K
"'groent#
STOFZUIGERS
't Qaede taint
r
Franken's Broodfabrieken
Rubriek voor Vragen
WOENSDAG 4 OCTOBER 1939
HAARLEM'S DAGBEAD
PROVINCIALE BEGROOTING
NOORD-HOIXAND 1940.
Weer een uitkeering aan het
Wegenfonds van f 1.000.000.—.
HET ONTGINNINGSWERK YOOKLOOPIG
OPGESCHORT.
Belasting-opcenlen blijven ongewijzigd.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben de
begrooting der provincie voor 1940 aan de
Prov. Staten aangeboden. Het eindcijfer de
zer begrooting is 61.674.800.
Afgezien van een kleine verhooging wegens
normaal accres van de grondbelasting op
gebouwde eigendommen, meenen Ged. Staten
de opbrengst van één opcent op de verschil
lende belastingen op hetzelfde bedrag als ver
leden jaar te mogen ramen. De gegevens van
de rijksadministratie, die van voor het in
treden van de huidige buitengewone omstan
digheden dateeren, gaven grond voor het ver
moeden dat deze raming zou worden over
troffen. Er blijft dus bij het behoud van de
oude cijfers nog eenige speling voor het op
vangen van nadeelige gevolgen van den te-
genwoordigen toestand, die in de laatste vier
maanden van 1939 tot uiting kunnen komen.
De verlaging van het aantal opcenten van
twintig tot achttien, waartoe verleden jaar
besloten werd. kan worden gehandhaafd.
De opbrengst der belastingen is geraamd op
3.987.000.
De begrooting wordt gunstig beïnvloed door
het batig saldo van den dienst 1937
2.097.119) dat aan den dienst 1940 ten goe
de komt. Van de als gevolg daarvan ontstaan
de ruimte hebben Ged. Staten gebruik ge
maakt om de jaarlijksche uitkeering uit de
gewone middelen aan het Wegenfonds, welke
geleidelijk tot 250.000 is teruggeloopen, we
derom op' 1.000.000.— te ramen.
Voor onvoorziene uitgaven blijft dan nog
f 829.421.26V2 beschikbaar.
Ged. Staten hebben een nieuwen post op de
begrooting gebracht. Onder de verzoeken om
bijdragen voor de restauratie van monumen
ten zijn er, die over zoo geringe bedragen loo-
pen, dat de kosten van het drukken van een
desbetreffende voordracht aan de Prov. Sta
ten buiten redelijke verhouding staan tot het
toe te kennen subsidie. Het is daarom ge-
wenscht, dat Ged. Staten in bepaalde geval
len kunnen beschikken over een crediet, waar
uit zij, naar de'in het algemeen bij de subsi-
dieering van monumenten-restauraties ge
volgde regelen, kleine bijdragen kunnen ver-
leenen.
Ged. Staten brengen voorts onder de aan
dacht, dat tot nu toe geen gebruik kon wor
den gemaakt van de bij de begrooting voor
1939 in het ontginningsfonds gestorte mid
delen ten bedrage van 500.000. welke, gelijk
bekend is. in de eerste plaats bestemd waren
om de uitvoering door het Rijk mogelijk te
maken van een groot ontginningswerk in de
ze provincie. Ged. Staten meenden te mo
gen verwachten, dat terzake in den loop van
1939 overeenstemming tusschen Rijk en Pro
vincie zou worden bereikt, maar de onder
handelingen hebben nog niet tot een defini
tief resultaat geleid en de thans ingetreden
buitengewone omstandigheden zullen er on
getwijfeld toe leiden, dat de uitvoering van
dit werk, waarvoor zeer veel thans in beperk
te mate beschikbaar materiaal noodig zou
zijn, althans voor onbepaalden tijd zal wor
den opgeschort.
Het ligt in het voornemen van Ged. Staten
thans in overleg met de daarbij betrokken
Rijksautoriteiten naar andere objecten uit te
zien, welker uitvoering onder de huidige om
standigheden minder bezwaren ontmoet, en
de middelen uit het Ontgmningsfonds zullen
mede daarvoor worden aangewend.
Van het fonds tot gedeeltelijke reservee
ring van batige saldi ad 1.000.000—, het
welk, over vier jaren verdeeld, door de Prov.
Staten beschikbaar is gesteld voor de finan
ciering van extra maatregelen tot bestrij
ding van de werkloosheid de bevordering
van industrialisatie daaronder begrepen is
het laatste vierde gedeelte ad 250.000.— op
de begrooting voor 1939 gebracht, zoodat deze
post op de thans aangeboden begrooting niet
meer voorkomt. Het op de begrooting voor
1939 uitgetrokken vierde gedeelte is echter
nog niet gebruikt, en hierover kan dus thans
nog worden beschikt. Ged. Staten meenen nu,
dat het aanbeveling verdient van dit bedrag
ad 250.000.— een gedeelte, ter grootte van
175.000.— te storten in het Ontginnings
fonds.
Ook voor de uitgaven voor de ontginning
van „de Eendracht", voor zoover niet gedekt
door Rijkssubsidie, en welke tot nu toe uit
meergenoemden post van 250.000— werden
betaald, zal dan voor het vervolg uit het Ont
ginningsfonds worden geput.
Het van bovenbedoelde J 250.000.— restee-
rende bedrag van 75.000— ware te storten
in een nieuw te vormen fonds voor den Eco-
nomisch-Technologischen Dienst.
Daar de door de Provincie gedurende de
laatste jaren op voorstel van den Economisch-
Technologischen Dienst voor het instandhou
den en uitbreiden van bestaande, alsmede
voor het in het leven roepen van nieuwe on
dernemingen verleende bijdragen mede wer
den geput uit het vermelde crediet van telken
jare 250.000.— moeten namelijk, wil de
Provincie met het verstrekken van dergelijke
bijdragen voortgaan, hetgeen volgens Ged.
Staten gewenscht is te achten, middelen wor
den aangewezen voor de financiering van
deze bijdragen. Dat wij tot dat doel de instel
ling van een fonds voorstaan, wordt verklaard
door de omstandigheid, dat de steun, welken
de Provincie op dit terrein aan het bedrijfs
leven geeft, niet alleen in den vorm van bij
dragen a fonds perdu, maar ook in dien van
het verstrekken van rentegevende of rente-
looze voorschotten verleend wordt, zoodat ook
herhaaldelijk betalingen aan de Provincie
plaats vinden (aflossingen, rente). Ten einde
het nu mogelijk te maken, dat de terug
vloeiende middelen weer voor een gelijk doel
worden gebruikt, zal voor dit onderdeel een
afzonderlijk fonds in het leven zijn te roe
pen, ten behoeve waarvan die middelen in
ontvangst kunnen worden geboekt.
Van het P. E. N. wordt weer een bedrag van
80.400 ontvangen als terugbetaling van de
tekorten die in de jaren 1921-1931 door dit
electriciteitsbedrijf geleden zijn en die door
de provincie zijn voorgeschoten (totaal
804.000).
4.500 is uitgetrokken als subsidie aan de
H. O. V.
AMBTSAANVAARDING
PROFESSOR PH. A. N. HOUWING.
Mr. Ph. A. N. Houwing heeft heden zijn
ambt van gewoon hoogleeraar in het burger
lijk recht, het handelsrecht en faillissements-
rcht en het internationaal privaatrecht aan
de Nederlandsche Economische Hoogeschool te
Rotterdam aanvaard met het uitspreken van
een rede over ..Onrechtmatigheid en schuld
ln art. 1401 B.W.",
De moeilijkheden in liet
kruideniersbedrijf.
Een dringend verzoek aan den Minister van
Economische Zaken.
Dinsdagavond had in de bovenzaal van café
restaurant Brinkmann, Groote Markt, een ver
gadering plaats, uitsluitend voor georganiseerde
kruideniers en comestibleshandelaren en uitge
schreven door Eendracht maakt Macht, Ons
Belang en de Haarl. Inkoopvereeniging. met
medewerking van de Haarlemsche Inkoop Cen
trale.
Als sprekers traden op de heeren J. C. Cor-
nelissen en S. Hopman, beien uit Amsterdam.
De vergadering stond onder leiding van den
heer H. van Beek, voorzitter van de Haarl. In
koopvereeniging, die in zijn openingswoord de
aandacht vestigde op de moeilijkheden die de
kruideniers tegenwoordig ondervinden in ver
band met de levering van suiker en van de
prijsopdrijvingswet. Spr. bracht hulde aan den
burgemeester van Haarlem, die een telegram
naar de Akkerbouwcentrale heeft gezonden,
hetgeen tengevolge had, dat meer suiker voor
Haarlem werd beschikbaar gesteld.
Getracht moet worden, gezamenlijk een oplos
sing voor de moeilijkheden te vinden.
Hierna was het woord aan den heer Corne-
lissen, voorzitter van de vereeniging „Door Een
dracht Macht" te Amsterdam. Het is goed, zeide
spr. o.a., dat het publiek bekend wordt met de
moeilijkheden, waarmede de kruideniers in de
zen tijd hebben te kampen. De organisaties zul
len elkaar in een centraal punt moeten vinden.
Voorop zij gesteld dat de kruideniers de regee
ring gaarne willen steunen in deze moeilijke
dagen, maar zij stellen daar eenige wenschen
tegenover. De kruideniers hebben eenige mee-
ningsverschillen met.de ambtenaren belast met
de uitvoering der regeeringsmaatregelen. Van
die maatregelen zijn de landelijke organisaties
niet altijd tijdig op de hoogte gesteld. Vele me-
dedeelingen zijn alleen door de radio gedaan,
Het tekort aan suiker. Dat heeft veel ergernis
gegeven. Waarom heeft de minister voor de ra
dio verklaard, dat er niet een suikertekort was,
maar een tij d el ij k tekort en had de minister
bij de huisvrouwen op zuinigheid aangedron
gen, dan zou dit veel moeilijkheden voorkomen
hebben.
Op 1 Augustus is de voorraad opgemaakt en
wat er over was. was lang niet toereikend tot
1 October. Tot dien datum was er een tekort
van een 14000 a 15000 ton suiker. Men heeft dit
niet erkend en het publiek heeft het niet gewe
ten. Naturlijk werden de menschen toen onte
vreden en keerden zich tegen de winkeliers.
Er is op het oogenblik een tekort aan vele
artikelen. Aan het publiek mag slechts 50 a 75
pet. worden geleverd van de hoeveelheid van
verleden jaar: zeep, soda, havermout, lucifers
enz. Dit is nog tot daaraan toè, maar dan is er
nog de prijsstijging. De winkeliers mogen alleen
de prijzen berekenen van Augustus en niet de
vervangingswaarde die zij moeten berekenen
bij het inslaan van nieuwe voorraden. En da
gelijks krijgen de winkeliers berichten van
prijsverhooging. Wanneer gezegd wordt dat er
geen prijsverhooging is, is dit een bewuste leu
gen. (Applaus).
Ook artikelen die geïmporteerd moeten wor
den, stijgen in prijs: zuidvruchten, vischconser-
ven enz. Voor pruimen vroeg men in den groot_
handel op 19 Augustus f 14.50, nu f 21,50. ,Zoo
gaat het met pinkzalm, muskaatnoten (die van
f 42 op f 49 kwamen), witte peper enz. Het is
dus wel zeer wenschelijk dat de winkeliers hun
vervangingsprijs mogen berekenen. Zij moeten
nu verkoopen tegen een prijs, waarvoor zij niet
meer kunnen inkoopen. Op die manier moeten
zij een deel van hun werkkapitaal weggeven.
Dit is economisch niet te verantwoorden. En
dan is nog niet in aanmerking genomen de
dekking van de onkosten en van het levens
onderhoud der winkeliers)
Tenslotte merkte spr. op dat de faney-prijzen
uit den oorlog 19141918 niet te wachten zijn;
de regeering zal daartegen wel maatregelen ne
men er. drukte hij den winkeliers op het hart,
hun goed humeur en de beleefdheid tegenover
het publiek niet te verliezen: „de klant is ko
ning!''
Na een korte pauze sprak de heer S. Hopman,
bondspropagandist en waarnemend directeur
van het bureau van den Kruideniersbond.
Bij de komende distributie van levensmidde
len, zoo begon spr., zal het klachten regenen.
Maar Den Haag zal op die klachten niet reagee-
ren; men zal er geen tijd voor hebben. De krui-
45 BEKENDE MERKEN Ook in huurkoop.
DE STOFZUIGER CENTRALE HAGEMAN,
GED. OUDE GRACHT 52 - TELEF. 12762
(Adv. lngez. Med.)
deniers zullen zich dan moeten wenden tot hun
organisaties, die voor contact met de regeering
zullen zorgen.
Er zal kom^n een zuiver administratieve dis
tributie. Het is al begonnen met het doen in
vullen van een enquête-formulier door de win
keliers, maar slechts 90 pet. hebben die formu
lieren goed kunnen invullen, omdat de mid
denstand over het algemeen zelf geen goede
goede administratie voert en geen overzicht
van zijn bedrijven heeft.
Die enquête-formulieren zullen de basis moe
ten worden voor de toewijzing. Voor hen die de
formulieren glad verkeerd hebben ingevuld, zal
dit uitloopen op groote moeilijkheden en narig
heid.
Op een bepaalden dag van elke week zullen
de winkeliers naar het distributiekantoor moe
ten gaan met hun gegevens. Wie dit een keer
overslaat, wordt dan zelf een week van de dis
tributie uitgesloten.
En op elke overtreding van de distributiebe
palingen (meer leveren dan mag enz.) staat
straf. Spr. gaf in dit verband nog eenige wen
ken en wees op het groote nadeel van ver
deeldheid en afgunst in den middenstand. Deze
euvels zijn vooral zeer groot onder de kruide
niers. Veel meer eenheid is noodig, anders ziet
het er voor den middentsand slecht uit. Het is
nu de tijd voor algemeene verbroedering, sa
menwerking en verdraagzaamheid in den mid
denstand.
Een telegram aan den
minister.
Zij nog vermeld dat na de pauze besloten
werd het volgende telegram te verzenden aan
den Minister van Economische Zaken:
„De georganiseerde kruideniers te Haarlem
en omgeving in vergadering bijeen, verzoeken
u dringend, het daarheen te leiden, dat klein
handelsprijzen mogen worden berekend tegen
de vervangingswaarde plus normale kleinhan
delswinst".
OPMERKINGEN VAN LEZERS.
De gemobiliseerden in groote en
kleine plaatsen.
Een onzer lezers, die thans gemobiliseerd is,
schrijft ons:
In vele bladen kan de burgerbevolking lezen
hoe voor ontspanning en verrassingen
(b.v. boeken, sigaren, sigaretten, enz.) voor ge-
mobilseerden gezorgd wordt. Dit is zeker toe te
juichen. De verdeeling is echter niet altijd
even juist. In de groote garnizoenplaatsen zor
gen de Padvinders er voor. In de kleine plaatsen
zien de jongens echter niets van dat alles.
Meent u nu niet, dat wij het onze kameraden
misgunnen, maar de verhouding is wat scheef.
In de groote steden hebben de gemobiliseerden
vele dingen vóór, zooals b.v.: bioscoop, goede
cantines enz. In kleine plaatsjes zijn die niet.
Kan hierin geen verandering worden gebracht?
Misschien kan een of ander comité deze zaak
eens onder de oogen zien?
Voor daaglijks brood het goede
nemen,
Is steeds een daad van wijs beleid;
Verkeerd is: enkele centen sparen
Ten koste van de Kwaliteit
Haarlem - Heemstede - Bloemèndaal
(Adv. lngez. Med.)
Geldleeningen Noord-Holland.
Totaal ƒ6.682.000.—.
Ged. Staten van Noord-Holland stellen aan
de Prov. Staten voor de volgende geldlee
ningen aan te gaan:
a. 56.000— wegens bijdrage voor den
bouw van een nieuwe sluis te IJmuiden met
bijkomende werken en verbeteringen van het
Noordzeekanaal;
b. 556.000— wegens bijdrage voor den
bouw van een spoorwegtunnel te Velsen on
der het Noordzeekanaal;
c.. 5.310.000— wegens kosten van uitbrei
dingswerken ten behoeve van het Provinciaal
Electriciteitsbedrijf;
d. 745.000.— wegens kosten van uitbrei
dingswerken ten behoeve van het Provinciaal
Waterleidingbedrijf;
e. 15.000 wegens uitkeering aan de Pro
vinciale Ziekenhuizen voor onvoorziene wer
ken van buitengewonen aard.
Deze leeningen zullen worden aangegaan
tegen een reëele rente van ten hoogste 5 pCt.
's jaars.
„De geheimen der Sahara".
Filmvoordracht van Mr. Th. Regout voor de
Volksuniversiteit.
De Volksuniversiteit heeft Dinsdagavond het
seizoen geopend met een zeer interessante
filmvoordracht van mr. Th. Regout over „De
geheimen van de Sahara en Soudan".
De zaal van het Gebouw der Vrijz. Hervorm
den aan de Jacobstraat was zeer goed bezet.
De voordracht was in alle opzichten de moei
te waard. De film was uitstekend opgenomen, de
kleurenopnemingen waren voortreffelijk, dé
muzikale begeleiding, bijtijds onderbroken door
een toepasselijk woord, verdient lof, en de le
zing zelf. boeide.
Indien men komt in het wilde gebied van de
Sahara dan moet men steeds de sporen in het
oog houden, dit naar het water leiden aldus mr.
Regout.
De expeditie van mr. Regout ging over het
Atlasgebergte naar Biskra en dan dieper de
woestijn in. De auto Jrok door de eenzame
zandvlakten. In de woestijn vonden de expedi
tieleden duidelijk rivierbeddingen, waar echter
geen druppel water in zat.
Sedert menschenheugenis hebben daar nooit
rivieren gestroomd. Deze beddingen moeten
dateeren uit den ijstijd, toen in dit gebied een
ander klimaat heerschte.
Spr. vertelde over een bezoek aan een Arthe-
sisch waterbekken; hier wordt uit een onder-
grondsche rivier 600 millioen Liter water per
dag door een bron omhoog gespoten.
In een oase bevinden zich burgemeester en
wethouders, er is compleet een stad, een Mos
kee, en er zijn oorden van plezier.
In het hartje van de woestijn bevindt zich het
Hoggorgebergte, waar de befaamde Touaregs
wonen. Ook hier bracht mr. Regout een bezoek.
Om daar te komen werd gebruik gemaakt van
kameelen, de merkwaardige beesten, die met
de bloote voeten bestuurd moeten worden.
Bij de Touaregs heerscht een merkwaardige
overheersching der vrouwen. De vrouw bepaalt
den stand van het kind. De vrouwen zijn zeer
dichterlijk aangelegd, zij hebben een jour, een
ontvangdag waarop zij de mannen om zich heen
verzamelden, die haar bevallen. Tijdens die ont
vangsten worden o.m. gedichten voorgedragen.
Mr. Regout verhaalde over de geschiedenis
der Touaregs, de expedities die er heen wer
den gestuurd en tenslotte de onderwerping
door de Franschen.
Na de pauze werd het bezoek aan de neger
stammen besprokne. Ook de hier vervaardigde
filmopnemingen waren zeer fraai. Het publiek
toonde zich dan ook zeer dankbaar voor het
gebodene.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Haarlemsche Arrondissements-
Rechtbank werden de volgende faillissemen
ten uitgesproken:
E. Snel, handelende onder de firma Kunst
aardewerkfabriek „Velsen", koopman in
kunstaardewerk, wonende te Velsen, Velser-
brugweg 98, Curator Mr. D. de Jong te Haar
lem.
Jer. van Haaster, bloembollenhandelaar,
wonende te Hillegom, van Meerbeekstraat 29.
Curatrice mevr. mr. C. L. Vis-Sanders te
Haarlem. Rechter-Commissaris in beide fail-
Pseudoniem.
doorB. VAN STEENWIJK.
EES KALKOEN behoorde tot de „stil
len" in den lande, d.w.z., dat hij alles
vermeed wat hem op den voorgrond
zou kunnen plaatsen. Overigens zat hij
in het geheel niet stil. Hij werkte hard en culti
veerde zeer zorgvuldig zijn litteraire gaven. Aan
enkele vereenigingsorganen léverde hij zijn zeer
gewaardeerde bijdragen, ja zelfs waren reeds
eenige novellen van hem in een maandblad op
genomen.
Dit moge op het eerste gezicht den indruk
wekken, dat 't hierboven neergeschrevene niet
juist zou zijn. Niets is echter minder waar. Hij
had inderdaad alles gedaan wat in zijn vermo
gen was om te vermijden, dat men zou kunnen
raden, dat hij de schrijver van een bepaald ar
tikel was. Hij had in den loop van den tijd een
bijzondere flair gekregen in het kiezen van
schuilnamen, en hij had de betreffende redac
teuren ook zoo leeren te bepraten dat het wer
kelijk niet uitlekte wie de schrijver van de no
velle „De Boom" of van het artikel „Over syllo
gisme" was.
Éénmaal was het bekend geworden, dat hij
de schrijver van het artikel „De Vriendschap"
was geweest. Dat is waar. En dat was nog wel
geschied door een onvoorzichtigheid van den
redacteur van Tiet blad „De zekere gids". Maar
deze heeft voor zijn onvoorzichtigheid zwaar
moeten boeten. Kees Kalkoen weigerde in de
eerste plaats constantelijk ooit nog eenige regel
voor dat blad te schrijven, maar voorts bedank
te hij ook als lid van de vereeniging, welke dat
orgaan uitgaf.
Die houding was begrijpelijk. Zóólang hij zich
kon herinneren had hij er een hekel aan ge
had zijn wérk te hooren prijzen door menschen,
die feitelijk over de juiste waarde van de ge
leverde prestatie niet goed konden oordeelen.
Als ze thuis er over begonnen waren, dat Kees
toch weer zoo'n mooi rapport had gehad en
„zoo'n reuze hoog cijfer voor Nederlandsch",
dan kneep hij uit. Dat vond men gek, maar hij
vond het integendeel gek, en voelde zich gege
neerd, dat men zoo over zijn werk kon praten.
Voortdurend had hij het gevoel dat de heele
familie trotsch op hem was, doch zich slechts tot
waardeering voor zijn arbeid kon opwerken als
een ander een prijzend oordeel had uitgespro
ken. Pas wanneer een buitenstaander had laten
blijken, dat er iets te loven viel, konden zij hem
bijvallen.
Z'n vader, z'n moeder, z'n zuster, z'n broers, z'n
ooms en tantes wisten dat Kees anders was dan
zij, meer zou gaan beteekenen dan zij, doch zij
wisten niet waarom zij dat wisten. Zij voelden
telkens weer, dat hij boven hen uit zou groeien,
maar zij konden voor dat gevoel geen andere
reden opgeven dan: ,hij heeft zoo iets bijzon
ders over zich", of: „hij zit zoo maar urenlang
te schrijven". En als ze heelemaal niets meer
te zeggen wisten, kwam als sluitstuk van het
gesprek, dat o zoo dikwijls werd gevoerd, de
constateermg: „je moet maar denken, dat stille
waters diepe gronden hebben".
Dat kón Kees Kalkoen niet hebben. Hij her
innerde zich bijna dagelijks de marteling, welke
hij had moeten ondergaan toen men thuis had
gehoord, dat hij dat artikel „De Vriendschap"
had geschreven. Zelf had hij het niet zoo erg
best gevonden, maar anderen vonden het heel
goed en een van die anderen had het bij
hem thuis verteld, dat hun zoon, hun broer de
schrijver ervan was geweest. Ze waren er
allemaal overweldigd door geweest. Moeder had
tranen in haar oogen gekregen toen ze 't stuk
had gelezen hoewel het nóch sentimenteel
nóch tragisch was; vader had, zonder dat hij T
gelezen had, een fuifje willen aanrichten, waar
van Kees hem alleen met heel veel moeite had
kunnen terughouden. Zijn broer Jan, die wat
jaloersch was geworden, omdat men hem in die
dagen vrijwel geen blik of woord had waardig
geacht, had gesproken over het „verschil tus
schen theorie en practijk", en tante Cato zei
„het stukkie zoo effetief mooi te hebben ge-
Midi
„Vaart verminde
ren" beteekent dat
gebaar en dit ge-
t bod geldt tegen-
woordig altijd: voor-
al ook op den bui
tenweg. Want hooge
snelheden kostente-
veel benzine, ban
den, enz. en daar
mee moeten we
thans zuinig zijn I
Dat eischt het lands
belang
vonden", dat ze het had uitgeknipt en in d'r
naaidoos gestopt.
Dat had Kees nog voorzichtiger gemaakt dan
vroeger en hij was er zelfs in geslaagd voor
ieder thuis verborgen te houden, dat hij een
roman had geschreven, een heusche, echte
roman. Hij wist zelf, dat de roman goed was,
een oordeel, dat hij bevestigd vond in den brief,
dien hij van den uitgever had ontvangen. Daar
in schreef deze, dat hij „zeer gaarne de uitgave
van deze roman zou willen verzorgen. Wij zijn
er stellig van overtuigd, dat „Huiselijke Familie"
een succes zal worden, een groot succes."
Dit was geen lofuiting zonder werkelijke
waarde,want ïn den brief werden ook nog be
dragen genoemd, welke slechts beroemde
schrijvers voor hun werk ontvangen.
Eén zin in het epistel stond Kees Kalkoen
echter maar matig aan. Dat was de mededeeling,
waarin hem in zijn eigen belang ten zeerste
werd aangeraden de roman onder ^ijn eigen
naam uit te geven en niet onder pseudoniem.
Het kostte hem veel moeite deïi uitgever
daarin ter wille te zijn,doch deze laatste wist
in dat opzicht van geen wijken.
En twee maanden later lagen tienduizend
exemplaren min één in de magazijnen inge
pakt, gereed om verzonden te worden. Dat ééne
aan de tienduizend ontbrekende exemplaar had
een loopjongen meegekregen om bij Kees Kal
koen aan te reiken: het eerste exemplaar van
de bestseller „Huiselijke Familie".
U zult zeggen: Hoe komt het, dat ik dat boek
nooit heb gelezen en nooit van Kees Kalkoen
heb gehoord?
De vraag is begrijpelijk. U zou het boek gele
zen hebben en u zou den naam Kees Kalkoen
heel goed kennen, als die loopjongen niet een
vergissing had gemaakt en het boek niet had
afgegeven aan Karei Kalkoen.
Acht u dit niet voldoende verklaring voor het
niet verschijnen van die 9999 andere boeken en
van de vele andere die na den eersten druk
nog van de pers zouden zijn gekomen?
Kees Kalkoen vond het wel een voldoende
verklaring, want toen hij thuis kwam had vrij
wel de heele familie het boek al gelezen en
niemand vond er iets aan, omdat hij er zichzelf
niet in kon terug vinden. En toen tante Cato
nog zei, „dat ze het niets mooi vond van Kees,
dat hij haar, die hem altijd zoo in de hoogte
had gestoken, niet eens een rol, zelfs niet eens
een rol met haar naam, Cato die toch zoo
goed in een boek zou klinken had gegeven"
was hij bezweken en had, ten koste van z'n heele
spaarbankboekje en het hem toegezegde hono
rarium, de uitgave weten te verhinderen.
(Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden).
U ZOUDT HET DOCK? HEEL
HAARLEM KUNNEN AANPLAK'
KEN NATUURLUK.DAT U
EEN STOFZUIGERDEN AUTO
OF IETS ANDERS Tf KOOP
HEEFT. SPAAR U DIP LAST
lissementen Mr. J. H. P. E. Mij assen te Haar
lem.
Wegens gebrek aan actief werden opgehe
ven de faillissementen van:
M. J. A. Artz, schrijver van kinderboeken,
wonende te Haarlem, Merkmanstraat 13. Cu
rator Mr. J. Deenik te Haarlem.
H. Blommaert, glazenwasscher, wonende te
Haarlem, Lange Margarethastraat 30 zw. Cu
ratrice mevr. mr. R. de Vries-Spier te Haar
lem.
Bij Arrest van het Gerechtshof te Amster
dam van den 2nen September 1939 is vernie
tigd het faillissement van W. van Dongen,
aardappelenhandelaar, wonende te Hillegom,
Meerstraat 21, Curator Mr. J. H. Ekering te
Haarlem.
DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN
van alle Abonnés van dit blad worden door
een specialen Redacteur en zijn talrijke
medeioerkers zoo mogelijk en ten spoedigste
beantwoord.
De vragen moeten worden geadresseerd aan
het bureau van dit blad, met duidelijke ver
melding van naam en woonplaats. Vragen
waaraan naam en adres ontbreken, worden
terzijde gelegd.
De namen der vragers blijven redactie-
geheim.
De antwoorden worden GEHEEL KOSTE
LOOS thuis bezorgd.
Alleen die vragen, welker beantwoording voor
vele anderen behalve den vrager van nut
kan zijn, worden tevens in ons blad ge
plaatst.
RECEPTEN.
VRAAG: Hoe kan ik zoete cn zure appelen
laten drogen?
ANTWOORD: Het drogen van groenten en
vruchten geschiedt veel in fabrieken. In de huls
houding kunt u het niet doen.
VRAAG: Hoe verwijder ik vochtvlekkon uit
een colhertcostuum, dat door het hangen vlek
ken heeft gekregen?
ANTWOORD: Het zullen geen vochtvlekken
zijn, doch vetvlekken welke door het lang hangen
zichtbaar geworden zijn. Probeert u do vlekken
met een dotje watten, gedrenkt ln perchloor-
aèthyleen stevig af te wrijven. Gaan de vlekken
daarmee niet weg, dan is het toch vocht en is
er niets anders aan te doen dan het pak te laten
verven.
VRAAG: Ik heb veel last van mieren in de
kast van mijn huiskamer. Wat kan Ik daaraan
doen?
ANTWOORD. Maak van bleekpoeder en vase
line een makkelijk smeerbaar zalfje en vul daar
mede de naden en kleren op. (1 theelepel bleek
poeder mengen ln 3 theelepels vaseline bijv.).
Op iedere plank zet u een emaille bakje waarin
2 theelepels bleekpoeder en 1 kopje kokend wa
ter. Kast sluiten en 2 dagen dicht laten. Zoo
noodig herhaalt u eenige malen deze behande
ling.
VRAAG: Ik woon boven een bakkerij en heb
veel last van bakkerstorren. Weet u een middel
daartegen?
ANTWOORD: U dient zoo eenigszlns mogelijk
de plintnaden dicht te smeren na er vooral wat
werk of Jute onder gewerkt te hebben, welke ge
drenkt wordt in carbollneum. Het dichtsmeren
der plinten gaat betrekkelijk eenvoudig met meu-
belmakerswas.
VRAAG: 1. Hoe kan lk een blauwo gabardine
regenjus, die 11c gewasschen heb, weer water
dicht maken?
2. Hoe verwijder ik vliegenvuil van vergulde
lijsten on van een bronzen lamp?
ANTWOORD: 1. Tien minuten in een neu
traal lauw-warm zeepsop goed behandelen, uit
slaan, glad ophangen, tien minuten laten uit
druipen. Daarna tien minuten in een warme
oplossing van 200 gr. fijne aluin op 10 Liter
water, uitslaan (niet wringen) en laten drogen
ln koude ruimte of op den tocht.
2. Afsponsen met lauw zeopsopje waarin een
weinig amonia.
RECHTSZAKEN.
VRAAG: Hoeveel successierecht moet be
taald worden van een legaat van 500? (Er is
geen familiebetrekking).
ANTWOORD: 16S (28 pCt. plus 20 opcen
ten).
VRAAG: Ik heb op mijn werk een ongeval
gehad en moet 3 dagen wachten vóór de R. V.
B. uitkeert (ik ben „ln de Ziektewet"). Moet
mijn patroon nu die 3 dagen ultkeeren?
ANTWOORD: Ja.
DIVERSEN.
VRAAG: Mijn man Is wegens mobilisatie op
geroepen. Ben ik nu verplicht in een zieken
fonds te blijven voor mijn man?
ANTWOORD: bent er niet toe verplicht,
maar het is toch wel verstandig, hot Zieken
fonds aan te houden, want zou uw man met
klein verlof komen en ziek worden, dan zou hij,
niet meer in een fonds zijnde, particulier e<»i>
dokter moeten nemen.