Wilna
„Duitschland zal niet capituleeren"
het heiligdom der Polen
WOENSDAG 20 SEPTEMBER 1939
HAARLEM'S DAGBLAD
Hitler sprak te Dantzig:
Volk en Führer zijn niet te scheiden.
Duitschland en Rusland
bepalen het lot van Polen.
Hitier heeft Dinsdagmiddag op de
Lange Markt te Dantzig zijn aangekon
digde groote redevoering gehouden. Een
enorme menschenmenigte was op het
met hakenkruisvlaggen en banieren ge
tooide ruime plein verzameld. Toen
Hitier verscheen, werd hij langdurig
toegejuicht. In spreekkoren klonk het
over het plein: „Wij danken onzen
Führer".
Na inleidende woorden van gouwlei
der Forster nam Adolf Hitler het woord.
Hij zeide o.a.:
Ik betreed voor de eerste maal een bodem, die
door Duitsche kolonisten vijf eeuwen voor den
tijd dat de eerste blanken zich in den huidigen
staat New-York vestigden, in bezit was geno
men. Vijf eeuwen langer is deze bodem Duitsch
geweest. Hij is Duitsch gebleven en zal, daar
van kunnen allen overtuigd zijn, Duitsch blij
ven. Het lot dat deze stad en dit schoone land
getroffen heeft is het lot geweest van heel
Duitschland. De wereldoorlog deze meest zin-
nelooze strijd van alle tijden heeft ook dit
land en deze stad tot zijn slachtoffer gemaakt,
deze wereldoorlog, die na zijn einde wel allen in
de overtuiging achterliet, dat een dergelijk lot
zich nooit meer mocht herhalen. Helaas is deze
wereldoorlog heden naar het schijnt juist door
diegenen vergeten, die reeds toentertijd de
voornaamste opruiers en ook wel de voornaam
ste belanghebbenden bij deze volkerenslachting
waren.
Toen die bloedige worsteling van toen, waarin
Duitschland zonder eenig oorlogsdoel getreden
was ten einde liep, zou een vrede aan de
menschheid worden beschoren, die wilde leiden
tot een nieuwe wederopstanding van het recht
en daarmede tot een definitief uit den weg rui
men van allen nood.
Deze vrede werd toen in Versailles ons volk
niet in vrije onderhandelingen voorgelegd maar
door dictaten opgedrongen. In één ding hebben
zich de toenmalige oorlogsophitsers vergist: Zij
hebben door dezen vrede geen enkel probleem
opgelost, maar tallooze problemen opnieuw in
het leven geroepen.
Door den vrede van Versailles werd Duitsch
land het ergste onrecht toegebracht. Wanneer
er thans een staatsman van een ander volk ge
looft te moeten uitspreken dat hem het vertrou
wen ontbreekt in het woord van Duitsche staats
lieden en van het Duitsche volk, dan hebben
wij Duitschers alleen het recht te zeggen, dat
ons ieder vertrouwen ontbreekt in toezeggingen
van degenen, die. indertijd de plechtigste toezeg
gingen zoo erbarmelijk gebroken hebben. Ik wil
nu in het geheel niet van het onrecht der we
reld spreken. Het ergste in het leven van volken
is misschien nog in het geheel het onrecht, maar
de onzin de dwaasheid, de domheid waarmede
men toen de wereld een vrede opdrong, die ten
aanzien van alle historische en economische, alle
de volken betreffende en politieke data eenvou
dig overging tot de orde van den dag.
Men heeft indertijd regelingen getroffen,
waarbij men langzamerhand moet gaan twijfe
len, of de mannen die dat misdreven hebben,
werkelijk bij hun verstand waren. Ontbloot van
iedere kennis der historische ontwikkeling van
deze levensruimten, maar ook ontbloot van ieder
economisch begrip, hebben die menschen toen
tertijd in Europa gewoed, staten verscheurd,
landschappen verdeeld, volkeren onderdrukt en
culturen verwoest. Dantzig was een slachtoffer
van dien waanzin van toen en de Poolsche staat
een product van dezen onzin.
Wat Duitschland voor dezen Poolschen staat
moest opofferen is de wereld wellicht niet be
kend. Alleen dit eene moet ik hier uitspreken:
al deze gebieden, die toen bij Polen werden in
gelijfd, moeten ten aanzien van hun ontwikke
ling, uitsluitend op rekening geplaatst worden
van Duitsche energie, Duitsche vlijt, Duitsch
werken.
Eén ding is in de laatste 20 jaar reeds duide
lijk bewezen. De Pool die deze cultuur niet ge
sticht had was ook niet in staat haar slechts in
stand te houden.
Polen was een gewcldstaat, geregeerd door
den gummistok door politie en in laatste instan
tie door soldaten. Het lot der Duitschers in de
zen staat was ontzettend.
Desondanks heb ik getracht, evenals overal,
ook hier een regeling te vinden, die wellicht zou
hebben kunnen leiden tot een billijke overeen
stemming. Ik heb er eens naar gestreefd, in het
westen, later in het zuiden van het rijk, defi
nitieve grensafbakeningen te krijgen en daar
mede gebied na gebied te ontrukken aan de on
zekerheid en daar de toekomst voor den vrede
veilig te stellen. Ik heb mü ingespannen het
zelfde ook hier te bereiken.
Hitier herdenkt Pilsoedski.
In dien tijd was er in Polen een man
van onbetwistbaar realistisch inzicht en
energie. Het was mij gelukt, met maar
schalk Pilsoedski een overeenkomst tot
stand te brengen, die den weg moest
banen naar een vreedzame overeen
stemming der beide naties, een over
eenkomst, die van tevoren niet iets kon
goedkeuren dat in het leven was geroe
pen door het verdrag van Versailles.
Maar die er naar streefde om met volkomen
voorbijgaan van dit verdrag tenminste de bases
veilig te stellen voor een verstandig en dra
gelijk leven naast elkander. Zoolang de maar
schalk leefde, scheen het alsof deze poging wel
licht zou kunnen bijdragen tot een ontspanning
van den toestand. Onmiddellijk na zijn dood
echter begon reeds een versterkte strijd tegen
de Duitschers, welke de betrekkingen tusschen
de beide staten verbitterde en verduisterde. Op
den duur was het nauwelijks mogelijk geduldig
toe te zien, hoe de in Polen levende Duitsche
minderheid op barbaarsche wijze werd ver
volgd.
Vooral twee toestanden waren volkomen
onduldbaar: teneerste een stad van
Duitschen aard werd niet alleen ver
hinderd naar het Rijk terug te keeren,
maar systematisch trachtte men haar .te
„verpoolschen". In de tweede plaats had
een van Duitschland afgescheiden provin-
geen directen toegang, maar was het
verkeer daarmede afhankelijk van de
welwillendheid van dezen Poolschen
staat. Geen macht ter wereld zou dezen
toesfend zoolang verdragen hebben als
Duitschland.
Ik heb. nu mijn pogingen om te komen tot een
dragelijke oplossing ook van dit probleem in
den vorm van mondelinge voorstellen voorge
legd aan de toenmalige Poolsche machthebbers.
Dantzig zou terugkeeren naar het Duitsche rijk,
een ex-territoriale weg zou op kosten van
Duitschland naar Polen worden aangelegd, waar
tegenover Polen in Dantzig de vrije havenrech
ten zou krijgen en denzelfden ex-territorialen
toegang. Ik was bereid, daarvoor den voor ons
op zichzelf nauwelijks duldbaren toestand van
de grenzen zelfs nog te garandeeren en ten
slotte Polen te doen deelnemen aan het beveili
gen van Slowakije. Ik weet niet, in wat voor
geestestoestand de Poolsche regeering was, toen
zij deze voorstellen afwees, maar ik weet wel,
dat ontelbare millioenen Duitschers op het
standpunt stonden, dat ik daarmee tever was
gegaan. Polen gaf als antwoord bevel tot de eer
ste mobilisatie en daarop begon een wilde ter
reur. Mijn verzoek aan den toenmaligen Pool
schen minister van Buitenlandsche Zaken om
mij in Berlijn op te zoeken teneinde nogmaals
deze kwestie te bespreken, werd afgewezen. In
plaats van naar Berlijn ging hij naar Londen.
Er volgden nu die weken en maanden van
voortdurend toenemende dreigingen, die voor
een groote mogendheid op den duur onmogelijk
zijn. Een Poolsche maarschalk verklaarde, dat
hij Duitschland en de Duitsche legers in de pan
zou hakken en daarmede begon een martelaar
schap voor de Duitschers in Polen. Men heeft
eerst geloofd, dat de Duitsche natie zich dit al
les zou laten welgevallen en dat men het van
een bepaalde plaats den Polen als mogelijk voor
oogen had gesteld. En daarbij hun de verzeke
ring had gegeven, dat, wanneer hun eigen tegen
stand niet genoeg zou zijn, zij zich te allen tijde
verzekerd konden houden van den bijstand der
anderen. Hun werd de beslissing in handen ge
geven om oorlogen te beginnen. Voor deze man
nen was Polen dan ook maar een middel tot het
doel. Want thans verklaart men volkomen rus
tig dat het in de eerste plaats in het geheel niet
om Polen gaat, maar om het Duitsche regime.
Ik heb steeds gewezen op de verklaring, dat
er een land is, waar mannen kunnen opstaan en
den oorlog kunnen prediken als een noodzake
lijkheid. Ik bedoel de heeren Churchill, Eden,
Duff Cooper, enz. Ik heb er toen op gewezen,
hoe gevaarlijk dat is in een land waar men nooit
precies weet of deze mannen niet over korten
tijd in de regeering zouden zitten. Men ver
klaarde toen dat dat nooit het geval zou zijn.
Naar men meening zijn zij thans de regeering.
De onderhandelingen in Augustus.
Zijn rede voortzettende zeide Hitier: Ik geloof
dat het in de laatste dagen van Augustus nog
mogelijk zou zijn geweest, zij het ook zonder de
Britsche garantie en de ophitsing van deze oor
logsapostelen, nog een overeenstemming tot
stand te brengen. Op een zeker oogenblik tracht
te Engeland ons met Polen tot directe gedachte
wisseling te brengen. Ik was daartoe bereid. Al
wie kwam, niet de Polen. Twee dagen zat ik
met mijn regeering in Berlijn en wachtte. Ik
had intusschen een nieuw voorstel uitgewerkt,
dat den Britschen ambassadeur aan het begin
van den eersten dag zin voor zin is voorgelezen.
Door mijn minister van Buitenlandsche Zaken
werden hem nog aanvullende ophelderingen ge
geven. De volgende dag kwam en er gebeurde
niets behalve de Poolsche algemeene mobilisa
tie, nieuwe daden van terreur en een aanval op
ons rijksgebied. Ook in het leven der volken
mag men niet altijd geduld met zwakheid ver
warren. Ik heb jaren lang met grenzeloos ge
duld deze voortdurende provocatie gezien.
Na maanden lang wachten en steeds nieuwe
voorstellen heb ik eindelijk besloten tot de Po
len te spreken in de taal, waarin zij geloofden te
gen ons te kunnen spreken. Ook op dat oogenblik
had nogmaals de vrede gered kunnen worden.
Het bevriende Italië, de duce, heeft
zich ingeschakeld en een bemiddelings
voorstel gedaan. Frankrijk ging ermede
accoord en ik heb ook mijn toestemming
uitgesproken. Toen heeft Engeland ook
dit voorstel van de hand gewezen en in
plaats daarvan gemeend, het Duitsche
volk een ultimatum met een termijn van
twee uur te kunnen stellen met een on-
mogelijken eisch.
De Engelschen verwarden het tegenwoordige
Duitsche regime met het vroegere.
Daarop heeft Polen zijn veldtochtplan opge
steld. Nu, na achttien dagen, staan onze troepen
in 'n groote linie Brest-Lemberg en verder naar
het noorden. Vanmorgen waren er reeds 70.000
gevangenen uit de streek van Kutno. Wat nog
ten westen van deze linie overblijft van het
Poolsche leger, zal over enkele dagen capitulee
ren of verslagen worden.
De Poolsche soldaat heeft op vele plaatsen
dapper gestreden.
Zijn lagere leiding spande zich wanhopig in.
Zijn middenleiding was te weinig intelligent,
zijn hoogste leiding beneden iedere kritiek. Op
het oogenblik zijn rond driehonderdduizend Pool
sche soldaten in Duitsche gevangenschap en bijna
tweeduizend officieren en vele generaals. Daar
naast echter zijn door andere Poolsche troepen
ernstige wandaden gepleegd. Men moet zich af
vragen, zoo ging Hitier na een uitweiding over
deze wandaden voort, of men zich onder deze
omstandigheden nog eenigerlei beperking behoort
op te leggen. Ik heb het Duitsche luchtwapen de
opdracht gegeven dezen oorlog humaan te voe
ren, dus alleen tegen strijdende troepen. De Pool
sche regeering heeft opdracht gegeven, dezen
oorlog uit een hinderlaag te voeren en als franc-
tireur. Het was heel moeilijk, zich daar tegenover
te beheerschen.
In de democratische staten moet men
zich dan ook niet verbeelden, dat dat
eeuwig zoo moet zijn. Wanneer men het
anders wil hebben, kan men het ook an
ders krijgen. Ook hier kan mijn geduld
ten einde raken.
Wij hebben thans in Polen dien toestand doen
ontstaan, die het misschien mogelijk maakt, ver
standig en rustig te eeniger tijd met vertegen
woordigers van dit volk te kunnen spreken.
De inval van Rusland
Intusschen heeft Rusland aanleiding gezien, ook
van zijn kant ter bescherming van de belangen
der Wit-Russische en Oekrainsche volksdeelen
in Polen op te rukken. Wij beleven het thans, dat
men in Engeland en Frankrijk in dit samengaan
van Duitschland en Rusland een ontzaglijke mis
daad ziet, ja, een Engelschman schreef, dat het
perfide is. Ik geloof, dat het perfide door En
geland daarin wordt gezien, dat de poging van sa
mengaan tusschen het democratische Engeland
en het Bolsjewistische Rusland mislukt is, terwijl
omgekeerd de poging van het nationaal-socialis-
tische Duitschland met het bolsjewistische Rus
land is gelukt.
Ik zou hier terstond een ophelde
ring willen geven: Rusland blijft dat
gene wat het is, Duitschland zal blijven
wat het is. Slechts één ding is beiden
regimes duidelijk: noch het Russische,
noch het Duitsche regime wil ook maar
één man opofferen voor de belangen der
westelijke democratieën.
De Britsche staatslieden, die voortdurend be
weerden, dat Duitschland het voornemen heeft,
Europa tot aan de Oeral te overheerschen, zul
len thans gelukkig zijn, wanneer zij nu eindelijk
de begrenzing van de Duitsche politieke bedoe
lingen ervaren. Ik geloof, dat wij hun daarmede
wederom een oorlogsreden ontnemen, want zij
erklaren immers, dat zij juist daarom tegen
het huidige Duitsche regime moeten strijden, om
dat dit regime onbegrensde oorlogsdoelstellin
gen nastreeft. De doelstellingen van Duitschland
zijn zeer. begrensd. Wij hebben dit met de Rus
sen overlegd. De Engelschen meenen, dat wij
hier in een conflict zouden kunnen geraken.
Maar dat zullen wij niet. In de overeenstem
ming tusschen Duitschland en Sovjet-Rusland
ligt tegelijkertijd het motief voor het verdwijnen
an die nachtmerrie, waardoor de Engelsche
2Je thans daoe de Russen
bezette stad heeft een-
beioaqen uexteden
Ver in het. noorden van Polen ligt de stad
Wilna, die thans door de Russen is genomen, de
stad der lijdensgeschiedenissen.
Reeds onder het tsaristisch Rusland was het
lot van Wilna bitter en troosteloos treurig. Een
eindelooze martelaarsweg voerde van Wilna naar
Siberië, doch tijdens den grooten oorlog begon
voor de stad de beproeving pas goed. Vijfmaal
was Wilna een centrum van oorlogsgeweld. In
September 1915 veroverden de Duitschers Wilna
op de Russen, in December 1918 trokken de
Sovjettroepen de stad binnen. In April 1919 her
overden Poolsche troepen de stad op de Russen,
in Juli 1920 bezetten Rusland's roode troepen
de stad opnieuw, doch deze namen spoedig de
wijk voor de Lithauers (die Polen lang de stad
betwist hebben, totdat in 1920 generaal Zeli-
gowski de stad op bevel van Pilsoedski defini
tief in bezit nam voor de Poolsche republiek.
Al die jaren heeft Wilna een rampzaligen tijd
doorgemaakt. Tijdens de eerste bezetting dooi
de Sovjettroepen steeg de ellende zoo hoog, dat
een ware hongersnood uitbrak; het brood raakte
op en maandenlang leefde een groot deel der Wil-
naërs van.... hooisoep; in de ziekenhuizen be
hielp men zich bij gemis aan verbandstoffen en
watten met gedroogd mos en de houten trot-
oirs werden als brandstof gebruikt.
Toen de Russen er voor den tweeden keer
kwamen was er geen buit meer te behalen. Wani
Wilna was leeg, absoluut 'leeg en uit wraak ver
nielden de Russen alles wat nog voor vernieling
in aanmerking kwam. Van de 200.000 inwoners
bleven er nog 150.000 over. De anderen waren
gevlucht, gestorven of vermoord.
Wilna is door een bewogen geschiedenis en
een verleden, vol dierbare tradities een voor den
Pool gewijde plaats geworden, een historisch
heiligdom. Hier leefden Polen's grootste zonen.
Mickievicz, Polen's beroemde dichter en Kos-
ciuczko, de gevierde vrijheidsheld. Hier werd
Jozef Pilsoedski geboren en de kerker, waar hij
destijds door de Russen werd opgesloten, was tot
dusver te bezichtigen. De weg door Wilna leidt
door een oude stadspoort, Ostra-Brama, dat is:
scherpe poort.
Boven den poortboog is een kleine kapel, waar
een van de twee beroemde wonderdoende Ma
donna's wordt bewaard. De devotie voor dat
beeld is zóó groot, dat geen inwoner van Wilna,
hij moge Pool, Jood of Rus zijn, Roomsch Ka
tholiek, Orthodox of communist, hier voorbijgaat
zonder het hoofd te ontblooten.
Van het groot aantal kerken verdienen voorts
nog de St. Annakerk en die van Petrus en Paulus
genoemd te worden.
Op een heuvel buiten de stad verrijst een im
posant monument van drie kruisen. Vroeger wa
ren die kruisen van hout en de Russen hadden
verboden ze te onderhouden of te herstellen. Ze
moesten verrotten en zoo de machteloosheid van
Polen demonstreeren. Dadelijk na de afwente
ling van het Russische juk ontwierp een Poolseh
beeldhouwer een nieuw monument, dat in be
ton werd uitgevoerd en dat de laatste negentien
jaar verkondigde, dat het oude Polen zijn vrij
heid had heroverd.
Het getorpedeerde Engelsche vliegkampschip „Courageous".
staatslieden niet konden slapen in verband met
de wereld-veroveringslusten van het huidige
Duitsche regime. Het zal hen gerust stellen,
wanneer zij vernemen, dat het niet waar is dat
Duitschland de Oekraine wil of wilde verove
ren. Wij hebben zeer begrensde belangen. Wel
zijn wij vast besloten om deze belangen te be
hartigen tegen ieder gevaar in en tegen ieder
een. Hoe nu de definitieve vorming der staats-
verhoudingen in dit groote gebied er zal uit
zien, hangt wel in de eerste plaats af van de
beide landen, die hier hun gewichtigste levens
belangen hebben. Duitschland treedt hier op met
begrensde maar onwrikbare eischen en het zal
deze eischen onder ieder beding verwezenlijken.
Duitschland en Rusland zullen hier in
plaats van een vuurhaard van Europa,
een toestand plaatsen, die men eens
slechts als een ontspanning zal kunnen
waardeeren.
Wanneer het Westen verklaart, dat dit onder
geen omstandigheden mag gebeui-en en wanneer
men vooral in Engeland verklaart, dat men vasi
besloten is, hier, wanneer dat noodzakelijk mocht
zijn, daar tegen op te tredèn met een oorlog van
drie of misschien vijf of acht jaren, dan zou ik
hier willen antwoorden, dat Duitschland in het
westen en zuiden van zijn rijk onder moeilijk
afstand doen definitieve grenzen heeft geaccep
teerd. Duitschland heeft daar overal getracht,
door een dergelijk afstanddoen, een definitieve
pacificatie tot stand te brengen. Wij geloofden,
dat ons dat zou zijn gelukt, wanneer niet zekere
oorlogsophitsers een volstrekt belang hadden
in het verstoren van den Europeeschen vrede, ik
heb noch tegen Egeland, noch tegen Frankrijk,
welk oorlogsdoel ook. De Duitsche natie even
min. Sinds ik aan de macht kwam heb ik er
naar gestreefd, langzamerhand juist met de
vroegere tegenstanders uit den wereldoorlog een
nauwere betrekking van vertrouwen te her
stellen. Mijn aanbiedingen aan Engeland zijn
bekend. Ik had slechts het groote doel, met het
Britsche volk een oprechte vriendschap te kun
nen bereiken. Wanneer dat alles was afgewezen
en wanneer Engeland thans gelooft tegen
Duitschland oorlog te moeten voeren, dan zou ik
daarop het volgende willen antwoorden: Polen
zal in den vorm van het bedrag van Versailles
nooit meer opstaan.
Niet alleen Duitschland, maar ook Rusland
staat daarvoor garant. Wanneer nu Engeland
zegt, dat het belangrijkste de oorlog tegen hel
huidige regime in Duitschland is, antwoord ik
daarop, dat, wanneer een Duitsch regime de in
stemming zou krijgen v.an de heeren Churchill,
Duff Cooper, Eden, enz., dan zou dat regime
slechts door deze heeren betaald en in stand ge
houden en daarom voor Duitschland onduldbaar
zijn.
Wanneer zij thans gelooven, het Duit
sche volk van mij te kunnen verwijde
ren, dan houden zij dit volk of wel voor
even karakterloos, of wel voor even dom
als zij zelf zijn. Laten de heeren ervan
overtuigd zijn, dat zij door hun belache
lijke propaganda het Duitsche volk niet
meer tot ontbinding brengen.
Wanneer men verklaart, dat deze oorlog drie
jaren zal duren, kan ik slechts mijn medelijden
uitspreken met de Fransche poilu, die niet weet
waar hij voor strijdt Om te beginnen weet hfj
slechts, dat hij minstens voor drie jaar te vech
ten heeft. Of de oorlog nu drie jaren duurt is
ook nog van ons afhankelijk.
Wanneer hij drie jaren mocht duren, zal in
het derde jaar niet het woord capitulatie staan,
De beroemde Ostra Brama te Wilna.
ook niet in het vierde of het zevende jaar. Het
Duitsche volk zal uit dezen strijd niet verslagen
tevoorschijn komen, maar het zal hechter en
hechter worden. Wanneer iets versplintert, dan
zullen het de staten zijn die eenmaal aange
duid zijn als plutodemocratieën. Wij nemen den
handschoen op en zullen strijden zooals de te
genstander strijdt. Engeland heeft reeds weer
een begin gemaakt met den strijd tegen vrouwen
en kinderen. Engeland denkt dat zijn zeemacht
niet aangevallen kan worden en dat het daar
om het recht heeft, met dit wapen de vrouwen
en kinderen niet alleen van de vijanden, maar
ook van de neutralen te beoorlogen.
„Een wapen, waarin wij niet kunnen
worden aangevallen".
Laat men zich ook hier niet vergissen.
Zeer snel zou het oogenblik kunnen ko
men, dat wü een wapen gaan toepassen,
waarin w niet kunnen worden aange
vallen.
Het is te hopen, dat men dan niet plotseling
begint, zich de humaniteit te herinneren. Wij
Duitschers zouden dat heelemaal niet willen.
Het ligt ons niet. Ik heb ook in dezen veldtocht
het bevel gegeven, steden te sparen wanneer dit
eenigszins mogelijk is.
Het ligt ook geheel aan Engeland, de blok
kade te voeren in vormen, die in overeenstem
ming zijn met het volkenrecht of die daarmede
in strijd zijn. Wij zullen ons geheel daaraan
aanpassen. Over één ding echter moeten zij geen
twijfel voeden: het Engelsche doel is dus niet
strijd tegen een regime, maar strijd tegen het
Duitsche volk, tegen de Duitsche vrouw en de
Duitsche kinderen. De reactie bij ons zal een
overeenkomstige zijn.
En steeds zal één ding aan het slot
vast staan: Duitschland capituleert niet.
Wü weten heel precies wat het lot van
dit Duitschland zijn zou. een tweede, nog
veel erger verdrag van Versailles.
Wij hebben gehoord, hoe de Zuid-Duitsche
landen zouden worden weggescheurd, wat Po
len terug zou krijgen, wat men aan nieuwe sta
ten denkt op te richten, enz. Het Duitsche volk
heeft de laatste weken een wonderbaarlijk tee-
ken gegeven, niet alleen van zijn innerlijke aan
eengeslotenheid, maar ook van zijn werkelijk
dappere gezindheid. Het Duitsche volk ls veel
geestdriftiger dan in 1914. Deze geestdrift is
echter geen oppervlakkig hoera-patriottisme. Het
is de geestdrift van menschen die weten wat een
oorlog is, die niet lichtvaardig in dezen oorlog
zijn getrokken, maar die dezen opgedrongen
oorlog zoo zullen voeren als het oude front hem
gevoerd heeft. Wij hebben daarbij slechts den
eenigen wensch, dat de almachtige God wellicht
de andere volken zou willen verlichten, dat hij
hun het inzicht schenkt, hoe doelloos deze vol
kenworsteling op zichzelf zou zijn. Dat hij hen
wellicht tot nadenken zal brengen over de zege
ning van een vrede, dien zij prijsgeven, alleen
omdat een handvol oorlogsophitsers de volken
in een oorlog wil verwikkelen.
Geruchten over Goebbels.
Duitsche propagandaminlster den laatsten
tijd niet meer in het openbaar opgetreden.
De „National Zeitung" uit Bazel bericht,
dat te Berlijn verscheidene geruchten de ron
de doen ten aanzien van Goebbels. De be
volking merkt op, dat Goebbels zich de laatste
veertien dagen niet meer in het openbaar
heeft vertoond en men is verbaasd, dat niet
hij kennis heeft gegeven van de proclamatie
van Hitier aan het volk. Sommigen mee
nen dat hij naar Rusland is uitgeweken, an
deren weer zijn van oordeel dat hij door Goe-
ring terzijde is gedrongen. Weer anderen
zeggen, dat dit alles praatjes ziin en dat Goeb
bels binnenkort voor de radio zal spreken,
doch men merkt op. dat dit reeds eerder is ge
zegd, doch niet is bewaarheid.
De ..Orzel" word ontwapend.
Het Estlandsche TelegTaa fagentschap
meldt:
De berichten uit Russische bron, volgens
welke de Estlandsche autoriteiten de vlucht
van een geïnterneerde Poolsche duikboot be
gunstigd zouden hebben, zijn zuivere bedenk
sels. De Estlandsche wacht heeft bij het ver
bulderen der vlucht van de duikboot verliezen
geleden, doch slaagde erin het vaartuig te
ontwapenen.
Bosebadiord^ Duitsebe duikboot
Bevk iavik binnengeloopen.
Te Kopenhagen wordt, gemeld, dat een Duit
sche duikboot zwaar beschadigd is binnenge-
loopen in de haven van Reykjavik op IJsland.
Onbekende onderzeeër ten noor
den van bet Panamakanaal.
SAN JOSé CCosta Rica)20 Septemiber.
Tegenover Port Limon. op 192 mijl ten noor
den van het Panamakanaal verwijderd, is een
onderzeeër van onbekende nationaliteit ge-
ginaleerd
(United Press)',