Hm tasschml
Menu van de week
Dames koopt
JAC. GILEIN (Geenfilialen)
De eerste schrijfmachine
DONDERDAG 7 SEPTEMBER "1939
HAAREEM'S D A G B TEA D
9
De onbelangrijke dingen
Wie groote gebeurtenissen beleeft, ziet tot zijn
verwondering de kleinigheden ineens tot niets of
bijna niets ineepschrompelen.
Valt ons een groot geluk te beurt, als met één
slag zijn alle kleine ergernisjes, verdrietigheid-
jes, zorgjes in rook opgegaan en we zouden de
heele wereld wel aan ons hart willen drukken.
Worden we bezocht door een groot verdriet,
dan blijft die reactie hetzelfde; alles wat ons
tevoren belangrijk toescheen, doet ons hoogstens
even met verbazing denken: heb ik me daarover
heuseh nog druk gemaakt, het is immers niets
meer!
In deze dagen beleven wij collectief, met elkaar,
als volk meer nog: als Europeanen, een geza
menlijke ramp en waar zijn nu opeens de er
gernisjes, de verdrietigheidjes en de zorgjes ge
bleven, die ons een paar weken geleden nog zoo
belangrijk, nog zoo geweldig toeschenen?
Niets is er meer van over, we merken, niet
zonder verwondering, dat we toch wel akelig ver
in de kleingeestigheid gevorderd waren, dat we
ons. over zulke futiliteiten nog zoo druk hebben
kunnen maken. En daarom verbannen wij die
onbelangrijke kleinigheden met schaamte uit ons
denken, zij zijn de moeite van het aankijken
immers niet waard.
Maar voor dat wij dit voorgoed doen, moeten
wij ons toch eerst beraden of bij al dat kleine
gedoe niets is, dat we met onze medemenschen
eerst in orde moeten maken, voor dat wij ons
voornemen, er nooit meer een enkele gedachte
aan te verspillen.
Hebben wij een onbeteekenend ruzietje met
een familielid, of voelen wij ons beleedigd over
een kleinigheid; hebben wij ons overdreven boos
gemaakt over niets of tobden wij over een klei
nigheid die het aankijken niet eens waard was?
Laten wij dan zorgen nu dit alles tot zijn ware
afmetingen is teruggebracht, dat het ook geen
dag langer blijft bestaan dan strikt noodig is, en
dat wij afgedaan hebben met het kleine dat we
tusschen ons zelf en anderen hebben gezet.
Er komt nog een andere overweging bij dan
alleen die van het kleingeestige, het bekrom-
pene, dat wegvalt tegenover de overweldigende
gebeurtenissen der laatste dagen, en wel het vol
gende: meer dan ooit moet een volk in deze da
gen één zijn om gezamenlijk het hoofd te bieden
aan den rampspoed die het bedreigt en dan kan
er geen kleinzielig gedoe meer overblijven dat
die eenheid tekort zou doen.
Meer dan ooit hebben wij elkaar noodig, meer
dan ooit moeten wij elkaar helpen en bijstaan,
en al zullen er meeningsverschillen blijven be
staan, vóór alles moeten wij ons één voelen, zoo
dat wij over de meest uiteenloopende meeningen
heen, blijven voelen dat dezelfde band ons sa
menbindt, en dat kleine verschillen niet tot
enormiteiten mogen worden opgeblazen.
De eenheid gaat boven alles uit; wij moeten
leeren eikaars meeningen te eerbiedigen, dan
raakt alle kleingeestige gedoe op den achtergrond
en zal het ook minder zwaar vallen met moed
en opgewektheid de ons gestelde taak te blijven
vervullen.
E. E. J.-P.
Wat zullen we dezen
herfst dragen?
Enkele bijzonderheden over de mode
1939—1940.
Bij uitstek vrouwelijk en jeugdig.
De modelijn voor den komenden herfst blijft
steeds nog lijnrecht en volhardend aansturen op
twee idealen: vrouwelijkheid en jeugd.
De nieuwe silhouet ondersteept de lijnen van
een ideale vrouwengestalte; alles aan haar is
zacht, vloeiend harmonisch en elastisch.
De strenge, eenigszins manlijk aandoende lijn
van
den mantel
moet hoe langer hoe meer plaats maken voor
den gedrapeerden, streng getailleerden vorm.
De gracieuze klokrok treedt veelvuldig ook bij
den mantel op. Voor de mantelmode onder
scheidt men twee modellen: den sterk getailleer
den, gekleeden namiddagmantel en den wijd
uitvallenden mantel voor morgendracht en sport.
Een enkele maal wordt de „getailleerde" lijn bij
de namiddagmantels verkregen door een cein
tuurtje, die de ruimte bijeen houdt. Meest alle
getailleerde mantels zijn hoog gesloten en van
boven rijk met bont versierd. Van voren en van
achteren worden de naden geaccentueerd door
smalle bontrandjes. De schouders zijn gewoon;
soms zijn de mouwen eenigszins fleschvormig
uitgebouwd. De lengte is gelijk aan die van de
zomermantels. De sportjas behoudt zijn rechten
vorm.
Bij de
herfstcostuums
onderscheidt men twee typen; het zeer strenge
costuum in heerensnit en het fantasiecostuum,
met den eenigszins losseren vorm. Het eerste
heeft twee rijen knoopen en lijkt sprekend op
een heerencolbert, behalve dan, dat de pasvorm
zeer getailleerd en de revers echt vrouwelijk
zijn. De rok, die bij dit klassieke costuum hoort,
is geheel glad met twee diepe plooien voor en
achter.
Zeer nieuw voor den herfst is het effen man
teltje bij den geruiten iets lichter getinten rok.
Het fantasiecostuum laat een kort manteltje
zien met één rij knoopen, met den wijden, zeer
korten klokrok en rijke bontgarneering, die
jeugdig en zwierig aandoet.
Bij de
japonnetjes
voor 'smorgens en 'smiddag is de sterke mar
keering van de taille karakteristiek. De rokken
zijn wijd en klokken en laten vaak heel interes
sante variaties zien. Plooigarneeringen, strookjes
op zij en van voren geven „leven in de brou
werij".
Korte, nauwe mouwtjes, gewoon ingezet, heb
ben de voorkeur. Rokken in verscheidene banen,
sterk klokkend, vinden we veel bij de robes
princesses, die met de spencerjapon het mode
beeld beheerschen.
De ochtendjaponnetjes zullen iets minder
sportief zijn en zich meer bij de elegance van de
namiddag japon aansluiten.
Modcstoffen.
zijn tafzij, faille, moiré en gestreepte stoffen.
Ook zal weer zeer veel kant worden verwerkt.
Zijden jersey, crêpe frisé enz. zullen veel voor
namiddagdracht worden gébruikt.
Uit het vorige seizoen zal de
stijljapon
als avondtoilet voorloopig en vogue blijven
Hiervoor is tafzij veelal in geruite patronen het
aangewezen materiaal. Daarnaast echter zal de
slanke avondjapon in
empirestijl
met hooge taille en eenvoudige garneering zijn
entrée doen.
Kleur en materiaal
Onder de kleuren zal zwart den boventoon
voeren. Ook zal veel bruin in allerlei schakee
ringen worden gedragen en heel nieuw is „rook
blauw".
Voor mantels is wijnrood-bruin 't laatste
parool.
Als materialen noemen we: herfstachtig ruwe
stoffen als frisé, velours, zippeline en zware
ratiné voor mantels. Voor sportjassen flausch,
zware tweeds en langharige Schotsche ruiten.
Voor de „strenge" costuums: Shetlands, hand-
geweven tweeds, fijn gestippelde wollen stoffen
en flanel. Als kleuren hiervoor blauwe en grijze
tinten en.... ook hier zéér veel zwart.
Leerarbeid, gezellig en practisch
Naar school met een nieuw etui!
Als Moeder aan leerwerk doet, verblijdt ze van
tijd tot tijd de huisgenooten met een practisch
zelfgemaakt geschenk. Vandaag zijn de school
gaande kinderen aan de beurt. We gaan een etui
maken, waar ze geweldig trotsch de klas mee
zullen binnenstappen. Lijkt het U erg moeilijk?
Nu, dat valt wel mee, mits U zorgt, een goed
scherp mesje bij de hand te hebben; een hout-
snijmesje of een kartonmes is voor ons doel het
meest geschikt.
Ons model bevat een penhouder, 2 potlooden,
een liniaaltje, een vlakgom en eenige losse pen
nen, die in een vakje zitten, dat listig onder de
inktlap verborgen is, waardoor de pennen er niet
uit kunnen vallen. Natuurlijk kunt U dit naar
behoefte wijzigen.
De treksluiting is langer dan het etui, anders
zou men het niet voldoende wijd kunnen openen,
echter niet zoolang als men tengevolge van het
perspectief op de foto zou denken.
Model
De versiering is leerbies in afstekende kleur.
Een aardige combinatie is bijv. donkergroen bo
venleer, roode en zwarte leerbandversiering,
roode treksluiting, voering rood of lichter groen
geitenskiver. De kleur van pen en potlood moet
natuurlijk eenigszins harmoniëeren.
Voor de jongens neme men liever wat neutra
ler kleuren bijv. twee tinten bruin. Ze vinden
zoo'n fleurig etui gauw te „meisjesachtig".
We schaffen dus aan:
Een stuk fantasieleer (echt leder, doch met
ingeperste nerf) 20 x42 c.M.; een stuk voering-
leer 30x 42 c.M.; treksluiting 29 c.M.; leerband
3 M. rood; 3 M. donkergroen en 2 M. zwart.
Inhoud etui:
Instrumenten: mes, holpijp 2 m.M. of tang,
leernaald, rubberlijm, collofix en seccotine.
WARE GROOTTE
1
Werkwijze:
Van dun karton snijden we een rechthoek
23 x 7'/j c.M. Van voering knippen we een stuk,
dat aan alle kanten 1 c.M. grooter is en beplak
ken hiermee het carton (rubberlijm). Aan de
randen omplakken en bij de hoekjes aan den
achterkant het leer iets wegknippen, zoodat het
niet propperig wordt. Nu leggen we den inhoud
van het etui erop en trekken potloodlijntjes van
IV2 c.M. breedte, waar we de gleuven insnijden
zullen.
Van de restjes bovenleer snijden we eenige
strookjes van IVj c.M. breedte en een van 2 c.M.
voor het vlakgom. Nu halen we deze strooken
door de gleuven, plaatsen potlooden, penhouder,
enz. op de bestemde plaats en trekken de strook
jes niet te strak aan. Aan de achterzijde worden
de strookjes uitgedund en met collofix vastge-
plaat. Het zoo moeilijk lijkende bindwerk is nu
gereed.
Het bovenleer wordt na het uitsnijden volgen
het schema van gaatjes Voorzien. Het eenvoudigst
gebeurt dat, door de gaatjes in het stukje van de
krant uit te knippen en deze met potlood op het
leer door te stippen. Nu maken we de leerband
versiering. De lange roode steken zijn dus over
kleine steken heen geborduurd, de zwarte zijn
enkel. Nu voeren we, maken de randgaatjes en
werken het pennenvakje mee. Eenige zachte
restjes gekleurd leer worden met de tang uit-
getand en boven het vakje bevestigd met een
rijgsteek van leerband.
Het bindwerk wordt nu geheel met collofix
ingesmeerd en vastgeplakt waarna we het onder
druk laten drogen.
De rits wordt aan het uiteinde even afgewerkt
en met een stevige draad zijde in de kleur van
ons leer met heen en teruggaanden rijgsteek in de
gaatjes vastgenaaid. De moeilijkheid hierbij is
te zorgen, dat de rits niet bobbelt. Beide kanten
moeten even strak zitten, anders loopt de slui
ting onherroepelijk vast. Misschien lukt U dat
de eerste keer niet direct, dan moet U het toch
weer even uithalen.
Denkt U eraan: het losse eind zit aan den
kant van het vlakgom; als men het etui opent
moet het inktlapje vrij liggen als op de foto. We
maken tenslotte de treksluiting af met een dubbel
stukje leer, dat we omwerken met leerband.
Een aardige variatie op dit werkstukje is een
naai-etuitje waarin een schaartje, vingerhoed,
naaldenkoker, eenige klosjes garen, stopzijde
enz. Misschien een tip voor.... St. Nicolaas.
Margot Van Capelle-Van Buuren
Zondag
Groentesoep
Varkenslapjes
Andijvie
Aardappelen
Meloen.
Maandag:
Gekookt vleesch
uit de soep.
Tomatensaus,
Aardappelen
Spercieboonen.
Dinsdag:
Ribstuk,
Postelein,
Aardappelen
Rijst met boter
en suiker
Woensdag:
Koud vleesch,
Snijboonen,
Aardappelen
Appelmoes
Donderdag:
Runderlappen
Gestoofde uien.
Aardappelen
Beschuit met
bessensap.
Vrijdag:
Gebakken visch,
Roode kool,
Aardappelen
Botersaus
Zaterdag:
Spekpannekoeken
Stoofperen
Jiecepte
u
Maaltijd voor 4 personen, bestaande uit: ge
kookt vleesch, tomatensaus, aardappelen
spercieboonen.
Benoodigdheden: V2 K.G. borstvleesch. 1
pond tomaten, 2 bouillonblokjes, V» ons boter
of vet, ui, peper, zout, 2 K.G. aardappelen, 1
K.G. spercieboonen, A ons boter of vet
Bereiding: Aardappelen en spercieboonen
op de gewone manier gaar koken in weinig
water en zout. Het vleesch in niet te dikke
plakken snijden. De tomaten wasschen en
met het gesnipperde uitje in de boter 10 mi
nuten laten smoren, V2 L. water en de blok
jes toevoegen en samen 10 minuten laten
koken. Daarna zeven en met wat bloem of
sago binden. De plakken vleesch in de saus
goed warm laten worden en opdienen met de
aardappelen en de boontjes.
Maaltijd voor 4 personen bestaande uit:
spekpannekoeken en stoofperen. Benoodigd
heden.
l"i pond bloem, 1 L. melk. gist. 2 ons rook-
spek. l K.G. stoofperen, sago. suiker, zout, l/t
ons reuzel.
Bereiding: Van bloem, gist en melk. aange
vuld met lauw water tot pl.m. I1/* L. een be
slag maken en dit laten rijzen; zout toevoegen
Het spek uithakken. Daarna met het spekvet
en de reuzel de pannekoeken bakken. Zor
gen dat in elke pannekoek een paar stukjes
spek komen. Ze langzaam bakken, zoodat ze
gaar en mooi bruin zijn.
De stoofperen schillen in vieren snijden en
opzetten met zooveel water, dat ze half onder
staan en de suiker. Ze pl.m 1' uur zachtjes
laten koken, het vocht binden met- wat aange
mengde sago en warm of koud opdienen.
J(aan's kcimpocife uiol
Keus uit 1001 tinten
GEN. CRONJESTRAAT 129
fAdv. ingez. Med.)
GOEDKOOP EN TOCH SMAKELIJK.
Een praatje over bouillon en soep.
Bouillon wordt getrokken van verschillende
soorten vleesch. Paarde- en runavleesch ge
ven een krachtiger bouillon dan kalfsvleesch.
Uit het vleesch trekken we verschillende geu
rige stoffen en extractiestoffen. Verder een
klein gedeelte van het eiwit, maar het meeste
voedsel blijft toch achter, zoodat men nooit
kunnen spreken van een voedzame soep, als
het vleesch er uitgenomen is of de soep niet
voedzaam gemaakt is door toevoeging van
rijst, vermicelli e.d.
Boonensoepen zijn voedzaam door de hoe
veelheid zetmeel uit de boonen, waardoor de
soep ook gebonden wordt.
Soepen van groentenwater gemaakt, zoo
als bloemkool- en spinaziesoep, verkrijgen
hun voedzaamheid door de boter en de bloem
waarmee ze gemaakt worden.
Voor het trekken van bouillon, die in kop
pen gebruikt wordt, rekent men 2 a 3 ons
vleesch op VA L. water en 1 kleine lepel zout,
dat inééns toegevoegd wordt. Men neemt een
goed sluitende pan en laat de bouillon 2 a 3
uur heel zacht trekken.
Voor groente- en vermicelli soep e.d. neemt
men 1 a 2 ons vleesch op VA L. water.
Dikwijls worden in deze soep balletjes ge
hakt op het laatst meegekookt, óf wordt de
soep geurig door de groente of men voegt op
het laatst maggie-aroma of vleeschextract toe
zoodat men met minder vleesch volstaan kan.
Wil men heldere bouillon hebben, om in kop
pen te presenteeren, dan moet deze ge
zeefd worden, door een dunne doek. Men geeft
er dan een beschuit en een partje citroen bij.
Voor gewone soep is zeven niet wenschelijk
of noodig. daar het bruine schuim een kleine
hoeveelheid eiwit is uit .het vleesch, zoodat
men dit dan weggooit.
Van het vleesch uit de soep kunnen ver
schillende smakelijke gerechten gemaakt
worden. Met wat gebakken uien kan het den
volgenden dag gegeven worden bij de groente
en aardappelen. Heeft men een stukje borst
vleesch genomen, dan kan dit in plakken ge
sneden worden en opgediend met tomaten
saus of bruine saus.
Bouillon getrokken van beentjes is dikwijls
heel vet. wat in vele gevallen geen bezwaar is.
De bouillon moet minstens 3 uur trekken en,
voor men de soep gaat koken, zorgvuldig ge
zeefd worden.
bij den vakman
dat IS l'W voordeel: thansailéén
LEDER WAREN FABRIEK .urn.up J0
A AANtbANb 4o
(Adv. ingez. Med.)
Ontroerend geschenk aan een blind
meisje.
In het koninklijk staatsarchief te Reggio in
Italië werden de allereerste „getikte" brieven
bewaard. Ze zijn afkomstig van gravin Ca
rolina Fantoni da Fivizzano, die in haar
prille jeugd blind werd en later van haar
vvrige vereerder Pellegrino Turri di Castel-
nuovo een schrijfmachine ten geschenke
kreeg. Carolina en Pellegrino waren als
kinderen tezamen opgegroeid. De landgoe
deren van hun ouders lagen vlak naast
eikaar in de provincie Emilia. Bijna iederen
dag reed de kleine cavalier met zijn ezel
wagentje voor Carolina's deur; ze speelden en
stoeiden dan samen in den tuin als een
broertje en een zusje.
Maar eens op een dag klaagde Carolina hem
haar nood, dat ze niet goed meer in de verte
kon zien.
Heel geleidelijk, maar onafwendbaar vol
trok zich het noodlot: 't meisje werd blind.
Toen Pellegrino begrepen had. waarom zijn
vriendinnetje hem met leege oogen aankeek,
deed hij een gelofte cm alles in het werk te
stellen om haar te helpen. Met rusteloozen
ijver voltooide hij zijn studie in de medicijnen
aan de universiteiten van Parma en Bologna
Ver hield hij zich van alle studenten-feesten
en -grappen. Dag en nacht studeerde hij om
eens in staat te zijn, zijn lieve Carolina het ge
zicht terug te geven.
Maar tot zijn bittere teleurstelling misluk
ten al zijn pogingen. Vcor deze blindheid was
geen kruid gewassen. En Pellegrino werd som
ber en stil. Hij leed eronder dat zijn teedere
brieven want uit de kindervriendschap
tusschen hen beiden was reeds lang een diepe
liefde gegroeid onbeantwoord bleven.
Toen besloot hij voor Carolina een toestel
uit te vinden, met behulp waarvan ze zonder
pen en inkt haar gedachten op papier kon
brengen.
De jonge student stelde zich in verbinding
met chemici en werktuigkundigen, die voor
allerlei geheimzinnige doeleinden machines
en apparaten bouwden. En weldra was hij
onder die baardige oude heeren berucht om
zijn „hersenschim".
..Ik wil een toestel met radertjes en hef
boompjes samenstellen, waarmee men schrij
ven kan. Voor iedere letter moet een stem
peltje zijn, zoodat men heele woorden kan
samenstellen, doordat de stempeltjes naast
elkaar op het papier drukken.
Hoe moet ik zooiets maken? Ik zie de
machine duidelijk voor mc!"
Hij kocht hout, spijkers, ijzerdraad. een
drukker verschafte hem de lettertypen. En nu
ging Pellegrino aan 't werk, met evenveel
ijver als hij tevoren bij zijn medische studie
aan den dag had geiegd.
Onvermoeid knutselde hij door. maar het
werk vorderde zeer langzaam. Nu eens druk
ten de letters op de verkeerde plaats, dan weer
klemden de draadjes.
Maar tochdrie weken later bracht hij
zijn geliefde het toestelletje de eerste
schrijfmachine en leerde hij haar typen.
Met innige vreugde en trots drukte hij wel
honderdmaal den geliefden naam „C-A-R-O-
L-I-N-A". Tot haar dood toe gebruikte Ca
rolina Fantoni de Fivizzano deze schrijf
machine.
Het staatsarchief van Reggio bewaart onder
de talrijke brieven van de gravin ook den
eersten brief van het overgelukkige blinde
meisje, waarin zij Pellegrino bedankt voor
„het prachtige toestel, waardoor ze haar
treurig lot beter zal kunnen dragen".
Baby-jurkje
Voor dit baby-jurkje gebruiken we 200 gr.
rose koordwol en pennen no. 3.
Voorpand.
We zetten op 118 st. en breien eerst 8
pennen recht, dat zijn dus 4 ribbels. Nu be
ginnen we aan het patroon: 1 st. afhalen, in
den volgenden steek 3 st. maken, n.l. Ir., la.,
Ir., dan 3 st. averecht tezamen; deze laatste
2 bewerkingen herhalen tot er nog 1 st. over
blijft, de laatste steek recht.
De volgende pen beginnen we met fc afhalen
en breien dan alles averecht.
De derde pen van het patroon is: 1 st. af
halen, 3 st. averecht tezamen, uit 1 st. 3 st.
maken als boven, bewerkingen herhalen, laat
ste steek recht.
De vierde pen averecht.
Het patroon herhalen we 10 keer.
Nu worden de zijstukken van het voorpand
dicht gebreid en in 't midden blijft een rand
van het open patroon.
We breien als volgt: 1 st. afhalen. 48 st.
recht, 20 st. van het patroon, 49 st. recht. Deze
pen breien we 7 keer.
Dan als volgt: 1ste pen: 1 st. afh., 48 st.
aver., 20 st. patroon. 49 st. aver.
2de pen: 1st. afh., 48 st. recht. 20 st. patroon
49 st. recht.
Deze laatste 2 pennen herhalen we tot het
breiwerk 25 cM. lang is. Nu kanten we de
armsgaten als volgt af:
1st epen: 1 st. afh.. 12x recht minderen.
8x3 recht tezamen, 20 st. patroon. 8x3 recht
tezamen, 12 x recht minderen. 1 recht. We
hebben dan nog 62 st. op de pen.
2de pen: 3 st. afkanten. 18 st. recht. 20 st.
in patroon, de rest recht.
3de pen: 3 st. afkanten. 18 st. recht, 20 st.
averecht, 18 st. recht.
4de pen: 1 st. afh., 17 st. recht, 20 st. in
patroon, 18 st. recht.
5de pen: minderen, 16 st. recht. 20 st. ave»
recht, 16 st. recht, minderen.
6de pen: 1 st. afh., 16 st. recht. 20 st. in
patroon, 17 st. recht.
7de pen: mind. 15 recht, 20 aver.. 15 st. recht
mind.
8ste pen: 1 st. afh. 15 st. aver. 20 st. in
patroon,, 15 st. aver. 1 st. recht.
9de pen: 15 st. recht, 20 st. aver. 16 st.
recht.
De achtste en de negende pen herhalen we
tot het werk 32V2 cM. lang is.
We eindigen met een rechte pen.
Nu zijn we aan de hals en breien deze als
volgt:
lste pen: 1 st. hafh., 11 st. aver., 28 st. recht,
11 st. aver., 1 st. recht.
2de pen: 1 st. afh., de pen recht uitbreien.
Deze 2 pennen herhalen we 2 keer.
7de pen: 1st. afh., 11 st. aver., 4 st, r., 20 st.
afkanten, 4 st. recht, 11 st. aver., 1 st. recht.
8ste pen: 1 st. afhalen, 15 st. recht.
Dan breien we de schouder verder op met
1 pen recht, 1 pen averecht, met een rand van
ribbels 4 st. breed aan den halskant.
Is het werk 26'A cM lang dan zetten we
de steken van den schouder op een draad. De
andere schouder is een spiegelbeeld van
deze.
Rug.
Deze wordt gebreid als het voorpand, maar
de ribbels Icopen door en het open patroon
vervalt, d.w.z. de rand in het midden.
Het bovenstuk breien we door tot het werk
35 cM. lang is. dan maken we de hals. Breien
we de eerste en de tweede pen van de hals
van het voorpand, dan moeten we deze 3 keer
herhalen.
De schouders worden samengebreid met die
van het voorpand.
Mouw.
We zetten cp 26 st. en breien het patroon.
Nu meerderen we aan het einde van iedere
pen 4 st. tot 66 st. Op deze breedte breien we
door tot het breedste deel 4 cM. is. dan maken
we van elke 2 st. 1 st. en hebben dus 33 st.
over. We breien een boordje van 4 ribbels en
kanten los af.
Opmaak.
Alle deelen worden gestreken onder een
•/ochtlgen doek en vervolgens in elkaar ge
stikt op de machine. Daarna worden de naden
nog eens uitgestreken. Sp. Th.