Chamberlain antwoordt op
Von Ribbentrop's rede.
„Duitschland gaf het
voorbeeld"
GRAMOFOONPLATEN
„Slechts één antwoord mogelijk en
Engeland is bereid dat te geven".
Dagboek van een busreis dcor Amerika
Een koe, een tabaksdoos
en de wonderlijke wereld
DANSMUZIEK
W. ALPHENAAR
VRIJDAG 27 OCTOBER 1939
HSÏKCEM'S D'AGBE'AD
Geen regeering heeft grooter
risico geloopen om den vrede
te bewaren dan de Britsche,
constateert de premier.
In zijn wekelijksche verklaring in het Lager
huis heeft minister-president Chamberlain, naar
Reuter meldt, gezegd: „In de af geloopen week
hebben zich aan het Westelijk front geen opera
ties van beteekenls voorgedaan. Kleine wijzigin
gen zijn aangebracht in de bezette linies en het
algemeen resultaat is dat de Fransche en Duit-
sche troepen thans aan de grens tusschen beide
landen liggen. De voortdurende stroom van ver
sterkingen en materieel^ reserves voor het Brit
sche expeditie-leger wordt voortgezet en de ver
dedigingswerken in den Britschen sector worden
voortdurend versterkt. In de lucht zijn de ge-
vechts-vliegtuigen wederom in actie gekomen.
Het Huis weet reeds, dat Duitsche bommenwer
pers een aanval hebben gedaan op een convooi
aan de oostkust op 21 October j.l. Bij den aan
val. welke door zes toestellen in den ochtend
werd gedaan, is het waarschijnlijk dat twee van
de vijandelijke toestellen werden vernield en bij
den aanval in den middag, welke werd gedaan
door twee escadrilles van negen en twaalf bom
menwerpers, eijn zeker vier en vermoedelijk vijf
toestellen vernield. Den volgenden dag werd een
van twee bommenwerpers neergeschoten op
zee bij een convooi nabij Saint Abbs Head. Geen
van de schepen van het convooi of het escorte
werd getroffen evenmin als de vliegtuigen, welke
bij het convooi waren. De eenheden aan de kust
zijn vrijwel voortdurend in actie. Soms is het op
vallend en wekt het de aandacht, doch meer is
het routinewerk en verloopt het onopgemerkt,
hoewel niet minder doeltreffend.
Deze week zijn enkele successen te melden.
Mijnen voor een convooi zijn uit de lucht tijdig
ontdekt om de schepen te waarschuwen.
Aanval op duikbooten.
Zeven duikbooten werden door vliegtuigen
gesignaleerd, hiervan werden vier aangeval
len. Men heeft goede reden om aan te ne
men, dat ten minste een van deze schepen
ernstig werd beschadigd en een ander werd
vernield door de oorlogsschepen, welke door
de aanvallende vliegtuigen naar de plaats
werden geleid
„Ik wensch hierbij melding te maken van het
.bewonderenswaardige werk van de luchtdoelar
tillerie, welke steeds op haar post is, van het be
gin van den oorlog af. Thans is bekend, dat bij
de aanvallen op Rosyth en Scapa Flow twee
Duitsche bommenwerpers door de luchtdoelar
tillerie omlaag zijn gebracht en men heeft reden
om aan te nemen, dat aan andere toestellen zulke
schade werd aangericht, dat zij hun basis niet
konden bereiken.
In den oorlog op zee is de duikboot-campagne
van de Duitschers verscherpt. Dit is steeds ver
wacht, doch ik kan het Huis met vertrouwen ver
zekeren, dat de toestand wel in de hand wordt
gehouden. Niettegenstaande een of twee geluk
kige aanvallen van den vijand, is hij niet in staat
geweest dezelfde hoeveelheid schepen tot zin
ken te brengep als in het begin van den oorlog.
Hun duikbooten worden gedwongen verder en
verder van hun bases te opereeren en verder van
de punten, waar de koopvaardij samenkomt.
Verder wordt het vernielen van de vijan
delijke duikbooten gehandhaafd op een vol
doende schaal om ons te doen gelooven, dat
deze bedreiging van onzen handel te boven
zal worden gekomen.
Verloren en buitgemaakte schepen.
De leden van het Huis zullen hebben gehoord
(lat de laatste dagen vijf Britsche schepen tot
zinken zijn gebracht. Een V3.n deze schepen was
de „Stonegate" welke eenigen tijd geleden tot
zinken is gebracht door het Duitsche kaperschip
„Deutschland", de mededeeling van dit verlies
heeft ons eerst kort geleden bereikt Tezamen
meten deze schepen 22.715 ton. Aan de andere
zijde zijn een aantal vijandelijke schepen aan
gehouden en opgebracht door onze blokkade
patrouilles. Deze schepen zijn de „Phoebus" 8863
ton, de „Gloria" 5396 ton,- de Bianca" 1375 ton.
de „Poseidon" 5864 ton en de „Biscaya" 6369 ton.
Al deze schepen met een totaal van 28.367 ton.
zijn thans in ons bezit. Bovendien werd het 4574
ton metende schip ..Gonzeinheim' aangehouden.
De bemanning bracht het schip tot zinken om te
voorkomen dat het werd buitgemaakt. Het totale
verlies van den vijand bedraagt dus ongeveer
33.000 ton. hetgeen dus een netto winst van om
streeks 6000 ton oplevert.
Deze cijfers zijn evenwel nog onderworpen aan
de beslissing van het Prijshof.
Een van de kenmerken van de vijandelijke
duikbootcampagne waarop ik de aandacht
moet vestigen, is de toenemende wetteloos
heid. Het schijnt thans regel te worden dat
koopvaardijschepen zonder waarschuwing
tot zinken worden gebracht.
Dikwijls worden passagiers en bemanning in
fcleine open booten in een stormachtige zee over
boord gezet blootgesteld aan koude en ontbering.
In het geval van de ..Yorkshire" in het bijzonder
zijn levens te betreuren van vrouwen en kinderen
van soldaten, die uit Indië terugkeerden. Een an
der opmerkelijk feit was het tot zinken brengen
van het Fransche schip „Bretagne" dat eveneens
£en groot aantal vrouwen en kinderen aan boord
had. Dit schip werd mijlen ver van het land tot
zinken gebracht door kanonvuur en torpedo's
zonder waarschuwing. Veertien opvarenden wor
den vermist.
Geen woorden zijn krachtig genoeg om uitdruk
king te geven aan onze verachting voor dezen
laffen vorm van oorlog voeren (applaus)
Het verdrag met Turkije.
Het voornaamste feit in de buitenlandsche po
litiek sedert mijn laatste verklaring in het Huis
ls de onderteekening van het verdrag met Turkije
(applaus).
Het verdrag is met groote voldoening begroet
In het geheele imperium en Frankrijk en het is
een groote bemoediging voor ons te weten dat het
ook in vele andere deelen ter wereld is verwel
komd. Dit is boven allen twijfel verheven, want
de wereld ziet hierin een garantie voor het hand
haven van den vrede in ten minste een gebied
ter wereld. Het verdrag is zuiver defensief, het
bedreigt niemand en heeft alleen ten doel weer
stand te bieden aan een aanval.
Wij zijn trotsch te voelen dat wij thans gemeen
schappelijke verantwoordelijkheid dragen met
het Turksche volk, welks vaderlandsliefde en dap
perheid wij langen tijd hoogelijk hebben gewaar
deerd. (applaus). Ik zou van deze gelegenheid
gebruik willen maken om het huis mede te dee
len, dat Zijner Majesteits regeering en de Fran
sche en Turksche regeering sedert eenigen tijd
het vraagstuk van financieele hulp aan Turkije
bespreken. De hulp, welke gegeven zal worden, be
staat voornamelijk uit oorlogsmateriaal.
De besprekingen werden gevoerd in een geest
van openhartigheid en hartelijkheid en zijn
thans bijna gereed. Ik vertrouw, dat zij tot prac-
tische resultaten zullen voeren.
Een week geleden deelde ik het Huis mede
dat geen mededeelingen van Berlijn waren ont
vangen over de inzichten van de Duitsche regee
ring over de punten, welke ik in mijn verkla-
rin van 12 October heb pogen uiteen te zetten.
In de laatste dagen zijn berichten uit Berlijn
ontvangen over langdurige besprekingen van de
nationaal-socialistische leiders. Het is mogelijk,
dat de rede, welke de Duitsche minister van
buitenlandsche zaken op 24 October te Dantzig
heeft gehouden, het resultaat is van deze be
sprekingen gelach)
De rede van Von Ribbentrop.
Ik ben niet voornemens de tijd van dit Huis
te verspillen met commentaar te leveren op de
vele bijzonderheden in deze rede (gelach). Nie
mand in dit land zal worden misleid door het
verdraaien van de waarheid en er is reeds vol
doende aanduiding, dat Von Ribbentrop niet
meer succes heeft gehad in zijn poging onpar
tijdige waarnemers in andere deelen van de
wereld te misleiden. Inderdaad koester ik zelfs
de hoop dat niettegenstaande alle onderdrukking
en vervalschingen, er zelfs in Duitschland som
migen zijn, die zien, waar de werkelijke waarheid
ligt toej uichingen
Het voornaamste thema van de rede was dat
Engeland en niet Duitschland den oorlog heeft
■ewild en tot stand gebracht. De geheele wereld
weet dat geen regeering ooit vuriger heeft ge
poogd een oorlog te voorkomen of grooter risico
heeft geloopen om den vrede te bewaren, dan de
regeering van dit land (toejuichingen). Reeds
hebben wij met volledige openhartigheid alle
essentieele documenten, welke betrekking heb
ben op de oorzaken van den oorlog gepubliceerd.
Wij zijn tevreden door de feiten te worden ge
oordeeld en te weten dat het oordeel van de
groote meerderheid der neutrale waarnemers
ten gunste van ons is.
In zijn laatste rapport over zijn zending te
Berlijn heeft Sir Neville Henderson melding ge
maakt van de aanmoediging, welke Von Ribben
trop heeft gegeven aan Hitler bij zijn plannen
nopens Polen. Oogenschijnlijk heeft Von Ribben
trop hem tot het laatste oogenblik gezegd dat
Engeland niet zou vechten. Toch is dit de man,
die verzekert, dat het doel van de Engelsche
olitiek sedert 1933 is geweest een oorlog te ont
ketenen tegen Duitschland (gelach en applaus).
Een van de vraagstukken, welke de geschied
kundigen van de toekomst moeten oplossen is,
in hoeverre het groote treurspel van onzen tijd
te wijten is aan het feit dat de heer Von Ribben
trop noch de politiek, noch het karakter van het
Britsche volk heeft kunnen begrijpen.
Duitschland en Rusland.
Ik wil nog een commentaar leveren op de
rede van den Duitschen minister van buitenland
sche zaken. Het schijnt, dat hij de Sovjet Unie
wil uitnoodigen deel te nemen aan den kruistocht
tegen het Britsche rijk.
Wel, wat een verandering laat ik twee zin
nen voorlezen uit een verklaring van Von Rib
bentrop aan de pers, toen hij voor het eerst naar
Engeland kwam in 1936".
De communist Gallacher interrumpeerde
hier en zeide: „Hij was toen uw favoriet",
waarop MacGovern van de Labour Party
Gallacher toevoegde: „Nu is hij de uwe".
(Luid gelach).
De minister-president ging vervolgens door:
„Von Ribbentrop zeide toen: ..Duitschland
wenscht vrienden te zijn met Engeland en ik
denk dat het Britsche volk ook met Duitschland
vriendschap wil. De Führer is overtuigd dat er
slechts een werkelijk gevaar is in Europa en ook
voor het Britsche Rijk dat is de uitbreiding
van het communisme de verschrikkelijkste
Ivan alle plagen. (Gelach Verschrikkelijk, om
dat het volk zich gewoonlijk eerst het gevaar er
an bewust wordt, wanneer het te laat is". (Ge
lach).
Chamberlain zeide verder: „De positieve
conclusie, welke wij blijkbaar uit de rede
van den Duitschen minister van buitenland
sche zaken kunnen trekken is, dat de Duit
sche regeering haar keus heeft gemaakt,
welke, zooals ik op 12 October zeide. voor
hen lag. Hij heeft aangekondigd dat het hun
bedoeling is den strijd door te zetten met
alle energie en kracht. Wanneer dit inder
daad hun beslissing is, dan kan er slechts
één antwoord zijn en wij zijn bereid dit te
geven.
Het is evenwel niet Engeland, dat Duitschland
heeft uitgedaagd, doch het is de Duitsche regee
ring, die door voortdurende daden van aanval,
niettegenstaande onze herhaalde waarschuwin
gen. ons heeft gedwongen ten slotte, zij het met
tegenzin, de wapens op te nemen. Het is de
Duitsche regeering, welke door haar schaamte
loos verachten van het gegeven woord en van de
rechten en vrijheden van andere volken, de ver
antwoordelijkheid moet dragen voor dezen oor
log en al zijn gevolgen (applaus).
Waar van den nood een deugd ge
maakt werd. De schutting, welke de
zandzakbarricade voor het Londensche
kantoor der Holland Amerika Lijn be
dekt, werd artistiek affiche-object
Litausche troepen in liet gebied
van Wilna.
Morgen wordt de stad zelf bereikt.
KAUNAS. 27 October (Reuter-A.N.P.) Li
tausche troepen onder leiding van opperbevel
hebber Rastikis, zijn vanochtend over de grens
getrokken en het gebied van Wilna (Vilnius)
binnengeruk.
Naar het Duitsche nieuwsbureau nader meldt
waren bij de grensoverschrijding o.m. tegenwoor
dig de leider van het Litausche leger, brigade
generaal Rastikis, de chef van den generalen
staf. generaal Von Pundzevicis, de opperbevel
hebber van het corps voor Wilna, generaal
Viskauskas en diens staf, alsmede vertegenwoor
digers der regeering.
De Sovjet-Russische troepen hadden zich
reeds in de vroege ochtenduren teruggetrokken
en bevonden zich op ongeveer 10 K.M. der
binnenrukkende troepen.
Wilna zal Zaterdag worden bereikt.
De Litausche Sejm zal vanmiddag bijeenko
men om wetgevende besluiten te nemen over de
inlijving van het gebied van Wilna en het voor-
loopige bestuur.
Halifax over
de houding van Rusland
De Finsch-Russische
onderhandelingen
De Engelsche minister van buitenlandsche zaken,
Lord Halifax, heeft in het Hoogerhuis geantwoord
op vragen, die tijdens het debat over de wekelijk
sche verklaring der regeering waren gesteld. Over
de rede van Von Ribbentrop zeide hij:
„Wat ik van deze rede denk is, dat ik nooit
een plompere poging gezien heb indien men
van een collega zoo mag spreken om En
geland en Frankrijk te scheiden.
Het vertrouwen tusschen Frankrijk en Engeland
is nooit vollediger en intiemer geweest dan thans
het geval is. Overigens zou het schouwspel van een
onschuldig Duitschland, bedreigd door een aanval
van Polen en tevoren door een aanval van Tsjecho-
Slowakije, bij Goden en menschen een glimlach
kunnen oproepen, indien de zaak niet zoo ernstig
was."
De arbeidersvertegenwoordiger Listowel drong
aan op een spoedige uitbi-eiding van de handelsbe
trekkingen met de Sovjet-Unie en wenschte ook
de verklaring te hooren dat Engeland niet voorne
mens was zich te mengen in de positie van de Sov
jet-Unie in Oost- en Noord-Oost-Europa. Halifax
zeide naar aanleiding hiervan: „Het is noodzakelijk
ons te herinneren, dat de jongste Sovjet-actie ten
aanzien van de Randstaten bezorgdheid heeft ge
wekt, niet alleen in de kringen der onmiddellijk
belanghebbenden en dat de toestand welke zoo ont
staan is, nog geenszins geheel duidelijk is.
Het is zeker niet duidelijk, wat in bepaalde om
standigheden de reactie in de Scandinavische lan
den en daarbuiten zou zjjn, indien de Finsch-Rus
sische onderhandelingen in een impasse zouden
geraken.
Voor zoover wij ons bewust zijn, is er geen
belangenconflict tusschen beide landen dat
niet geregeld zou kunnen worden. De Britsche
regeering hoopt dat de onderhandelingen tot
een goed einde gevoerd zullen worden."
Naar aanleiding van een opmerking van den op-
positieijliberaal Mottistone, die gezegd had. dat En
geland plechtig verzekerd had Polen te zullen bij
staan tegen een aanval uit welke richting ook, ver
klaarde de minister:
„het maakt natuurlijk voor de Polen in het ge
heel geen verschil of zij uit het Oosten of uit het
Westen worden aangevallen en niemand, die in
lichtingen heeft over hetgeen er thans gebeurt in
de verschillende deelen van Polen, kan ontkomen
aan de gedachte, dat zich daar een groote tragedie
afspeelt en veel geleden wordt. Het laatste, dat ik
zou willen doen, is het optreden der Russische re
geering te verdedigen. Doch men moet twee din
gen bedenken. Rusland zou nooit lot dit optreden
zijn overgegaan, als Duitschland niet het voorbeeld
gegeven had en Polen was binnengevallen. En de
Russen beoogden een vooruitschuiven der grenzen
tot de lijn. die in hoofdzaak overeenkomt met de
linie, welke ten tijde van Versailles door Lord
Curzon werd aanbevolen.
Ik geloof, dat de Sovjet-Unie ofschoon haar
vroegere verklaring betreffende economische so
lidariteit dat twijfelachtig deed schijnen, nu be
- reid is onpartijdig met alle oorlogvoerende sta
ten handel te drijven. De Britsche regeering
heeft daarvan reeds gebruik gemaakt door
het sluiten der ruilovereenkomst. Wij onder
zoeken thans de mogelijkheid van uitbreiding
van dezen ruilhandel, den eenigen vorm van
handel, die onder de bestaande omstandig
heden gedreven kan worden"
Ten aanzien van de Russisch-Turksche bespre
kingen zeide Halifax: „Het is juist dat het bezoek
van den Turkschen minister van buitenlandsche
zaken aan Moskou geen definitief resultaat heeft
opgeleverd, doch men zal er kennis van hebben ge
nomen, dat beide regeeringen alles hebben gedaan
om aan te toonen, dat haar traditioneele vriend
schap ongerept is gebleven. De Britsche regee
ring, die de goede betrekkingen tusschen beide
mogendheden gehandhaafd wenscht te zien, is
daarover zeer voldaan.
Het verdrag met Turkije vormt een behoorlijken
waarborg tegen agressie in het desbetreffende deel
der wereld.
VOOR het eerst in acht maanden heb ik
een koe gezien. Een magere West-Vir-
giniaansche koe. Maar: een koe. En dat
is heerlijk. De koe stond op een bruin
uitgedroogd weitje voor een scheeve, duistere,
slordige boerderij. Achter haar waren de bergen
van West-Virginia, beladen met vlammende
herfstkleuren. Ik stond naast de autobus, die
mij van New York naar San Francisco brengt.
Dwars door de geheele breedte der Vereenigde
Staten. Een afstand van den Haag tot diep
in Siberië. De autobus geeft mij de gelegenheid
Amerika te zien. Zij rijdt langzamer dan de
trein. En goedkooper. En gaat door de Intimiteit
van het Amerikaansche land. De trein gaat de
rechte lijn, die de knooppunten verbindt. De bus
rijdt langs kronkelende wegen, bergen op en af,
langs stille, breede rivieren. Zij gaat door vredige
dorpen, door gezellige, knusse provincie-stadjes,
langs genoegelijke, idyllische villa-plaatsen en
door groote, zwarte, drukke steden. In den trein
mset ik blijven. Zitten, eten en slapen vijf
dagen lang. Met de bus op reis beteekent dat ik
de reis zoo lang kan maken en zoo dikwijls kan
onderbreken als ik wil. De treinreis kost twee
honderd dollar en de busreis veertig dollar. Daar
om ben ik met de bus gegaan. En daarom kon
ik van aangezicht tot kop met de koe staan.
Een vriendelijke West-Viriginiaansche, magere
koe. Met iets fluweeligs en ontroerend doms in
haar oogen. Een lieve koe. Een heerlijke koe
wanneer ge in acht maanden geen koe hebt ge
zien en acht maanden lang in de steenen
woestenij van New York hebt rondgeraasd. En
er naar hebt verlangd te ervaren dat de goede
aarde, gras en bloemen en boomen In vlam
mende herfstkleuren draagt, dat er menschen
op aarde zijn, die niet per subway", per
lift en per auto hun boterham binnenhalen,
dat er teedere ochtendhemels zijn en vurige
avondluchten en nachten zonder geluid.
De-eerste-koe-in-acht-maanden keek mij. dom
en droomerig aan, haar kaken maalden langzaam
en haar ooren knipperden de vliegen weg. Toen
gaf de bus een waarschuwenden toeter en ik
zat weer naast den man uit Texas, die zijn
dochter in New York had opgezocht. Een aardige
man, die precies als alle aardige mannen in alle
autobussen overal ter wereld, mij in het eerste
uur van ons toevallig samenzijn, deelgenoot had
gemaakt van zijn familie-omstandigheden .Toen
hij vernam dat ik Nederlander was, kende zijn
spraakzaamheid geen grenzen. Want zijn vader
was met zijn vader als kleine jongen uit Neder
land naar Texas gekomen. De man heet Var.-
bunschoten, hetgeen ge uitspreken moet als
„vènboenskoten" en hij was trotsch op zijn
„vèn" en op zijn Nederlandsche afstamming en
hij liet me een oude, zilveren tabaksdoos zien,
die grootvader nog van zijn grootvader had ge
kregen en die in de achterbroekzakken van vijf
generaties was afgesleten en die pruimpjes en
pijpjes had geleverd gedurende eenige eeuwen
meegewandeld had door propere Hollandsche
steden, den grooten Oceaan over en op zwerf
tochten door Amerika. Ik bekeek die oude zil
veren tabaksdoos lang en aandachtig. Ze was
afgesleten door vijfhonderd broeken en twee
eeuwen maar er was nog een molentje op te
zien en de mast van een scheepje en een paar
krulletters, die nu op eigen gelegenheid op die
tabaksdoos méé-rolden door Virginia, maar die
ongetwijfeld ééns 'n deel waren geweest van een
kloeken bijbeltekst in kernachtig Hollandsch.
Meneer Vènboenskoten vertelde en ik keek
over het wijde" land en langs de beboschte
heuvels naar een wonderlijk-mooien herfst
hemel. De bus rende langs den gladden weg of
haalde diep adem en zwoegde een berg op, om
daarna blij en uitgelaten den flank weer af te
stormen. We volgden riviertjes, die bijna uit
gedroogd waren: een beetje water en rotsblok
ken en dikke kiezelsteenen en hier en daar een
polletjes gras met een magere struik midden
in de bedding. We kwamen door dorpen, die ik
kende van de film: allemaal houten huisjes met
een verandah en een schommelstoel voor pa-in-
z'n-hemdsmouwen en een schommelstoel voor
ma in d'r gebloemde schort, een deur in 't mid
den, een vierkant raam links, een vierkant raam
rechts en een puntdak net zulke huisjes als
kinderen teekenen. Tevreden, leelijke, gezellige,
houten huisjes. Met boomen ervoor en een
weitje waarop de dorre herfstblaren een geurig
knisperend tapijt gelegd hebben. Twintig van
zulke huisjes en ge hebt een dorp. Met een
wit-houten kerkje. En een benzine-tank als
een moderne snelheidsbatterij. Een winkel die
naar appelen, zeep en koffie geurt.
Gevecht tusschen vrachtschip en
duikboot.
Onderzeeër moest het onderspit delven.
Havas meldit uit Londen: Leden der bemanning
van een koopvaardijschip, dat erin geslaagd is
een Duitsche duikboot tot zinken te brengen,
hebben bij hun aankomst in een Engelsche
haven verteld, hoe het^gevecht verloopen is. Het
koopvaardijschip voer ongehinderd in een ge
vaarlijke zone. Plotseling verscheen de duikboot
aan stuurboordzijde, voor en bijna onder het
voorschip. Onze matrozen, die de wacht hielden,
zoo vertelde een der officieren, konden duidelijk
zien, hoe manschappen uit de opening van den
toren naar de kanonnen renden. Wij waren niet
gewaarschuwd voor de aanwezigheid van de
duikboot. Alles speelde zich zoo vlug af dat het
verschijnen van den onderzeeër een zekere on
behaaglijkheid veroorzaakte. De Duitschers vuur
den acht granaten af, die door het tuig floten
zonder ons te treffen. Wij richtten het kanon en
begonnen a bout portant te schieten
Onze projectielen ontploften zoo dicht bij de
duikboot, dat de waterzuilen die ontstonden in
een waterval op de brug neervielen. Plotseling
renden de mannen, die op de brug van den on
derzeeër waren naar den toren. Het luik werd
gesloten en de duikboot begaf zich onder water.
Wij hadden slechts enkele granaten afgevuurd,
nauwelijks een vijfde deel van het door de Duit
schers verschoten aantal. Wij waren allemaal in
spanning of de duikboot opnieuw zou aanvallen.
Inderdaad verscheen hij weer op 2y2 a 3 mijl af
stand. Wij voeren op volle stoom, maar hij her
vatten den strijd. De Duitsche granaten waren te
ver weg of te dicht bij gericht. Geen enkele trof
doel. De toestand van de duikboot werd ernstig.
Voor zoover wij konden beoordeelen waren som
mige leden der bemanning buiten gevecht ge-
stefd. De onzen waren ongedeerd. Onze grana
ten vielen rondom den onderzeeër neer Na an
derhalf uur verspreide zich een groote plek wit
schuim rondom de duikboot, die in zee verdween.
1 Zoo gaan we door tientallen dorpen.
Langs scheeve, zwarte boerenhuizen.
Langs lieve, domme koeien.
Door schemerige beukenlanen rossig van deö
herfst.
Dertig menschen in een groote autobus, die
zacht over de wegen van dit stille land zoeft. Wij
rijden vele uren en wij zullen nog vele uren rij
den. Maar telkens wordt het gezelschap an
ders. De één stapt uit in een klein dorp. de ander
onderbreekt de reis om in het eenige hotel van.
een -stadje te overnachten. Ge kunt: kijkende,
indommelende, pratende, lezende en appels-
etende de heele reis van New-York tot San
Francisco in de autobus blijven, „Het is wel heel
vermoeiend, maar je spaart dan alle hotelkosten
uit", zegt een student, die zijn spaarduitje be
steed heeft aan de Wereldtentoonstelling en die
nog maar een paar dollar heeft overgehouden
voor hier en daar een boterham en een kop kof
fie onderweg.
Maar ik geef er de voorkeur aan het aantal
dagen te verdrievoudigen. Want zóó zie ik wat
van dit reusachtige Amerika. En zoo kan ik
indrukken voor dit dagboek opdoen.
De herfsthemel wordt rossig. Er staan vreem
de. vlammende, kleuren aan den horizont waar
een vurige zon achter gaat verzinken. De bergen
van Virginia worden duister en hier en daar
gaat een venster geel gloeien in den avond. De
man uit Texas zal nog wat doorrijden. Wij heb
ben elkaar van ochtend voor het eerst ontmoet
en wij zullen elkaar van avond voor het laatst
zien. Hij zegt dat het een wonderlijke wereld is
en hij stopt een pijp uit de zilveren doos met
de sierlijke letters en de afgesleten scheepsmast.
Ik zeg óók dat het een wonderlijke wereld is. Een.
jaar geleden liep ik door de Wagenstraat, en nu
rol ik door Virginia. Hier is de rust en de stilte
en de geurigheid van een vroegen herfstavond.
En ginds is het oorlog.
De bus staat stil in een kleine stad.
Ik zeg: „goodbye" tegen meneer Vènboens
koten.
Hij zegt: „helloh!"
De bus rijdt weg. Met negen-en-twintig
menschen en een Hollandsche tabaksdoos.
Ik sta met mijn koffer in Clarksburg^ een
kleine stad, die in Zaterdagavondstemming is.
MR. E. ELIAS.
Onze af deeling.
omvat o.a. een uitgebreid repertoire
TEGEN ZEER VOOR-
DEELIGE PRIJZEN!
KOMT U EENS KENNIS MAKEN?
KRUISWEG 49 HAARLEM
(Adv. Ingez. Med.)
j. RADIO
"phoeramm'a
ZATERDAG 28 OCTOBER 1939.
HILVERSUM I. 1875 en 414,4 M.
KRO-Uitzending.
8.00 Berichten A. N. P. 8.05—9.15 en 10.00 Gra-
mofoonplaten. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00
Berichten. 12.15 Het KRO-Orkest (Van 12.45—1.10
Berichten A. N. P. en gramofoonplaten). 2.00 Voor
de rijpere jeugd. 2 30 Gramofoonplaten. 2.45 Kin
deruurtje. 4.00 Gramofoonplaten. 4.30 Het KRO-
Orkest. 5.15 Filmpraatje. 5.30 Gramofoonplaten.
5 45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonpla
ten. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramo
foonplaten. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Huis
gezin en Maatschappij". 7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten A. N. P. 8.15 Meditatie met muzikale
omlijsting 8.35 Gramofoonplaten. 8.45 Gevardieerd
programma. 10.30 Berichten A. N. P. 10.40 Cause-
•ie „Het onvergankelijke rijk", met muizkale om
lijsting. 11.00—12.00 Gramofoonplaten.
HILVERSUM n, 310.5 M.
VARA-Uitzcnding. 10.0010.20 v.m. cn
7.30—8.00 VPRO.
I.00 Berichten A. N. P., gramofoonplaten. 10.00
Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Conti
nubedrijven. 12.00 Gramofoonplaten. (Om 12.45
berichten A. N. P.). 2.00 Filmpraatje. 2.15 Orgel,
zang en mandoline. 3.00 Reportage. 3.30 VARA-
Orkest. 4.15 Causerie „Een wandeling door de
Herfstnatuur". 4.30 Residentie-orkest. 5.30 Film
land. 5.50 Orgelspel. 6.15 Uit de roode jeugdbewe
ging. 6.45 Kinderleesclub. 7.00 VARA-Kalender.
7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30
Cyclus „Hoe werkt de kerk?" 8.00 Herhaling SOS-
Berichten. 8.04 Berichten A. N. PVARA-Varia.
8.15 Vraag en antwoord. 8.30 De Ramblers. 9.00
Toespraak. 9.05 Radiolooneel. 9.30 Gramofoonpla
ten. 9.40 Vragenbus. 10.00 En nu.... Oké! 11.00
Berichten A. N. P. 11.10 Radiotooneel. 11.3012.00
VARA-Strijkorkest.
INGELAND. 391 cn 449 M.
9.35 Morgenwijding. 9.5010.20 Lichte muziek.
11.20 Berichten. 11.35 Orkestconcert. 12.05 Orgel
spel. 12.35 Causerie „Bees, Poultry, etc." 12.50
Lichte muziek. 1.35 Blaasorkest. 2.20 Radiotooneel.
2.50 Dansorkest. 3.20 Berichten. 3.35 Variété. 4.05
Ontreden van een solist(e). 4.20 Kinderhalfuur.
4.50 Het BBC-Harmonie-orkest. 5.20 Berichten. 5.35
Sportpraatje. 5.50 Orgelconcert. 6.20 Dansorkest.
6.50 Mededeelingen. 7 20 Variété. 8.20 Berichten.
8.35 Causerie (opn.). 8.50 Populair programma.
9.35 Korte avondwijding. 9.50 Orkestconcert. 10.20
Radiotooneel of gevarieerd programma. 10.45 Dans
muziek. 11.2011.35 Berichten.
RADIO PARIJS. 1648 M.
Geen opgave ontvangen.
KEULEN. 456 M.
5.50 Gramofoonplaten. 7.50 Het Amusements-
sextet. 9.50 Gramofoonplaten. 9.30 Kamermuziek.
9.5010.20 Gevarieerd programma. 11.20 Concert.
1.35 Gramofoonplaten. 2.20 Leo Eysoldt's klein-
oikest. 4.35 Meisjeskoor. 5.20 Steinboek's concert,
het Citherkwartct Frcundorfer, het Töpfer-duo en
het Omroepkoor. 7.3512.20 Zie Deutscfaland-
sender.
BRUSSEL. 322 M.
II.20 Gramofoonplaten. 11.50 en 12.30 Omroep
orkest. 12.50 Gramofoonplaten. 1.25 Gramofoon
platen met toelichting. 2.25 Jef van Hoofs koper
ensemble en gramofoonplaten 3.50 Viool en piano.
5.05 Omroeporkest, solist en gramofoonplaten. 6.45
Gramofoonplaten.. 7.20 Ontspanningsprogramma
voor soldaten. 7.50; 8.20 en 9.3011.20 Gramofoon
platen.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
7.35 Veldpostprogramma. 8.05 Opera-concert. 9.20|
Berichten. 9.50 Otto Dobrindt's orkest. 11.20 Be
richten. Hierna tot 12.20 Nachtooncert.