H Het werk a POOLSCHE VLUCHTELINGEN stroomen Hongarije binnen. Bloedtransfusie ^meen,c de fiets tegen een mi- aan den Noordoostpolder WILNA, STAD VAN HET DONKER. DINSDAG 26 SEPTEMBER 1939 H A A R E E M'S D A G B E A D Eindelooze karavanen van auto's en andere voertuigen. UNGVAR, September. (Van onzen Boedapester correspondent). ET is een droevig schouwspel, men denkt onwillekeurig aan den terug keer van Napoleon's leger na den slag bij de Berezina, wanneer men de uit hun vaderland gevluchte Poolsche troepen over de Poolsch-Hongaarsche grens Karpathorus- land ziet binnentrekken. Eindelooze rijen Poolsche soldaten in hun bruine uniformen en met stalen helmen of ben eigenaardig model scheeve petten op het hoofd. Zij hebben massa's auto's en lage houten wagens met twee paarden ervoor bij z-ich en verder tanks van het bekende kleine type (waarmede men bij regenweer goed op vochtig terrein kan manoeuvreeren), alsmede tanks van grooter formaat en bovendien stukken luchtaanval- afweergeschut en zwaardere kanonnen, Roode Kruis-auto's en keukenwagens. Op vracht auto's en op open wagens en ook in autobus sen worden soldaten vervoerd. En daartus- schendoor gaan er ook lieele troepen te voet en rijden er te paard. Telkens komt men nieuwe colonnes tegen. Hoe dichter men de grens nadert, hoe meer troepen men ziet. Gisteren ontmoette ik er op mijn tocht van de stad Ungvar naar de grens bij Uzok, welke twee en een half uur duurde, ongeveer vier duizend. Drieduizend man waren dezen vluch telingen al voorafgegaan. In het ziekenhuis van Ungvar heb ik tal van Poolsche gewonden zien liggen, die er den nacht tevoren al waren heengebracht. Aan de grens zelf speelden zich hartver- scheurendee tooneelen af. De grens ligt hier op den weg op een hoogte van bijna duizend meter. Slechts enkele maanden geleden heb ben Polen en Hongarije hier een gemeen schappelijke grens gekregen. Hongaarsche en Poolsche officieren men heeft het in de filmjournalen te Boedapest en te Warschau kunnen zien omarmden toen elkaar in de sneeuw op de hooge bergen. In Juli werd hier een witte houten poort opgericht, die een feestelijk aanzien heeft. Komende van den Pooischen kant ontwaart men boven op de poort het Hongaarsche en komende uit Hon garije het Poolsche wapen. Verscheidene Poolsche officieren omarmden, toen zij hier thans aankwamen, de houten zuilen van de poort en drukten him voorhoofd er tegen. Zij hadden tranen in de oogen en enkelen barst ten zelfs in snikken uit. De Hongaarsche grensbewakers en soldaten stonden er ont roerd bij, zij begrepen wat er in die mannen moest omgaan, die nog een laatsten blik op de bergen en dalen van him Poolsche vader land konden werpen, dat thans, wie weet voor hoelang en misschien ook wel voor goed, achter hun lag. De Polen moesten hun wapens afgeven en konden toen het Hongaarsche ge bied binnentrekken. Veel soldaten hadden zeer jonge gezichten, het waren jongens, die niet ouder dan zestien of zeventien konden zijn. Zij hadden als vrijwilligers dienst in het leger genomen. Doch er waren ook veel oude ren bij, die den wereldoorlog al moesten heb ben meegemaakt. Er waren ook karren met burger bewoners van het land, oude man nen en vrouwen en kinderen, met wat huis raad en beddegoed en manden en koffers en kisten bij zich. Veel meer vluchtelingen zijn in den aller- uitersten oostelijken uithoek van Karpatho- rusland over de grens gekomen. Men heeft in twee dagen bij Körösmezo. ook wel Jasina genoemd, niet minder dan vierduizend acht honderd militaire auto's en drieduizend ze venhonderd andere militaire voertuigen ge teld. De wegen zijn bezaaid met Poolsche troepen. Soms trachten twee of drie rijen wagens naast elkaar te rijden. Het van den tegenovergestelden kant komende verkeer wordt hierdoor zoo goed als onmogelijk ge maakt. Telkens stoot men op opeenhoopin- gen van auto's en van karren en van paar den. Ik -heb op mijn tocht van Ungvar naar Körösmezo ongeveer twaalf uur in de klem gezeten. We moesten telkens vrij lang wach ten totdat de kluwen uiteen was gehaald en we weer verder konden. Dag eri nacht.... ER zijn in het oostelijke deel van Kar- pathorusland in twee dagen alleen circa honderdduizend man Poolsche troepen over de grens gekomen. Dit getal is niet overdre ven, al poogt men van bepaalde zijden te beweren, dat de cijfers lager zijn. Zij trek ken niet alleen overdag, maar ook gedu rende den geheelen nacht dieper het land in Er zijn veel officieren en hoofdofficieren bij. Ik heb te Rachov in de gelagkamer van het hotel gezeten, die vol met officieren was. En telkens kwamen er nieuwe binnen. De Karpathen zijn des avonds pikdonker. De wegen zijn niet verlicht, slechts hier en daar ziet men op de hellingen van de reusachtige berggevaartes een vuurtje branden, waaraan herders zich warmen. Alleen aan den zwarten hemel fonkelen de sterren en heel zelden maar ziet men een lichtje, dat uit een huisje of een hutje naar buiten dringt. Door dit donkere landschap nu trekken de Poolsche troenen. Soms zag men colonnes van auto's, af en toe wel dertig of veertig stuks achter elkaar. De lichten waren blauw of groen oranje of rood gemaakt om in den oorlog niet zoo gemakkelijk door den vijand ge zien te kunnen worden. Het leverde een eigenaardig schouwspel op. deze gekleurde lichtjes langs de zich kronkelende bergwegen via deze donkere wereld te zien bewegen. De bewoners van de armoedige dorpjes in Karnathorusland waren uit hun houten en hun bontgeschilderde leemen huisjes naar buiten komen loopen. Zij stonden urenlang, blootsvoets, de mannen met rokachtige witte broeken en de vrouwen in bonte kleeren, naar het voorbijtrekken van de legercolonnes te kijken. Soms praatten zij met een motorwxel- rijder, die een defect aan zijn machine had. dan weer gingen zij, wanneer een auto van den berm afreed, een paar wagens tegen elkaar aangebotst waren of. wat ook al ge beurd is. een tank omkantelde. Een paar Poolsche officieren vertelden mij dat het geen zin meer gehad had in de streek, waarin zij geweest waren, verder te blijven doorvechten, daar zij niet alleen aan den eenen kant de Duitschers en aan den anderen kant de Russen als vijanden had den, maar ook de Oekraïners tegen de Po len in opstand waren gekomen en op de Poolsche troepen en de Poolsche bevolking schoten. Er zijn trouwens ook verschillende Poolsche families in auto's naar Hongaarsch grondgebied gevlucht. Poolsche troepen kampeeren met hun paarden en wagens op grasvelden aan beide zijden van de wegen. Er zijn er ook al veel in steden ondergebrcht. Hier te Ungvar heeft men een groot aantal ondergebracht in hui zij, die indertijd door Tsjechische beamb ten bewoond werden, welke toen deze streek weer tegen het einde van het vorig jaar Hongaarsch geworden is, van hier verdwe nen zijn. Enkele officieren wonen in een hotel. Zij kunnen zich niet als de Poolsche manschappen vrij op straat bewegen. Over het algemeen heeft men in Hongarije niet veel op met het idee dat de Russen de buren van de Hongaren zullen worden. Men heeft twintig jaar geleden genoeg met het communisme, te stellen gehad en de herinne ring aan dien tijd ligt eigenlijk nog altijd versch in het geheugen. En de Joden, die in zeer grooten getale in deze streken wonen, zouden niet graag de Duitschers in de onmid dellijke nabijheid willen hebben. W. M. BEKAAR. Opheffing der rundveeteelt- regeling gevraagd. Onder dagteekening van heden is door de samenwerkende bonden ter bevordering van de opheffing der kalverteeltregelïng een telegram aan den minister van economische zaken ge zonden. In dit telegram wordt verwezen naar een brief dato 27 April j.L, waaruit wordt gememo reerd, dat de daarin genoemde reeds voorziene omstandigheden, speciaal wat de belemmering van dan aanvoer uit het buitenland betreft, werkelijkheid is geworden, waardoor thans niets meer mag worden nagelaten om de nationale bodemproductie tot een maximale op te voeren, teneinde de voeding van ons volk in de naaste toekomst, zoo eenigszins mogelijk, te verzekeren. Naar de meening van de samenwerkende bonden is de vleeschconsumptie in ons land nog voor groote uitbreiding vatbaar, mits de overheid daartoe wenscht mee te werken, o.a. door om zetbelasting en accijns op rundvleesch en abattoirkosten enz. te verlagen. Een gevolg hiervan zou zijn, dat van andere voedingsstoffen, welke moeilijker kunnen wor den verkregen, minder zou behoeven te worden geconsumeerd. Koningin zal Zaterdag Amsterdam bezoeken. Behoudens onvoorziene omstandig heden is H. M. de Koningin voornemens, Zaterdag 30 dezer een bezoek aan Am sterdam te brengen, ter inspectie van hetgeen op het gebied van de organi satie der luchtbescherming is bereikt. centraal georganiseerd. Roode Kruis neemt leiding op zich. Honderdduizend „donors" noodig. Bloedtransfusie, de overbrenging van bloed van den eenen mensch op den anderen, kan in vele gevallen iemands leven redden. Het is daarom, dat reeds jaren geleden in tal van plaatsen bloedtransfusiediensten werden in gesteld, welke op zuiver ideëele basis zijn ge vestigd, doch zij waren in hoofdzaak op vre destoestand berekend. Nederland wenscht en hoopt buiten den oorlog te blijven, maar het zou onverantwoord zijn, indien geen rekening werd gehouden met de mogelijkheid, dat ons land er niettemin in werd betrokken en in dat onverhoopte geval zouden de totnutoe bestaande plaatselijke organisaties onmach tig zijn, het benoodigde bloed in voldoende ma8e en in alle deelen des land te verschaffen aan degenen, wier levens door bloedtekort werden bedreigd. Doch ook afgezien van oor logskansen moet een centralisatie en uitbrei ding van de bestaande diensten een belang van de eerste orde worden geacht. Het Nederlanidsche Roode Kruis, dat sinds bijna tien jaren op ongeveer vijftig plaatsen over dergelijke diensten beschikt, heeft rnu op verzoek van den inspecteur van den genees kundigen dienst der landmacht en in overleg met den onlangs afgetreden hoofd-inspecteur der volksgezondheid dr. R. N. M. Eykel be sloten deze organisatie zoodanig uit te bou wen. dat zoowel in vredes- als in oorlogstijd allen kunnen worden geholpen. Zij, die zich bereid verklaren van hun bloed een gedeelte af te staan, worden als „donor" ingeschreven. Hoewel bloedtransfusie voor den gever onschadelijk en pijnloos geschiedt, moet zij op strenge en wetenschappelijke wijze worden verricht. In het belang van bloed gever en patient worden de donors gekeurd, hun bloed wordt onderzocht en de groep, waartoe het behoort, wordt bepaald. Immers men kan niet zonder meer iemands bloed bij een ander inspuiten, slechts bepaalde groepen zijn geschikt voor elkaar. Berekend is, dat in ons land ongeveer 100.000 donors noodig zijn om volledig in de behoefte in oorlogstijd te kunnen voorzien. Men bedenke wel, dat de bloedafgifte geheel gratis, uit naastenliefde geschiedt en dat van iederen donor niet meer dan zesmaal per jaar ten hoogste een halve liter per keer kan worden ne Kruis, Wit-Gele Kruis en vereeniging voor luchtbescherming. Deze werfcommissie zal de donors aanwerven onder de plaatselijke be volking. Deze zullen worden gekeurd, zooveel mogelijk ter plaatse, door specialisten, uit gerust met een auto waarin een draagbaar Röntgen-toestel, en de goedgekeurden zullen door den administrateur in kaartsysteem wor den gebracht. Zij zullen ten dienste staan bin nen hun rayon voor burger en militairen in vredes en oorlogstijd. Naast gevallen, waarin de overbrenging op den patient onmiddellijk kan geschieden is een inrichting noodig, waarin het bloed kan worden geconserveerd. In twee plaatsen waarschijnlijk Amsterdam en Rotterdam zal zulk een inrichting worden totstandge- bracht, van waar ten behoeve van de weer macht het bloed in speciale flesschen, naar het gevechtsterrein kan worden vervoerd. Voor dezen dienst kan men zich opgeven bij de leiders van de plaatselijke Roode Kruis Bloedtransfusiediensten of bij het secretari aat van de Centrale Bloedtransfusie Commis sie, Prinsessegracht 27, Den Haag. Bijdragen ten gunste van de Roode Kruis Bloedtransfusiediensten zullen met grooten dank worden aanvaard door den penningmees ter, den heer J. C. Baumann, burgemeester van Overschie, postgironummer 138132. HET AUTO-ONGELUK TE LONNEKER. De zeventienjarige J. de Jong, die Zater dagavond bij de autobotsing te Lonneker zeer ernstig gewond werd, is in het zieken huis „Ziekenzorg" te Enschedé overleden. Het is gebleken, dat zich in de auto vijf jongens van 15 tot 17 jaar hebben bevon den. De wagen behoorde aan den vader van een der jongens. De negentienjarige monteur W. bestuurde de auto. Hij reed, naar uit het onderzoek der politie is komen vast te staan, met zeer groote snelheid en verloor in een bocht de macht over het stuur. DISTRIBUTIE VAN LEVENS MIDDELEN. Het bestuur van den Nederlandschen Gros- siersbond heeft tot den minister van defensie het verzoek gericht, om daar gedurende de eerste mobilisatiedagen ook tal van vracht auto's in gebruik bij de levensmiddelen-be drijven in beslag werden genomen, bij even tueel nog te verwachten vorderingen van motorrijtuigen geen vrachtauto's in d-iienst dier bedrijven te requireeren en wel met het oog op een regelmatige distributie van levens middelen, welke door genoemde vorderingen in ernstige mate wordt belemmerd. MEISJE TEGEN VRACHTAUTO GEREDEN EN ERNSTIG GEWOND. Maandag is op den Goorscheweg te Lochem jhet achtjarige meisje E. Lantink uit Verwolde, litaire vrachtauto gereden en gevallen. Het meisje kwam uit de richting van de buurtschap Nettelhorst terwijl de vrachtauto uit de rich ting Lochem naderde. De chauffeur trachtte nog door krachtig te remmen en naar links uit te wijken een aanrijding te voorkomen. Het meisje kwam echter tegen den zijkant van de auto terecht en sloeg tegen den grond. De fiets raakte onder de auto en werd geheel ver nield. Het slachtoffer is in zeer ernstigen toe stand in het ziekenhuis te Zutphen opgenomen. dat steeds binnen veertien dagen volkomen regeneratie van het bloed zal zijn verkregen. De leeftijdsgrenzen liggen tusschen 15 en 50 jaar, doch dit wil niet zeggen, dat personen, die de vijftig reeds gepasseerd zijn als dat tenminste niet al te lang geleden is niet meer voor bloedafgifte geschikt zouden zijn. In iedere gemeente, groot en klein, zal een werfcommissie worden opgericht, samenge steld zoo mogelijk uit den burgemeester, een. vertegenwoordiger van het Roode Kruis, Groe Wik eerstdaags met den vasten wal verkonden-. De vlag in top Het eind van den door het syndicaat Noordoostpolder te maken dijk is bereikt. Het maken van kademuren, van dijken, het uitbaggeren van rivieren of het normaliseeren, het inpolderen en droogleggen, het is Neder land op zijn best en toen wij een invitatie ont vingen van het syndicaat Noord-oostpolder oen nog eens te komen kijken, aangezien de door deze combinatie, bestaande uit de firma IJ, van Wijngaarden, de N.V. C. v. d. Hoeven en de N.V. A. J. v. Haaf ten van de Lemmer uit gelegde dijk ter lengte van 14 K.M. binnen enkele dagen zijn eindpunt zal hebben bereikt, accepteerden we onmiddellijk. Van de Lemmer uit begint de tocht, waar voor we zijn gekomen. Nog is er voor de Lem mer een gat in den dijk van enkele tientallen meters, dat zoo lang is opengehouden voor de scheepvaart, maar dit wordt al kleiner en kleiner. Aan weerszijden liggen drijvende kra nen met daarnaast bakken met kleileem. Elk oogenblik daalt een grijper neer, bijt zich in het leem in, een knarsen en steunen, de muil sluit zich. Vijf a zes kubieke meter van de taaie, zware substantie zwaaien door 't lucht ruim, om precies daar te worden gedeponeerd, waar men ze wil hebben. Het is merkwaardig te zien, hoe de kraanmachinist met zijn grij per manipuleert. Systematisch te werk gaande, weet hij alle hoekjes van den bak te bereiken. Een werk van vijf millioen. De dijk voor den Noordoostpolder is in ver schillende perceelen aanbesteed en nadert thans zijn voltooiing; slechts voor een stuk van 4 KM. tusschen Urk en de provincie Over- ijsel moet de aanbesteding nog plaats vinden Het syndicaat Noordoostpolder nam 14 K.M. voor zijn rekening en onze motorboot voert on? thans naar het uiterste punt. De kilometer- palen voor de scheepvaart staan er al, even als een baken, waarop reeds een kraaienfanii- lie haar intrek heeft genomen. 14 K.M., haast drie uur gaans, het is een heele lengte en ze vertegenwoordigt tegen rond f 335.000 per K.M. een bedrag van rond 5 millioen. In drie sei zoenen voor den dijkaanleg kan men, in verband met de weersomstandigheden slechts werken van April tot November werd dit werk tot stand gebracht. Nog slechts enkele dagen, dan zal voor wat het genoemde syndi caat betreft, het werk zijn volbracht. Het is een heele tocht. Als we het einde van den dijk naderen, zien we op niet te grooten afstand het materieel van de firma, weike een ander deel van den dijk voor haar rekening nacn. Zoo bouwt men dus naar elkaar toe. Het gat, dat nu nog naar schatting 500 M. breed is, zal met enkele weken tot het verleden be- hooren. Dan zal ook Urk met den vasten wal zijn verbonden. Natuurlijk moet dan de dijk worden afgewerkt. Op een dennetje, ter zijde van het dij-kii- chaam, staat het getal 14060, dit beteOkent 14.060 M. lengte van het werk -door het syn dicaat Noordoostpolder to maken. Nu volgt een kleine plechtigheid. Op het punt, waai- de dijk eindigt, welken het syndicaat voor zijn reke ning nam, wordt een stok in den grond gesto ken en de heer C. J. v. d. Hoeven, in tegen woordigheid van den heer A. J. v. Haaften, eveneens tot deze combinatie behoorend, hijscht de Nederlandsche driekleur. Hij com plimenteert de uitvoerders, de heeren Boer en Tigchelaar. Ze hebben prachtig werk geleverd, immers de opleveringstermijn voor de eerste 10 K.M. was 31 December 1939. doch zij vol tooiden binnen deze contractperiode 14 K.M. In 1941 gereed. In 1941 hoopt men met de drooglegging van den Noordoostpolder gereed te zijn, on voorziene omstandigheden voorbehouden. Dan zal weder een groot stuk vruchtbaar land aan ons grondgebied zijn toegevoegd tot eer van onze natie en die der waterbouwkundigen in het bijzonder. Nog is er een gat van ongeveer 500 meter, dat echter dagelijks kleiner wordt. Wilna ligt 428 K.M. van Warschau. De D-trein raast in 5l/z uur langs dit traject en stopt drie keer. Als men, komend uit moerassige bosschen, waartusschen de nevel hangt, de stad nadert, staan boven het dal, met het steeds grooter wor den aantal lichten, drie witte kruisen. Het is het stigma van de nederzetting, de plaats, waar eens drie Franciscaners door de heidensche Litauers gemarteld werden. Het station ligt ver buiten Wilna. De grijze koetsier op den hoogen bok van de droschka moppert in de hemel weet, wat voor taal. Ge zakt diep weg in onmogelijk versleten leeren kussens, de lantarens van het voertuig branden niet. Daarbij is dit open rijtuig heel nauw, scheef en wankel, de weg heel lang en het pla veisel bijna als een geploegde akker. Ge rijdt langs lage, scheeve huizenrijen, waartusschen de hoefslag doordreunt. Geen licht valt door de ramen. Het is alsof al het leven uitgestorven is. Daar begint de hoofdstraat van de stad, de Mickiewicza, eveneens zonder tram of bus, met een bar slecht plaveisel tusschen lage houten huizen. Aan de andere zijde van de brug over de Wilja praalt een Russische kerk. De groote kathedraal spreidt een overmaat van klassicisme ten toon, rechts er van staat de Campanile op een voetstuk uit den heidenschen tijd. Alles, ook het heilige, is hier van een eenigszins brute kracht, dreigend, als in koorts gloed. Vooraan, in de zilveren kapel, rust de heilige Kasimir, de schutspatroon van Litauen. Een berg, bekroond door een slot, verheft zich midden in de stad; van zijn hoogte kijkt men over het door heuvels ingesloten Wilna in het bochtige dal van de Wilja, over al de bonte, veel vormige torens van zijn Godshuizen. In hoeveel talen en hoeveel soorten van geloof roepen ze God aan in deze stad! Zij is vol torens en klok ken. En ginds de wouden met hun moerassen. Door het groen van het stadspark schemert het baksteenrood van St. Anna. Een kerk en een kerkje en nog een toren, een heele heilige wijk. Het kerkje is een kleinood, de wonderlijk leven dige voorgevel met zijn Gothische baksteen- randen maakt een blijden en ernstigen indruk tegelijk. Een meester uit Mariënburg heeft dit St. Anna gebouwd, en Napoleon, die in 1812 over Wilna naar Rusland trok, hield zooveel van dit bouwwerk, dat hij het wilde laten afbreken, om het in Parijs weer op te bouwen. Deze stad is vol vroomheid en wreedheid. Er is bijna geen huis, waar geen bloed gevloeid heeft voor de vrijheid en voor de stad. Haar op komst dateert uit den tijd, dat Litauen met Polen vereenigd werd, in het laatste kwart van de 14de eeuw. Wilna (de Polen zeggen Wilno) was de oude hoofdstad van Litauen geweest, en de Litauers hadden van de Polen het Christen dom overgenomen. Jezuieten stichtten hier in 1578 een academie, de wortel der latere univer siteit. Dat werd toen een twistappel meer. Nu staan we aan den buitenkant bij de Ostra Brama, de „scherpe poort", waar menschen op alle tijden van den dag knielen. Het is een poort van den ouden stadsmuur, waarboven in den to ren een altaar met ean Madonnabeeld gebouwd werd, even zwart en met evenveel zilver bedekt als dat van Tschenstochau. Men kan erbij klim men, men kan het echter ook van de straat af zien. Zoo knielen de menschen op de trottoirs, rechts en links, in het midden stroomt het ver keer, en er is geen Rus en geen Jood, die zijn hoed niet afneemt voor het wonderbeeld daar omhoog. Meestal hangt er een zilveren gordijn voor het beeld, maar op zekere tijden kijkt het neer op het gewoel. Dan zwellen de gebeden en gezangen aan, de auto's rijden langzamer en allen, die voorbij gaan, schijnen wat minder be last. Rechts en links van de Ostra Brama staan, als burchten door muren omsloten, door oer oude linden omgeven, Russische kerken. Ver laten en gesloten. Van de Ostra Brama loopt een vroolijke weg door met berken begroeid heuvelland naar de Rossa, het groote kerkhof van de stad temidden der bosschen. Ernaast ligt een klein soldaten- kerkhof. Middenin een heel groote marmeren plaat: hier rust de Moeder van maarschalk Pil- soedski, hier, aan haar voeten, rust het hart van den maarschalk. Wat hield men van haar en wat houdt men nog van haar, van deze donk°re stad, wat is er om harentwil geleden. Pilsoedski, kind van dit land van Wilna, liet hier zijn hart begraven, de Litauers houden nog altijd van Wilna, deze stad van hun geschiedenis, de hoofdstad van het Grootvorstendom Litauen. En ook de Polen heb ben voor hun Wilno geleden, in 1655, toen de Russen voor den eersten keer kwamen, in 1795 weer, en zoo voort, tot de stad van 1916 af Poolsch was. Geen huis, waarin geen samenzwering ge weest is, waarin niet gemarteld of veroordeeld is, uit liefde voor Wilna, waar een Mickiewicz, een Slowacki, de groote dichters van het Pool sche volk, studeerden en meededen aan de samenzweringen. Veertig jaar lang was het ver boden, in het openbaar Poolsch te spreken Maar er is nog een stad in de stad, de „zwarte wijk", het Ghetto van de Joden met hun schild- vormige kapjes. Het is er nog donkerder dan in de Jodenwijken van Krakau en Warschau, hier en daar overwelfd door middeleeuwsche steenen bogen, het lijkt ouder en kleiner en men vraagt zich af, waar dan toch die 70.000 Joden, een derde van de bewoners van Wilna, huizen. In deze wijk en in deze stad, waar het ver leden loert en de herinnering walmt, verlangt men weg te komen naar het Noorden, weg van bosschen en moerassen, van ikonen en hijgend biddende menschen, naar oorden waar de zee is en de nachten niet zoo donker worden, of naar het Zuiden, waar alles zoo helder lijkt en zon der geheimenis, zonder visioenen en zonder huivering. Hier echter moet de mensch bidden, dag en nacht, bij koude en warmte; want hier wordt het heden verleden, het verleden heden en alles een zware droom. H. ST. De zaak-Oss en liet Nationale Dagblad. De procureur-generaal bij den Hoogen Raad heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep van mr. M. M. Rost van Tonningen tegen de beschikking van het Haagsche Gerechtshof, waarbij is afgewezen zijn ter terechtzitting gedaan verzoek om te worden toegelaten tot het bewijs der waar heid van de in het in het Nationaal Dag blad van Woensdag 13 April voorkomende artikel „De beruchte zedenschandalen te 3ss" aan den minister van Justitie ten laste gelegde feiten en tevens tot verwerping van het cassatieberoep tegen het arrest van ge noemd gerechtshof, waarbij mr. Rost van Tonningen naar aanleiding van bovenbe doeld artikel wegens smaadschrift is veroor deeld tot een geldboete van 200 gulden subs. 50 dagen hechtenis. De Hooge Raad zal op 23 October arrest wijzen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 10