Halifax uit zijn sympathie voor Finland. „Russische aanval rechtstreeksch gevolg van de Duitsche politiek Gewezen Poolsche ministers onderwijzen jeugdige vluchtelingen. Japansche oogmerken, Amerikaansch wantrouwen en Nederlands belang. De mazen in het net der neutraliteit. tr—u WOENSDAG 6 DECEMBER '1939 HXX R E F. M'S DA'GBCÏD" De voorwaarden voor een vredesconferentie met Duitschland. Lord Halifax, de Britsche minister van buitenlandsche zaken, heeft in het Hoogerhuis het woord gevoerd. Sprekende over de oorlogs- en vredesdoelstel- lingen zeide hij dat het onderscheid van Cham berlain tusschen deze beide algemeen als geldig erkend wordt en algemeene goedkeuring heeft verworven. Het heeft mij zoo zeide hij ver heugd, dat er in de debatten op gewezen is, dat het onmogelijk is voor Groot-Brittannië om te streven naar verdere detailleering en verduide lijking in dit opzicht zonder behoorlijk rekening te houden met de opvattingen van de dominions of de bondgenocten. Het algemeene doel waarvoor de wapenen op genomen zijn is volkomen duidelijk en in de oor logsdoeleinden zal naar spreker verwacht geen wijziging van belang gebracht worden, wat de regeering overigens ook aan het einde van den oorlog zou vermogen te doen. Voortgaande gaf Halifax om der wille van de duidelijkheid een definitie van hetgeen hij noem de een herhaling van de reeds door de regeering, de oppositie en namens de Dominions afgelegde verklaringen. Hij zeide daarbij dat Engeland wil dat de volken, die van hun onafhankelijkheid beroofd zijn. hun vrijheid herkrijgen, dat de volken van Europa 'verlost worden van de voort durende vrees voor Duitsche agressie en dat eigen veiligheid en vrijheid van Engeland wordt gewaarborgd. Wij willen een internationale orde vestigen, waarin alle volken veilig onder de heerschappij van het recht, hun eigen politieke en economi sche leven kunnen bepalen, vrij van ingrijpen door hun machtiger naburen. Te dien einde zou Engeland bereid zijn, zijn beste krachten in het. werk te stellen, in samenwei'king met andere naties, met inbegrip van Duitschland, ten be hoeve van het werk van politieken en econo- mischen wederopbouw, want alleen op die wijze gelooven wij, dat een ordelijk internationaal leven behouden kan worden. Hierin zijn de essentieele beginselen gelegen van een bevredigenden en duurzamen vrede. Op de vraag wat de nauwkeurige voorwaarden zijn, waarop Groot-Brittannië bereid zou zijn den oorlog vandaag te eindigen, herinnerde Halifax er aan dat de Koning in zijn antwoord op het initiatief van den Koning der Belgen en de Koningin der Nederlanden verklaard heeft, dat noch hij, noch zijn regeering, den oorlog een dag langer dan noodig was wilden laten voortduren. Daladier heeft enkele dagen geleden in zijn rede voering antwoord gegeven op de vraag op welke voorwaarden Groot Brittannië de wapens zou wil len neerleggen toen hij zeide dat Frankrijk dit zou willen doen wanneer het kon onderhandelen met de regeering in welker handteekening men vertrouwen kon stellen. Het succes van een conferentie, die thans na een wapenstilstand bijeen zou worden geroepen is afhankelijk van de voorwaai'den, waarop zij bijeenkomt, aldus spreker. De conferentie- methode is in September 1938 gevolgd en wij waren bereid die methode onmiddellijk voor dezen oorlog toe te passen, wanner Duitschland zou hebben afgezien van zijn voornemen om Polen binnen te vallen en zijn troepen zou hebben terug getrokken. De twee voorwaarden voor een conferentie zijn: 1. Er moet een bewijs zijn dat de Duitsche regeering bereid is de voorwaarden te aan vaarden, welke overeenkomen met de doel stellingen, waravoor wij de wapens hebben opgenomen. 2. De zekerheid moet bestaan dat iedere regeling, die tot stand komt, geëerbiedigd zal worden. Op iedere andere basis zou een conferentie niets bereiken en waarschijnlijk alleen de Duitsche leiders in staat stellen hun volk te doen ge looven, dat de oude methode van het geweld toch niet al te slecht gewerkt heeft. Finland. Sprekende over het Russisch-Finsche conflict zeide de minister: Het relaas van de kwade gevolgen, die voort gekomen zijn uit het Duitsche voorbeeld en uit de praktijk der agressie, wórdt langer. In de paar laatste dagen hebben wij gezien, hetgeen algemeen veroordeeld wordt als een niet te verontschuldigen daad van agressie door een van de grootste jegens een van de kleinste, maar hoogst beschaafde naties van Europa. Open steden zijn gebombardeerd, vrouwen en kinderen zijn- verminkt en gedood, op het voor wendsel dat een natie van nog geen vier mal- lioen menschen vijandige plannen had jegens een volk van 180 millioen. Het Britsche volk .is diep geschokt door de omstandigheden van den Sovjet-Russischen aanval en het heeft een diepe bewondering voor den schitterenden weer stand der Finnen. Deze zaak vormt het onderwerp van een be roep op den Volkenbondsraad en het stand punt van de Britsche regeering zal in de bijeen komst van de Volkenbondsvergadering duide lijk gemaakt worden. Spreker voegde hieraan toe dat hij het zeer moeilijk achtte om gedurende zoovele dagen uit Groot-Brittannië afwezig te zijn. Verder sprekende over „deze ongelukkige uit breiding van het conflict" zeide Halifax: „De Russische aanval op Finland komt mij voor een rechtstreeksch' gevolg te zijn van de Duitsche politiek. Door een overeenkomst, welke naar hij dacht, hem de vrije hand zou laten om Polen aan te vallen, schijnt het dat Hitier verkwanseld heeft, wat hem niet toe behoorde n.l. de vrijheid der Baltische bevol king en het vervolg der gebeurtenissen toont hoe^ groot de schade is, wanneer de sluizen eenmaal geopend zijn. Vroeger in dit jaar hebben wij getracht onze betrekkingen met Rusland te verbeteren, maar steeds hebben wij hgt standpunt gehandhaafd dat de rech ten van derden onaangetast moeten blij ven en ongedeerd door onze onderhande lingen". Weinig heb ik vermoed, dat wij Duitschland zoo spoedig de zelfomsingeling zouden zien uit breiden op een wijze, welke zeker het Duitsche volk reden moet geven tot ongeruste gedachten over de toekomstigen afloop daarvan. Ik heb het denkbeeld hooren uitspreken dat een on middellijke vrede op bijna elke voorwaarde, welke ook wenschelijk zou zijn. teneinde de West- Europeesche beschaving te redden van de ergste gevaren. Ik denk dat deze opvatting kortzichtig is. De bedriegelijkheid van deze opvatting komt naar mijn meening en mijn gevoelen het best tot uiting door de gebeurtenissen in het door Duitschland bezette Polen. Wellicht hebt gij het verslag gezien dat door de Poolsche regeering is uitgegeven over de verschrikkelijke daden van onderdrukking en wreedheid, die daar gepleegd worden en waarbij dagelijks duizenden Polen tot ellende en velen tot den dood veroordeeld worden. Veel ook hooren wij, maar niet alles: over de tyrannie in Praag, van de verbloemde dreiging jegens andere landen, die tot duS' verre hun onafhankelijkheid en neutraliteit in tact gehouden hebben. Deze overwegingen zijn stellig van belang bij het vormen van een oor deel over het voeren van den oorlog. De represailles. Halifax sprak voorts over de protesten der Neutralen tegen de Britsche represaille-maat regelen wegens de Duitsche illegale daden ter zee. Hij zeide: Deze protesten zullen uiteraard uitvoerig beantwoord worden. Het ls niet tegen te spreken, dat de vijandelijkheden noodzakelij kerwijze eenig verlies met zich mee moeten bren gen voor alle landen. De Engelsche regeering heeft de rechten, welke haar door het interna tionale recht toegekend worden, echter niet overschreden. Wij doen ons best aldus vervolgde Lord Ha lifax onze politiek met beperking en conside ratie toe te passen. Wij probeeren de hardheden voor den neutralen handel te verlichten en niets van hetgeen wij tot nu toe ter zee hebben gedaan heeft ook maar een menschenleven uit een neu traal land in gevaar gebracht (toejuichingen). De Duitsche meedoogenloosheid heeft de rech ten der neutralen geschonden en het neutrale leven vernietigd door willekeurig neutrale, zoo wel als oorlogvoerende schepen tot zinken te brengen en zijn politiek bedreigt duidelijk de vrijheden der neutrale landen en de fundamen- teele principes, waarop hun leven, evenzeer als ons eigen, is gebaseerd. Het is in dat licht, dat wij het recht hebben neutralen te verzoeken de daden, welke ons zijn opgedrongen door de methole, waarmede Duitschland oorlog voert te beoordeelen. Het zijn dergelijke overwegingen, welke ons volk en zijn bondgenooten hebben gebracht tot hun tegenwoordige vastbeslotenheid dezen oorlog door te zetten. Zij begrijpen zeer wel, wat op het spel staat. Zij verwachten geen gemakkelijke overwinning. Zij onderschatten de be kwaamheid, macht en vastberadenheid van hun vijand niet en evenmin rekenen zij op een spoedige ineenstorting van het binnen- landsche front van den vijand. Zij kennen evenwel de kwaliteit van hun eigen vastbera denheid en weten dat de erkenning der vraagstukken welke op hec spel staan, deze vastberadenheid eensgezind en innig zal houden. Sprekende over suggesties voor een nieuwe internationale orde na den oorlog, zeide Lord Halifax dat wij niet weten wat de omstandig heden zullen zijn, waarin de vrede tot stand zal worden gebracht. Er is reeds gezegd, dat een nieuwe orde in Europa alleen kan komen door dat de naties in zekere mate haar souvereine rechten zouden opgeven. Ik denk niet zoover te kunnen gaan, dat ik alle pogingen een nieuwe orde te scheppen, zal veroordeelen. maar ik geloof wel dat het een ramp zoeken is, wanneer we zouden vergeten dat geen enkel plan op papier bet zal uithouden, daar alleen datgene wat uit den wil der volken vrij naar voren komt het kracht en leven zullen kunnen geven. Interna tionaal, evenals dat met onze eigen nationale in stellingen 't geval is, moet de zaak veilig en diep verankerd zijn in de werkelijkheid. Wij moe ten ons Utopia geleidelijk opbouwen op de grondslagen, welke hecht en solide moeten zijn. Ik wil niet meer zeggen dan dat de Britsche re geering het belang dezer kwestie ten volle waar deert en erkent. Ten slotte zeide de minister dat juist omdat het Britsche volk volkomen duidelijk heeft ge zien hoe onmogelijk het leven is onder de tegen woordige regeering van Duitschland, dat er geen inconsequentie is tusschen hun hartstochtehj- ken wensch naar vrede en hun inmge yastbera- denheid dezen strijd door te zetten totdat hun doel zal zijn bereikt. Nuffield doet een nieuwe schenking. In totaal reeds 16 millioen pond weggegeven. Uit Londen: Lord Nuffield heelt een millioen aan- deelen in de maatschappij „Morris Motors ter waarde van bijna 1.250.000 pond sterling, beschik baar gesteld voor de oprichting van een centraal ziekenhuis voor de provincie. Nuffield heeft thans in totaal meer dan 16 millioen pond sterling ge schonken. Leider van den Duitseh-Ameri- kaanselien „Bund" veroordeeld. Fritz Kuhn van bedrogpleging beticht. Fritz Kunn, de leider van den Duitsch-Amsri- kaanschen Bund, is, naar Reuter uit New-York meldt, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2Va tot 5 jaar, wegens verduistering van geld uit de kas van den bond en wegens bedrogpleging. Kuhn was Zaterdag schuldig bevonden, maar het vonnis was uitgesteld tot Dinsdag. Betoogingen te Rome voor Finland duren voort. Dinsdag hebben te Rome studenten opnieuw pro- Finsche en anti-Sovjet betoogingen gehouden. Ver scheidene honderden jongelieden begaven zich in optocht naar de Finsche legatie. Italiaansche en Fïnsche vlaggen en borden met het opschrift „Roeit de Russen uit" droegen zij mede. Zij juichten den Finschen gezant toe en riepen „Leve Finland", „Finnen houdt vol!" De gezant verscheen op het balkon, sprak woor den van dank en ontving vervolgens een delegatie der studenten om uiting te geven aan de dank baarheid van het Finsche volk voor de sympathie der Italiaansche studeerende jeugd. De betoogers wilden daarna voor de Sovjet am bassade demonstreeren, doch zij werden hierin ver hinderd. i Onze Boedapester correspondent meldt ons: Reeds gedurende de eerste dagen na het uit breken van den oorlog van Duitschland tegen Polen zijn veel Poolsche families met hun kin deren naar Roemenië gevlucht. Later nam het aantal vluchtelingen voortdurend toe. Een schier onafgebroken stroom golfde het land bin nen. De Polen werden in tal van steden en dor pen, alsmede in „kuur"-plaatsen ondergebracht, waar zij voor een deel in hotels en pensions en villa's gehuisvest werden. In de badplaats Her- kulesfiirdö in zevenburgen bracht men meer dan driehonderd gezinnen bijeen, die tezamen circa vijftienhonderd personen vormen. Onder hen bevinden zich gewezen ministers, hooggeplaatste officieren, professoren en andere lieden, die vroeger een vooraanstaande plaats in hun vader land bekleedden. Men heeft er ook veel kinderen, die in Polen niet- eens meer in de gelegenheid waren bij den aanvang van het nieuwe leerjaar naar school te gaan. Opdat die kinderen nu toch verder kunnen leeren heeft de gewezen Poolsche minister van oorlog Taddaeus Kasparski ongeveer tien dagen geleden het plan opgevat voor deze kinderen een school op te richten. Deze school bestaat nu reeds, zij wordt door een zestigtal Poolsche kin deren bezocht, die er les van twintig leeraren krijgen. Als directeur van de inrichting fungeert ex-minister Kasparski zelf. Eugen Kwiatkowski, de gewezen minister van financiën, die de op richter is geweest van de vermaarde havenwer ken te Gdynia (thans Gothenhafen - Red.) en die het industriegebied van Sandomierz georga niseerd heeft, geeft les in de aardrijkskunde. De vroegere minister van onderwijs Swientoslawski doceert natuurkunde. Leon Berbczki, die in het voorjaar de leening ten behoeve van de lucht vaartverdediging heeft doorgevoerd, is leeraar in de wiskunde. Majoor Laskowski. die deel uil- maakte van den generalen staf, geeft geschie denis en de reserve-kapitein Brammer, die vroe ger als tooneelrecensent aan een van de groot ste dagbladen van Warschau was verbonden, is leeraar in de Poolsche taal en letterkunde. Ook in andere plaatsen waar veel Polen bijeen zijn. werden scholen opgericht. Hier onderwijzen officieren de soldaten, die niet kunnen lezen en schrijven of die het hierin niet zeer ver gebracht hebben, in deze kunst. Dezer dagen heeft de vroegere nuntius van den paus le Warschau. Mgr. Cortesi, alle zeventien vluchtelingen kampen bezocht. Hij zeide dit in opdracht van den Paus te doen. Hij sprak met tal van vluch telingen en deelde geld uit en ten slotte gaf hij den armen menschen den Pauselijken zegen. W. M. BEKAAR. „Mijnhardtjes De echte rijn niet rond, maar hartvormig. (Adv. Ingez. Med.) Sximuet cfiowie: Het oogenblik voor bestudeering van vredes problemen nog niet aangebroken „Niet wachten tot de oorlog voorbij is", dringt Greenwood aan In het Lagerhuis heeft Sir Samuel Hoare het woord gevoerd tijdens de debatten over het amendement van Labour op het adres aan den koning. Spreker zeide o.a.: „Wij kunnen den vrede niet winnen, tenzij wij den oorlog winnen. Ons doel moest niet alleen zijn den vrede of den oorlog te winnen, maar beide moeten gewonnen worden". Na drie maanden oorlogvoering is de tijd gekomen om een oordeel te vormen over de mate, waarin de oorlogsinspanning doeltreffend geweest is en in hoeverre er verbetering in ge bracht moet worden, wanneer het- doel wil wor den bereikt. Tusschen 11/4 en 1V2 millioen man zijn thans onder de wapenen en dit aantal zal in de komende maanden snel verhoogd worden. Naast deze groote organisatie is 't groote leger der burgers georganiseerd in de luchtafweer, waar bij tusschen V/z en 13/4 millioen mannen en vrouwen betrokken zijn. Deze reusachtige re- rut eer ing is ordelijk en methodisch uitgevoerd. Door de opstelling van de lijst van z.g. gereser veerde beroepen heeft men de belangrijke „sleu telpersonen" in de industrie gehouden, terwijl een nieuw onderzoek naar de geschoolde arbeids krachten, welke in het leger noodig zijn, tot de conclusie hebben geleid dat geschoolde arbei ders, wanneer zij naar het leger gaan, op een plaats komen, waar zij noodig zijn. Er is reeds een organisatie voor inkoop in het groot van grondstoffen, welke noodig is ter vermijding van inflatie en prijsverhoogingen. Reeds vroeg in den oorlog is met Frankrijk eenheid tot stand gebracht op het economische front. Thans wordt gewerkt aan een program, dat tot resultaat zal hebben een verdubbeling- van de vliegtuigpro ductie. In den scheepsbouw wordt groote uitbrei ding gegeven aan de geweldige oorlogsinspanning van ons vorige program van aanbouw. Sprekende over de werkloosheid zeide Hoare dat het verrassende feit niet was dat het werk- oozencijfer gestegen is, maar dat het zoo weinig is gestegen. Spreker geloofde dat de eerste maan den van het volgend jaar een groote wijziging zal komen. Er zal dan gezocht worden naar mannen om werk te verrichten en niet meer zullen man nen naar werk zoeken. Sprekende over plannen voor de toekomst zeide hijEvenals Greenwood zijn wij verlangend onze plannen uit te werken op een grondslag van redelijkheid, rechtvaardigheid en ervaring. Spr. geloofde niet dat het thans het oogenblik is, waarop volledige aandacht gewijd kan worden aan vredesproblemen. Greenwood zeide vervolgens, dat te wachten tot de oorlog voorbij is alvorens men ook maar zou kunnen beginnen te denken over de toekomst verraad zou beteekenen aan de hoogste belagen van het volk. Wanneer de vijandelijkheden gestaakt zullen worden, zullen wij komen te staan voor een ver armde wereld, die de litteekens van den oorlog draagt. Niemand ontkent, dat wanneer de oor log eindigt, elk van de oorlogvoerende landen oneindig armer zal zijn. In ieder geval zal het leven na den oorlog niet gemakkelijk zijn. Maar, tenzij wij ons plan thans uitdenken, zal de oorlog verloren zijn, zelfs wanneer zij zegevieren te land, ter zee en in de luoht. (Van onzen Amerikaansche correspondent.) In het begin van den oorlog hoorde men hier in de Vereenigde Staten heel veel de mee ning verkondigen dat Amerika er niet buiten zou kunnen blijven. Opmerkingen als „over een half jaar zitten wij er in" en „het zal niet lang meer du-, ren of onze jongens gaan naar Frankrijk" wa ren schering en inslag. Op het oogenblik hoort men dat veel minder. De groote massa heeft de Amerikaansche neutraliteit reeds als een feit aanvaard. Zij went spoedig aan een bepaalden toestand en bovendien zijn nu zelfs de vijanden van president Roosevelt, die geneigd zijn alles wat hij doet met scepticisme en ongeloof te be schouwen, er wel van overtuigd dat hij alles zal doen wat in zijn vermogen ligt om de neutra liteit te handhaven. Voordat de beslissing om trent de opheffing van het wapen-embargo ge nomen was stonden de kranten er vol van. Er ging geen dag voorbij of zij ageerden tegen deze opheffing. Er was slechts een kleine minderheid van de pers, die voor de opheffing was en juist de bladen die het meeste spektakel op de groote trom plegen te maken, die van Hearst, verzet ten zich het krachtigst tegen de opheffing. Als er iets was dat duidelijk kon maken hoe be trekkelijk gering de huidige invloed van juist de meest verspreide bladen in de Vereenigde Staten is, dan was het wel de uitslag van die stemming. Doch nu is ook deze opheffing van het embargo alweer een feit geworden, dat men aanvaard heeft en waar niet meer over wordt ge sproken. Het afbakenen op de zeekaart van een voor de Amerikaansche scheepvaart verboden zóne heeft de scheepvaartmaatschappijen in wan hoop gebracht en hun vliegende collega's in de handen doen wrijven en het heeft geleid tot een kwestie die even onelegant als sensationeel is: de poging om de zelf-gemaakte wettelijke bepa ling te ontduiken door Amerikaansche schepen onder de vlag van Panama te laten varen en te bemannen met niet-Amerlkanen. Het is een staatkundig-ethische kwestie van de eerste orde. Toen president Roosevelt had gezegd dat- hij voorwaardelijk instemde met de overgave van acht schepen der United States Lines aan de vlag van Panama omdat: ten eerste deze schepen dan immers niet meer onder de zegging' schap der V. S. vielen en zij, ten tweede, geen Amerikaansche bemanningen zouden hebben, rolde een machtig protest uit alle streken van het lancl naar het Witte Huis. Binnen een uur nadat de president zijn zienswijze had kenbaar gemaakt gaf de staats-secretaris van buitcn- landsche zaken, Cordell Huil, op onomwonden wijze van een tegenovergestelde zienswijze blijk: volgens hem zou een dergelijk kunststukje, al ware dat dan juridisch wellicht in den haak, ten eenenmale indruischen tegen de strekking van de Amerikaansche neutraliteitspolitiek, zooals deze in de Neutrality Act is neergelegd. De machtige vakvereeniging der zeelieden kwam in het ge weer. Niet op ethische doch op practische motie ven. Haar leider, Joe Curran, zeide op een ver gadering: „zelfs wanneer de vlaggen verwisseld worden zullen de schepen, wanneer zij met tor pedeering worden bedreigd, aanspraak maken op bescherming door de Vereenigde Staten en deze vlaggenverwisseling zal 10.000 zeelui broo deloos maken. Wanneer zij dat kunstje uithalen gaan we net zoolang met 10.000 man voor het Witte Huis en het gebouw van de Maritime Com mission demonstreeren. tot ze bakzeil halen". Afgezien van de practische bezwaren die tegen „het kunstje" kunnen worden aangevoerd krijgt men wel sterk den indruk, dat de voornaamste misrekening die de bepleiters ervan hebben ge maakt is: de ethische bezwaren der openbare meening die als overal ter wereld „maling aan juristerij" heeft. De New-York Times noem de het „in politieken zin even gevaarlijk als het in ethischen zin minderwaardig is". Op het oogenblik dat ik dit schrijf is nog geen beslissing genomen. Doch hoe deze ook vallen moge: dit incident is leerzaam en interessant. Japan heeft „hoofdpijn". Europa heeft al zijn aandacht noodig voor zich zelf. Dat is begrijpelijk, doch het neemt niet weg dat wat er in Azië geschiedt en niet ge schiedt zeker zoo belangrijk is. In bepaalde Nederlandsche kringen is men zich daar van be wust en het ware te wenschen dat de Neder landsche publieke opinie bij de beschouwing van net Europeesche tafereel meer in termen van het geheele rijk ging denken dan vrijwel uit sluitend in die van het rijk in Europa. In de Vereenigde Staten ziet men heel goed in dat wat er in Europa geschiedt zijn directe gevol gen in Azië heeft. Dezer dagen heeft een uitla ting van het blad Pacific, officieel orgaan van de pseudo-liberale Japansche organisatie „In stitute of the Pacific" hier bijzondere aandacht getrokken. Het blad schreef: „Wij bezitten de sterkste zee- en luchtmacht in het Verre Oos ten en wij beheerschen de Zuidzee-markten. De Zuidzee behoort tot het Verre Oosten en Japan is gerechtigd den rijkdom van deze streken te be zitten, een rijkdom die Europa wegkaapte toen Japan nog geïsoleerd was. Het is noodzakelijk Japan's economisch aandeel te herstellen en het is nu, terwijl Europeesche machten met belan gen in die zeeën hun aandacht elders moeten hebben, het psychologische moment daarvoor Men heeft hier in Japan wel eens gezegd dat de Nederlandsche petroluem met krachtdadige mid delen nioet worden genomen, maar er zijn andere methoden die eerst geprobeerd kunnen worden. Wij verwachten niet dat Engeland, Frankrijk en Nederland onmiddellijk bereid zullen zijn onze verzoeken in tc willigen, maar hoe langer de oorlog duurt des te zekerder wordt het, dat onze denkbeelden op de een of andere wijze verwezen lijkt zullen worden". Ik meende dat het wel de moeite waard was deze uitlating, die, zooals gezegd, in de Vereenigde Staten zeer de aandacht heeft getrokken, in de Nederlandsche belangstelling aan te bevelen. Maar zooals dat hier wordt genoemd „Japan has a headache" Japan heeft hoofdpijn: Japan kan aan zijn verlangens, waarbij wij zoo nauw betrokken zijn, geen kracht bijzetten zoo lang het Westen druk uitoefent in China. In dezen zin behooren de Vereenigde Staten tot het Westen en het is er den Japanners alles aan gelegen, op beteren voet met Oom Sam te komen. Dat begrijpt men in Amerika heel goed en men doorziet zeer wel alle Japansche pogingen om dit doel te bereiken. Japan moet, alvorens het po litieke oorlogswinst kan maken, het „incident" met China liquideeren en trachten te komen tot een betere verhouding met de Vereenigde Staten. Hier beschouwt men de installatie van de nieuwe Chineesche „regeering" onder auspiciën van Japan als een middel om het figuur te redden en de vijandelijkheden te staken, om zich aan vruchtbaarder arbeid te kunnen wijden. In de laatste maanden hebben de V.S. het handels verdrag met Japan opgezegd, hebben hun vloot eenige duizenden mijlen naar het Westen doen opstoomen en hebben een geweldig vlootpro- gram aan de orde gesteld. En de Amerikaansche ambassadeur in Tokio heeft een toespraak ge houden, die zoo oprecht was en zoo onomwon den, dat Japan er die hoofdpijn van gekregen heeft. Amerika's wantrouwen. Amerika koestert diep wantrouwen jegens Japan. De „San Francisco Chronicle" schreef onlangs: „De gebeurtenissen der laatste jaren hebben ons geleerd, dat wij weinig vertrouwen, kunnen hebben in de vredelievende verklaringen van het Japansche ministerie van buitenlandsche zaken, daar liet Japansche leger de gewoonte heeft te doen wat het 't beste acht voor Japan en het aan de diplomaten over te laten zich daar uit te praten". Tokio is geïrriteerd door het standpunt, dat de Vereenigde Staten metterdaad innemen ten opzichte van de vraagstukken van den Stillen Oceaan. Het maakt zich even zeer bezorgd over de standvastige houding van Amerika ten aanzien van de rechten van Amerikaansche burgers, welker zaken en personen nadeel hebben geleden van de Japansch-Chineesche vijandelijk heden. Klachten van Amerikanen in China zijn zeer talrijk en het Amerikaansche ministerie van buitenlandsche zaken heeft op het oogenblik meer dan zevenhonderd gevallen in behandeling van opzettelijke sabotage van Amerikaanschen handel, tot persoonlijke beleedigïng en lichame lijk geweld toe. Washingtons stevige houding ten aanzien van de respecteering van zijn burgers en hun belangen rondom en in den Stillen Oceaan heeft de opzegging van het sinds 1911 bestaande handelsverdrag met Japan ten gevolge gehad. En zal geen nieuw verdrag komen, zoo zegt men hier, totdat alle pijnlijke wonden krachtdadig zijn uitgebrand, iets dat volgens Washington geheel aan Japan is. Ook daarom maakt Japan er haast mede, het incident met China te liqui deeren en met Sovjet-Rusland op goeden voet: te komen. Zoowel Japan als Rusland zoo wordt hier gezien hebben belang bij een goede wederzijdsehe verstandhouding, teneinde zich de handen vrij te maken voor voor hen veel be langrijker dingen. Wanneer het zoo ver komt zal blijken dat het JapanschAmerikaansche pro bleem heel taai is. Dit alles doet zien dat de Europeesche oorlog een wereldprobleem geldt. Geen land. ook al is het zoo gelukkig neutraal te blijven, bestaat dat daar in wezen niet in betrokken is. Hoe belang rijk de Aziatische gevolgen van den oorlog voor het Nederlandsche rijk zijn moge eens te meer uit het bovenstaande blijken. MR. E. ELIAS. RALIC PROGRAMMA DONDERDAG 7 DECEMBER. UILVERSUM 1 1875 en 414.4 M. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO 2.00—12.00 NCRV. 8.00 Berichten ANP. 8.059.15 en 10.00 Gramo- foonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramo foonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest. 12.45 Berichten A N P en gramofoonmuziek. 1.00 KRO-orkest. 2.00 —2.25 Handwerkuurtje. 3.00 Geamofoonmuz. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Han denarbeid voor de jeugd. 5.30 Ensemble Zinga- resca en gramofoonmuziek. 6.45 CNV-kwartiertje 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Causerie over metaalbewerking. 8.00 Berichten ANP. her haling SOS-berichten. 3.15 Zang met planobe geleiding en gramofoonmuziek. 8.50 Causerie: Do- mineeswerk in oorlogstijd. 9.20 Orgelconcert. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Gramo foonmuziek. Ca. 10.50—12.00 Schriftlezing. HILVERSUM II 301.5 M. AVRO-uitzending. 8.00 Berichten ANP. orgelspel. 8.30 Gramofoon muziek. 9.00 AVRO-Amusementsorkest (opn.)). 9.45 Gramofoonmuziek, 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr. pl.) 10.30 Voor de Vrouw. 10.35 Omroeporkest. 11.00 Weekoverzicht. 11.15 Omroeporkest en solist. 12.15 Gramofoon muziek. 12.45 Berichten ANP. gramofoonmuziek. 1,00 De Vagebonden en soliste. 1.45 Gramofoon muziek. 2.00 Voor de vrouw. 2.30 Viool en piano. 3.00 Brei- en borduurcursus. 3.45 Gramofoon muziek. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Gramofoonmuziek. 5.00 AVRO-Weekkaleidoscoop. 5.306.30 AVRO-Amusemontsorkext en solist. 6.33 Sporthalfuur. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 Voor militairen. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten A N. P., mededeelingen. 8.20 Concertgebouworkest, het koor van de Koninklijke Oratoriumvereeni- ging en solisten (ca. 9.20 Causerie over Jean Jacques Rousseau). 10.30 Reportage. 11.00 Be richten ANP. Hierna tot 12.00 AVRO-Dansorkcsti en gramofoonmuziek. ENGELAND 391 en 449 M. 12.20 Orgelspel. 12.50 BBC-Schotsch orkest. 1.20 Berichten. 1.30 Causerie. 1.45 - 2.20 Koper-orkest. 3.20 Orgelspel. 3.50 Pianovoordracht. 4.20 Berich ten.. 4.35 Causerie: Talking It over. 4.50 Dans- orkest. 5.20 Voor de kinderen. 5.50 Het BBC- Theaterorkest. 6.20 Berichten. 6.35 Voor de boe ren. 6.50 Kampconcert. 7.20 De strijkers van het BBC-orkest. 7.50 Gevarieerd programma. 8.35 Ra- diotooneel. 9.20 Berichten. 9.35 Causerie: War commentary. 9.50 Het BBC-Harmonle-orkest, 10.35 Korte Kerkdienst. 10.55 Cabaret. 11,25 Kla rinet en piano. 11.50 Dansorkest. 12.20—12.35 Be richten. RADIO-PARIS 1648 M. Geen opgave ontvangen. KEULEN 456 M. 5.50 Omroeporkest. 7.40 Gramofoonmuziek. 9.30 Zang, luit en piano. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.20 Populair concert. 3.20 Leo Eysoldt's orkest. 4.50 Folkloristisch programma. 5.20 Otto Dobrindt's orkest. 7.3512.20 Zie Deutschlandsender. BRUSSEL 322 M. 12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 en 1.30 Omroep orkest. 1.502.20, 5.20 en 7.45 Gramofoonmuziek. 8.20 Onspanningsprogramma voor soldaten 8.50 Omroeporkest. 9.20 en 10.30 Omroepsymphonie- orkest en solisten. 10.5011.05 Gramofoonmuziek. BRUSSEL 484 M. 12.20 Gramofoonmuziek. 12.50— 1.30 Radio orkest. 1.502.20 5.20 en 7.45 Gramofoonmuziek. 8.20 Ontspanningsprogramma voor soldaten. 8.50 Cabaret. 9.35 Radio-orkest. 10.3011.20 Gramo foonmuziek. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.35 Reportage. 8.10 Marschmuzlek. 8.35 Piano voordracht. 9.20 Berichten. 9.50—Concert 1120 Berichten. Hierna tot 12.20 Nachtconcaii.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 7