Ametikaattsche
W=
De twee artisten van den Dam.
koelies, en haat kafyies
FILMNIEUWS.
WOENSDAG 9 AUGUSTUS 1939
HA ARE EM'S DAGBCAÖ
8
Over de warmte, Japan, de Presidents-verkiezing,
Cactus Jim en Tom Dewey, soep met tranen
theorie en practijk van de service, een trage
tram en een verdronken kalf
(Van onzen correspondent te New York).
anneer u er eenig begrip van had hoe
warm het in New York kan zijn en
verschrikkelijk warm het op dit
oogenblik is. dan zoudt u het mij
niet kwalijk nemen, dat ik zoo onbeleefd ben
om u dezen brief in pyjama te zitten te
schrijven, terwijl het nog maar drie uur in
den namiddag is en dan zult u het billijken
dat ik er nu eens zin in heb u over koetjes
en kalfjes te schrijven. De thermometer staat
op 89 in de schaduw en naar men zegt is het
vochtigheidsgehalte 80. Ik ben erg onklimaat-
kunaig aangelegd en die cijfers op zich zelf
zeggen mij niets, doch ik ondervindt het
zelfs in pyjama aan den lijve wat 89 en 80 in
dit verband beteekenen. Ik waag mij niet op
straat en wanneer ik alleen maar aan de on-
dergrondsche denk, waar de benauwdheid u
op de keel slaat en waar de hitte u zoo op den
schedel davert dat ge instantelijk hoofdpijn
krijgt zoodra ge u tusschen de opeengepakte,
transpireerende medereizigers hebt gedrongen,
dan loopt het me met en zonder uw per
missie al met straaltjes van het voorhoofd.
Vier keer per dag cnder de koude douche en
twintig keer per dag met de handen onder de
koude kraan en tien keer per dag een fleschje
ijskoude coca-cola, dat geeft telkens voor vijf
minuten schijn-van-opluchting. En wanneer
u dan nog wilt bedenken dat de auto's, die
onafgebroken van zeven uur 's morgens tot
twee uur na middernacht langs mijn raam
stroomen, mijn kamer vullen' met benzine
damp, dan kunt u zeker wel begrijpen dat ik
liever tusschen de koetjes en kalfjes op de
malsche weide van het alledaagsche leven
ronddartel dan dat ik mij nog warmer ga
maken over hoog-politieke zaken, waar we
overigens heelemaal middenmin zitten. Juist
vandaag heeft Cordell Huil het handelsver
drag tusschen de Vereenigde Staten en Japan
opgezegd. En dat is geen kleinigheid. De con
sequenties ervan zijn nog niet te overzien. Be
halve deze eene: dat de Amerikaansche pers
deze daad algemeen goedkeurt onder het
motto: „Wanneer ze in Europa hun vuist niet
ballen dan zullen wij het doen". Amerika voelt
zich heel sterk.
Het is trouwens voor een Europeaan, die
van huis uit zoo zijn denkbeelden over de
Vereenigde Staten heeft meegekregen heel
verrassend om te ervaren hoe geweldig natio
nalistisch, ge zoudt wel kunnen zeggen chauvi
nistisch de Amerikanen zijn. Dat vader-
landschlievende gevoel uit zich op verheffen
de wijze. Bijvoorbeeld in den altijd en overal
duidelijk-blij kende eerbied vcor Lincoln,
Washington en dergelijke nationale figuren,
of uit het feit dat er geen Amerikaan is, die
zal nalaten het hoofd te ontblooten, wanneer
de wapperende sterren en streepen worden
langs-gedragen. Maar het uit zich ook wel eens
op heel kinderlijke wijze: wanneer men de
superlatieven zoekt om alles wat Ameri-
kaansch is te onderscheiden van alles wat
n i e t-Amerikaansch is. U kent dat wel. Alles
js het mooiste, het duurste, het grootste, het
hoogste, het langste en het vlugste ter wereld.
(Vandaag ben ik gaarne geneigd te zeggen
dat New York de heetste en vochtigste stad
ter wereld is). Dit sterke nationalisme
waaruit een verheffende liefde en een heel
zuiver idealisme spreken en deze superla
tieven-manie -die het gevolg is van voor
Europeanen ongekende kinderlijkheid
leiden ook tot een groot nationaal zelfver
trouwen.
En dit zelfvertrouwen brengt dan weer
mee. dat sommigen het hier best zouden vin
den, wanneer nu de vloot maar eindelijk eens
den Stillen Oceaan cp zou varen om den
Japanners mores te leeren. Maar zoover is
het gelukkig nog lang niet en later,
wij maar vurig hopen dat het zoover ook
nooit zal komen.
Een tweede belangwekkende politieke zaak.
die nu reeds de gemoederen in drukke bewe
ging houdt, is de aanstaande .presidentver
kiezing. Daarover schreef ik u een brief en
van de namen die ik daarin heb genoemd
komen er nu verscheidene op den voorgrond.
Maar deze gansche, zoo buitengewoon belang
rijke materie s.aat nog in het vraag' teeken
van Roosevelt's al- of niet-begeerigheid
naar den derden presidentieelen termijn en
daarom is er eigenlijk nog niets van te
zeggen. De journalisten zijn ijverig aan het
visschen, maar het eenige wat zij te hooien
krijgen wanneer ze een meneer ondervragen,
die als democratisch candidaat voor het pre
sidentschap wordt gedoodverfd is: ik
kan u nog niets zeggen het eenige dat ik
zeker weet is dat de Democratische Partij zal
overwinnen"', en wanneer ze een republikein-
schen hoogen heer interviewen: ik mag
en kan me nog niet uitlaten, maar het staat
natuurlijk wel vast dat er een republikein zal
worden gekozen". En intusschen beginnen er
plaatjes én levensbeschrijvingen in de kran
ten te verschijnen van de gedoodverfden:
senator Taft en senator van den Berg. de
conservatiefste en meest anti-Rooseveltsche
elementen der Republikeinsche Partij:
Thomas Dewey (spreek uit: „Djoewie"), de
jonge New Yorksche officier van justitie, die
een dapperen strijd voert om de laatste resten
van de Tamany-corruptie weg te bezemen, die
pas 38 jaar is en die (dat speelt hier ook een
rol) een aardig gezicht heeft. Hij is een iets
minder beeldschoone Anthony Eden, maar
dar. met een wipneus. Hij is ook republikein,
maar toch een paar graden minder hard dan
de beide vorigen. Van de democraten krijgen
we de zeventig-jarigen „cactus-Jim" Garner,
die op het oogenblik vice-president is, maar
die Rcosevelt nog al eens dwars zit. Hij heeft
roode wangen, wit haar, bruine gebrokkelde
tanden en een klein krom neusje. Hij zou
best cowboy kunnen zijn en zooals zijn bij
naam aanduidt is hij een stekelig, puntig en
zelden bloemrijk mannetje. Dan is er de heer
Farley, die hoofd van de posterijen is en wiens
vleezige gelaat zou kunnen toebehooren aan
een deftigen butler, een dominéé of een
bankier. Hij heeft met zijn post een braaf
winstje gemaakt en dat strekt hier in Amerika
altijd tot voordeel En de derde democraat
die behalve dan Roosevelt zelf aan het
opkomen is, is de bruinverbrande ambitieuze
handige en populairiteit-najagende heer Mc
Nutt. Tusschen de partijen in zweeft dan nog
de deftige, diplomatieke en keurige Cordell
Huil, de eenige van deze allen dien ik mij
niet kan voorstellen zonder boord en in z'n
overhemd wat hem natuurlijk heel wat
minder populair maakt dan die andere
ooiijkers. Het zal niet zoo heel lang meer
duren of wij weten wie hun hoed in de arena
zullen gaan werpen. Dan zal het praten, over
reden en flink-doen, in den letterlijksten zin
van dat woord, niet van de lucht zijn. Want
de heeren candidaten zullen in de microfoon
klimmen en hun klemmende betoogen en plei-
zierige voornemens zullen in onze huiskamers
binnendaveren.
Die microfoons hebben trouwens ook vóór
den verkiezingsstrijd wat te verduren. De heer
Vogt mag blij zijn dat hij en zijn collega's
niet iedere vijf minuten behoeven opzij te
gaan voor den een of anderen reclame-maker.
Wamt zooals die radio-reclame hier overdreven
wordt, dat tart alle beschrijving. Daar komt
bij dat de reclame-radioten zoo verschrikke
lijk dynamisch zijn. Men heeft hier wel eens
de veronderstelling uitgesproken, dat zij hun
microfoon-manieren bewust of onbewust heb
ben afgeluisterd van sommige Europeesche
staatslieden, die aan den microfoon zooveel
te danken hebben.
In ieder geval werken deze radiorators met
wagonladingen nadruk en emphase. Bijna
ieder woord, dat zij zeggen is twee maal on
derstreept, cursief gedrukt en gespatiëerd. De
stem die ons tracht te dwingen de verdiensten
van moutstout, het nieuwe kant-en-klare ont-
bijtvoer, te beproeven, is gelijk die van den
Psalmist, bulderend uit de diepten. De stem
die de hoedanigheden van Rinsux, de nieuwe
wonderzeep voor biljarters, accountants en
presidenten van gerechtshoven tot hooge
hoogten tracht op te voeren heeft een snik
in elk zijner woorden. Het algemeene effect
dat deze voortdurende en voortdurend opge
wonden en schier-buiten-zichzelf-verkeerende
loftuitingen op den in wezen onwilligen luiste
raar maken is alsof Handels Largo ware opge
dragen aan de vereenigde havermout- en
haarwaterfabrikanten der Vereenigde Staten.
Ongetwijfeld kennen die radio-reclamemakers
hun vak uitstekend, maar toch durven wij zeer
schoorvoetend en aarzelend de mogelijkheid
onder het oog te zien, dat deze heeren eens
bedenken, dat sinds onheugelijke tijden alle
overdaad schaadt. Is een stem overkropt van
tranen werkelijk op den duur het beste middel
om soep-in-blik te verkoopen? „Waarheid in ed
reclame", dat is een beginsel, dat wij in Europa
hebben geleerd van Amerika. Maar de leerling
heeft zich beter gedragen dan de leeraar
Coöperatie „De Eendracht"
maakte een feestreis.
Naar Gent en Brussel.
bied in New-York opvalt: dat men zich
hier niet altijd gedraagt naar de zelfopge-
stelde gulden regels, die wij van Amerika
hebben geleerd en waarnaar wij ons wel ge
dragen. Daar is bijvoorbeeld die befaamde
service. Ik heb mij voorgenomen nooit meer
over gebrek aan service in Nederland te
klagen, want wat u daarvan hier dikwijls in
de practijk zietHet is mij reeds eenige
malen overkomen, dat men mij in een winkel
eenvoudig liet staan en dat, toen ik dan maar
wegging zonder iets gekocht te hebben, nie
mand zich er iets van aantrok. Het is mij vele
malen overkomen dat mijn bank mij beloofde
mij Dinsdagmorgen, eenige voor mij belang
rijke inlichtingen te geven en dat ik Vrijdag
morgen zelf moest opbellen om te vragen hoe
het er mee zat. En de bediening en bestelling
der heel groote zaken (Macy is de grootste win
kel ter wereld met16.000 bedienden!)
laat heel veel te wenschen over en leidt her
haaldelijk tot verzuim en misverstand. Neen,
wat de theoretici als typisch-Amerikaansche
service hebben geschilderd komt zeker niet
uit New-York. U behoeft alleen maar de
New-Yorksche post met de Nederlandsche te
vergelijken. Er zijn in deze wereldstad 3 post
bestellingen per dag: om 8 uur, om 10 uur en
om 15 uur. Zaterdags vervalt de derde bestel
ling en Zondags is er heelemaal geen. Boven
dien komt het drukwerk nooit met de eerste
post. Wanneer er hier bijvoorbeeld Vrijdag
morgen om 10 uur een boot uit Europa aan
komt dan mag ik de kranten, die deze voor
mij meebrengt, niet eerder verwachten dan
op z'n vroegst Maandag om half elf.
Maar u moet wel goed in het oog houden
dat Amerikanen veel geduldiger en lang niet
zoo veeleischend zijn als Europeanen. Het bo-
vengrondsche verkeer bijvoorbeeld is hier zoo
traag, dat wij het ons nauwelijks kunnen
voorstellen. Natuurlijk ligt dit voor het groot
ste deel aan de bouworde van Manhattan, die
heelemaal uit vierkante blokken bestaat. Gis
teren heb ik „voor de statistiek" eens getramd.
Over Broadway. En ik heb heel goed geteld.
Over een afstand van anderhalven kilometer
heb ik op den kop af 35 minuten getramd. En
we hebben53 maal stilgehouden. Heeren
directeuren van Nederlandsche tramwegmaat
schappijen, ik zal nooit meer klagen!
Na deze koetjes en kalfjes van vandaag wil
ik nog'even het koetje uit de wereld van mor
gen doen opgraven. Het kalfje is reeds ver
dronken in de befaamde sloot. Dat koetje
die tentoonstelling, die wereldtentoonstelling
is geen melkkoetje. Toen New-Yorks best ge-
kleede man. Grover Aioysius Whalen, zijn ten
toonstelling van 157 millioen dollar opende,
in Mei. vertelde hij dat de vreemdelingen
van buiten New-York de poorten zouden gaan
bestormen, zoodra het 1 Juli was. In stede
daarvan is het bezoek van 1 Juli af in die
mate gedaald, dat er allerlei maatregelen
moesten worden genomen om de menschen
binnen te lokken en de kosten te verlagen.
Gedurende de eerste twaalf weken van de
tentoonstelling zijn er 11 millioen betalende
bezoekers geweest. Ongeveer de helft van wat
men had gehoopt. Zooals de zaken er nu
voor staan zal men dus blij moeten zijn wan
neer de 30 millioen worden gehaald in stede
van de verwachte 60 millioen. Men had uit
gerekend dat. wanneer er 50 millioen men-
schen zouden komen er een winst zou worden
gemaakt van 1 millioen en dat wanneer er
•19 millioen bezoekers zouden zijn het verlies
4 millioen dollar zou bedragen.
Grover Aioysius Whalen zal het nog wel
warmer hebben dan de andere New-Yorkers
vandaag.
Mr. E. ELLAS.
Maandagochtend is een groot aantal leden
van de coöperatie „De Eendracht" van het sta
tion Haarlem voor een reis naar Gent en naar
Brussel vertrokken, waarmede de viering van
het zevende lustrum van de coöperatie zou wor
den besloten. De deelneming aan deze reis was
zoo groot, dat een lange extra trein noodig was.
Te Gent stonden bestuursleden van de coöpe
ratie „Vooruit" aan het station en personeel van
de Commissie tot bevordering van Vreemdelin
genverkeer van Gent, die het groote gezelschap
door Gent begeleidden naar het stadhuis.
Daar had een officieele ontvangst plaats.
Schepenen en leden van den Raad. onder wie
de zuster van Cyriel Buysse, waren in de mooie
hal bijeen. Nadat orgelspel had weerklonken,
richtte de heer De Rycke, een der Schepenen,
tot de aanwezigen het woord. Het was een
hartelijk welkom. De heer De Rycke zeide. dat
het bezoek op prijs werd gesteld, omdat Neder
land een bevriende natie is, en omdat beide
landen door bijzonder nauwe vriendschapsban
den zijn verbonden, hetgeen van belang is voor
den vrede, waaraan de wereld zoozeer behoefte
heeft.
De heer A. Koomen, de algemeene leider van
de reis. dankte den heer De Rycke voor de
vriendelijke woorden tot het gezelschap gericht.
Hij drukte daarbij de verwachting uit, dat
ieder der deelnemers aan 't bezoek aan Gent ze
ker aangename herinneringen zou behouden.
Na het dankwoord van den heer Koomen
zette het orgel het „Wilhelmus" in, dat door alle
deelnemers uit volle borst werd meegezongen.
Er volgde nog een tweede ontvangst in de Halle
Belfort, waar het Secretariaat van de Commissie
tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer
is gevestigd. Daar sprak de heer G. van der
Sluis, die, na het welkom den wensch uitdruk
te dat het niet zou blijven bij een uiteraard
vluchtig bezoek aan de stad Gent, maar dat al
len later terug zouden komen om gedurende
eenige dagen al het mooie en merkwaardige van
de stad in oogenschouw te nemen. Als herinne
ring aan dit bezoek bood de heer Van der Sluis
aan de coöperatie een fraaie ets in lijst aan,
voorstellende een stadsgezicht van Gent. De
heer Raadersma, de secretaris van „De Een
dracht", die het geschenk voor de coöperatie
aanvaardde en er voor dankte, zeide, dat de ets
een eereplaats in de bestuurskamer der coöpe
ratie ontvangen zou.
In het fraaie gebouw van de coöperatie „Voor
uitgang" werd vervolgens het middagmaal ge
bruikt.
Tijdens den maaltijd deelde de heer Raa
dersma mede, welke namen de pasgeboren Prin
ses had gekregen. Daarbij werd door hem ook
de zinnebeeldige beteekenis van den naam
Irene uiteengezet. Met gejuich werd deze mede-
deeling begroet en er steeg een hoera voor de
jonge Prinses op.
Inmiddels hadden nog twee plechtigheden
plaats. De heer Raadersma, vergezeld door een
deputatie, had een bloemstuk gelegd aan den
voet van het standbeeld van Van Beveren, ter
wijl na den maaltijd de voorzitter van „De
Eendracht", de heer Hulsman, eveneens met een
deputatie een bloemenhulde neerlegde op het
graf van Anseele, daarmede de nagedachtenis
van beiden huldigende voor hetgeen zij als
Coöperatoren hadden verricht. Er werd hierbij
niet gesproken.
Na den maaltijd werden in groepen tochten door
de stad gemaakt, waarbij bestuurders van
„Vooruit" van voorlichting dienden. Tegen 16
uur werd Gent verlaten en werd de reis voort
gezet naar Brussel. Daar stonden voor het sta
tion gidsen gereed die het gezelschap langs den
kortsten weg naar de Groote Markt geleidden
en het graf van den „Onbekenden soldaat".
De heer Van Eijkern, de assistent algemeene
leider, reikte aan mevrouw A. Diependaal-Van
Pel een bloemstuk over dat daarna, onder groo
te stilte aan den voet van het graf werd neer
gelegd.
Te ruim kwart over negen vertrok de extra
trein uit Brussel weer naar Haarlem, waar men
te middernacht aankwam.
Het was een bijzonder geslaagde reis.
De familie Hardy
stelt zich voor.
In het Luxortheater komt binnenkort de
film ..Andy Hardy wordt verliefd", één der
eerste films van de Hardy-serie, welke in
Amerika en elders en ook reeds in eenige ste
den van ons land opgang heeft gemaakt. Wie
zijn de Hardy's?
Welnu, de volgende normale, gewone, maar
volop levende menschen: Rechter' James
Hardy, altijd gespeeld door de bescheiden
figuur van Lewis Stone, op wien het woord
film-sfer eigenlijk zoo kwalijk past. Rechter
James Hardy is geen magistraat van groot for
maat. Hij is rechtschapen, maar menschelijke
zorgen beïnvloeden hem en hij strijdt voort
durend met zijn eigen toegeeflijkheden en
zijn wil om een goed. wijs mensch in zijn ambt
en in het dagelijksch leven te blijven.
Moeder Hardy, gespeeld door de volksactrice,
die met deze rollen gróót geworden is, Fav
Holden, is een vriendelijke, zachte, soms ietwat
slovende vrouw, die door haar eigen man bij
voorkeur ..Moeder" genoemd wordt en niet
altijd tegen haar kinderen op kan, al dragen
zij haar. als het er op aankomt, op hun ham
den.
Dochter Marian Hardy is voor de jonge
actrice Cecilia Parker een gouden kans ge
weest. Zij is mooi en zij weet het. Zij is niet
wijs en oud genoeg om door de menschen heen
te zien en begaat slag op slag „vergissingen",
al nemen die door het gezonde, hechte ge
zinsverband nooit al te erge vormen aan. Zij
is soms nog al beklagenswaardig in haar een
zaamheid. haar verlangens en haar kleine op
gezette romantiek.
Mickey Rooney is Andy Hardy. Hij leeft het
leven van millioenen jongens: boven zijn
stand, d.w.z. ver boven zijn zakcenten. Zijn
meisjes zijn niet allemaal 18-karaats. maar
hij blijft er dan ook niet aan hangen en met
zijn kop onder de kraan komt hij wel weer
bij. Een smoking voor zijn eerste fuif is zijn
grootste probleem. Zijn tweede: drie meisjes
om een en denzelfden vinger te winden wat
natuurlijk niet gaat.
Dan is er nog Tante Milly de vaste rol van
Betty Ross Clarkezoo'n ongetrouwde, beste
brave tante, als er wel in elke familie ergens
een te vinden is. al dan niet inwonend.
Dat zijn de Hardy's!
,,Slowaken zullen naast de
Dnitsehers oprukken."
BRATISLAVA. (Havas). Tijdens een ont
vangst ter eere van Duitsche journalisten heeft
vice-president Tuka o.a. gezegd, dat „in geval
van oorlog de Slowaaksche soldaten naast de
Duitsche soldaten zullen oprukken".
Jan Klaassen en Katrijn tijdens een rustpauze.
De Dam, de Amsterdamsche Dam, ónze
Dam waarvan „De Groene Amsterdammer"
onlangs schreef, dat zij het hart van de stad
was. hetgeen zeer duidelijk te merken was
aan het feit, dat de Dam ook een hartkwaal
had, dat was namelijk het Damplantsoen
houdt er twee artisten op na, die er evenzeer
bij hooren als het Paleis, de Bijenkorf en de
fotografen, die er het middenterrein onveilig
maken voor boodschappende dames en kweb
belende bakvisschen. De ééne is de eigenaar
en vertooner van de poppenkast, waarin het
oude spel van Jan Klaassen en Katrijn de
hoofdrol speelt, de andere is de snelteekenaar,
die expert is in het leveren van Hollandsche-
Landschappen-in-pastel-binnen-de-vijf-minu-
ten.
Het spel van Jan Klaassen staat op den
hoek bij de Nieuwe Kerk, om zoo te zeggen
tusschen het Paleis en den Nieuwendijk. Het
staat er lang niet altijd, maar natuurlijk bijna
steeds op de vrije Woensdag- en Zaterdag
middagen waarop de eigenaar kan verwach
ten de Amsterdamsche jeugd te zien verschij
nen om zijn evoluties met de houten poppen,
die Jan Klaassen en zijn lieftallige echtge-
noote Katrijn, voorstellen, te bewonderen. Er
is mij verteld, dat de poppenkast daar al sinds
tientallen van jaren staat ik herinner mij
zelf trouwens, dat ik haar daar al jaren lang
zag en dat zij in dien tijd minstens éénmaal
verwisseld is van eigenaar. Er was zelfs
iemand, die nog wist, dat de vroegere eige
naar Cabalt heette, en dat die niet alleen op
den Dam zijn kunsten vertoonde met zijn pop
penkast, maar ook voor partijen en dergelijke
te huren was. Men kon hem dan bestellen
„met salontaai" en „zonder salontaai" en wee
de ongelukkige, die hem per ongeluk zonder
salontaal aannam, want de uitdrukkingen die
Jan Klaassen en Katrijn in dat geval bezigden
bij hun spreekwoordelijk geworden kibbel
partijen, schijnen alle voorstellingsvermogen
te buiten te zijn gegaan! De tegenwoordige
vertooner van de poppenkast doet het zonder
die beide alternatieven, maar weet over het
algemeen kostelijk den gulden middenweg te
treffen de manier, waarop hij Jan Klaassen
en Katrijn sprekend doet optreden is eenvou
dig kostelijk. Er is niets verfijnds aan, inte
gendeel, het echtpaar trekt in rond Amster-
damsch duchtig van leer tegen elkaar, en de
stem van den vertooner toont bijzondere ge-
zijn stem vanuit het half donker, terwijl de
pop die hij hanteert, als een dolle heen en
weer buitelt over het „tooneel" en uit tien
kindermonden tegelijk klinkt het antwoord,
belust en gerekt: „Jaaaaa!" Natuurlijk staan
er ook volwassenen bij te kijken, maar over
het algemeen genieten ze niet half zooveel
van het spel als de kinderen, en leggen meer
een soort van goedaardige en verbaasde be
langstelling aan den dag „omdat die kinderen
zoo iets nou toch zoo mooi vinden". En af eoi
toe valt er eens een opmerking, dat het toch
eigenlijk niet paedagogisch is.
De andere artist van den Dam, de sneltee
kenaar met de Hollandsche landschappen,
werkt met aanmerkelijk minder lawaai, maar
hij moet het ook hebben van een gansch an
der deel van het publiek. Zijn landschappen
zijn ook niet allemaal specifiek Hollandsch, al
excelleert hij wel in „typische" straatjes en in
landschappen met molens. Maar hij heeft ook
een romantisch nummer op zijn repertoire,
een ondoorgrondelijk-diepe boschvijver, waar
in koninklijke zwanen drijven onder het zware
geboomte. Hij beheerscht werkelijk nogal veel
genres, en de lantarenpaal, waaraan hij zijn
afgewerkte producten hangt en waarnaast
zijn schildersezel staat, hangt aan het eind
van den dag tamelijk vol met kleurige pastels.
Uiteraard is het een totaal ander soort van
publiek dat naar zijn oeuvre komt kijken: een
oude heer toeft lang en staat zwijgend en in
gedachten te kijken, terwijl de snelteekenaar
zijn papier voltoovert. Een voorbijfietsende
arbeider beschouwt met intense belangstelling
en critische aandacht hoe „hij hem dat levert"
een schoolkindje met misschien wel artistie-
ken aspiraties staat droomerig en vol bewon
dering te kijken, vermoedelijk het meest van
alles onder den indruk van de snelheid waar
mee het gaat. Dat is dan ook de bedoeling.
Maar zij beiden, de vertooner van de pop
penkast en de snelteekenaar, stoffeeren ons
Amsterdamsche Damplein op bijzonder aar
dige wijze. Ze hooren er; een plein, en zeker
een Amsterdamsch plein als de Dam zou niet
zonder zoo iets kunnen. De poppenkast en de
snelteekenaar lijken er beiden wel een beetje
mee vergroeid te zijn. Dat ze er nog lang mo
gen blijven.
W. v. d. T.
ZOMERCONCERT H. O. V.
De H. O. V. zal onder leiding van MarinuS
Adam Donderdagavond 10 Augustus een concert
geven, waaraan twee solisten hun medewerking
verleenen.
De jonge talentvolle sopraan Greet Haentjens
in Haarlem zal debuteeren met een Recitatief
en Aria „Ne' trionfi d' Allessandro" van Fr.
Handel en Elsa's Traum van Rich. Wagner, bei
de met orkestbegeleiding.
Vervolgens speelt Riek v. d. Velden, de pia
niste van het H. O. V.-koor, het pianoconcert
in a gr. terts van W. A. Mozart. Deze pianiste
heeft zich altijd zeer verdienstelijk gemaakt. Dit
concert zal tevens haar afscheidsconcert zijn,
daar zij zich in Eindhoven gaat vestigen, wat
voor de H. O. V. zeker een groot verlies be-
teekent.
Het concert begint met de Sinfonia van Joh.
Chr. Bach in Bes gr. terts.
Na de pauze wordt begonnen met het Vorspiel
zu Lohengrin van Rich. Wagner; het concert
eindigt met de onvolprezen Rhapsodie „Piet
Hein" van Dr. Peter van Anrooy. een stuk, dat
in deze vreugdevolle dagen zeker bij het publiek
in den smaak zal vallen.
De snelteekenaar van den Dam.
schiktheid om er de rauwe geluiden van Jan
Klaassen en Katrijn mee na te bootsen, maar
het geheel is van een waarlijk opwekkende
waarachtigheid. En natuurlijk voelen de kin
deren, die er met open monden en intense be
langstelling omheen staan, dat het eerst van
alles; ze leven mee met de capriolen van Jan
Klaassen. met de uitvallen van Katrijn, met
de schelle stemmen die uit de tent klinken,
met de klinkende klappen, die er vallen
inderdaad klinkend, want de poppen zijn van
hout, en dat geeft een bijzonder venijnig ge
luid. Het Jan Klaassen-spel vinden ze een
voudig prachtig, ze zijn er zoo in. dat ze alles
om zich heen vergeten, en als ze even de kans
krijgen, in de pauzes tusschen de kieren van
de poppenkast trachten te gluren om te zien
wat er tusschen de bedrijven in daar binnen
voor valt. Ze doen zelfs half mee met het spel
en worden er door den poppenkastspeler ook
in betrokken: „En mot ik nou..?" zoo vraagt
VOORBEURS TE AMSTERDAM.
In het voorkomen van de wisselmarkt was
heden niet veel verandering gekomen. De
handel droeg een normaal karakter, en een
bepaalde stemming kon niet worden aangege
ven. De buitenlandsche deviezen werden mee-
rendeeis afgedaan op het peil. waarop giste
ren in hoofdzaak was gehandeld. De prijzen,
welke te Amsterdam golden, sloten vrijwel
automatisch aan bij die. op de internationale
markt.
Tijdens de ochtenduren bleef de toestand
stationair, en de fluctuaties waren van zeer
geringe afmetingen. De prijzen, welke werden
vernomen waren voor Britsche ponden
8.79 14a 8.79.)Amerikaansche dollars 1.87 3'4
a 1.88, Fransche francs 4.97V2 a 4.98. Belga's
31 90 a 31.93, Zwitsersche francs 42.39 a 42.43.
Duitsche marken waren 75.30 a 75.40. De Scan
dinavische deviezen waren, vergeleken met de
officieele noteeringen van gisteren ongewij
zigd. Op de termijnmarkt vielen geen vermel-
dingswaardige mutaties op te merken. Slechts
het disagio voor het pond sterling was grooter
geworden en bedroeg omstreeks 5/16 voor 1
maand en 13 16 voor 3 maanden. Hierin moest
waarschijnlijk een weerspiegeling worden ge
zien van de innerlijk vrij zwakke stemming
van het Britsche devies. Op de internationale
markt in het bijzonder ten opzichte van den
dollar.
Op de niet-officieele ochtendbeurs was in
den effectenhandel weinig te doen. De stem
ming was gedrukt voor locale fondsen, waar
voor algemeen lager prijzen werden genoemd.
Amerikaansche shares waren prijshoudend en
weinig veranderd.