Spwtt Ut 't 3C&U tcet WÏH 't HET SPORTGESPREK ZATE RDAG 2 SEPTEMBER 1939 HA ARE EM'S DAGBLAD Een nieuw geluid bij Chelsea „Occupational training" Alec James verschilt met Allison van meening De jubilea van H. F. C. en Haarlem Herinneringen uit lang vervlogen jaren De 8—4 aan den Schoterweg en de 50 aan de Spanjaardslaan Namen, die men niet vergeet. Chelsea is een club die haar aanhangers in den loop der jaren vele teleurstellingen heeft bezorgd en nog vorig seizoen scheelde het maar een haar, of de blauw-witten waren gedegradeerd. Intusschen had de directie naar een anderen manager uitgezien, want Leslie Knighton bleek niet „the right man in the right place" te zijn. Dat was hij trouwens ook niet. toen hij in de jaren onmiddellijk na den oorlog, bij Arsenal de teugels in han den had. want de roodbaadjes stonden toen elk seizoen op een der onderste plaatsen en zij ontsnapten telken male meer door geluk dan wijsheid aan de degradatie. Noch bij Bir mingham. noch bij Bournemouth heeft ma nager Knighton veel kunnen bereiken en men moet er zich eigenlijk over verwonderen, dat hij vrij lang dooi de Chelsea-directie gehandhaafd bleef. Deze zwaargewicht is de Engelschman John Cobb, die een Engelsche mijl per auto heeft gereden met een nieuwe ivereldrecordsnelheid van 593 K.M. per uur. Thans heeft de Schot Birrell, eertijds mana ger van den Londenschen derde klasser Queen's Park Rangers zijn taak overgenomen en men mag van dezen beproefden voetbal kenner goede resultaten verwachten. Birrell is begonnen met den trainer en zijn assis tenten door anderen te vervangen en als nieu wen oefenmeester werd Arthur Stollery aan gesteld. Deze heeft reeds direct de aandacht op zich gevestigd door de invoering van een nieuw systeem: de „occupational training". Hollery gaat namelijk van de stelling uit, dat het nutteloos is om een middenvoor de zelfde bal trailing te geven als, bijvoorbeeld een linksbuiten. Daarom laat hij laatstge noemde met den bal tusschen de paaltjes doordribbelen, die dicht bij de zijlijn staan opgesteld, terwijl de speler er tevens op be dacht moet zijn om de „tegenstanders" die hem van rechts aanvallen, te ontwijken. De middenvoor moet zich daarentegen be kwamen om een aanval op zijn bezit van den bal van alle zijden af te slaan, met andere woorden, iedere speler wordt speciaal ge traind in de onderdeelen, die zijn positie op het veld meebrengt. Velen, ook in ons land, waar Chelsea altijd een zekere populairiteit heeft genoten, zul len met belangstelling de verrichtingen van de Stamford Bridge-club in het komende seizoen volgen. „Du choc des opinions jaillit la vérité" ofte wel zeer vrij vertaald: de waarheid omtrent den vorm van een bepaalden speler ligt in het midden. Onlangs schreven we over de optimistische uitlatingen van manager George Allison ten aanzien van Arsenal's kansen in de League en we vermeldden, hoe Bryn Jones en andere voetballers in hoogdravende bewoordingen door Allison in verband met de noodige re clame waren geprezen. Alec James, die intusschen uit Polen is teruggekeerd is een geheel andere meening toegedaan, sinds hij den eersten onderlingen oefenwedstrijd van de Reds heeft bijgewoond. Bastin, van wien men dit seizoen veel ver wachtte, moest reeds enkele minuten na het begon met een ernstige verwonding het veld verlaten, terwijl Bryn Jones, althans vol gens James, niet te vergelijken was met den reserve-binnenspeler Curtis, die zeker een klasse beter voetbal dan de Welshe interna tional vertoonde. Het ziet er dus naar uit, dat Arsenal, even als vorig jaar, genoeg moeilijkheden zal on dervinden bij de samenstelling van een suc cesvol elftal. H.F.C. en Haarlem gaan jubileeren en on willekeurig gaan de gedachten der ouderen terug naar de lang vervlogen jaren, toen de competitie-wedstrijden tusschen beide clubs de hoogtepunten van het seizoen vormden. Dagen van te voren waren de aanhangers van weerszijden vervuld van de komende plaatselijke ontmoeting en uren voordat de wedstrijd een aanvang nam. zochten de toe schouwers reeds een goed plaatsje rond het veld, dat bij het begin van de match rijen-dik omzoomd was met enthousiasten. Als de strijd aan den Schoterweg plaats vond, kon de locomotief van de stoomtram de volgeladen wagens nauwelijks trekken en op de daken der huizen aan den Oostkant van het terrein had meenigeen een hoogen uit kijkpost ingenomen. Het H. F. C.-elftal arri veerde dan in de tradltioneele Jan Plezier en als de blauw-witten er in geslaagd waren om te winnen ging de terugtocht meestal gepaard met gezang van de inzittenden om de uitroe pen van de teleurgestelde Schotensche jeugd te overstemmen. In zulke gevallen moesten dikwijls de zeiltjes worden neergelaten, ten einde de spelers voor surprices in den vorm van overjarige sinaasappelen te bewaren. Op het terrein heerschte gezonde rivaliteit en hoogspanning. Wie onder de ouderen her innert zich niet de beroemde 84-overwin- ning van de Roodbroeken, die begonnen wa ren met een 3—O-voorsprong te nemen, die door H. F. C. werd ingeloopen. Maar van den aftrap na den gelijkmaker van Cees ten Cate af stormde Martien Houtkooper op het blauw witte doel af en binnen enkele seconden had Haarlem de leiding heroverd. H. F. C. nam later revanche met een klin kende 5—O-zege aan de Spanjaardslaan, waar eenige jaren later, kort na het uitbreken van den oorlog, wederom een titanen strijd tusschen beide clubs plaats vond. Jur Haak, toegejuicht door de vele aanwezige Belgische vluchtelingen, scoorde een drietal buitengewoon fraaie doelpunten en Haarlem leek een gemakkelijke 3—O-zege te zullen be halen, doch de thuisclub gaf zich niet gewon nen en dank zij Nico Bouvy werd het ten slotte nog 33. Men zal zich ook nog de match herinneren, toen Haarlem, bij gebrek aan een goeden doel- verdediger, een beroep op Jan van den Berg deed en deze veteraan er in toestemde het doel te bewaken. Dit inspireerde de Rood broeken tot grootsche daden en zij wonnen, tegen de algemeente verwachting in, met 3—1. Een van de meest sensationeele matches werd eenige jaren later, eveneens aan den Schoterweg gestreden. Haarlem stond ongesla gen boven aan de rangrlijst en nam na zes mi nuten door Brakel de leiding. Doch kort voor de pauze maakte Marius Sandberg gelijk en in de tweede helft zorgde dezelfde speler voor het winnende doelpunt, zoodat H. F. C. bij verrassing haar stadgenoote de eerste ne derlaag van het seizoen toebracht. De teams waren in die dagen aan elkaar ge waagd en de namen van vele spelers uit dien tijd worden ook thans nog dikwijls genoemd. Wie herinnert zich immers niet de gebroe ders Haak, de gebroeders Houtkooper, de ge broeders Francken, Patrick, Leslie Miller, Healy, Sim Veen, Karei Koster, de Wolff en Serné, Arnold Maas, Jan Bakker, Gerrit Bouw meester (de eeuwige bewaker van Mannus Francken), Van Eeck, de Sijpesteins, Steup. Jan Schippers, de Verwey's, de Clercq, Oei, de Bouvy's, Breda Kolff, Seignette, Cees ten Cate en Jan Laan? Er zal bij de komende feesten nog heel wat over hen worden gesproken. Dit is de Duitscher Fritz Muller, die met 3868 punten een nieuw wereldrecord in den vijf kamp vestigde en er op dit plaatje door zijn opgetrokken beenen onvoordeeliger uitziet dan hij in werkelijkheid is. DE MOBILISATIE EN DE VOETBALSPORT. Weer een nood-coinpetitie van den K. N. V.B.? HERINNERING AAN 1914. Naar aanleiding van de mobilisatie in ons land schrijft de „Sportkr." o.a. het volgende: „Dat ook de sport in hetf algemeen en de voetbalsport in het bijzonder, in wel heel ster ke mate de gevolgen van de mobilisatie zal ondervinden, ligt voor de hand. Alle dienst plichtigen van 20 tot 35 jaar zijn opgeroe pen, tallooze voetballers bevinden 3i?h onder hen: er is geen club in ons land, die niet eenige soms zelfs verscheidene spelers zal moeten missen. In de Zondag gehouden Bondsvergadering werd reeds de mogelijkheid geopperd, dat de competitie-wedstrijden zouden moeten wor den uitgesteld en dat eventueel een nood- competitie zou moeten worden georganiseerd. Tot dat laatste is echter thans nog niet be sloten. Officieel begint de competitie pas op 17 September. Wat er vóór dien tijd zou worden gespeeld, zou slechts geschieden terwille van lagere clubs, die aldus meer be langstelling voor haar wedstrijden zouden trekken dan later in het seizoen met concur rentie van de eerste-klassers. Slechts in het Zuiden met zijn grootere afdeelingen zou op 10 dezer al gespeeld worden. Met een besluit ten aanzien van de geheele competitie kan men echter best nog tot in den loop van de volgende week wachten. Bij het razend-snelle tempo, waarin de gebeurtenissen tegenwoordig plegen te verloopen, kan in zulk een korten tijd veel gebeuren. Het kan noodzakelijk blij ken. de mobilisatie te laten voortbestaan, het kan zijn dat er zooveel licht komt, dat nog een oplossing mogelijk blijkt, zij het met eenig uitstel, het kan ook zijn dat de politieke he mel intijds zal opklaren en het leven zijn ge wonen gang kan gaan. In den loop van de volgende week zal het besluit van het Bonds- 'oestuur wel tegemoet kunnen worden gezien. Ongetwijfeld is er een niet geringe moge lijkheid, dat er een noodcompetitie zal worden ingesteld, een competitie, in het kort, waar bij geen promotie en degradatie zal plaats hebben en waarbij de clubs wel zooveel moge lijk overeenkomstig haar sterkte, doch even tueel nog meer dan nu volgens geografische ligging zullen worden ingedeeld. In groote trekken kan wellicht de reeds vastgestelde competitie worden gehandhaafd, met dien verstande echter, dat de klassen-indeeling in het volgende seizoen gesteld dat dit nor maal zou kunnen zijn overeenkomstig de momenteele situatie is. Ten aanzien van de noodcompetitie en al wat daaraan vastzit, hebben wij een prach tig voorbeeld aan 1914. Toen brak 1 Augustus de wereldoorlog uit. Niemand dacht meer aan sport, doch reeds een maand later bewees de N. V. B. zijn vitaliteit door een se rie bepalingen, die het beoefenen van geor ganiseerd voetbal mogelijk maakten en boven dien een financieelen steun van het inmiddels ingestelde Steuncomité beoogden. In 1914 werd ingesteld een „N.V.B.-fonds" ten bate van het Steuncomité; ook een „Re glement voor de Noodcompetities 1914" zag net licht. Het Fonds zou worden gevormd door 25 pet. van de recettes der wedstrijden van de dooi den N. V. B. uitgeschreven noodcompetities, boeten, giften en gelden die door het bestuur van den N.V.B. of anderen voor dit Fonds zul len worden bestemd. Het Reglement voor de Noodcompetities vermeldt o.m.: De gewone competities met de indeeling in klassen en daaraan verbonden kampioens- en promotiewedstrijden vervallen, evenals de bekercompetitie. De klasse-indeeling, zooals die aan het einde van het seizoen 1913'14 was geworden, wordt hersteld bij wederinstelling van de gewone competities. Voorts wordt re kening gehouden met de mogelijkheid van indeeling van militaire elftallen. Gewezen wordt op de noodzakelijkheid van indeeling overeenkomstig spelkwaliteit en reisgelegen- heden. Vereenigingen zouden mogen uitko men met spelers, die voor den aanvang van de noodcompetities voor andere vereenigingen waren uitgekomen. Uitkomen voor twee ver eenigingen in hetzelfde seizoen zou echter uit gesloten zijn. Aan de noodcompetitie zou ten slotte geen kampioenschap of promotie van welken aard verbonden zijn; nummer één van elke afdeeling zou een medaille ontvangen. Kort daarop reeds werd de indeeling bekend gemaakt en op 4 October kon met de afwer king van het programma een begin worden gemaakt. Bij die indeeling zien wij, dat de eerste klasse totaal ongewijzigd gebleven was zij heette alleen in elk district „Afdeeling A" en dat de tweede klassers en de re serve-eersteklassers bij elkaar waren inge deeld. Zoo vormden bijv. H.V.V. 2, Quick 2 en H.B.S. 2 één afdeeling met de Haagsche. Delftsche en Leidsche tweede-klassers. In de AmsterdamschHaarlemsche afdeeling was „Militair 1" ondergebracht. Deze noodcompetitie is, de omstandigheden in aanmerking genomen, een succes geweest, in zooverre, dat week in, week uit de voet ballers aan hun geliefde sport hun hart kon den ophalen. Vele clubs waren wel ver zwakt, doordat zij niet over hun gemobili seerde spelers konden beschikken, maar het duurde in vele gevallen niet lang of daar werd wat op gevonden. Vele ouderen zouden nog le vendige herinneringen kunnen ophalen aan de wijze waarop men er in slaagde spelers bij tijds bij hun wedstrijden te krijgen, ook al lagen zij ver van hun woonplaats, ergens aan de grens. En al was er dan geen belang aan de wedstrijden verbonden, er werd tenmin ste gevoetbald ende publieke belangstel ling heeft onder het bijzondere van den toe stand niet of nauwelijks geleden. Zóó was het in 1914. Hoe zal het, als het noodig is, in 1939 zijn? Dat kampioenschappen en promoties ook nu niet zouden doorgaan is te begrijpen. Soepele toepassing, zij het tijdelijk, van de over schrijvingsbepalingen eveneens. Een sterk ge wijzigde indeeling is niet zoo zeker, al zou men zich bijv. kunnen indenken dat in het Westen de eerste-klassers naar gelang van hun geo grafische ligging zullen worden ingedeeld. Veel zal in dezen afhangen van de treinverbin- gen. Die kunnen heel wat minder goed zijn, dan normaal het geval is en dan toch nog voor de voetballers alleszins bevredigend zijn Het komt ons voor, dat evenmin als in het maatschappelijk leven, de omstandigheden tegenwoordig van dien aard zijn, dat al te sterk ingrijpen noodig is. Het voornaamste ge volg van het mobilisatiebesluit lijkt, wat de voetballerij betreft, vooralsnog de verzwak king van de elftallen. Mocht het er toch van komen, dan is de organisatie van den tegen woordig zoo krachtigen K.N.V.B. goed en sterk genoeg om, eventueel in navolging van hetgeen in 1914 bepaald is, die maatregelen te nemen, welke voor een blijvende beoefening van de voetbalsport gedurende den mobili satietijd noodig zijn." TAFELTENNIS HAARL. TAFELTENNISCLUB. De Haarlemsche Tafeltennis Club houdt, on danks de mobilisatie ook in het seizoen 1939 1940, evenals vorige jaren haar trainingsavond in het gebouw Olympia aan den Kinderhuissinl gel, op Maandagavond van 7.3010.30 uur. TOT ONS GENOEGEN. De Haarlemsche Tafeltennisvereeniging „T. O. G." zal a.s. Dinsdag 5 September weer een begin maken met haar clubavonden, voorloopig eiken Dinsdagavond van 7 tot 11 uur in het gebouw „Olympia", Kinderhuissingel 6, zaal 13. Voorziet U thans van VERDUISTERINGSPAPIER voor LUCHTBESCHERMING. ANEGANG14 TEL.1196J (Adv Ingez. Med.) 73 Meteen gooide Jantje zijn sigaar weg. Hoewel dat natuurlijk goed bedoeld was van hem. had hij toch uit moeten kijken, want aan weerszijden van den weg stond een prachtig bosch. Nu weten jullie allemaal wel hoe gevaarlijk of het is als je in een bosch een brandende sigaar of sigaret weggooit. Dan ontstaat er een boschbrand. die soms vreeselijke gevolgen kan hebben en soms ook wel eens menschenlevens kan kosten. Je be grijpt dus hoe gevaarlijk het was wat die domme Jantje deed. 74. Toen Jantje zag wat onheil hij had aangericht, fietste hij als een laffe jongen gauw verder. Eensklaps stuitte hij op een paar spoorboomen, die dicht gingen, en Jantje begreep nu dat het waarschuwingsbord op deze spoorboo men gedoeld had. 75. Het was voor Jantje maar goed dat niemand ontdekt had wat hij gedaan had, want anders was hij met de politie in aanraking gekomen, en zou hij mis schien wel een paar jaar gevangenis straf hebben kunnen krijgen voor zijn roekeloosheid. 76. Langs een omweg reed Jantje naar de stad terug, toen hij opeens weer voor een nieuw waarschuwingsbord stond Het leek net of er allemaal dwarslatjes op waren getimmerd. Dat zal wel een nieuw soort vogelverschrikker zijn, dacht Jantje. 77. Weet je wat, dacht hij; ik zal die vogelverschrikker nog wat mooier maken en hy timmerde boven op den paal nor een hoop latjes bij. Juist kwam er eer veldwachter langs, die bijna uit zijn vel sprong van kwaadheid. 78. Hij pakte Jantje bij zijn kraag en duwde hem met zijn hoofd tegen den zoogenaamden vogelverschrikker. „Weet je wel wat je daar doet", bulderde hij den verschrikten boosdoener toe. „Dit is een waarschuwing voor een onbewaakten spoorwegovergang. Pas op als je nog eens van die streken durft uit te halen." VAN DE WEEK De heer J. D. Bijleveld over de kinderjaren van „Haarlem Indien er iemand met kennis van zaken over het wel en wee, den groei en de op komst van de voetbalclub Haarlem kan ver tellen en zijn herinneringen met bewijzen kan staven, dan is dat wel de heer J. D. Bijleveld oud-bestuurslid en oud-speler, die van de prille jeugd der vereenlging af, de rood blauwe kleuren is trouw gebleven en die in den loop der jaren een archief heeft opge bouwd, dat zijn weerga In ons land nauwe lijks zal vinden. Wie slechts een gedeelte van dit prachtige archief heeft bestudeerd, behoeft den eige naar waarlijk niet de vraag te stellen: „Wat doet ge in uw vrijen tijd?", want deze buiten gewoon interessante verzameling geeft daarop het antwoord, dat, Indien zij den sportlef- hebbers op een tentoonstelling onder de oogen zou worden gebracht, velen uren lang zou kunnen boeien Een van de zeldzaamste stukken uit deze collectie is wel de affiche van den eersten competitie-wedstrijd, door Haarlem gespeeld op 21 November 1897 tegen Rapiditas uit Rot terdam en door de bezoekers met 21 ge wonnen. Jan van den Berg zorgde voor het tegenpunt, het eerste van een lange reeks, die deze speler op zijn naam zou brengen. Gespeeld werd op een terrein aan den Scho- ter Straatweg, naast het buitengoed „Het Klooster", gelegen, waarop nu de kazerne van den Motordienst staat en destijds voorbij de laatste huizen der stad, want waar thans Haarlem-Noord zich uitstrekt, was toen wei land. Genoemd buitengoed stond op de split sing van de huidige Cronjéstraat en den Schoterweg en behalve „Haarlem" had ook de derde-klasser „Unitas". reeds lang ter ziele, daar haar speelveld. In 1907 kochten Jan van den Berg, M. A. de Koek en J. D. Bijleveld (toen penning meester) het tegenwoordige Haarlem-terrein voor67 ct. per M2. De lezer zal begrijpen, dat het in het korte bestek van dit sportgesprek ondoenlijk is, een volledig relaas te geven van de vele gebeur tenissen, die zich in de geschiedenis van Haarlem hebben voorgedaan; indien we het archief en de herinneringen van den heer Bijleveld op den vcet wilden volgen, zouden we een geheele krant moeten vol schrijven. Daarom doen we hier en daar een greep in de feiten, die de „historicus" ons vertelde. „Ik ben tien jaar aanvoerder van Haarlem II geweest, van 19031913 en ontving daar voor de gouden medaille. Ons kampioens elftal (reserve qerste klasse) bestond uit: F. Veen, E, Jacobi, W. F. van der Lee, R. Sernée, B. Lijnkamp, P. Leslie Miller, W. Moggen- storm, J. Verwey, J. D. Bijleveld, J. Haak en N. Blankevoort. Onze club beleefde een gloriedag in 1910, toen in Nijmegen tegen Quick, den Oostelij ken kampioen, een vriendschappelijke wed strijd werd gespeeld. Bij de rust was de stand 2o voor de thuisclub, doch de eerste negen minuten na de hervatting leverden ons vier goals op, de eerste door Jan Bakker en de volgende drie door mij gescoord. Dat was een fraai succes door de lichtste voorhoede, die Haarlem ooit in het veld heeft gebracht en die als volgt was samengesteld: Patrick Leslie Miller, Jur Haak, Bijleveld, Hhomas Leslie Miller en Jan Bakker.Volledig- heidshalve zij vermeld, dat Quick den eind stand toch op 44 wist te brengen. In 1911 sloeg Haarlem II in Deventer Go- ahead voor den beker met 6—0 in vliegend stormweer. De laatste jaren vóór den oorlog (1911'13) waren voor Haarlem zeer gunstig. De club veroverde den Holdertbeker en den Zilveren Bal (met 21 op H.F.C.)de volgende spelers bereikten deze fraaie resultaten: Van Eek, Koster, Wilhelm, De Wolff. Bouwmeester, Smit VII, Healy. Bakker, M. Houtkooper. S. Veen, Jur Haak en Oostenbroek. Uit det in 1896 opgerichte vereenlging „Oranje" sinds lang verdwenen zijn des tijds vele leden tot Haarlem toegetreden. Een vergelijking tusschen voetbal van vroe ger en nu? Het spel, zooals het thans gespeeld wordt, kan mij niet meer bekoren. Vroeger speelde iedereen, hoog of laag. voetbal om het spel. Tegenwoordig zit er te veel geld achter de sport en m.i. zou het alleen goed te regelen zijn, wanneer het beroepsspel in gematigden vorm zou kunnen worden inge voerd. Ik ben overtuigd, dat de goede spelers van 25 jaar geleden thans niet meer in het stuk voor zouden komen, want het spel is te forsch en te ruw geworden,omdat er te veel van de resultaten afhangt Vroeger was men ami caler en behulpzamer en toch was er felle en spannende strijd, doch na afloop was men de rivaliteit vergeten. Tegenwoordig hebben vele spelers voldoende kennis van het spel, wat tot uiting komt in wedstrijden, waar niets var afhangt dichtwedstrijden). De competitie en de niets ontziende strijd om de punten schaden het voetbal als kijkspel". anneer u een GROENTJE in HAARLEM'S DAGBLAD plaatst, doet u niet iets bijzonders U bent slechts een van zeer velen. Maar dan ook een van de velen, die er profijt van trekken Tehuis voor militairen te Haarlem. Het bestuur van het Tehuis voor Militairen te Haarlem, wekt hierbij alle onder de wapenen zijnde militairen op tot bezoek aan deze inrich ting aan den Jansweg 34. Laat ieder de mili tairen opwekken daaraan te voldoen. Tevens zullen gaarne giften worden inge wacht. tot dekking van de kosten van dc in richting en tot het beschikbaar stellen van versnaperingen en consumptie aan de bezoe kers. Er wordt op vertrouwd dat aan dit laatste gevolg zal worden gegeven, zoodat den gemobili seerden, die reeds zulke groote offers brengen, iets als een vergoeding voor het gemis van eigen tehuis kan worden verschaft. Het bestuur bestaat uit de heeren Ds. W. J. van Elden, voorz,, L. Lam, seer., P. A. van 't Wot, penningm., E. van der Wall, J. C. Rave- stein, G A. Goldschmeding Het gironummer is 88861 ten name N.V. Vessaubank te Haarlem Ieder geve naar verkregen welvaart. HET BESTUUR, j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 6