Abessynië, voorheen en thans.
Ook hier weer: Djibouti
Ochtendbeurs Amsterdam
UNIFORMEN
Privéles
W. C. DREES
Distributie
moeilijkheden?
KRANEVELD
noodhulp
Net meisje
2e banketbakkersbediende
De goedkoope kleermaker
A dver teert
in dit blad
WOENSDAG 13 SEPTEMBER 10V)
HAARLEM'S DAGBLAD
11
(Van een bijzonderen medewerker)
E moeten niet denken dat ik een ver-
J 9 sprak eens op hoonenden toon Italié's
zamelaar van woestijnen ben", aldus
Duce Mussolini, toen men pogingen in het
werk stelde hem te beletten Abessynië >te
annexeeren. Er was reden voor zijn geprik
keldheid Er wordt tegenwoordig veel verza
meld. Zoo bezit koning Victor Emmanuel van
Italië een uitgebreide en kostbare collectie
Romeinsche munten. Wijlen koning George
V van Engeland verzamelde postzegels, ter
wijl een Japansche handelsmagnaat naar men
zegt een verzameling van meer dan 40.000
verschillende lucifersetiketten heeftEn
men kan toegeven, dat dergelijke collecties
interessant en zelfs leerzaam kunnen zijn.
Maar iedereen zal 't er over eens zijn dat het
verzamelen van zandkorrels nu niet bepaald
een geestverheffende bezigheid kan worden
genoemd. En terecht was Mussolini dus boos
toen men hem zulk een dwaze, onbeduidende
liefhebberij in de schoenen wilde schuiven.
Daar kwam nog bij dat de Duce, zonder ook
maax in het minst op dit gebied verzamelaar
te zijn, desondanks maar al te goed op de
hoogte was van de diverse kwaliteiten van
woestijnzand! Want hetgeen Italië tot dat
oogenblik aan koloniën bezat, n.l. Libië ha
Noord- en Somaliland en Eritrea in Oost-
Afrika, was en is nog in feite niet veel meer
dan een aantal uitgestrekte, eenzame woe
stijngebieden, zonder bevolking, zonder leven
en dus ook zonder toekomst. Daar is bijvoor
beeld de grootste: Libië. Inderdaad een kolo
nie van enormen omvang; met haar opper
vlakte van 1.850.000 KJVL2 bijna zesmaal zoo
groot als Italië zelf en meer dan 20 maal zoo
groot als Nederland, maarin heel dat
ontzaglijke gebied wonen bij elkaar nog geen
700.000 menschen, d.i. nog niet eens drie in
woners per K.M.2! Bovendien is het land er
onvruchtbaar; alleen in de kustvlakten aan
de Middellandsche Zee kan wat aan land
bouw worden gedaan. Met Somalië is het al
niet veel beter gesteld. Ruim twee maal zoo
groot als Italië telt het slechts 1.300.000 in
woners van wie de meesten echter zwervende
nomaden zijn, die met hun kudden schapen
en geiten het land doortrekken en dit eerder
nog verarmen dan rijker maken. Eritrea is er
nog het 'best aan toe, maar ook hier vindt
men, vooral in het zuiden, een troostelooze
reeks dorre vulkaan- en woestijngronden.
Ik heb, dwars door die woestijnen, een tocht
per auto van eenige honderden kilometers ge
maakt, langs primitief aangelegde karavaan-
wiegen en soms ook, hortend en stootend,
zwaaiend en slingerend, over de steenachtige
en oneffen zandvlakten van de woestijn zelf.
Wij zagen onderweg niets, behalve, een enkele
maal, een karavaan kameelen en in den heel
vroegen ochtend enkele troepen antilopen en
jakhalzen. Overigens, tot aan den verren ho
rizon,'niets dan het door de gloeiende Afri-
kaansche zon geblakerde bruingele zand
geen leven, overal doodsche stilte rondom.
Daaruit Iaat zich verklaren dat Italië, on
danks het groote daaraan verbonden risico in
verband met de houding der mogendheden
en de door den Volkenbond toegepaste sanc
tie, de verovering van Abessynië heeft door
gezet. Want niet alleen vormde dit land de
verbinding tusschen de beide koloniën Eritrea
en Somalië de drie gebieden zijn thans sa
mengevoegd onder den naam Italiaansch Oost-
Afrika maar is door zijn natuurlijke rijk
dommen en grootere ontwikkeling bovendien
veel belangrijker dan alle andere bezittingen
tezamen.
De koloniale rijkdom van Italië was als een
fraaie ruiker bloemen met sierlijke, kleur
rijke namen: Libië, Tripoli, Cyrenaïca, Eri
trea, Somalië. Maar bij nadere beschouwing
bleken het slechts kunstbloemen te zijn. En
dus een bezit van zeer dubieuse waarde. Abes
synië vormt voor Italië eigenlijk het eerste
waardevolle overzeeesche bezit. Een werke
lijke, levende bloem. Wist ge dat de naam
„Addis Abeba", Abessynië's hoofdstad, letter
lijk vertaald „ontluikende bloem" beteekent?
Mussolini heeft er nu alles op gezet om deze
levende plant tot volle ontplooiing te brengen.
En ziehier dan ook tevens de reden waarom
hij het Fransche Djibouti op de lijst van zijn
desiderata heeft gezet. Want zooals in het
vorig artikel al werd opgemerkt, is Djibouti
de natuurlijke haven van Abessynië en vormt
de, ook in Fransche handen zijnde, spoorlijn
Djibout-Addis Abeba de kortste, snelste en
meest economische weg naar het hart van
Abessynië: Addis Abeba. En Italië is van
meening dat de levenssappen voor zijn kost
bare plant het best langs Djibouti en 'vzijn
spoorlijn kunnen worden toegevoerd. Het
vreest dat, indien met Frankrijk geen oplos
sing terzake zal kunnen worden verkregen,
die kostbare plant zal verwelken en mettertijd
afsterven. En dit is dus het gevaarlijke ka
rakter van het Djibouti-vraagstuk: het be
teekent voor de Italianen ook al geven zij
dit om redenen van prestige niet toe des
ondanks het ,/to be or not to be" van hun
eenig waardevolle overzeesch bezit, Abessynië,
en daarmede practisch dus van geheel Itali
aansch Oost Afrika, waarvan dit land het
middelpunt en de stuwende kracht is.
Eens een bijna vergeten land.
A BESSYNIë het is voor ons Westerlin
g-gen altijd een geheimzinnig land geweest.
Men wist er maar heel weinig van. En wat
men er van hoorde klonk zoo vreemd in onze
ooren, dat het eigenlijk nauwelijks werd ge
loofd. Zoo leefde Abessynië of -Ethiopië, zooals
het ook wel wordt genoemd, zijn eigen be
staan, onbekend en als een bijna vergeten
land, totdat het in het late najaar van 1935
door den inval der Italianen plotseling een
belangrijke pion op het politieke schaakbord
der mogendheden werd en daardoor in enkele
uren tijds in het centrum der wereldbelang-
stelling kwam te staan.
Maax desondanks is het eigenlijke Abessy-
nische leven, zijn de zeden en gewoonten van
het land, even onbekend gebleven als zij het
voordien waren. De belangstelling der volke
ren richtte zich in hoofdzaak op het oorlogs
gebeuren en de actie van den Volkenbond.
Abessynië zelf bleef, en is tot den huldigen
dag nog, ondanks zijn meer dan 15 millioen
inwoners, een ten-a incognita, een onbekend
land. Toch is het meer ernstige belangstel
ling ten volle waard. Om te beginnen heeft
Abessynië het woord is afgeleid van het
Arabische ,,habesh" en beteekent, vrij ver
taald: „het land van de verschillende rassen"
(anen vindt er, hoewel Amharisch de meest
gesproken taal is, een conglomeraat van niet
minder dan 68 andere talen en dialecten!)
zijn eigeli zeer merkwaardige en bovendien
heel oude geschiedenis. De overlevering wil
zelfs, dat Aksoen, de oudste stad van het
land, zou zijn gebouwd door een' kleinzoon
van Noach en dat de Ethiopische dynastie is
gesticht door Menelik I, die de zoon zou zijn
geweest van den beroemden en wijzen koning
Salomo en de koningin van Scheba! Maar
ook al willen we de juistheid van deze wel
wat erg ver reikende historische relaties
in het midden laten, zoo is het desniettemin
een feit archaeologisch onderzoek heeft
het aangetoond de Abessynië's geschiede
nis zeker even oud is als die van het Egypte
der Pharao's. Er zijn graftomben, voorwer
pen en steenen met inscripties gevonden, die
volgens de onderzoekers ongetwijfeld van
eenige duizenden jaren vóór het begin onzer
jaartelling dateeren. Vooral interessant zijn
de z.g. obelisken, zuilen van meer dan 20
meter hoog, die door de oudste bewoners van
het land zouden zijn opgericht om de goden
te danken voor een behaalde overwinning. Ik
heb er in 'Aksoen nog enkele gezien; zij ver-
keeren, ondanks hun eerbiedwaardige ouder
dom van zoovele eeuwen, nog in goe
den staat. Mussolini heeft onlangs een der
mooiste naar Rome laten overbrengen.
De Abessyniërs zijn voor het meerendeel
Christenen; zij behooren tot de Koptische
kerk. Men neemt aan. dat zij in de vierde
eeuw tot het Christendom' zijn bekeerd als
een gevolg van den geloofsijver van een zeke
ren Frumentios, een neef van een christelijk
koopman uit Antiochië, die met zijn schip op
weg was naar Indië, doch in de Roode Zee
schipbreuk leed. Hoewel de opvarenden be
houden aan land wisten te komen, waren
hun uren desniettemin geteld, want zij wer
den door de kustbewoners zonder pardon ge
dood. Slechts Frumentios wist aan het bloed
bad te ontkomen en belandde, na allerlei
omzwervingen, in Aksoen waar de koning
hem een levensonderhoud verschafte door
hem de opvoeding van den kroonprins toe te
vertrouwen. Deze laatste ging, toen hij eenige
jaren later zijn vader was opgevolgd, tot het
Christendom over. Frumentios zelf werd door
den patriarch van Alexandrië gewijd tot de
eerste bisschop, „Abouna" van Abessynië. Van
toen af verrezen er overal in liet land kerken.
Een der eerste -was de basiliek te Aksoen die
nu nog, zij het ook gerestaureerd, bestaat.
Zij trekt jaarlijks het bezoek van honderden
Abessynische pelgrims. Ook werden volgens
eeuwenoud gebruik in deze basiliek de souve^
reinen van Abessynië tot koning gewijd.
De laatste monarch evenwel, Negus Hailé
Selassie I, is van deze traditie afgeweken; hij
besliste' dat zijn kroningsplechtigheid met
Westersche, moderne pracht en praal te Addis
Abeba zou plaats hebben. De geloovigen zagen
het met leede oogen aan, vooral de conserva
tieve en orthodoxe Aksoemers, en er werd ge
mompeld dat, door deze inbreuk op een
eeuwenoude en geheiligde traditie,- het - dit
maal "stellig niet goed met den Negus zou af-
loopen. Inderdaad zagen zij enkele jaren later
Hailé Selassié, vluchtend voor de troepen van
den Italiaanschen koning, het land in allerijl
verlaten. Het verbaasde hen niet. Zij hadden
het immers al voorspeldOverigens hebben
zij zich, voor het oogenblik althans, met het
bestuur van de nieuwe, Westersche heerschers
wel verzoend. Ik deed in dit opzicht een merk
waardige ervaring op. Bij mijn bezoek aan de
basiliek werd ik rondgeleid door een ouden
priester, die mij de beteekenis der inscripties
en muurschilderingen verklaarde. Bij het af
scheid zei hij, wijzend op het weelderig groen
van de struiken en vruchtboomen, die om het
kerkerf geplant waren, onverwachts en ge
heel eigener beweging, want over de gezags-
wisseling was met geen woord gesproken:
„Zie toch eens hoe rijk de natuur ons zegent
Vroeger wilde hier bijna nooit iets groeien.
Het is een bewijs dat de Almachtige het nieu
we landsbestuur met welgevallen aanziet en
daarom beschouwen ook wij Italië als een
goeden vriend". Beleefdheidsgebaar tegen
over den Westerschen bezoeker, diplomatie,
vrees, ofeen werkelijk eerlijk gemeende
overtuiging? Hoe dan ook, het was typeerend
iets dergelijks in dit alleroudste stukje van
Abes^mië te hooren.
Maar ik zou enkele dagen later voor de
tweede maal een dergelijke merkwaardige er
varing opdoen. Het was te Addis Abeba, ter
gelegenheid van de bruiloft van een familie
lid van Ras Hailou Taklé Haimanot. voorma
lig gouverneur van de provincie Godjam, bij
welke plechtigheid men ook mij uitgenoodigd
had. Ras Hailou was gouverneur tot 1932; hij
viel toen in ongenade bij Hailé Selassié en
bracht vier volle jaren in gevangenschap door.
Omdat hij van koninklijken bloede is was de
ketting waarmede zijn rechterbeen aan den
muur van de kerker was vastgeklonken, van
goud. Als een gevolg van deze foltering loopt
hij nu nog moeilijk. Het valt dadelijk op.
Nu heb ik in den loop der jaren al heel wat
bruiloftsfeesten meegemaakt, in verschillende
landen en dus bij verschillende volken. Maar
deze bruiloft bleek een unicum te zijn! Daar
waren in de eerste plaats de meer dan dui
zend gasten, Abessyniërs. Zij zaten aan lange
tafels volbeiaden met honingkoeken en sta
pels rauw, nog dampend ossenvleesch. Achter
en terzijde van de feestzaal, op hoopen bij el
kaar geworpen, de nog bloederige huiden en
koppen en het verdere afval van de pas ge
slachte dieren. Voorts op een stellage drie
groote vaten bier. De bruiloftsgasten lieten
zich een en ander goed smaken. De stukken
rauw, lillend vleesch werden met groote mes
sen in reepen gesneden en daarna gulzig op
geslokt. Na elke hap een flinke slok bier. Dit
gedeelte van het feestprogram was naar onzen
Westérschen smaak dus wel heel erg on-sma-
kelijk, zij het ook origineel. Het was een
stukje „Afrikaansch" Abessynisch volksle
ven
Dan waren daar in de tweede plaats Ras
Hailou Taklé Haimanot en het; bruidspaar
zelf. Die boden een heel wat prettiger en ele
ganter aanblik. Prachtige fluweelen, met goud
geborduurde costuums in paarse, groene en
karmijnroode uitvoering, en dit alles nog op
gesierd met een rijkdom van fonkelende rid
derorden en zijden ordelinten. De bruid bo
vendien getooid met een van gouddraad ge
vlochten en met edelgesteenten bezet hoofd
deksel in den vorm van een tropenhelm. In
tegenstelling tot het woeste feestmaal en
drinkgelag der „duizend mannen", zagen we
hier dus een tafereel van het geciviliseerde,
„Westersche" Abessynië. Maar misschien wa$
toch nog wel het meest opmerkelijk de rede
van den bruidegom en het bruiloftslied, ge
dicht door den bij elk Abessynisch feest on-
misbaren zanger of minstreel. De eerste gaf in
bijna hartstochtelijke bewoordingen de ver
zekering dat hij en zijn aanhangers als het
moest zonder aarzelen hun leven zouden ge
ven voor het „Nieuwe Abessynië"; de ander
bezong in een lange reeks verzen en begeleid
door een tweesnarig strijkinstrument, de hel
dendaden van het Italiaansche leger
Dit was dus het politieke gedeelte van de
bruiloft en waarschijnlijk ingelascht omdat
er ook verschillende Italiaansche belangstel
lenden waren. En ook hier weer vraagt men
zich af: is dit alles oprecht gemeend? Is het
inderdaad de eerlijke overtuiging van die
priesters, volkshoofden en volkszangers, of is
iet slechts berekening, een beleefdheidsfrase,
dan wel vrees voor den nieuwen heerscher? De
Italianen, zooals ik heb kunnen constatee-
ren, zijn overtuigd dat de Abessyniërs, althans
een groot gedeelte van hen. het eerlijk mee-
nen en zij baseeren hun oordeel op het feit,
dat zij veel doen om den welstand en de hy
giëne onder het volk. dat over het algemeen
nog onder zeer primitieve omstandigheden
leeft, te bevorderen.
De hervormingen.
ANT, en dit is een zeer opmerkelijke zijde
van de Italiaansche pacificatie-politiek,
al heel spoedig na de verovering van Abes
synië zijn de Italianen begonnen allerlei
maatregelen te nemen, die de strekking heb
ben de bevolking welwillend en zoo mogelijk
zelfs erkentelijk te stemmen. Door namelijk
ook hier toe te passen het oud-Romeinsche
en beproefde middel van het „panem et cir-
censes" het geven van „brood en spelen",
hier nog aangevuld met „kerken en mos
keeën". Komt waar ge wilt in Abessynië: in
Addis Abeba, Dessié, Assab, in Dire, Doea, As
mara, Adoea of zelfs in het eeuwenoude Ak-
soem enge zult er in aanbouw of reeds
voltooid aantreffen nieuwe, modern ingerich
te markthallen voor de Inheemschen die
hun welstand zullen vergrooten en dus meer
„brood" zullen opleveren voorts speciaal
voor hen bestemde bioscopen de .spelen"
en, zooals ik al vermeldde, bovendien nog ker
ken en moskeeën, voor Kopten en Mohamme
danen beide. Ook met de verbetering van de
woningtoestanden is een begin gemaakt, De
Abessyniërs, tot dusverre gewend te leven in
de benauwde, rookerige en dus zeer onhygië
nische „toekoels", een soort bijenkorfachtige
verblijven van leem. takken en stroo, worden
nu geleidelijk gehuisvest in luchtige, steenen
huizen, die men echter, uit psychologische
overwegingen, den oorspronkelijken „toekoel-
vorm" heeft laten behouden.
Al deze veranderingen en ook niet te ver
geten de verbetering der wegen en nog andere
maatregelen op het gebied van sociale zorg,
hebben er uiteraard toe geleid dat In breede
kringen der bevolking op het oogenblik rust
en tevredenheid heerschen. Daarbij komt, dat
de Abessyniërs in geen geval den terugkeer
van Negus Hailé Selassié wenschen. Zij ne
men het den monarch ten zeerste kwalijk dat
hij, tegen het einde van den oorlog, de wijk
heeft genomen naar het buitenland, hen al
dus, zooals zij het beschouwen, in de ure des
gevaars in den steek latende. „Een Abessyniër
vlucht nooit" is hun lijfspreuk. Daardoor
heeft Hailé Selassié zich'bij zijn volk onmoge
lijk gemaakt en is hun nationaal gevoel ge
schokt. Ook de Franschen, die jarenlang In
Abessynië hebben gewoond en met de bevol
king als de beste vrienden omgingen, hebben
mij dit bevestigd. Het zal dan ook van het be
leid der Italianen afhangen, in hoeverre deze
toestand van rust zal kunnen worden gecon
solideerd. Op het oogenblik hebben zij alleen
nog moeilijkheden met sommige grensstam-
men in het westen, die zich niet willen onder
werpen en dus nog voortdurend zorg en aan
dacht vereischen.
Ook voor de eigen landgenooten wordt het
noodige gedaan. Wederom naar oud-Ro-
meinsch model, worden bijv. de legionaires,
die den veldtocht in Abessynië hebben meege
maakt, thans in de gelegenheid gesteld zich
daar als landbouwer-kolonist te vestigen. Een
huisje, een stuk grond ter grootte van
hectare en een veestapel van ongeveer 30
stuks runderen, schapen en geiten wordt hun
door den Staat in voorschot verstrekt. Van de
te behalen winst betalen zij hun schuld af en
na verloop van eenige jaren kunnen zij eige
naar van de geheele behuizing zijn. De kolo
nisten leven en werken er met hun gezinnen.
Er zijn thans twee van dergelijke kolonisaties,
te Oletta en te Biscioftu, beide in de omgeving
van Addis Abeba. Consultatiebureaux, proef
stations en landbouwkundigen zorgen er voor
deskundige leiding en bijstand. Het ligt in de
bedoeling om in de toekomst, gebruik maken
de van de nu verkregen ervaring, het aantal
dergelijke kolonisaties geleidelijk op te voeren.
Ongeveer honderd gezinnen vinden er thans
reeds een bestaan.
Ook het particulier initiatief is zich voor de
nieuwe gewesten gaan interesseeren. Verschil
lende fabrieken zijn in aanbouw. Een der
grootste, de „Colonalpi". een fabriek voor de
vervaardiging van de voor den Italiaan on
misbare macaroni en biscuits, is juist enkele
weken geleden in bedrijf gesteld. Bouw en in
richting hebben de enorme som van 25 mil
lioen lire gekost!
Zoo zijn de Italianen op het oogenblik dus
met vereende krachten bezig om Abessynië
„om te bouwen". Met de bedoeling er een mo
dern land van te maken. Maar het gemis van
spoorwegen is en blijft nu eenmaal een belem
mering. In een tijd, waarin de snelheid van
het verkeer steeds wordt opgevoerd, heeft een
land zonder spoorwegen al een heel slechte
kans. De Italianen weten het. Zij weten ook,
dat hun met zooveel moeite aangelegde, ein
deloos lange heirwegen, waarvan elke kilo
meter gemiddeld een millioen lire heeft ge
kost. tenslotte den spoorweg niet zullen kun
nen vervangen dat deze wegen slechts een
kunstmatige voeding zijn voor het organisme
van het nieuw verworven bezit, omdat nu
eenmaal de Djibouti-spoorweg, als de snelste
en goedkoopste weg naar Abessynië's hart.
Addis Abeba, als de eenige natuurlijke voe
dingsbron moet worden beschouwd. Daarom
is het Djibouti-vraagstuk tevens het „Abes-
synië-vraagstuk" der Italianen. En men mag,
in 't belang van den wereldvrede die toch al door
het geval Dantzig en was dies meer zij op zulk
een zware proef wordt gesteld, slechts hopen,
dat Frankrijk en Italië hier tot een bevredi
gende oplossing zullen komen. Ook in het be
lang van Abessynië zelf.
WISSELKOERSEN AMSTERDAM.
Londen 7.60—7.61.
Berlijn 68.50—69.50.
Parijs 4.30—4.32'/2-
Brussel 32.25—32.20.
Zwitserland 42.60—42.67 Va
New-York 1.88 3/8.
12 ut:
Londen 7.58
Berlijn 69.75.
Parijs 4.311/4.
Brussel 32.22^.
Zwitserland 42.55
Kopenhagen 36.25
Stockholm 44.85.
Oslo 42.60
New-York 1.88 3/8 (later 1.88 1/4)
Italië: a. Gewone lire 9.90.
b. Reisllre 8.85.
c. Bankpapier 6.50
De dienstplichtige, de heer Kïstenmans trad hedenmorgen om half eH_in
Haarlem's stadhuis in het huwelijk met mej. Schmitz. Zijn makkers stelden zien
voor het stadhuis op in een lange rij, ieder uitgedost met een bloem m het
knoopsgat, en het bruidspaar werd van beide zijden met serpentines bestookt, net
publiek dromde samen en juichte met de soldaten mee. Het bovenstaande plaatje
zal een merkwaardig document worden in het familie-album van den heer en
mevrouw Kistenmans. Want het huwelijk van een gemobiliseerde heeft zijn
eigenaardigheden. Na afloop der plechtigheid klonk het „ingerukt, marsch voor
de troep, en hoewel de bruidegom zich met zijn echtgenoote m een luxe-auto
weg spoedde, klonken ook voor hem om half één weer de militaire commando s.
Koersen van de Ochtendbeurs te Amster
dam van heden van 10.30 uur tot 11.25 uur.
Kon. Olie 348—343.
Ned- Rid- Suikeir Unie 238237.
Vergde Vorstonl. 109—107 >2.
Amst. Rubber 247240.
Philips 147—143.
AKU 32V2—32.
Unilever 101101J/2.
Java-China-Japan lijn 131132.
Ned. Scheepvaart Mij. 148^—145.
Koninkl. Ned. Stoomboot Mij. 145.
Holland-Amerika lijn 138136.
Beth. Steel 76'/2—74 3/4.
U.S. Steel 64'2—62 5/8.
Republic Steel 24 3-823 1/8.
Anaconda 31! 230 3/8.
Shell 13 7/8—13 3 8.
Tidewater Ass. Oil 11 7/812.
United St. Leather 7 5/8.
Kennecot Copper 36V2.
American Car and Foundry 241/4—25.
Southern Pacific 141/414'/2.
Voor de vele blijken van deel
neming, ondervonden bij het
overlijden van onze lieve Vrouw
en zorgzame Moeder, Behuwd-
en Grootmoeder
WILHELMINA MARIA DE
RIDDER—WIJKHUIZEN
betuigen, wij onzen hartelijker!
dank.
Uit aller naam-:
M. P. DE RIDDER Sr.
Haarlem, September 1939
CHEMISCH REINIGEN
Desgewenscht in
1 dag gereed
GYMNASTIEKCLUBS
van JULES KAMMEIJER voor
Dames en Kinderen worden we
gens dienstplicht voortgezet
door Mevrouw KAMMEIJER-
STREBE. Spoedig aanm. Craye-
nestersingel 2. Eind Sept. GYM-
NASION, Adr. Pauwlaan 29.
DUITS ENGELS
Conv. en Berlitz Meth. in zeer
korterf tijd correct spr., lezen en
schr. Privaatles f 4.50 p.m. Twee
pers. ƒ3. Mej .N.GROOTENBOER
RIVIER VISCHMARKT 11 rd.
Engelsrh, snelle opl. prakt ex
6.— per maand.
VERSPRONCKWEG 32
Wendt U dan tot Bureau
PRINSEN BOLWERK 68
Kantoor 9—5, 's avonds 7-8.
Advies 1.—.
NOG GEEN PRIJSVERHOGING
noch op rijwielen noch op ban
den. Onze voorraad 2de hands
rijwielen en banden is nog zo
groot dat wij nog niet behoeven
te verhogen. Wij hebben een
ruime sortering w.o. Ie klas mer
ken. Onze garantie is en blijft
solide. Wij verruilen, repareren
en emailleren.
A. KOELEMEIJER, Brcestraat 3
Tandarts HOP
afwezig door militairen dienst.
Praktijk wordt aan huis voort
gezet door waarnemer.
Arts Tjebbo Franken
is AFWEZIG
Praktijk: Drs. van Beers, v. d.
Belt, Düsterbeck, Feilzer, Ver
veen, Tervooren (geen zieken
fonds)
Allround Boekhouder
thans Mil. en weinig inkomsten,
wenscht eenige avonden pro
ductief te maken. Aanbiedingen
no. 2248 bur. v. d. blad
39e HACO-TREKK1NG
4e KLASSE, 3e LIJST
TREKKING VAN WOENSDAG 13 SEPTEMBER 1939
HOOGE PREMIËN
t 35.000.12231
f 100.— 207
PREMIËN VAN 65.—
142 208 210 720 811 1016 1744 1844 2220 2370
2784 3050 3099 3205 327C 3296 3390 3941 t04l 4819
5126 5152 5227 5262 5317 6098 6101 6319 6365 6508
7820 7874 7920 8067 8104 8339 8388 9082 9287 9308
9598 9629 10434 10595 10633 10773 10892 11126 1U52 11257
11363 11675 11677 11992 12014 12138 12307 12518 12532 12700
12901 12911 13081 13599 1361U 13686 13778 13823 14362 14402
14750 14885 15268 15411 16005 16123 16515 16707 16787 16859
17502 17564 17816 17938 18035 18126 18197 1856o 18686 18971
19685 19720 19812 19968 20064 20685 20826 20845
n töeeéde mn WaKtflU
uié Weitufr Biand'
Vulcana's kratersysteem
luchl ongehinderd tolrolm.jlto b'&Adlng
het vuur kan bereiken.
En hoe zuinig, al, de brandilol (InduJtfle
VULCANA HAARDKACHELS
VAKKUNDIGE LEV BUNG DOO»
Pen£
outs/rag
acirfem
Voor noodhulp of vast terstond
gevraagd:
fl. zelfst. meisje
goed kunn. koken en werken.
Hulp aanw. Aanm. Hazepaters-
laan 1.
Besch. jonge vrouw
zoekt bezighadm., tel., huish.,
oppassen, gezelsch. enz., ook ged.
v. d. dag of tijdelijk. Volkomen
betrouwbaar cn van pr. referen
ties voorzien. Br. no. 2260 bur.
van dit blad
DAMESHOEDEN
Fl. Apprêteuse
gevr., eenigszins met verkoop
bekend. Hoog loon. Br. no. 2257
bur. van dit blad
Dagmeisje
gevr. van 9—2 uur. Aanm. 's av.
mevr. Smuling, Asterlaan 54,
Aerdenhout.
Gevr. voor direct wegens ziekte
van tegenw. meisje
v. d. d. of v. d en n. Willinklaan
5, Bennebroek.
gevr. voor expeditiewerk, leeft.
16 j. L. Margarethastraat 28 rd.
Hotel „Van Ouds het Raadhuis"
Overveen, vraagt een
Keukenknecht
BESCH. J. MEISJE
b. z. a. om tijdelijk in gezin ver
zorging v. baby op zich te ne
men. Ook gen. 1. huish. bezigh.
te verr. Babyverzorging en verpl.
ervaring. Br. no. 2249 bur. van
dit blad -
Jongste bediende
gevr., niet ouder dan 15 j. op
Teekenkamer eener Machine-
fabr. Eigenh. geschr. br. m. voll.
inl. no. 2252 bur. van dit blad
Gevraagd voor terstond
leeft. pl.m. 18 jr. Restaurant
.Fluks", Gr. Houtstr. 21. Haarl.
Zit- en slaapkamer
gevr. omtrek Overtonstr. Br. no.
2258 bur. van dit blad
GEM. KAMERS
OF ETAGE
met pension gevr. door echtpaar
met 1 kind en kinderjuffrouw te
Aerdenhout, Bl'daal of H'stede.
Br. no. 2247 bur. van dit blad
keert uw costuum voor weinig
geld. Beslist net werk. Br. no.
2250 bur. van dit blad
VERLOREN
gouden damesarmbandhorloge
op Zaterdag JI. tusschen half 8
en 8, gaande van Maurlcialaan
naar dorp Bloemendaal. Tegen
bel. terug te bez. Maurlcialaan
5, Overveen.