Na drie jaar weer
naar Canada
De Sovjet^Unie
Litteraire
Kantteekeningen.
HOOIT!
als leverancier
en als klant
De vooruitgang der
koienproductie
Cosmos
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1939
HSAREEM'S DAGBEAD
Land van rijke welvaart bronnen
DE ST. LAURENSRIVIER. De grootste stoomschepen der Canadian Pacific
varen onder de brug bij Quebec door, als ze van Montreal het zeegat uit willen.
Door
Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN
Het is al weer drie jaar geleden, dat ik
mijn eerste reis door Canada maakte en er is
in dien tijd heel wat veranderd. Dat bleek al
bij het opvaren van de St. Laurens rivier,
waar wij den vorigen keer veel meer schepen
ontmoetten, die zwaar afgeladen waren met
graan, in hoofdzaak tarwe, die bij millioen en
zakken naar Europa werd gevoerd. De
couranten, die de loodsboot aan boord heeft
gebracht klagen steen en been, dat er in
de dokken van Montreal en Quebec zoo weinig
klaar ligt voor verscheping naar Europa, maar
een Canadeesch maandblad, dat aan den han
del gewijd is, brengt vroolijker berichten van
den anderen kant van dit land, dat eigen
lijk een werelddeel is. Daar in Vancouver lagen
in Aipril veertig millioen schepels tarwe te
wachten op scheepsgelegenheid en niet be
stemd, zooals men wellicht denken zou voor
China of Japan, maar toch ook weer voor
het oude Europa. Vancouver en Westminster
hebben hun haveninrichtingen dusdanig ver
beterd, dat de graanoogst van een groot deel
der prairie thans het goedkoopste over het
rotsgebergte, langs de Westkust van Amerika
en:-dan door het Panamakanaal naar Europa
kan worden vervoerd, wat ons leeken nu niet
dadelijk de geschiktste verbinding zou lijken.
Onze Nedei'landsche reeders schijnen daar
echter wel meer van te weten, want hetzelfde
blad vermeldt met vreugde, dat in Nederland
voor de Holland-Amerika lijn twee vracht
schepen van 10.000 ton in aanbouw zijn, die
weldra in de haven van Vancouver zullen ver
schijnen. „Waar de Nederlandsche vlag steeds
graag gezien wordt", voegt het blad er bij.
Veranderde toestanden.
Aan boord reeds viel nog iets anders op
te merken, ook thans was het aantal land
verhuizers niet groot, maar terwijl de ge
sprekken onder hen drie jaar geleden nog
gingen over de wijde prairie, die als de regen
val gunstig was zulke rijke graanoogsten kon
leveren, ging het nu meer over worteltjes en
selderij, tomaten en bieten. Men begint thans
scherp in te zien, dat de toestanden sedert
de geweldige landverhuizingen vlak voor 1914
sterk veranderd zijn. Heel Europa en ook an
dere werelddeelen doen hun best zooveel mo
gelijk datgene te produceeren wat zij zelf
noodig hebben en vooral wat den graantoe
voer betreft, onafhankelijk te worden van
aanvoer over zee. De regeering van Canada
geeft steun aan den tarwebouw en garandeert
een behoorlijken prijs aan de landbouwers,
maar zorgt natuurlijk tevens, dat het tarwe-
areaal niet nog meer wordt uitgebreid. Wel
ls er vooral rond de groote steden nog altijd
plaats voor tuinders en groentekweekers en
ziet men nog graag boeren zich vestigen op
gemengde bedrijven, waar een groot deel der
producten voor eigen gebruik in keuken en
stal bestemd is en alleen een geringe over
productie moet worden ter markt gebracht,
klaar laat vooral niemand zooiets beginnen
zonder zich eerst in verbinding te stellen met
de Stichting Landverhuizing Nederland in den
Haag.
Twintig jaar geleden vormde de geweldige
prairie als graanproducent de groote rijkdom
van Canada. Tien jaar geleden vielen de
graanprijzen en ontwikkelde Canada een ge
weldige mijnindustrie, vooral op het gebeid
van gcaid, nikkel en zilver en dit mijnwezen
heeft juist in het laatste jaar ook nog weer
uitbreidingen ondergaan, die de welvaart van
Canada in de eerstvolgende tientallen jaren
kunnen garandeeren. Drie jaar geleden ver
rezen hier en daar in 't Wsetelijk randgebied
der prairie, in de provincie Alberta dus, petro-
leum-boortorens. Het aantal rijke bronnen is
vooral het vorig jaar zco sterk gestegen, dat
men hoopt in 1939 tweederde van het gebruik
van benzine, stookolie, smeerolie enz. voor het
geheele Dominion te kunnen produceeren. Na
tuurlijk zitten Shell en Standard Oil al aan
het vinkentouw, maar waarschijnlijk zullen de
Canadeezen wel probeeren baas in eigen huis
te blijven.
Radium in Canada.
Dat zijn ze zeer zeker al, wat betreft het
allerkostbaarste van alle mineralen n.l. het
radium. Wie de prachtige levensbeschrijving
van Madame Curie door haar dochter gelezen
en genoten heeft en welke Nederlandsche
vrouw kent dat boek niet weet welk een
ongelooflijke schat een enkel gTam radium is.
Om dat te kunnen schenken, moest heel
Amerika zijn vrouwen in touw brengen. Ma
dame Curie ondernam met haar dochters de
reis naar Amerika om het geschenk in ont
vangst te nemen. Wel nu, drie jaar geleden
was geconstateerd, dat aan het groote
Beerenmeer in het hart van de barre toen
dra, in een van de koudste gedeelten van onze
aarde, rijke radiumertsen in groote hoeveelij
heid voorkwamen en was besloten de exploi
tatie met kracht ter hand te nemen Verleden
jaar produceerende Canada zeventig gram
radium! Het zal mijn lezers bekend zijn. dat
radium vooral gebruikt wordt in ziekenhui
zen voor de bestrijding van kwaadaardige
woekeringen, o.a. ook van de kanker. Over
de be teekenis van deze exploitatie in het bar-
're noorden hoop ik u nader te melden, wan
neer wij onze plannen hebben kunnen vol
voeren. Wij zijn op weg door Canada, eerst
naar het verre Westen, dan naar het uiterste
Noorden en zullen daar de menschen ont
moeten, die de schatten aan pelzen en mine
ralen verzamelen in een land, waar honden
sleden, kano en vliegtuig de eenige bruik
bare vervoermiddelen zijn.
Daar gaan we heen, naar de Mackenzie
delta, de Yuqon en Alaska We hopen ons er
door te slaan en op eigen kracht terug te
komen ook.
(iNadruk verboden.)
Het verkeer en de Gravesteenen-
brug.
Een lezer schrijft ons:
In aansluiting op een stukje over de „Gra-
vesteenenbrug en de wielrijders" in uw blad
van Donderdag 31 Augustus zou ik de vol
gende opmerking willen maken: zou het ver
keer niet anders te regelen zijn, namelijk van
de Amsterdamsche poortSpaarnwotider-
straatWijdesteeg, Stille SpaarneCentrum
derstad. En van de stad: de Hoogstraat-
SpaarnwouderstraatAmsterdamsche poort.
Deze route zou dan moeten gelden voor al 't ver
keer. Dan is er geen verkeer over de Grave-
steenenbrug. Deze verandering zou volgens
mij, geen stagnatie meer teweegbrengen in de
Spaarnwouderstraat bij de te nauwe Wijde
steeg.
Aan werkloozen moet gedacht
worden.
Een lezer schrijft ons:
In uw blad heb ik gelezen dat bij de voorbe
reiding van de uitreiking van distributiekaar
ten voor de voedselvoorziening te Haarlem
geholpen is door vrijwilligers. Dat vindt ik niet
juist. De gemeente had in dit geval werk
loozen door middel van de Arbeidsbeurs moe
ten oproepen. Dan hadden die eindelijk ook
weer eens iets kunnen verdienen. Ik ben over
tuigd dat onder de werkloozen uitstekende
administratieve krachten zijn, die zeker niet
minder werk zullen verrichten dan de onbe
taalde vrijwilligers.
Er zullen nu ook schuilloopgraven in werk
verschaffing gemaakt worden. Misschien
melden zich daarvoor ook wel vrijwilligers aan
die geen betaling verlangen. Op zulke aanbie
dingen moet de gemeete niet ingaan, daar hier
aan de werkloozen een kans gegeven moet
worden.
Gem. Avondschool voor Handels
onderwijs.
Begint nog niet.
Aan de leerlingen van bovengenoemde
school is medegedeeld, dat de datum van aan
vang van den nieuwen cursus nader zal wor
den bekend gemaakt.
KRUIDENIER SEXAMEN.
Het bureau kruideniersexamen te Haarlem
deelt ons mede, dat de examens voor het vak
diploma welke zouden gehouden worden voor
wat 't schriftelijk gedeelte betreft in September
en het mondeling gedeelte in October a.s. voor-
loopig een maand zijn uitgesteld.
Aan de candidaten zal nader worden bericht.
9Ut T)uUschc fiandelsoexdxag)
met Rusland
De Sint Pieter in Montreal, de welvarende hoofdstad van Canada.
Men schrijft ons uit Berlijn:
Berlijn's eerste burgemeester, dr. Lippert,
bevindt zich op het oogenblik voor een offi
cieel bezoek te Boedapest. Te zijner eere gaf
zijn Hongaarsche collega, Karl Szendy een
maaltijd, waarbij natuurlijk de gebruikelijke
toespraken gehouden werden. In zijn ant
woord op de begroetingsrede van den heer
Szendy zeide dr. Lippert het volgende: „De
absolute vredelievendheid van onzen Führer
zal ook ditmaal de stormen over onze hoof
den afwenden". Dr. Lippert behoort tot de
oude partijgenooten. die opvallend vaak gezien
worden in het gezelschap van Hitler en men
kan dus veronderstellen dat hij over het alge
meen goed op de hoogte is van wat de Führer
denkt en zegt. Wij citeeren deze uitlating met
de stille hoop, dat het conflict tusschen
Duitschland en Polen op het laatste nippertje
toch nog geregeld zal kunnen worden op een
wijze, die de algemeene bezorgdheid en span
ning omzet in opluchting en vreugde.
Inmiddels houdt men zich te Berlijn druk
bezig met het voor en het tegen van het nieu
we bondgenootschap. Bij wijze van grap hoort
men de vraag stellen, of er naast den of-
cieelen groet „Heil Hitier" voortaan ook ge
bruik gemaakt mag worden van den com-
munistischen groet „Heil Moskou". Vast
staat, dat de Duitsche radioluisteraars plot
seling hun toestel mogen aanzetten op Mos
kou. waar op geregelde tijden in het Duitsch
berichten worden gegeven. Het is nu meer de
vraag of men te Moskou met deze radicale wij
ziging in de politiek van beide landen al reke
ning begint te houden, want tot dusver wist
men te Moskou van den nationaal-socialisti-
schen eenheidsstaat niet veel goeds te ver
tellen! En te Berlijn zal men al evenzeer zijn
berichtgeving over het land van Stalin aan een
grondige correctie dienen te onderwerpen.
Wanneer men bedenkt, dat de radio in het
huidige Duitschland een veel belangrijker rol
hi de burgerlijke samenleving speelt dan eer
tijds, dan kan men ongeveer begrijpen welk
een zonderlingen indruk deze wending op den
nadenkenden Duitschen luisteraar moet ma
ken
De nieuwe bondgenoot, de Sovjet-Unie, be
slaat in totaal een oppervlakte van 21.175.300
K.M.2 met een bevolking van 165,748.000 zie
len. Formeel heeft men te doen met een fede
ratie van autonome republieken, waarvan het
voormalige Russische Keizerrijk de grootste
is met 105.178.900 inwoners. Dit was de kern
der in 1917 opgerichte Russische Socialis
tische Federatieve Sovjet-Republiek. Tot de
U.D.S.S.R. rekent men dan de overige staten,
die zich hierbij later al of niet vrijwillig heb
ben aangesloten, de Oekraïne, Wit-Rusland,
Armenië, Georgië, enz., waar dan door een
vriendschapsverdrag van 5 November 1921
de Mongoolsche Republiek bijgekomen is.
een gebied met 1,674.240 inwoners en een op
pervlakte van 1.612.912 K.M.2. In deze Unie
leven 38 "verschillende nationaliteiten van
meer dan 120.000 zielen en dan nog een
reeks volksgroepen van kleineren omvang.
De thans aangegane handels- en crediet-
overeenkomst tusschen Duitschland en Rus
land moet als een eerste stap gewaarderd
worden om den handel tusschen beide mach
tige staten te bevorderen. De natuurlijke
aanvullingsmogelijkheden zijn voor beide lan
den zeer groot. Dat Duitschland reeds eerder
aan de industrialiseering van Rusland heeft
deelgenomen valt af te leiden uit het feit. dat
de Russische opdrachten aan de Duitsche
industrie sedert 1929 meer dan 4 milliard
mark hebben omvat. In bevoegde kringen
hoort men zelfs zoo nu en dan beweren, dat
Rusland aan de goede kwaliteit der gele-
De Brug. Roman van Indisch
plantersleven, door Ama Dja
Daan. Rotterdam. Uitg. Brusse
N.V.
Onder het vele dat over het Indische plan
tersleven zoo langzamerhand in de littera
tuur zich een plaatsje gezocht heeft, is „De
Brug" van Ama Dja Daan in ieder geval op
merkelijk. Het is waarlijk niet gering ons.
lezers, in bij de vierhonderd bladzijden bezig
te houden met de schildering van een plan
terstype, dat vermoedelijk door den schrijver
meer naar eigen droom geconstrueerd ls, dan,
zooals men dat vroeger zeide, uit het leven
te zijn gegrepen. Maar we hebben nu al rea
listische en van verleden of huidige werke
lijkheid afgekeken planterslevens voldoende
gelezen om voor dezen Fetter, een moreel en
verstandelijk-wijsgeerigen Uebermensch-plan-
ter, niet de gewenschte belangstelling aan
den dag te leggen.
Daar diep in de rimboe op de concessies
van Sebrang Batang en Kajoe Kapoer,
heerscht Fetter als baas voor zijn maatschap
pij, doch tevens als een soort afgod voor zijn
ondergeschikten, zoowel Europeanen als in
landers. Van hem gaat op zijn omgeving een
invloed uit, waaraan niemand zich kan ont
trekken en zelfs de onwilligsten onderworpen
zijn. Hij heeft het Napoleontische van den
overwinnenden aanvoerder versmolten met
de wijsheid van Socrates al wil het den lezer
wel eens voorkomen dat voor een vergelijking
met deze beiden zijn opbouwende conversatie
wel iets te veelvuldig en soms zelfs te ver
ward is. Maar door zijn houding, zijn blik,
zijn woord en zijn kalmen moed krijgt hij alles
gedaan van zijn menschen, met inbegrip van
hen, die hem om zijn superioriteit gaarne
zouden haten, zoo ze er de macht toe bezaten.
-Deze eigenaardige figuur vult den geheelen
roman. Zijn moreele en geestelijke vertoogen,
zijn verdediging van stukwerk tegenover con
tractarbeid blijven voor den lezer van meer
belang dan de wetenschap of het hier over
tabaks-, rubber-, thee- of koffiecultures gaat.
Daar denkt men ternauwernood nog aan als
Fetter met zijn directe omgeving, den dokter
van het hospitaal De Heer, Habekuk, diens
assistent of Dornik, zijn vriend en mede
werker aan het discussieeren is. Daarbij ne
men zij zich geen blad voor den mond: als
vrije mannen kunnen zij elkaar alles zeggen
en alle afstanden tusschen chef en onder
geschikten heeft Fetter overbrugd.
Toch blijft een briefje, als dat door dr. De
Heer aan Fetter geschreven, nadat de laatste
hem een deel van zijn positie heeft ontnomen,
een romantisch curiosum. Tevens is het een
proeve van de talrijke psychologische ont
boezemingen, waaraan de hoofdfiguren in
dit boek zich voortdurend te buiten gaan. Dr.
De Heer schrijft., na een heftig dispuut over
het dreigend ontslag:
„De manifestatie van uw wezen in uw le
venshouding, in uw woorden, gebaren en
daden is zoodanig, dat een ieder die met u te
maken krijgt zioh minderwaardig gaat voelen.
En niets kan vreeselijker wrok- en wraakge
voelens opwekken dan dat. U gaat dus onher
roepelijk uw vernietiging tegemoet, omdat
ieder van uw medewerkers en koelies in het
diepst van hun wezen uw zoo mogelijk gru
welijke vernietiging wenschen moet, om zich
zelf weer te kunnen verheffen uit de ver
nedering, die ieder van uw edele woorden of
daden hen heeft doen ondergaan".
Met al zijn cynisme heeft de vreemde dok
ter- hier al (op pag. 128) de gevaren aange
wezen, die in de idylle van Fetter's planters
bestaan, in de verdere hoofdstukken, de ga
ten zullen slaan en die er ook het einde van
doen voorzien.
NOOIT I Een bocht
naar links moet u
ruim nemen, een
bocht naar rechts
echter juist kortl
Intusschen moet er heel wat gebeuren eer
ae Uebermensch Fetter gebroken is. Het ergst
zal de bandjir zijn, die zijn nieuwe brug over
de rivier vernietigt, brug die ook een sym
bolische beteekenis voor hem hebben kan, en
die hij zich veel later weer voorstelt te
kunnen opbouwen.
Maar ook de teleurstellingen in wat hij zijn
karakterkunde dacht te zijn zullen hem
knauwen. Maar geheel gekraakt zal hij nooit
word on. Als zijn ondernemingen waaraan hij
zes jaren leven en ziel gegeven heeft, door zijn
maatschappij gesloten worden en hij naar Euro
pa voor een tijd van verlof en op adem te
komen vertrekt., zonder zijn maatschappij die
hem financieel slecht behandelt, aan te kla
gen dan verdraagt hij de Europeesche
samenleving zeker niet meer en keert terug
naar de rimboe om zelfstandig opnieuw zijn
brug te bouwen.
Er is dezen overigens uistekend geschreven
roman misschien te veel eenzijdig betoog, te
veel didatiek, om het een zuiver kunstwerk
te kunnen noemen. Fetter is een zeer bijzon
dere creatie, doch zijn voortdurende succes
sen als helderziend menschenikennea-, het
permanente in zijn idealisme en het vaak
bijna menschelijke in zijn goedheid jegens
hen, die hem kwaad wilden, stapelt zich zoo
zeer op dat de lezer de waarachtige bestaans
mogelijkheid van zulk een mensch in twijfel
zou kunnen trekken. Zijn tegenspeler in dit
drama, in scherpzinnigheid zijn gelijke, de
even curieuse figuur dr. De Heer, in geestes
gesteldheid echter zijn tegenvoeter door zijn
wreed-reëele wereldbeschouwing, is niet min
der interessant door den schrijver opgebouwd
en wint het misschien aan waarschijnlijk
heid. Diens einde, de zelfvernietiging, is mis
schien als een logisch vervolg op zijn inzich
ten te aanvaarden. Voor De Heer is Fetter,
dien hij ondanks alles zeer bewondert, geen
mensch. meer een Uebermensch. Bij dien
geldt de gebruikelijke norm niet. De Heer's
kijk op het leven loopt niet parallel met dien
van Fetter. En ook De Heer zegt juiste dingen.
De lezer neme zijn gesprek met den arbeids
inspecteur Mattersen eens door (pag. 254 en
volgende) of herleze zijn afscheidsbrief aan
Fetter (pag. 345). Bijtend scherp als die dok
ter zijn kan was Fetter zelden, hij wordt dit
pas als hjj voor het laatst een avond met- de
vrienden samen is. in het eigen bestuurshuis
en voor zij allen van de onderneming ver
trokken zijn (pag. 335). Daar geeft hij harde
noten te kraken aan een samenleving die zijn
sympathie niet heeft, dochwat. hii daar
zegt is niet zoo nieuw als zijn eigen figuur,
zooals wij die in zijn werk hebben leeren ken
nen. De Brug is een interessant boek, vrij
glad van factuur, doch vol menschkundig-
heid
J. H. DE BOIS.
verde waren voor een belangrijk deel den
snellen opbouw van zijn industrie te danken
heeft.
De vooruitgang der productie blijkt uit en
kele voorbeelden: de koienproductie is van
29.1 millioen ton in 1913 gestegen tot 131.5 in
1938. Terwijl Rusland in 1913 nog kolen uit
het buitenland moest invoeren, is het thans
reeds in staat die zelf aan het buitenland te
leveren. Ten opzichte van petroleum steeg de
Russische productie van 9.2 millioen ton in
het laatste jaar voor den oorlog tot 32 mil
lioen ton in 1938. Volgens een vast plan wil
men deze productie in 1942 tot- 54 millioen
ton gestegen zien. Veel waarde hecht men
in Rusland voorts aan de uitbreiding van de
ijzer- en staalindustrie. Het bondgenootschap
met Duitschland kan daarbij natuurlijk van
ingrijpenden invloed zijn. Men beweert in
Duitschland. dat de machines In de groote be
drijven in Rusland veel te wenschen overla
ten. een feit waar Duitschland van kan pro-
fiteeren.
Wij wezen er aan den anderen kant reeds
eerder op. dat Duitschland van Rusland
allerlei grondstoffen betrekken kan. waar het
thans een gevoelig tekort aan heeft. Een feit,
waardoor de ruilhandel tusschen beide landen
slechts bevorderd kan worden. Reeds in
1940 hoopt men den handel tusschen beide
landen op het niveau van 1933 te kunnen
terugbrengen, waarmee Duitschland dan
weer voor is op Amerika en Engeland, die de
laatste jaren hun handel met Sovjet-Rusland
belangrijk hadden uitgebreid.
Een bijzonder aardige snijbloem levert de
reeds van ouds als zoodanig geliefde Cos-
mos.
Bijna iedere tuinder, die naast zijn groen-
tenkweekerij er een snijbloementuintje op na
hield, had er Cosmos in staan.
Het is een zeer rijkbloeiende plant, die met
vrij armen grond genoegen neemt, zoodat
het niet veel extra zorgen met zich mee
brengt om haar in de snljbloemenafdeeling
te zaaien. De onuitputtelijke voorraad van
vroolijke bloemen is voor dat kleine beetje
zorg zeker een rijke belooning.
Pas langzamerhand is men er toe over ge
gaan om Cosmos ook in den border te plaat
sen. Inderdaad kunnen we de plant niet overal
in den border gebruiken.! Allereerst omdat het
fijne loof niet tusschen de meeste forschere
planten van den border past. En verder om
dat de plant zeer vol en breed uitgroeit en
we haar dus alleen daar kunnen zetten, waar
zeer veel ruimte is en ze de gelegenheid heeft
om zich volop te ontplooien.
Ook moeten we aan den bodem denken,
die in den border meestal goed gemest is,
terwijl voor Cosmos den grond niet te vet
mag zijn, en vooral geen verschen mest mag
bevatten.
Cosmos heeft veel behoefte aan zon en moet
matig vochtig worden gehouden.
COSMOS.
De meest bekende soort is Cosmos bipinna
tus, met witte, rose en purperroode bloemen.
Deze wordt tot anderhaiven meter hoog en
bloeit van Augustus tot October. Er zijn ook
vroeger bloeiende variëteiten, o.a. Cosmos
bipinnatus praecox, die al in Juni, Juli be
gint te bloeien.
Er bestaan ook half gevulde variëteiten,
waaronder naast de reeds genoemde bloem-
kleuren rood, rose en wit, ook oranje voor
komt.
De variëteit Cosmos bipinnatus anemonae-
florus heeft, zooais de naam al aangeeft,
bloemen, die eenigszins op die van een ane
moon gelijken, het midden van het bloem-
hoofdje is groot en dicht gevuld.
De vroege variëteiten kan men in Maart-
April onder glas zaaien en, na afgehard te
hebben, in Mei buiten uitplanten.
De Cosmos bipinnatus zeif kan men in April
in den vollen grond bulten zaaien en iater
uitdunnen tot op een halven meter af
stand.
Er bestaat ook een Cosmos met donkere,
zwartpurperen bloemen Cosmos atrosan-
guineus, ook wel zwarte Dahlia genoemd. Deze
wordt minder hoog, slechts driekwart meter
en de donkere bloemhoofdjes zijn ook veel
kleiner dan by Cosmos bipinnatus. De zeer
donkere bloemen hebben echter wel een
eigenaardige bekoring
De meest bekende is echter nog steeds de
gewone Cosmos bipinnatus.
A. J. D.