tot een economische bena
deeling van de in particuliere woning-exploi
tatie belegde milliarden volksvermogen. Hij
acht vervanging van de voorgestelde heffing
van een huurbelasting bij de bron door een
winstbelasting van de netto-opbrengst der
woningexploitatie per kalenderjaar, ook voor
den zoogenaamde belegger in onroerend goed,
noodzakelijk.
Uitspraken van de Rechtbank
OPLICHTING
Een 38-jarige krantenbezorger uit Zandvoort
had op een advertentie geschreven waarin een
incasseerder werd gevraagd. Hij ontving daarna
bezoek van een 27-iarïgen verzekeringsagent, die
hem zou aanstellen als sub-agent van een levens
verzekering maatschappij tegen borgstelling van
f 50. Deze Maatschappij zou nu echter reeds niet
meer met den agent in verbinding hebben ge
staan. Bovendien had hij zijn rijbewijs onrecht
matig verlengd.
De officier had 14 dagen geleden acht maan
den tegen den verzekeringsagent geëischt,
waarvan 4 maanden voorwaardelijk.
Mr. Simons vroeg ontslag van rechtsvervolging
Door de Rechtbank werd verdachte tot 6 maan
den veroordeeld waarvan drie maanden voor
waardelijk.
RUZIE OM EEN FIETS
Om een fiets, die op het. trottoir stond van de
Prins Hendrikstraat was ruzie ontstaan, tusschen
een Heemstedenaar en een schilder. De Heem-
stedenaar had geslagen en was door den schilder
met een mes gestoken.
Tegen den schilder had de Officier een half
jaar gerequireerd en tegen den Heemstedenaar
f 25 boete.
De Rechtbank veroordeelde den Heemstede-
naar tot f 10 boete subs. 6 dagen hechtenis en
den schilder conform den eisch.
Daarom moest hij worden uitgewezen.
De minister van justitie heeft thans geant
woord op de schriftelijke vragen van den heer
Moltmaker betreffende de overwegingen, die
hebben geleid tot de uitwijzing van Michel
Holzmann, destijds te Amsterdam.
Het antwoord nu van den minister van
justitie luidt:
Op 16 December 1938 heeft o.a. in de woning
van den vreemdeling M. Holzmann huiszoe
king plaats gehad, voor welken maatregel,
nadat een gerechtelijk vooronderzoek was ge
vorderd, door de betrokken rechtbank verlof
was verleend. Niet juist is, dat Holzmann bij
deze huiszoeking zou zijn gearresteerd zonder
dat een voorafgaand verhoor plaats vond.
De betrokkene is herhaaldelijk door het par
ket ondervraagd, terzake van het hem ten
laste gelegde. Na deze ondervraging, waarbij
Holzmann er op gewezen is waarvan hij ver
dacht werd en in de gelegenheid is gesteld
zich te verantwoorden, heeft de justitie het
noodig gevonden genoemden vreemdeling in
verzekering te stellen.
Het hierboven bedoelde optreden der
justitie, waarbij de voorschriften van het
wetboek van strafvordering nauwkeurig zijn
in acht genomen, is naar het oordeel van den
minister juist geweest.
De minister heeft kennis genomen van
publicaties in ..De Telegraaf" en „Het Natio
nale Dagblad" die aan de arrestatie zijn vooraf
gegaan, met dien verstande, dat het den mi
nister niet bekend is. dat in „De Telegraaf"
vóór 16 December 1938 publicaties over de
handelingen van Holzmann zijn voorgeko
men.
Eenige adressen van. hetzij gelijktijdig, het
zij in opvolging optredende raadslieden van
Holzmann zijn ontvangen, meerendeels. een
strekking hebbende om aan te toonen, dat
de hierboven bedeelde publicaties onjuist wa
ren.
Op 4 Februari 1939 is door de politie aan
den vreemdeling aangezegd, dat hem. als
zijnde gevaarlijk voor de openbare orde. het
verblijf hie te lande werd ontzegd, waarbij
hem tot 15 Maart 1939. gelegenheid tot rege
ling van zaken is gegeven.
De verblijfsontzegging berusttte op een sa
menstel van vaststaande feiten en omstan
digheden, ten deele ook bekend uit ambtelijke
inlichtingen uit het buitenland, w^elke den
vreemdeling onmiskenbaar tot gevaarlijk
voor de openbare orde stempelden. Er be
stond bezwaar ten deze in nadere bijzonder
heden te treden, hetgeen ook overbodig kon
worden geacht, daar de aard van het belas
tende materiaal medebracht, dat de vreem
deling zelf op de hoogte moest zijn van het
geen tegen hem voorlag.
Waar de uit de ambtelijke rapporten ver
kregen gegevens in hoofdzaak anders waren
dan die, welke voorkwamen in de publicaties
waarop de requesten der raadslieden meer in
het bijzonder betrekking hadden, bestond er
geen aanleiding om in te gaan op de bedoel
de verzoeken der raadslieden om door den
minister te worden gehoord en bewijsstuk
ken. als in de vierde vraag bedeeld, over te
leggen. Volstaan is met op het bedoelde laat
ste request een mededeeling te doen omtrent
de reden waarvoor geen aanleiding werd ge
vonden om een onderhoud toe te staan.
Op verzoek van den minister van buiten-
landsche zaken werd Holtzmann eenige dagen
vóór zijn vertrek door de politie uitgencodigd
het hem verleende paspoort voor vreemde
lingen in te leveren. De vreemdeling weiger
de dit. doch verbond zich uitdrukkelijk het
terug te zullen zenden. Dit en de omstandig
heid^ dat de vreemdeling niet uitgeleid is,
doch op eigen gelegenheid uit ons land is
vertrokken, heeft er toe geleid, dat verdere
maatregelen tot inneming van het paspoort
achterwege zijn gelaten. Óp den dag van het
vertrek is hem een verblijfsontzegging. als
bedoeld in art. 19 van het vreemdelingen
reglement. vanwege den Inspecteur der Ko
ninklijke Marechaussee aangezegd, een in
gevallen als deze gebruikelijke maatregel,
onder mededeeling, dat terugkeer ingevolge
genoemd reglement strafbaar was met hech
tenis van ten hoogste twee maanden of geld
boete van ten hoogste duizend gulden. Van
een mededeeling omtrent een dreigende straf
terzake van een niet tijdig vertrek uit Ne
derland is derhalve geen sprake geweest
Al zou moeten worden aangenomen, dat
de Nederlandsche industrie aan Holzmann
beteekenende orders heeft te danken gehad
en dat bij verder verblijf door zijn tusschen -
komst nog nadere opdrachten zouden zijn
verkregen, dan zou toch in dit verband reke
ning moeten worden gehouden met de vraag
of dcor de wijze, waarop hij zaken deed. de
goede Nederlandsche handelsreputatie in niet
onbelangrijke mate zou kunnen worden ge
schaad Hoe dit ook zij. het was echter reeds
met het oog op de belangen der openbare
orde niet verantwoord aan den vreemdeling
verder verblijf in ons land toe te staan.
Intrekking van het Nederlandsche paspoort
voor vreemdelingen heeft voor Holzmann in
de bedoeling gelegen, doch deze maatregel
is tenslotte om bijzondere redenen niet door
gezet. Den vreemdeling kan geen terugkeer
in ons land worden toegestaan.
Er bestaat bezwaar inzage in de betrokken
ambtelijke rapporten, welke ook op andere
personen dan Holzmann betrekking hebben,
te verleenen.
Prof. De Savornin Lohman en
Mr. Joekes naar de West.
Het genootschap ter bevordering van de
kennis van Suriname en Curaqao, heeft
evenals in 1938 ook dit jaar er naar ge
streefd vooraanstaande personen uit het moe
derland aan te moedigen tot het onderne
men van studiereizen naar onze West. Ditmaal
hebben prof. jhr. mr. dr. B. C. de Savornin
Lohman, lid der Eerste Kamer en mr. dr. A. M.
Joekes, lid der Tweede Kamer van de Staten-
Generaal aan de uitnoodiging van het ge
nootschap gehoor gegeven Beide heeren zul
len 11 Juli a.s. per stoomschip „Stuyvesant"
de reis aanvaarden. Prof. de Savornin Loh
man zal Suriname en Curagao bezoeken,
Mr. Joekes zal zich. wegens tijdsgebrek tot
Suriname moeten beperken.
verkwikt/
Deze met deskundig* r-ofg
samengestelde American
Cigarette heelt de bijzon
dere eigenschap iedere keel-
prikkeling te vermijden, zij
verkwikt door haar zachten
aangenamen smaak.
Op elke origmeele verpak
king vindt U deze garantie
óórdeel zélf.'
(Adv. ingez. Med.)
Dr. W. J. Leyds gehuldigd.
In verband met zijn tachtigsten verjaardag.
In verband met zijn tachtigsten verjaardag
is dr. W. J. Leyds, oud-gezant van Zuid-
Af rika in Nederland. Woensdagmiddag in een
der zalen van Pulchri Studio te Den Haag door
het Alg. Nederl. Verbond gehuldigd. Het
was Woensdag daarenboven 55 jaar geleden,
dat dr. Leyds werd benoemd tot staatsprocu-
reur van Transvaal.
Te vier uur verzamelden zich velen in Pul
chri Studio om de komst van den jubilaris af
te wachten. Onder hen zagen wij den minister
president, dr. H. Colijn.
Toen dr, Leyds en zijn echtgenoote door den
voorzitter van het Algemeen Nederlandsch
Verbond, den heer P. j. de Kanter, waren
binnengeleid, nam de heer de Kanter het
woord om den jubilaris te huldigen. Spr.
memoreerde, dat het leven van dr. Leyds alle
aanleiding geeft tot overpeinzing, omdat het
zooveel zwaren arbeid heeft gekend in dienst
van een groote zaak.
Na in het kort de vriendschap tuschen pre
sident Kruger en dr. Leyds geschetst te heb
ben eindigde spr. met de aanbieding van
den verguld-zilveren gedenkpenning van het
verbond als een stoffelijk bewijs van groote
dankbaarheid voor het levenswerk van den
jubilaris.
In een kort woord dankte dr. Leyds voor de
hem gebrachte hulde. Inderdaad, vele ge
dachten komen op dezen dag in de herinne
ring op. Het leven is niet gemakkelijk ge
weest en bracht vele teleurstellingen, doch het
is goed te ervaren, dat men niet voor niets
heeft geleefd In Zuid-Afrika is deze ver
jaardag tot nationalen feestdag verklaard.
Hierna kregen alle aanwezigen gelegenheid
dr. Leyds geluk te wenschen.
Invalidewagentje kwam met tram
in botsing.
Tachtigjarige gedood.
Woensdagmiddag omstreeks vier uur Is op
de Rozengracht te Amsterdam een tragisch
ongeluk gebeurd, waarbij een oude man om
het leven is gekomen.
Ter hoogte van de Eerste Rozendwarsstraat
werd een invalidewagentje bij het oversteken
van den rijweg, door een motorwagen van
lijn 13 gegrepen en omver geworpen. De 80-
jarige heer. die het wagentje bestuurde, ge
raakte onder den baanschuiver van de tram,
waarbij de bejaarde man hoogst ernstige
kneuzingen opliep.
Een juist passeerende geneesheer verleende
de eerste hulp. waarna de ongelukkige per
ambulance-auto van den G.G. en G.D. naar
het Binnengasthuis werd overgebracht. Kort
na aankomst is het slachtoffer overleden.