Jxutg Ceeten
JxHtqte&ien
T'
aambeien
H.C. ANDERSEN
Df ROODE SCHOENTJES
STOFZUIGERS
Maximilian Truzzi
debuteerde in een
gekkenhuis.
H.P.* V ertelling
WOENSDAG 19 JULI 1939
HAARLEM'S DAGBLAD
Iets over:.
tn Heemstede
staat een circus.
Moet men jong leeren jongleeren of oud
leeren jongleeren? 't Spreekwoord zegt: ,.Jong
geleerd, oud gedaan", en om 't op jongleeren
toe te passen: „Jong jongleeren geleerd, oud
gejongleerd" (Of is 't jonggeleerd? Dan wordt
het: oud jonggeleerd!) Er zijn mensc'nen, die
jong jongleeren, en ook die oud jongleeren. er
zijn ook menschen die het nooit leeren, al lee
ren ze jong jongleeren. als ze oud zijn kunnen
ze nog niet jongleeren. Er zijn mensehen. die
in de politiek jongleeren. d'r zijn er ook die
thuis jongleeren. Sommigen jongleeren met
daden, anderen doen het met woorden. En dit
laatste zij terplaatse geconstateerd. Maar dit
jongleeren met woorden heeft een reden. Het
is het voortvloeisel van een gesprek met een
jongleur, die met ballen en borden en messen
jongleert. Deze woorden verkeeren een beetje
onder den invloed daarvan. En de jongleur in
kwestie heet Maximilian Truzzi, en werkt in
het circus Strassburger, dat momenteel zijn
tent in Heemstede heeft opgeslagen.
Truzzi hier zijn we waar we zijn moe
ten hééft jong jongleeren geleerd. Op elf
jarigen leeftijd zei hij tot zichzelf: Jong jong
leeren geleerd, oud.... „Laat ik dit jonglee
ren met woorden, nog zoo jong geleerd, aflee-
ren voordat het oud is. Intusschen. Truzzi zei
zulks tot zichzelf op een manier, die nog meer
tongbrekend was dan de woorden jongleur in
het Hollandsch maar kan verzinnen. Want hij
sprak Russisch.
..Ik stam uit een 100 pet. artistenfamilie.
Mijn vader was circusdirecteur in Rusland en
Italiaan van geboorte". We zullen de borden
jongleur aan het woord laten, en de woorden
jongleur wat met borden zoet houden.
„Ik was niet voor het circusbedrijf bestemd.
Mijn vader wilde hebben dat ik in de muziek
ging. Daar had ik geen zin in. En toen ik op
een avond in 't circus van mijn vader een
jongleur aan 't werk'zag begon ik het thuis ook
te probeeren met aardappelen en borden".
De tegenwoordige koning der jongleurs
want dat is Truzzi! begon zijn carrière dus
in het domein der keukenprinsessen. In het
begin voelde hij zich in dit culinair-adellijke
milieu niet thuis, want heel wat borden ver
wisselden het tijdelijke met het eeuwige, en
de aardaDpelen lagen beter in Truzzi's maag
dan in zijn handen. En papa was machtig
boos.
„Hij verbood me het jongleeren" zegt Truzzi
Jr. op een toon alsof 't hem nog dwars zit.
Papa Truzzi wilde blijkbaar zijn zoon wat
anders laten leeren. Hij mocht wel. moest zelfs
jong leeren, maar wat anders dan jongleeren.
Hij moest jong leeren het jongleeren af te lee
ren. Edoch, jong geleerd
„Het "was me zoo goed bevallen dat ik van
niets anders meer wou weten, ik zou en wilde
jongleeren. Het werd een levensdoel".
Truzzi oefende dag in dag uit. Hij maakte
daarbij oa. een lampenkroon tot slachtoffer,
die hij van het plafond afhaalde om ermee te
blanceeren. Maar het verlies van deze kroon
droeg er toe bij dat Truzzi later een andere
kroon, die van koning der jongleurs, verwierf.
..Ik jongleer niet met de gedachte er geld
mee te moeten verdienen. Ik doet het uit roe
ping. Ais ik in de piste kom ben ik alles om
me heen vergeten en ga heelemaal op in mijn
werk".
En wie Truzzi aan den arbeid heeft gezien
begrijpt dit,
„Elke dag train ik nog drie of vier uren om
nieuwe dingen te vinden. .Ik ben de eenige
jonaleur ter wereld die met glazen ballen
werkt. Weet u wel dat het gemakkelijker is
met negen gewone ballen te jongleeren dan
met vijf van glas. De gedachte dat zoo'n gla
zen bal kan vallen voert de spanning, waar
onder je werkt, tot een maximum op."
Daar kan de toeschouwer ook over oor-
deelen. Hij vergeeft het den jongleur wan
neer die al eens een gummi bal laat vallen,
maar stel u voor dat een glazen bal aan
gruzelementen valt; dat maakt een grooter
indruk. Er zit iets kleineerends in, iets kin
derachtigs. Men denkt aan een jongen, die
nier, eens een kopje behoorlijk kan vast
houden.
Het publiek begrijpt niat altijd hoe moei
lijk het jongleeren eigenlijk is. De moeilijkste
toeren zijn ook niet altijd die, welke het
meest succes hebben. Om met drie borden te-
jongleeren heb je twee weken noodig. Om het
met vier te doen vereischt twee maanden.
Voor vijf komt er eensklaps een jaar bij. Om
de kunst met zes meester te worden, worden
jaren gevraagd. Om het met acht te doen
kost 't wel twintig jaar. Elk bord of elke bal
meer wordt steeds moeilijker. U kent de toer.
waarbij ik vier voetballen op elkaar op mijn
voet balanceer? Met twee is het niet zoo
moeilijk. Maar met vier. Oh! Ik kan ook niet
verklaren hoe ik het precies doe. Het is door
de jaren heen gegroeid
U ziet. geachte lezer, er komt heel wat
kijken om te jongleeren. Indien u de jeugd
gepasseerd bent begint u er dan niet aan,
Jongleeren dient jong geleerd te worden. En
indien ge jong zijt. leer het dan ook niet.
want niet alle moeders zijn als Mama Truzzi.
en niet alle kronen, die van het plafond wor
den gehaald om op de vloer te sneuvelen,
worden later geremplaceerd door de kroon van
het meesterschap.
„Mijn eerste optreden?" Truzzi glimlacht
alvorens hij antwoordt en een frisch koeltje
waait langs het tentzeil dat achter de reis
wagen gespannen is, en waaronder we op
Heemsteedsche bodem gezellig zitten te keuve
len. ..In een gekkenhuis" zegt hij plotseling,
en voegt tot schrik van den uit zijn rust ge-
stooten verslaggever eraan toe: ..En ik ge
loof dat ik er nog steeds wat van heb over
gehouden". Dat klinkt beangstigend. Maar
de vork jongleert als volgt op de steel.
„Door de revolutie in Rusland moesten we
vluchten. We gingen naar Italië. Mijn vader
was alles kwijt. En derhalve kreeg ik toen toe
stemming om te jongleex-en, want we moesten
aan de kost komen".
Het jonggeleerde jongleeren bleek dus van
pas te komen en de vliegende aardappels in
de Russische keuken bleken evenzoovele
aardappeltjes voor de dorst. En de honger.
Kortom Truzzi zou bij Farma in het dorpje
Colorno debuteeren. Alvorens het zoover kwam
werd 't gezelschap aangezocht om een voor
stelling in een gekkenhuis te geven voor de
patiënten. Zoodat het lot besliste dat Truzzi.
de koning der jongleurs, later toegejuicht door
vele eerbiedwaardige stervelingen, de eerste
schrede op het pad naar roem in een gekken
huis zette.
Daarna bereisde hij alle landen van Europa
kwam in Afrika en Azië en zal binnenkort
naar Amerika gaan.
Vier revoluties maakte Truzzi mee, in Rus
land, Italië, Duitschland en Spanje, doch
daar heeft ie zich wel doorheen weten te
jongleeren. Niets is zeker in het leven en
vocral niet in het leven van reizende artis-
ten.
„Niets is zeker", zegt Truzzi ook van zijn
werk. Dat maakt het jongleeren zoo moei
lijk". Dat maakt ook het leven zoo moeilijk.
Misschien is het deze overeenkomst, die het
jongleeren aan het leven parenteert en het
verheft tot iets bijzonders? Een liefhebberij
telt Truzzi ook „Schaken!"
„Maar 't liefst van alles jongleer ik Men
heeft me aangeraden om in m'n vrijen tijd
te gaan hengelen voor mijn zenuwen. Maar ik
moet er niets van hebben. Ik word' er nog
zenuwachtiger vani
Nu is de hengelsport inderdaad niets voor
een artist, die immers als de dood is dat er
iets in het water valt. Stel u voor dat die toer
met de glazen ballen in het water valt! Dan
komt 't glas niet in 't water, maar op de
harde vloer ennu moet het uit zijn met
dat gejongleer met woorden. Niet met 't bor-
dengejongleer, zooals Maximilian 't doet
Want dat is de moeite waard! v. H.
Fokker G 1 in België voorgevlogen
Op de internationale luchtvaarttentoonstel
ling te Brussel hebben de exposanten hun
nieuwste producten voor de Belgische autori
teiten, onder wie de generaals Duvivier er
Hiernaux en vele andere prominente figuren
in de Belgische luchtvaart op het vliegveld
Haeren gedemonstreerd.
Ofschoon het grootste aantal der aanwezi
ge toestellen uit sport- en verkeersvliegtuigen
bestond, vormden toch de militaire machines
het belangrijkste onderdeel van het program
ma.
Achtereenvolgens werden de Fransche twee-
motorige Hanriot, de Duitsche Ju. 87, de Kool
hoven F.K. 52 en de Fokker G 1 voorgevlogen.
Grooten indruk maakte vooral het voor-
vliegen van de Fokker G 1, door den fabrieks-
vlieger G. Sonderman, die een programma af
werkte, dat door geen enkel ander vliegtuig
werd vertoond en o.a. duikvluchten bevatte
met en zonder gebruikmaking van remklepjes,
waarbij Sonderman het toestel 360 graden om
zijn lengteas liet draaien.
FILIAAL STADS BIBLIOTHEEK EN-
LEESZAAL.
In het filiaal „Huis te Zaanen", van de Stads
Bibliotheek en Leeszaal, zijn de volgende aan
winsten ter beschikking gekomen:
GODSDIENST:
Appleton. Wegen tot God.
Keizer. Begin en beginsel der Afscheiding.
Vanderberghe. Chrysotosmus, de grote
redenaar.
LANDSVERDEDIGING; MILITAIRE ZAKEN.
Bavinck. Het probleem van den oorlog.
Landmacht, De Koninklijke Nederlandsche.
Moor, De. Dienstplicht en geweten.
TECHNIEK:
Bunge. In het schijnsel van de mijnlamp.
Linde, Van der De Nederlandsche hoogovens
te IJmuiden.
KAMPEEREN:
Jaarboekje 1939 van de Stichting Nederland
sche kampeerkaarten centrale.
NEDERLANDSCHE ROMANS:
Duin, Van der. De roode golf (Chr.)
Timmermans. Ik zag Cecilia komen.
Vestdijk. Het vijfde zegel.
Vries, Theun de. De bijen zingen.
FRANSCHE ROMANS:
Bernardin de Saint-Pierre.
Escholier. Cantegril.
Loti. Aziyadé.
- Paul et Virginie.
Zoo vast als twee x twee vier is stijgt
ons aantal cliënten dagelijks, want al
wie rekent koopt zijn kleeding tegen
a contantprijzen en toch v.a. f 1 per w.
Dat vindt u echter alleen bij
De Kleeding Verkoop Centrale
Schagchelstraat 19 naast C. Slager's verfh.
Telef. 17273.
<Adv Incjez. Med.j
Het Standbeeld
door JOHN MORRIS.
OEN Herbert Coleman vijf jaar was, zat
hij urenlang voor de piano de toetsen
te bestudeeren, die hij heel schuchter
aanraakte. Een jaar later stuurden zijn
ouders hem naar school in de hoop, dat hij ein
delijk van de piano zou afblijven en dat hij zou
leeren rekenen, schrijven en wat meer hoort tot
de opvoeding van een beschaafd mensch, Met
veel tegenzin ging Herbert naar school en met
veel ijver zat hij na schooltijd aan de piano, die
hij op raadselachtige wijze had leeren bespelen.
Toen zijn vader hem vroeg wat hij voor zijn ze
venden verjaardag wilde hebben, aarzelde hij
geen oogeneblik en vroeg 'n buste van Beethoven
Op dezen leeftijd speeld hij Schubert en Bach;
de geheimen der harmonieleer had hij reeds ont
sluierd. Op zijn tiende jaar was Herbert Coleman
thuis den baas. In geen geval mocht men zijn
haren knippen.
Herbert groeide als kool, ook al at hij slechts
de dooiers van eieren. Zijn haar weid steeds lan
ger en zijn opvattingen betreffend „bel canto"
en „coloratuur" waren zeer radicaal. Hij begon
zich ook voor cricket te interesseeren. Hij had
namelijk gelezen, dat iemand die een groot pia
nist wilde worden ook physiek zeer sterk moest
zijn. En aangezien de jongens in zijn dorp alleen
voor cricket belangstelling hadden, was dit de
eenige sport, die hij kon beoefenen. De burge
meester van het dorp, die een groot liefhebber
van cricket was, sloeg Herberts spel met genoe
gen gade en schonk hem op zijn twaalfden ver
jaardag een bat, waarop stond: „Voor Herbert
Coleman, die nog eens de kleuren van zijn land
zal verdedigen." „Nee," zei Herbert, „ik zal voor
mijn land de preludes van Chopin spelen en de
fugas van Bach en later zullen zij ergens mijn
standbeeld oprichten, voor mij den grootsten En-
gelschen pianist." „Dat is allemaal heel mooi,
maar je zult burgemeester toch moeten bedan
ken. Vader en ik gaan vandaag naar de stad om
een cadeautje voor je te koopen. Wat wil je
graag hebben?" „Een biografie van Wagner'
Herbert Coleman.
Een beetje ontstemd kwamen de ouders uit de
stad terug. „Luister 'ns Herbert", zei vader „we
hebben in de stad gepraat met professor Tune-
day. We dachten„Tuneday", viel de twaalf
jarige hem in de rede, „deze oude conservatief,
die geen begrip heeft van de diepere
dat misschien professor Tuneday" ver
volgde mijnheer Coleman, die groote moeite had
den opgewonden jongen het woord te ontnemen,
„ons raad kon geven betreffende je verdere op
leiding. Wanneer je werkelijk verder wilt gaan
met muziek...."
„Dat doe ik zeker vader. Als ik dertig ben, zal
ik rijk zijn. Ik zal reizen met twee piano's, ge
lijk Paderewsky, ik zal bedienden hebben en een
auto. Jij en moeder zullen in mijn villa op Capri
wonen. En dan zal er een standbeeld
„Dat is allemaal heel mooi,", merkte vader
vermoeid op, „maar ik wilde je zeggen, dat ik
geen rijk man ben. We spelen het niet klaar."
Maar Herbert Coleman was in het geheel niet
ontsteld. Hij bezat het egoisme van den kunste
naar. „O, maar dat kan best klaar gespeeld wor
den," zei hij. „De burgemeester is rijk. Hij zal
Copyright P I B Box 6 Copenhagen
Den volgenden Zondag gingen ze allemaal naar de kerk en ze
vroegen haar of ze niet mee wilde. Met tranen in de oogen wees
zij op haar krukken. Zij ging naar haar kamertje, waar maar juist
plaats was voor een bed en een stoel. Met aandacht las zij hier
haar psalmboek, totdat zij het orgel in de kerk hoorde spelen.
Toen hief zij haar behuild gezichtje op en zei: „O, God helpe mij!"
Opeens scheen de zon zoo blij 60 voor !mar stond weer de engel,
in de witte kleeren. Hij had geen scherp, blinkend zwaard bij zich,
maar een groenen tak vol rozen, Daarmede beroerde hij de zolde
ring, welke zich tot een koepel verwijdde. Op de plek, waar de
Engel de zoldering had geraakt, blonk een gouden ster. Toen be
roerde hij de muren, die uiteen weken. En Karen zag en hoorde
het orgel, zrj zag de gemeenteleden in hun banken zitten en zij
zong mede uit haar psalmboek.
De kerk zelf was naar het arme, kleine meisje in het stille
kamertje gekomen, of misschien kwam zij daér. Zij zat in de bank.
bij al de anderen uit de pastorie. En toen de psalm uit was en
men haar zag zitten, zei men: „Goed. dat je gekomen bent. Karen."
„Het was genade", antwoordde zij. Het orgel speelde, de kinder
stemmetjes in het koor klonken zacht en lieflijk. Zonnestralen
vielen door het raam op Karen. Haar hart brak van vreugde, vrede
en blijheid. En haar ziel vloog met de zonnestralen omhoog, daar
heen waar niemand iets over de roode schoenen zou vragen
EINDE.
(Morgen een andere vertelling).
(Adv. mgez. Med.)
er trots op zijn het optreden van een virtuoos
mogelijk gemaakt te hebben. En dan leen ik het
geld alleen. Laten jullie dat maar aan mij over.
En inderdaad de burgemeester was rijk. Bo
vendien hield hij van cricket; dat de kleine Her-
bert zoo'n uitmuntend batter was, maakte hem
voor het verzoek van den jongen ontvankelijk.
Herbert Coleman studeerde aan het Brusselsche
conservatorium. Zijn opleiding voltooide hij in
Duitschland en Frankrijk. Acht uur per dag stu
deerde hij. In zijn vrijen tijd speelde hij cricket;
dit had hij den burgemeester plechtig beloofd.
„Over vijf jaar," zoo vertelde hij zijn vrien
den, „zal ik beroemd en rijk zijn. Voor een con
cert zal ik duizend guineas ontvangen. Ik zal
zooveel aardbeien met slagroom eten als ik lust.
En dan, ergens.... een standbeeld...." Het
standbeeld werd voor den jongen Herbert een
obsessie. Nog tijdens zijn leven zou het opgericht
worden. In de hand zou hij een lier dragen. En
op het voetstuk zou gegraveerd staan:
Opgericht ter eere van
Herbert Coleman
den beroemden Engelschen musicus
Toen Herbert Coleman aan het Duitsche con
servatorium zijn eindexamen deed. omarmde zijn
leeraar hem met tranen in de oogen. „U bent
een genie", vertelde hij hem. „U zult onsterfe
lijk worden. Geef te Londen concerten. Speel
Beethoven. Speel altijd Beethoven. Er is nog
npoit iemand geweest die Beethovens muziek
zoo prachtig en overweldigend weergaf als u.'
Zoo ging Herbert weer naar Engeland. Zijn
ouders waren oud geworden en de burgemees
ter was nu ook voorzitter van de „County
Cricket Club". De familie Coleman ging bij den
burgemeester op visite. En onmiddellijk moest
Herbert demonstreeren of hij nog batten kon. De
burgemeester was verrukt. Na een poosje rust
zei de jonge pianist: „en nu zal ik wat voor u
spelen". Hij begon met de Mondschein Sonate
en hij eindigde met de Symphonie Pathétique.
Het was donker toen hij ophield en aan den bur
gemeester vroeg: „denkt u, dat ik het kan?"
„Ja," zeide burgemeester, „dat is dik in orde,
maar je cricket jongen, dat mag je niet opgeven
Ik bied je een plaats in ons team aan."
„Mijn leven." zei de pianist een beetje ont
stemd, „is mijn kunst. En mijn kunst is mijn
leven."
Zijn eerste concert zou hij den vijfentwintigsten
■Tuli te Londen geven. De twintigste was hij al in
de hoofdstad, teneinde het een en ander in orde
te brengen en met het orkest te repeteeren. Den
twee-en-twintigsten ontving hij van den burge
meester een telegram. „Spelen in Yorkshire. Bij
autobusreis twee van onze spelers tengevolge
van botsing verwond. Wil jij voor een van hen
invallen?" En Herbert speelde. Hij maakte hon
derdzesennegentig not outDe toeschouwers
waren gek van enthousiasme. Zij stormden op
Herbert-af, droegen hem op hun schouders, rpaar
de pianist zei een beetje kwaad: „ik moet naar
Londen. Ik leef voor mijn kunst."
Het Londensch concert was het begin van een
serie overdonderende successen. Ieder optreden
werd beloond met een ovatie en kostbare bloe
men. Vrouwen kusten zijn hand> critici juichten.
Hij werd geïnterviewd en van alle kanten snel
den de impresarios toe. In September zou hij
een tournee door Amerika maken. Een paar da
gen voor zijn vertrek ontving hij van zijn vader
brief: de burgemeester, de dorpelingen
en natuurlijk wijzelf hebben besloten je te ver
assen. Ze hebben mij uitdrukkelijk verzocht je
in het onzekere te laten betreffend je geschenk,
zoodat ik je nieuwsgierigheid...."
Toen Herbert in zijn dorpje kwam bespeiirde
hij ras wat er aan de hand was. Hij was trots en
gelukkig toen de vrouw van den burgemeester
zijn standbeeld onthulde. Op het voetstuk stond:
Herbert Coleman maakte in
den wedstrijd tegen Yorkshire
honderdzesennegentig not out.
Het beeld hield in zijn hand geen lier, maar
een bat.
Herbert Coleman had zijn standbeeld.
45 BEKENDE MERKEN - Ook in huurkoop.
DE STOFZUIGER CENTRALE HAGEMAN,
GED. OUDE GRACHT 52 - TELEF. 12762
(Adv. Ingez. Med.)
EXAMENS.
Accountancy.
Geslaagd voor accountancy b: H. Witlage te
Heemstede; accountancy c: W. C. van Dijk te
Badhoevedorp.
Boekhouden.
De heeren K. Bruin en J. v. d. Veer te Haar
lem slaagden voor het diploma Boekhouden af
gelegd voor de Vereeniging van Leeraren.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIOCENTRALE OP
DONDERDAG 20 JULI.
Progr. 1: Hilversum II.
Progr. 2: Jaarsveld en Hilversum I
Progr. 3: 8.00 Keulen. 10.50 Diversen. 11.05
Londen Regional, 12.20 Ned. Brussel, 2.20 Keu
len, 3.20 Danmarks Radio of diversen, 4.20
Keulen, 6.20 London Regional, 6.55 Fr. Brus
sel. 7.20 Ned. Brussel, 7.50 Keulen, 8.30 Fr.
Brussel. 9.05 Diversen of Gramofoonmuziek.
9.20 Ned. Brussel, 10.50 Boedapest, 11.00 Keu
len.
Progr. 4: 8.00 Ned. Brussel. 9.20 Radio PTT.
Nord, 10.05 Luxemburg. 10.35 Droitwich, 3.10
Londen Regional. 3.35 Droitwich, 6.45 Pauze,.
6.50 Ned. Brussel. 7.00 Droitwich.
Progr. 5: 8.007.00 Diversen.
7.00800Eigen gramofoonplatenconcert:
Marschen en Walsen.
1. Hoch Habsburg, Groot muziekcorps.
2. Mattinata, Wiener Bohème Orkest.
3. VorwartsMarsoh, Groot Orkest.
4. Was Blumen braumen. Dajos Bela.
Radetzky Marsch, Groot Orkest.
Hej pa dej du. Duo Ja
Blaze away. Reginald Dixon.
Waldteufel Reigen. Groot orkest.
Stars and stripes, Royal Guards.
10. Donausagen, Wiener Bohème Orkest.
11. Kaiser Friedrich Marsch, Groot Mu
ziekcorps.
12 Poranek. Wiener Bohème Orkest
13 Torgauermaxsch, Groot orkest.
14 Narcissus. Dajos Bela.
15 With sword and lance. Reginald Dixoa.
16 Alpvalsen, Duo Ja.
17. Washington Gray Marsch. Royai Guards,
18. Hofballtanze, Wiener Bohème Orkest.
8.00—12.00 Diversen.