K "'groent# STOFZUIGERS 't Qaede taint r Franken's Broodfabrieken Rubriek voor Vragen WOENSDAG 4 OCTOBER 1939 HAARLEM'S DAGBEAD PROVINCIALE BEGROOTING NOORD-HOIXAND 1940. Weer een uitkeering aan het Wegenfonds van f 1.000.000.—. HET ONTGINNINGSWERK YOOKLOOPIG OPGESCHORT. Belasting-opcenlen blijven ongewijzigd. Ged. Staten van Noord-Holland hebben de begrooting der provincie voor 1940 aan de Prov. Staten aangeboden. Het eindcijfer de zer begrooting is 61.674.800. Afgezien van een kleine verhooging wegens normaal accres van de grondbelasting op gebouwde eigendommen, meenen Ged. Staten de opbrengst van één opcent op de verschil lende belastingen op hetzelfde bedrag als ver leden jaar te mogen ramen. De gegevens van de rijksadministratie, die van voor het in treden van de huidige buitengewone omstan digheden dateeren, gaven grond voor het ver moeden dat deze raming zou worden over troffen. Er blijft dus bij het behoud van de oude cijfers nog eenige speling voor het op vangen van nadeelige gevolgen van den te- genwoordigen toestand, die in de laatste vier maanden van 1939 tot uiting kunnen komen. De verlaging van het aantal opcenten van twintig tot achttien, waartoe verleden jaar besloten werd. kan worden gehandhaafd. De opbrengst der belastingen is geraamd op 3.987.000. De begrooting wordt gunstig beïnvloed door het batig saldo van den dienst 1937 2.097.119) dat aan den dienst 1940 ten goe de komt. Van de als gevolg daarvan ontstaan de ruimte hebben Ged. Staten gebruik ge maakt om de jaarlijksche uitkeering uit de gewone middelen aan het Wegenfonds, welke geleidelijk tot 250.000 is teruggeloopen, we derom op' 1.000.000.— te ramen. Voor onvoorziene uitgaven blijft dan nog f 829.421.26V2 beschikbaar. Ged. Staten hebben een nieuwen post op de begrooting gebracht. Onder de verzoeken om bijdragen voor de restauratie van monumen ten zijn er, die over zoo geringe bedragen loo- pen, dat de kosten van het drukken van een desbetreffende voordracht aan de Prov. Sta ten buiten redelijke verhouding staan tot het toe te kennen subsidie. Het is daarom ge- wenscht, dat Ged. Staten in bepaalde geval len kunnen beschikken over een crediet, waar uit zij, naar de'in het algemeen bij de subsi- dieering van monumenten-restauraties ge volgde regelen, kleine bijdragen kunnen ver- leenen. Ged. Staten brengen voorts onder de aan dacht, dat tot nu toe geen gebruik kon wor den gemaakt van de bij de begrooting voor 1939 in het ontginningsfonds gestorte mid delen ten bedrage van 500.000. welke, gelijk bekend is. in de eerste plaats bestemd waren om de uitvoering door het Rijk mogelijk te maken van een groot ontginningswerk in de ze provincie. Ged. Staten meenden te mo gen verwachten, dat terzake in den loop van 1939 overeenstemming tusschen Rijk en Pro vincie zou worden bereikt, maar de onder handelingen hebben nog niet tot een defini tief resultaat geleid en de thans ingetreden buitengewone omstandigheden zullen er on getwijfeld toe leiden, dat de uitvoering van dit werk, waarvoor zeer veel thans in beperk te mate beschikbaar materiaal noodig zou zijn, althans voor onbepaalden tijd zal wor den opgeschort. Het ligt in het voornemen van Ged. Staten thans in overleg met de daarbij betrokken Rijksautoriteiten naar andere objecten uit te zien, welker uitvoering onder de huidige om standigheden minder bezwaren ontmoet, en de middelen uit het Ontgmningsfonds zullen mede daarvoor worden aangewend. Van het fonds tot gedeeltelijke reservee ring van batige saldi ad 1.000.000—, het welk, over vier jaren verdeeld, door de Prov. Staten beschikbaar is gesteld voor de finan ciering van extra maatregelen tot bestrij ding van de werkloosheid de bevordering van industrialisatie daaronder begrepen is het laatste vierde gedeelte ad 250.000.— op de begrooting voor 1939 gebracht, zoodat deze post op de thans aangeboden begrooting niet meer voorkomt. Het op de begrooting voor 1939 uitgetrokken vierde gedeelte is echter nog niet gebruikt, en hierover kan dus thans nog worden beschikt. Ged. Staten meenen nu, dat het aanbeveling verdient van dit bedrag ad 250.000.— een gedeelte, ter grootte van 175.000.— te storten in het Ontginnings fonds. Ook voor de uitgaven voor de ontginning van „de Eendracht", voor zoover niet gedekt door Rijkssubsidie, en welke tot nu toe uit meergenoemden post van 250.000— werden betaald, zal dan voor het vervolg uit het Ont ginningsfonds worden geput. Het van bovenbedoelde J 250.000.— restee- rende bedrag van 75.000— ware te storten in een nieuw te vormen fonds voor den Eco- nomisch-Technologischen Dienst. Daar de door de Provincie gedurende de laatste jaren op voorstel van den Economisch- Technologischen Dienst voor het instandhou den en uitbreiden van bestaande, alsmede voor het in het leven roepen van nieuwe on dernemingen verleende bijdragen mede wer den geput uit het vermelde crediet van telken jare 250.000.— moeten namelijk, wil de Provincie met het verstrekken van dergelijke bijdragen voortgaan, hetgeen volgens Ged. Staten gewenscht is te achten, middelen wor den aangewezen voor de financiering van deze bijdragen. Dat wij tot dat doel de instel ling van een fonds voorstaan, wordt verklaard door de omstandigheid, dat de steun, welken de Provincie op dit terrein aan het bedrijfs leven geeft, niet alleen in den vorm van bij dragen a fonds perdu, maar ook in dien van het verstrekken van rentegevende of rente- looze voorschotten verleend wordt, zoodat ook herhaaldelijk betalingen aan de Provincie plaats vinden (aflossingen, rente). Ten einde het nu mogelijk te maken, dat de terug vloeiende middelen weer voor een gelijk doel worden gebruikt, zal voor dit onderdeel een afzonderlijk fonds in het leven zijn te roe pen, ten behoeve waarvan die middelen in ontvangst kunnen worden geboekt. Van het P. E. N. wordt weer een bedrag van 80.400 ontvangen als terugbetaling van de tekorten die in de jaren 1921-1931 door dit electriciteitsbedrijf geleden zijn en die door de provincie zijn voorgeschoten (totaal 804.000). 4.500 is uitgetrokken als subsidie aan de H. O. V. AMBTSAANVAARDING PROFESSOR PH. A. N. HOUWING. Mr. Ph. A. N. Houwing heeft heden zijn ambt van gewoon hoogleeraar in het burger lijk recht, het handelsrecht en faillissements- rcht en het internationaal privaatrecht aan de Nederlandsche Economische Hoogeschool te Rotterdam aanvaard met het uitspreken van een rede over ..Onrechtmatigheid en schuld ln art. 1401 B.W.", De moeilijkheden in liet kruideniersbedrijf. Een dringend verzoek aan den Minister van Economische Zaken. Dinsdagavond had in de bovenzaal van café restaurant Brinkmann, Groote Markt, een ver gadering plaats, uitsluitend voor georganiseerde kruideniers en comestibleshandelaren en uitge schreven door Eendracht maakt Macht, Ons Belang en de Haarl. Inkoopvereeniging. met medewerking van de Haarlemsche Inkoop Cen trale. Als sprekers traden op de heeren J. C. Cor- nelissen en S. Hopman, beien uit Amsterdam. De vergadering stond onder leiding van den heer H. van Beek, voorzitter van de Haarl. In koopvereeniging, die in zijn openingswoord de aandacht vestigde op de moeilijkheden die de kruideniers tegenwoordig ondervinden in ver band met de levering van suiker en van de prijsopdrijvingswet. Spr. bracht hulde aan den burgemeester van Haarlem, die een telegram naar de Akkerbouwcentrale heeft gezonden, hetgeen tengevolge had, dat meer suiker voor Haarlem werd beschikbaar gesteld. Getracht moet worden, gezamenlijk een oplos sing voor de moeilijkheden te vinden. Hierna was het woord aan den heer Corne- lissen, voorzitter van de vereeniging „Door Een dracht Macht" te Amsterdam. Het is goed, zeide spr. o.a., dat het publiek bekend wordt met de moeilijkheden, waarmede de kruideniers in de zen tijd hebben te kampen. De organisaties zul len elkaar in een centraal punt moeten vinden. Voorop zij gesteld dat de kruideniers de regee ring gaarne willen steunen in deze moeilijke dagen, maar zij stellen daar eenige wenschen tegenover. De kruideniers hebben eenige mee- ningsverschillen met.de ambtenaren belast met de uitvoering der regeeringsmaatregelen. Van die maatregelen zijn de landelijke organisaties niet altijd tijdig op de hoogte gesteld. Vele me- dedeelingen zijn alleen door de radio gedaan, Het tekort aan suiker. Dat heeft veel ergernis gegeven. Waarom heeft de minister voor de ra dio verklaard, dat er niet een suikertekort was, maar een tij d el ij k tekort en had de minister bij de huisvrouwen op zuinigheid aangedron gen, dan zou dit veel moeilijkheden voorkomen hebben. Op 1 Augustus is de voorraad opgemaakt en wat er over was. was lang niet toereikend tot 1 October. Tot dien datum was er een tekort van een 14000 a 15000 ton suiker. Men heeft dit niet erkend en het publiek heeft het niet gewe ten. Naturlijk werden de menschen toen onte vreden en keerden zich tegen de winkeliers. Er is op het oogenblik een tekort aan vele artikelen. Aan het publiek mag slechts 50 a 75 pet. worden geleverd van de hoeveelheid van verleden jaar: zeep, soda, havermout, lucifers enz. Dit is nog tot daaraan toè, maar dan is er nog de prijsstijging. De winkeliers mogen alleen de prijzen berekenen van Augustus en niet de vervangingswaarde die zij moeten berekenen bij het inslaan van nieuwe voorraden. En da gelijks krijgen de winkeliers berichten van prijsverhooging. Wanneer gezegd wordt dat er geen prijsverhooging is, is dit een bewuste leu gen. (Applaus). Ook artikelen die geïmporteerd moeten wor den, stijgen in prijs: zuidvruchten, vischconser- ven enz. Voor pruimen vroeg men in den groot_ handel op 19 Augustus f 14.50, nu f 21,50. ,Zoo gaat het met pinkzalm, muskaatnoten (die van f 42 op f 49 kwamen), witte peper enz. Het is dus wel zeer wenschelijk dat de winkeliers hun vervangingsprijs mogen berekenen. Zij moeten nu verkoopen tegen een prijs, waarvoor zij niet meer kunnen inkoopen. Op die manier moeten zij een deel van hun werkkapitaal weggeven. Dit is economisch niet te verantwoorden. En dan is nog niet in aanmerking genomen de dekking van de onkosten en van het levens onderhoud der winkeliers) Tenslotte merkte spr. op dat de faney-prijzen uit den oorlog 19141918 niet te wachten zijn; de regeering zal daartegen wel maatregelen ne men er. drukte hij den winkeliers op het hart, hun goed humeur en de beleefdheid tegenover het publiek niet te verliezen: „de klant is ko ning!'' Na een korte pauze sprak de heer S. Hopman, bondspropagandist en waarnemend directeur van het bureau van den Kruideniersbond. Bij de komende distributie van levensmidde len, zoo begon spr., zal het klachten regenen. Maar Den Haag zal op die klachten niet reagee- ren; men zal er geen tijd voor hebben. De krui- 45 BEKENDE MERKEN Ook in huurkoop. DE STOFZUIGER CENTRALE HAGEMAN, GED. OUDE GRACHT 52 - TELEF. 12762 (Adv. lngez. Med.) deniers zullen zich dan moeten wenden tot hun organisaties, die voor contact met de regeering zullen zorgen. Er zal kom^n een zuiver administratieve dis tributie. Het is al begonnen met het doen in vullen van een enquête-formulier door de win keliers, maar slechts 90 pet. hebben die formu lieren goed kunnen invullen, omdat de mid denstand over het algemeen zelf geen goede goede administratie voert en geen overzicht van zijn bedrijven heeft. Die enquête-formulieren zullen de basis moe ten worden voor de toewijzing. Voor hen die de formulieren glad verkeerd hebben ingevuld, zal dit uitloopen op groote moeilijkheden en narig heid. Op een bepaalden dag van elke week zullen de winkeliers naar het distributiekantoor moe ten gaan met hun gegevens. Wie dit een keer overslaat, wordt dan zelf een week van de dis tributie uitgesloten. En op elke overtreding van de distributiebe palingen (meer leveren dan mag enz.) staat straf. Spr. gaf in dit verband nog eenige wen ken en wees op het groote nadeel van ver deeldheid en afgunst in den middenstand. Deze euvels zijn vooral zeer groot onder de kruide niers. Veel meer eenheid is noodig, anders ziet het er voor den middentsand slecht uit. Het is nu de tijd voor algemeene verbroedering, sa menwerking en verdraagzaamheid in den mid denstand. Een telegram aan den minister. Zij nog vermeld dat na de pauze besloten werd het volgende telegram te verzenden aan den Minister van Economische Zaken: „De georganiseerde kruideniers te Haarlem en omgeving in vergadering bijeen, verzoeken u dringend, het daarheen te leiden, dat klein handelsprijzen mogen worden berekend tegen de vervangingswaarde plus normale kleinhan delswinst". OPMERKINGEN VAN LEZERS. De gemobiliseerden in groote en kleine plaatsen. Een onzer lezers, die thans gemobiliseerd is, schrijft ons: In vele bladen kan de burgerbevolking lezen hoe voor ontspanning en verrassingen (b.v. boeken, sigaren, sigaretten, enz.) voor ge- mobilseerden gezorgd wordt. Dit is zeker toe te juichen. De verdeeling is echter niet altijd even juist. In de groote garnizoenplaatsen zor gen de Padvinders er voor. In de kleine plaatsen zien de jongens echter niets van dat alles. Meent u nu niet, dat wij het onze kameraden misgunnen, maar de verhouding is wat scheef. In de groote steden hebben de gemobiliseerden vele dingen vóór, zooals b.v.: bioscoop, goede cantines enz. In kleine plaatsjes zijn die niet. Kan hierin geen verandering worden gebracht? Misschien kan een of ander comité deze zaak eens onder de oogen zien? Voor daaglijks brood het goede nemen, Is steeds een daad van wijs beleid; Verkeerd is: enkele centen sparen Ten koste van de Kwaliteit Haarlem - Heemstede - Bloemèndaal (Adv. lngez. Med.) Geldleeningen Noord-Holland. Totaal ƒ6.682.000.—. Ged. Staten van Noord-Holland stellen aan de Prov. Staten voor de volgende geldlee ningen aan te gaan: a. 56.000— wegens bijdrage voor den bouw van een nieuwe sluis te IJmuiden met bijkomende werken en verbeteringen van het Noordzeekanaal; b. 556.000— wegens bijdrage voor den bouw van een spoorwegtunnel te Velsen on der het Noordzeekanaal; c.. 5.310.000— wegens kosten van uitbrei dingswerken ten behoeve van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf; d. 745.000.— wegens kosten van uitbrei dingswerken ten behoeve van het Provinciaal Waterleidingbedrijf; e. 15.000 wegens uitkeering aan de Pro vinciale Ziekenhuizen voor onvoorziene wer ken van buitengewonen aard. Deze leeningen zullen worden aangegaan tegen een reëele rente van ten hoogste 5 pCt. 's jaars. „De geheimen der Sahara". Filmvoordracht van Mr. Th. Regout voor de Volksuniversiteit. De Volksuniversiteit heeft Dinsdagavond het seizoen geopend met een zeer interessante filmvoordracht van mr. Th. Regout over „De geheimen van de Sahara en Soudan". De zaal van het Gebouw der Vrijz. Hervorm den aan de Jacobstraat was zeer goed bezet. De voordracht was in alle opzichten de moei te waard. De film was uitstekend opgenomen, de kleurenopnemingen waren voortreffelijk, dé muzikale begeleiding, bijtijds onderbroken door een toepasselijk woord, verdient lof, en de le zing zelf. boeide. Indien men komt in het wilde gebied van de Sahara dan moet men steeds de sporen in het oog houden, dit naar het water leiden aldus mr. Regout. De expeditie van mr. Regout ging over het Atlasgebergte naar Biskra en dan dieper de woestijn in. De auto Jrok door de eenzame zandvlakten. In de woestijn vonden de expedi tieleden duidelijk rivierbeddingen, waar echter geen druppel water in zat. Sedert menschenheugenis hebben daar nooit rivieren gestroomd. Deze beddingen moeten dateeren uit den ijstijd, toen in dit gebied een ander klimaat heerschte. Spr. vertelde over een bezoek aan een Arthe- sisch waterbekken; hier wordt uit een onder- grondsche rivier 600 millioen Liter water per dag door een bron omhoog gespoten. In een oase bevinden zich burgemeester en wethouders, er is compleet een stad, een Mos kee, en er zijn oorden van plezier. In het hartje van de woestijn bevindt zich het Hoggorgebergte, waar de befaamde Touaregs wonen. Ook hier bracht mr. Regout een bezoek. Om daar te komen werd gebruik gemaakt van kameelen, de merkwaardige beesten, die met de bloote voeten bestuurd moeten worden. Bij de Touaregs heerscht een merkwaardige overheersching der vrouwen. De vrouw bepaalt den stand van het kind. De vrouwen zijn zeer dichterlijk aangelegd, zij hebben een jour, een ontvangdag waarop zij de mannen om zich heen verzamelden, die haar bevallen. Tijdens die ont vangsten worden o.m. gedichten voorgedragen. Mr. Regout verhaalde over de geschiedenis der Touaregs, de expedities die er heen wer den gestuurd en tenslotte de onderwerping door de Franschen. Na de pauze werd het bezoek aan de neger stammen besprokne. Ook de hier vervaardigde filmopnemingen waren zeer fraai. Het publiek toonde zich dan ook zeer dankbaar voor het gebodene. FAILLISSEMENTEN. Door de Haarlemsche Arrondissements- Rechtbank werden de volgende faillissemen ten uitgesproken: E. Snel, handelende onder de firma Kunst aardewerkfabriek „Velsen", koopman in kunstaardewerk, wonende te Velsen, Velser- brugweg 98, Curator Mr. D. de Jong te Haar lem. Jer. van Haaster, bloembollenhandelaar, wonende te Hillegom, van Meerbeekstraat 29. Curatrice mevr. mr. C. L. Vis-Sanders te Haarlem. Rechter-Commissaris in beide fail- Pseudoniem. doorB. VAN STEENWIJK. EES KALKOEN behoorde tot de „stil len" in den lande, d.w.z., dat hij alles vermeed wat hem op den voorgrond zou kunnen plaatsen. Overigens zat hij in het geheel niet stil. Hij werkte hard en culti veerde zeer zorgvuldig zijn litteraire gaven. Aan enkele vereenigingsorganen léverde hij zijn zeer gewaardeerde bijdragen, ja zelfs waren reeds eenige novellen van hem in een maandblad op genomen. Dit moge op het eerste gezicht den indruk wekken, dat 't hierboven neergeschrevene niet juist zou zijn. Niets is echter minder waar. Hij had inderdaad alles gedaan wat in zijn vermo gen was om te vermijden, dat men zou kunnen raden, dat hij de schrijver van een bepaald ar tikel was. Hij had in den loop van den tijd een bijzondere flair gekregen in het kiezen van schuilnamen, en hij had de betreffende redac teuren ook zoo leeren te bepraten dat het wer kelijk niet uitlekte wie de schrijver van de no velle „De Boom" of van het artikel „Over syllo gisme" was. Éénmaal was het bekend geworden, dat hij de schrijver van het artikel „De Vriendschap" was geweest. Dat is waar. En dat was nog wel geschied door een onvoorzichtigheid van den redacteur van Tiet blad „De zekere gids". Maar deze heeft voor zijn onvoorzichtigheid zwaar moeten boeten. Kees Kalkoen weigerde in de eerste plaats constantelijk ooit nog eenige regel voor dat blad te schrijven, maar voorts bedank te hij ook als lid van de vereeniging, welke dat orgaan uitgaf. Die houding was begrijpelijk. Zóólang hij zich kon herinneren had hij er een hekel aan ge had zijn wérk te hooren prijzen door menschen, die feitelijk over de juiste waarde van de ge leverde prestatie niet goed konden oordeelen. Als ze thuis er over begonnen waren, dat Kees toch weer zoo'n mooi rapport had gehad en „zoo'n reuze hoog cijfer voor Nederlandsch", dan kneep hij uit. Dat vond men gek, maar hij vond het integendeel gek, en voelde zich gege neerd, dat men zoo over zijn werk kon praten. Voortdurend had hij het gevoel dat de heele familie trotsch op hem was, doch zich slechts tot waardeering voor zijn arbeid kon opwerken als een ander een prijzend oordeel had uitgespro ken. Pas wanneer een buitenstaander had laten blijken, dat er iets te loven viel, konden zij hem bijvallen. Z'n vader, z'n moeder, z'n zuster, z'n broers, z'n ooms en tantes wisten dat Kees anders was dan zij, meer zou gaan beteekenen dan zij, doch zij wisten niet waarom zij dat wisten. Zij voelden telkens weer, dat hij boven hen uit zou groeien, maar zij konden voor dat gevoel geen andere reden opgeven dan: ,hij heeft zoo iets bijzon ders over zich", of: „hij zit zoo maar urenlang te schrijven". En als ze heelemaal niets meer te zeggen wisten, kwam als sluitstuk van het gesprek, dat o zoo dikwijls werd gevoerd, de constateermg: „je moet maar denken, dat stille waters diepe gronden hebben". Dat kón Kees Kalkoen niet hebben. Hij her innerde zich bijna dagelijks de marteling, welke hij had moeten ondergaan toen men thuis had gehoord, dat hij dat artikel „De Vriendschap" had geschreven. Zelf had hij het niet zoo erg best gevonden, maar anderen vonden het heel goed en een van die anderen had het bij hem thuis verteld, dat hun zoon, hun broer de schrijver ervan was geweest. Ze waren er allemaal overweldigd door geweest. Moeder had tranen in haar oogen gekregen toen ze 't stuk had gelezen hoewel het nóch sentimenteel nóch tragisch was; vader had, zonder dat hij T gelezen had, een fuifje willen aanrichten, waar van Kees hem alleen met heel veel moeite had kunnen terughouden. Zijn broer Jan, die wat jaloersch was geworden, omdat men hem in die dagen vrijwel geen blik of woord had waardig geacht, had gesproken over het „verschil tus schen theorie en practijk", en tante Cato zei „het stukkie zoo effetief mooi te hebben ge- Midi „Vaart verminde ren" beteekent dat gebaar en dit ge- t bod geldt tegen- woordig altijd: voor- al ook op den bui tenweg. Want hooge snelheden kostente- veel benzine, ban den, enz. en daar mee moeten we thans zuinig zijn I Dat eischt het lands belang vonden", dat ze het had uitgeknipt en in d'r naaidoos gestopt. Dat had Kees nog voorzichtiger gemaakt dan vroeger en hij was er zelfs in geslaagd voor ieder thuis verborgen te houden, dat hij een roman had geschreven, een heusche, echte roman. Hij wist zelf, dat de roman goed was, een oordeel, dat hij bevestigd vond in den brief, dien hij van den uitgever had ontvangen. Daar in schreef deze, dat hij „zeer gaarne de uitgave van deze roman zou willen verzorgen. Wij zijn er stellig van overtuigd, dat „Huiselijke Familie" een succes zal worden, een groot succes." Dit was geen lofuiting zonder werkelijke waarde,want ïn den brief werden ook nog be dragen genoemd, welke slechts beroemde schrijvers voor hun werk ontvangen. Eén zin in het epistel stond Kees Kalkoen echter maar matig aan. Dat was de mededeeling, waarin hem in zijn eigen belang ten zeerste werd aangeraden de roman onder ^ijn eigen naam uit te geven en niet onder pseudoniem. Het kostte hem veel moeite deïi uitgever daarin ter wille te zijn,doch deze laatste wist in dat opzicht van geen wijken. En twee maanden later lagen tienduizend exemplaren min één in de magazijnen inge pakt, gereed om verzonden te worden. Dat ééne aan de tienduizend ontbrekende exemplaar had een loopjongen meegekregen om bij Kees Kal koen aan te reiken: het eerste exemplaar van de bestseller „Huiselijke Familie". U zult zeggen: Hoe komt het, dat ik dat boek nooit heb gelezen en nooit van Kees Kalkoen heb gehoord? De vraag is begrijpelijk. U zou het boek gele zen hebben en u zou den naam Kees Kalkoen heel goed kennen, als die loopjongen niet een vergissing had gemaakt en het boek niet had afgegeven aan Karei Kalkoen. Acht u dit niet voldoende verklaring voor het niet verschijnen van die 9999 andere boeken en van de vele andere die na den eersten druk nog van de pers zouden zijn gekomen? Kees Kalkoen vond het wel een voldoende verklaring, want toen hij thuis kwam had vrij wel de heele familie het boek al gelezen en niemand vond er iets aan, omdat hij er zichzelf niet in kon terug vinden. En toen tante Cato nog zei, „dat ze het niets mooi vond van Kees, dat hij haar, die hem altijd zoo in de hoogte had gestoken, niet eens een rol, zelfs niet eens een rol met haar naam, Cato die toch zoo goed in een boek zou klinken had gegeven" was hij bezweken en had, ten koste van z'n heele spaarbankboekje en het hem toegezegde hono rarium, de uitgave weten te verhinderen. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden). U ZOUDT HET DOCK? HEEL HAARLEM KUNNEN AANPLAK' KEN NATUURLUK.DAT U EEN STOFZUIGERDEN AUTO OF IETS ANDERS Tf KOOP HEEFT. SPAAR U DIP LAST lissementen Mr. J. H. P. E. Mij assen te Haar lem. Wegens gebrek aan actief werden opgehe ven de faillissementen van: M. J. A. Artz, schrijver van kinderboeken, wonende te Haarlem, Merkmanstraat 13. Cu rator Mr. J. Deenik te Haarlem. H. Blommaert, glazenwasscher, wonende te Haarlem, Lange Margarethastraat 30 zw. Cu ratrice mevr. mr. R. de Vries-Spier te Haar lem. Bij Arrest van het Gerechtshof te Amster dam van den 2nen September 1939 is vernie tigd het faillissement van W. van Dongen, aardappelenhandelaar, wonende te Hillegom, Meerstraat 21, Curator Mr. J. H. Ekering te Haarlem. DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN van alle Abonnés van dit blad worden door een specialen Redacteur en zijn talrijke medeioerkers zoo mogelijk en ten spoedigste beantwoord. De vragen moeten worden geadresseerd aan het bureau van dit blad, met duidelijke ver melding van naam en woonplaats. Vragen waaraan naam en adres ontbreken, worden terzijde gelegd. De namen der vragers blijven redactie- geheim. De antwoorden worden GEHEEL KOSTE LOOS thuis bezorgd. Alleen die vragen, welker beantwoording voor vele anderen behalve den vrager van nut kan zijn, worden tevens in ons blad ge plaatst. RECEPTEN. VRAAG: Hoe kan ik zoete cn zure appelen laten drogen? ANTWOORD: Het drogen van groenten en vruchten geschiedt veel in fabrieken. In de huls houding kunt u het niet doen. VRAAG: Hoe verwijder ik vochtvlekkon uit een colhertcostuum, dat door het hangen vlek ken heeft gekregen? ANTWOORD: Het zullen geen vochtvlekken zijn, doch vetvlekken welke door het lang hangen zichtbaar geworden zijn. Probeert u do vlekken met een dotje watten, gedrenkt ln perchloor- aèthyleen stevig af te wrijven. Gaan de vlekken daarmee niet weg, dan is het toch vocht en is er niets anders aan te doen dan het pak te laten verven. VRAAG: Ik heb veel last van mieren in de kast van mijn huiskamer. Wat kan Ik daaraan doen? ANTWOORD. Maak van bleekpoeder en vase line een makkelijk smeerbaar zalfje en vul daar mede de naden en kleren op. (1 theelepel bleek poeder mengen ln 3 theelepels vaseline bijv.). Op iedere plank zet u een emaille bakje waarin 2 theelepels bleekpoeder en 1 kopje kokend wa ter. Kast sluiten en 2 dagen dicht laten. Zoo noodig herhaalt u eenige malen deze behande ling. VRAAG: Ik woon boven een bakkerij en heb veel last van bakkerstorren. Weet u een middel daartegen? ANTWOORD: U dient zoo eenigszlns mogelijk de plintnaden dicht te smeren na er vooral wat werk of Jute onder gewerkt te hebben, welke ge drenkt wordt in carbollneum. Het dichtsmeren der plinten gaat betrekkelijk eenvoudig met meu- belmakerswas. VRAAG: 1. Hoe kan lk een blauwo gabardine regenjus, die 11c gewasschen heb, weer water dicht maken? 2. Hoe verwijder ik vliegenvuil van vergulde lijsten on van een bronzen lamp? ANTWOORD: 1. Tien minuten in een neu traal lauw-warm zeepsop goed behandelen, uit slaan, glad ophangen, tien minuten laten uit druipen. Daarna tien minuten in een warme oplossing van 200 gr. fijne aluin op 10 Liter water, uitslaan (niet wringen) en laten drogen ln koude ruimte of op den tocht. 2. Afsponsen met lauw zeopsopje waarin een weinig amonia. RECHTSZAKEN. VRAAG: Hoeveel successierecht moet be taald worden van een legaat van 500? (Er is geen familiebetrekking). ANTWOORD: 16S (28 pCt. plus 20 opcen ten). VRAAG: Ik heb op mijn werk een ongeval gehad en moet 3 dagen wachten vóór de R. V. B. uitkeert (ik ben „ln de Ziektewet"). Moet mijn patroon nu die 3 dagen ultkeeren? ANTWOORD: Ja. DIVERSEN. VRAAG: Mijn man Is wegens mobilisatie op geroepen. Ben ik nu verplicht in een zieken fonds te blijven voor mijn man? ANTWOORD: bent er niet toe verplicht, maar het is toch wel verstandig, hot Zieken fonds aan te houden, want zou uw man met klein verlof komen en ziek worden, dan zou hij, niet meer in een fonds zijnde, particulier e<»i> dokter moeten nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 11