KARELI Syrië en Palestina E' STOFZUIGERS Qe zwakke plekken in de as Londen-Parijs De Syrische doolhof ALBERT HEIJN FEEST WOENSDAG S JU 121 1939 HAARLEM'S DAGBD AD 7 R is een merkwaardige overeenkomst tusschen het Engelsche Palestina en het Fransche Syrië zij het ook een allesbehalve aangename overeenkomst. Ze bestaat namelijk hierin dat beide man- daatsgebieden ten prooi zijn aan hevige binnen- landsche onrust en beroering die, men weet het, in Palestina nu reeds tot vrijwel dagelijksohe moordaanslagen en schietpartijen aanleiding ge ven, terwijl Syrië er niet voor zou terugschrik ken dit sinistere voorbeeld te volgen. De jaren 1925 en 1936 hebben al doen zien, dat óók de Syriërs niet voor opstan'd en bloedige botsingen terugdeinzen en dat zij bereid zijn voor het nationale ideaal met hun leven te be talen. Meer dooden moesten er vallen en honder den werden door 't geweervuur gewond, voordat de orde kon worden hersteld. Dat was in 1936. Nu, nauwelijks drie jaren later, is de atmosfeer er weer even geladen als toen. Zooals de Engel- schen in Palestina, leven de Franschen in Syrië op het oogenblik inderdaad als op een vulkaan. En zoo blijven voor de as LondenParijs, die over haar strategische positie in de Middelland- sche Zee, vooral sinds de garantie-overeenkomst met Griekenland en het daarop gevolgde En- gelsch-Turksche Verdrag overigens niet te kla gen heeft, Palestina en Syrië, ondanks de vele pogingen tot verbetering, nog altijd de beide zwakke plekken in de verdediging. En, in ver band met den huidigen internationale toestand, zelfs gevaarlijk zwakke plekken. Het blijkt meer en meer dat Engeland het in Palestina niet kan bolwerken en dank zij de nieuwe Wit boekpoli tiek nu nog minder dan vroeger omdat het nu ook de Jóden tegen zich in het harnas heeft gejaagd terwijl Frankrijk nog maar steeds geen kans ziet om in Syrië de orde en rust te herstellen. Wat, met het oog op de bui tengewoon ingewikkelde en verwarde verhou dingen aldaar die langzamerhand een soort van politieke doolhof zijn geworden, ook eigenlijk geen wonder is. In beide mandaatsgebieden wordt, om zoo te zeggen, het water met den dag troebeler en het spreekwoord zegt het immers al dat het juist in zulk water vaak prachtig visschen is. Het be hoefde dan ook niemand te verbazen dat, behal ve verschillende binnenlandsche liefhebbers op dit gebied, sinds eenigen tijd óók een paar hengelaars uit het buitenland zijn overgekomen en nu ijverigen, zij het voorloopig dan ook nog erg behoedzaam aan het visschen zijn getogen: Duitschland en Italië. Dat maakt voor Frankrijk en Engeland de situatie nog onpleizieriger. Want de invloed van de fascistische propaganda, die dank zij propaganda-minister dr. Josef Goebbels en zijn Italiaansche collega immers bijna tot een speciale wetenschap is opgebouwd, wordt door niemand meer onderschat. En, om nog even in den hengelstijl te blijven: men is er zich van bewust dat er ook nu nog altijd onnoozele vis schen zullen zijn die, in goed vertrouwen, gre tig in het smakelijk toebereide lokaas van het tweetal looze visschers A. Hitler en Co. zullen bijten. Zoo vormen Syrië en Palestina een punt van groote bezorgdheid voor Frankrijk en Engeland. Ze hebben er de handen vol, niet alleen met een binnenlandschen, maar evengoed met een buitenlandschen vijand wiens ondergrondsche actie steeds meer voelbaar wordt. Uiteraard wordt hun positie in het Oostelijk deel der Middellandsche Zee daardoor aanzienlijk ver zwakt. En de aanleiding tot dezen kritieken toe stand? De vraag kan gemakkelijk worden be antwoord: beloften die weliswaar nadrukkelijk werden gedaan, maar desondanks niet zijn na gekomen. zijn in eerste instantie de oorzaak van al deze moeilijkheden. Engeland beloofde tijdens den wereldoorlog Palestina aan de Arabieren, maar zegde tegelijkertijd aan de Joden toe dat ze er een T.Nationaal Tehuis'' mochten stichten. Dat was natuurlijk al dadelijk principieel fout, want het is altijd verkeerd om te veel te belo ven of wel eenzelfde voordeel aan twee gega digden tegelijk toe te zeggen. Dat loopt gewoon lijk verkeerd af. Wijlen Ramsay Mac Donald heeft de toenmalige Engelsche regeering nog op het gevaarlijke en het risico van een dergelijke politiek gewezen. Echter vergeefs. Nu, twintig jaar later, wreekt zich dit dubbele spel: Joden zoowel als Arabieren eischen want daarop komt het tenslotte in de praktijk neer Pa lestina thans ieder voor zichzelf op. En Engeland staat nu voor de zware taak om temidden van bomaanslagen en overvallen van franctireurs hier de juiste oplossing te vinden. Eén ding is daarbij zeker: pantserauto's en zelfs een belangrijke legermacht zullen daartoe alleen niet in staat zijn. Met Syrië is het feitelijk niet anders. Ook daar zijn in dit geval dus door Frankrijk belof ten gedaan die nu niet worden of kunnen wor den nagekomen. Bij het Fransch-Syrisch Verdrag van 1936. dat o.m. het man'daatsgebied verdeel de in twee staten: de republieken Syrië en Groot Libanon, die elk een eigen president en parlement kregen, werd naast vevschillende an dere toezeggingen, tevens door Frankrijk beloofd dat het binnen afzienbaren tijd aan Syrië volko men onafhankelijkheid zou verleenen. Gedacht werd aan het jaar 1940. Sindsdien zijn de in ternationale verhoudingen echter belangrijk ge wijzigd. Met de dreiging van Duitschland en Italië voor zich, is het voor Frankrijk begrijpe lijkerwijs thans onmogelijk zich uit Syrië, dat bovendien nog niet eens over een eigen leger beschikt, terug te trekken. De Syriërs, deson danks star vasthoudend aan hetgeen in voor afgaande jaren in het vooruitzicht werd ge steld, kunnen of willen dit niet inzien. Vandaar de tegenwoordige moeilijkheden met de. in hoofdzaak, Mohammedaansche bevolking. En de toestand is nog heel wat gecompliceerder dan in Palestina, omdat het hier niet slechts twee partijen betreft die elkander het leven tot een hel maken, maar meer groepen en belangen gemeenschappen wier inzichten soms volkomen tegenovergesteld zijn aan elkaar en er volstrekt niet afkeerig van zijn elkander hevig te attta- qwseren en op alle mogelijke manieren dwars te zittenl jk sprak zooeven al van den „Syrischen -l-doolhof" Om daarvan eenigszins een indruk te geven zullen we een aantal van die moeilijk heden cp verwikkelingen, die overigens zoowel van politicken als van godsdienstigen aard zijn. eens enkele oogenblikken de revue laten passee. ren. Men zal dan al heel spoedig zelf kunnen constateeren, dat Frankrijk hier inderdaad met een verward complex van tegenstrijdige belan gen te doen heeft, een soort van moderne Gor- diaansche knoop. En het ergste is wel, dat een spoedige en afdoende oplossing helaas bijna on mogelijk schijnt. Zoo is daar, om te beginnen, de tegenstelling tusschen de gematigde Syriërs, die een politiek van blijvende vriendschap en samenwerking met Frankrijk voorstaan cn de nationale extremis ten die, als zij het voor het zeggen hadden, van daag nog de onafhankelijkheid van het land zouden willen uitroepen en voorgoed met de Franschen, in wie zij slechts de gehate Europee- sche overheerschers zien, willen breken. „Los van Frakrijk"! is kort en krachtig hun leuze. En dat geeft, zooals te begrijpen is, tot voort durende wrijving en agitatie tusschen beide groepen in pers, vergaderzaal en parlement aan leiding. Maar op hun beurt zijn er in het extremisti sche kamp weer die van meening verschillen over de vraag wat gedaan moet worden om zoo spoedig mogelijk het beoogde doel te bereiken. Velen van hen, vooral de jongeren zooals de studenten der hoogescholen, sympathiseeren met Duitschland dat, in zijn aloude en door Hitier weer tot nieuw leven gebrachte „Drang nach dem Osten", in hen gewaardeerde en nuttige voorposten vindt. Italië, dat door de overwel diging van het Mohammédaansche Albanië nu eenmaal veel sympathie in de Arabische wereld heeft verloren, vindt dientengevolge ook onder de Syriërs nog maar weinig vrienden meer. Maar met Duitschland staan in dit opzicht de zaken er beter voor. Zelfs reeds tot in Arabië is het Duitsche propaganda-apparaat in actie. En kennelijk niet zonder succes! Het bezoek van Khalil Ibn Saoed, die met een bijzondere opdracht van den Emir van Hedzjas naar Berlijn vertrok, heeft sterk de aandacht getrokken. Hitier ontving hem deze week persoonlijk en had een gesprek van meerdere uren met zijn Arabischen gast. De „Drag nach dem Osten" is inderdaad weer ontwaakt. Ik had gelegenheid met verschillende van deze Duitschgezinde Fransch-Aziatische onderdanen, tevens vurige aanhangers van de Pan-Arabisohe Beweging ,van gedachten te wisselen. Het was in een van hun clubhuizen te Damascus. Aan den wand de vlaggen van de verschillende Ara bische landen. Als pièce de milieu natuurlijk de Goudsche Meikaas 4E volvet, de fijnste p. pond taPÏr Ct Zaansche Koeken JJfe de echte per busJmJh jj Friesche Kruidkoek per stuks&e.B j j Pracht Javarijst 4 JL per pondspak22. I j j Fijnste Engelsche -é A Toffee's per 7s pond I jB j j Engl. Marmelade per flacon"Wte# j j Voordeeliéste Kruide niersbedr ijl in Nederland Adv. Ingez. Med.) Syrische vlag: groen, wit en zwart, met op het witte veld drie roode sterren. Ook ontbraken niet de portretten van de Arabische vorsten. Een eereplaats was ingeruimd voor den eenige maanden geleden bij een auto-ongeluk om het leven gekomen populairen koning van Irak, Ghazi I, en diens zoontje Faisal II, de toekom stige heerscher der Irakiërs. Want er bestaat in deze kringen een groote sympathie voor het vorstenhuis van Irak en velen zien de beste op lossing voor den huidigen politieken chaos in een „Anschluss" van Syrië bij Irak, eventueel in federatief verband. Het aantal Syriërs dat men, het knoopsgat getooid met een geëmailleerd in signe waarop koning Ghazi of de kleine Faisal is afgebeeld, in de straten van Damascus en andere Syrische steden tegenkomt, is opvallend groot. Laat ik terloops hier nog even opmer ken dat er ook een groep Syriërs is, onder lei ding van oud-minister Nassib Bakri, die om den chaos nog wat grooter te maken! voor standers zijn van een aansluiting bij Transjor- danië, den Arabischen staat van Emir Abdoel- lah. Men ziet het: een staatkundige „embarras de choix", maar met als hoofddoel los van Frankrijk! „Maar nu moeten jullie me toch ook nog eens vertellen, zoo vroeg ik mijn gaslheeren in het Damascener clubhuis op het laatst op den man af, waarom de sympathieën hier zoo sterk uit gaan naar Nazï-Duitschland"? Wc hadden on der het genot van Arabische koffie en dito ra- diomuziek prettig en ongedwongen met elkander gesproken en dus had ik goede hoop dat'ze ten slotte ook op dit punt onomwonden voor hun meening zouden uitkomen. Nu, dat gebeurde dan ook en zelfs op een verbluffend openhartige manier. „Met alle genoegen, lui'dde dadelijk het antwoord, we zullen het u precies zeggen: „wij sympatihiseeren met de Duitschers in het alge meen omdat het de uitgesproken vijanden van onze overheerschers, de Franschen. zijn, en in het bijzonder omdat wij bewondering hebben voor de Duitsche werkkracht en organisatie kunde die uit een tegen zichzelf verdeeld land een krachtige eenheidsstaat hebben weten op te bouwen. Ziet u, dat trekt ons aan. Syrië is nu nog als het Duitschland van voorheen precies zoo tegen zichzelf verdeeld. Daarom nemen we nu het .Reich" als voorbeeld en hopen we van Syrië een even sterke en gerespecteerde staat te maken".... Aldus deze nationalisten. Maar nu meene men weet niet, dat in alle kringen van de Arabische wereld In het Nabije Oosten de sympathie op het oogenblik naar Nazi-Duitschland uitgaat. Dat het tegendeel evenzeer het geval is, bewees dezer dagen nog de in bijzonder krasse termen vervatte uit spraak van de „Club Arabe de Damas" die op de volgende wijze in dit opzicht van haar ge voelens blijk gaf: ..Laten we het maar eens na drukkelijk zeggen dat wij als nationaal-Arabische organisatie, lijnrecht staan tegenover lieden die de rassentheorie verkondigen en daarbij de Ara bieren op de 14e sport van de ladder der men- schelijke rassen wenschen te plaatsen. En we willen het den Duitschers dan ook wel even zeg gen, dat ze er niet op moeten rekenen ons met hun radiopropaganda tegen de Engelsche Pa- lestinapolitïek op een dwaalspoor te kunnen brengen omtrent hun ware bedoelingen. We we ten immers maar al te goed dat onze rechten en belangen voor hen tenslotte niets anders zijn dan anti-Britsche propagandamiddelen. Wij voelen er, kortweg gezegd, niets voor om met het juk van de imperialistische overheersching der totalitaire staten te worden gelukkig ge maakt"! Aldus de club Men ziet het ook hier weer, zoowel op het terrein van de binnenlandsche als op dat van de buitenlandsche politiek zijn de Syriërs het onder elkaar nu niet bepaald erg eens. En zoo bouwen zij naarstig en gezamenlijk aan een doolhof waarin zij op het laatst zelf onherroepelijk moe ten verdwalen. En bleef het nog maar hierbij! Maar helaas, in Syrië beschikt men om zoo te zeggen over een geheel arsenaal van moeilijkheden en strubbe lingen van allerlei vorm en aard. Want behalve de politieke tegenstellingen zijn er óók nog de godsdienstige. En vooral deze laatste maken er de atmosfeer zoo benauwend en gevaarlijk. In Syrië, met zijn 2% millioen inwoners, vindt men behalve verschillende religieuze secten, als hoofdgroepen de Christenen en de Mohamme danen. Met uitzondering van de Libaneesche Republiek waar, evenals in de hoofdstad Bey routh zelf, de Christenen een kleine meerder heid vormen, hebben nochtans in Syrië als ge heel genomen de Mohammedanen sterk de over hand. En voor de Fransche regeering wordt de bestuurstaak des te zwaarder, waar juist óók op godsdienstig gebied de toestand nu zeer acuut is geworden als een gevolg van de onverdraag zaamheid van de leidende Mohammedanen die niet bereid zijn de positie der Christelijke min derheid in een voor deze niet al te ongunstigen zin te regelen. Als een gevolg van deze houding moest een regeling die op grond van het Fransch Syrisch Verdrag voor de Christenen werd ge troffen en reeds van kracht was, onlangs weer worden opgeschort, terwijl de Mohammedanen De groote spoorwegtentoonstelling te Amsterdam is in aanbouw. Een compleet spoorweg-emplacement met perrons, seinpalen, wissels enz. is op het terrein aan het Frederiksplein in de hoofdstad in wording thans zelfs de volledige intrekking daarvan ver langen. De Christelijke gemeenschap heeft nu een dringend en hartstochtelijk beroep gedaan op Frankrijk om te beletten dat zij, zooals haar woordvoerders het uitdrukken, onder de voogdij zal komen te staan van een theocratische Mo hammedaansche macht. Wat moet of misschien beter gezegd wat kan ondér deze omstandigheden Frankrijk doen? Er is bijna geen uitweg te vinden. Kiest het in deze kwestie de zijde der Mohammeda nen. dan offert het de Christenen, die overigens bovendien zijn politieke vrienden en steunpila ren zijn, op. Gaat 't daarentegen met de laatst genoemden mee, dan wordt de agitatie onder de overgroote Mohammedaansche massa der be volking van het politiek terrein tevens gebracht op dat van den godsdienst: een buitengewoon gevaarlijk experiment in een land waar gods dienstig fanatisme en een historische achter grond van heilige oorlogen tot alles leiden kan. Vooral in Damascus, waar zooveel plaatsen en eeuwenoude moskeeën dagelijks de roemrijke perioden der Omayaden en van een Sultan Sala- din in de herinnering roepen, is de bevolking onverzettelijk in haar eischen. EN alsof dit alles nog niet genoeg is, ont staat er den laatsten tijd een steeds groo- tere wrijving met sommige zich min of meer onafhankelijk gevoelende bevolkingsgroepen, zooals de Alouïten en dc Djebel Druzen die, van meening dat voor hen nu het goede moment is gekomc-n, een actie voor autonomie zijn be gonnen. Zij voelen niets voor het Fransch be wind, maar willen evenmin onder het centraal bestuur van de Mohammedanen te Damascus staan. Dus wordt dan nu maar eens geijverd voor zelfbestuur. En dan is daar tenslotte óók nog de pijnlijke kwestie van de „Sandjak Alexandrette". het ge bied in Noord-Syrië dat door Frankrijk prac- tisch reeds aan Turkije is afgestaan als tege moetkoming aan de eischen der Turksche re geering die Alexandrette, dat inderdaad een pvejwegend Turksche bevolking heeft, wil an- nexeeren. Dit heeft begrijpelijkerwijs de stem ming der Syriërs nog meer geprikkeld, want bezig om van Syrië een vrijen staat te maken, voelen zij er uiteraard minder dan niets voor om nu al dadelijk een stuk Syrisch grondgebied aan anderen, en dat juist nog wel aan hun oude tegenstanders, de Turken, af te staan. En dus keert in de Sandjakkwestie hun woede zich te gelijk zoowel tegen Frankrijk als tegen Turkije, met weer de kans op incidenten met laatstge noemd land. Maar genoeg! Ik geloof dat de enkele punten, die thans genoemd zijn, wel voldoende een in druk geven van de buitengewoon zware taak, die in het bijzonder rust op de schouders van den Franschen Hoogen Commissaris voor Syrië en Groot Libanon, den heer Puaux, om dit man- daatsgebied voor nog erger complicaties te be hoeden en tevens de belangen van Frankrijk veilig te stellen. En dat, terwijl de totalitaire staten onvermoeid zijn in actie en propaganda. Het zal dan ook niemand moeten verwonderen als bij het uitbreken van een nieuwen Euro- peeschen oorlog zoowel Syrië als Palestina deze gelegenheid aanstonds zullen aangrijpen om in opstand te komen en te trachten aldus het na tionale ideaal in korten tijd werkelijkheid te doen worden. lrEen oorlog kan ons, Syriërs, niets dan goeds brengen", zei mij een van hen. En hij sprak in vollen ernst en met de overtui ging van iemand die zeker is van zijn zaak. Maar voorloopig is het nog niet zoover. En het is, vooral ook in het belang van den wereld vrede, te hopen dat Frankrijk en Engeland er in zullen slagen in Syrië en Palestina de orde en rust te herstellen. Want de tegenwoordige toestand daar is inderdaad onhoudbaar en moet eerder of later onherroepelijk tot een noodlot tige explosie leiden. Wanneer het Nabije Oosten eenmaal in brand staat, kan het vuur zich im mers over geheel Europa verbreiden! 45 BEKENDE MERKEN - Ook in huurkoop. DE STOFZUIGER CENTRALE HAGEMAN, GED. OUDE GRACHT 52 - TELEF. 12762 (Adv. Ingez. Med.) Tewerkstelling van werkloozen. Niet-Haarlemmers uitgesloten. Dezer dagen heeft een bijeenkomst ten stadhuize plaats gehad ter bespreking van de uit te voeren werken in verband met de aan te stellen werkkrachten. Voorzitter was wethouder Reinalda en te vens was wethouder van Lïemt aanwezig. Ver der ir. Maas. directeur van Openbare Werken, de heeren Vader en Koen van de Arbeids beurs. het bestuur van de aannemersorgani satie en vertegenwoordigers van de werkne mersbonden. Er werd volkomen overeenstemming be reikt omtrent de te volgen gedragslijn, waar door verschillende werkloozen te werk kun nen worden gesteld en het aannemen van buiten de gemeente wonenden niet zal plaats vinden. JUBILEA AAN DE CENTRALE WERKPLAATS Op 6 Juli a.s. zal de heer C. J. van Sonsbeek wagenmaker aan de Centrale Werkplaats, zijn 25-jarig dienstjubileum vieren en op 7 Juli a.s. de heer H. Bosscher, arbeider aan de Cen trale Werkplaats. BRIDGECLUB HAARLEM-NOORD. Zomercompetitie. Het aantal deelnemers is tot 50 gestegen. De ranglijst is nu als volgt: score m.p. Hr. en mevr. Walter plus 3440 8 Heeren Dekker-v. d. Bogaard pl. 9170 6 heeren F. GausC. Smit plus 6800 6 heeren B. BrasserS. Gaus plus 1320 6 heer en mevr. Wiegmink plus 810 6 heeren KuilMartin plus 3730 5 heeren F. Pigge—Groeneberg pl. 850 5 heeren Toeset— „Partner" plus 820 5 heeren Appelboom-Dijkman pl. 3890 4 heeren Keurvan Es plus 910 4 heeren Schilp—v. d. Weijden min 50 4 mevr. Bravehr. v. Alphen min 370 4 Overige deelnemers minder aan 4 match- punten. VOORLAATSTE AVONDSTILTE. Het programma van de vijfde de voor laatst Avondstilte, Donderdag 6 Juli 8.15 uur in de Begijnehofkapel, luidt als volgt: meditatie en leiding van den avond: ds Ch de Beus. Ned. Herv. Pred. te O verveen: cello mej. Hendr. Hessels. zang alt» Cath. Hessels. orgel de heer P. Chr. van Westering. (Adv. Ingez. Med.) HET TOONEEL in Amsterdam. Het is feest in Amsterdam, want Buziau treedt er deze maand op in den Stadsschouwburg en hij doet er de menschen alle zorgen en spanning voor enkele uren vergeten. „Feest" heeft me vrouw Bouwmeester-Sandbergen dit jaar haar revue genoemd en er is nauwelijks feestelijker begin denkbaar dan het eerste tafereel, dat de herinnering opwekt aan de kroningsfeesten in 1898. Vooral bij ons, ouderen, springt het hart op, wanneer het doek open gaat en wij de dames van het ballet in /ie costuums van het kronings jaar daar op het tooneel voor een heuschen draaimolen zien en de „Schlagers" uit dien tijd hooren zingen Hoe bekend klonk mij dat alles in de oorenDaisy, Daisy En we zijn ge gaan, al naar de Maliebaan O, die lieve Zwartkop Draai maar aan het touwtje en de wieg zal gaan En m'n hartje klopt van rik ketik, wat zal er nou gebeuren Daar heb je Pietje, daar heb je Pietje Puk.... O, het zijn geen verheven liederen, maar ze roepen dien goeden, ouden tijd voor je op, toen er nog vrede en rust in de wereld was. Feestelijk van kleur is het ook en de zaal komt geheel in de stemming, wanneer eerst Job Kaart in de gedaante van Jaap, den aapjeskoetsier ver schijnt. daarna Aaf Bouber, als zijn vrouw en tenslotte Buus, die voor dit feest zich gestoken heeft in het pak van Baron Buus van Gijn. En wanneer dan de draaimolen gaat draaien, dan is eerst recht het hek van den dam. In het tweede tafereel zien wij het gezelschap op de tribune voor het oude Paleis voor Volks vlijt, baron Buus naast de vrouw van Jaap en de aapjeskoetsier zelf op den uitersten hoek. Het is een genot op zichzelf Buus heel familiaar daar alle kennissen en familieleden uit den stoet te zien begroeten en de gesprekken aan te hoo ren tusschen Buziau en Aaf Bouber. En dan krijgen wij, zoo waar, in hét derde tafereel de gouden koets te zien op den Dam waar als in een sprookje, want het is nu eenmaal een revue Javaansche en Balineesche dansers en danseressen voor de oude Beurs hulde brengen aan de jonge Koningin. Zelden zagen wij een joyeuser begin van een revue en het is ook verder een feest van kleuren geworden zooals in het ballet „Vogues de Paris", dat van fijne distinctie is. Zomer en Winter en De Oosiersche Legende. En iets zeer bijzonders is het Exotische Eiland, waarin zoo waar het oude ballet met „kunst en vliegwerk'' van 100 jaar geleden herleefde, en de exotische vogels in menschengedaante door de lucht vlogen en het geheel door de licht effecten een wel zeer bizarren indruk maakte. Mevrouw Bouwmeester-Sandbergen is een vrouw van smaak en zij heeft in de ensembles in Feest al haar vorige revues overtroffen, zoo zelfs dat wij ons afvroegen, hoe hier in volgende re vues nog een climax mogelijk zal zijn. Maar wij komen bij „Feest" toch voorname lijk om Buziau, ,die zich ook nu weer den ge- nialen komiek toont. Hij is als altijd op volle kracht, eerst in de rammelende oude auto, die „panne" heeft op den weg tusschen Amster dam en Haarlem, dan als bediende bij een kaas handelaar, verder als den philosophischen nacht waker, een muzikale dienstmaagd en een gele genheidsdichter. Zou er een tweede komiek in de wereld be staan, die zoo Jan Klaassen in de poppenkast voor ons oproept, zooals Buziau het doet in de sketch „De Val naar. Beneden". Dat is in zijn marionetten-bewegingen kortweg geniaal. En wie vult zoo op zijn eentje het tooneel van den stads schouwburg als Buus in het geestige nummer De gelegenheidsdichter", die vooral van mimiek onovertrefbaar is. Joh. Kaart staat hem als altijd uitstekend ter zijde vooral als de goedlachsche kaashande laar maar hij is toch meer acteur dan revue komiek. Ook Aaf Bouber weet nog niet zpo op de zaal te spelen als wij dit van de geboren re- vue-commères gewend zijn, wat niet te verwon deren is van een artiste, die heel haar leven het i-oetlicht als de „vierde wand" heeft beschouwd. In Anna Rimskaja bezit het gezelschap een voortreffelijke danseres en ook in het ballet za gen wij eenige krachten die ver boven het ge wone revue-peil uitgaan. Zoo is dit .Feest" wel een der beste revues welke wij ooit in ons land hebben gezien. Zij zal ook zeker by haar komst in Haarlem volle zalen trekken. J. B. SCHUIL,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 11