Stel nieuute kabinet
ontvangen
B&HetspHtfilofHïft
Ahtfoaise 1/aMatd
gereserveerd
DONDERDAG 27 TUE! 1939
HAAREEM'S DAGBEAD
TWEEDE KAMER
CRITIEK VAN VER
SCHILLENDE ZIJDEN.
Ir. Albarda bepleit kabinet op
breede basis.
Sinds 1868 heeft zich noch op het gebied
van een kabinetscrisis noch op dat van een
formatie iets van zoo uitzonderlijken aard
voorgedaan aldus Dr. L. N. Deckers, de
woordvoerder der R.K. fractie als we thans
hebben beleefd. Spr. begon met te herinneren
aan wat we uit het communiqué van den Re-
geeringspersdienst bij den aanvang van de
Kabinetscrisis hadden vernomen, met name
dat toen blijkbaar al de begrooting van So
ciale Zaken voor 1940 een lager eindcijfer ver
toonde dan dat voor 1939, De minderheid in
het Kabinet bleek bereid toe te stemmen in
vermindering van dat eindcijfer, doch de
meerderheid bleek verder te willen gaan en
wel wijziging in de tot dat oogenblik gevoerde
politiek op 't gebied van de werkloosheidsbe
strijding voor te staan. Dit zou in werkelijk
heid beteekenen minder doen voor die be
strijding. Welnu de R.K. fractie staat ten
volle achter bedoelde minderheid in het vorige
kabinet, die zich tot het laatst toe bleef ver
zetten tegen zulk een poging om „den weg
terug" te gaan betreden.
Wat kunnen we nu in dezen van het nieuwe
kabinet verwachten? zoo vroeg spr. zich af.
Afwijking natuurlijk van wat oud-minister
Romme wilde, anders had heel de crisis niet
noodig geweest en had er op den weg van dien
nu heengeganen bewindsman geen Dam (me)
opgeworpen hoeven te worden. Dr. Deckers
meende in de Regeeringsverklaring, waar deze
zich vooral op het standpunt stelt, dat er t.a.v
de werkloosheidsbestrijding en werkverschaf
fing in geen enkel op
richt „oneconomische
ritvoering'^mag plaats
/inden, een gedachte
;e bespeuren, die niet
voldoende rekening
noudt met den socia-
en kant van 't werk-
oosheidsvraagstuk. Die
sociale kant eischt o.m.
'.ooveel mogelijk „maat-
schappelijke-schip-
breukelingen-buiten
nun-schuld" aan werk
gelegenheid te helpen,
b.v zij die ouder dan 40 jaar zijn en allicht
niet meer in het normale bedrijfsleven kun
nen worden opgenomen. Welnu, de R.K.
woordvoerder vreesde, dat het vijfde kabinet-
Colijn in dit opzicht wil breken met de werk-
loosheidspolitiek van het vierde kabinet onder
dien Premier. Ook de katholieken willen geen
enkelen overbodigen maatregel, ook zij wen
schen een beheerschte financieele politiek,
Evenzeer als op defei sie-gebied moet op so
ciaal terrein het noodige geschieden tot be
houd van onze volkskracht. Spr. mist voorts
tot zijn spijt in de Regeeringsverklaring iets
over de handelspolitiek, gezinspolitiek, maar
wellicht onthaalt de Minister-President ons
nog op belangrijke aanvullingen. Maar dan
moeten ze van anderen aard zijn als hetgeen
we gisteren hoorden over leerlingenschaal en
kweekelingen met acte. Dit kwam op een ver
keerd oogenblik en had een goed half jaar eer
der moeten worden aangekondigd!
En nu de Kabinetsformatie. Over een mis
lukte poging dus wat Dr. Colijn eerst pro
beerde en wat daarna dr. Kooien nastreefde
kan de Kamer niemand verantwoording
vragen, maar wel over de formatie zooals die
nu tot stand kwam. Welaan, de Minister
president-formateur heeft bij de samenstel
ling van 't Kabinet en van zijn programma
niet voldoende rekening gehouden met de
staatkundige samenstelling van het Parlement.
Dit beginsel is sinds 1868 geëerbiedigd, doch
nu helaas niet. Het spijt spr. dat de geachte
formateur zoo weinig .waarde heeft toegekend
aan dat beginsel. Met de staatkundige begin
selen der rechterzijde, met die van de Kamer
meerderheid is geen rekening gehouden. De
domineerende richting van dit Ministerie is
er een, die slechts 4 leden spreker doelde
blijkbaar op de liberalen dezer Kamer
kunnen bevredigen. De fout is, dat Dr. Colijn
heeft nagelaten een ander de gelegenheid te
geven dat te doen, waarin hij niet was ge
slaagd: het vormen van een parlementair
kabinet.
Veel opheldering ten aanzien wat den for
mateur bij de samenstelling van dit Kabinet
heeft geleid zal noodig zijn, wil het der R.K.
fractie mogelijk wezen zoo besloot spr.
zijn medewerking aan dit Kabinet te verke
nen
Het standpunt der R.K. fractie
Het is dus duidelijk, dat de R.K.
fractie op dit oogenblik nog niet pre
cies wilde zeggen wat ze van plan is,
doch vermoedelijk zal ook als Dr.
Colijn's aanvullende ophelderingen
geen voldoening aan Dr. Deckers c.s.
zouden verschaffen een besluit om niet
mee te werken nog geenszins leiden
tot het thans ten val helpen brengen
van het nieuw opgetreden Kabinet.
Nadat Mr. Rost v. Tonningen (nat. soc.) een
philippica tegen de R.K. Staatspartij (die z.i.
de schuld van de heele crisis is en in stilte
het verbond met rood voorbereidt) ten beste
had gegeven, kwam hij nog even op de werk-
loosheidspolitiek en vervolgens op het buiten-
landsch beleid. Wat 't eerste betreft zong hij
den lof van het plan-Westhoff, er aan toe
voegende weinig vertrouwen te koesteren, dat
't nieuwe kabinet-Colijn dit en andere vraag
stukken tot een goede oplossing kan brengen.
Ten opzichte van het tweede beweerde spr.
dat de R.K. Staatspartij en de S.D.A.P. ons
land bewust in een oorlog willen storten
Ir.Albarda (s.d.)
die eerst in herinne
ring bracht, hoe reeds
vrij lang de as Colijn-
Goseling aan 'n zware
beproeving had bloot
gestaan en hoe Dr.
Colijn op 16 Juni, bij
de beantwoording van
de interpellatie-Wijn
koop over het aftreden
van Mr. de Wilde, de
breuk forceerde. Door
wat hij toen in het
openbaar zeide.
ingaan. Wie heeft den formateur bewogen na
de mislukking-Kooien, een tweede, nu echter
andere poging te ondernemen? Wellicht de
zeer bejaarde voorzitter van de Eerste Kamer,
die hem steedst pleegt te steunen?
Nu juist voor de parlementaire democratie
moet gewaakt en gestreden, verschijnt Dr.
Colijn met 'n kabinet waaraan in en buiten
het Parlement de noodige steun ontbreekt.
Hoogstens kan het rekenen op Christelijk-
Historischen, Liberalen en Anti-Revolution-
nairen, d.w.z. 29 van de 100 volksvertegen
woordigers. Wil de heer Colijn thans zonder
Parlement regeeren? Uit een ontkennend
hoofdknikken van den Premier, bleek wel dat
men hiervoor niet bevreesd hoeft te zijn.
Toch vroeg de s.d.-fractie-leider zich af,
wat de heer Colijn nu begonnen is. Dit kabi
net is reeds bij zijn geboorte tot sterven ge
doemd. Meent de Premier misschien in ge
val van een nederlaag in 't Parlement, met
succes een beroep op 't volk te kunnen doen?
Dat kan niemand gelooven. En dus hebben we
hier te doen met iets dat weldra „een mis
lukt experiment" zal blijken te zijn. En dat
in dezen tijd van internationale spanning.
Zoo ooit dan ware een bewind op breede basis
op zijn plaats geweest, doch we kregen er een
op de smalst mogelijke basis, die van 'n dub
beltje op zijn kant.
De onmogelijkheid van een formatie op
breede basis is niet gebleken. Wat Colijn en
Kooien niet konden had een ander misschien
wel kunnen bereiken, maar daartoe is geen ge
legenheid geboden. De richting die in ons
volk den meesten aanhang geniet, is niet
aan bod geweest. Ofheeft de R.K. Staats
partij bij voorbaat laten weten niet bereid
te zijn een meerderheidsregeering met de
socialisten te vormen?!
Volgens spr. was 't oogenblik aan
gebroken voor samenwerking van
R.K. Staatspartij, S.D.A.P. en Vrijzin
nig-Democraten en nu interesseerde
het spr. of de Roomsch-Katholieken
zichzelf uitschakelden door de sociaal
democraten, Yi van ons volk, uit te
schakelen. Wie zelf niet wilde onder
zoeken of een dergelijke samenwer
king mogelijk was, zal schuldig staan
aan de gevaren voor ons parlemen
taire stelsel, die van het optreden
van 't huidige bewind te duchten
vallen.
Ir. Albarda noemt het dwaasheid, het te
doen voorkomen alsof Katholieken en Socia
listen niets voelen voor een sluitend bud
get. Zoo staat het niet. Zij meenen echter dat
in de huidige buitengewone omstandigheden
een sluitend budget selchts te bereiken is met
niet te verantwooden opoffering van zeer
groote volksbelangen. Hier ligt het verschil
tusschen hen én dr. Colijn plus zijn kabinet,
dat er een zal wezen van drastische be
zuiniging tot nadeel aan de volkswelvaart
Overigens vreest spr. dat de millioenen nooditr
voor verbetering van de leerlingenschaal (wal
onder Minister Slotemaker de Bruine niet
mocht) zullen worden verkregen ten koste
van de werkloozen. Wat we vernemen over
herstel der gemeentelijke autonomie voor
spelt ook niet veel goeds. Het zal er wel on
neerkomen, dat de afhankelijke en nood
lijdende gemeenten haar zelfstandigheid
zullen krijgen tegelijk met vermindering van
den Rijkssteun, dus met een heelemaal aan
hun lot overlaten door Den Haag. Hoe valt
eventueéle aanbouw van slagschepen voor
Indië te rijmen met een gezond, ja zelfs
zuinig financieel beleid? Bovendien, men kan
niet wachten met maatregelen voor de mari
tieme defensie van Indië, totdat de slag
schepen pas over 'n aantal jaren gereed zijn.
Dus reeds nu zal men andere groote uit
gaven hiervoor moeten doen en dat moet dan
geschieden door 'n Bezuinigings-kabinet
Maar om 't sluitend te maken zal men het
zoeken in een goedkoopere werkloosheidsbe
strijdings-methode en dus niet voldoende
voor het scheppen van ruime werkgelegen
heid zorg dragen.
Alles te zamen genomen wil de S.-D. frac-
was
iepen
een tot elkaar komen van de twee groept
binnen het kabinet, die van de „remmers"
tegen flink aanpakken van de werkloosheids
bestrijding, en die van de R.K. bewindslieden,
welke vooruit wilden, niet meer mogelijk.
In eerste instantie begreep Dr. Colijn, dat
hij niet een kabinet mocht vormen, dat tegen
de wenschen van de merderheid zou willen
CEBUXO-DAGTRIPS
Antwerpen (incl. verzorging) 5.75
Bredasche bosschen m. voll. pens. 5.—
Twente Holl. Zwarte Woud ,3.25
Natuurreservaat Hooge Veluwe 3.25
Oisterwijk Brabantsche Vennen 3.—
Winterswijk, Geld. Achterhoek „3.50
Naar den Afsluitdijk Wleringerm. „2.75
Bad-Boekelo (Zee op de heide) „3.50
Montferland 3.25
Ouwehand's Dierenpark „3.50
Naar Vorden en omgeving „3.25
Ommen en omgeving,3.25
Oost-Voorne en omgeving.. „2.50
Nijmegen, Berg en Dal 3.—
Arnhem en Velper bosschen „2.75
Rond het IJselmeer „3.75
Vraagt inlichtingen en Reisgids ook
voor onze buitenlandsche Reizen bij
JAC. HEEMSKERKS
CEBU TO-REISBUREAU
HOUTPLEIN 34 TELEF. 16448
Agenten Sig.mag. SPAAS, Rijksstraat
weg 21, Telef. 16531; Bruynzeel's Mode
magazijn, Velsen-Pont, Telef. 3064.
(Adv. Ingez. Med.)
tie van dit kabinet niets weten. Het is 'n ge
vaar dit bewind tot het najaar te laten aan
blijven. Terstond moet men het dwingen heen
te gaan en de meerderheid heeft de plicht,
wil ze zich met opgeheven hoofd en een rein
geweten den volke kunnen vertoonen, de
consequenties van dit inzicht te aanvaarden,
Aldus een duidelijke waarschuwing van Ir.
Albarda aan de R. K. Staatspartij.
Mr. Joekes (V.D.), die eerst het ontstaan
van de kabinetscrisis en de voorgeschiede
nis daarvan behandelde, wees er op dat de in
houd van de Regeeringsverklaring weinig
overeenstemt met het communiqué over het
aftreden van het Kabinet. Het blijkt, dat de
meerderheid van het Kabinet is afgeweken
van de tot nu toe gevolgde werkloosheidspo-
litiek.
Waarom geen derde formateur?
Sprekende over de kabinetsformatie, veron
derstelde de leider der Vrijz.-Dem. dat de
heer Kooien, blijkbaar tevergeefs getracht
heeft een op de rechterzijde steunend kabinet
te vormen. De heeren Colijn en Kooien zijn
echter voorstanders van een conservatieve
financieele politiek. Er zijn evenwel ook an
deren, die, eveneens strevend naar een slui
tend budget, op een wat langeren termijn wil
len werken. Waarom is, na de mislukte poging
van den heer Kooien, niet een opdracht aan
die anderen gegeven? De geheele gang van
zaken is niet in overeenstemming geweest
met de parlementaire democratie. Eerst als
deze derde poging tot kabinetsformatie was
mislukt, had een zakenkabinet mogen zijn
samengesteld.
Met betrekking tot de Regeeringsverkla
ring merkte de heer Joekes o.m. op, dat men
nu wel kan zeggen, dat er te veel in het be
stuur gecentraliseerd is, maar wie is daarvoor
verantwoordelijk? Is dat niet de leider van de
regeering evengoed, die van 1933 af aan het
bewind is geweest, en is het niet onbillijk
daarvoor de schuld alleen op de Katholieke
ministers te werpen?
De verdediging van Indië moet worden
versterkt, doch het is de vraag hoe en ook,
wie daarvoor in de eerste plaats de financieele
Het kan pijpestelen regenen, de barometer
mag trachten ons alle illusies van. een zomer te
ontnemen, mocht u gelijk Rip van Winkel niets
wetend van tijd of jaar in een reisbureau te
recht komen en het is daar abnormaal druk,
men informeert er naar buitenlandsche reizen,
dan kunt ge hierin zonder twijfel een symp
toom zien van den zomer in het. land.
In het Reisinlichtingenbureau van de Neder-
landsche Spoorwegen in Haarlem's station is
het om twee redenen zomer. In de eerste plaats
omdat Professor Goudriaan de Dokter Vo-
ronoff van het vervoerswezen de goede grij
ze ongenaakbare meneer N. Spoorwegen uit
zijn winterslaap heeft gewekt en getransfor
meerd in een verschijning vol jeugd en charme,
welke u met alle kenmerken van een zomersch
leven welwillend tegemoet komt en aan al uw
wenschen tracht te voldoen. Het inlichtingen
bureau is in figuurlijken zin dus zelf een bloem
in zomerschen bloei, ontsproten aan de tot
nieuwe leven gewekte tak van het Nederland-
sche volksleven: de Spoor.
En in de tweede plaats is het zomer in let
terlijken zin. Nog nauwelijks geopend geniet
het kantoor een groote belangstelling van de
zijde .van de klanten, die thans in het bijzonder
willen weten waar of ze met hun vacantie naar
toe kunnen gaan.
„Juffrouw, kunt u me ook zeggen hoe of ik
het goedkoopst in La Roche kan komen?"
„Juffrouw, hoeveel kost een retour naar Ant
werpen?"
Juffrouw, hoeveel, hoe laat, hoe lang? Juf
frouw, mag dit, kan dat, moet het zus, gaat het
zoo?
En de dames achter de toonbank wier
charme geheel in den toon is van den zomer
schen Spoorwegstijl weten voor al de vra
gen, die u op reisgebied heeft, een antwoord. Zij
hebben, voor dat ze in functie traden, onder
leiding van him chef, den heer Boonstra, een
studiereis in binnen- en buitenland gemaakt,
zoodat ze niet alleen theoretisch doch ook prac-
tisch geoefend zijn.
„Een busverbinding in Schotland?" vraagt u
mevrouw. Even in de paperassen gedoken en
u weet wat u weten wilt.
Voor eentonigheid in de vragen worden de
dames-die-antwoorden gelukkig bewaard. Het
publiek, bewegelijk als kwik, zorgt voor de
noodige afwisseling, en zoo nu en dan flitst er
een vraag door de zakelijke informaties heen,
lasten moet dragen. Evenals de heer Albarda,
vroeg mr. Joekes of ook Indië in de in te
stellen technische commissie vertegenwoor
digd zal zijn. Ten aanzien van de financieele
zelfstandigheid der gemeenten en haar finan
cieele positie, de bestrijding van de werkloos
heid en de steunverleening rijzen verschil
lende vragen. Natuurlijk moeten de werkloo
zen in de eerste plaats in het gewone bedrijfs
leven worden opgenomen en dienen uitwassen
te verdwijnen; dat is allemaal geen nieuws.
Gerust omtrent deze paragraaf was mr. Joe
kes niet; aan de voornemens met betrek
king tot de ouden van dagen en de kweeke
lingen met acte kon hij niet te veel waarde
toekennen. Hij vond de mededeelingen dien
aangaande, waar het vorige jaar wenschen
werden afgewezen, op dit oogenblik, nu zoo
op bezuiniging wordt aangedrongen, zeer
eigenaardig.
Deze spreker kwam tot de slotsom, dat men
sceptisch tegenover dit kabinet moest staan en
dat hij niet vertrouwde, dat het zijn taak zou
kunnen volbrengen.
De Katholieken hebben slechts in het
etiket „Christelijk" een motief gevonden om
tot het vierde kabinet-Colijn toe te treden,
aldus was het oordeel van den heer de Visser
(Comm). die er vervolgens op wees, dat niet
ideologische, maar economische en sociale
motieven in de staatkunde regeeren. Vandaar
dan ook, dat er binnen een jaar al „heibel" in
het Kabinet was. Voor de kabinetsformatie
en voor het nieuwe regeeringsprogram had hij
geen goed woord over.
Hij was van oordeel, dat de R.K. het con
flict geforceerd hadden, om het optreden van
minister Goseling in de zaak-Oss en het on
gunstige Kamervotum te doen vergeten. Het
geheele kabinet is volgens den heer de Visser
reactionnair en ir. Damme schijnt op het
oogenblik bij hem nog wel de ergste te zijn.
Hij deed een beroep op de Katholieke democra
ten om zijn leus: „Vijfde kabinet-Colijn ver
dwijn!" tot werkelijkheid te maken. Er waren
van die zijde al genoeg woorden gevallen; er
moesten nu eens daden komen!
Een ander geluid
Een heel ander geluid liet de heer Wende-
laar (Lib.) hooren. Deze pleitte er voor.
aan het Kabinet een faire kans te geven; de
liberalen hadden dat tegenover elk kabinet,
van welke samenstelling ook. gedaan en zij
wenschten loyaal te blijven. Hij betwistte den
heer Albarda, met een beroep op Thor-
becke dat de formateur rekening met de
samenstelling der Kamer heeft gehouden;
grondwettelijk is daarvan niets vastgelegd.
Verschillende passages uit de Regeeringsver
klaring waren den liberaden als het ware uit
het hart gegrepen, zooals die over te groote
centralisatie, de positie der gemeenten, hel
gebruik maken van de krachten waarover het
maatschappelijk leven nog in zoo ruime mate
beschikt; de mededeeling over de ouden van
dagen en de leerlingenschaal, al hield hij
zich goed voor oogen, dat dit nog slechts voor
nemens waren. De liberale fractie zal echter
niet schromen critiek te oefenen, waar zij dit
noodig acht.
De heer Wendelaar besloot met een aanha
ling van wijlen monseigneur Nolens, die na de
kabinetsformatie in 1918 in de Kamer zeide:
„Het Kabinet is er en: wat een kerels!"
Vandaag zouden vermoedelijk nog 4 fractie
leiders het woord voeren, nl. de heeren Ker
sten (S.G.), Van Houten (C.D.U.), de Geer
(C.H.)en Schouten (A.R.) en dan maar af
wachten of, na de rede van minister Colijn.
nog een motie door den heer Albarda wordt
ingediend.
Twee broertjes spelende
te water geraakt.
Beiden jammerlijk verdronken.
Woensdagavond tegen zeven uur
liepen twee jongetjes van 2 en 4 jaar
uit het gezin Mossel te Slochteren, in
gezelschap van hun grootmoeder te
spelen langs het Slochterdiep. Zij ge
raakten op een gegeven oogenblik te
water. Het duurde een kwartier voor
dat toegeschoten hulp den oudsten
knaap op het droge had gebracht. Dr.
Kok uit Slochteren kon met kunst
matige ademhaling de levensgeesten
niet meer opwekken. Het jongste kind
is een uur later levenloos opge
haald.
KUNT U ME OOK O
ZEGGEN OF
die tegen wil en dank des vragers boordevol
humor zit.
„Juffrouw, ik heb hier een jongetje en een
hond. Mogen die samen op één kaartje?" Door
lat voor beide levende wezens half tarief wordt
berekend puzzelt de vraagster bij zichzelf uit
dat een half en een half tenslotte een heele is.
En treffender voorbeeld van Holland's reken
genie is de soldaat, die zooals men weet voor
half geld mag reizen, en die ingevolgedien
meende dat zijn hond voor een vierde van den
prijs meekon. Hij redeneerde aldus: een burger
betaalt den vollen prijs en voor een hond den
WAARAAN ZIET U r>
DAT 'T ZOMER IS L
Aan het weer, zult onmiddellijk ant
woorden. Maar dat gaat lang niet altijd
op. Want wat dat betreft kan het soms
ook wel herfst zijn!
Er zijn echter symptomen in het stads
leven op te merken, welke erop duiden
iat de zomer in 't land is, weer of geen
weer. En van deze „Zomersymptomen"
zullen we U een en ander vertéllen
halven. Ik betaal voor mezelf den halven prijs,
dus dan mag de hond voor de helft van de helft
mee, derhalve een vierde!
Doch ook met dergelijke vragen weet men
aan het inlichtingenbureau wel raad. Soms
de klant kort en bondig. Zoo op een ochtend
een dame, die een hond pardoes op de toonbank
deponeerde en niets anders vroeg dan: „Juf
frouw, hoeveel kost die?" Instede van de dame
naar een kennel of een hondenkenner te ver
wijzen was de Spoorwegfee als immer toeschie
telijk, en na een gemoedelijk praatje kwam de
eigenlijke bedoeling aan het licht; mevrouw wil
de weten wat of voor den hond betaald moest
worden per trein naar Heerenveen.
De vragen zijn niet allemaal even snugger
gesteld. Wat te denken van den heer, die in
Eindhoven de boot naar Engeland wou pak
ken? Uw voorhoofd, geachte lezers, zal ook
wel even rimpelen wanneer u verneemt dat
het den dames soms eenige moeite kost den
vragers uit te leggen dat in Spoorwegtermen de
leeftijd van 4 tot en met 9 dezelfde is als die
van 4 tot 10.
Een meneer had wel eens van de douane ge
hoord en kwam derhalve op het inlichtingen
bureau informeeren of hij één pak aan en één
pak in de koffer mocht meenemen als hij naar
België "ging!
Een Amerikaan, die blijkbaar gewend was
zich zoo kort mogelijk in cijfers uit te drukken
vroeg: „Hoeveel kost me een reis naar Marken
voor twee en twintig en een half mensch". Arm
half mensch, misschien een Amerikaansche no
viteit? Een soort Centaur wellicht.
Zulke vragen waaien als zomersche vlaagjes
door den storm van meer nuchtere informaties
heen en maken dat aan beide kanten van de
toonbank opgewektheid heerscht.
De opgewektheid van een dubbelen zomer.
Haarlem reist en Haarlem trekt en voor het
eerst sedert tijden legt meneer Spoorweg zijn
wintersche hoogdunk af en buigt zich welwil
lend tot de Haarlemmers met een hartelijk
„Waar kan ik u mee van dienst zijn?" Het is
zomer voor de klanten, maar ook zomer voor
het spoorwegbedrijf.
Op de toonbank staat een prachtige vaas met
bloemen. Professor Goudriaan heeft goed ge
zien. Als men een bedrijf tot bloei wil bren
gen moet men zich spiegelen aan moeder na
tuur. Die weet wat bloeien is
Een eigenaardig type in de Parijschc schi-
derijenwereld deze Vollard, die nu dezer
dagen, over de zeventig jaar oud. om het
leven kwam doordat zijn te snel rijdende auto,
vlak bij Versailles slipte en hij met een
schedelbasïsfractuur werd opgenomen.
Een paar jaar geleden verschenen zijn
herinneringen van een schilderijenhandelaar
die ook in ons blad besproken zijn, Hij had
vroeger al meer geschreven en daarvan had
den zijn boekjes overCézanne, Renoir en
Degas, zijn langdurige persoonlijke relaties,
ook buiten Frankrijk de aandacht getrokken.
Vollard was toen trouwens in de internatio
nale kunstwereld reeds lang een bekende, zij
het eenigszins mysterieuse figuur. Een man
als Vollard geweest is en de carrière die hij
gemaakt heeft, schijnen mij slechts mogelijk
in de vijf en twintig jaar die aan den oorlog
van 1914 zijn voorafgegaan.
Noch daarvóór, noch daarna zal men in
de historie der kunstbelangstelling de moge
lijkheden aantreffen die Vollard's opkomst
en reputatie in de hand werkten. Nieuwe
stroomingen in de schilderkunst (zie de na
men van zijn bovengenoemde vrienden en an
deren die er aan toe te voegen zijn) begon
nen zich baan te breken, bij een publiek dat
in weelde en welstand levend, voor jonge
uitingen klinkende belangstelling wilde toonen
vooral toen die, deels uit zuiver inzicht, deels
uit snobisme uit het buitenland (toen in
hoofdzaak Duitschland, pas later kwam
Amerika) aan den dag werd gelegd. In den
voorzichtig soliden Parijschen kunsthandel
werden de jongeren aanvankelijk slechts
schoorvoetend opgenomen: Vincent en
Gauguin moesten hun eigen peultjes doppen
en in allerhand bizarre gelegenheden expo-
seeren. Ook in het wezen van den schilderijen-
handel moest nieuw leven geblazen worden cn
daarmee een aanvankelijk ondankbare
taak belastten zich vrijwillig een aantal
durvende en ook wel speculeerende geesten,
wier neigingen tusschen het commercieele
en het artistieke balanceerden en die in wezen
half artist en half-koopman waren. Het type
van den marchand-amateur, den liefhebber
handelaar had een nieuwen, twintigste-
eeuwschen werkkring ontdekt. Het waren
vooral in Parijs gevestigde buitenlanders als
Schuffenecker, Meyer, Graefe, later Uhde en
Kahnweiler die daarbij op den voorgrond tra
den en die in Vollard 'n bewonderde prototype
vonden.
Want evenmin als de genoemden had Vol
lard ooit ergens het kunsthandelsbedrijf ge
leerd, ergens als jongmaatje gewerkt, vap
ouderen het „vak" afgekeken. Hun activiteit
is dan ook beperkt gebleven tot die kunst
producten waarin zij, in verband met den
tijd toekomstige waarden zagen en de wind is
hun gunstig geweest.
Vollard is van hen allen wel de fortuin-
lijste geweest. Over zijn „entrée" in het vak
vertelt Berthe Weill, in haar boek „Pan!
dans 1' oeuil" dat Vollard altijd kwam neuzen
in den winkel van den ouden Mayer, waar
Berthe toen employee was, dat hij daar dan
stond te luisteren naar de gesprekken die
Mayer met zijn talrijke en beroemde klanten
voerde en een enkel maal een kleinigheidje
kocht om zich het air van klant te geven.
Een inderdaad vrij oppervlakkige en onaan
gename wijze om een vak te leeren, waaraan
tenslotte zelfs een Vollard niet veel gehad
heeft, want toen hijzelf een zaak gng be
ginnen en zich op de moderne peinture ge
worpen had, volgde hij een systeem, een.
methode, die alle charme van het nieuwe
vertoonde.
Er zat iets grappigs in, maar het is doeltref
fend gebleken, al geloof ik niet dat een na
volger een zelfde succes zou boeken. Hij
maakte zichzelf en 2ijn kunstschatten on
zichtbaar. In zijn donkeren winkel in de Rue
Lafitte hingen enkele doeken aan de wanden,
voor de vensters stond nochalant een uit
dagend modern werk geëtaleerd en een oude
bediende slofte in het vertrek rond. Maar
beneden in de ruime kelders huisde Vollard,
ontving er zijn vrienden onder de schilders,
gaf er bij tijd en wijle voor de ingewijden
gezellige feestjes en festijnen en daar bene
den stonden zijn en hun schilderijen in bosjes
langs de wanden.
Door dit alles werd in die jaren zoo onge
veer tegen 1910, een sfeer van geheimzinnig
heid en een aureool van het zeer aparte rond
het hoofd van Vollard geschapen, waarvoor in
het bijzonder de buitenlanders gevoelig waren
Men kan hem de verdienste echter.Moor alles
heen. niet betwisten, vóór vele andere de be-
teekenis der modernen ingezien te hebben
en met dat inzicht zijn voordeel gedaan te
hebben waardoor hij, zooals dat nu bij zijn
dood gezegd is, al slapende rijk geworden zou
zijn. Men vergeet daarbij echter te vaak dat
het volgen van 'n eigen inzicht wanneer dat
onvoldoende door de massa van het kunst
minnend publiek wordt aanvaard, dienzelfden
slaper straatarm kan maken, waarover men
dan liever niet meer spreekt.
Vollard was geen geboren Parijzenaar. Hij
kwam ter wereld op het eiland Reunion en
zou eerst in Parijs gaan studeeren tot dat het
plezier in mooie dingen en daarbij een zekere
speculatieve aanleg zich van hem meester
maakten. Hij heeft later weer een belangrijk
deel van zijn geld gebruikt om weer mooie
dingen in het leven te roepen. Zoo heeft hij
de kunst van het boek een goed eind om
hoog gestooten door prachtig gedrukte teksten
van Verlainf en anderen door kunstenaars als
Guérin, Denis, Bernard enz. te laten ver
sieren. Hij had, wat men noemt, een geluk
kige hand: de meeste dier uitgaven werden
ook commercieele successen. Laat hem dan
desnoods van smaak, snobisme en tijdsom
standigheden geprofiteerd hebben; Vollard
heeft geleefd, dingen doende die voor zijn
tijd van belang waren.
J. H. DE BOK.
Bende motordieven gearresteerd.
Reeds vijf motorrijwielen teruggevonden.
Door de politie van 't bur. Leidscheplein te
A'dam zijn 6 jongelieden aangehouden, die
er een gewoonte van hadden gemaakt motor
rijwielen te stelen. Eerst wist men twee ver
dachten aan te houden terwijl later de ar
restatie van vier anderen volgde. Zij worden
allen verdacht van diefstal of heling van
motorrijwielen. Bij huiszoeking zijn vijf"motor
fietsen teruggevonden. De zes verdachten
zullen voor den Officier van Justitie worden
geleid.