Uw tasschm! klat 2uèêett we dta^en? Menu van de week Dames koopt JAC. GILEIN (Geenfilialen) HA'AEEEM'S DAGBÜAD Onze kleme zwakheden Als we de volgende week het Sinterklaasfeest eian vieren, komen de plagerijen met onze klei ne zwakheden los, dan worden soms in heel erg manke, soms in goed loopend, maar ook wel in jngewikkeld-verheven versregelen onze onbedui dende tekortkomingen aan het licht gebracht: moeder wordt geplaagd met haar lange telefoon gesprekken met vriendinnen, vader met zijn ^chtendziekte" waardoor niemand hem aan het ontbijt durft te benaderen, groote zus met haar breiwoede, de oudste zoon met zijn manie voor iazz-muziek, de jongste met de voorbeeldige re gelmaat waarmee hij zijn fiets 's nachts buiten laat statin en het kleine meisje met haar senti- menteele liefde voor de kat. Dat geeft allemaal aanleiding tot groote vroo- jjjkheid en het heeft ook wel degelijk zijn opvoe dende waarde, omdat het op een ongezochte en prettige manier onze zwakheden, waaraan wij al lemaal lijden, aan de kaak stelt, zoodat wij bij onszelf moeten toegeven: dat kon ik best eens probeeren te overwinnen, zoo moeilijk is het niet. Ik geloof, dat ik niet direct van défaitisme be schuldigd kan worden, als ik eraan toevoeg, dat 5 December 1940, dus het Sinterklaasfeest over een jaar, nieuwe zwakheden in ons allen zal heb ben ontdekt, die dan weer stof tot vroolijke pla gerijen en surprises zullen opleveren. Zonder kleine zwakheden is nu eenmaal nie mand en het is goed om steeds te probeeren ze te overwinnen, omdat dit ons dwingt bezig te blijven met de herziening van ons wezen en karakter. Daarmee zouden dus die kleine zwakheden, welke eenmaal in het jaar ongestraft aan de kaak gesteld mogen worden, als onbelangrijk op den achtergrond kunnen worden geschoven, als zij zich daar niet, buiten onzen directen gezichts kring, langzamerhand tot een macht konden ver eenigen die ons op den duur ging belagen. Al die kleinigheden tezamen gevoegd, daarbij niet voldoende begrip over en weer voor elkaar, en men voelt zich ten opzichte van den ander ge prikkeld, geïrriteerd. De kleine hebbelijkheidjes die vroeger alleen maar aanleiding waren tot een goedig plagerijtje, blijken zich te hebben samen gevoegd tot een reeks van gewoontetjes, die da gelijks weerkeer en, en die op de een of andere manier zeer prikkelend werken. Dat kan natuurlijk verschillende oorzaken heb ben: het kan zijn dat de betreffende persoon nooit de moeite heeft genomen die kleine zwak heden te overwinnen, het is ook mogelijk, dat hij of zij vindt dat de ander daar nu maar genoegen mee moet nemen: „zoo ben ik nu eenmaal". Het kan evengoed zijn dat wijzelf prikkelbaarder dan vroeger zijn geworden of dat wij vergelijkingen zijn gaan maken met andere menschen, die na tuurlijk nooit heelemaal zuiver zijn, omdat wij niet dag in, dag uit, jaar in, jaar uit met ze om gaan. Zoo'n geprikkelde stemming in huis, die berust op dingen die de moeite van het opnoemen eigen lijk niet eens waard zijn, is al een bedreiging voor de algemeene stemming in het gezin, maar het Is niet voldoende om te constateeren: dit of dat irriteert me zoo, men moet er dadelijk mee begin nen om het uit den weg te ruimen. Misschien is de eene voor rede vatbaar en gaat zijn best doen om zijn kleine zwakheden te overwinnen, dan moet de andere eerlijk probeeren de geprikkelde houding te veranderen en pogingen doen om de kleinigheden over het hoofd te zien die zoo nietig zijn, dat zij ons bij andere buitenstaanders, niet eens opvallen, ook al kennen wij ze lang en goed. Want wie de kleine zwakheden hun loop laat, ,wie er zich anderzijds door laat prikkelen en irri- teeren, heeft de kans dat op een kwaden dag al die kleine, onbelangrijke hebbelijkheidjes tot een catastrophe leiden die, eenmaal losgebroken, niet meer te stuiten is. Kom nou, zult u misschien zeggen, kunnen de lange telefoongesprekken van moeder met haar vriendinnen nu leiden tot een catastrophe, of kan die goedige „ochtendziekte" van vader een der- gelijken vorm aannemen? Dat is immers niet mogelijk! En toch kan het zijn, dat er een verwijt los komt, hoe onbelangrijk ook, dat opeens den stroom van kleine zwakheden doet vloeien, en ze daardoor vorm en gestalte geeft, zooals ze nooit hebben gehad. Dan kunnen die kleinigheden te zamen een lawine vormen die al het mooie in ons leven bedekt, die al het goede verwoest en die tenslotte niets overlaat dan wat brandhout en wat steenen. Vermaak elkaar en u zelf met de kleine zwak heden die het Sinterklaasfeest aan de kaak stelt, maar vergeet ze niet direct weer van uzelf, haal ze nog wat verder op den voorgrond, bekijk ze eens goed en ga ze te lijf: ze kunnen, hoe klein hun speldeprikken ook zijn, tenslotte een wond veroorzaken, die heel erg moeilijk te genezen is. E. E. J—P. Turnbroekje Als u in die geïllustreerde bladen de ruibrieik .lichaamsoefeningen" ziet, ziet u de dames, zoO' wel in het binnen- als buitenland, altijd gekleed in een wit sportblousje en, een kort donker broekje, zeker een flattauisie dracht. Zoo'n sportbroekje is natuurlijk heel best zelf te breien. Voor het model, als op de afbeelding, maat 42, hebben we 200 gr. driedraads donker blauwe wol noodig en twee pennen no. 3. Voorts een restantje wit breikatoen. Onder aan de eene pijp te beginnen zetten we 120 st. op. Het patroon is: de rechte pen heele maal rechts verdraaid, en de averechtsche pen gewoon averecht, dus heel eenvoudig, met een aardig effect. We breien nu 20 pennen en maken er dan om I de pen voor en achter een steek bij, tot 130 ste- 1 ken en dan elke pen meerderen tot 150 st. Nu 4 pennen gewoon en dan in hetzelfde tempo minderen, dus eerst elke pen voor en achter minderen tot 130 st., en dan om de pen tot 120 st. Nu minderen we aan het begin (dit wordit de voornaad van de broek) om de 4 pennen een I steek, en aan het eind om de 8 pennen tot de heele lap 40 c.M. hoog is. Dan beginnen met den boord, die we een recht verdraaid, een aver, i breien. (Terug de aver, verdraaid en de rechte j gewoon). De boord wordt 16 toeren hoog. De andere kant is evenzoo. Opmaak. We strijken de twee lappen i onder een vochtigen doek. Dan haken we van wit breikatoen een bies van 6 stokjes, die even lang wordt als de broek en die we er voor 't dicht naaien met de machine in het midden van elke lap opstikken. Nu stikken we de lappen in broekvonn in elkaar, en maken aan den onder kant een zoom yan 4 c.M. Tegen den boord bo ven wordt aan den binnenkant een blauw zijden biesje gestikt, waardoor een breed zwart elastiek komt. De heele broek wordt nog eens opgestreken en u zult er veel plezier van hebben. SP.—TH. Vlotte hoedjes, die niet duur zijn. SA<-# A'U Parijs brengt voor 1940 een hoedenmode, die maar is dit niet eigenlijk met iedere mode 't ge val? staat en valt met de elegance van de draagster. Deze vier vlotte hoedjes zijn heel ge makkelijk zelf te maken. Boven links ziet u een gevalletje, gemaakt uittwee haarnetten. Door het eene net wondt het haar van achteren geheel ingesloten. Het „hoedje" wordt sterk naar voren gedragen. Het wordt „op smaak afgemaakt" met lint en kan allersnoezigst staan bij een jong ge zichtje. Boven rechts een vilthoedje, omgeven door een jersey-lint, dat van achteren wordt ge knoopt. Beneden links ziet u een aardig mutsje, versierd met fijne wollen jersey, dat gedrapeerd wordt van uit het middelpunt. Het haar wordt van achteren opgenomen en in de sjaal weggestopt. Beneden rechts: een tulband van zachte wollen stof in verschillende tinten, van voren uitloopend in een sjaal, die op het voorhoofd wordt geknoopt en in den nek in twee flappen eindigt. 't Geheel doet ongetwijfeld eenigszins Victo- riaansch aan, maar geeft tevens aan vindingrijke vrouwtjes een prachtgelegenheid, haar fantasie practisch toe te passen De goede Sint dan stort ons hart zich uit in kreupelrijm bij marsepeinen harten. Ja, zijn verjaardag nadert weer, staat al bijna voor de deurEn reeds waart hij rond door ons landje: vreemd romantische verschijning met zijn rooden tabberd, mijter met goude/i kruis En met zijn grinnikend zwart knechtje, dat glimt van chocola met vaseline of dof ziet van gebrande kurk. Al naar de artistieke inspiratie het gebiedt. Waaróm toch komt Sinterklaas zoo trouw ieder jaar weer heelemaal uit Spanje net precies hier bij ons? Waarom niet in Frankrijk, in Duitsch- land, in België? Waarom juist uitgerekend hier in deze lage landen, waar 't guur en regenachtig is en 't geen pretje moet zijn om de natte sneeuw in je baard te voelen kleven op je tochten over de daken? Waaróm? Kan het zijn dat er tusschen Nederland en Sin terklaas een band bestaat, een stille verwant schap, een diep begrijpen? Ja, dat moet wel! De Nederlandsche huisvrouw hoe ook be kneld en benauwd door geld- en andere zorgen voelt haar hart opspringen als Sinterklaas zijn vriendelijk gezicht aan den horizon laat opdoe men! Dan werken haar gedachten koortsachtig, dan gaat ze combineeren en deduceeren, winkelen en .dichten! Dan worden er heel wat penhouders stukge- knabbeld, heel wat opgedroogde dichtaders tot nieuw leven gewekt doorja natuurlijk dooi den goeden Sint zélf, die wil dat ieder „er toch iets aan doet" op zijn verjaardag! Hij met z'n goedig gezicht en z'n plechtig ge baar is toch eigenlijk een oolijkerd, die ons alle maal bij den neus neemt. Zóó ben je nog gezond, en zóó heeft het je te pakken en je weet niet eens of 't nu eigenlijk een ziekte is of een brokje ge zondheid. Ik geloof het laatste, 't Is een gezond verschijn sel, dat wij, massa-producten (die we geworden zijn, ingedeeld bij een oneindig aantal nuttige en liefdadige „instanties", opdat alles met orde geschiede!) één keer per jaar eens Individu wil len zijn en zélf persoonlijk en in stilte iemand ge lukkig willen maken, zonder dat het eenig an der mensch ter wereld iets aangaat. Want ons verstand moge al die ordelijke dingen oprecht bewonderenons hart rukt soms aan de ketenen! En tegen 5 December breekt het los en het stort zich uit in kreupelrijm bij marsepei nen harten of letters van banket. Is het eigenlijk niet een groote eer voor ons volk, die verwantschap met den goeden, ouden Sint? Laten wij ons laten aanvoeren door Sinterklaas, die zijn trouwe, vriendelijke oogen smeekend op ons richt dit jaar. ,,'t Is zoo'n klein kunstje", zegd hij: „ik weet natuurlijk wel dat je deur wordt platgeloopen en je giro leeggeplunderd. Ja jaen dat je grijs wordt als je denkt aan die mobilisatie-opcenten. Maar dat is nu allemaal niet aan de orde! Eerst komt ik, want een losgebroken hart leeft uitsluitend in het heden, nietwaar? En is er werkelijk geen zieltje in je omgeving, dat het schraal-noodige al heeft en nu zóó blij zou zijn met een klein beetje zonnige overbodig heid? Niemand die dol is op letters? Niemand die snakt naar wat vroolijke gezelligheid? Kom, kom, dat meen je niet...." Zondag: Ans j o vis-b rood j es Bruine boonensoep met saucijsjes. Brusselsch lof met harde eieren en gesmolten boter Ananaspudding Maandag: Varkensrollade Koolraap Aardappelen. Vruchten. Dinsdag: Koude varkensrollade Stoofperen Aardappelen Flensjes Woensdag: Stamppot van snijboonen met witte boonen en gerookt spek Appelmoes met schuimkop. Donderdag: Erwtensoep Rijst met bessensap Vrijdag: Gebakken snoekbaars Bietensla Aardappelen Haver moutkoekj es Zaterdag: Vischschoteltje Andijvie met spiegel eieren en aardappel puree. (Recepten samen nog 3/4 uur laten koken, dan het spek of de worst er uit nemen en alles doorstampen. Op het laatst de witte boonen er door roeren, en zoo noodig nog het vet toevoegen. Zuurkool inmaken. Benoodigd: 3 witte kooien;. 3 savoye kooien. Op 1 K.G. kool 12 gr. zout; 10 gr. zwarte peperkorrels. Bereiding: De kool van de buitenste bladen ont doen en met een schaaf heel dun snipperen. De kool wasschen en uit laten lekken. De kool met het zout zoolang kneden tot zich pekel vormt. De peperkorrels er door doen en de kool overdoen in een Keulsche pot. De kool bedekken met een doekje, hierop een plankje en een steen leggen. De kool moet onder de pekel staan. Na 4 a 6 weken kan men ze gebruiken. Citroenschillen conserveeren. Wanneer men het sap van een citroen noodig heeft bij de spijsbereiding, of om kwast te ma ken, moet men de schillen niet weggooien. Men moet ze afwasschen en met 'n scherp mesje heel dun afschillen, zoodat er aan den achterkant geen wit te zien is. De schilletjes doet men met wat suiker in een jampotje en men kan ze latei- voor allerlei doeleinden in de keuken gebruiken bv. in pap en pudding, bij gestoofde abrikozen, prui men en appeltjes, bij stoofperen enz. Vooral de saus van deze laatste vruchten wordt er veel geu riger door. Paneermeel maken.. Paneermeel is niet duur, in de meeste winkels koopt men voor 6 a 8 cent een pakje. Maar wan neer de korstjes brood, die over zijn van een broodschotetje of broodpudding bewaard worden en op een bakblik in den oven gedroogd, dan heeft men paneermeel voor niets. Het droge brood wordt n.l. met een flesch of deegrol fijngerold, gezeefd en in goed sluitende bus bewaard. Wanneer men het oude brood dn den oven zet, als deze voor iets anders gebruikt is, dus nog warm, kost liet ook geen gas extra. Vrouwenrubriek. Maaltijd voor 4 personen, bestaande uit stamppot van snijboonen met witte boo nen en rookspek, appelmoes. Benoodigd V/2 pond snijboonen uit het zout 4 ons witte boonen 21/s ons rookspek. V/2 K.G. aardappelen zout enz. 1 pond moesappelen. pond zoete appelen. 1 eiwit. Inplaats van rookspek. kan men ook rookworst bij dezen stamppot geven. Men neemt dan de helft van de hoeveelheid witte boonen. De boonen moesten het eiwit in dezen maaltijd aanbrengen; daar rookworst meer eiwit bevat dan spek, levert de worst nu een groot gedeelte eiwit. Alleen zal er dan weer wat vet bij gevoegd moeten worden. De hoeveelheden worden dan op volgende manier berekend: lVs pond snijboonen 2 ons witte boonen 3 ons rookworst 50 gr. vet, 2 K.G. aardappelen. 1 pond moesappelen Vz pond zoete appelen zout. Bereiding: De witte boonen wasschen en 24 uur weeken. Ze met het weekwater opzetten en gaar koken met zout. De snijboonen afspoelen, opzetten met ruim water en V2 uur laten koken. De boonen afgieten, afspoelen, weer opzetten met ruim water en zoonoodig het water nog eens ververschen. De boonen uit de pan nemen. Onder in de gewasschen geschilde aardappelen leggen, hierop het rookspek of de worst en hierop de snijboonen. Zooveel water toevoegen dat de aardappelen voor 1/3 onderstaan. Alles Kinderen Spelen Paedagogische moeilijkheden van een jeugdige tante. ANNETJE en Fritsje komen diep ver ontwaardigd op me af, als ik in een kil herfstzonnetje in 't prieel zit te stop pen: sokjes, kousjes en nog weer sokjes, die voor den winter moeten worden op geborgen. „Tante, Bubbeltje stoort ons aldoor en we hadden zoo'n prachtig spelletje!" Ik kan begrijpen, dat Bubbeltje met z'n drie jaren als een lastige vlieg de heele speelwereld van de oudere kinderen in de war stuurt. Maar toch: waarom niet een beetje geduld met het kleintje? „Nee, Tante, hij kan heusch niet meespelen", zegt Annetje. „Hij maakt ons gewoon dol, Tante". „En kijk, daar staat Bubbel zelf ook al, in al z'n dikte en machtelooze woede. Hij stottert met een vuurroode kleur: „T....ante, waarom m....mag ik niet meespelen?" 't Is niet gemakkelijk, in al dergelijke omstan digheden Salomo's wijsheid ten toon te sprei den, maar ik wil 't probeeren. Ik vraag eerst: „Vertel me dan eens, wat voor schuift m'n haar van m'n oor weg en fluistert: „Mij hebt u 't liefste". „Geen familieleden!" schreeuwt Frits, „en jij begint toch niet met een Pe!" „Kom, Bubbeltje, nog eens", zeg ik sussend. En de kleine kerel vraagt: „Wat hebt u liever: Em of Ef?" „Ef!" raad ik. Frits wendt zich af, als iemand, die onpasse lijk geworden is van 't schommelen. Hij voelt al wat er komt en stopt z'n ooren dicht. An netje komt er nieuwsgierig bij staan: ze wil dien onzin toch wel eens hooren. „Bobbie hebt u 't liefste!" jubelt Bubbel en klapt in de handen. (Bobbie is Bubbel's vriendje). „Waarom Bobbie?" vraag ik, „die begint toch niet met Em of Ef!" „Hè Tante!" zegt Frits, „wat dom toch, hè Hij zal 't nooit begrijpen!" „Maar Tante heeft het toch niet geraden!" verdedigt zich Bubbel. „En nu begrijpt u toch wel, waarom Bubbel niet mee kan spelen, Tante", zegt Annetje eigenwijs. Ik begrijp het. Maar ik ben er nog niet af. Een uur later zitten de grooten altijd nog sa men te fluisteren en Bubbel staat altijd nog wijdbeens voor me en schreeuwt steeds maar weer, wat ik liever heb, dit of dat, waarbij hij zich om geen beginletters of andere regels be kommert. De sokjes blijven ongestopt en ik voel me tenslotte zóó afgemat als en vlieg in den herfst. prachtig spelletje dat was!" Annetje legt uit: „Wij vinden het prachtig, want wij begrijpen het. Maar Bubbel kan het niet begrijpen, hij is nog te jong". „En te dom", komt Frits aanvullen. „Ik speel mee, ik speel mee en jij bent dom!" roept Bubbeltje er tusschen door. Annetje let niet op hem en zegt: „Hoor eens Tante, 't is zóó: wij vragen u iets en u moet raden". „Goed, vraag dan maar". „Tante, wat heeft u liever. Em of Ef?" „Dt begrijp ik niet. Wat is Em en wat is Ef?" „Dat zijn twee beginletters. Raadt u dan". „Nu, Em dan maar!" De beide grootê kinderen lachen, dat ze schud den en Bubbeltje valt zelfs met een plof op den grond, omdat hij zich blijkbaar niet staande kan houden van de pret. Als ze uit gegiebeld zijn, legt Annetje uit: „Tante u hebt dus Martha (dat is het dienst meisje) liever dan Frits". Maar Frits maakt direct aanmerking: „An netje, we hadden toch afgesproken, dat we geen familieleden zouden nemen". „Nu dan wat anders", stelt Annetje voor. De drie kinderen steken de hoofden bij elkaar, fluisteren wat, en dan vraagt Frits: „Wat heeft u liever, We of Pe?" „We, verklaar ik plechtig. Wilde vreugde in de gelederen. Verklaring: „Tante, u heeft wes pen liever dan peren!" O wat een prachtig, geestig spelletje! Maar nu zal Bubbeltje een raadsel opgeven, hij is er beslist niet van af te brengen. Hij gaat wijd beens en gewichtig voor me staan en vraagt: „Wat hebt u liever, we of Pe?" „Dat hebben we toch pas gehad?" roepen Annetje en Frits. „Ziet u nu wel, hoe dom hij is?" „Laat hem nu toch", zeg ik. „Pe, Bubbeltje, Pe!" En dan klautert Bubbel op m'n schoot, DE WETEN SCHAPPELIJKE VOORLICHTING waarover „ZOOREIN" kan beschikken, om vat zoowel 't ter rein der textiel, als de scheikun dige samenstel ling van wasch- middelen en waschwater. Door nauwkeurige toe passingen van de verkregen aan wijzingen, die ge richt zijn op zéér grondige reini ging, bij vermij ding van overtollige slijtage, bereikt „ZOOREIN" buitengewone resultaten. En toch is „ZOOREIN" niet duurder dan andere wasscherijen. Een proefwasch bij „ZOOREIN" leert U Ulfl/CMT f UM BROUWERSVAART 50—52 - TELEF. 14159. Mangelwasch Perswasch Strijkwasch 20ct. p. K. G. 25ct. p. K. G. 30ct. p. K, G (Adv. ingez. Med.) Goedkoop en toch smakelijk Een praatje over voor- of nagerechten. Een half pond suiker in de week per persoon is natuurlijk niet veel voor een huisgezin. Maar als men de maaltijden zóó samenstelt, dat bij de spijsbereiding niet zooveel suiker noodig is. kan men er toch wel een eind mee komen. In een ge zin waar men iederen dag toespijs eet wordt veel suiker gebruikt: vla, pudding, gebak, al deze toe spijzen vragen suiker. Er zijn niet veel nagerechten, die zonder suiker klaargemaakt worden. Dikwijls kunnen stroop of jam deze vervangen, bijv. bij wentelteefjes, pannekoeken, gort, grutjes. Door sommige men schen wordt zelfs rijst met boter en stroop ge geten. Rijstebrij met wat jam er door heen wordt door kinderen zeker lekker gevonden. Wat men dan ook als toespijs geven kan en geen suiker kost, zijn creamcrackers of be schuit met kaas. kastanjes met boter, en natuur lijk vruchten. Nu de appelen, peren en druiven zoo goedkoop zijn, kan men er wel wat royaler mee zijn en ze als aanvulling van den maaltijd beschouwen. Li heel veel gezinnen, vooral waar kinderen zijn, is die aanvulling noodig. Er wordt niet vol doende gegeten van alleen „groente, vleesch en aardappelen". In plaats van met een n a gerecht moet men het dan eens met een voorgerecht probeeren. Men kan dan geven: tamelijk dikke soep, ma caroni met ham of tomatensaus, een restverwer- king van vleesch of visch, aardappelkoekjes of puree opgedaan in schelpen of een vuurvasten schotel vermengd met geraspte kaas, klein ge sneden ham en goed luchtig geklopte rijst met kerry, omelet met groente of de een of andere ragout, kaas- of hani-sandwiches enz. enz. Hieronder volgen nog eenige recepten: Macaronisoep of vermicellisoep. Benoodigdheden 4 personen: VA L. water. 30 gr. macaroni of vermicelli. 35 gr. boter (21 lepel), 35 gr. bloem (5 lepels), zout, foelie, noot, maggi aroma. Bereiding: De macaroni in stukjes breken 01 de vermicelli fijn maken. Ze opzetten met kokend water, zout en foelie en V2 a -A uur laten koken. Van het kookwater met boter en bloean een ge bonden soep maken. Deze goed door laten koken en de macaroni of vermicelli er weer in doen. De soep met nootmuskaat en aroma afmaken. Gekookte kastanjes met boter. Benoodigd heden voor 4 personen: 1 K.G. kastanjes, 60 gr. boter, zout. Bereiding: De eieren los kloppen met melk drijven weggooien, ze aan het stompe eind in kruipen en in ruim water met zout gaar koken, p.m. H uur. Ze pellen en voorzichtig met de boter verwarmen of de boter er koud bij geven. bij den vakman DAT IS UW VOORDEEL! Thans alléén LEDERWARENFABRIEK ,ur(l.u. .0 ^IB ANtbANh 4o (Adv. Ingez. Med.) CIJFERS EN ONZE SCHOONHEID Wie van u Is „normaal", wie niet? Ten gerieve van zijn cliëntele geeft een Parijsch schoonheidsexpert de volgende ideaalmaten voor verschillende leeftijden der vrouw. Bij een lengte van 1 M. 50 behoort het gewicht op i8-jarigen leeftijd te zijn 48.5 kilo, de buste 77.50. de taille 50, de heupen 81; op 25-jarigen leeftijd: gewicht 51. buste 79.50, taille 51, heupen 82; met 30 jaar resp.: 52. 79.50, 51. 83; met 40 iaar: 53.5. 81, 52. 84; met 50 jaar: 55, 82, 53, 85. Bij een lengte van 1 M. 55 is het ideaal: 18 jaar: gewicht 50 kilo, buste 79.50, taille 60.50, heupen 83; 25 jaar: 53, 82, 61.50. 84.50; 30 jaar: 54, 82, 61.50, 85.50; 40 jaar: 56, 84, 63, 87; 50 jaar: 57.5 85, 64, 88. Bij een lengte van 1 M. 60 is het ideaal: 18 jaar: gew. 55.5 kilo, buste 82, taille 62.50, heupen 85; 25 jaar: 56, 85, 64, 87; 30 jaar: 57, 85. 64, 88; 40 jaar: 59, 88. 65,5, 89.5; 50 jaar: 60,5, 89.5, 67, 91. Bij een lengte van 1 M. 65 is het ideaal 18 jaar: gewicht 58,5 kilo, buste 84.5, taille 64,5, heupen 87: 25 jaar: 59, 87.5, 66, 89,5; 30 jaar: 60, 87,5 66, 90,5; 40 jaar: 62, 91, 67,5, 92.5; 50 jaar: 63.5, 92, 69. 94. Bij een lengte van 1 M. 70 is het ideaal: 18 jaar: gew. 58,5, buste 87,5, taille 66.5, heupen 89; 25 j.: 62,5, 90.5. 68.5, 926 30 jaar: 63.5, 90,5, 68,5, 93,5; 40 jaar: 65.5, 94. 70, 95.5; 50 jaar; 67.5. 95, 71, 97.5. Bij een lengte van 1 M. 75 is het ideaal: 18 jaar: gewicht 61.50 kilo. buste 90, taille 69.5, heupen 91,5; 25 jaar: 65, 93, 70,5, 94.5; 30 jaar: 66,5, 93, 70,5, 96; 40 jaar: 69, 97, 72, 98. 50 jaar: 71, 98, 73, 100. Meet u nu maar eens na, of u „volmaakt" bent of niet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 19