De jongste „JJ&UqlaS r\ D 1 Vervanging van werkende vliegt pjtoefi Twee motorige hoogdekker met neuswiel Verkeersongelukken. dienstplichtigen. De Wereldtentoonstelling te New York I\L:ÏZIME\I /TUKKEN WOENSDAG 5 'J U E '1939 B 'A X R E E M'S D 'A' GBCA'D S Handig en economisch vliegtuig voor de korte luchtlijnen mm r S - - .-4 - ij V jx E jongste spruit van de, ook in J Europa zoo populair geworden, Douglas-familie, is tevens de kleinste uit het ,£anta Monica-nest". Dit is meer toevallig dan logisch. In het algemeen bespeurt men immers een nog steeds toenemenden groei in de afmetingen van de nieuwe verkeers vliegtuigen. Dat de DC-5 in deze algemeene ten dens uit de lijn valt, is geenszins een aanwijzing, dat men op oude voetspo ren terugkeert. Integendeel, de oreatie van een vliegtuig als de DC-5 bewijst, dat de vormen van het luchttransport zich duidelijk gaan uitkristalliseeren. De luchtvaart is het stadium binnen gegaan waarin onderscheid dient te worden gemaakt, tusschen binnen- landsch-, continentaal- en intercon tinentaal luchtverkeer. Deze nieuwe phase baarde onder den drang van economische omstandigheden de noodzaak van een differente luchtvloot waarbij de ver schillende typen van vliegtuigen zich aan de on derscheiden eischen van de drie voorgenoem de vormen van luchtverkeer zullen kunnen aan passen. De vliegtuigindustrie, die steeds nauwgezet heeft af te tasten in welk opzicht de verlan gens van haar consument zich wijzigt, reageerde onmiddellijk op deze koerswijziging en lanceerde verkeersvliegtuigen van de meest uiteenloopen- de grootte. Naast reuzenmachines als de DC-4 en de Boeing Clipper voor ruim 40 passagiers verschenen ook vliegtuigen als de DC-5 en de Engelsche Flamingo voor 15 tot 20 reizigers. Laatstgenoemde leenen zich bij uitstek voor het binnenlandsche luchtverkeer, alsmede voor het Europeesch continentale Voor ons werelddeel is het continentale begrip nu eenmaal anders dan voor Amerika. Dit geldt in het bijzonder voor de onderlinge afstanden tusschen de hoofdste den in West-Europa. De K.L.M. zal de DC-5 met evenveel succes en doelmatigheid op het binnen landse!) luchtnet als op de lijn naar Parijs kun nen inzetten. De DC-5 is als hoogdekker uitgevoerd om den lagen stand op den grond mogelijk te ma ken en het bracht het voordeel mede, dat de passagiers weer het onbelemmerde uitzicht op moeder aarde kunnen genieten Bovendien, en dit is voor een snel vliegtuig wel zéér belangrijk, schijnt de stabiliteit van de machine, door de hoogdekkers-constructie belangrijk vergroot te zijn. Safety first. Bij den geheelen bouw van dit toestel werd trouwens aan vele veiligheidsvoorzieningen ge dacht. waarbij de practijk van een steeds toe nemend luchtverkeer ongetwijfeld vingerwij zend is geweest Zoo heeft men b.v. de romp aan de onderzijde, voor noodlandingen met ingetrok ken wielen, van een stevige kielplaat voorzien, terwijl het ingetroken neuswiel dan als bumper fungeert. In de practijk is nl. gebleken, dat bij een noodlanding met een modern vliegtuig, waar van de landiingssnelheid betrekkelijk hoog is, het aanbeveling verdient met ingetrokken wielen te landen. Wanneer althans geen ruim veld waar van de bestuurder overtuigd is, dat het geen ob stakels bevat, beschikbaar is Onlangs heeft men met de DC-5 in de omge ving van Santa-Monica, waar de Douglasfabrie- ken gevestigd zijn, de noodzakelijke proef vluchten verricht, waarbij is komen vast te staan, dat de theoretisch vastgestelde prestatie gegevens van dit vliegtuig in de practijk worden overtroffen. Maximum-snelheid van 368 K.M. Had men de maximum snelheid op 346 K.M per uur berekend, bij de proefvluchten bleek, dat de DC-5 met niet minder dan 368 K.M. per uur het luchtruim kon doorklieven voorwaar geen kleinigheid voor een tweemotorig verkeers- toestel. Bij gebruik van vijftig procent van het mo torvermogen bedraagt de kruissnelheid op 3050 Meter hoogte 277 K.M. per uur, terwijl deze bij aanwending van 65 procent van het motorver mogen 314 K.M. bedraagt. Volgens berekening had men dit laatste gegeven aanvankelijk op 294 K.M. per uur vastgesteld. Wanneer 75 pro cent van het motorvermogen benut wordt kan met een kruissnelheid van 335 K.M. per uur worden gevlogen. Onmiddellijk na het loskomen van den grond bedraagt de stijgsnelheid 496 meter per minuut terwijl maximaal tot een hoogte van 7500 Me ter kan worden gestegen. Wordt één der motoren stopgezet dan bedraagt het plafond 3300 Meter welke hoogte met een stijgsnelheid van 73 Meter per minuut kan worden bereikt. Verschillende proeven heeft men genomen om de start- en landingseigenschappen van de DC-5 te onderzoeken. Zonder, dat van de vleugelklep pen werd gebruik gemaakt kwam het vliegtuig na een aanloop van slechts 240 Meter van den grond los. Wanneer men nagaat, dat de totale lengte van de machine 18 Meter bedraagt komt dit dus neer op een aanloop van c.i. 12 maal de eigen lengte. Bij het opstellen van hindernissen in de startbaan bleek het mogelijk bij een start op zeeniveau over een hindernis van 15 Meter hoogte te vliegen welke op een afstand van 340 Meter van het startpunt stond opgesteld. Ter completeering der getallen zij hier nog vermeld, dat de vleugelspanning 24 Meter be draagt, terwijl het totale gewicht op 8280 K.G. neerkomt. Naar gelang het vereischte vliegbereik kun nen zestien tot twee en twintig passagiers wor den meegenomen en een bemanning van drie personen. Met den bouw van de DC-5 toonen de Dou- glasconstructeurs een open oog te hebben ge had voor de behoeften van het Europeesche luchtverkeer, die uiteraard verschillend zijn van het veel meer uitgestrekte Amerikaansche continent, waarbij de onderlinge afstanden tus schen de hoofdsteden veel grooter zijn. Het lijdt geen twijfel, dat diverse luchtvaart maatschappijen in Europa het nieuwe Douglas- product zéér goed in hun dienstschema's kun nen gebruiken, vooral waar men gaat streven naar een beter economisch rendement, dat niet in de laatste plaats bepaald wordt door de ver houding; beschikbare plaatsen bezette plaatsen. Deze verhouding zoo klein mogelijk te ma ken, daartoe kan de DC-5 ongetwijfeld het hare bijdragen. DOMYN KELLER. „DE BRUIGOM IN ANGST" ln de nieuwste lachfilm van Heinz Rühmann, van Vrijdag a.s. af in Rembrandt Theater, Haarlem. (Adv. ingez. Med.) Meisje tegen auto geloopen. Dinsdagmiddag omstreeks kwart over vier is het achtjarig dochtertje van de familie B. te Wassenaar bij het oversteken van den rijks straatweg nabij de Maaldrift tegen een passee- rende personenauto uit Leiden geloopen. Het meisje kreeg daarbij ernstige verwondingen en overleed kort na het ongeluk. Te veel links gehouden. Op het Frederiksplein te Amsterdam is Dins dagmiddag om ongeveer half vier een ernstig verkeersongeluk gebeurd, waarbij een twintig jarige wielrijdster het slachtoffer is geworden. Het meisje naderde op haar rijwiel uit de richting Hooge Sluis en hield niet voldoende rechts. Achter haar reed een zware vrachtwagen en juist toen de bestuurder van dit voertuig haar wilde passeeren, week de wielrijdster nog meer naar links uit. Zij werd gegrepen en raakte onder het dubbele rechterachterwiel. Overdek! met wonden en in bewusteloozen toestand werd zij door den G. G. en G. D. opgenomen. Den be stuurder van den vrachtwagen treft volgens de politie geen schuld. Behalve met militaire moet ook met sociale belangen rekening worden gehouden. Op de vragen van den heer Van Vessem met betrekking tot de vervanging van werkende dienstplichtigen door werkloozen heeft de mi nister van Defensie als volgt geantwoord: Art. 32 van de dienstplichtwet, volgens den gewiizigden tekst, laat buitengewone oproeping in geval van oorlog, oorlogsgevaar en andere buitengewone omstandigheden toe, voor zoover de Kroon dit noodig acht. Bij Kon. besluit van 10 April 1939 is de oproeping noodig geacht van al het personeel, bestemd voor buitengewone oproeping-uitwendige veiligheid, zoodat de op roeping van ieder, die daarbij is ingedeeld, be rust op bedoeld art. 32. Het indeelen van dienstplichtigen bij deze groep is niet een handeling, die eens voor al heeft plaats gehad. Integendeel. Het al of niet behooren tot deze groep is in gewone omstan digheden voortdurend, dag aan dag, aan wisse ling onderhevig. Er is geen aan de wet ontleen de reden aanwezig, waarom dit proces zou moe ten stilstaan, nadat een oproeping heeft plaats gehad. Voor een deel en op anderen voet gaat dit proces dan ook in de tegenwoordige omstan digheden door. Zoo zijn onderscheidene dienst plichtigen, die aanvankelijk niet behoefden op te komen, alsnog opgeroepen, toen dit noodig bleek voor het bezetten van sommige posten. En zoo komt in geval van vervanging de bestemming voor de „B.O.U.V." voor den met verlof gezon den dienstplichtige te vervallen en wordt de ver vanger alsnog daarbij ingedeeld. Noch de letter, noch de geest van art 32 der dienstplichtwet staat hieraan in den weg. Het is niet juist, dat de verdediging der gren zen in de eerste plaats aan werkloozen wordt opgedragen, het aantal opgeroepen werklooze dieustplichtigen bedraagt thans ongeveer 15.7 pet. van de totale sterkte der troepen, welke zijn belast met de grens- en kustbeveiliging. Maar ook al ware dat anders, dan ligt in het buiten gewoon oproepen van werklooze dienstplichtigen geenszins opgesloten een discriminatie van de beveiligende taak Bij acuut gevaar, hetwelk aanleiding geeft tot een algemeene mobilisatie, worden alle beschikbare krachten voor de ver dediging des lands opgeroepen. Zoolang zulks niet het geval is, dient, voor zoover mogelijk, rekening te worden gehouden niet alleen met militaire, maar ook met sociale belangen. Beide belangen worden gediend door buitengewoon op geroepen dienstplichtigen, die in de burgermaat schappij noode kunnen worden gemist, te ver vangen door werklooze dienstplichtigen, die daardoor tot nuttigen arbeid worden bestemd. Het is een onjuiste stelling, dat aldus „elke an dere arbeid" den voorrang zou hebben boven de militaire taak; het gaat er om, dat de een in dezen tijd de beveiligende taak slechts kan ver vullen met het brengen van een groot sociaal offer, terwijl voor den ander van een sociaal offer geen of nauwelijks sprake is. Aangezien van persoonlijke vervanging waaronder te verstaan de methode, waarbij men zelf voor een vervanger heeft te zorgen geen sprake is, is er reeds uit dien hoofde geen ge lijkenis met het vroeger remplagantenstelsel: sterker spreekt nog, dat de dienstplichtige, die vervangen wordt, verplicht blijft tot opkomst onder de wapenen wanneer zulks noodig wordt geacht, zooals bij algemeene mobilisatie, terwijl de remplagant zijn vrijstelling van den dienst plicht had gekocht. Op de vraag of de minister bereid is, een re geling te ontwerpen ter tegemoetkoming aan ernstige moeilijkheden voor de werkende dienst plichtigen antwoordt de minister, dat dit onder werp in studie is, waarbij wordt aangeteekend, dat zich hierbij groote moeilijkheden voordoen. Door tegenslag inbreker geworden In twee weken tijds acht inbraken gepleegd. De maand Maart van dit jaar is voor den 25' jarigen Haagschen groentenhandelaar D. K. een ongeluksmaand geweest. Zijn voorraad groenten ging geheel verloren ten gevolge van de vorst en de wanhoop bracht hem in een roesstemming, waarin hij tal van inbraken heeft gepleegd. Veer tien dagen ongeveer ging hij avond na avond, nacht na nacht uit, liep den eenen tuin binnen, ging het huis in, nam wat weg, wanneer hij er in slaagde binnen te komen en zoo niet, dan ging hij weer verder, tot hij een woning vond, waar het hem wel gelukte. Zoo pleegde hij niet minder dan acht inbraken, wijl het in zeven gevallen bij pogingen bleef. Geld, sieraden, tafelzilver, gebruiksvoorwer pen, alles, wat hij vond, nam hij mee. Zoo werd hij in den nacht van 24 op 25 Maart gearresteerd bij een poging tot inbraak in de Kwartellaan. Hij bekende onmiddellijk, bekende dadelijk ook de groote reeks inbraken, welke hij heeft gepleegd. Toen de politie huiszoeking ging doen, vond zij alle gestolen voorwerpen nog aanwezig, zelfs het geld was er bijna nog geheel. Dinsdag moest K. voor de Haagsche rechtbank terechtstaan. Een reclasseeringsrapport over verdachte uit gebracht, luidde gunstig. Het was de allereerste keer, dat hij zich aan een strafbaar feit schuldig gemaakt heeft. De officier van justitie eischte één jaar en drie maanden gevangenisstraf. De verdediger drong met klem op een clemen te straf aan. De Indien komen goed voor den dag. JONGE ZEEHOND MIDDEN IN ROTTERDAM De Rotterdamsche wandelaars, die Dinsdag avond hun schreden naar de Blaak hadden ge richt. waren zoo fortuinlijk getuige te zijn van een niet alledaagse!) tafereeltje. Daar zwom n.l tusschen de beurtschepen een jonge zeehond rond. Nadat het dier zich goed had laten zien, vipte het op den wal, hetgeen gemakkelijk lukte, daar het hoog water was. De zeehond scharrel de op de harde Rotterdamsche keien rond. tot dat hij door een schippersknecht doodgeslagen werd. Zoo eindigde deze jonge verdwaalde zee hond zijn bestaan in een wagen van de gemeen tereiniging. Hoewel een dergelijk voorval niet veel voor komt is het wel te verklaren, dat een zeehond tot in het hartje van de binnenstad kan doordrin gen. Het dier kan de nieuwe Maas afgekomen zijn. Ook bestaat de mogelijkheid, dat het met een schip meegekomen is en zijn kans schoon ziende overboord gewipt is. W erktuigen-crediet. De minister van Economische Zaken heeft een commissie ingesteld, welke zal beslissen op de aanvragen van ambachtslieden en klein* industrieelen tot het verkrijgen van een zoo genaamd „werktuigencrediet" alsmede in het al gemeen de normen voor deze credietverstrekking zal aangeven. (Van een bijzonderen correspondent). HET groote Nederlandsche (en ook groot- Nederlandsche) paviljoen bevat drie zalen. Die van het moederland en die van het Rijk buiten Europa: de Oost- en de West-Indische. De beide Indische zalen zijn ongetwijfeld beter dan dc Nederlandsche en wanneer als algemeen oordeel mag worclen gezegd, wat ik in mijn vorigen brief schroei, dat Nederland heel goed voor den dag komt op deze enorme wereldtentoonstelling', dan is dat voornamelijk te danken aan wat Neder- landsch-Indië op zoo'n imposante wijze te zien geeft en ook aan dc wijze waarop, uiteraard op veel kleinere schaal, de levendige, kleurige West-Indische zaal verzorgd is. De Nederlandsch-Indische afdeeling is een vrijwel op zichzelf staand geheel, dat niet zooals de West-Indische zaal architectonisch één geheel vormt met do hoofdzaal. De schei ding tusschen Nederland en de West beslaat uit een wat hooger niveau van deze laatste, dat een „opstapje" vereischt - me" mei- Maar van Nederland naar Nederlandsch- Indië moet ge een trap op en een gangetje door en dat is heel goed gezien want zoo wordt U een verrassing bereid: ge .staal plotseling op een breed balkon en voor U, den geheelen achterwand van een ietwat schemerachtigen, grooten en hoogen achter wand beslaande, strekt zich een licht land schap op Java uit. Een dioramatische voor stelling die een diepen indruk maakt op den bezoeker die er zoo onverwacht tegenover staat. Daar waar diepe ravijnen worden overspannen door spoorwegviaducten (waar over een werkelijke electrische trein rijdt) strekken vruchtbare rijstvelden zich uit op de bergflanken en liggen schilderachtige dorpjes in het kleurige landschap. Er staan boomen, die silhouetteeren tegen de hooge lucht en op hun takken zitten aapjes. Er is een ossenspan. Karbouwen werken in het veld. Het is echt en natuurgetrouw en de schilder Eland heeft er iets heel bijzonders mee gewrocht. Het aardige is dat in een kort tijdsbestek alle fasen van het etmaal zich over dit landschap voltrekken. Een ingenieuze lichtinstallatie laat het avond, nacht, mor gen en stralenden dag worden. Wanneer het avond wordt zinkt de zon achter de berg toppen, de lucht krijgt dat diepe paars dat de tropische avonden onvergetelijk maak<|. ge ziet het Zuiderkruis twinkelen, in de dor pen gaan lichten aan en ook de trein is nu verlicht De kunst van het diorama is iets geheel eigens. Zij verlangt niet het aanleggen van artistieke maatstaven. Zij streeft niets an ders na dan de zoo getrouw mogelijke weer geving van haar onderwerp. De schilder Jan Eland toont hier op overtuigende wijze aan. dat hij deze speciale kunst beheerscht. Dit diorama is ongetwijfeld het hoogtepunt van het geheele Nederlandsche paviljoen. Vóór wij het balkon verlaten dat prachtig door Bali- neesche kunstenaars uit hout is gesneden bewonderen wij de fresco's van den schilder Paulides. Dat aan den linkerwand symboli seert de Javaansche muziek en den dans, dat aan de rechterzijde brengt gebeurtenissen uit het cultureele leven van Bali in beeld. De trap die ons naar beneden voert geeft eveneens de gelegenheid Indische toegepaste kunst te be wonderen. De Oost-Indische afdeeling heeft eigenlijk een verdieping, want op dezelfde hoogte met het balkon bevindt zich een breede corridor langs de geheele lengte van de zaal. Daar zijn in groote vitrines allerlei natuurlijke, cultu reele en industrïeele voortbrengselen van onzen Archipel geëxposeerd. In de benedenzaal, waar van het diorama als het ware het „tooneel" vormt en waar in den linkerhoek een echte gamelan door Inlandsche musici bespeeld zijn eigenaardige, weemoedige muziek doet hooren, bevinden zich tal van overzichtelijke tafels, waarvan de bezoeker Indië als het ware kan .aflezen". Men zou deze „plastische sche ma's" kunnen noemen, die allerlei wetens waardigs omtrent het Aziatische deel van het Nederlandsche imperium bijzonder duidelijk in beeld brengen. U ziet er een landkaart (schaal 1:670.000), die met allerlei aardige figurtjes ook een overzicht geeft van de dieren- bevolking: de varanen, orang-oetangs en rhinocerossen ontbreken als merkwaardig ste specimina der Indische fauna uiteraard niet. Op andere tafels ziet ge modellen van een rubberplantage, van irrigatiewerken, van de Boeroe Boedoer, van verschillende havens en van andere bijzonderheden, die het voor deel hebben dat zij op groote schaal en zeer natuurgetrouw zijn uitgebeeld. Amerikanen kijken graag naar zulke „natuurlijke" voor stellingen en de belangstelling is dan ook groot. Rechts van de benedenzaal bevindt zich weer een corridor waar "de bezoekers de gelegenheid hebben verschillende Indische takken van kunstnijverheid als houtbewer king, leerbewerking. koperslaan en batikken door Inlandsche kunstenaars en kunstena ressen te zien uitvoeren. De Nederlandsch-Indische kunst is hier niet zooals in het moederland het stief kind en ook daarom overtreft de Indische af deeling de Nederlandsche. Er is in deze fraaie afdeeling nog méér te zien, doch deze brieven willen niet de functie van een catalogus vervullen, zij willen een algemeenen indruk, een generale impressie geven. ïrx AAROM worden hier in het kort, doch met ,lJ/ eere Suriname en Curasao vermeld. Ook in deze kleinste van de drie zalen wordt de achterwand ingenomen door een levendig en kleurig tafereel dat onmiddellijk de aandacht trekt. Levensgroote poppen door niemand minder dan de bekende poopenmaafester Kathe Kruse vervaardigd, stellen Creolen. Negers. Indianen. Javanen, Britsch-Indiërs en Chineezen voor, die zich op de markt van Paramaribo bevinden en die zoo een echt levendigen indruk geven van de bevolkings verscheidenheid van Nederlandsch-Guyana. Het is een alleraardigst tafereel, deze markt- impjessie. De felle-kleuren van de kleeding en de vruchten en groenten maken een even na tuurlijk als geestig effect. Groote kaarten en vitrines toonen den bezoekers de geografie en de producten van Curasao en Surirjame en dc K.L.M. vestigt ook hier. evenals in de Euro peesche gedeelten van ons paviljoen, op spre kende wijze de aandacht op haar groote acti viteit. En zoo hebben wij nu onzen rondgang door het Nederlandsche paviljoen beëindigd. Zooals gezeg: ik heb U slechts een algemeenen indruk willen geven van de wijze waarop het groote wereldrijk Nederland hier voor den dag komt. In een mijner vorige brieven is geconstateerd dat deze representatie tot voldoening stemt en dat men tevreden mag zijn over het re sultaat van vele en nauwgezette voorberei dingen. De objectiviteit eischt echter dat wij nog even dieper treden in lacunes, die den Nederlandschen bezoeker onmiddellijk in het oog vallen. Daaraan wijden wii' onzen vol genden brief. (Nadruk verboden). Koningin ten paleize Soestdijk. Dinsdagavond te kwart voor acht is H.M. de Koningin per auto ten paleize Soestdijk aange komen. NIEUWE UITGAVEN. „Als de twee één zijn"is de titel van een nieuw werk van Ernest Michel, waarin breedvoering gehandeld wordt over de taak van het Christendom. Dit boek over de mystiek der Liefde beoogt een serie toespaoen te zijn voor een apostolische werkgemeen schap. „De nieuwe geloovige (zoo wordt ge zegd). de nieuwe godsdienstige mensch, is niet bang meer voor tegenspraken, hij lééft uit den aard van zaak en tijd in de lévende tegenspraak. Hij is geen moraa-mensch meer, maar een mystiek-mensch. I-Iij weet, dat de ziel der waarheid immer mystiek is. En hij wil de waarheid, want waarheid bevrijdt. Hij wil leven in de bevrijdende waarheid". De titels van de hoofdstukken zijn: „De verborgen schat", „Alles is niets", „God spreekt God uit", „Het edele duister", „Waarom wij Goden zijn", „De mystieke mensch", „De zwarte", „De Goddelijke Adam" „Als de twee een zijn". (Uitgever: G. Moorman N.V. te Nijmegen). Ds. P. Eldering, emeritus-predikant, die voor den V.P.R.O. een serie lezingen hield over Wondergeloof en Wonderverhalen, heeft die lezingen verwerkt in een boek, dat bij de N.V. uitgeversmaatschappij „de Tijdstroom" te Lochem is verschenen Het zeevaartkundig tijdschrift „De Zee" heeft een speciaal nummer gewijd aan het motorschip „Oranje". In 158 bladzijden tekst wordt het vlagge- schip van de „Nederland" van A tot Z. be schreven. Fotc's teekeningen en plattegronden verluchten den tekst. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantxooordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. „Het Brokkenhuis". Het Brokkenhuis maakt het best en we heb ben nu een naaister die van alle oude mantels en broeken nieuw mooi goed maakt. Ook van stukjes katoen en lappen worden kinderschor- ten vervaardigd, tafelkleedjes, kussenovertrek ken en op den volgenden bazar zullen de men sehen paf staan van zooveel moois en nuttigs. Dan hebben we geregeld iemand die het oude goed komt nazien en daarmee wordt het vod- denkistje gevuld, dat ook nog wat in het Brok- kenhuislaadje brengt. Daar er geregeld luier- pakjes (alles nieuw) van aangeschaft worden is er nooit te veel en moet er altijd bijgepast worden. Stoelen, tafels en andere meubelen krijgen we ook en wij kunnen nu eindelijk eens voldoen aan wenschen die al meer dan drie maanden door onze menschen geuit worden. Wel een genot, en indien we nu nog verblijd worden met vloerkleeden en waschkommen dan konden we ook daaraan voldoen. Hoe me nig moedertje wascht haar spruit in een sala- dekom, daar ze niet anders heeft, en hoeveel onbenutte kommen staan er op zolder, omdat de kinderen groot werden ende kleinkin deren hebben weer andere eischen en houden niet van het „ouderwetsche". maar wij wel. Dus lieve huisvrouwen, begin den tocht naar den zolder en verheug ons met een rijke buit, wilt u? Alles is welkom. Dat is onze leus, en we halen alles gaarne af. Telefoon 13242, Giro 147245, Brokkenhuis, Donkere Spaarne no. 34. In geval u onzeker bent, wat te geven, denkt u dan aan onze giro, of mogen we eens een kijkje op uw zolder neme"1 Gaarne, heel ■gaarne. S. R. B. Koningin op de „Oranje". Dinsdagmiddag om half zes heeft de Konin gin een bezoek gebracht aan de nieuwste aan winst der Nederlandsche koopvaardijvloot, het m.s. „Oranje", liggende aan de etablissementen der Stoomvaart Maatschappij „Nederland" aan de Javakade te Amsterdam. H.M. toonde zich zeer voldaan over het be zoek en uitte herhaalde malen haar waardeering over het fraaie schip. Na een bezoek van ruim een uur vertrok H.M. te 6.35 uur per auto naai- Soestdijk. „V acantiebezighcden". Het verslag dat de hoofdleider jaarlijks uitbrengt aan het bestuur onzer vereeniging over de voorbije vacantiedagen eindigt over '38 aldus: Zeer noodig zou zijn de aankoop van eenige sjoelbakken, damborden, kwartet spellen. zandschepjes e.d. Aankoop? Misschien kunnen we ons moei zaam bijeengebracht geld anders gebruiken als we nog eens geholpen worden door ouders, wier kinderen aan dit speelgoed zijn ont groeid. 't Kan zijn dat er bij de, schoonmaak gedacht is: „ik moest het weggevèn, maar aan wie? eerst nog eens afwachten". Huismoeders! geeft u deze dingen door aan kinderen, die van niemand een uitnoodiging ontvingen en toch op het prachtige sportter rein aan de Kleverlaan door toedoen van vele kindervrienden een fleurige vacantie krijgen met. spel en handenarbeid in de open lucht! Uitgelezen kinderboeken, resten van hand werken, half vergeten poppenkinderen. bal len: men kan zich nauwelijks voorstellen hoe zeer deze dingen op het kinderterrein tot hun recht komen. Moet een en ander worden afgehaald: even een telefoontje aan mevrouw Boerma, Boekenrodestraat 3, tel. 12969. Aan het zelfde adres kan het bezorgd worden óók aan het gebouw van K. en O.. Lange Mar- sarethastraat (daar alleen Dinsdags, Don derdags en Vrijdags van 'z—4). Verleden jaar caven velen aan onze roepstem gehoor, moch ten we in dit jaar dezelfde aangename erva ring opdoen. L. BOERMABOERMA, secc.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 10