Zondag- egden Spoorwegen weet normaal. Statendam bracht bemanning van de „Binnendijk" mee. Geen regeeringsgraan verloren gegaan Utaüiis&üe-ftetiketeu Geldt de theorie of de wet? VRIJDAG 13 OCTOBER 1939 HAAREEM'S DAGBEAD Aan boord van de „Statendam" arriveerde Donderdag te Rotterdam de geredde bemanning van het dezer dagen op de Noordzee gezonken s.s. „Binnendijk". De geredden aan boord van de „Statendam". Donderdagmiddag is het s.s. „Statendam" i in het vaderland teruggekeerd. Om ruim twee uur werd Hoek van Holland gepasseerd en om half vijf kon aan de Wil- lielminakade te Rotterdam worden gemeerd. Hoewel de Statendam geen passagiers meer aan boord had, bestond er voor de aankomst toch groote belangstelling. Deze gold vooral de bemanning van het vergane s.s. „Binnen dijk", die zich aan boord bevond. Enkele leden van de bemanning van de „Binnendijk" vonden gelegenheid ons iets over hun wedervaren te vertellen en zoo ver namen wij het volgende relaas: Het vergaan van de Binnendijk. Na een kalme reis van New-York kwam de Binnendijk Zaterdag 7 October in de nabij heid van de Engelsche kust ter hoogte van Shambles lichtschip. Het was 's avonds om tien uur en het schip voer ongeveer acht mijl uit de kust, toen van Rotterdam opdracht werd ontvangen om op te stoomen naar Wey mouth voor onderzoek. Juist op het oogenblik dat aan dit bevel werd voldaan, en men het roer wendde, deed zich aan bakboordzijde, in het middenschip, een vreeselijke ontploffing voor. De stoker, S. T. Oudejans, die zich juist op de vuurplaat bevond, weid omhoog ge worpen en viel met de stukken van de ge broken plaat, weer terug, de stuurmans leerling T. Huisman stond op de brug op den uitkijk, ook hij werd in de lucht geworpen en het mag een geluk heeten, dat de jongeman niet over boord viel. Zoowel de stoker als de stuurmansleerling kregen bij den val lichte verwondingen, de stoker brak het hielbeen en de leerling enkele middenvoetsbeentjes. De ontploffing was zoo hevig, dat het schip tot in alle hoeken trilde. De kapitein, W. P. J. Moree, liet onmiddellijk de sloepen gereed houden, ook werden menschen naar beneden gezonden om de schade op te nemen Het bleek, dat in de machine een ravage was aangericht. De olie stroomde uit de stuk geslagen machine, de pompen waren onbruik baar, de radio-installatie was onklaar en hier en daar was de electrische leiding vernield. Bo vendien bleek ruim 2 water te maken. Het was duidelijk, dat het schip niet te behouden was en daarom werden vuurpijlen afgestoken. Toen de uit 41 koppen bestaande bemanning zich ordelijk aan boord van een tender van den Britschen contrabande-dienst had be geven, zonk de Binnendijk nog steeds heel langzaam. De groote lading stukgoed hield het schip drijvende, maar om twee uur deed zich plotseling een tweede ontploffing voor. Het schip in brand. Waarschijnlijk was een ketel gesprongen, want men zag een vuurstraal omhoog spuiten, Het voorschip geraakte in brand en met groote snelheid verspreidde het vuur zich door de lading. Binnen korten tijd stond het geheele schip over de volle lengte in brand, toen ging er een trilling" doorheen en zonk de „Binnendijk" naar den bodem. Geen regeeringsgraan in de Binnendijk. De „Binnendijk" was, zooals alle groote zee schepen, verzekerd bij de regeeringsmolest, de lading was apart ondergebracht, zoodat men ons over de schade geen inlichtingen kon ver strekken. De heer De Monchy, de directeur der H.A.L.. kon ons echter wel mededeelen, dat de eer ste berichten, volgens welke het s.s. „Binnen dijk" geladen was met een groote hoeveelheid graan voor de Nederlandsche regeering, on juist waren. De Binnendijk had wel wat graan aan boord, maar het grootste deel van de lading bestond toch uit stukgoed. De „Sta tendam" heeft wel een lading graan van 5000 t-on aan boord voor de Nederlandsche regee- ring. Mijn of torpedo? Op een vraag, of er zekerheid bestond, dat een mijn en geen torpedo de ontploffing had veroorzaakt, antwoordde een opvarende van de „Binnendijk", dat de meeningen daar over uiteen loopen. Het schip is onder wa ter getroffen. Menschen, die ook den oorlog 19141918 hebben meegemaakt, wezen op het feit, dat een mijn een groote waterzuil veroorzaakt en minstens een deel van de reeling meeneemt. Noch het een noch het ander is waargenomen. Bovendien maar dit is geheel een Engelsche lezing en wordt derhalve geheel voor rekening der Engel- schen gelaten was er al eenige malen een duikboot in de buurt gesignaleerd, terwijl dit gedeelte van het Kanaal mijnenvrij was gemaakt, 's Middags was er nog controle op uitgeoefend. De directie van de HollandAmerika Lijn, eveneens gevraagd haar meening te zeggen, formuleerde haar antwoord als volgt: „Er is geen reden om aan te nemen, dat het geen mijn geweest is". De redding van de Winkleigh. Door de tusschenkomst van den heer De Monchy, hebben wij nog enkele bijzonder heden vernomen van de redding der beman ning van het Britsche s.s. Winkleigh, zooals deze door den kapitein van de Statendam, den heer D. Barendse, was weergegeven. Digze redding had plaats op 8 Sept. op mijl van de Iersche kust. Op de Statendam werden noodseinen opgevangen en toen het Deze redding had plaats op 8 October op 38 schip naar de aangegeven plaats stoomde werden daar de sloepen met die uit 37 koppen bestaande bemanning van het s.s. Winkleigh aangetroffen, het schip zelf, dat door een Duitsche duikboot getorpedeerd was, was reeds verdwenen. Naar wij vernemen zal de Statendam Za terdag 25 October op den gebrui-kelijken tijd van 0.05 uur v.m. weer vertrekken. Het schip is geheel volgeboekt met passa giers. Het s.s. Rotterdam, dat eveneens vol geboekt is, vertrekt in den nacht van Zaterdag 14 op Zondag 15 October. Petroleum als brandstof voor auto's. Verhoogde motorrijtuigenbelasting verschuldigd. Naar aanleiding van een vroegerbericht inzake het gebruik van petroleum voor het doen rijden van motorrijtuigen deelt de K. N. A. C. nader mede, dat het niet algemeen verboden is petroleum te benutten als brand stof voor voertuigmotoren, doch dat het in gevolge de benzinewet 1931 niet is toegestaan daarvoor petroleum te gebruiken, die met benzine is gemengd, zooals dat in de practijk veelal gebeurt. De K.NA.C. vestigt er nog maals de aandacht op, dat bij het gebruik van andere brandstof dan benzine voor het voortbewegen xan motorrijtuigen een met 25 pet. veijhoogde motorrijtuigenbelasting ver schuldigd is. FRITS GAILLARD OVERLEDEN. De eertijds zoo bekende solo-cellist van het Concertgebouworkest te Amsterdam Frits Gail- lard is te Los Angeles (Californië) in den ouderdom van 64 jaar overleden. Leger-bezoek. E visites bij Oom Diederik en Tante Amalia ik noem Oom Diederik eerst maar mijn hart bloedt als ik er aan denk dat Tante Amalia dit leest kunnen met den besten wil van de wereld niet tot de genietingen des levens worden gerekend. Geheimen moet je nooit verklappen en in dezen tijd heelemaal niet: je beste vriendin lacht het geniepigst als de politie op haar aan wijzing, de paar onnoozele kilo'tjes thee in be slag neemt, die je zóó zorgvuldig in het uiter ste hoekje van je kelder hebt weggeborgen. Daar ik me echter niet graag met de kroon eener onware neven-liefde (dat is geen para liefde maar de genegenheid eens neefs) tooi moet ik u helaas bekennen dat de grond mijner bezoeken aan genoemde tante en oom van ongemeen materieelen aard is. Nadere aandui dingen in dit verband zult u van mij niet ver wachten en ik gééf ze ook niet want wie weet of niet een van de lezers bij het doorsnuffelen van oude papieren ook een zekeren familieband met tante Amalia ontdekt. Tante Amalia en Oom Diederik zijn overigens beste en brave menschen. Een beetje te best en te braaf misschien. En ouderwetsch degelijk.... Tante Amalia bestierde haar huishouden precies zooals haar moeder dat gedaan had en dat was al een vrouw geweest, waarvan zelfs Oom Die derik moest toegeven, dat ze conservatief was. Op een dier schoone bezoekavonden dan, de avond was in ieder geval schoon over het be zoek wil ik niet oordeelen, zat tante Amalia met een hoogrood kleurtje naast haar beste vriendin Miebetje op de sofa. Ook Miebetje. spichtig, ongetrouwd en van zeer zedelijken inslag, had een verdachte blos op haar jonk vrouwelijke wangen en dat voorspelde niet veel goeds. Al gauw kwam het groote nieuws: er komen vanavond twee soldaten op bezoek. Oom Diederik knipoogde van achter zijn krant en knikte veelbeteekenend in de richting van Miebetje, die gestadig op de sofa heen en weer schoof. Volgens Tante Amalia, die in der gelijke gevallen altijd gaarne als propagandiste optreedt,, heeft haar vriendin de drie kruisjes nog niet achter den houterigen rug,maar propa ganda is propaganda en voor de waarheid sta ik niet in. De militairen waren twee soldaten uit Fries land met gezonde blozende gezichten en van flink postuur. Het gesprek begon zooals alle fatsoenlijke en geanimeerde gesprekken plegen te beginnen met: „En hoe bevalt 't U nou wel hier?" De Friezen waren rondborstig genoeg om te zeggen dat er toch niks boven het „Heitelan' gaat maar overigens vonden ze, dat ze het nog zoo slecht niet getroffen hadden. Natuurlijk kwam ook de „toestand" ter sprake en dat gaf Oom Diederik gelegenheid zijn poli tieke opvattingen grondig en in den breede uiteen te zetten. Miebetje zette intusschen met precieuze gebaartjes een kopje slemp voor de jongens neer. Waarom soldaten van 35 „jon gens" en hoogeren van 21 „heeren" zijn i: overigens net zoo duister als een inktvlek in het donker. Enne wat doet u nou altijd zoo 's avonds, vroeg Miebetje aan den oudste, die met ken nelijke verbazing naar den inhoud van zijn kopje slemp zat te kijken, een verbazing, die na den eersten slok in afschuw overging. We schrij ven haast eiken avond een brief naar huis, hc, antwoordde de jongere, die net manmoedig de slemp door zijn keel had gewurgd. O, zeker naar uw moeder, greep tante Amalia lachend in. Och, ook wél, maar je schrijft toch het eerst naar je vrouw als je weg bent, vindt U ook niet? zei de oudste, die intusschen ook uit de slemp-misère was geraakt. Miebetje lachte witjes doch Tante Amalia kleurde pioen rood. Zoo zijn de heeren getrouwd, zei ze met een zoet stemmetje. Nou, dan is het misschien het beste dat neef de heeren nog eens iets van de stad laat zien. Laat ze de bijzonderheden maar „zien" hoor, voegde Oom Diederik er aan toe en hij maakte achter Tante Amalia's rug een manuaal, dat beter met volle dan met leege glazen ge maakt kan worden. Bij het afscheid drukte hij me nog een veelbelovend knitserend papiertje in mijn hand. W:t wil-1 u eigenlijk meer weten? De peri kelen waren toen over. Tenslotte kan je den smaak van slemp gauw genoeg kwijt raken. Het is anders wel sneu voor Miebetje. B. K. INVOERCENTRALE OPGERICHT 's-GRAVENHAGE, 12 October Bij beschik king van den minister van economische za ken van 12 October is de Algemeene Neder landsche Invoer Centrale opgericht. Zij Met Frits Gaillard is een van onze bekend-1 gevestigd te 's-Gravenhage, Laan van Meer- ste Hollandsche cellisten van ons heengegaan. I dervoort 82. Jong en oud breit in Nederland vooi de militairen, cue zich straks behagelijk zullen gevoelen in hetgeen de sympathie van hun landaenooten hun verschafte Slechts een enkele trein minder dan in den zomer. (Speciale berichtgeving) Met ingang van 15 October zullen de Nederlandsche Spoorwegen, dank zij de medewerking van de militaire autoriteiten, de dienstregeling van vóór de mobilisa tie wederom kunnen uitvoeren. Een heug lijke tijding, omdat zij, die per trein willen reizen, thans het nieuwe spoorboekje zul- kunnen raadplegen. Slechts zij er hier op gewezen, dat de directie der Spoorwegen een tweetal voorwaarden der militaire autoriteiten heeft moeten inwilligen. De eerste is. dat militairen en goederen voor militaire doeleinden ten allen tijde voorrang hebben. De tweede is, dat de dienstregeling zonder voorafgaande kennisgeving geheel of gedeeltelijk kan worden opgeheven, indien het militair belang dit noodzakelijk maakt. In ver band met de opgevoerde frequentie zal het dus zeker wel eens voorkomen, dat een bepaalde trein uitvalt. Men trekke daaruit niet de con clusie, dat er iets ernstigs aan de hand is, omdat dit tijdens de beperkte dienstregeling niet is voorgekomen. Dit laatste werd n.l. ver oorzaakt door de zeer groote soepelheid, welke de opperbevelhebber van land- en zeemacht heeft betracht. Bovendien waren de mazen bij den beperkten dienst groot genoeg, om het gewone militaire vervoer zonder stagnatie van beteekenis onder te brengen. Thans nu de mazen van het Spoorwegnet kleiner geworden zijn. is het niet altijd mogelijk het gewone militaire vervoer in de dienstregeling in te schakelen, zoodat het vóór kan komen dat met een bepaalden trein, wel in den Spoorgids ver meld, niet door 't gewone publiek gereisd kan worden, een tijdelijke blokkeering van het vervoer opleverend. Gezien de grootere frequentie meende de directie der Spoorwegen er goed aan te doen deze voorwaarden te accepteeren, te meer omdat het thans weer zoo is, dat b.v. tusschen Rotterdam en Amsterdam 53 treinen in elke richting zullen rijden. In den zomerdienst 1939 was dit aantal 59, terwijl er tijdens de beperkte regeling maar 25 reden. Tusschen Amsterdam en Zandvoort zullen in beide richtingen 97 treinen rijden. Thans zijn dit er 40 en tusschen Haarlem en Den Haag zullen dagelijks 57 treinen ingelegd worden. Tot nu waren dit er 21. Voorts zal ook het aantal stoptreinen op het oude niveau ge bracht worden Amsterdam W.P. wordt gesloten. Een der belangrijkste wijzigingen van de nieuwe dienstregeling is wel, dat met ingang van 15 October indien er niet gemobiliseerd was zou dit 8 October zijn geweest het sta tion Amsterdam W.P. voor reizigersvervoer ge sloten zal worden, terwijl in de plaats daar voor het Amstelstation geopend zal worden. De treinen van en naar Utrecht zullen alle aan dit station en aan Muiderpoort stoppen. De dienst op enkele baanvakken zal nog niet hervat kunnen worden, terwijl op een enkele lijn het Diesel-Electrische materiaal door stoomtreinen vervangen zal worden. De stoomsneltreinen 931 Amsterdam CS. (v. 8.18)-Alkmaar en 938 Alkmaar (v. 16.35)-Am sterdam zijn vervallen. Trein 931 werd vervan gen door een electrischen trein, welke ten 8.20 van Amsterdam CS. vertrekt. Het vervoer van reizigers met de nachtsneltreinen voor goede ren en post wordt nog niet hervat. De dienstregeling van de treinen op de lijnen in de Haarlemmermeer is in geringe mate ge wijzigd, teneinde de mogelijkheid te openen loopende den dienst op deze lijnen een andere tractiesoort in te voeren. Natuurlijk heeft de heer Giesberger „de man van het Spoorboekje", de gelegenheid benut om nog enkele verbeteringen aan te brengen. Daarnaast wordt er door hem op gerekend, dat door 't opvoeren van de frequentie ook een eind komt aan de klachten van reizigers over een gebrek aan plaatsruimte en over het veel vuldige reizen in een hoogere klas dan waar voor men betaald heeft. Ten aanzien van 't nieuwe spoorboekje, thans in een zachtrosen omslag, riep de heer Giesberger de clementie in van het reizend publiek. Er is een nieuw record gevestigd in Utrecht wat hqt samen stellen van den reisgids betreft, maar het kan zijn dat de accuratesse, waarmede een en ander geschiedt, daaronder te lijden heeft ge had. Er bestaat dus kans. dat er fouten zijn blijven staan. Wat de internationale verbindingen betreft, hierover kan medegedeeld worden, dat op de Nederlandsch-Belgische baanvakken een ge heel nieuwe dienstregeling ingevoerd is. Met een strooibiljet zullen de Spoorwegen de ver bindingen met België en Frankrijk ter kennis van 't publiek brengen. Hetzelfde zal geschie den inzake de Duitsche verbindingen. der vervangingswaarde Proefproces inzake prijsopdrijving voor de Groninger rechtbank. Veroordeeling van winkelier geëischt. Voor de Groninger Rechtbank is Don derdagmiddag een proefproces behandeld inzake de prijsopdrijvings- en hamsterwet, n.l. over de vraag of een winkelier zijn ouden voorraad tegen ouden prijs moet ver- koopen, dan wel of hij, wanneer de in- inkoopprijs inmiddels is verhoogd, ook den verkoopsprijs van oude voorraden mag verhoogen. De Officier van Justitie eischte een principieele boete van f 1. De middenstand stelt zich zooals bij de be handeling dezer zaak bleek, waarbij het ging over een prijsverhooging van wol met vijf cent per knot op het standpunt, dat goed koop manschap overeenkomstig de leer van de ver vangingswaarde eischt, dat bij verhooging van inkoopsprijzen de winkelier ook de verkoops prijzen dient te verhoogen. Slechts dan is een goede financiering van zijn zaak mogelijk, ter wijl hij tevens een reserve vormt voor even- tueele verliezen bij prijsdaling in de toekomst, De officier van justitie, die deze opvat ting in het algemeen wel kon deelen, meende echter, dat zij onder deze bijzondere tijdsomstandigheden, waarvoor speciale wetten in het leven zijn geroepen, niet kan gelden. De wet tegen de prijsopdrijving wil den consument beschermen en zoo lang mogelijk voor prijsopdrijving behoeden. Wanneer men de zaak in dat licht be schouwt, is hier sprake geweest van prijs opdrijving. Anders zou immers de wet practisch geen doel hebben. In verband met den principieelen kant dei- zaak eischte de officier een boete van één gul den tegen verdachte, een Groninger manufac- turier. De verdediger, mr. Koppius, rechtskundig adviseur der Algemeene Groninger Winkeliers- vereeniging, was daarentegen van oordeel, dat de stelling oude voorraden tegen oude prijzen verkoopen, niet opgaat. Algemeen wordt ook door de deskundigen de theorie der vervangings waarde bij de prijzenpolitiek gehuldigd en dan kan men niet zeggen, dat hier van een onrede lijke prijsverhooging sprake is geweest. Pleiter concludeerde tot vrijspraak. „Christusprediking in de Volkerenwereld". Inaugureele oratie van dr. J. H. Bavinck. Bij zijn dubbele ambtsaanvaarding aan de Theologische Hoogeschool te Kampen en aan de Vrije Universiteit te Amsterdam resp. giste ren en heden heeft prof. dr. J. H. Bavinck zijn inaugureele rede over „Christusprediking in de volkerenwereld" gehouden. Zendingsarbeid aldus prof. Bavinck kan in het algemeen worden omschreven als een heldhaftige poging van de kerk om in de volkerenwereld te prediken dat Jezus is de Christus. Nu mag daarbij niet vergeten worden, dat het Christusbegrip bij eerste prediking niet oldoende duidelijk is. Dat ondervonden ook reeds de Apostelen en hun helpers. Uit de han delingen der Apostelen en uit de brieven van Paulus blijkt, dat zoodra deze eerste predikers van het evangelie in heidensch milieu arbeid den, zij vooral drie gedachten in- het centrum stelden: Jezus als komende Wereldrechter, Jezus als Kurios (Heer) en Jezus als Verlosser. Zoo hebben deze missionarissen in de wereld van hun dagen klaar en actueel gezegd de boodschap die zij te brengen hadden. Voor soortgelijke problemen staat de kerk op dit oogenblik bij haar prediking in het Oosten. Het Oosten werd van oude dagen af vooral ge leid door twee geestelijke stroomingen, kosmis- me en humanisme. In beide is plaats voor be grippen als God, zonde, verlossing, maar dan in een geheel andere beteekenis dan in het Chris tendom. Als men in die Oostersche wereld wil prediken, dat Jezus de Christus is, hoe moet men 't dan zoo zeggen, dat 't grijpbaar en reëel wordt? Dat is het missionaire probleem bij uit nemendheid. Bij de beantwoording van deze raag doet men het beste, uit te gaan van wat de Christenen in het Oosten zelf zien als het essentieele in het evangelie. Welk houvast heb ben zij eraan, wat heeft hen het eerste getrof fen, hoe zien ze het? Daarbij valt op, dat in de uitingen van deze Christenen in het Oosten vooral twee gedachten op den voorgrond staan: Jezus als Zoon van God en Jezus als Heer. Met tal van citaten uit geschriften van Chris ten-Hindoes en andere Christenen uit het Oosten, wordt aangetoond, welke inhoud aan deze beide gedachten wordt toegekend. Het begrip „Zoon van God" wordt niet allereerst trinitarisch verstaan, maar meer in den zin van het woord, in wien God uitzegt in de wereld wie Hij is. In Jezus treedt de Eeuwige in directe en reëele relatie tot ons leven. Van daaruit krijgen gedachten als die van de zondeloosheid van Jezus, van Zijn bewogenheid met ons men- schelijk leed, vooral ook die van Zijn lijden en sterven een ongemeene 'diepte. De „God van Jezus" (zooals Kagawa zegt), is een andere God dan van de onbewogen rust van Brahman, ook anders dan de medelijdende gestalte van Amida Boeddha, zooals die leeft in Japansche gedachten en verhalen. Wat het tweede punt betreft, dat Jezus is de Heer, valt op, dat het Oosten geneigd is hierin meer kosmisch en minder personalistisch te denken. Daarmee hangt samen, dat van de boeken van het Nieu we Testament b.v. vooral de Brieven aan Efese en Colosse, en bovenal het Evangelie van Johannes gaarne gelezen worden. Deze overwegingen zijn voor de zendings- practijk van groote waarde. Zij toonen aan, dat het Christusbegrip het best, niet als een abstrac tie, gepredikt kan worden, maar van den per soon en het werk van Jezus uit, zooals die in het Evangelie geteekend worden. Langzamer hand kunnen dan de oogen ervoor ontsloten worden, dat in Hem zich het oneindig mysterie Gods voor het menschelïjk hart geopend heeft. Spiritus-verkoop aan banden. De minister van economische zaken heeft eien sectie spiritus van het eenlgen tijd ge leden opgerichte rijksbureau voor chemische producten ingesteld. Tot directeur dezer sectie Is benoemd de heer G. L. M. Franck. aan wien de uitvoe ring der krachtens de distributiewet getrof fen regeling is opgedragen. De sectie is ge vestigd Wateringscheweg 1, te Delft. De beschikking verstaat onder spiritus: aethyl-alcohol, al of niet gedenatureerd, moutwijn en soortgelijke producten en be paalt. dat fabrikanten, be- en verwerkers, im porteurs en handelaren, met uitzondering van detaillisten, verplicht zijn zich bij de sectie te laten inschrijven. Het is voorts aan handelaren, alsmede aan be- en verwerkers, verboden spiritus te koopen, terwijl het aan fabrikanten en im porteurs verboden is spiritus te verkoopen of af te leveren, zonder een daartoe van den directeur verkregen schriftelijke vergunning. In de spiritusbeschikking is verder een be paling opgenomen, volgens welke van het ver bod tot het zonder vergunning koopen, ver- koonen en afleveren van spiritus een alge meene dispensatie geldt gedurende veertien dagen na de inwerkingtreding der beschik king. doch uitsluitend voor normale hoe veelheden ten aanzien van geregelde zaken relaties. Tenslotte is een bepaling opgenomen, waarbij aan degenen, die van den handel in spiritus niet hun normaal bedrijf maken, 'den z.g. kettinghandel) zonder een van den directeur verkregen vergunning het koopen van spiritus, met het doel deze weder te ver koopen, verboden is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5