Hm tasschml Menu van de week Dames koopt JAC. GILEIN (Geenfilialen) De eerste schrijfmachine DONDERDAG 7 SEPTEMBER "1939 HAAREEM'S D A G B TEA D 9 De onbelangrijke dingen Wie groote gebeurtenissen beleeft, ziet tot zijn verwondering de kleinigheden ineens tot niets of bijna niets ineepschrompelen. Valt ons een groot geluk te beurt, als met één slag zijn alle kleine ergernisjes, verdrietigheid- jes, zorgjes in rook opgegaan en we zouden de heele wereld wel aan ons hart willen drukken. Worden we bezocht door een groot verdriet, dan blijft die reactie hetzelfde; alles wat ons tevoren belangrijk toescheen, doet ons hoogstens even met verbazing denken: heb ik me daarover heuseh nog druk gemaakt, het is immers niets meer! In deze dagen beleven wij collectief, met elkaar, als volk meer nog: als Europeanen, een geza menlijke ramp en waar zijn nu opeens de er gernisjes, de verdrietigheidjes en de zorgjes ge bleven, die ons een paar weken geleden nog zoo belangrijk, nog zoo geweldig toeschenen? Niets is er meer van over, we merken, niet zonder verwondering, dat we toch wel akelig ver in de kleingeestigheid gevorderd waren, dat we ons. over zulke futiliteiten nog zoo druk hebben kunnen maken. En daarom verbannen wij die onbelangrijke kleinigheden met schaamte uit ons denken, zij zijn de moeite van het aankijken immers niet waard. Maar voor dat wij dit voorgoed doen, moeten wij ons toch eerst beraden of bij al dat kleine gedoe niets is, dat we met onze medemenschen eerst in orde moeten maken, voor dat wij ons voornemen, er nooit meer een enkele gedachte aan te verspillen. Hebben wij een onbeteekenend ruzietje met een familielid, of voelen wij ons beleedigd over een kleinigheid; hebben wij ons overdreven boos gemaakt over niets of tobden wij over een klei nigheid die het aankijken niet eens waard was? Laten wij dan zorgen nu dit alles tot zijn ware afmetingen is teruggebracht, dat het ook geen dag langer blijft bestaan dan strikt noodig is, en dat wij afgedaan hebben met het kleine dat we tusschen ons zelf en anderen hebben gezet. Er komt nog een andere overweging bij dan alleen die van het kleingeestige, het bekrom- pene, dat wegvalt tegenover de overweldigende gebeurtenissen der laatste dagen, en wel het vol gende: meer dan ooit moet een volk in deze da gen één zijn om gezamenlijk het hoofd te bieden aan den rampspoed die het bedreigt en dan kan er geen kleinzielig gedoe meer overblijven dat die eenheid tekort zou doen. Meer dan ooit hebben wij elkaar noodig, meer dan ooit moeten wij elkaar helpen en bijstaan, en al zullen er meeningsverschillen blijven be staan, vóór alles moeten wij ons één voelen, zoo dat wij over de meest uiteenloopende meeningen heen, blijven voelen dat dezelfde band ons sa menbindt, en dat kleine verschillen niet tot enormiteiten mogen worden opgeblazen. De eenheid gaat boven alles uit; wij moeten leeren eikaars meeningen te eerbiedigen, dan raakt alle kleingeestige gedoe op den achtergrond en zal het ook minder zwaar vallen met moed en opgewektheid de ons gestelde taak te blijven vervullen. E. E. J.-P. Wat zullen we dezen herfst dragen? Enkele bijzonderheden over de mode 1939—1940. Bij uitstek vrouwelijk en jeugdig. De modelijn voor den komenden herfst blijft steeds nog lijnrecht en volhardend aansturen op twee idealen: vrouwelijkheid en jeugd. De nieuwe silhouet ondersteept de lijnen van een ideale vrouwengestalte; alles aan haar is zacht, vloeiend harmonisch en elastisch. De strenge, eenigszins manlijk aandoende lijn van den mantel moet hoe langer hoe meer plaats maken voor den gedrapeerden, streng getailleerden vorm. De gracieuze klokrok treedt veelvuldig ook bij den mantel op. Voor de mantelmode onder scheidt men twee modellen: den sterk getailleer den, gekleeden namiddagmantel en den wijd uitvallenden mantel voor morgendracht en sport. Een enkele maal wordt de „getailleerde" lijn bij de namiddagmantels verkregen door een cein tuurtje, die de ruimte bijeen houdt. Meest alle getailleerde mantels zijn hoog gesloten en van boven rijk met bont versierd. Van voren en van achteren worden de naden geaccentueerd door smalle bontrandjes. De schouders zijn gewoon; soms zijn de mouwen eenigszins fleschvormig uitgebouwd. De lengte is gelijk aan die van de zomermantels. De sportjas behoudt zijn rechten vorm. Bij de herfstcostuums onderscheidt men twee typen; het zeer strenge costuum in heerensnit en het fantasiecostuum, met den eenigszins losseren vorm. Het eerste heeft twee rijen knoopen en lijkt sprekend op een heerencolbert, behalve dan, dat de pasvorm zeer getailleerd en de revers echt vrouwelijk zijn. De rok, die bij dit klassieke costuum hoort, is geheel glad met twee diepe plooien voor en achter. Zeer nieuw voor den herfst is het effen man teltje bij den geruiten iets lichter getinten rok. Het fantasiecostuum laat een kort manteltje zien met één rij knoopen, met den wijden, zeer korten klokrok en rijke bontgarneering, die jeugdig en zwierig aandoet. Bij de japonnetjes voor 'smorgens en 'smiddag is de sterke mar keering van de taille karakteristiek. De rokken zijn wijd en klokken en laten vaak heel interes sante variaties zien. Plooigarneeringen, strookjes op zij en van voren geven „leven in de brou werij". Korte, nauwe mouwtjes, gewoon ingezet, heb ben de voorkeur. Rokken in verscheidene banen, sterk klokkend, vinden we veel bij de robes princesses, die met de spencerjapon het mode beeld beheerschen. De ochtendjaponnetjes zullen iets minder sportief zijn en zich meer bij de elegance van de namiddag japon aansluiten. Modcstoffen. zijn tafzij, faille, moiré en gestreepte stoffen. Ook zal weer zeer veel kant worden verwerkt. Zijden jersey, crêpe frisé enz. zullen veel voor namiddagdracht worden gébruikt. Uit het vorige seizoen zal de stijljapon als avondtoilet voorloopig en vogue blijven Hiervoor is tafzij veelal in geruite patronen het aangewezen materiaal. Daarnaast echter zal de slanke avondjapon in empirestijl met hooge taille en eenvoudige garneering zijn entrée doen. Kleur en materiaal Onder de kleuren zal zwart den boventoon voeren. Ook zal veel bruin in allerlei schakee ringen worden gedragen en heel nieuw is „rook blauw". Voor mantels is wijnrood-bruin 't laatste parool. Als materialen noemen we: herfstachtig ruwe stoffen als frisé, velours, zippeline en zware ratiné voor mantels. Voor sportjassen flausch, zware tweeds en langharige Schotsche ruiten. Voor de „strenge" costuums: Shetlands, hand- geweven tweeds, fijn gestippelde wollen stoffen en flanel. Als kleuren hiervoor blauwe en grijze tinten en.... ook hier zéér veel zwart. Leerarbeid, gezellig en practisch Naar school met een nieuw etui! Als Moeder aan leerwerk doet, verblijdt ze van tijd tot tijd de huisgenooten met een practisch zelfgemaakt geschenk. Vandaag zijn de school gaande kinderen aan de beurt. We gaan een etui maken, waar ze geweldig trotsch de klas mee zullen binnenstappen. Lijkt het U erg moeilijk? Nu, dat valt wel mee, mits U zorgt, een goed scherp mesje bij de hand te hebben; een hout- snijmesje of een kartonmes is voor ons doel het meest geschikt. Ons model bevat een penhouder, 2 potlooden, een liniaaltje, een vlakgom en eenige losse pen nen, die in een vakje zitten, dat listig onder de inktlap verborgen is, waardoor de pennen er niet uit kunnen vallen. Natuurlijk kunt U dit naar behoefte wijzigen. De treksluiting is langer dan het etui, anders zou men het niet voldoende wijd kunnen openen, echter niet zoolang als men tengevolge van het perspectief op de foto zou denken. Model De versiering is leerbies in afstekende kleur. Een aardige combinatie is bijv. donkergroen bo venleer, roode en zwarte leerbandversiering, roode treksluiting, voering rood of lichter groen geitenskiver. De kleur van pen en potlood moet natuurlijk eenigszins harmoniëeren. Voor de jongens neme men liever wat neutra ler kleuren bijv. twee tinten bruin. Ze vinden zoo'n fleurig etui gauw te „meisjesachtig". We schaffen dus aan: Een stuk fantasieleer (echt leder, doch met ingeperste nerf) 20 x42 c.M.; een stuk voering- leer 30x 42 c.M.; treksluiting 29 c.M.; leerband 3 M. rood; 3 M. donkergroen en 2 M. zwart. Inhoud etui: Instrumenten: mes, holpijp 2 m.M. of tang, leernaald, rubberlijm, collofix en seccotine. WARE GROOTTE 1 Werkwijze: Van dun karton snijden we een rechthoek 23 x 7'/j c.M. Van voering knippen we een stuk, dat aan alle kanten 1 c.M. grooter is en beplak ken hiermee het carton (rubberlijm). Aan de randen omplakken en bij de hoekjes aan den achterkant het leer iets wegknippen, zoodat het niet propperig wordt. Nu leggen we den inhoud van het etui erop en trekken potloodlijntjes van IV2 c.M. breedte, waar we de gleuven insnijden zullen. Van de restjes bovenleer snijden we eenige strookjes van IVj c.M. breedte en een van 2 c.M. voor het vlakgom. Nu halen we deze strooken door de gleuven, plaatsen potlooden, penhouder, enz. op de bestemde plaats en trekken de strook jes niet te strak aan. Aan de achterzijde worden de strookjes uitgedund en met collofix vastge- plaat. Het zoo moeilijk lijkende bindwerk is nu gereed. Het bovenleer wordt na het uitsnijden volgen het schema van gaatjes Voorzien. Het eenvoudigst gebeurt dat, door de gaatjes in het stukje van de krant uit te knippen en deze met potlood op het leer door te stippen. Nu maken we de leerband versiering. De lange roode steken zijn dus over kleine steken heen geborduurd, de zwarte zijn enkel. Nu voeren we, maken de randgaatjes en werken het pennenvakje mee. Eenige zachte restjes gekleurd leer worden met de tang uit- getand en boven het vakje bevestigd met een rijgsteek van leerband. Het bindwerk wordt nu geheel met collofix ingesmeerd en vastgeplakt waarna we het onder druk laten drogen. De rits wordt aan het uiteinde even afgewerkt en met een stevige draad zijde in de kleur van ons leer met heen en teruggaanden rijgsteek in de gaatjes vastgenaaid. De moeilijkheid hierbij is te zorgen, dat de rits niet bobbelt. Beide kanten moeten even strak zitten, anders loopt de slui ting onherroepelijk vast. Misschien lukt U dat de eerste keer niet direct, dan moet U het toch weer even uithalen. Denkt U eraan: het losse eind zit aan den kant van het vlakgom; als men het etui opent moet het inktlapje vrij liggen als op de foto. We maken tenslotte de treksluiting af met een dubbel stukje leer, dat we omwerken met leerband. Een aardige variatie op dit werkstukje is een naai-etuitje waarin een schaartje, vingerhoed, naaldenkoker, eenige klosjes garen, stopzijde enz. Misschien een tip voor.... St. Nicolaas. Margot Van Capelle-Van Buuren Zondag Groentesoep Varkenslapjes Andijvie Aardappelen Meloen. Maandag: Gekookt vleesch uit de soep. Tomatensaus, Aardappelen Spercieboonen. Dinsdag: Ribstuk, Postelein, Aardappelen Rijst met boter en suiker Woensdag: Koud vleesch, Snijboonen, Aardappelen Appelmoes Donderdag: Runderlappen Gestoofde uien. Aardappelen Beschuit met bessensap. Vrijdag: Gebakken visch, Roode kool, Aardappelen Botersaus Zaterdag: Spekpannekoeken Stoofperen Jiecepte u Maaltijd voor 4 personen, bestaande uit: ge kookt vleesch, tomatensaus, aardappelen spercieboonen. Benoodigdheden: V2 K.G. borstvleesch. 1 pond tomaten, 2 bouillonblokjes, V» ons boter of vet, ui, peper, zout, 2 K.G. aardappelen, 1 K.G. spercieboonen, A ons boter of vet Bereiding: Aardappelen en spercieboonen op de gewone manier gaar koken in weinig water en zout. Het vleesch in niet te dikke plakken snijden. De tomaten wasschen en met het gesnipperde uitje in de boter 10 mi nuten laten smoren, V2 L. water en de blok jes toevoegen en samen 10 minuten laten koken. Daarna zeven en met wat bloem of sago binden. De plakken vleesch in de saus goed warm laten worden en opdienen met de aardappelen en de boontjes. Maaltijd voor 4 personen bestaande uit: spekpannekoeken en stoofperen. Benoodigd heden. l"i pond bloem, 1 L. melk. gist. 2 ons rook- spek. l K.G. stoofperen, sago. suiker, zout, l/t ons reuzel. Bereiding: Van bloem, gist en melk. aange vuld met lauw water tot pl.m. I1/* L. een be slag maken en dit laten rijzen; zout toevoegen Het spek uithakken. Daarna met het spekvet en de reuzel de pannekoeken bakken. Zor gen dat in elke pannekoek een paar stukjes spek komen. Ze langzaam bakken, zoodat ze gaar en mooi bruin zijn. De stoofperen schillen in vieren snijden en opzetten met zooveel water, dat ze half onder staan en de suiker. Ze pl.m 1' uur zachtjes laten koken, het vocht binden met- wat aange mengde sago en warm of koud opdienen. J(aan's kcimpocife uiol Keus uit 1001 tinten GEN. CRONJESTRAAT 129 fAdv. ingez. Med.) GOEDKOOP EN TOCH SMAKELIJK. Een praatje over bouillon en soep. Bouillon wordt getrokken van verschillende soorten vleesch. Paarde- en runavleesch ge ven een krachtiger bouillon dan kalfsvleesch. Uit het vleesch trekken we verschillende geu rige stoffen en extractiestoffen. Verder een klein gedeelte van het eiwit, maar het meeste voedsel blijft toch achter, zoodat men nooit kunnen spreken van een voedzame soep, als het vleesch er uitgenomen is of de soep niet voedzaam gemaakt is door toevoeging van rijst, vermicelli e.d. Boonensoepen zijn voedzaam door de hoe veelheid zetmeel uit de boonen, waardoor de soep ook gebonden wordt. Soepen van groentenwater gemaakt, zoo als bloemkool- en spinaziesoep, verkrijgen hun voedzaamheid door de boter en de bloem waarmee ze gemaakt worden. Voor het trekken van bouillon, die in kop pen gebruikt wordt, rekent men 2 a 3 ons vleesch op VA L. water en 1 kleine lepel zout, dat inééns toegevoegd wordt. Men neemt een goed sluitende pan en laat de bouillon 2 a 3 uur heel zacht trekken. Voor groente- en vermicelli soep e.d. neemt men 1 a 2 ons vleesch op VA L. water. Dikwijls worden in deze soep balletjes ge hakt op het laatst meegekookt, óf wordt de soep geurig door de groente of men voegt op het laatst maggie-aroma of vleeschextract toe zoodat men met minder vleesch volstaan kan. Wil men heldere bouillon hebben, om in kop pen te presenteeren, dan moet deze ge zeefd worden, door een dunne doek. Men geeft er dan een beschuit en een partje citroen bij. Voor gewone soep is zeven niet wenschelijk of noodig. daar het bruine schuim een kleine hoeveelheid eiwit is uit .het vleesch, zoodat men dit dan weggooit. Van het vleesch uit de soep kunnen ver schillende smakelijke gerechten gemaakt worden. Met wat gebakken uien kan het den volgenden dag gegeven worden bij de groente en aardappelen. Heeft men een stukje borst vleesch genomen, dan kan dit in plakken ge sneden worden en opgediend met tomaten saus of bruine saus. Bouillon getrokken van beentjes is dikwijls heel vet. wat in vele gevallen geen bezwaar is. De bouillon moet minstens 3 uur trekken en, voor men de soep gaat koken, zorgvuldig ge zeefd worden. bij den vakman dat IS l'W voordeel: thansailéén LEDER WAREN FABRIEK .urn.up J0 A AANtbANb 4o (Adv. ingez. Med.) Ontroerend geschenk aan een blind meisje. In het koninklijk staatsarchief te Reggio in Italië werden de allereerste „getikte" brieven bewaard. Ze zijn afkomstig van gravin Ca rolina Fantoni da Fivizzano, die in haar prille jeugd blind werd en later van haar vvrige vereerder Pellegrino Turri di Castel- nuovo een schrijfmachine ten geschenke kreeg. Carolina en Pellegrino waren als kinderen tezamen opgegroeid. De landgoe deren van hun ouders lagen vlak naast eikaar in de provincie Emilia. Bijna iederen dag reed de kleine cavalier met zijn ezel wagentje voor Carolina's deur; ze speelden en stoeiden dan samen in den tuin als een broertje en een zusje. Maar eens op een dag klaagde Carolina hem haar nood, dat ze niet goed meer in de verte kon zien. Heel geleidelijk, maar onafwendbaar vol trok zich het noodlot: 't meisje werd blind. Toen Pellegrino begrepen had. waarom zijn vriendinnetje hem met leege oogen aankeek, deed hij een gelofte cm alles in het werk te stellen om haar te helpen. Met rusteloozen ijver voltooide hij zijn studie in de medicijnen aan de universiteiten van Parma en Bologna Ver hield hij zich van alle studenten-feesten en -grappen. Dag en nacht studeerde hij om eens in staat te zijn, zijn lieve Carolina het ge zicht terug te geven. Maar tot zijn bittere teleurstelling misluk ten al zijn pogingen. Vcor deze blindheid was geen kruid gewassen. En Pellegrino werd som ber en stil. Hij leed eronder dat zijn teedere brieven want uit de kindervriendschap tusschen hen beiden was reeds lang een diepe liefde gegroeid onbeantwoord bleven. Toen besloot hij voor Carolina een toestel uit te vinden, met behulp waarvan ze zonder pen en inkt haar gedachten op papier kon brengen. De jonge student stelde zich in verbinding met chemici en werktuigkundigen, die voor allerlei geheimzinnige doeleinden machines en apparaten bouwden. En weldra was hij onder die baardige oude heeren berucht om zijn „hersenschim". ..Ik wil een toestel met radertjes en hef boompjes samenstellen, waarmee men schrij ven kan. Voor iedere letter moet een stem peltje zijn, zoodat men heele woorden kan samenstellen, doordat de stempeltjes naast elkaar op het papier drukken. Hoe moet ik zooiets maken? Ik zie de machine duidelijk voor mc!" Hij kocht hout, spijkers, ijzerdraad. een drukker verschafte hem de lettertypen. En nu ging Pellegrino aan 't werk, met evenveel ijver als hij tevoren bij zijn medische studie aan den dag had geiegd. Onvermoeid knutselde hij door. maar het werk vorderde zeer langzaam. Nu eens druk ten de letters op de verkeerde plaats, dan weer klemden de draadjes. Maar tochdrie weken later bracht hij zijn geliefde het toestelletje de eerste schrijfmachine en leerde hij haar typen. Met innige vreugde en trots drukte hij wel honderdmaal den geliefden naam „C-A-R-O- L-I-N-A". Tot haar dood toe gebruikte Ca rolina Fantoni de Fivizzano deze schrijf machine. Het staatsarchief van Reggio bewaart onder de talrijke brieven van de gravin ook den eersten brief van het overgelukkige blinde meisje, waarin zij Pellegrino bedankt voor „het prachtige toestel, waardoor ze haar treurig lot beter zal kunnen dragen". Baby-jurkje Voor dit baby-jurkje gebruiken we 200 gr. rose koordwol en pennen no. 3. Voorpand. We zetten op 118 st. en breien eerst 8 pennen recht, dat zijn dus 4 ribbels. Nu be ginnen we aan het patroon: 1 st. afhalen, in den volgenden steek 3 st. maken, n.l. Ir., la., Ir., dan 3 st. averecht tezamen; deze laatste 2 bewerkingen herhalen tot er nog 1 st. over blijft, de laatste steek recht. De volgende pen beginnen we met fc afhalen en breien dan alles averecht. De derde pen van het patroon is: 1 st. af halen, 3 st. averecht tezamen, uit 1 st. 3 st. maken als boven, bewerkingen herhalen, laat ste steek recht. De vierde pen averecht. Het patroon herhalen we 10 keer. Nu worden de zijstukken van het voorpand dicht gebreid en in 't midden blijft een rand van het open patroon. We breien als volgt: 1 st. afhalen. 48 st. recht, 20 st. van het patroon, 49 st. recht. Deze pen breien we 7 keer. Dan als volgt: 1ste pen: 1 st. afh., 48 st. aver., 20 st. patroon. 49 st. aver. 2de pen: 1st. afh., 48 st. recht. 20 st. patroon 49 st. recht. Deze laatste 2 pennen herhalen we tot het breiwerk 25 cM. lang is. Nu kanten we de armsgaten als volgt af: 1st epen: 1 st. afh.. 12x recht minderen. 8x3 recht tezamen, 20 st. patroon. 8x3 recht tezamen, 12 x recht minderen. 1 recht. We hebben dan nog 62 st. op de pen. 2de pen: 3 st. afkanten. 18 st. recht. 20 st. in patroon, de rest recht. 3de pen: 3 st. afkanten. 18 st. recht, 20 st. averecht, 18 st. recht. 4de pen: 1 st. afh., 17 st. recht, 20 st. in patroon, 18 st. recht. 5de pen: minderen, 16 st. recht. 20 st. ave» recht, 16 st. recht, minderen. 6de pen: 1 st. afh., 16 st. recht. 20 st. in patroon, 17 st. recht. 7de pen: mind. 15 recht, 20 aver.. 15 st. recht mind. 8ste pen: 1 st. afh. 15 st. aver. 20 st. in patroon,, 15 st. aver. 1 st. recht. 9de pen: 15 st. recht, 20 st. aver. 16 st. recht. De achtste en de negende pen herhalen we tot het werk 32V2 cM. lang is. We eindigen met een rechte pen. Nu zijn we aan de hals en breien deze als volgt: lste pen: 1 st. hafh., 11 st. aver., 28 st. recht, 11 st. aver., 1 st. recht. 2de pen: 1 st. afh., de pen recht uitbreien. Deze 2 pennen herhalen we 2 keer. 7de pen: 1st. afh., 11 st. aver., 4 st, r., 20 st. afkanten, 4 st. recht, 11 st. aver., 1 st. recht. 8ste pen: 1 st. afhalen, 15 st. recht. Dan breien we de schouder verder op met 1 pen recht, 1 pen averecht, met een rand van ribbels 4 st. breed aan den halskant. Is het werk 26'A cM lang dan zetten we de steken van den schouder op een draad. De andere schouder is een spiegelbeeld van deze. Rug. Deze wordt gebreid als het voorpand, maar de ribbels Icopen door en het open patroon vervalt, d.w.z. de rand in het midden. Het bovenstuk breien we door tot het werk 35 cM. lang is. dan maken we de hals. Breien we de eerste en de tweede pen van de hals van het voorpand, dan moeten we deze 3 keer herhalen. De schouders worden samengebreid met die van het voorpand. Mouw. We zetten cp 26 st. en breien het patroon. Nu meerderen we aan het einde van iedere pen 4 st. tot 66 st. Op deze breedte breien we door tot het breedste deel 4 cM. is. dan maken we van elke 2 st. 1 st. en hebben dus 33 st. over. We breien een boordje van 4 ribbels en kanten los af. Opmaak. Alle deelen worden gestreken onder een •/ochtlgen doek en vervolgens in elkaar ge stikt op de machine. Daarna worden de naden nog eens uitgestreken. Sp. Th.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 7