Spwtt Ut 't 3C&U
tcet WÏH 't
HET SPORTGESPREK
ZATE RDAG 2 SEPTEMBER 1939
HA ARE EM'S DAGBLAD
Een nieuw geluid bij Chelsea „Occupational training"
Alec James verschilt met Allison van meening De jubilea
van H. F. C. en Haarlem Herinneringen uit lang vervlogen
jaren De 8—4 aan den Schoterweg en de 50 aan de
Spanjaardslaan Namen, die men niet vergeet.
Chelsea is een club die haar aanhangers in
den loop der jaren vele teleurstellingen heeft
bezorgd en nog vorig seizoen scheelde het
maar een haar, of de blauw-witten waren
gedegradeerd. Intusschen had de directie
naar een anderen manager uitgezien, want
Leslie Knighton bleek niet „the right man in
the right place" te zijn. Dat was hij trouwens
ook niet. toen hij in de jaren onmiddellijk na
den oorlog, bij Arsenal de teugels in han
den had. want de roodbaadjes stonden toen
elk seizoen op een der onderste plaatsen en zij
ontsnapten telken male meer door geluk dan
wijsheid aan de degradatie. Noch bij Bir
mingham. noch bij Bournemouth heeft ma
nager Knighton veel kunnen bereiken en
men moet er zich eigenlijk over verwonderen,
dat hij vrij lang dooi de Chelsea-directie
gehandhaafd bleef.
Deze zwaargewicht is de Engelschman John
Cobb, die een Engelsche mijl per auto heeft
gereden met een nieuwe ivereldrecordsnelheid
van 593 K.M. per uur.
Thans heeft de Schot Birrell, eertijds mana
ger van den Londenschen derde klasser
Queen's Park Rangers zijn taak overgenomen
en men mag van dezen beproefden voetbal
kenner goede resultaten verwachten. Birrell
is begonnen met den trainer en zijn assis
tenten door anderen te vervangen en als nieu
wen oefenmeester werd Arthur Stollery aan
gesteld.
Deze heeft reeds direct de aandacht op zich
gevestigd door de invoering van een nieuw
systeem: de „occupational training".
Hollery gaat namelijk van de stelling uit,
dat het nutteloos is om een middenvoor de
zelfde bal trailing te geven als, bijvoorbeeld
een linksbuiten. Daarom laat hij laatstge
noemde met den bal tusschen de paaltjes
doordribbelen, die dicht bij de zijlijn staan
opgesteld, terwijl de speler er tevens op be
dacht moet zijn om de „tegenstanders" die
hem van rechts aanvallen, te ontwijken.
De middenvoor moet zich daarentegen be
kwamen om een aanval op zijn bezit van den
bal van alle zijden af te slaan, met andere
woorden, iedere speler wordt speciaal ge
traind in de onderdeelen, die zijn positie op
het veld meebrengt.
Velen, ook in ons land, waar Chelsea altijd
een zekere populairiteit heeft genoten, zul
len met belangstelling de verrichtingen van
de Stamford Bridge-club in het komende
seizoen volgen.
„Du choc des opinions jaillit la vérité" ofte
wel zeer vrij vertaald: de waarheid omtrent
den vorm van een bepaalden speler ligt in
het midden.
Onlangs schreven we over de optimistische
uitlatingen van manager George Allison ten
aanzien van Arsenal's kansen in de League
en we vermeldden, hoe Bryn Jones en andere
voetballers in hoogdravende bewoordingen
door Allison in verband met de noodige re
clame waren geprezen.
Alec James, die intusschen uit Polen is
teruggekeerd is een geheel andere meening
toegedaan, sinds hij den eersten onderlingen
oefenwedstrijd van de Reds heeft bijgewoond.
Bastin, van wien men dit seizoen veel ver
wachtte, moest reeds enkele minuten na het
begon met een ernstige verwonding het
veld verlaten, terwijl Bryn Jones, althans vol
gens James, niet te vergelijken was met den
reserve-binnenspeler Curtis, die zeker een
klasse beter voetbal dan de Welshe interna
tional vertoonde.
Het ziet er dus naar uit, dat Arsenal, even
als vorig jaar, genoeg moeilijkheden zal on
dervinden bij de samenstelling van een suc
cesvol elftal.
H.F.C. en Haarlem gaan jubileeren en on
willekeurig gaan de gedachten der ouderen
terug naar de lang vervlogen jaren, toen de
competitie-wedstrijden tusschen beide clubs
de hoogtepunten van het seizoen vormden.
Dagen van te voren waren de aanhangers
van weerszijden vervuld van de komende
plaatselijke ontmoeting en uren voordat de
wedstrijd een aanvang nam. zochten de toe
schouwers reeds een goed plaatsje rond het
veld, dat bij het begin van de match rijen-dik
omzoomd was met enthousiasten.
Als de strijd aan den Schoterweg plaats
vond, kon de locomotief van de stoomtram de
volgeladen wagens nauwelijks trekken en op
de daken der huizen aan den Oostkant van
het terrein had meenigeen een hoogen uit
kijkpost ingenomen. Het H. F. C.-elftal arri
veerde dan in de tradltioneele Jan Plezier en
als de blauw-witten er in geslaagd waren om te
winnen ging de terugtocht meestal gepaard
met gezang van de inzittenden om de uitroe
pen van de teleurgestelde Schotensche jeugd
te overstemmen. In zulke gevallen moesten
dikwijls de zeiltjes worden neergelaten, ten
einde de spelers voor surprices in den vorm
van overjarige sinaasappelen te bewaren.
Op het terrein heerschte gezonde rivaliteit
en hoogspanning. Wie onder de ouderen her
innert zich niet de beroemde 84-overwin-
ning van de Roodbroeken, die begonnen wa
ren met een 3—O-voorsprong te nemen, die
door H. F. C. werd ingeloopen. Maar van den
aftrap na den gelijkmaker van Cees ten Cate
af stormde Martien Houtkooper op het blauw
witte doel af en binnen enkele seconden had
Haarlem de leiding heroverd.
H. F. C. nam later revanche met een klin
kende 5—O-zege aan de Spanjaardslaan, waar
eenige jaren later, kort na het uitbreken van
den oorlog, wederom een titanen
strijd tusschen beide clubs plaats vond.
Jur Haak, toegejuicht door de vele aanwezige
Belgische vluchtelingen, scoorde een drietal
buitengewoon fraaie doelpunten en Haarlem
leek een gemakkelijke 3—O-zege te zullen be
halen, doch de thuisclub gaf zich niet gewon
nen en dank zij Nico Bouvy werd het ten
slotte nog 33.
Men zal zich ook nog de match herinneren,
toen Haarlem, bij gebrek aan een goeden doel-
verdediger, een beroep op Jan van den Berg
deed en deze veteraan er in toestemde het
doel te bewaken. Dit inspireerde de Rood
broeken tot grootsche daden en zij wonnen,
tegen de algemeente verwachting in, met
3—1.
Een van de meest sensationeele matches
werd eenige jaren later, eveneens aan den
Schoterweg gestreden. Haarlem stond ongesla
gen boven aan de rangrlijst en nam na zes mi
nuten door Brakel de leiding. Doch kort voor
de pauze maakte Marius Sandberg gelijk en
in de tweede helft zorgde dezelfde speler
voor het winnende doelpunt, zoodat H. F. C.
bij verrassing haar stadgenoote de eerste ne
derlaag van het seizoen toebracht.
De teams waren in die dagen aan elkaar ge
waagd en de namen van vele spelers uit dien
tijd worden ook thans nog dikwijls genoemd.
Wie herinnert zich immers niet de gebroe
ders Haak, de gebroeders Houtkooper, de ge
broeders Francken, Patrick, Leslie Miller,
Healy, Sim Veen, Karei Koster, de Wolff en
Serné, Arnold Maas, Jan Bakker, Gerrit Bouw
meester (de eeuwige bewaker van Mannus
Francken), Van Eeck, de Sijpesteins, Steup.
Jan Schippers, de Verwey's, de Clercq, Oei, de
Bouvy's, Breda Kolff, Seignette, Cees ten Cate
en Jan Laan?
Er zal bij de komende feesten nog heel wat
over hen worden gesproken.
Dit is de Duitscher Fritz Muller, die met 3868
punten een nieuw wereldrecord in den vijf
kamp vestigde en er op dit plaatje door zijn
opgetrokken beenen onvoordeeliger uitziet
dan hij in werkelijkheid is.
DE MOBILISATIE EN DE
VOETBALSPORT.
Weer een nood-coinpetitie van den
K. N. V.B.?
HERINNERING AAN 1914.
Naar aanleiding van de mobilisatie in ons
land schrijft de „Sportkr." o.a. het volgende:
„Dat ook de sport in hetf algemeen en de
voetbalsport in het bijzonder, in wel heel ster
ke mate de gevolgen van de mobilisatie zal
ondervinden, ligt voor de hand. Alle dienst
plichtigen van 20 tot 35 jaar zijn opgeroe
pen, tallooze voetballers bevinden 3i?h onder
hen: er is geen club in ons land, die niet eenige
soms zelfs verscheidene spelers zal moeten
missen.
In de Zondag gehouden Bondsvergadering
werd reeds de mogelijkheid geopperd, dat de
competitie-wedstrijden zouden moeten wor
den uitgesteld en dat eventueel een nood-
competitie zou moeten worden georganiseerd.
Tot dat laatste is echter thans nog niet be
sloten. Officieel begint de competitie pas op
17 September. Wat er vóór dien tijd zou
worden gespeeld, zou slechts geschieden
terwille van lagere clubs, die aldus meer be
langstelling voor haar wedstrijden zouden
trekken dan later in het seizoen met concur
rentie van de eerste-klassers. Slechts in het
Zuiden met zijn grootere afdeelingen zou op
10 dezer al gespeeld worden. Met een besluit
ten aanzien van de geheele competitie kan
men echter best nog tot in den loop van de
volgende week wachten. Bij het razend-snelle
tempo, waarin de gebeurtenissen tegenwoordig
plegen te verloopen, kan in zulk een korten
tijd veel gebeuren. Het kan noodzakelijk blij
ken. de mobilisatie te laten voortbestaan, het
kan zijn dat er zooveel licht komt, dat nog een
oplossing mogelijk blijkt, zij het met eenig
uitstel, het kan ook zijn dat de politieke he
mel intijds zal opklaren en het leven zijn ge
wonen gang kan gaan. In den loop van de
volgende week zal het besluit van het Bonds-
'oestuur wel tegemoet kunnen worden gezien.
Ongetwijfeld is er een niet geringe moge
lijkheid, dat er een noodcompetitie zal worden
ingesteld, een competitie, in het kort, waar
bij geen promotie en degradatie zal plaats
hebben en waarbij de clubs wel zooveel moge
lijk overeenkomstig haar sterkte, doch even
tueel nog meer dan nu volgens geografische
ligging zullen worden ingedeeld. In groote
trekken kan wellicht de reeds vastgestelde
competitie worden gehandhaafd, met dien
verstande echter, dat de klassen-indeeling in
het volgende seizoen gesteld dat dit nor
maal zou kunnen zijn overeenkomstig de
momenteele situatie is.
Ten aanzien van de noodcompetitie en al
wat daaraan vastzit, hebben wij een prach
tig voorbeeld aan 1914. Toen brak 1
Augustus de wereldoorlog uit. Niemand dacht
meer aan sport, doch reeds een maand later
bewees de N. V. B. zijn vitaliteit door een se
rie bepalingen, die het beoefenen van geor
ganiseerd voetbal mogelijk maakten en boven
dien een financieelen steun van het inmiddels
ingestelde Steuncomité beoogden.
In 1914 werd ingesteld een „N.V.B.-fonds"
ten bate van het Steuncomité; ook een „Re
glement voor de Noodcompetities 1914" zag
net licht.
Het Fonds zou worden gevormd door 25 pet.
van de recettes der wedstrijden van de dooi
den N. V. B. uitgeschreven noodcompetities,
boeten, giften en gelden die door het bestuur
van den N.V.B. of anderen voor dit Fonds zul
len worden bestemd.
Het Reglement voor de Noodcompetities
vermeldt o.m.:
De gewone competities met de indeeling in
klassen en daaraan verbonden kampioens-
en promotiewedstrijden vervallen, evenals de
bekercompetitie. De klasse-indeeling, zooals
die aan het einde van het seizoen 1913'14 was
geworden, wordt hersteld bij wederinstelling
van de gewone competities. Voorts wordt re
kening gehouden met de mogelijkheid van
indeeling van militaire elftallen. Gewezen
wordt op de noodzakelijkheid van indeeling
overeenkomstig spelkwaliteit en reisgelegen-
heden. Vereenigingen zouden mogen uitko
men met spelers, die voor den aanvang van
de noodcompetities voor andere vereenigingen
waren uitgekomen. Uitkomen voor twee ver
eenigingen in hetzelfde seizoen zou echter uit
gesloten zijn. Aan de noodcompetitie zou ten
slotte geen kampioenschap of promotie van
welken aard verbonden zijn; nummer één van
elke afdeeling zou een medaille ontvangen.
Kort daarop reeds werd de indeeling bekend
gemaakt en op 4 October kon met de afwer
king van het programma een begin worden
gemaakt. Bij die indeeling zien wij, dat de
eerste klasse totaal ongewijzigd gebleven was
zij heette alleen in elk district „Afdeeling
A" en dat de tweede klassers en de re
serve-eersteklassers bij elkaar waren inge
deeld. Zoo vormden bijv. H.V.V. 2, Quick 2
en H.B.S. 2 één afdeeling met de Haagsche.
Delftsche en Leidsche tweede-klassers. In de
AmsterdamschHaarlemsche afdeeling was
„Militair 1" ondergebracht.
Deze noodcompetitie is, de omstandigheden
in aanmerking genomen, een succes geweest,
in zooverre, dat week in, week uit de voet
ballers aan hun geliefde sport hun hart kon
den ophalen. Vele clubs waren wel ver
zwakt, doordat zij niet over hun gemobili
seerde spelers konden beschikken, maar het
duurde in vele gevallen niet lang of daar werd
wat op gevonden. Vele ouderen zouden nog le
vendige herinneringen kunnen ophalen aan
de wijze waarop men er in slaagde spelers bij
tijds bij hun wedstrijden te krijgen, ook al
lagen zij ver van hun woonplaats, ergens aan
de grens. En al was er dan geen belang aan
de wedstrijden verbonden, er werd tenmin
ste gevoetbald ende publieke belangstel
ling heeft onder het bijzondere van den toe
stand niet of nauwelijks geleden.
Zóó was het in 1914. Hoe zal het, als het
noodig is, in 1939 zijn?
Dat kampioenschappen en promoties ook nu
niet zouden doorgaan is te begrijpen. Soepele
toepassing, zij het tijdelijk, van de over
schrijvingsbepalingen eveneens. Een sterk ge
wijzigde indeeling is niet zoo zeker, al zou men
zich bijv. kunnen indenken dat in het Westen
de eerste-klassers naar gelang van hun geo
grafische ligging zullen worden ingedeeld.
Veel zal in dezen afhangen van de treinverbin-
gen. Die kunnen heel wat minder goed zijn,
dan normaal het geval is en dan toch nog voor
de voetballers alleszins bevredigend zijn
Het komt ons voor, dat evenmin als in het
maatschappelijk leven, de omstandigheden
tegenwoordig van dien aard zijn, dat al te
sterk ingrijpen noodig is. Het voornaamste ge
volg van het mobilisatiebesluit lijkt, wat
de voetballerij betreft, vooralsnog de verzwak
king van de elftallen. Mocht het er toch van
komen, dan is de organisatie van den tegen
woordig zoo krachtigen K.N.V.B. goed en
sterk genoeg om, eventueel in navolging van
hetgeen in 1914 bepaald is, die maatregelen
te nemen, welke voor een blijvende beoefening
van de voetbalsport gedurende den mobili
satietijd noodig zijn."
TAFELTENNIS
HAARL. TAFELTENNISCLUB.
De Haarlemsche Tafeltennis Club houdt, on
danks de mobilisatie ook in het seizoen 1939
1940, evenals vorige jaren haar trainingsavond
in het gebouw Olympia aan den Kinderhuissinl
gel, op Maandagavond van 7.3010.30 uur.
TOT ONS GENOEGEN.
De Haarlemsche Tafeltennisvereeniging „T.
O. G." zal a.s. Dinsdag 5 September weer een
begin maken met haar clubavonden, voorloopig
eiken Dinsdagavond van 7 tot 11 uur in het
gebouw „Olympia", Kinderhuissingel 6, zaal 13.
Voorziet U thans van
VERDUISTERINGSPAPIER
voor LUCHTBESCHERMING.
ANEGANG14 TEL.1196J
(Adv Ingez. Med.)
73 Meteen gooide Jantje zijn sigaar
weg. Hoewel dat natuurlijk goed bedoeld
was van hem. had hij toch uit moeten
kijken, want aan weerszijden van den
weg stond een prachtig bosch. Nu weten
jullie allemaal wel hoe gevaarlijk of het
is als je in een bosch een brandende
sigaar of sigaret weggooit. Dan ontstaat
er een boschbrand. die soms vreeselijke
gevolgen kan hebben en soms ook wel
eens menschenlevens kan kosten. Je be
grijpt dus hoe gevaarlijk het was wat
die domme Jantje deed.
74. Toen Jantje zag wat onheil hij had
aangericht, fietste hij als een laffe
jongen gauw verder. Eensklaps stuitte
hij op een paar spoorboomen, die dicht
gingen, en Jantje begreep nu dat het
waarschuwingsbord op deze spoorboo
men gedoeld had.
75. Het was voor Jantje maar goed dat
niemand ontdekt had wat hij gedaan
had, want anders was hij met de politie
in aanraking gekomen, en zou hij mis
schien wel een paar jaar gevangenis
straf hebben kunnen krijgen voor zijn
roekeloosheid.
76. Langs een omweg reed Jantje naar
de stad terug, toen hij opeens weer voor
een nieuw waarschuwingsbord stond
Het leek net of er allemaal dwarslatjes
op waren getimmerd. Dat zal wel een
nieuw soort vogelverschrikker zijn, dacht
Jantje.
77. Weet je wat, dacht hij; ik zal die
vogelverschrikker nog wat mooier maken
en hy timmerde boven op den paal nor
een hoop latjes bij. Juist kwam er eer
veldwachter langs, die bijna uit zijn
vel sprong van kwaadheid.
78. Hij pakte Jantje bij zijn kraag en
duwde hem met zijn hoofd tegen den
zoogenaamden vogelverschrikker. „Weet
je wel wat je daar doet", bulderde hij
den verschrikten boosdoener toe. „Dit is
een waarschuwing voor een onbewaakten
spoorwegovergang. Pas op als je nog
eens van die streken durft uit te halen."
VAN DE WEEK
De heer J. D. Bijleveld over
de kinderjaren van „Haarlem
Indien er iemand met kennis van zaken
over het wel en wee, den groei en de op
komst van de voetbalclub Haarlem kan ver
tellen en zijn herinneringen met bewijzen kan
staven, dan is dat wel de heer J. D. Bijleveld
oud-bestuurslid en oud-speler, die van de
prille jeugd der vereenlging af, de rood
blauwe kleuren is trouw gebleven en die in
den loop der jaren een archief heeft opge
bouwd, dat zijn weerga In ons land nauwe
lijks zal vinden.
Wie slechts een gedeelte van dit prachtige
archief heeft bestudeerd, behoeft den eige
naar waarlijk niet de vraag te stellen: „Wat
doet ge in uw vrijen tijd?", want deze buiten
gewoon interessante verzameling geeft daarop
het antwoord, dat, Indien zij den sportlef-
hebbers op een tentoonstelling onder de
oogen zou worden gebracht, velen uren lang
zou kunnen boeien
Een van de zeldzaamste stukken uit deze
collectie is wel de affiche van den eersten
competitie-wedstrijd, door Haarlem gespeeld
op 21 November 1897 tegen Rapiditas uit Rot
terdam en door de bezoekers met 21 ge
wonnen. Jan van den Berg zorgde voor het
tegenpunt, het eerste van een lange reeks,
die deze speler op zijn naam zou brengen.
Gespeeld werd op een terrein aan den Scho-
ter Straatweg, naast het buitengoed „Het
Klooster", gelegen, waarop nu de kazerne van
den Motordienst staat en destijds voorbij de
laatste huizen der stad, want waar thans
Haarlem-Noord zich uitstrekt, was toen wei
land. Genoemd buitengoed stond op de split
sing van de huidige Cronjéstraat en den
Schoterweg en behalve „Haarlem" had ook
de derde-klasser „Unitas". reeds lang ter ziele,
daar haar speelveld.
In 1907 kochten Jan van den Berg, M. A.
de Koek en J. D. Bijleveld (toen penning
meester) het tegenwoordige Haarlem-terrein
voor67 ct. per M2.
De lezer zal begrijpen, dat het in het korte
bestek van dit sportgesprek ondoenlijk is, een
volledig relaas te geven van de vele gebeur
tenissen, die zich in de geschiedenis van
Haarlem hebben voorgedaan; indien we het
archief en de herinneringen van den heer
Bijleveld op den vcet wilden volgen, zouden
we een geheele krant moeten vol schrijven.
Daarom doen we hier en daar een greep in de
feiten, die de „historicus" ons vertelde.
„Ik ben tien jaar aanvoerder van Haarlem
II geweest, van 19031913 en ontving daar
voor de gouden medaille. Ons kampioens
elftal (reserve qerste klasse) bestond uit: F.
Veen, E, Jacobi, W. F. van der Lee, R. Sernée,
B. Lijnkamp, P. Leslie Miller, W. Moggen-
storm, J. Verwey, J. D. Bijleveld, J. Haak en
N. Blankevoort.
Onze club beleefde een gloriedag in 1910,
toen in Nijmegen tegen Quick, den Oostelij
ken kampioen, een vriendschappelijke wed
strijd werd gespeeld. Bij de rust was de stand
2o voor de thuisclub, doch de eerste negen
minuten na de hervatting leverden ons vier
goals op, de eerste door Jan Bakker en de
volgende drie door mij gescoord.
Dat was een fraai succes door de lichtste
voorhoede, die Haarlem ooit in het veld heeft
gebracht en die als volgt was samengesteld:
Patrick Leslie Miller, Jur Haak, Bijleveld,
Hhomas Leslie Miller en Jan Bakker.Volledig-
heidshalve zij vermeld, dat Quick den eind
stand toch op 44 wist te brengen.
In 1911 sloeg Haarlem II in Deventer Go-
ahead voor den beker met 6—0 in vliegend
stormweer.
De laatste jaren vóór den oorlog (1911'13)
waren voor Haarlem zeer gunstig. De club
veroverde den Holdertbeker en den Zilveren
Bal (met 21 op H.F.C.)de volgende spelers
bereikten deze fraaie resultaten: Van Eek,
Koster, Wilhelm, De Wolff. Bouwmeester,
Smit VII, Healy. Bakker, M. Houtkooper. S.
Veen, Jur Haak en Oostenbroek.
Uit det in 1896 opgerichte vereenlging
„Oranje" sinds lang verdwenen zijn des
tijds vele leden tot Haarlem toegetreden.
Een vergelijking tusschen voetbal van vroe
ger en nu? Het spel, zooals het thans gespeeld
wordt, kan mij niet meer bekoren. Vroeger
speelde iedereen, hoog of laag. voetbal om
het spel. Tegenwoordig zit er te veel geld
achter de sport en m.i. zou het alleen goed
te regelen zijn, wanneer het beroepsspel in
gematigden vorm zou kunnen worden inge
voerd.
Ik ben overtuigd, dat de goede spelers van
25 jaar geleden thans niet meer in het stuk
voor zouden komen, want het spel is te forsch
en te ruw geworden,omdat er te veel van de
resultaten afhangt Vroeger was men ami
caler en behulpzamer en toch was er felle
en spannende strijd, doch na afloop was men
de rivaliteit vergeten. Tegenwoordig hebben
vele spelers voldoende kennis van het spel,
wat tot uiting komt in wedstrijden, waar niets
var afhangt dichtwedstrijden). De competitie
en de niets ontziende strijd om de punten
schaden het voetbal als kijkspel".
anneer u een GROENTJE in
HAARLEM'S DAGBLAD plaatst, doet u
niet iets bijzonders
U bent slechts een van zeer velen.
Maar dan ook een van de velen, die
er profijt van trekken
Tehuis voor militairen te Haarlem.
Het bestuur van het Tehuis voor Militairen
te Haarlem, wekt hierbij alle onder de wapenen
zijnde militairen op tot bezoek aan deze inrich
ting aan den Jansweg 34. Laat ieder de mili
tairen opwekken daaraan te voldoen.
Tevens zullen gaarne giften worden inge
wacht. tot dekking van de kosten van dc in
richting en tot het beschikbaar stellen van
versnaperingen en consumptie aan de bezoe
kers. Er wordt op vertrouwd dat aan dit laatste
gevolg zal worden gegeven, zoodat den gemobili
seerden, die reeds zulke groote offers brengen,
iets als een vergoeding voor het gemis van eigen
tehuis kan worden verschaft.
Het bestuur bestaat uit de heeren Ds. W. J.
van Elden, voorz,, L. Lam, seer., P. A. van 't
Wot, penningm., E. van der Wall, J. C. Rave-
stein, G A. Goldschmeding
Het gironummer is 88861 ten name N.V.
Vessaubank te Haarlem
Ieder geve naar verkregen welvaart.
HET BESTUUR, j