Haarlem's Dagblad
„Simon Bolivar" verging in enkele minuten
vroegtijdig
Weer een
Nederlandsch Schip.
Ochtendbeurs Amsterdam
Aantal dooden ruim 100?
Vier ernstig gewonden
Duitsche mijn
Si. Vicolaas inkaopen
brutale leugen
Nog vier andere
schepen vergaan.
Simon Bolivar.
Weer periodieke verloven
Hef Belangrijkste
57e Jaargang No. 17308
Uitgave tourens Coster, Maatschappij voor Courant.
Uitgaven en Algem Drukkerij N V Bureaux Groote
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij1 Zuidei Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082 Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825 Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Maandag 20 November 1939
Abonnementen per week 0.25, per maand 1.10,
per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentlën: 1-5 regels
ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per
regel. Regelabonnementstarieven op aanvraag
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
ƒ0.15. Groentjes zie rubriek.
De oorlog die andere mogendheden met elkaar
voeren niet te land en niet in de lucht, maar
wel ter zee treft de neutrale mogendheden wel
zwaar. Niet alleen in economischen zin, maar ook
de ondermijning van de zoogenaamd vrije zee,
Zaterdagmorgen verloor onze koopvaardijvloot op
deze wijze het vijfde schip en niemand zal zich
de illusie maken dat het hierbij blijven zal. De
„Simon Bolivar" van de K. N. S. M. was de groot
ste van de vijf die tot dusver verloren zijn gegaan.
Achtereenvolgens verdwenen de Mark (van de
Mij. Öoutvaart; 1514 ton) en de Binnendijk (van
de Holland-Amerika Lijn; 6873 ton) in de golven
en werden twee kleine scheepjes, de Tegri en de
Safe, resp. 280 en 375 ton metend, als vermist ge
rapporteerd. De Simon Bolivar (8309 ton) is bij
het Engelsche lichtschip Sunk, ten Oosten van
Harwich, vergaan en het ergste is dat er ditmaal
zooveel slachtoffers zijn. Van de vierhonderd op
varenden, bemanning en passagiers, wordt één
derde als vermist opgegeven. Daaronder bevinden
zich natuurlijk weer vele vrouwen en kinderen.
De moderne oorlog houdt al sinds lang evenmin
rekening met de vraag of zijn strijdmiddelen ook
voor de neutralen gevaar opleveren als met de
bescherming der zwakken, die een hooge levens
plicht van den man is. Dat de Engelsche en Duit-
sche couranten elkaar thans beschuldigen dat het
resp. een Duitsche of een Engelsche mijn ge
weest moet zijn baat niemand iets. Het feit blijft
dat er een oorlog wordt gevoerd tusschen anderen
en dat herhaaldelijk daarvan onschuldigen, be-
hoorend tot de neutrale landen, het slachtoffer
worden. Natuurlijk zijn wij de eenigen niet. Even
eens bij de Engelsche Oostkust liepen Zondag
morgen het Italiaansche schip Grazia (5875 ton)
en een Zweedsch schip op mijnen, ongeveer ge
lijktijdig met een Engelsch motorschip.
De rampzalige ondergang van de Simon Bolivar
kenmerkt zich door eenige vreemde omstandig
heden. Het schip is blijkbaar niet op één maar op
twee mijnen geloopen, want eenigen tijd na de
eerste explosie had een tweede plaats, die een
paar reddingbooten vol schipbreukelingen uiteen
sloeg en den ondergang van het schip verhaastte.
Eén der opvarenden heeft de veronderstelling ge
uit dat die mijnen aan elkaar verbonden moeten
zijn geweest. Dat is wel vreemd, op een plaats
die buiten de mijnenvelden heet te liggen. Boven
dien waren even voor de ramp al twee kleine
schepen door explosies getroffen en er wordt op
gegeven dat de drie punten, waarop deze rampen
geschiedden, maar een kwart mijl, dat is zoowat
450 M., uit elkaar lagen. Er schijnt dus wel alle
aanleiding voor een uitvoerig onderzoek naar de
omstandigheden waaronder de Simon Bolivar
vergaan is.
De getuigenverklaringen der overlevenden kun
nen van veel belang zijn. Zij hebben al dingen
verteld die men met verwondering leest, o.a. dat
de gezagvoerder, die zich op de brug bevond, bij
de eerste ontploffing meteen gedood werd en dat
het scheen alsof de explosie recht onder de brug
plaats had. Terwijl daarentegen de kapitein van
een boot, die zich in de nabijheid bevond, ver
klaart dat het achterschip van de Simon Bolivar
werd getroffen. Onwillekeurig rijst de vraag of
soms nieuwe middelen in de „ondermijning der
zee" worden toegepast.
Tot dusver is nog niet gebleken of de Simon.
Bolivar van de paravanen was voorzien, die zoo
als men weet het mijnengevaar sterk verminde
ren, althans voorzoover het verankerde mijnen
betreft, welker kabels zij doorsnijden, waarna die
mijnen als regel onschadelijk zijn. Heelemaal
vertrouwen- op die onschadelijkheid doen zeelie
den evenwel niet, zooals ik mij herinner uit den
vorigen oorlog waarin ik zesmaal als passagier de
Noordzee overstak en meermalen losgeslagen
mijnen zag, die door het schip ontweken werden.
Wat er verder buiten de mijnenvelden geschiedt
en op welke wijze het geschiedt zal ongetwijfeld
ook in de neutrale landen met buitengewone be
langstelling worden gevolgd. Het zou ook velen
interesseeren te weten hoeveel schepen van de
Nederlandsche koopvaardijvloot nu van parava
nen voorzien zijn.
R. P.
Toeristenreizen naar Frankrijk weer
mogelijk.
AMSTERDAM, 20 Nov. Van Fransche offi-
cieele zijde vernemen wij dat het thans mogelijk
is voor toeristen van Nederlandsche nationaliteit
zich naar Frankrijk te begeven.
De streken, die hiervoor in aanmerking komen,
zijn: de Baskische kust, de wintersportoorden ge
legen in de Pyreneeën en de departementen van
Var en Alpes Maritimes, met uitzondering van
Toulon en omgeving en de streek ten oosten van
Nice.
Koersen van de Ochtendbeurs te Amsterdam van
heden van 10.30 uur tot 11.25 uur.
Kon Olie 262]/2
H.V.A. 385—386
Philips 134
AKU 32—32 1/4
Koninkl. Ned. Stoomboot Mij. 108
Beth. Steel 63 3/4
Republic Steel 19 1/8
Anaconda 25 3/4
DUITSCHE STOOMSCHEPEN VERLATEN
AFRIKAAN SCHE HAVEN.
LOBITO. (Angola) 19 November. Twee
grote Duitsche schepen, de „Windhuk" (16632
ton en de Adolf Wörmann" 8577 ton) zijn on
verwacht met onbekende bestemming uitgevaren
Sinds het uitbreken van den oorlog waren de
beiden schepen in de haven van Lobito.
ZATERDAGMIDDAG om ongeveer half één is het stoomschip „Simon
Bolivar" van de K.N.S.M. bij Harwich, op ongeveer 20 K.M. afstand
van de kust, op een mijn geloopen. Vele opvarenden werden door de explo
sie gedood en toen ongeveer een kwartier later een tweede mijn het schip
trof, zonk het zeer spoedig.
Ongeveer 90 menschen hebben bij deze ramp het leven verloren. Aan
boord van het schip bevonden zich 392 personen, 265 passagiers en 127 leden
van de bemanning Tot nu toe zijn de namen van 266 geredden bekend
geworden. Men verkeert dus in het onzekere over het lot van 126 opvaren
den. Van deze 126 bevinden er zich waarschijnlijk echter twintig aan land.
Ongeveer 100 opvarenden zouden gewond zijn, van wie vier ernstig. Deze
laatsten zijn in een ziekenhuis te Harwich opgenomen. Vele geredden zijn
overgebracht naar het Great Eastern Hotel en het St. Bartholomeushospi-
taal in Londen. Verder bevinden zich een aantal lichtgewonden in een hos
pitaal te Colchester. Onder de passagiers bevonden zich 71 employé's van de
Bataafsche Petroleum Maatschappij en hun gezinsleden, onder wie vele ver
lofgangers, die naar hun standplaats op Curasao terugkeerden. Het aantal
vermisten van deze groep opvarenden bedraagt dertien.
DE chef van den medischen dienst derK. N. S. M., dr. Berinsohn, heeft zich heden
ochtend per vliegtuig naar Londen begeven, om zich persoonlijk van de situatie op de
hoogte te stellen, daar de gegevens omtrent het aantal gewonden onvolledig zijn
en sterk uiteenloopen. Na dit onderzoek zal ook pas de definitieve lijst der vermisten
kunnen worden vastgesteld.
Van de 265 passagiers waren47 Duitschers, 1 Noor, 1 Deen, 5 Spanjaarden,
77 Engelschen, 2 Chineezen, 5 inwoners van het protectoraat Bohemen-Moravië, 3 per
sonen uit Honduras, 4. uit Columbia, 1 uit Haiti en 8 siatenloozen.
Van de gewonden lijden verschillende aan „shock", terwijl vele schepelingen zeer
overstuur zijn.
0
E overlevenden waren zóó bedekt met stookolie, dat de autoriteiten
dringend benzine hebben laten aanrukken om hen schoon te maken.
Aanvankelijk was het niet mogelijk uit te maken of er zich ook blanken onder
de geredden bevonden, zóó zwart waren allen van de stookolie.
Het aantal passagiers, was als volgt verdeeld:
Eerste-klasse 93, tweede-klasse 100, derde
klasse 72.
Hiervan werden volgens de bij de directie der
K. N. S. M. ontvangen berichten gered:
Passagiers Eerste-klasse 48, Tweede-klasse 68,
Derde-klasse 50, tezamen gered 166 passagiers.
_r worden dus op het oogenblik nog 99 passa
giers vermist. Wanneer echter de berichten van
anderen kant juist zijn, dat van de Britsche pas
sagiers ruim 50 gered werden, (er bestaat n.l.
twijfel, of alle Engelsche geredden zich hebben
aangemeld) kan dit totale aantal wellicht nog
met een twintigtal verminderen.
Van de bemanning van' in totaal 127 personen
werden volgens de laatste berichten 100 gered,
zoodat nog 27 man vermist worden.
Eén der geredde leden der bemanning, wiens
naam niet vermeld werd in de reeds gepubliceer
de lijst van namen, is de heer Klaassen uit Am
stelveen.
Van de gewonden hebben inmiddels ongeveer
60 de verschillende hospitalen, waarin zij waren
opgenomen, kunnen verlaten. Op een viertal ern
stig gewonden na maken de overige nog in de
hospitalen gebleven opvarenden het allen goed.
De toestand" van den eersten stuurman is zeer
gunstig.
De marine-attaché bij de Nederlandsche lega
tie te Londen, de heer De Booy, heeft hem gis
teren bezocht en een gesprek met hem gehad.
Ook de eerste hofmeester maakt het goed.
De Nederlandsche gezant te Londen, jhr. mr.
E. F. M. J. Michiels van Verduynen, laat zich met
den grootsten lof uit over de voortreffelijke wij'ze,
waarop en de groote toewijding, waarmee leiding
en verplegend personeel der verschillende hospi
talen hulp hebben verleend.
Engeland zegt:
In officieele kringen te Londen wordt ver
klaard, zoo verneemt Reuter, dat de „Simon Bo
livar" zonder twijfel op een Duitsche mijn ge
loopen is. Er waren geen Britsche mijnen in de
buurt. Overeenkomstig het internationale recht
zijn alle Britsche mijnen zoo gemaakt, dat zij
onschadelijk worden, wanneer zij van haar lig
plaatsen losslaan. Wij weten, zoo werd aan de
mededeeling toegevoegd, dat dit niet waar is
van alle Duitsche mijnen. De Duitsche duikboo-
ten maken er een gewoonte van, mijnenvelden
te leggen in de vaarwateren welke door de koop
vaardijschepen gebruikt worden aan de Weste
lijke zijde van de Noordzee.
In het geval van het Deensche motorschip
„Canada" heeft Duitschland beweerd dat het
vaartuig op een Britsche mijn geloopen was
Afgezien van het feit, dat Groot-Britannië zich
houdt aan het internationale recht, kan men zich
toch moeilijk voorstellen, dat een zeevarend
land onwettig mijnen zou leggen in vaarwateren,
welke op groote schaal gebruikt worden door
zijn eigen scheepvaart. Bovendien bewijzen
alle getuigenissen inclusief de verklaring van
den gezagvoerder van de „Canada", dat het een
Duitsche mijn was. Een ander bewijs voor het
onwettig leggen van mijnen door Duitschland in
de vaarwateren aan de westelijke zijde van de
Noordzee wordt aangetoond door 't feit dat aan de
Britsche oostkust vele Duitsche mijnen zijn aange
spoeld. (Reuter)
Wie bij zijn
ruime keuze
en rustige
bediening op
prijsstelt,doet
zijn inkoopen
Duitsche admiraliteit
antwoordt:
Duitsche bevoegde kringen omschrijven de
mededeeling van de Britsche admiraliteit als
zou de Simon Bovilar door een Duitsche mijn
verongelukt zijn als „een brutale propagandis
tische leugen". De Duitsche admiraliteit heeft
de zaak onmiddellijk onderzicht en is volgens de
ze kringen tot de conclusie gekomen dat de
„Simon Bolivar" is gezonken is op een plaats waar
onmogelijk Duitsche mijnen kunnen liggen. De
admiraliteit achtte het tevens uitgesloten dat een
mijn uit een Duitsch mijnenveld naar deze plek
afgedreven zou zijn.
Aan boord bevonden zich ook eenige nonnen,
die alle zijn gered. Onder de geredden bevin
den zich tevens eenige babies.
Van de lading kon niets geborgen worden De
kunstcollectie van den vroegeren Duitschen
metaal fabrikant Goeritz, bevond zich aan boord.
De Simon Bolivar is in 1927 door de Rotter-
damsche Droogdok Maatschappij gebouwd. Het
schip meet 8309 bruto en 5027 netto ton.
Toen het schip gezonken was, staken enkele
deelen nog boven het water uit. (United Press)
Een Zweedsch, een
Engelsch en een
Italiaansch schip.
Zondagavond is te Londen bekend gemaakt
dat nog drie schepen gezonken zijn na op
Duitsche mijnen te zijn geloopen. Het zijn de
„Borjesson", een 1586 ton metend Zweedsch
schip, de „Blackhill", een 2492 ton metend
Britsch schip en de „Grazia", een 5857 ton
metend Italiaansch schip.
Het desbetreffende Britsche communiqué
zegt, „dat zij gezonken zijn buiten de oostkust
tengevolge van Duitsche mijnen in omstandig
heden gelijk aan die van de Simon Bolivar".
De „Grazia liep Zondagmorgen op een mijn op
ongeveer 7 mijl afstand van dè kust
Het schip zonk in enkele minuten.
Vijftien overlevenden en het lijk van een man
zijn aan land gebracht in een haven aan de zuid
oostkust. Van de 16 man, wier lot onbekend is,
verluidt dat sommigen gered zijn door een ander
schip.
Twee en twintig leden der bemanning van de
„Blackhill" zijn op de Engelsche kust aan land
gebracht.
Van de dertien overlevenden aan de „Borjes
son", die Zondagavond in een haven aan de oost
kust aan land gebracht werden, waren 8 gewond.
Men gelooft dat van dit schip zes personen omge
komen zijn. De overlevenden werden gered door
trawlers, nadat zij zich drie uur lang hadden vast
geklemd aan een vlot. Allen leden aan de gevol
gen van hun langdurig verblijf in het koude
water.
LONDEN, 20 November. Naar verluidt is
het stoomschip „Carica Milica" Zondagmiddag
aan de Oostkust gezonken. Het schip is ver
moedelijk op een mijn geloopen. Het lot van de
bemanning is tot nu toe niet bekend. Het schip
meet 637 ton en is van een Joego-Slavische
Maatschappij. Dit weekend zijn dus vijf sche
pen langs de Britsche kusten verongelukt door
mijnen.
Volgens een nader bericht zouden alle opva
renden van de „Carica Milica" aan wal zijn ge
bracht. (United Press.)
Ontploffing op een tankschip.
Sabotage in het spel?
BAYONNE (New Jersey), 20 November (Havas).
Een ontploffing, waarvan de oorzaak onbekend is,
heeft zich voorgedaan aan boord van het petro-
leumtankschip „Nohwinckl", dat toebehoort aan
de Panama Transport Cy, een dochtermaatschap
pij van de Standard Oil of New Jersey.
Tengevolge van de ontploffing werd de brug
vernield. Een lid der bemanning werd licht ge
wond. Sinds Vrijdag was een belangrijke hoeveel
heid petroleum gelost De schepelingen maakten
de tanks schoon; de politie heeft een onderzoek
ingesteld.
Volgens „New-York Daily News" zijn agenten
van den federalen opsporingsdienst en van den ge
heimen dienst der marine aan boord van het schip
gegaan om naar bomscherven te zoeken.
Kapitein Andrew Bastion, een lid van het per
soneel der Standard Oil, heeft verklaard: „Wij
weten niet of er sprake is van sabotage, doch stel
len een nauwgezet onderzoek in. Het is de eer
ste keer. dat zich iets dergelijks te Bayonne voor
doet". De brandweer oppert daarentegen de ver
onderstelling dat de ontploffing veroorzaakt zpu
kunnen zijn door een electrische vonk. De „Noh
winckl" vaart onder Panameesche vlag. Het schip
werd in 1920 gebouwd. Het meet 12.220 ton.
PROJECTIELEN OP ZWITSF.RSCH GEBIED
TERECHT GEKOMEN.
Stefaari meldt uit Bern: Volgens getuigen heeft
het Duitsche geschut nabij Bazel het vuur ge
opend op een Fransch vliegtuig. De granaten
kwamen neer op Zwiteersch gebied. Drie perso
nen werden gewond. Het Fransche vliegtuig zou
volgens de getuigen via Zwitsersch gebied bo
ven Duitschland zijn gekomen.
Het woord is aan
Mme. de Pressensé:
Als de hemel betrokken i$ moet het
goede humeur de zon vervangen.
Wij zaten thuis in kalme rust,
Vrij van den triesten regen buiten,
Die zachtjes tikte aan de ruiten,
Geen onheil waren w'ons bewust.
Totdat opeens die tijding kwam:
Een schip is op een mijn gestooten,
Een schip met vele landgenooten,
Een prachtig schip uit Amsterdam.
En er bekroop ons het gevoel,
Of wij ons eiglijk moesten schamen,
Dat wij behaaglijk zaten samen,
Gedoken in een luien stoel.
Wij dachten aan een luiden knal,
De zee in de Novemberkilte,
Wij vergeleken met de stilte,
En met de warmte, aan den wal.
Wij stelden ons de worstling voor
Van de geredden in de golven
Van anderen, voorgoed bedolven.
De klok tikt onverstoorbaar door.
Het onheil brengt ons in de war
Ook dit zal door den tijd vervagen.
Een feit blijft bij in later dagen:
De ramp der Simon Bolivar.
P. GASUS.
Met ingang van morgen
's-GRAVENHAGE. 20 November. De re-
geeringspersdienst meldt:
Met ingang van morgen, Dinsdag 21 No
vember, des namiddags 4 uur, zullen weder
om periodieke verloven worden verleend.
Deensche manschappen naar huis.
Grootste deel van drie Lichtingen.
Het Deensche ministerie van oorlog deelt mede
dat van de manschappen der lichtingen 1935,
1936 en 1937, die na het uitbreken van de Euro-
peesche crisis waren opgeroepen, het grootste
deel uit den dienst ontslagen zal worden tegen
15 December a.s. en een tweede deel eind
Januari en midden Februari 1940. Teneinde even
tueel weer snel gereed te zijn, zullen zij hun uit
rustingsstukken behouden. Volgens een mede
deeling van het ministerie van marine zullen
de marine-manschappen van dezelfde lichtingen
ontslagen worden tegen Kerstmis. Ook degenen,
die tot de winterlichting van 1938 behooren,
zullen deels reeds met de jaarwisseling, deels
half Maart 1940 ontslagen worden.
In de plaats van de verlofgangers treden de
inmiddels opgeleide jonge manschappen.
WEEKBERICHT
Coöperatie „Vooruitgang" U.A.
EDAMMER KAAS N.-H. 40 -fextra fijn,
per pond 27 cent
LUCIFERS, per pak 5Y> cent
TAAI-TAAI, per pond 20 cent
THEE, per ons 27 cent
KOFFIE, per pond 27 cent
MAÏZENA, per pak 7 cent
CACAO, per pond 24 cent
DIVERSE SINT NICOLA AS ARTIKELEN-
Ruime keuze, met dividendbons.
(Adv Ingez. Med.)
HEDEN: 12 PAGINA'S.
BINNENLAND
pag.
De „Simon Bolivar" is Zaterdag nabij Harwich
vergaan: er zouden ongeveer 90 dooden zijn. 1
De periodieke verloven bij de weermacht wor
den weer verleend. 1
Geredden van de Simon Bolivar vertellen hun
wedervaren. 3
De storm heeft zeven slachtoffers geëischt. 3
Een auto met twee inzittenden wordt vermist 3
De K. N. L L. M. koopt amphibie-vliegtuigen. 3
BUITENLAND
Engelsche vliegers zouden gepoogd hebben een
aanval op Wilhelmshaven te doen. 5
In het Protectoraat Bohemen en Moravië is het
standrecht afgekondigd. 5
Zaterdag hebben in Engeland verscheidene bom
aanslagen plaats gehad. 5
De vermeende demarches van Italië en Spanje. 5
SPORT.
Het 25-jarig bestaan van B. D. H. C. 8
ARTIKELEN, enz.
R. P.: Weer een Nederlandsch schip. j
J. B. Schuil: Aerdenhout's Kindertooneel. 4
J. B. Schuil: Haarlemsche Tooneelclub 4
K. de Jong: Haarlem's Postaal Mannenkoor en
Harmonie „Crescendo".
Van een bijzonderen correspondent: Fransche
strijdmethoden en verwachtingen. H
De Burgerlijke Stand van Haarlem is opge
nomen od g