Chamberlain antwoordt op Von Ribbentrop's rede. „Duitschland gaf het voorbeeld" GRAMOFOONPLATEN „Slechts één antwoord mogelijk en Engeland is bereid dat te geven". Dagboek van een busreis dcor Amerika Een koe, een tabaksdoos en de wonderlijke wereld DANSMUZIEK W. ALPHENAAR VRIJDAG 27 OCTOBER 1939 HSÏKCEM'S D'AGBE'AD Geen regeering heeft grooter risico geloopen om den vrede te bewaren dan de Britsche, constateert de premier. In zijn wekelijksche verklaring in het Lager huis heeft minister-president Chamberlain, naar Reuter meldt, gezegd: „In de af geloopen week hebben zich aan het Westelijk front geen opera ties van beteekenls voorgedaan. Kleine wijzigin gen zijn aangebracht in de bezette linies en het algemeen resultaat is dat de Fransche en Duit- sche troepen thans aan de grens tusschen beide landen liggen. De voortdurende stroom van ver sterkingen en materieel^ reserves voor het Brit sche expeditie-leger wordt voortgezet en de ver dedigingswerken in den Britschen sector worden voortdurend versterkt. In de lucht zijn de ge- vechts-vliegtuigen wederom in actie gekomen. Het Huis weet reeds, dat Duitsche bommenwer pers een aanval hebben gedaan op een convooi aan de oostkust op 21 October j.l. Bij den aan val. welke door zes toestellen in den ochtend werd gedaan, is het waarschijnlijk dat twee van de vijandelijke toestellen werden vernield en bij den aanval in den middag, welke werd gedaan door twee escadrilles van negen en twaalf bom menwerpers, eijn zeker vier en vermoedelijk vijf toestellen vernield. Den volgenden dag werd een van twee bommenwerpers neergeschoten op zee bij een convooi nabij Saint Abbs Head. Geen van de schepen van het convooi of het escorte werd getroffen evenmin als de vliegtuigen, welke bij het convooi waren. De eenheden aan de kust zijn vrijwel voortdurend in actie. Soms is het op vallend en wekt het de aandacht, doch meer is het routinewerk en verloopt het onopgemerkt, hoewel niet minder doeltreffend. Deze week zijn enkele successen te melden. Mijnen voor een convooi zijn uit de lucht tijdig ontdekt om de schepen te waarschuwen. Aanval op duikbooten. Zeven duikbooten werden door vliegtuigen gesignaleerd, hiervan werden vier aangeval len. Men heeft goede reden om aan te ne men, dat ten minste een van deze schepen ernstig werd beschadigd en een ander werd vernield door de oorlogsschepen, welke door de aanvallende vliegtuigen naar de plaats werden geleid „Ik wensch hierbij melding te maken van het .bewonderenswaardige werk van de luchtdoelar tillerie, welke steeds op haar post is, van het be gin van den oorlog af. Thans is bekend, dat bij de aanvallen op Rosyth en Scapa Flow twee Duitsche bommenwerpers door de luchtdoelar tillerie omlaag zijn gebracht en men heeft reden om aan te nemen, dat aan andere toestellen zulke schade werd aangericht, dat zij hun basis niet konden bereiken. In den oorlog op zee is de duikboot-campagne van de Duitschers verscherpt. Dit is steeds ver wacht, doch ik kan het Huis met vertrouwen ver zekeren, dat de toestand wel in de hand wordt gehouden. Niettegenstaande een of twee geluk kige aanvallen van den vijand, is hij niet in staat geweest dezelfde hoeveelheid schepen tot zin ken te brengep als in het begin van den oorlog. Hun duikbooten worden gedwongen verder en verder van hun bases te opereeren en verder van de punten, waar de koopvaardij samenkomt. Verder wordt het vernielen van de vijan delijke duikbooten gehandhaafd op een vol doende schaal om ons te doen gelooven, dat deze bedreiging van onzen handel te boven zal worden gekomen. Verloren en buitgemaakte schepen. De leden van het Huis zullen hebben gehoord (lat de laatste dagen vijf Britsche schepen tot zinken zijn gebracht. Een V3.n deze schepen was de „Stonegate" welke eenigen tijd geleden tot zinken is gebracht door het Duitsche kaperschip „Deutschland", de mededeeling van dit verlies heeft ons eerst kort geleden bereikt Tezamen meten deze schepen 22.715 ton. Aan de andere zijde zijn een aantal vijandelijke schepen aan gehouden en opgebracht door onze blokkade patrouilles. Deze schepen zijn de „Phoebus" 8863 ton, de „Gloria" 5396 ton,- de Bianca" 1375 ton. de „Poseidon" 5864 ton en de „Biscaya" 6369 ton. Al deze schepen met een totaal van 28.367 ton. zijn thans in ons bezit. Bovendien werd het 4574 ton metende schip ..Gonzeinheim' aangehouden. De bemanning bracht het schip tot zinken om te voorkomen dat het werd buitgemaakt. Het totale verlies van den vijand bedraagt dus ongeveer 33.000 ton. hetgeen dus een netto winst van om streeks 6000 ton oplevert. Deze cijfers zijn evenwel nog onderworpen aan de beslissing van het Prijshof. Een van de kenmerken van de vijandelijke duikbootcampagne waarop ik de aandacht moet vestigen, is de toenemende wetteloos heid. Het schijnt thans regel te worden dat koopvaardijschepen zonder waarschuwing tot zinken worden gebracht. Dikwijls worden passagiers en bemanning in fcleine open booten in een stormachtige zee over boord gezet blootgesteld aan koude en ontbering. In het geval van de ..Yorkshire" in het bijzonder zijn levens te betreuren van vrouwen en kinderen van soldaten, die uit Indië terugkeerden. Een an der opmerkelijk feit was het tot zinken brengen van het Fransche schip „Bretagne" dat eveneens £en groot aantal vrouwen en kinderen aan boord had. Dit schip werd mijlen ver van het land tot zinken gebracht door kanonvuur en torpedo's zonder waarschuwing. Veertien opvarenden wor den vermist. Geen woorden zijn krachtig genoeg om uitdruk king te geven aan onze verachting voor dezen laffen vorm van oorlog voeren (applaus) Het verdrag met Turkije. Het voornaamste feit in de buitenlandsche po litiek sedert mijn laatste verklaring in het Huis ls de onderteekening van het verdrag met Turkije (applaus). Het verdrag is met groote voldoening begroet In het geheele imperium en Frankrijk en het is een groote bemoediging voor ons te weten dat het ook in vele andere deelen ter wereld is verwel komd. Dit is boven allen twijfel verheven, want de wereld ziet hierin een garantie voor het hand haven van den vrede in ten minste een gebied ter wereld. Het verdrag is zuiver defensief, het bedreigt niemand en heeft alleen ten doel weer stand te bieden aan een aanval. Wij zijn trotsch te voelen dat wij thans gemeen schappelijke verantwoordelijkheid dragen met het Turksche volk, welks vaderlandsliefde en dap perheid wij langen tijd hoogelijk hebben gewaar deerd. (applaus). Ik zou van deze gelegenheid gebruik willen maken om het huis mede te dee len, dat Zijner Majesteits regeering en de Fran sche en Turksche regeering sedert eenigen tijd het vraagstuk van financieele hulp aan Turkije bespreken. De hulp, welke gegeven zal worden, be staat voornamelijk uit oorlogsmateriaal. De besprekingen werden gevoerd in een geest van openhartigheid en hartelijkheid en zijn thans bijna gereed. Ik vertrouw, dat zij tot prac- tische resultaten zullen voeren. Een week geleden deelde ik het Huis mede dat geen mededeelingen van Berlijn waren ont vangen over de inzichten van de Duitsche regee ring over de punten, welke ik in mijn verkla- rin van 12 October heb pogen uiteen te zetten. In de laatste dagen zijn berichten uit Berlijn ontvangen over langdurige besprekingen van de nationaal-socialistische leiders. Het is mogelijk, dat de rede, welke de Duitsche minister van buitenlandsche zaken op 24 October te Dantzig heeft gehouden, het resultaat is van deze be sprekingen gelach) De rede van Von Ribbentrop. Ik ben niet voornemens de tijd van dit Huis te verspillen met commentaar te leveren op de vele bijzonderheden in deze rede (gelach). Nie mand in dit land zal worden misleid door het verdraaien van de waarheid en er is reeds vol doende aanduiding, dat Von Ribbentrop niet meer succes heeft gehad in zijn poging onpar tijdige waarnemers in andere deelen van de wereld te misleiden. Inderdaad koester ik zelfs de hoop dat niettegenstaande alle onderdrukking en vervalschingen, er zelfs in Duitschland som migen zijn, die zien, waar de werkelijke waarheid ligt toej uichingen Het voornaamste thema van de rede was dat Engeland en niet Duitschland den oorlog heeft ■ewild en tot stand gebracht. De geheele wereld weet dat geen regeering ooit vuriger heeft ge poogd een oorlog te voorkomen of grooter risico heeft geloopen om den vrede te bewaren, dan de regeering van dit land (toejuichingen). Reeds hebben wij met volledige openhartigheid alle essentieele documenten, welke betrekking heb ben op de oorzaken van den oorlog gepubliceerd. Wij zijn tevreden door de feiten te worden ge oordeeld en te weten dat het oordeel van de groote meerderheid der neutrale waarnemers ten gunste van ons is. In zijn laatste rapport over zijn zending te Berlijn heeft Sir Neville Henderson melding ge maakt van de aanmoediging, welke Von Ribben trop heeft gegeven aan Hitler bij zijn plannen nopens Polen. Oogenschijnlijk heeft Von Ribben trop hem tot het laatste oogenblik gezegd dat Engeland niet zou vechten. Toch is dit de man, die verzekert, dat het doel van de Engelsche olitiek sedert 1933 is geweest een oorlog te ont ketenen tegen Duitschland (gelach en applaus). Een van de vraagstukken, welke de geschied kundigen van de toekomst moeten oplossen is, in hoeverre het groote treurspel van onzen tijd te wijten is aan het feit dat de heer Von Ribben trop noch de politiek, noch het karakter van het Britsche volk heeft kunnen begrijpen. Duitschland en Rusland. Ik wil nog een commentaar leveren op de rede van den Duitschen minister van buitenland sche zaken. Het schijnt, dat hij de Sovjet Unie wil uitnoodigen deel te nemen aan den kruistocht tegen het Britsche rijk. Wel, wat een verandering laat ik twee zin nen voorlezen uit een verklaring van Von Rib bentrop aan de pers, toen hij voor het eerst naar Engeland kwam in 1936". De communist Gallacher interrumpeerde hier en zeide: „Hij was toen uw favoriet", waarop MacGovern van de Labour Party Gallacher toevoegde: „Nu is hij de uwe". (Luid gelach). De minister-president ging vervolgens door: „Von Ribbentrop zeide toen: ..Duitschland wenscht vrienden te zijn met Engeland en ik denk dat het Britsche volk ook met Duitschland vriendschap wil. De Führer is overtuigd dat er slechts een werkelijk gevaar is in Europa en ook voor het Britsche Rijk dat is de uitbreiding van het communisme de verschrikkelijkste Ivan alle plagen. (Gelach Verschrikkelijk, om dat het volk zich gewoonlijk eerst het gevaar er an bewust wordt, wanneer het te laat is". (Ge lach). Chamberlain zeide verder: „De positieve conclusie, welke wij blijkbaar uit de rede van den Duitschen minister van buitenland sche zaken kunnen trekken is, dat de Duit sche regeering haar keus heeft gemaakt, welke, zooals ik op 12 October zeide. voor hen lag. Hij heeft aangekondigd dat het hun bedoeling is den strijd door te zetten met alle energie en kracht. Wanneer dit inder daad hun beslissing is, dan kan er slechts één antwoord zijn en wij zijn bereid dit te geven. Het is evenwel niet Engeland, dat Duitschland heeft uitgedaagd, doch het is de Duitsche regee ring, die door voortdurende daden van aanval, niettegenstaande onze herhaalde waarschuwin gen. ons heeft gedwongen ten slotte, zij het met tegenzin, de wapens op te nemen. Het is de Duitsche regeering, welke door haar schaamte loos verachten van het gegeven woord en van de rechten en vrijheden van andere volken, de ver antwoordelijkheid moet dragen voor dezen oor log en al zijn gevolgen (applaus). Waar van den nood een deugd ge maakt werd. De schutting, welke de zandzakbarricade voor het Londensche kantoor der Holland Amerika Lijn be dekt, werd artistiek affiche-object Litausche troepen in liet gebied van Wilna. Morgen wordt de stad zelf bereikt. KAUNAS. 27 October (Reuter-A.N.P.) Li tausche troepen onder leiding van opperbevel hebber Rastikis, zijn vanochtend over de grens getrokken en het gebied van Wilna (Vilnius) binnengeruk. Naar het Duitsche nieuwsbureau nader meldt waren bij de grensoverschrijding o.m. tegenwoor dig de leider van het Litausche leger, brigade generaal Rastikis, de chef van den generalen staf. generaal Von Pundzevicis, de opperbevel hebber van het corps voor Wilna, generaal Viskauskas en diens staf, alsmede vertegenwoor digers der regeering. De Sovjet-Russische troepen hadden zich reeds in de vroege ochtenduren teruggetrokken en bevonden zich op ongeveer 10 K.M. der binnenrukkende troepen. Wilna zal Zaterdag worden bereikt. De Litausche Sejm zal vanmiddag bijeenko men om wetgevende besluiten te nemen over de inlijving van het gebied van Wilna en het voor- loopige bestuur. Halifax over de houding van Rusland De Finsch-Russische onderhandelingen De Engelsche minister van buitenlandsche zaken, Lord Halifax, heeft in het Hoogerhuis geantwoord op vragen, die tijdens het debat over de wekelijk sche verklaring der regeering waren gesteld. Over de rede van Von Ribbentrop zeide hij: „Wat ik van deze rede denk is, dat ik nooit een plompere poging gezien heb indien men van een collega zoo mag spreken om En geland en Frankrijk te scheiden. Het vertrouwen tusschen Frankrijk en Engeland is nooit vollediger en intiemer geweest dan thans het geval is. Overigens zou het schouwspel van een onschuldig Duitschland, bedreigd door een aanval van Polen en tevoren door een aanval van Tsjecho- Slowakije, bij Goden en menschen een glimlach kunnen oproepen, indien de zaak niet zoo ernstig was." De arbeidersvertegenwoordiger Listowel drong aan op een spoedige uitbi-eiding van de handelsbe trekkingen met de Sovjet-Unie en wenschte ook de verklaring te hooren dat Engeland niet voorne mens was zich te mengen in de positie van de Sov jet-Unie in Oost- en Noord-Oost-Europa. Halifax zeide naar aanleiding hiervan: „Het is noodzakelijk ons te herinneren, dat de jongste Sovjet-actie ten aanzien van de Randstaten bezorgdheid heeft ge wekt, niet alleen in de kringen der onmiddellijk belanghebbenden en dat de toestand welke zoo ont staan is, nog geenszins geheel duidelijk is. Het is zeker niet duidelijk, wat in bepaalde om standigheden de reactie in de Scandinavische lan den en daarbuiten zou zjjn, indien de Finsch-Rus sische onderhandelingen in een impasse zouden geraken. Voor zoover wij ons bewust zijn, is er geen belangenconflict tusschen beide landen dat niet geregeld zou kunnen worden. De Britsche regeering hoopt dat de onderhandelingen tot een goed einde gevoerd zullen worden." Naar aanleiding van een opmerking van den op- positieijliberaal Mottistone, die gezegd had. dat En geland plechtig verzekerd had Polen te zullen bij staan tegen een aanval uit welke richting ook, ver klaarde de minister: „het maakt natuurlijk voor de Polen in het ge heel geen verschil of zij uit het Oosten of uit het Westen worden aangevallen en niemand, die in lichtingen heeft over hetgeen er thans gebeurt in de verschillende deelen van Polen, kan ontkomen aan de gedachte, dat zich daar een groote tragedie afspeelt en veel geleden wordt. Het laatste, dat ik zou willen doen, is het optreden der Russische re geering te verdedigen. Doch men moet twee din gen bedenken. Rusland zou nooit lot dit optreden zijn overgegaan, als Duitschland niet het voorbeeld gegeven had en Polen was binnengevallen. En de Russen beoogden een vooruitschuiven der grenzen tot de lijn. die in hoofdzaak overeenkomt met de linie, welke ten tijde van Versailles door Lord Curzon werd aanbevolen. Ik geloof, dat de Sovjet-Unie ofschoon haar vroegere verklaring betreffende economische so lidariteit dat twijfelachtig deed schijnen, nu be - reid is onpartijdig met alle oorlogvoerende sta ten handel te drijven. De Britsche regeering heeft daarvan reeds gebruik gemaakt door het sluiten der ruilovereenkomst. Wij onder zoeken thans de mogelijkheid van uitbreiding van dezen ruilhandel, den eenigen vorm van handel, die onder de bestaande omstandig heden gedreven kan worden" Ten aanzien van de Russisch-Turksche bespre kingen zeide Halifax: „Het is juist dat het bezoek van den Turkschen minister van buitenlandsche zaken aan Moskou geen definitief resultaat heeft opgeleverd, doch men zal er kennis van hebben ge nomen, dat beide regeeringen alles hebben gedaan om aan te toonen, dat haar traditioneele vriend schap ongerept is gebleven. De Britsche regee ring, die de goede betrekkingen tusschen beide mogendheden gehandhaafd wenscht te zien, is daarover zeer voldaan. Het verdrag met Turkije vormt een behoorlijken waarborg tegen agressie in het desbetreffende deel der wereld. VOOR het eerst in acht maanden heb ik een koe gezien. Een magere West-Vir- giniaansche koe. Maar: een koe. En dat is heerlijk. De koe stond op een bruin uitgedroogd weitje voor een scheeve, duistere, slordige boerderij. Achter haar waren de bergen van West-Virginia, beladen met vlammende herfstkleuren. Ik stond naast de autobus, die mij van New York naar San Francisco brengt. Dwars door de geheele breedte der Vereenigde Staten. Een afstand van den Haag tot diep in Siberië. De autobus geeft mij de gelegenheid Amerika te zien. Zij rijdt langzamer dan de trein. En goedkooper. En gaat door de Intimiteit van het Amerikaansche land. De trein gaat de rechte lijn, die de knooppunten verbindt. De bus rijdt langs kronkelende wegen, bergen op en af, langs stille, breede rivieren. Zij gaat door vredige dorpen, door gezellige, knusse provincie-stadjes, langs genoegelijke, idyllische villa-plaatsen en door groote, zwarte, drukke steden. In den trein mset ik blijven. Zitten, eten en slapen vijf dagen lang. Met de bus op reis beteekent dat ik de reis zoo lang kan maken en zoo dikwijls kan onderbreken als ik wil. De treinreis kost twee honderd dollar en de busreis veertig dollar. Daar om ben ik met de bus gegaan. En daarom kon ik van aangezicht tot kop met de koe staan. Een vriendelijke West-Viriginiaansche, magere koe. Met iets fluweeligs en ontroerend doms in haar oogen. Een lieve koe. Een heerlijke koe wanneer ge in acht maanden geen koe hebt ge zien en acht maanden lang in de steenen woestenij van New York hebt rondgeraasd. En er naar hebt verlangd te ervaren dat de goede aarde, gras en bloemen en boomen In vlam mende herfstkleuren draagt, dat er menschen op aarde zijn, die niet per subway", per lift en per auto hun boterham binnenhalen, dat er teedere ochtendhemels zijn en vurige avondluchten en nachten zonder geluid. De-eerste-koe-in-acht-maanden keek mij. dom en droomerig aan, haar kaken maalden langzaam en haar ooren knipperden de vliegen weg. Toen gaf de bus een waarschuwenden toeter en ik zat weer naast den man uit Texas, die zijn dochter in New York had opgezocht. Een aardige man, die precies als alle aardige mannen in alle autobussen overal ter wereld, mij in het eerste uur van ons toevallig samenzijn, deelgenoot had gemaakt van zijn familie-omstandigheden .Toen hij vernam dat ik Nederlander was, kende zijn spraakzaamheid geen grenzen. Want zijn vader was met zijn vader als kleine jongen uit Neder land naar Texas gekomen. De man heet Var.- bunschoten, hetgeen ge uitspreken moet als „vènboenskoten" en hij was trotsch op zijn „vèn" en op zijn Nederlandsche afstamming en hij liet me een oude, zilveren tabaksdoos zien, die grootvader nog van zijn grootvader had ge kregen en die in de achterbroekzakken van vijf generaties was afgesleten en die pruimpjes en pijpjes had geleverd gedurende eenige eeuwen meegewandeld had door propere Hollandsche steden, den grooten Oceaan over en op zwerf tochten door Amerika. Ik bekeek die oude zil veren tabaksdoos lang en aandachtig. Ze was afgesleten door vijfhonderd broeken en twee eeuwen maar er was nog een molentje op te zien en de mast van een scheepje en een paar krulletters, die nu op eigen gelegenheid op die tabaksdoos méé-rolden door Virginia, maar die ongetwijfeld ééns 'n deel waren geweest van een kloeken bijbeltekst in kernachtig Hollandsch. Meneer Vènboenskoten vertelde en ik keek over het wijde" land en langs de beboschte heuvels naar een wonderlijk-mooien herfst hemel. De bus rende langs den gladden weg of haalde diep adem en zwoegde een berg op, om daarna blij en uitgelaten den flank weer af te stormen. We volgden riviertjes, die bijna uit gedroogd waren: een beetje water en rotsblok ken en dikke kiezelsteenen en hier en daar een polletjes gras met een magere struik midden in de bedding. We kwamen door dorpen, die ik kende van de film: allemaal houten huisjes met een verandah en een schommelstoel voor pa-in- z'n-hemdsmouwen en een schommelstoel voor ma in d'r gebloemde schort, een deur in 't mid den, een vierkant raam links, een vierkant raam rechts en een puntdak net zulke huisjes als kinderen teekenen. Tevreden, leelijke, gezellige, houten huisjes. Met boomen ervoor en een weitje waarop de dorre herfstblaren een geurig knisperend tapijt gelegd hebben. Twintig van zulke huisjes en ge hebt een dorp. Met een wit-houten kerkje. En een benzine-tank als een moderne snelheidsbatterij. Een winkel die naar appelen, zeep en koffie geurt. Gevecht tusschen vrachtschip en duikboot. Onderzeeër moest het onderspit delven. Havas meldit uit Londen: Leden der bemanning van een koopvaardijschip, dat erin geslaagd is een Duitsche duikboot tot zinken te brengen, hebben bij hun aankomst in een Engelsche haven verteld, hoe het^gevecht verloopen is. Het koopvaardijschip voer ongehinderd in een ge vaarlijke zone. Plotseling verscheen de duikboot aan stuurboordzijde, voor en bijna onder het voorschip. Onze matrozen, die de wacht hielden, zoo vertelde een der officieren, konden duidelijk zien, hoe manschappen uit de opening van den toren naar de kanonnen renden. Wij waren niet gewaarschuwd voor de aanwezigheid van de duikboot. Alles speelde zich zoo vlug af dat het verschijnen van den onderzeeër een zekere on behaaglijkheid veroorzaakte. De Duitschers vuur den acht granaten af, die door het tuig floten zonder ons te treffen. Wij richtten het kanon en begonnen a bout portant te schieten Onze projectielen ontploften zoo dicht bij de duikboot, dat de waterzuilen die ontstonden in een waterval op de brug neervielen. Plotseling renden de mannen, die op de brug van den on derzeeër waren naar den toren. Het luik werd gesloten en de duikboot begaf zich onder water. Wij hadden slechts enkele granaten afgevuurd, nauwelijks een vijfde deel van het door de Duit schers verschoten aantal. Wij waren allemaal in spanning of de duikboot opnieuw zou aanvallen. Inderdaad verscheen hij weer op 2y2 a 3 mijl af stand. Wij voeren op volle stoom, maar hij her vatten den strijd. De Duitsche granaten waren te ver weg of te dicht bij gericht. Geen enkele trof doel. De toestand van de duikboot werd ernstig. Voor zoover wij konden beoordeelen waren som mige leden der bemanning buiten gevecht ge- stefd. De onzen waren ongedeerd. Onze grana ten vielen rondom den onderzeeër neer Na an derhalf uur verspreide zich een groote plek wit schuim rondom de duikboot, die in zee verdween. 1 Zoo gaan we door tientallen dorpen. Langs scheeve, zwarte boerenhuizen. Langs lieve, domme koeien. Door schemerige beukenlanen rossig van deö herfst. Dertig menschen in een groote autobus, die zacht over de wegen van dit stille land zoeft. Wij rijden vele uren en wij zullen nog vele uren rij den. Maar telkens wordt het gezelschap an ders. De één stapt uit in een klein dorp. de ander onderbreekt de reis om in het eenige hotel van. een -stadje te overnachten. Ge kunt: kijkende, indommelende, pratende, lezende en appels- etende de heele reis van New-York tot San Francisco in de autobus blijven, „Het is wel heel vermoeiend, maar je spaart dan alle hotelkosten uit", zegt een student, die zijn spaarduitje be steed heeft aan de Wereldtentoonstelling en die nog maar een paar dollar heeft overgehouden voor hier en daar een boterham en een kop kof fie onderweg. Maar ik geef er de voorkeur aan het aantal dagen te verdrievoudigen. Want zóó zie ik wat van dit reusachtige Amerika. En zoo kan ik indrukken voor dit dagboek opdoen. De herfsthemel wordt rossig. Er staan vreem de. vlammende, kleuren aan den horizont waar een vurige zon achter gaat verzinken. De bergen van Virginia worden duister en hier en daar gaat een venster geel gloeien in den avond. De man uit Texas zal nog wat doorrijden. Wij heb ben elkaar van ochtend voor het eerst ontmoet en wij zullen elkaar van avond voor het laatst zien. Hij zegt dat het een wonderlijke wereld is en hij stopt een pijp uit de zilveren doos met de sierlijke letters en de afgesleten scheepsmast. Ik zeg óók dat het een wonderlijke wereld is. Een. jaar geleden liep ik door de Wagenstraat, en nu rol ik door Virginia. Hier is de rust en de stilte en de geurigheid van een vroegen herfstavond. En ginds is het oorlog. De bus staat stil in een kleine stad. Ik zeg: „goodbye" tegen meneer Vènboens koten. Hij zegt: „helloh!" De bus rijdt weg. Met negen-en-twintig menschen en een Hollandsche tabaksdoos. Ik sta met mijn koffer in Clarksburg^ een kleine stad, die in Zaterdagavondstemming is. MR. E. ELIAS. Onze af deeling. omvat o.a. een uitgebreid repertoire TEGEN ZEER VOOR- DEELIGE PRIJZEN! KOMT U EENS KENNIS MAKEN? KRUISWEG 49 HAARLEM (Adv. Ingez. Med.) j. RADIO "phoeramm'a ZATERDAG 28 OCTOBER 1939. HILVERSUM I. 1875 en 414,4 M. KRO-Uitzending. 8.00 Berichten A. N. P. 8.05—9.15 en 10.00 Gra- mofoonplaten. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00 Berichten. 12.15 Het KRO-Orkest (Van 12.45—1.10 Berichten A. N. P. en gramofoonplaten). 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2 30 Gramofoonplaten. 2.45 Kin deruurtje. 4.00 Gramofoonplaten. 4.30 Het KRO- Orkest. 5.15 Filmpraatje. 5.30 Gramofoonplaten. 5 45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonpla ten. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramo foonplaten. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Huis gezin en Maatschappij". 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten A. N. P. 8.15 Meditatie met muzikale omlijsting 8.35 Gramofoonplaten. 8.45 Gevardieerd programma. 10.30 Berichten A. N. P. 10.40 Cause- •ie „Het onvergankelijke rijk", met muizkale om lijsting. 11.00—12.00 Gramofoonplaten. HILVERSUM n, 310.5 M. VARA-Uitzcnding. 10.0010.20 v.m. cn 7.30—8.00 VPRO. I.00 Berichten A. N. P., gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Conti nubedrijven. 12.00 Gramofoonplaten. (Om 12.45 berichten A. N. P.). 2.00 Filmpraatje. 2.15 Orgel, zang en mandoline. 3.00 Reportage. 3.30 VARA- Orkest. 4.15 Causerie „Een wandeling door de Herfstnatuur". 4.30 Residentie-orkest. 5.30 Film land. 5.50 Orgelspel. 6.15 Uit de roode jeugdbewe ging. 6.45 Kinderleesclub. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Cyclus „Hoe werkt de kerk?" 8.00 Herhaling SOS- Berichten. 8.04 Berichten A. N. PVARA-Varia. 8.15 Vraag en antwoord. 8.30 De Ramblers. 9.00 Toespraak. 9.05 Radiolooneel. 9.30 Gramofoonpla ten. 9.40 Vragenbus. 10.00 En nu.... Oké! 11.00 Berichten A. N. P. 11.10 Radiotooneel. 11.3012.00 VARA-Strijkorkest. INGELAND. 391 cn 449 M. 9.35 Morgenwijding. 9.5010.20 Lichte muziek. 11.20 Berichten. 11.35 Orkestconcert. 12.05 Orgel spel. 12.35 Causerie „Bees, Poultry, etc." 12.50 Lichte muziek. 1.35 Blaasorkest. 2.20 Radiotooneel. 2.50 Dansorkest. 3.20 Berichten. 3.35 Variété. 4.05 Ontreden van een solist(e). 4.20 Kinderhalfuur. 4.50 Het BBC-Harmonie-orkest. 5.20 Berichten. 5.35 Sportpraatje. 5.50 Orgelconcert. 6.20 Dansorkest. 6.50 Mededeelingen. 7 20 Variété. 8.20 Berichten. 8.35 Causerie (opn.). 8.50 Populair programma. 9.35 Korte avondwijding. 9.50 Orkestconcert. 10.20 Radiotooneel of gevarieerd programma. 10.45 Dans muziek. 11.2011.35 Berichten. RADIO PARIJS. 1648 M. Geen opgave ontvangen. KEULEN. 456 M. 5.50 Gramofoonplaten. 7.50 Het Amusements- sextet. 9.50 Gramofoonplaten. 9.30 Kamermuziek. 9.5010.20 Gevarieerd programma. 11.20 Concert. 1.35 Gramofoonplaten. 2.20 Leo Eysoldt's klein- oikest. 4.35 Meisjeskoor. 5.20 Steinboek's concert, het Citherkwartct Frcundorfer, het Töpfer-duo en het Omroepkoor. 7.3512.20 Zie Deutscfaland- sender. BRUSSEL. 322 M. II.20 Gramofoonplaten. 11.50 en 12.30 Omroep orkest. 12.50 Gramofoonplaten. 1.25 Gramofoon platen met toelichting. 2.25 Jef van Hoofs koper ensemble en gramofoonplaten 3.50 Viool en piano. 5.05 Omroeporkest, solist en gramofoonplaten. 6.45 Gramofoonplaten.. 7.20 Ontspanningsprogramma voor soldaten. 7.50; 8.20 en 9.3011.20 Gramofoon platen. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.35 Veldpostprogramma. 8.05 Opera-concert. 9.20| Berichten. 9.50 Otto Dobrindt's orkest. 11.20 Be richten. Hierna tot 12.20 Nachtooncert.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 9