P CN C RAADSELACHTIGE VONDST van Terschuur opgelost. Vele gewonden bij verkeers ongelukken. Verdachte van den moord, de man van de vrouw, te Semarang gearresteerd. Rijtuig op onbewaakten overweg gegrepen. MAANDAG 14 AUGUSTUS 1939 HAAREEM'S DAGBEAD 3 WASCHNUMMER GAF DE AANWIJZING. De Justitie is er in geslaagd op zeer snelle wijze opheldering te brengen in de zaak van den nabij Terschuur onder Barneveld ge vonden hutkoffer, waarin zich een gedeelte bevond van een vrouwenlij k. Wij vernemen n.l. dat op verzoek van de Amsterdamsche Justitie te Semarang is gearresteerd de Amsterdammer P. L K., oud 36 jaar, die er van verdacht wordt zijn vrouw, oud 44 jaar, waarmede hij sedert vier jaar getrouwd was, te hebben vermoord en daarna haar lijk op de reeds bekende wijze getracht heeft te verbergen. De man was in dienst van de Stoomvaart Mij. „Nederland" en voer als hofmeester op de „Johan de Witt". Op 4 Augustus was hij met dit schip te Batavia aangekomen, op 16 Augustus zou hij weer naar Nederland vertrekken met hetzelfde schip. DE oplossing van deze zaak, die aanvan kelijk zóó duister leek, dat het voor de politie vrijwel onmogelijk scheen succes te kunnen boeken, is wel zeer snel in haar werk gegaan. En een zeer belangrijke rol heeft daarbij het waschnummer gespeeld, dat op ondergoed van de vrouw was aange troffen, waschnummer 273. Een zuster van de vermoorde vrouw, welke laatste met haar man in de omgeving van de Pieter Aertzstraat te Amsterdam woonde, had Vrijdag door de radio een oproep gehoord waarin melding gemaakt werd van het wasch nummer. Het nummer kwam haar bekend voor en toevallig had zij in huis een schort, die aan haar vermiste zuster had toebehoord. Haar zuster immers was sedert 24 Juni spoor loos verdwenen. Aan haar zwager, den hof meester, had zij reeds kort na dien datum ge vraagd, waar haar zuster toch was. De man had toen geantwoord dat dat hem niet meer aanging, omdat zijn vrouw er met een anderen man vandoor was. Hij zeide er nog bij, dat hij haar met dien man in een auto had zien zit ten. De zuster nam dit voor haar vreemde ver haal maar niet voetstoots aan, en einde Juni vervoegde zij zich op het bureau Pieter Aertz straat, waar zij de opsporing van haar zuster verzocht. Dit was echter niet mogelijk zonder haar zwager, den hofmeester, daarin te ken nen, omdat hij aangifte van de verdwijning moest doen. en K. gaf van het verdwijnen van de vrouw op het politiebureau weer dezelfde verklaring, dat zijn vrouw er vandoor was, zoodat geen onderzoek naar de „weggeloopen vrouw" werd ingesteld. Toen nu echter de zuster het wasch nummer door de radio hoorde omroe pen, stelde zij zich onmiddellijk met de politie in verbinding. Nadat de officier van justitie te Utrecht was gewaarschuwd, werd het onderzoek verder in handen gesteld van den Officier van Justitie te Amsterdam, mr. L. de Blécourt. Het bleek, dat de woning, die tot 24 Juni door het echtpaar K. was be woond geweest, leeg stond. Een buurman, die wel met de familie be kend was, kon inlichtingen geven. De hof meester had ook aan hem verteld, dat zijn vrouw hem verlaten had en daarom wilde hij zelf de woning zoo spoedig mogelijk ontrui men. Hij had een opkooper ontboden en zijn inboedel van de hand gedaan. Buurman hielp met den koffer. Op den avond van den 24en Juni had K. aan zijn buurman gevraagd, hem even te willen helpen met het naar beneden brengen van een zwaren hutkoffer, die naar zijn zeggen zijn kleeren en particuliere bezittingen be vatte. De buurman had graag een handje geholpen, doch de koffer, die op een portaaltje op de tweede verdie ping stond, bleek heel zwaar te zijn. Toch gelukte het hem met behulp van den hofmeester het zware voorwerp naar beneden te krijgen, en te laden in een huurauto, die voor de deur stond. De hofmeester had den buurman gezegd, dat hij naar Deventer ging en dat hij een auto zonder chauffeur had gehuurd. Voorts vroeg hij nog aan zijn buurman om voor hem even een telegram naar zijn familie te Deventer te sturen, dat hij op weg was naar hen toe. De buurman gaf dit telegram telefonisch op en dit blijkt thans bij het onderzoek een geluk te zijn, want via het girostrookje dat de buur man, die nog Vrijdagavond uitvoerige verkla ringen tegenover de justitie heeft afgelegd, bleek nauwkeurig aan wien, op welken datum en op welk tijdstip dit telegram is verzonden. Precies zoo'n koffer was het. De buurman die geholpen had met het transport van den koffer, verklaarde tegen over politie en justitie, dat de koffer waarin het stoffelijk overschot van de vrouw was ge vonden, precies zoo'n koffer was als hij op den 24en Juni naar beneden had helpen dra gen. Natuurlijk droeg de koffer geen initialen of andere zeer opvallende kenmerken, zoodat deze getuige niet met absolute stelligheid kon verklaren, dat het dezelfde koffer was, die hij had helpen dragen. Bij deze verklaring komt nog, dat de plaats waar de koffer gevonden is door den gearres teerden hofmeester kan zijn gepasseerd op zijn weg naar Deventer. De plaats waar de koffer gevonden is ligt nl. betrekkelijk dicht bij den weg en degene, die de koffer uit de auto naar de vindplaats sleepte, behoefde hem slechts over korten afstand te vervoeren, en slechts een wrak prikkeldraadhekje moest worden gepasseerd. Bloedsporen in de woning. Onmiddellijk na de mededeeling van de zuster der vrouw is de politie met dr. van Ledden Hulsebosch een onderzoek in de wo ning die nog niet verhuurd was, gaan instel len. Bij de gootsteen vond men op den grond bloedsporen, die echter niet bijzonder duidelijk waren. Duidelijker waren de sporen in een zijkamer, waar toen de familie K. er nog woonde, een divan stond. In die kamer heeft dr. van Ledden Hulsebosch met zeker heid bloedsporen herkend. Het huis bleek overal goed te zijn schoonge maakt. De vloeren waren danig met bleekpoeder bewerkt en blijkbaar was alles in het werk gesteld om geen enkel spoor achter te laten. Meer aanwijzingen. Er zijn echter nog andere aanwijzingen, waaruit de justitie mag concludeeren, dat het lijk dat in den koffer is gevonden, het stof felijk overschot is van de vrouw van hof meester K. De lichaamsbeschrijving, die men thans van familieleden heeft gekregen, past op het gevonden gedeelte van het lijk. Bovendien had men in den keffer behalve wat kleeren en lappen, een paar kousen ge vonden, die gestopt waren op de wijze zooals de vermoorde vrouw dit pleegde te doen. Deze verklaring werd afgelegd door de zuster van de vermoorde. Natuurlijk zijn ook de buren van K. aan een verhoor onderworpen. Zij hebben echter niets verdachts gehoord, noch hebben zij iets gemerkt van een vechtpartij of van ge schreeuw. Het is naar het oordeel van de justite, niet waarschijnlijk, dat de vrouw op 24 Juni is gedood, waarschijnlijk gebeurde dit reeds een paar dagen eerder en is de romp in de hut koffer gelegd eenige dagen nadat het af schuwelijk misdrijf is gepleegd. Dit is uit de sectie gebleken. Bevel tot arrestatie. Toen de justitie zooveel aanwijzingen tegen Pieter L. K. had, werden onmiddellijk maat regelen getroffen om tot arrestatie te kunnen overgaan. Het bleek, dat de man als hof meester derde klasse in dienst was van de stoomvaart maatschappij „Nederland", en dat hij werkzaam was aan boord van de „Johan de Witt". Het was zaak hem in Indië te arresteeren, voor hij er de lucht van zou krijgen, dat de justitie hem van dit vreeselijk misdrijf ver denkt. Onmiddellijk seinde de officier van justitie te Amsterdam naar zijn ambtgenoot te Ba tavia, waarbij arrestatie van K. werd ver zocht. Tevens werd een bevel tot in bewaring- stelling afgegeven. Verdachte is te Semarang aangehouden. Hij zal zoo spoedig mogelijk op transport worden gesteld naar Amsterdam. Aneta meldt dat bij zijn arres tatie door den chef van de recher che de hofmeester een zeer cynischen in druk maakte. Klaarblijkelijk had de mede deeling van het overlijden en later van den moord op zijn echtgenoote, geen indruk op hem gemaakt. Ook de daaropvolgende mededeeling, nl. dat tegen hem een bevel tot arrestatie bestond, ontving hij koel. Toen de chef der recherche uit het Huis van Bewaring vertrok, zeide verdachte nog, dat het ergste wel het verlies van zijn betrekking was. De chef der recherche deelde hem hierop mede dat, indien hij onschuldig werd bevonden, van een verlies van betrekking geen sprake was. Bij het verhoor door den officier van Justi tie en door den chef van de recherche gaf verdachte tegenstrijdige verklaringen. Hij zeide onschuldig te zijn. Zondagochtend heeft de chef der recherche het personeel van de „Johan de Witt" ge hoord. Dit personeel was algemeen van indruk, dat de gearresteerde een cynisch en wreed mensch was. Over het gedrag van K. tijdens de laatste reis van de „Johan de Witt" hebben zich verschillende passagiers en collega's verwon derd. Hij dronk veel en trof men hem alleen aan dan zat hij somber voor zich uit te staren of keek angstig om zich heen. Dit was voor dat nog iets omtrent het gebeurde bekend was. K. was reeds eerder gehuwd. Tegenover an deren liet hij zich uit, dat zijn tweede huwe lijk zoo gelukkig was. Hiertegenover valt ech ter op te merken dat hij, na aankomst te Am sterdam, nimmer direct naar huis ging, doch eerst uitging, hetgeen hij ook tijdens het ver blijf te Amsterdam veel deed. Zeker is het, dat K. op deze reis door zijn vele drinken en ook in andere opzichten, een opvallende indruk maakte. Behalve over het wegloopen van zijn vrouw liet hij zich echter nergens over uit. Nieuwe bewijzen. Zaterdagmiddag zijn de bewijzen tegen K. nog versterkt. De recherche ontdekte n.l., dat de hofmeester op 30 Juni dus zes dagen na dat hij den rit met den tot voor enkele uren nog zoo geheimzinnigen koffer met den lugu- beren inhoud maakte een handkoffer met vrouwenkleeren door een kruier naar het sta tion heeft laten brengen. Op zijn bevel werd de koffer in het bagagedepot van het C. S. afgegeven. Deze koffer is in beslag genomen. Hij bevat een belangrijk deel van de garde robe van de vrouw. Er wordt een onderzoek door dr. van Ledden Hulsebosch ingesteld, of er zich misschien bloedvlekken op de kleeren bevinden. Dit wegbrengen van de kleeren is in tegenspraak met de verklaring, die de verd., ongeveer een week vóór den 30en Juni heeft afgelegd tegenover zijn schoonzuster, die naar Jeanne, verdachte's vrouw, vroeg. Tegen haar immers had hij gezegd: „Mijn vrouw is er van door met een anderen man, en ik wil haar nooit meer zien. Ik weet ook niet, waar ze is". Toch brengt hij ruim een week later een koffer met kleeren van de vrouw naar het ba gagedepot van het C.S. De zuster herkende den inhoud als eigendommen van verd.'s vrouw. Voorts heeft de politie de auto opgespoord, die verdachte had gehuurd bij een garage in Amsterdam-Zuid. Het is een kleine vierper- soons gesloten wagen, waarmede de hutkof fer is vervoerd. Men kende verd. bij de garage wel en had er geen bezwaar tegen hem een auto zonder chauffeur te verhuren. In de cor respondentiemappen bevond zich nog het dooi den hofmeester onderteekende huurcontract. Hij heeft de auto een paar dagen in gebruik gehad. In de afgeloopen zeven weken is het wagentje natuurlijk herhaaldelijk gebruikt en schoongemaakt, doch het wordt thans door dr. van Ledden Hulsebosch onderzocht. Voorts is het nog gelukt een deel van den inboedel op te sporen bij een opkooper in de buurt van verdachte's huis in de Pijnackerstraat. Onder die opgespoorde meubelen en stoffeering bevindt zich een karpet waarop zich groote vlekken bevinden. Waarschijn lijk zijn dit bloedvlekken. Het karpet heeft n.l. gelegen in de zijkamer, waarvan de vloer eveneens bloedvlek ken vertoonde. Ook is een divankleed opgespoord, dat vlekken vertoont. Op de andere teruggevonden meubels Is geen spoor aangetroffen. Wat den hutkoffer betreft, staat het vast. dat deze niet in Deventer is aangekomen. Wel had K. bij aankomst in Deventer twee kleine bruinleeren koffertjes bij zich. Hij zal dus tegenover de justitie in de eerste plaats moe ten kunnen verklaren, waar de groote groene hutkoffer is gebleven, waarmede hij uit Am sterdam is vertrokken. Op het spoor van de tweede kist? Een inwoner van Nigtevecht heeft de politie misschien op het spoor van de tweede kist gebracht. Hij heeft aan de Weesper politie verklaard, dat hij in den avond van 24 Juni, ruim 10 uur, op den kanaaldijk reed, om zich per fiets naar Nigtevecht te begeven, toen hij eensklaps een luiden slag hoorde, veroorzaakt door een zwaar voorwerp, dat in het Merwedekanaal De Amerikaansche vliegers de gebroeders Moody bestonden het stoute stukje ruim veertien dagen in de lucht te blijven, waarmede zii een wereldrecord vestigden. geworpen werd. Op dat oogenblik bevond de fietser zich aan de tegenovergestelde zijde van de brug, welke zeer hoog boven het water ligt, zoodat men van den kanaaldijk af, niet zien kan, wat zich aan de andere zijde van de brug afspeelt. De fietsrijder kon echter nog wel zien, dat het voorwerp, dat zoo'n luiden plons in het water veroorzaakt had, een kist was, maar deze verdween ook onmiddellijk in de diepte, zoodat zij een vrij zwaren inhoud moest heb ben. Zooals het in dergelijke gevallen gaat, heeft degene, die de kist te water zag vallen, er de eerste dagen nog wel over nagedacht en hij bleef ook attent, of de pers hierover iets naders zou kunnen vertellen, maar toen dit uitbleef, was het gebeurde al spoedig uit zijn geheugen verdwenen. Toen de bijzonderheden over den bovenbedoelden moord in de kranten versche nen, stond alles eensklaps weer helder voor den geest van dengene, die ooggetuige was geweest van het te water werpen van de kist. Hij achtte het dan ook zijn plicht, de politie volledig hieromtrent in te lichten. Of hier inderdaad een tip gegeven is, welke succes zal hebben, zal natuurlijk moeten worden afge wacht. Er is ook een mogelijkheid, dat K. den tweeden koffer aan boord van de „Johan de Witt" heeft meegenomen en er zich daarna van heeft ontdaan. Nabij IJmuiden maakte n.l. een van de op varenden der „Johan de Witt", die zich in de hut van K. bevond, de opmerking, dat er zoo n lijklucht hing. K. antwoordde hierop, dat zoo iets wel eens meer voorkwam, en dat de zaak wel in orde zou zijn. Deze opvarende had toen alleen aan een doode rat gedacht, doch nu de ledematen van het slachtoffer nog niet zijn gevonden, schoot hem dit incident te binnen. Slechts één gil gehoord. De politie heeft natuurlijk ook bij de buren geïnformeerd of zij niets van een vechtpartij hebben gehoord. Déze hebben echter niets dus danigs gemerkt. Eén van hen zou evenwel in den nacht van 23 op 24 Juni een gil hebben gehoord in de woning van K. De politie heeft de deur van verd.'s woning in de Pijnackerstraat verzegeld. Voor het huls is een politiepost geplaatst. Vrouw stond goed bekend. De vrouw stond In de omgeving goed be kend. Zij verdiende er wat bij als werkster. Tegen één van de werkgeefsters van de vrouw zou de verd. toen men kwam informeeren waarom zij niet op haar werk kwam ge zegd hebben, dat de vrouw ziek was. Chocolade een handige verpakking 10 ct. (Adv. Ingez. Med.) De hofmeester is voor de justitie geen on bekende. Hij is eenmaal voor een vermogens delict veroordeeld. Ongeveer vier jaar geleden Is hij met de vrouw getrouwd. Het echtpaar had geen kin deren. Onderzoek duurt voort. Politie en justitie zetten het onderzoek na tuurlijk nog met kracht voort, hoewel de aan wijzingen tegen verdachte reeds thans zeer sterk zijn. Er zijn begrijpelijkerwijze nog vele punten, die nader onderzocht moeten worden: de Amsterdamsche justitie en politie houden zich nog maar zeer kort met dit gelukkig in Ne derland weinig voorkomende misdrijf bezig, maar in dat korte tijdsbestek is reeds de ver moedelijke dader gearresteerd in onze kolo niën en zijn reeds vele bewijsgronden door de justitie en politie bijeengebracht. (Adv. Ingez. Med.) Bestuurder van slippende auto gedood. Zaterdag en Zondag hebben weder om enkele ernstige verkeers-ongeluk ken plaats gehad. Zaterdagavond tusschen zes en zeven uur is op den Haveltelberg tusschen Steenwijk en Meppel een personenauto bestuurd door den heer De Vries uit Leeuwarden door tot dus ver onbekende oorzaak tegen een boom ge botst. De wagen werd totaal vernield. In de auto zaten, behalve de heer De Vries, zijn echtgenoote en zes kinderen, die bij de familie te Leeuwarden hadden gelogeerd en thans op den terugweg naar Meppel waren. Alle acht inzittenden werden gewond, de heer en mevrouw de Vries en vier der zes kinderen zoo ernstig, dat zij in het diaconessenhuis te Meppel moesten worden opgenomen. Naar omstandigheden is hun toestand re delijk wel. Rijtuig door trein gegrepen. Zondagochttnd is te Mierlo-Hout op den onbewaakten overweg bij wachtpost 37 een rijtuig door een personentrein uit Helmond gegrepen. De vijf inzittenden, de landbou wersknecht B. en vier bejaarde boe renvrouwen werden uit het rijtuig ge slingerd. B. en twee der vrouwen kwa men er met eenige schrammen af. De twee andere vrouwen waren er erger aan toe. Vrouw S. had een gebroken am en een diepe hoofdwonde, terwijl vrouw C. ernstige inwendige verwon dingen had opgeloopen. Men vreest voor haar leven. Beiden zijn per ziekenauto naar het St.-Anthoniusgasthuis te Helmond vervoerd. Het paard werd gedood, het rijtuig totaal versplinterd. Het uitzicht bij den overweg kan goed ge noemd worden. Het ongeluk moet worden toe geschreven aan het feit, dat B. zijn aandacht besteedde aan een uit de richting Eindhoven naderenden goederentrein, waardoor hij den uit de richting Helmond komenden extra- trein niet heeft gezien. Auto slipte. Een auto, bestuurd door den vee koopman Van der Sloot uit Hilversum, die met zijn vrouw en een tienjarig meisje uit Den Haag, dat bij hen lo geerde, op weg was naar Friesland, is Zondagmorgen te Staphorst tenge volge van de gladheid van den weg, toen de heer van der S. vaart wilde verminderen en remde, tegen een aan den linkerkant van den weg staanden boom gereden, vervolgens met twee anderen in aanraking gekomen, om daarna tegen een vierden boom rechts van den weg tot stilstand te komen. Hierbij werd de bestuurder op slag gedood. Mevrouw Van der S. en het meisje, die licht werden gewond, zijn in het gemeentehuis verbonden. Daar na konden zij op eigen gelegenheid haar weg vervolgen. De heer Jonckbloedt zal Dr. Droog opvolgen. Waarschijnlijk zal hij wethouder van Openbare Werken worden. C. A. M. Jonckbloedt. Nu Ged. Staten hun goedkeuring hebben ver leend aan het besluit van den Gemeenteraad, om het aantal wethouderszetels van 2 op 3 te brengen, kan als vaststaand worden aangeno men, dat deze zetels worden bezet, door eert Roomsch Katholiek, een Christ. Historische en een lid van de liberaal-vrijz. dem. partij. Naar wij uit zeer betrouwbare bron hebben vernomen, zal in de plaats van den scheidenden wethouder Dr. E. A. M. Droog door de R.K. Raadsfractie worden aangewezen de heer C. A. M. Jonckbloedt. De heer Jonckbloedt is Haarlemmer van ge boorte, waar hij als bouwkundig aannemer ver schillende belangrijke werken heeft uitgevoerd en groote bekendheid heeft verworven. Hij maakte o.a. deel uit van den Haarlemschen Raad in de jaren 19131921. In 1921 vestigde hij zich te Heemstede. Zijn naam is ten nauwste verbonden aan het Semi narie „Hageveld", welk prachtig bouwwerk hij heeft aangenomen en opgetrokken. De heer Jonckbloedt bekleedt verscheidene functies, o.m. voorzitter van het R.K. Armbestuur, voorzitter-Regent van „Huize St. Bavo", enz. Als voorzitter van het Algemeen Comité tot Ontwikkeling der werkloozen heeft hij zich vooral onder de arbeidende groepen zeer popu lair gemaakt. Op 30 December 1929 deed hij zijn intrede in den Heemsteedschen Raad. Door zijn gedegen kennis op bouwkundig gebied werd hij spoedig gekozen als lid van de Commissie van Openbare Werken, terwijl hy tevens deel uitmaakt van de Commissie voor het Grondbedrijf en Steun regeling Werkloozen. Het ligt voor de hand, dat indien hij als Wet houder zal worden gekozen, hem de zetel van Openbare Werken zal worden toegewezen. PERSONALIA. Mej. S. Kruyer te Haarlem is te 's-Gra- venhage geslaagd voor het examen coupeuse; zij werd opgeleid op de school van mej. Elfe rink, Frans Halsstraat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5