De Schat in de Woestijn Miss Nicoll bij haar val tijdens de partij tegen miss Huntbach bij de tenniskampioenschappen te Wimbledon, waarop de prominenten der internationale tennissport om den begeerden titel strijden De Sultan van Marokko was gast van president Lebrun tijdens de .Garden Party op het Elysée te Parijs, welke ter eere van den Sultan gehouden werd en waarbij ook het grootste gedeelte van het corps diplomatique en de Fransche .upper ten" tegenwoordig was De brand, die acht gebouwen te Londen verwoestte, was de grootste, welke sinds jaren in de Engelsche hoofdstad woedde. Vierhonderd brandweerlieden moesten den strijd tegen het vuur aanbinden. Vier personen werden gewond. De schade wordt op meer dan een millioen pond sterling geraamd Broodkeuring op de tentoonstelling, welke te Breda gehouden werd ter gelegenheid van het Bakkerscongres Het Wilhelmina-gasthuis te Amsterdam is in het bezit gekomen van een kunstmatige long, met welk apparaat Woensdagmiddag demon» straties gehouden werden voor verschillende medische autoriteiten De K.N.I.L M. volbracht dezer dagen de 100ste vlucht BataviaAustralië vice versa. Bij aankomst van de P.K A.F.O. onder gezagvoerder Van Messel, die ook op de eerste vlucht gezagvoerder was, op Tjililitan werd de bemanning gehuldigd Met het s.s. „Gaasterkerk" zijn Woensdag te Rotterdam door het Centraal Comité voor Hulpverleening aan de burgerbevolking van China een 50tal kisten verscheept bevattende tetravaccine (tegen cholera, typhus en paratyphus) voor 250.000 personen. Het vasttakelen en ophijschen der eerste last geschiedde met eenige plechtigheid FEUILLETON Naar het Engelsch van HECTOR JENNINGS Nadruk Verboden. 30> Royson scheen niet in het minst aangedaan door deze uitbarsting. Hij zag den toornigen blos op het voorhoofd van met meisje en wierp, zooals hij in een koppige bui gewoon lijk deed, het hoofd achterover en klemde de lippen opeen. Irene keek tersluiks naar hem en lachte gedwongen. Heel goed. Als u niet wilt spreken, moet ik het doen, zei ze vastbesloten. Het betreft mrs. Haxton. Een hoogst belangwekkend onderwerp, zei Royson. Dat schijnt mijn grootvader ook te vin den. Hij vertelde me gisterenavond, dat hij haar als een buitengewoon ontwikkelde vrouw beschouwt. Lees in plaats van buitengewoon ontwik keld: „geslepen", zei het meisje bitter. Toen we onze reis begonnen, waren mrs. Haxton en de baron zoo goed als verloofd. Nu hebben ze de een of andere overeenkomst gesloten, die haar veroorlooft te jagen op grooter hu welijks wild dan een armen avonturier. Gelooft u dat werkelijk? Royson was plotseling ernstig geworden. Ik ben er volkomen zeker van: hoe zou ik er anders met u over kunnen spreken? De indruk, dien ik krijg, is dat ze enkel wenscht dat vc<n Kerber elke mogelijke kans krijgt. Zoo lang mr. Fenshawe belang blijft stellen bedrogen wordt, als u het liever wilt leidt ze zijn gedachten af van het doel van onzen tocht. Uw grootvader is een heerschzuchtig man, miss Fenshawe. Indien hij vermoedde, dat we een valsch spoor vol gen, zou hij op slag naar het Zuiden terug- keeren. En toch ben ik er zeker van, hield ze vol. —Wanneer wij er niet in slagen, deze fabelachtige schat te ontdekken, kan ik me voorstellen, dat mrs. Haxton geneigd is een millionair te trouwen, antwoordde hij, Maar zou von Kerber er niets op tegen hebben? Neen, zei Irene beslist. Ze sjokten zwijgend een eind verder. Dick verbrak dit stilzwijgen na een poos. Nu u me toch met uw vertrouwen hebt vereerd, wilt u dan niet verder gaan en me zeggen waarom u baron von Kerber zoo'n inschikkelijkheid toeschrijft? Men moet een vrouw niet altijd naar redenen vragen, mr. Royson, was het raadsel achtige antwoord en ze vervolgde: Als ik grootvader maar kon overtuigen dat hij op zettelijk misleid wordt, zouden de zaken mis schien gaan, zooals ik wil. Kunt u me niet helpen, mr. Royson? Als ik uw grootvader het weinige, dat ik van deze menschen weet, vertel, breek ik mijn woord. Dat is het eenige antwoord dat ik geven kan. miss Fenshawe. Bovendien zou deze trouwbreuk waarschijnlijk nutteloos zijn, denkt u ook niet? U moest eigenlijk medelijden met me hebben! Waarom?, vroeg ze koel. Omdat het niet dikwijls gebeurt, dat een man gemarteld wordt, zooals ik door 'n strijd tusschen plichten verlangen. Daar is ons palmboschje, zei ze opeens, zijn opmerking negeerend. Ze wees naar een paar dwergachtige boomen, welker loof uitstak boven den met rotsblokken bezaaiden oever van een kleine wadi, die het hellende plateau, dat ze over trokken, in het midden doorsneed. De bodem is hier tamelijk effen. Zullen we een draf wagen? Zonder een antwoord af te wachten zette ze haar pony tot een flinken galop aan. Royson volgde haar voorbeeld. De zon brand de fel en de heldere, droge luchtstroom, die door de snelle beweging ontstond, was opwek kend. Zij reden door een verloren wereld, maar toch was deze wildheid schitterend schoon. Achter een iplek met kiezel lag een bruin karpet van taai gras. In het midden stonden zeven dadelpalmen en een aanzienlijk aantal dwergheesters, welke laatste van de sayall alleen verschilden in de lengte van hun felle dorens. Toch vormden, na het water, deze doornen den grootsten rijkdom der oase, om dat de kameelen met groot genot de taaie bladeren kauwden. De kampplaats scheen onbewoond. Royson vond de voetstappen van gazellen, overal waar in een holte zich zand had verzameld, maar de dieren moesten ongemerkt zijn weg gevlucht naar de kale heuvels dichtbij. Nu en dan zag men door een opening in de heuvels een glimp van den machtigen wal van Abes- sinië. Het was moeilijk te beseffen, dat de fijne gazelle voedsel kon vinden in dit onher bergzame land. Toch nam Royson, met het aangeboren instinct van den jager en ver kenner, zijn karabijn van den schouder en legde die dwars over zijn zadel, toen hij zijn paard een weinig voor de pony deed uitrijden. Toen hij de teugels inhield stond hij in de stijgbeugels op, om door de haag van doornen te turen. Irene slipte uit het zadel, maakte de riemen los en keek toen naar de verwijderde kara vaan, die juist weer zichtbaar was geworden aan den horizon van het plateau. Het was meer dan waarschijnlijk, dat géén zoo vreem de verzameling menschen en dieren, ooit dezen weg had gevolgd, sinds de vernietiging der wouden het land in 'n wildernis had her schapen. Het gezelschap van de jacht bestond uit achttien personen, er waren vijftig Beda- wi-Arabieren als geleide voor honderd ka meelen; acht paarden, Arabieren- of Somali- pony's vereischten elk een paardenknecht, terwijl de sheik, die de karavaan van Pa jura had gebracht, heer en meester was over een aantal volgelingen, die op zijn lijst vermeld stonden als bedienden. Een dunne sluier van stof rees op, toen dit legioen naderde. Het meisje sloeg het schouw spel een tijdlang zwijgend gade, terwijl Royson, die de manier kende, waarop het kamp zou worden opgeslagen, de twee paar den zoo vastmaakte, dat ze de algemeene re geling niet stoorden. Toen stak hij een sigaret op en voegde zich weer bij Irene. Hoever is de voorhoede van de karavaan nu weg?, vroeg ze. Bijna twee mijlen. Het lijkt meer op 'n kwart mijl, zei hij, haar gedachten radend, want het was gemakkelijk om mevrouw Haxton te onderscheiden in een grijzenn stofmantel, op een prachtige rijkameel. Naast haar, op Arabische paarden, reden mr. Fen shawe en von Kerber; de laatste was juist uit de achterhoede komen aanrijden. Het was alsof Royson en Irene zwijgend hadden afgesproken hun vorig gesprek te vergeten. Ze praatten nu vrij-uit met de in timiteit en gemakkelijkheid, waaraan ze ge wend waren, sedert het kamp-leven hen veel meer had samen doen zijn dan aan boord mogelijk was geweest. Vijf weken geleden had de Aphrodite buiten Pajura het anker laten vallen na te zijn overgestoken naar Aden waar mr. Fenshawe zijn telegrammen had verzonden en een deel van de uitrusting had gekocht, die voor de woestijnreis noodig was. De aankomst van zoo'n groot gezelschap had niet weinig opwinding veroorzaakt in de haven. Dat kleine plaatsje had sinds zijn stichting niet zooveel blanke gezichten tege lijk gezien en toen de beleefde commandant van zijn woordenrijke verbazing was bekomen waarschuwde hij mr. Fenshawe, dat het bin nenland niet heelemaal veilig was. Maar d6 verhalen van Arabische onlusten waren den veteraan overbekend. Hij had ze gedurende de voorafgaande dertig jaar voortdurend ge hoord en hij was er meer dan ooit op gesteld om den jaloersohen mededingers, die zulke hinderpalen op zijn weg hadden gesteld, te slim af te zijn. De Fransche officieren in Pajura dachten, dat hij niet goed wijs was om dames mee te nemen, doch ze moesten toegeven, dat reizen door de woestijn gezond en aangenaam was mits de voorraden voldoende waren en op dal punt toonde de ervaren onderzoekingsreizi ger van de uithoeken van den Soedan, dal hij niets van zijn handigheid en ervaring had verloren. Voor de karavaan vertrok, kwam ei bericht uit Aden, dat de „Cygno" van haai zandbank was afgesleept. Dit vergrootte nog het voordeel van den landweg, daar de kusl van Erythrea stellig voor hen gesloten was en de Fransche autoriteiten daarentegen alle mogelijke hulp verleenden. En nu, na een maand flink marcheeren, was de karavaan diep in het Italiaansch ge bied. De weg liep evenwijdig met de zee, maar op bijna 100 mijl afstand. I-Iij leidde door groote wadis en hellende tafellanden liepen af naar de kust van de lage heuvels van graniet en rose Nubische steen, welke den bin nenrand vormden van de reuzen, die de vruchtbare dalen van Abessinië bescherm den. Tot dusver hadden zie hgeen onver wachte moeilijkheden voorgedaan. Oe weinige lomaden, die ze ontmoetten, waren heel 'endelijk geweest /Wordt vervolgd)'.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 14