H
Het
werk
a
POOLSCHE VLUCHTELINGEN
stroomen Hongarije binnen.
Bloedtransfusie
^meen,c de fiets tegen een mi-
aan den
Noordoostpolder
WILNA, STAD VAN
HET DONKER.
DINSDAG 26 SEPTEMBER 1939
H A A R E E M'S D A G B E A D
Eindelooze karavanen van auto's en
andere voertuigen.
UNGVAR, September.
(Van onzen Boedapester correspondent).
ET is een droevig schouwspel, men
denkt onwillekeurig aan den terug
keer van Napoleon's leger na den slag
bij de Berezina, wanneer men de uit
hun vaderland gevluchte Poolsche troepen over
de Poolsch-Hongaarsche grens Karpathorus-
land ziet binnentrekken. Eindelooze rijen
Poolsche soldaten in hun bruine uniformen
en met stalen helmen of ben eigenaardig model
scheeve petten op het hoofd. Zij hebben
massa's auto's en lage houten wagens met
twee paarden ervoor bij z-ich en verder tanks
van het bekende kleine type (waarmede men
bij regenweer goed op vochtig terrein kan
manoeuvreeren), alsmede tanks van grooter
formaat en bovendien stukken luchtaanval-
afweergeschut en zwaardere kanonnen, Roode
Kruis-auto's en keukenwagens. Op vracht
auto's en op open wagens en ook in autobus
sen worden soldaten vervoerd. En daartus-
schendoor gaan er ook lieele troepen te voet
en rijden er te paard. Telkens komt men
nieuwe colonnes tegen. Hoe dichter men de
grens nadert, hoe meer troepen men ziet.
Gisteren ontmoette ik er op mijn tocht van
de stad Ungvar naar de grens bij Uzok, welke
twee en een half uur duurde, ongeveer vier
duizend. Drieduizend man waren dezen vluch
telingen al voorafgegaan. In het ziekenhuis
van Ungvar heb ik tal van Poolsche gewonden
zien liggen, die er den nacht tevoren al waren
heengebracht.
Aan de grens zelf speelden zich hartver-
scheurendee tooneelen af. De grens ligt hier
op den weg op een hoogte van bijna duizend
meter. Slechts enkele maanden geleden heb
ben Polen en Hongarije hier een gemeen
schappelijke grens gekregen. Hongaarsche en
Poolsche officieren men heeft het in de
filmjournalen te Boedapest en te Warschau
kunnen zien omarmden toen elkaar in de
sneeuw op de hooge bergen. In Juli werd hier
een witte houten poort opgericht, die een
feestelijk aanzien heeft. Komende van den
Pooischen kant ontwaart men boven op de
poort het Hongaarsche en komende uit Hon
garije het Poolsche wapen. Verscheidene
Poolsche officieren omarmden, toen zij hier
thans aankwamen, de houten zuilen van de
poort en drukten him voorhoofd er tegen. Zij
hadden tranen in de oogen en enkelen barst
ten zelfs in snikken uit. De Hongaarsche
grensbewakers en soldaten stonden er ont
roerd bij, zij begrepen wat er in die mannen
moest omgaan, die nog een laatsten blik op
de bergen en dalen van him Poolsche vader
land konden werpen, dat thans, wie weet voor
hoelang en misschien ook wel voor goed,
achter hun lag. De Polen moesten hun wapens
afgeven en konden toen het Hongaarsche ge
bied binnentrekken. Veel soldaten hadden
zeer jonge gezichten, het waren jongens, die
niet ouder dan zestien of zeventien konden
zijn. Zij hadden als vrijwilligers dienst in het
leger genomen. Doch er waren ook veel oude
ren bij, die den wereldoorlog al moesten heb
ben meegemaakt. Er waren ook karren met
burger bewoners van het land, oude man
nen en vrouwen en kinderen, met wat huis
raad en beddegoed en manden en koffers en
kisten bij zich.
Veel meer vluchtelingen zijn in den aller-
uitersten oostelijken uithoek van Karpatho-
rusland over de grens gekomen. Men heeft
in twee dagen bij Körösmezo. ook wel Jasina
genoemd, niet minder dan vierduizend acht
honderd militaire auto's en drieduizend ze
venhonderd andere militaire voertuigen ge
teld. De wegen zijn bezaaid met Poolsche
troepen. Soms trachten twee of drie rijen
wagens naast elkaar te rijden. Het van den
tegenovergestelden kant komende verkeer
wordt hierdoor zoo goed als onmogelijk ge
maakt. Telkens stoot men op opeenhoopin-
gen van auto's en van karren en van paar
den. Ik -heb op mijn tocht van Ungvar naar
Körösmezo ongeveer twaalf uur in de klem
gezeten. We moesten telkens vrij lang wach
ten totdat de kluwen uiteen was gehaald en
we weer verder konden.
Dag eri nacht....
ER zijn in het oostelijke deel van Kar-
pathorusland in twee dagen alleen circa
honderdduizend man Poolsche troepen over
de grens gekomen. Dit getal is niet overdre
ven, al poogt men van bepaalde zijden te
beweren, dat de cijfers lager zijn. Zij trek
ken niet alleen overdag, maar ook gedu
rende den geheelen nacht dieper het land
in Er zijn veel officieren en hoofdofficieren
bij.
Ik heb te Rachov in de gelagkamer van
het hotel gezeten, die vol met officieren was.
En telkens kwamen er nieuwe binnen. De
Karpathen zijn des avonds pikdonker. De
wegen zijn niet verlicht, slechts hier en daar
ziet men op de hellingen van de reusachtige
berggevaartes een vuurtje branden, waaraan
herders zich warmen. Alleen aan den zwarten
hemel fonkelen de sterren en heel zelden
maar ziet men een lichtje, dat uit een huisje
of een hutje naar buiten dringt. Door dit
donkere landschap nu trekken de Poolsche
troenen. Soms zag men colonnes van auto's,
af en toe wel dertig of veertig stuks achter
elkaar. De lichten waren blauw of groen
oranje of rood gemaakt om in den oorlog
niet zoo gemakkelijk door den vijand ge
zien te kunnen worden. Het leverde een
eigenaardig schouwspel op. deze gekleurde
lichtjes langs de zich kronkelende bergwegen
via deze donkere wereld te zien bewegen.
De bewoners van de armoedige dorpjes in
Karnathorusland waren uit hun houten en
hun bontgeschilderde leemen huisjes naar
buiten komen loopen. Zij stonden urenlang,
blootsvoets, de mannen met rokachtige witte
broeken en de vrouwen in bonte kleeren, naar
het voorbijtrekken van de legercolonnes te
kijken. Soms praatten zij met een motorwxel-
rijder, die een defect aan zijn machine had.
dan weer gingen zij, wanneer een auto van
den berm afreed, een paar wagens tegen
elkaar aangebotst waren of. wat ook al ge
beurd is. een tank omkantelde.
Een paar Poolsche officieren vertelden
mij dat het geen zin meer gehad had in de
streek, waarin zij geweest waren, verder te
blijven doorvechten, daar zij niet alleen aan
den eenen kant de Duitschers en aan den
anderen kant de Russen als vijanden had
den, maar ook de Oekraïners tegen de Po
len in opstand waren gekomen en op de
Poolsche troepen en de Poolsche bevolking
schoten. Er zijn trouwens ook verschillende
Poolsche families in auto's naar Hongaarsch
grondgebied gevlucht.
Poolsche troepen kampeeren met hun
paarden en wagens op grasvelden aan beide
zijden van de wegen. Er zijn er ook al veel in
steden ondergebrcht. Hier te Ungvar heeft
men een groot aantal ondergebracht in hui
zij, die indertijd door Tsjechische beamb
ten bewoond werden, welke toen deze streek
weer tegen het einde van het vorig jaar
Hongaarsch geworden is, van hier verdwe
nen zijn. Enkele officieren wonen in een
hotel. Zij kunnen zich niet als de Poolsche
manschappen vrij op straat bewegen.
Over het algemeen heeft men in Hongarije
niet veel op met het idee dat de Russen de
buren van de Hongaren zullen worden. Men
heeft twintig jaar geleden genoeg met het
communisme, te stellen gehad en de herinne
ring aan dien tijd ligt eigenlijk nog altijd
versch in het geheugen. En de Joden, die in
zeer grooten getale in deze streken wonen,
zouden niet graag de Duitschers in de onmid
dellijke nabijheid willen hebben.
W. M. BEKAAR.
Opheffing der rundveeteelt-
regeling gevraagd.
Onder dagteekening van heden is door de
samenwerkende bonden ter bevordering van de
opheffing der kalverteeltregelïng een telegram
aan den minister van economische zaken ge
zonden.
In dit telegram wordt verwezen naar een
brief dato 27 April j.L, waaruit wordt gememo
reerd, dat de daarin genoemde reeds voorziene
omstandigheden, speciaal wat de belemmering
van dan aanvoer uit het buitenland betreft,
werkelijkheid is geworden, waardoor thans niets
meer mag worden nagelaten om de nationale
bodemproductie tot een maximale op te voeren,
teneinde de voeding van ons volk in de naaste
toekomst, zoo eenigszins mogelijk, te verzekeren.
Naar de meening van de samenwerkende bonden
is de vleeschconsumptie in ons land nog voor
groote uitbreiding vatbaar, mits de overheid
daartoe wenscht mee te werken, o.a. door om
zetbelasting en accijns op rundvleesch en
abattoirkosten enz. te verlagen.
Een gevolg hiervan zou zijn, dat van andere
voedingsstoffen, welke moeilijker kunnen wor
den verkregen, minder zou behoeven te worden
geconsumeerd.
Koningin zal Zaterdag Amsterdam
bezoeken.
Behoudens onvoorziene omstandig
heden is H. M. de Koningin voornemens,
Zaterdag 30 dezer een bezoek aan Am
sterdam te brengen, ter inspectie van
hetgeen op het gebied van de organi
satie der luchtbescherming is bereikt.
centraal georganiseerd.
Roode Kruis neemt
leiding op zich.
Honderdduizend
„donors" noodig.
Bloedtransfusie, de overbrenging van bloed
van den eenen mensch op den anderen, kan in
vele gevallen iemands leven redden. Het is
daarom, dat reeds jaren geleden in tal van
plaatsen bloedtransfusiediensten werden in
gesteld, welke op zuiver ideëele basis zijn ge
vestigd, doch zij waren in hoofdzaak op vre
destoestand berekend. Nederland wenscht en
hoopt buiten den oorlog te blijven, maar het
zou onverantwoord zijn, indien geen rekening
werd gehouden met de mogelijkheid, dat ons
land er niettemin in werd betrokken en in
dat onverhoopte geval zouden de totnutoe
bestaande plaatselijke organisaties onmach
tig zijn, het benoodigde bloed in voldoende
ma8e en in alle deelen des land te verschaffen
aan degenen, wier levens door bloedtekort
werden bedreigd. Doch ook afgezien van oor
logskansen moet een centralisatie en uitbrei
ding van de bestaande diensten een belang
van de eerste orde worden geacht.
Het Nederlanidsche Roode Kruis, dat sinds
bijna tien jaren op ongeveer vijftig plaatsen
over dergelijke diensten beschikt, heeft rnu op
verzoek van den inspecteur van den genees
kundigen dienst der landmacht en in overleg
met den onlangs afgetreden hoofd-inspecteur
der volksgezondheid dr. R. N. M. Eykel be
sloten deze organisatie zoodanig uit te bou
wen. dat zoowel in vredes- als in oorlogstijd
allen kunnen worden geholpen.
Zij, die zich bereid verklaren van hun bloed
een gedeelte af te staan, worden als „donor"
ingeschreven. Hoewel bloedtransfusie voor
den gever onschadelijk en pijnloos geschiedt,
moet zij op strenge en wetenschappelijke
wijze worden verricht. In het belang van bloed
gever en patient worden de donors gekeurd,
hun bloed wordt onderzocht en de groep,
waartoe het behoort, wordt bepaald. Immers
men kan niet zonder meer iemands bloed bij
een ander inspuiten, slechts bepaalde groepen
zijn geschikt voor elkaar.
Berekend is, dat in ons land ongeveer 100.000
donors noodig zijn om volledig in de behoefte
in oorlogstijd te kunnen voorzien. Men bedenke
wel, dat de bloedafgifte geheel gratis, uit
naastenliefde geschiedt en dat van iederen
donor niet meer dan zesmaal per jaar ten
hoogste een halve liter per keer kan worden
ne Kruis, Wit-Gele Kruis en vereeniging voor
luchtbescherming. Deze werfcommissie zal de
donors aanwerven onder de plaatselijke be
volking. Deze zullen worden gekeurd, zooveel
mogelijk ter plaatse, door specialisten, uit
gerust met een auto waarin een draagbaar
Röntgen-toestel, en de goedgekeurden zullen
door den administrateur in kaartsysteem wor
den gebracht. Zij zullen ten dienste staan bin
nen hun rayon voor burger en militairen in
vredes en oorlogstijd.
Naast gevallen, waarin de overbrenging op
den patient onmiddellijk kan geschieden is
een inrichting noodig, waarin het bloed kan
worden geconserveerd. In twee plaatsen
waarschijnlijk Amsterdam en Rotterdam
zal zulk een inrichting worden totstandge-
bracht, van waar ten behoeve van de weer
macht het bloed in speciale flesschen, naar
het gevechtsterrein kan worden vervoerd.
Voor dezen dienst kan men zich opgeven bij
de leiders van de plaatselijke Roode Kruis
Bloedtransfusiediensten of bij het secretari
aat van de Centrale Bloedtransfusie Commis
sie, Prinsessegracht 27, Den Haag.
Bijdragen ten gunste van de Roode Kruis
Bloedtransfusiediensten zullen met grooten
dank worden aanvaard door den penningmees
ter, den heer J. C. Baumann, burgemeester van
Overschie, postgironummer 138132.
HET AUTO-ONGELUK TE LONNEKER.
De zeventienjarige J. de Jong, die Zater
dagavond bij de autobotsing te Lonneker
zeer ernstig gewond werd, is in het zieken
huis „Ziekenzorg" te Enschedé overleden.
Het is gebleken, dat zich in de auto vijf
jongens van 15 tot 17 jaar hebben bevon
den.
De wagen behoorde aan den vader van
een der jongens. De negentienjarige monteur
W. bestuurde de auto. Hij reed, naar uit het
onderzoek der politie is komen vast te staan,
met zeer groote snelheid en verloor in een
bocht de macht over het stuur.
DISTRIBUTIE VAN LEVENS
MIDDELEN.
Het bestuur van den Nederlandschen Gros-
siersbond heeft tot den minister van defensie
het verzoek gericht, om daar gedurende de
eerste mobilisatiedagen ook tal van vracht
auto's in gebruik bij de levensmiddelen-be
drijven in beslag werden genomen, bij even
tueel nog te verwachten vorderingen van
motorrijtuigen geen vrachtauto's in d-iienst
dier bedrijven te requireeren en wel met het
oog op een regelmatige distributie van levens
middelen, welke door genoemde vorderingen
in ernstige mate wordt belemmerd.
MEISJE TEGEN VRACHTAUTO GEREDEN
EN ERNSTIG GEWOND.
Maandag is op den Goorscheweg te Lochem
jhet achtjarige meisje E. Lantink uit Verwolde,
litaire vrachtauto gereden en gevallen. Het
meisje kwam uit de richting van de buurtschap
Nettelhorst terwijl de vrachtauto uit de rich
ting Lochem naderde. De chauffeur trachtte nog
door krachtig te remmen en naar links uit te
wijken een aanrijding te voorkomen.
Het meisje kwam echter tegen den zijkant van
de auto terecht en sloeg tegen den grond. De
fiets raakte onder de auto en werd geheel ver
nield. Het slachtoffer is in zeer ernstigen toe
stand in het ziekenhuis te Zutphen opgenomen.
dat steeds binnen veertien dagen volkomen
regeneratie van het bloed zal zijn verkregen.
De leeftijdsgrenzen liggen tusschen 15 en 50
jaar, doch dit wil niet zeggen, dat personen,
die de vijftig reeds gepasseerd zijn als dat
tenminste niet al te lang geleden is niet
meer voor bloedafgifte geschikt zouden zijn.
In iedere gemeente, groot en klein, zal een
werfcommissie worden opgericht, samenge
steld zoo mogelijk uit den burgemeester, een.
vertegenwoordiger van het Roode Kruis, Groe
Wik eerstdaags
met den vasten
wal verkonden-.
De vlag in top Het eind van den door het syndicaat Noordoostpolder
te maken dijk is bereikt.
Het maken van kademuren, van dijken, het
uitbaggeren van rivieren of het normaliseeren,
het inpolderen en droogleggen, het is Neder
land op zijn best en toen wij een invitatie ont
vingen van het syndicaat Noord-oostpolder
oen nog eens te komen kijken, aangezien de
door deze combinatie, bestaande uit de firma
IJ, van Wijngaarden, de N.V. C. v. d. Hoeven
en de N.V. A. J. v. Haaf ten van de Lemmer uit
gelegde dijk ter lengte van 14 K.M. binnen
enkele dagen zijn eindpunt zal hebben bereikt,
accepteerden we onmiddellijk.
Van de Lemmer uit begint de tocht, waar
voor we zijn gekomen. Nog is er voor de Lem
mer een gat in den dijk van enkele tientallen
meters, dat zoo lang is opengehouden voor de
scheepvaart, maar dit wordt al kleiner en
kleiner. Aan weerszijden liggen drijvende kra
nen met daarnaast bakken met kleileem. Elk
oogenblik daalt een grijper neer, bijt zich in
het leem in, een knarsen en steunen, de muil
sluit zich. Vijf a zes kubieke meter van de
taaie, zware substantie zwaaien door 't lucht
ruim, om precies daar te worden gedeponeerd,
waar men ze wil hebben. Het is merkwaardig
te zien, hoe de kraanmachinist met zijn grij
per manipuleert. Systematisch te werk gaande,
weet hij alle hoekjes van den bak te bereiken.
Een werk van vijf millioen.
De dijk voor den Noordoostpolder is in ver
schillende perceelen aanbesteed en nadert
thans zijn voltooiing; slechts voor een stuk
van 4 KM. tusschen Urk en de provincie Over-
ijsel moet de aanbesteding nog plaats vinden
Het syndicaat Noordoostpolder nam 14 K.M.
voor zijn rekening en onze motorboot voert on?
thans naar het uiterste punt. De kilometer-
palen voor de scheepvaart staan er al, even
als een baken, waarop reeds een kraaienfanii-
lie haar intrek heeft genomen. 14 K.M., haast
drie uur gaans, het is een heele lengte en ze
vertegenwoordigt tegen rond f 335.000 per K.M.
een bedrag van rond 5 millioen. In drie sei
zoenen voor den dijkaanleg kan men, in
verband met de weersomstandigheden slechts
werken van April tot November werd dit
werk tot stand gebracht. Nog slechts enkele
dagen, dan zal voor wat het genoemde syndi
caat betreft, het werk zijn volbracht.
Het is een heele tocht. Als we het einde van
den dijk naderen, zien we op niet te grooten
afstand het materieel van de firma, weike een
ander deel van den dijk voor haar rekening
nacn. Zoo bouwt men dus naar elkaar toe. Het
gat, dat nu nog naar schatting 500 M. breed
is, zal met enkele weken tot het verleden be-
hooren. Dan zal ook Urk met den vasten wal
zijn verbonden. Natuurlijk moet dan de dijk
worden afgewerkt.
Op een dennetje, ter zijde van het dij-kii-
chaam, staat het getal 14060, dit beteOkent
14.060 M. lengte van het werk -door het syn
dicaat Noordoostpolder to maken. Nu volgt een
kleine plechtigheid. Op het punt, waai- de dijk
eindigt, welken het syndicaat voor zijn reke
ning nam, wordt een stok in den grond gesto
ken en de heer C. J. v. d. Hoeven, in tegen
woordigheid van den heer A. J. v. Haaften,
eveneens tot deze combinatie behoorend,
hijscht de Nederlandsche driekleur. Hij com
plimenteert de uitvoerders, de heeren Boer en
Tigchelaar. Ze hebben prachtig werk geleverd,
immers de opleveringstermijn voor de eerste
10 K.M. was 31 December 1939. doch zij vol
tooiden binnen deze contractperiode 14 K.M.
In 1941 gereed.
In 1941 hoopt men met de drooglegging
van den Noordoostpolder gereed te zijn, on
voorziene omstandigheden voorbehouden. Dan
zal weder een groot stuk vruchtbaar land aan
ons grondgebied zijn toegevoegd tot eer van
onze natie en die der waterbouwkundigen in
het bijzonder.
Nog is er een gat van ongeveer 500 meter, dat echter dagelijks kleiner wordt.
Wilna ligt 428 K.M. van Warschau. De D-trein
raast in 5l/z uur langs dit traject en stopt drie
keer. Als men, komend uit moerassige bosschen,
waartusschen de nevel hangt, de stad nadert,
staan boven het dal, met het steeds grooter wor
den aantal lichten, drie witte kruisen. Het is het
stigma van de nederzetting, de plaats, waar eens
drie Franciscaners door de heidensche Litauers
gemarteld werden.
Het station ligt ver buiten Wilna. De grijze
koetsier op den hoogen bok van de droschka
moppert in de hemel weet, wat voor taal. Ge
zakt diep weg in onmogelijk versleten leeren
kussens, de lantarens van het voertuig branden
niet. Daarbij is dit open rijtuig heel nauw,
scheef en wankel, de weg heel lang en het pla
veisel bijna als een geploegde akker. Ge rijdt
langs lage, scheeve huizenrijen, waartusschen de
hoefslag doordreunt. Geen licht valt door de
ramen. Het is alsof al het leven uitgestorven is.
Daar begint de hoofdstraat van de stad, de
Mickiewicza, eveneens zonder tram of bus, met
een bar slecht plaveisel tusschen lage houten
huizen. Aan de andere zijde van de brug over
de Wilja praalt een Russische kerk.
De groote kathedraal spreidt een overmaat
van klassicisme ten toon, rechts er van staat de
Campanile op een voetstuk uit den heidenschen
tijd. Alles, ook het heilige, is hier van een
eenigszins brute kracht, dreigend, als in koorts
gloed. Vooraan, in de zilveren kapel, rust de
heilige Kasimir, de schutspatroon van Litauen.
Een berg, bekroond door een slot, verheft zich
midden in de stad; van zijn hoogte kijkt men
over het door heuvels ingesloten Wilna in het
bochtige dal van de Wilja, over al de bonte, veel
vormige torens van zijn Godshuizen. In hoeveel
talen en hoeveel soorten van geloof roepen ze
God aan in deze stad! Zij is vol torens en klok
ken. En ginds de wouden met hun moerassen.
Door het groen van het stadspark schemert
het baksteenrood van St. Anna. Een kerk en een
kerkje en nog een toren, een heele heilige wijk.
Het kerkje is een kleinood, de wonderlijk leven
dige voorgevel met zijn Gothische baksteen-
randen maakt een blijden en ernstigen indruk
tegelijk. Een meester uit Mariënburg heeft dit
St. Anna gebouwd, en Napoleon, die in 1812
over Wilna naar Rusland trok, hield zooveel van
dit bouwwerk, dat hij het wilde laten afbreken,
om het in Parijs weer op te bouwen.
Deze stad is vol vroomheid en wreedheid. Er
is bijna geen huis, waar geen bloed gevloeid
heeft voor de vrijheid en voor de stad. Haar op
komst dateert uit den tijd, dat Litauen met
Polen vereenigd werd, in het laatste kwart van
de 14de eeuw. Wilna (de Polen zeggen Wilno)
was de oude hoofdstad van Litauen geweest, en
de Litauers hadden van de Polen het Christen
dom overgenomen. Jezuieten stichtten hier in
1578 een academie, de wortel der latere univer
siteit. Dat werd toen een twistappel meer.
Nu staan we aan den buitenkant bij de Ostra
Brama, de „scherpe poort", waar menschen op
alle tijden van den dag knielen. Het is een poort
van den ouden stadsmuur, waarboven in den to
ren een altaar met ean Madonnabeeld gebouwd
werd, even zwart en met evenveel zilver bedekt
als dat van Tschenstochau. Men kan erbij klim
men, men kan het echter ook van de straat af
zien. Zoo knielen de menschen op de trottoirs,
rechts en links, in het midden stroomt het ver
keer, en er is geen Rus en geen Jood, die zijn
hoed niet afneemt voor het wonderbeeld daar
omhoog. Meestal hangt er een zilveren gordijn
voor het beeld, maar op zekere tijden kijkt het
neer op het gewoel. Dan zwellen de gebeden en
gezangen aan, de auto's rijden langzamer en
allen, die voorbij gaan, schijnen wat minder be
last. Rechts en links van de Ostra Brama staan,
als burchten door muren omsloten, door oer
oude linden omgeven, Russische kerken. Ver
laten en gesloten.
Van de Ostra Brama loopt een vroolijke weg
door met berken begroeid heuvelland naar de
Rossa, het groote kerkhof van de stad temidden
der bosschen. Ernaast ligt een klein soldaten-
kerkhof. Middenin een heel groote marmeren
plaat: hier rust de Moeder van maarschalk Pil-
soedski, hier, aan haar voeten, rust het hart van
den maarschalk.
Wat hield men van haar en wat houdt men
nog van haar, van deze donk°re stad, wat is er
om harentwil geleden. Pilsoedski, kind van dit
land van Wilna, liet hier zijn hart begraven, de
Litauers houden nog altijd van Wilna, deze stad
van hun geschiedenis, de hoofdstad van het
Grootvorstendom Litauen. En ook de Polen heb
ben voor hun Wilno geleden, in 1655, toen de
Russen voor den eersten keer kwamen, in 1795
weer, en zoo voort, tot de stad van 1916 af
Poolsch was.
Geen huis, waarin geen samenzwering ge
weest is, waarin niet gemarteld of veroordeeld
is, uit liefde voor Wilna, waar een Mickiewicz,
een Slowacki, de groote dichters van het Pool
sche volk, studeerden en meededen aan de
samenzweringen. Veertig jaar lang was het ver
boden, in het openbaar Poolsch te spreken
Maar er is nog een stad in de stad, de „zwarte
wijk", het Ghetto van de Joden met hun schild-
vormige kapjes. Het is er nog donkerder dan in
de Jodenwijken van Krakau en Warschau, hier
en daar overwelfd door middeleeuwsche steenen
bogen, het lijkt ouder en kleiner en men vraagt
zich af, waar dan toch die 70.000 Joden, een
derde van de bewoners van Wilna, huizen.
In deze wijk en in deze stad, waar het ver
leden loert en de herinnering walmt, verlangt
men weg te komen naar het Noorden, weg van
bosschen en moerassen, van ikonen en hijgend
biddende menschen, naar oorden waar de zee
is en de nachten niet zoo donker worden, of naar
het Zuiden, waar alles zoo helder lijkt en zon
der geheimenis, zonder visioenen en zonder
huivering. Hier echter moet de mensch bidden,
dag en nacht, bij koude en warmte; want hier
wordt het heden verleden, het verleden heden
en alles een zware droom.
H. ST.
De zaak-Oss en liet Nationale
Dagblad.
De procureur-generaal bij den Hoogen
Raad heeft geconcludeerd tot verwerping
van het cassatieberoep van mr. M. M. Rost
van Tonningen tegen de beschikking van het
Haagsche Gerechtshof, waarbij is afgewezen
zijn ter terechtzitting gedaan verzoek om te
worden toegelaten tot het bewijs der waar
heid van de in het in het Nationaal Dag
blad van Woensdag 13 April voorkomende
artikel „De beruchte zedenschandalen te
3ss" aan den minister van Justitie ten laste
gelegde feiten en tevens tot verwerping van
het cassatieberoep tegen het arrest van ge
noemd gerechtshof, waarbij mr. Rost van
Tonningen naar aanleiding van bovenbe
doeld artikel wegens smaadschrift is veroor
deeld tot een geldboete van 200 gulden subs.
50 dagen hechtenis.
De Hooge Raad zal op 23 October arrest
wijzen.