KARELI
Syrië en Palestina
E'
STOFZUIGERS
Qe zwakke plekken
in de as Londen-Parijs
De Syrische doolhof
ALBERT HEIJN
FEEST
WOENSDAG S JU 121 1939
HAARLEM'S DAGBD
AD
7
R is een merkwaardige overeenkomst
tusschen het Engelsche Palestina en
het Fransche Syrië zij het ook een
allesbehalve aangename overeenkomst.
Ze bestaat namelijk hierin dat beide man-
daatsgebieden ten prooi zijn aan hevige binnen-
landsche onrust en beroering die, men weet het,
in Palestina nu reeds tot vrijwel dagelijksohe
moordaanslagen en schietpartijen aanleiding ge
ven, terwijl Syrië er niet voor zou terugschrik
ken dit sinistere voorbeeld te volgen.
De jaren 1925 en 1936 hebben al doen zien, dat
óók de Syriërs niet voor opstan'd en bloedige
botsingen terugdeinzen en dat zij bereid zijn
voor het nationale ideaal met hun leven te be
talen. Meer dooden moesten er vallen en honder
den werden door 't geweervuur gewond, voordat
de orde kon worden hersteld. Dat was in 1936.
Nu, nauwelijks drie jaren later, is de atmosfeer
er weer even geladen als toen. Zooals de Engel-
schen in Palestina, leven de Franschen in Syrië
op het oogenblik inderdaad als op een vulkaan.
En zoo blijven voor de as LondenParijs, die
over haar strategische positie in de Middelland-
sche Zee, vooral sinds de garantie-overeenkomst
met Griekenland en het daarop gevolgde En-
gelsch-Turksche Verdrag overigens niet te kla
gen heeft, Palestina en Syrië, ondanks de vele
pogingen tot verbetering, nog altijd de beide
zwakke plekken in de verdediging. En, in ver
band met den huidigen internationale toestand,
zelfs gevaarlijk zwakke plekken. Het blijkt
meer en meer dat Engeland het in Palestina niet
kan bolwerken en dank zij de nieuwe Wit
boekpoli tiek nu nog minder dan vroeger omdat
het nu ook de Jóden tegen zich in het harnas
heeft gejaagd terwijl Frankrijk nog maar
steeds geen kans ziet om in Syrië de orde en
rust te herstellen. Wat, met het oog op de bui
tengewoon ingewikkelde en verwarde verhou
dingen aldaar die langzamerhand een soort van
politieke doolhof zijn geworden, ook eigenlijk
geen wonder is.
In beide mandaatsgebieden wordt, om zoo te
zeggen, het water met den dag troebeler en het
spreekwoord zegt het immers al dat het juist in
zulk water vaak prachtig visschen is. Het be
hoefde dan ook niemand te verbazen dat, behal
ve verschillende binnenlandsche liefhebbers op
dit gebied, sinds eenigen tijd óók een paar
hengelaars uit het buitenland zijn overgekomen
en nu ijverigen, zij het voorloopig dan ook nog
erg behoedzaam aan het visschen zijn getogen:
Duitschland en Italië. Dat maakt voor Frankrijk
en Engeland de situatie nog onpleizieriger. Want
de invloed van de fascistische propaganda, die
dank zij propaganda-minister dr. Josef Goebbels
en zijn Italiaansche collega immers bijna tot een
speciale wetenschap is opgebouwd, wordt door
niemand meer onderschat. En, om nog even in
den hengelstijl te blijven: men is er zich van
bewust dat er ook nu nog altijd onnoozele vis
schen zullen zijn die, in goed vertrouwen, gre
tig in het smakelijk toebereide lokaas van het
tweetal looze visschers A. Hitler en Co. zullen
bijten.
Zoo vormen Syrië en Palestina een punt van
groote bezorgdheid voor Frankrijk en Engeland.
Ze hebben er de handen vol, niet alleen met
een binnenlandschen, maar evengoed met een
buitenlandschen vijand wiens ondergrondsche
actie steeds meer voelbaar wordt. Uiteraard
wordt hun positie in het Oostelijk deel der
Middellandsche Zee daardoor aanzienlijk ver
zwakt.
En de aanleiding tot dezen kritieken toe
stand? De vraag kan gemakkelijk worden be
antwoord: beloften die weliswaar nadrukkelijk
werden gedaan, maar desondanks niet zijn na
gekomen. zijn in eerste instantie de oorzaak van
al deze moeilijkheden. Engeland beloofde tijdens
den wereldoorlog Palestina aan de Arabieren,
maar zegde tegelijkertijd aan de Joden toe dat
ze er een T.Nationaal Tehuis'' mochten stichten.
Dat was natuurlijk al dadelijk principieel fout,
want het is altijd verkeerd om te veel te belo
ven of wel eenzelfde voordeel aan twee gega
digden tegelijk toe te zeggen. Dat loopt gewoon
lijk verkeerd af. Wijlen Ramsay Mac Donald
heeft de toenmalige Engelsche regeering nog op
het gevaarlijke en het risico van een dergelijke
politiek gewezen. Echter vergeefs. Nu, twintig
jaar later, wreekt zich dit dubbele spel: Joden
zoowel als Arabieren eischen want daarop
komt het tenslotte in de praktijk neer Pa
lestina thans ieder voor zichzelf op.
En Engeland staat nu voor de zware taak om
temidden van bomaanslagen en overvallen van
franctireurs hier de juiste oplossing te vinden.
Eén ding is daarbij zeker: pantserauto's en zelfs
een belangrijke legermacht zullen daartoe alleen
niet in staat zijn.
Met Syrië is het feitelijk niet anders. Ook daar
zijn in dit geval dus door Frankrijk belof
ten gedaan die nu niet worden of kunnen wor
den nagekomen. Bij het Fransch-Syrisch Verdrag
van 1936. dat o.m. het man'daatsgebied verdeel
de in twee staten: de republieken Syrië en
Groot Libanon, die elk een eigen president en
parlement kregen, werd naast vevschillende an
dere toezeggingen, tevens door Frankrijk beloofd
dat het binnen afzienbaren tijd aan Syrië volko
men onafhankelijkheid zou verleenen. Gedacht
werd aan het jaar 1940. Sindsdien zijn de in
ternationale verhoudingen echter belangrijk ge
wijzigd. Met de dreiging van Duitschland en
Italië voor zich, is het voor Frankrijk begrijpe
lijkerwijs thans onmogelijk zich uit Syrië, dat
bovendien nog niet eens over een eigen leger
beschikt, terug te trekken. De Syriërs, deson
danks star vasthoudend aan hetgeen in voor
afgaande jaren in het vooruitzicht werd ge
steld, kunnen of willen dit niet inzien. Vandaar
de tegenwoordige moeilijkheden met de. in
hoofdzaak, Mohammedaansche bevolking. En de
toestand is nog heel wat gecompliceerder dan
in Palestina, omdat het hier niet slechts twee
partijen betreft die elkander het leven tot een
hel maken, maar meer groepen en belangen
gemeenschappen wier inzichten soms volkomen
tegenovergesteld zijn aan elkaar en er volstrekt
niet afkeerig van zijn elkander hevig te attta-
qwseren en op alle mogelijke manieren dwars
te zittenl
jk sprak zooeven al van den „Syrischen
-l-doolhof" Om daarvan eenigszins een indruk
te geven zullen we een aantal van die moeilijk
heden cp verwikkelingen, die overigens zoowel
van politicken als van godsdienstigen aard zijn.
eens enkele oogenblikken de revue laten passee.
ren. Men zal dan al heel spoedig zelf kunnen
constateeren, dat Frankrijk hier inderdaad met
een verward complex van tegenstrijdige belan
gen te doen heeft, een soort van moderne Gor-
diaansche knoop. En het ergste is wel, dat een
spoedige en afdoende oplossing helaas bijna on
mogelijk schijnt.
Zoo is daar, om te beginnen, de tegenstelling
tusschen de gematigde Syriërs, die een politiek
van blijvende vriendschap en samenwerking met
Frankrijk voorstaan cn de nationale extremis
ten die, als zij het voor het zeggen hadden, van
daag nog de onafhankelijkheid van het land
zouden willen uitroepen en voorgoed met de
Franschen, in wie zij slechts de gehate Europee-
sche overheerschers zien, willen breken. „Los
van Frakrijk"! is kort en krachtig hun leuze.
En dat geeft, zooals te begrijpen is, tot voort
durende wrijving en agitatie tusschen beide
groepen in pers, vergaderzaal en parlement aan
leiding.
Maar op hun beurt zijn er in het extremisti
sche kamp weer die van meening verschillen
over de vraag wat gedaan moet worden om zoo
spoedig mogelijk het beoogde doel te bereiken.
Velen van hen, vooral de jongeren zooals de
studenten der hoogescholen, sympathiseeren met
Duitschland dat, in zijn aloude en door Hitier
weer tot nieuw leven gebrachte „Drang nach
dem Osten", in hen gewaardeerde en nuttige
voorposten vindt. Italië, dat door de overwel
diging van het Mohammédaansche Albanië nu
eenmaal veel sympathie in de Arabische wereld
heeft verloren, vindt dientengevolge ook onder
de Syriërs nog maar weinig vrienden meer.
Maar met Duitschland staan in dit opzicht de
zaken er beter voor. Zelfs reeds tot in Arabië
is het Duitsche propaganda-apparaat in actie.
En kennelijk niet zonder succes! Het bezoek
van Khalil Ibn Saoed, die met een bijzondere
opdracht van den Emir van Hedzjas naar Berlijn
vertrok, heeft sterk de aandacht getrokken.
Hitier ontving hem deze week persoonlijk en
had een gesprek van meerdere uren met zijn
Arabischen gast. De „Drag nach dem Osten" is
inderdaad weer ontwaakt.
Ik had gelegenheid met verschillende van deze
Duitschgezinde Fransch-Aziatische onderdanen,
tevens vurige aanhangers van de Pan-Arabisohe
Beweging ,van gedachten te wisselen. Het was
in een van hun clubhuizen te Damascus. Aan
den wand de vlaggen van de verschillende Ara
bische landen. Als pièce de milieu natuurlijk de
Goudsche Meikaas 4E
volvet, de fijnste p. pond taPÏr Ct
Zaansche Koeken JJfe
de echte per busJmJh jj
Friesche Kruidkoek
per stuks&e.B j j
Pracht Javarijst 4 JL
per pondspak22. I j j
Fijnste Engelsche -é A
Toffee's per 7s pond I jB j j
Engl. Marmelade
per flacon"Wte# j j
Voordeeliéste Kruide niersbedr ijl
in Nederland
Adv. Ingez. Med.)
Syrische vlag: groen, wit en zwart, met op het
witte veld drie roode sterren. Ook ontbraken
niet de portretten van de Arabische vorsten. Een
eereplaats was ingeruimd voor den eenige
maanden geleden bij een auto-ongeluk om het
leven gekomen populairen koning van Irak,
Ghazi I, en diens zoontje Faisal II, de toekom
stige heerscher der Irakiërs. Want er bestaat in
deze kringen een groote sympathie voor het
vorstenhuis van Irak en velen zien de beste op
lossing voor den huidigen politieken chaos in
een „Anschluss" van Syrië bij Irak, eventueel in
federatief verband. Het aantal Syriërs dat men,
het knoopsgat getooid met een geëmailleerd in
signe waarop koning Ghazi of de kleine Faisal
is afgebeeld, in de straten van Damascus en
andere Syrische steden tegenkomt, is opvallend
groot. Laat ik terloops hier nog even opmer
ken dat er ook een groep Syriërs is, onder lei
ding van oud-minister Nassib Bakri, die om
den chaos nog wat grooter te maken! voor
standers zijn van een aansluiting bij Transjor-
danië, den Arabischen staat van Emir Abdoel-
lah. Men ziet het: een staatkundige „embarras
de choix", maar met als hoofddoel los van
Frankrijk!
„Maar nu moeten jullie me toch ook nog eens
vertellen, zoo vroeg ik mijn gaslheeren in het
Damascener clubhuis op het laatst op den man
af, waarom de sympathieën hier zoo sterk uit
gaan naar Nazï-Duitschland"? Wc hadden on
der het genot van Arabische koffie en dito ra-
diomuziek prettig en ongedwongen met elkander
gesproken en dus had ik goede hoop dat'ze ten
slotte ook op dit punt onomwonden voor hun
meening zouden uitkomen. Nu, dat gebeurde
dan ook en zelfs op een verbluffend openhartige
manier. „Met alle genoegen, lui'dde dadelijk het
antwoord, we zullen het u precies zeggen: „wij
sympatihiseeren met de Duitschers in het alge
meen omdat het de uitgesproken vijanden van
onze overheerschers, de Franschen. zijn, en in
het bijzonder omdat wij bewondering hebben
voor de Duitsche werkkracht en organisatie
kunde die uit een tegen zichzelf verdeeld land
een krachtige eenheidsstaat hebben weten op te
bouwen. Ziet u, dat trekt ons aan. Syrië is nu
nog als het Duitschland van voorheen precies
zoo tegen zichzelf verdeeld. Daarom nemen we
nu het .Reich" als voorbeeld en hopen we van
Syrië een even sterke en gerespecteerde staat
te maken".... Aldus deze nationalisten.
Maar nu meene men weet niet, dat in alle
kringen van de Arabische wereld In het Nabije
Oosten de sympathie op het oogenblik naar
Nazi-Duitschland uitgaat. Dat het tegendeel
evenzeer het geval is, bewees dezer dagen nog
de in bijzonder krasse termen vervatte uit
spraak van de „Club Arabe de Damas" die op
de volgende wijze in dit opzicht van haar ge
voelens blijk gaf: ..Laten we het maar eens na
drukkelijk zeggen dat wij als nationaal-Arabische
organisatie, lijnrecht staan tegenover lieden die
de rassentheorie verkondigen en daarbij de Ara
bieren op de 14e sport van de ladder der men-
schelijke rassen wenschen te plaatsen. En we
willen het den Duitschers dan ook wel even zeg
gen, dat ze er niet op moeten rekenen ons met
hun radiopropaganda tegen de Engelsche Pa-
lestinapolitïek op een dwaalspoor te kunnen
brengen omtrent hun ware bedoelingen. We we
ten immers maar al te goed dat onze rechten
en belangen voor hen tenslotte niets anders zijn
dan anti-Britsche propagandamiddelen. Wij
voelen er, kortweg gezegd, niets voor om met
het juk van de imperialistische overheersching
der totalitaire staten te worden gelukkig ge
maakt"! Aldus de club
Men ziet het ook hier weer, zoowel op het
terrein van de binnenlandsche als op dat van de
buitenlandsche politiek zijn de Syriërs het onder
elkaar nu niet bepaald erg eens. En zoo bouwen
zij naarstig en gezamenlijk aan een doolhof
waarin zij op het laatst zelf onherroepelijk moe
ten verdwalen.
En bleef het nog maar hierbij! Maar helaas,
in Syrië beschikt men om zoo te zeggen over een
geheel arsenaal van moeilijkheden en strubbe
lingen van allerlei vorm en aard. Want behalve
de politieke tegenstellingen zijn er óók nog de
godsdienstige. En vooral deze laatste maken er
de atmosfeer zoo benauwend en gevaarlijk. In
Syrië, met zijn 2% millioen inwoners, vindt men
behalve verschillende religieuze secten, als
hoofdgroepen de Christenen en de Mohamme
danen. Met uitzondering van de Libaneesche
Republiek waar, evenals in de hoofdstad Bey
routh zelf, de Christenen een kleine meerder
heid vormen, hebben nochtans in Syrië als ge
heel genomen de Mohammedanen sterk de over
hand. En voor de Fransche regeering wordt de
bestuurstaak des te zwaarder, waar juist óók op
godsdienstig gebied de toestand nu zeer acuut is
geworden als een gevolg van de onverdraag
zaamheid van de leidende Mohammedanen die
niet bereid zijn de positie der Christelijke min
derheid in een voor deze niet al te ongunstigen
zin te regelen. Als een gevolg van deze houding
moest een regeling die op grond van het Fransch
Syrisch Verdrag voor de Christenen werd ge
troffen en reeds van kracht was, onlangs weer
worden opgeschort, terwijl de Mohammedanen
De groote spoorwegtentoonstelling te Amsterdam is in aanbouw. Een
compleet spoorweg-emplacement met perrons, seinpalen, wissels enz.
is op het terrein aan het Frederiksplein in de hoofdstad in wording
thans zelfs de volledige intrekking daarvan ver
langen. De Christelijke gemeenschap heeft nu
een dringend en hartstochtelijk beroep gedaan
op Frankrijk om te beletten dat zij, zooals haar
woordvoerders het uitdrukken, onder de voogdij
zal komen te staan van een theocratische Mo
hammedaansche macht.
Wat moet of misschien beter gezegd
wat kan ondér deze omstandigheden Frankrijk
doen? Er is bijna geen uitweg te vinden. Kiest
het in deze kwestie de zijde der Mohammeda
nen. dan offert het de Christenen, die overigens
bovendien zijn politieke vrienden en steunpila
ren zijn, op. Gaat 't daarentegen met de laatst
genoemden mee, dan wordt de agitatie onder de
overgroote Mohammedaansche massa der be
volking van het politiek terrein tevens gebracht
op dat van den godsdienst: een buitengewoon
gevaarlijk experiment in een land waar gods
dienstig fanatisme en een historische achter
grond van heilige oorlogen tot alles leiden kan.
Vooral in Damascus, waar zooveel plaatsen en
eeuwenoude moskeeën dagelijks de roemrijke
perioden der Omayaden en van een Sultan Sala-
din in de herinnering roepen, is de bevolking
onverzettelijk in haar eischen.
EN alsof dit alles nog niet genoeg is, ont
staat er den laatsten tijd een steeds groo-
tere wrijving met sommige zich min of meer
onafhankelijk gevoelende bevolkingsgroepen,
zooals de Alouïten en dc Djebel Druzen die, van
meening dat voor hen nu het goede moment
is gekomc-n, een actie voor autonomie zijn be
gonnen. Zij voelen niets voor het Fransch be
wind, maar willen evenmin onder het centraal
bestuur van de Mohammedanen te Damascus
staan. Dus wordt dan nu maar eens geijverd
voor zelfbestuur.
En dan is daar tenslotte óók nog de pijnlijke
kwestie van de „Sandjak Alexandrette". het ge
bied in Noord-Syrië dat door Frankrijk prac-
tisch reeds aan Turkije is afgestaan als tege
moetkoming aan de eischen der Turksche re
geering die Alexandrette, dat inderdaad een
pvejwegend Turksche bevolking heeft, wil an-
nexeeren. Dit heeft begrijpelijkerwijs de stem
ming der Syriërs nog meer geprikkeld, want
bezig om van Syrië een vrijen staat te maken,
voelen zij er uiteraard minder dan niets voor
om nu al dadelijk een stuk Syrisch grondgebied
aan anderen, en dat juist nog wel aan hun oude
tegenstanders, de Turken, af te staan. En dus
keert in de Sandjakkwestie hun woede zich te
gelijk zoowel tegen Frankrijk als tegen Turkije,
met weer de kans op incidenten met laatstge
noemd land.
Maar genoeg! Ik geloof dat de enkele punten,
die thans genoemd zijn, wel voldoende een in
druk geven van de buitengewoon zware taak,
die in het bijzonder rust op de schouders van
den Franschen Hoogen Commissaris voor Syrië
en Groot Libanon, den heer Puaux, om dit man-
daatsgebied voor nog erger complicaties te be
hoeden en tevens de belangen van Frankrijk
veilig te stellen. En dat, terwijl de totalitaire
staten onvermoeid zijn in actie en propaganda.
Het zal dan ook niemand moeten verwonderen
als bij het uitbreken van een nieuwen Euro-
peeschen oorlog zoowel Syrië als Palestina deze
gelegenheid aanstonds zullen aangrijpen om in
opstand te komen en te trachten aldus het na
tionale ideaal in korten tijd werkelijkheid te
doen worden. lrEen oorlog kan ons, Syriërs,
niets dan goeds brengen", zei mij een van hen.
En hij sprak in vollen ernst en met de overtui
ging van iemand die zeker is van zijn zaak.
Maar voorloopig is het nog niet zoover. En
het is, vooral ook in het belang van den wereld
vrede, te hopen dat Frankrijk en Engeland er
in zullen slagen in Syrië en Palestina de orde
en rust te herstellen. Want de tegenwoordige
toestand daar is inderdaad onhoudbaar en moet
eerder of later onherroepelijk tot een noodlot
tige explosie leiden. Wanneer het Nabije Oosten
eenmaal in brand staat, kan het vuur zich im
mers over geheel Europa verbreiden!
45 BEKENDE MERKEN - Ook in huurkoop.
DE STOFZUIGER CENTRALE HAGEMAN,
GED. OUDE GRACHT 52 - TELEF. 12762
(Adv. Ingez. Med.)
Tewerkstelling van werkloozen.
Niet-Haarlemmers uitgesloten.
Dezer dagen heeft een bijeenkomst ten
stadhuize plaats gehad ter bespreking van
de uit te voeren werken in verband met de aan
te stellen werkkrachten.
Voorzitter was wethouder Reinalda en te
vens was wethouder van Lïemt aanwezig. Ver
der ir. Maas. directeur van Openbare Werken,
de heeren Vader en Koen van de Arbeids
beurs. het bestuur van de aannemersorgani
satie en vertegenwoordigers van de werkne
mersbonden.
Er werd volkomen overeenstemming be
reikt omtrent de te volgen gedragslijn, waar
door verschillende werkloozen te werk kun
nen worden gesteld en het aannemen van
buiten de gemeente wonenden niet zal plaats
vinden.
JUBILEA AAN DE CENTRALE WERKPLAATS
Op 6 Juli a.s. zal de heer C. J. van Sonsbeek
wagenmaker aan de Centrale Werkplaats, zijn
25-jarig dienstjubileum vieren en op 7 Juli a.s.
de heer H. Bosscher, arbeider aan de Cen
trale Werkplaats.
BRIDGECLUB HAARLEM-NOORD.
Zomercompetitie.
Het aantal deelnemers is tot 50 gestegen.
De ranglijst is nu als volgt:
score m.p.
Hr. en mevr. Walter plus 3440 8
Heeren Dekker-v. d. Bogaard pl. 9170 6
heeren F. GausC. Smit plus 6800 6
heeren B. BrasserS. Gaus plus 1320 6
heer en mevr. Wiegmink plus 810 6
heeren KuilMartin plus 3730 5
heeren F. Pigge—Groeneberg pl. 850 5
heeren Toeset— „Partner" plus 820 5
heeren Appelboom-Dijkman pl. 3890 4
heeren Keurvan Es plus 910 4
heeren Schilp—v. d. Weijden min 50 4
mevr. Bravehr. v. Alphen min 370 4
Overige deelnemers minder aan 4 match-
punten.
VOORLAATSTE AVONDSTILTE.
Het programma van de vijfde de voor
laatst Avondstilte, Donderdag 6 Juli 8.15
uur in de Begijnehofkapel, luidt als volgt:
meditatie en leiding van den avond: ds Ch
de Beus. Ned. Herv. Pred. te O verveen: cello
mej. Hendr. Hessels. zang alt» Cath. Hessels.
orgel de heer P. Chr. van Westering.
(Adv. Ingez. Med.)
HET TOONEEL
in Amsterdam.
Het is feest in Amsterdam, want Buziau treedt
er deze maand op in den Stadsschouwburg en
hij doet er de menschen alle zorgen en spanning
voor enkele uren vergeten. „Feest" heeft me
vrouw Bouwmeester-Sandbergen dit jaar haar
revue genoemd en er is nauwelijks feestelijker
begin denkbaar dan het eerste tafereel, dat de
herinnering opwekt aan de kroningsfeesten in
1898. Vooral bij ons, ouderen, springt het hart
op, wanneer het doek open gaat en wij de dames
van het ballet in /ie costuums van het kronings
jaar daar op het tooneel voor een heuschen
draaimolen zien en de „Schlagers" uit dien tijd
hooren zingen Hoe bekend klonk mij dat alles
in de oorenDaisy, Daisy En we zijn ge
gaan, al naar de Maliebaan O, die lieve
Zwartkop Draai maar aan het touwtje en de
wieg zal gaan En m'n hartje klopt van rik
ketik, wat zal er nou gebeuren Daar heb je
Pietje, daar heb je Pietje Puk.... O, het zijn
geen verheven liederen, maar ze roepen dien
goeden, ouden tijd voor je op, toen er nog vrede
en rust in de wereld was.
Feestelijk van kleur is het ook en de zaal komt
geheel in de stemming, wanneer eerst Job Kaart
in de gedaante van Jaap, den aapjeskoetsier ver
schijnt. daarna Aaf Bouber, als zijn vrouw en
tenslotte Buus, die voor dit feest zich gestoken
heeft in het pak van Baron Buus van Gijn. En
wanneer dan de draaimolen gaat draaien, dan
is eerst recht het hek van den dam.
In het tweede tafereel zien wij het gezelschap
op de tribune voor het oude Paleis voor Volks
vlijt, baron Buus naast de vrouw van Jaap en
de aapjeskoetsier zelf op den uitersten hoek.
Het is een genot op zichzelf Buus heel familiaar
daar alle kennissen en familieleden uit den stoet
te zien begroeten en de gesprekken aan te hoo
ren tusschen Buziau en Aaf Bouber. En dan
krijgen wij, zoo waar, in hét derde tafereel de
gouden koets te zien op den Dam waar als
in een sprookje, want het is nu eenmaal een
revue Javaansche en Balineesche dansers en
danseressen voor de oude Beurs hulde brengen
aan de jonge Koningin.
Zelden zagen wij een joyeuser begin van een
revue en het is ook verder een feest
van kleuren geworden zooals in het ballet
„Vogues de Paris", dat van fijne distinctie is.
Zomer en Winter en De Oosiersche Legende. En
iets zeer bijzonders is het Exotische Eiland,
waarin zoo waar het oude ballet met „kunst en
vliegwerk'' van 100 jaar geleden herleefde, en
de exotische vogels in menschengedaante door
de lucht vlogen en het geheel door de licht
effecten een wel zeer bizarren indruk maakte.
Mevrouw Bouwmeester-Sandbergen is een
vrouw van smaak en zij heeft in de ensembles in
Feest al haar vorige revues overtroffen, zoo zelfs
dat wij ons afvroegen, hoe hier in volgende re
vues nog een climax mogelijk zal zijn.
Maar wij komen bij „Feest" toch voorname
lijk om Buziau, ,die zich ook nu weer den ge-
nialen komiek toont. Hij is als altijd op
volle kracht, eerst in de rammelende oude auto,
die „panne" heeft op den weg tusschen Amster
dam en Haarlem, dan als bediende bij een kaas
handelaar, verder als den philosophischen nacht
waker, een muzikale dienstmaagd en een gele
genheidsdichter.
Zou er een tweede komiek in de wereld be
staan, die zoo Jan Klaassen in de poppenkast
voor ons oproept, zooals Buziau het doet in de
sketch „De Val naar. Beneden". Dat is in zijn
marionetten-bewegingen kortweg geniaal. En wie
vult zoo op zijn eentje het tooneel van den stads
schouwburg als Buus in het geestige nummer
De gelegenheidsdichter", die vooral van mimiek
onovertrefbaar is.
Joh. Kaart staat hem als altijd uitstekend ter
zijde vooral als de goedlachsche kaashande
laar maar hij is toch meer acteur dan revue
komiek. Ook Aaf Bouber weet nog niet zpo op
de zaal te spelen als wij dit van de geboren re-
vue-commères gewend zijn, wat niet te verwon
deren is van een artiste, die heel haar leven het
i-oetlicht als de „vierde wand" heeft beschouwd.
In Anna Rimskaja bezit het gezelschap een
voortreffelijke danseres en ook in het ballet za
gen wij eenige krachten die ver boven het ge
wone revue-peil uitgaan.
Zoo is dit .Feest" wel een der beste revues
welke wij ooit in ons land hebben gezien. Zij
zal ook zeker by haar komst in Haarlem volle
zalen trekken.
J. B. SCHUIL,