Haarlem's Dagblad
„Jxyandoeit-"
qetotpedeecd
Russen melden voortzetting
van hun opmarsch.
Openbaarheid.
Het schip had 67 personen aan boord
Ceurenfilm.
De Kerstinzameling voor
de Stille Armen.
fanscfie „Jiaqmot-Ünie" dooh&takeit 7
Het Belangrijkste
57e Jaargang No. 17323
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant»
Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groots
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825. Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Don'dertlag 7 December 1939
Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10,
per 3 maanden 3.25, franco per post ƒ3.55, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentlën: 1-5 regels
ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per
regel. Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
0.15. Groentjes zie rubriek.
De positie van een onzijdige kleine mogendheid
temidden van oorlogvoerende groote mogend
heden is zeer ongemakkelijk. Niet alleen vanwege
het gevaar dat dreigt, om nog eens, tegen onzen
wil, door anderen in dien strijd te worden betrok
ken en vanwege de groote economische slagen die
ons worden toegebracht, de vernietiging van een
aantal on«r koopvaardijschepen en daarmee ook
van menschenlevens en de grensschendingen die
bij herhaling door vliegtuigen worden begaan.
Dat is al een lange en sombere lijst. Maar bij al
deze ellenden en moeilijkheden komt nog de
noodzaak, onze zelfbeheersching volkomen te be
waren en een zeer rustig en zeer tactvol beleid
te voeren. Wij moeten vermijden dat in het bui
tenland verkeerde indrukken gewekt worden om
trent onze volkomen onzijdigheid. Wij hebben
daarmee rekening te houden ook in het optreden
der Nederlandsche pers. En dat gebeurt. Behou
dens zeer weinig uitzonderingen heeft de Neder
landsche pers sinds het uitbreken van den oorlog
getoond, haar verantwoordelijke taak zeer juist
in te zien, zooals de minister van Buitenlandsche
Zaken, mr. van Kleffens, onlangs in de Kamer
met zooveel woorden heeft erkend. Daarbij zij dan
opgemerkt dat aan de in dit land bestaande pers
vrijheid nog niet in het minst is getornd, dat die
dus nog steeds op dezelfde wettelijke waarborgen
rust en dat hier een verschil bestaat met andere
neutrale landen. Want in Zwitserland heeft men
een strenge perswet ingevoerd, die deels preven
tieve, deels directe censuur inhoudt en in België
heeft men onlangs al de verschijning van een
viertal bladen verboden. Nederland toont sterker
samenwerking, sterker vrijwillige discipline, beter
zelfbeheersching.
De officiëele openbaarheid sluit zich daar even
wel lang niet altijd bij aan. Men maakt in den
regeeringskring bij herhaling te weinig gebruik
van de juiste houding der pers, die men zelf er
kent. En dat lijkt mij verkeerd. In ons land, in
ons staatsbestel behoort de openbaarheid van het
gevoerde beleid tot het bewinds-stelsel en als men
dat niet voortdurend toont te erkennen loopt men
gevaar, een indruk van aarzeling of van zwakheid
te geven. Ik zal hier. geen opsomming geven van
gevallen, waarin tijdige openbaarheid dit gevaar
vermeden zou hebben. Het zijn er verscheidene.
Maar wel wil ik eraan herinneren dat meermalen
het buitenland voor den dag is gekomen met me-
dedeelingen over Nederland, die hier nog niet be
kend waren gemaakt. Soms waren die juist, soms
geheel of ten deele onjuist. In die laatste gevallen
behoefde niet steeds opzettelijke onjuistheid te
worden aangenomen, maar soms onwetendheid
omtrent Nederlandsche toestanden en dikwijls
dat soort van lichtvaardigheid omtrent de be-
teekenis van gebeurtenissen in een ander land,
dat vele typische sensatiebladen, koppen-en-
plaatjes-kranten, in enkele Europeesche hoofd
steden kenmerkt. Daarbij trokken ze dan soms
conclusies, die kant noch wal raakten. Zulke be
richten werden weer overgeseind naar ons land
en wekten vaak onrust bij de bevolking. Zij leid
den soms tot de malste geruchten. En bovenal
gaven zij een gevoel van onzekerheidaan veel
menschen, veroorzaakt door de gedachte dat het
buitenland dingen scheen te weten die bij ons
verborgen werden gehouden. Verborgen gehou
den. waarom? Dat is men in ons land niet ge
wend. Dat moest onrust wekken.
Meermalen heb ik er op deze plaats de aan
dacht op gevestigd dat een deel van de buiten
landsche pers onder zware censuur staat en dien
tengevolge alleen bepaalde meeningen plus een
bepaalde propaganda mag soms moet ver
kondigen en dat een ander deel een soort journa
listiek voert, dat wij in ons land gelukkig niet of
nauwelijks kennen. Een derde deel verdient ik
heb het nu over het geheele buitenland wel
degelijk vertrouwen. Maar het is moeilijk voor
veel menschen dit in te zien als zij eenmaal ge
alarmeerd raken en bovendien door anderen met
sombere geruchten worden „bewerkt". Menigeen
is trouwens geneigd op iedere sensatie af te vlie
gen en met een zeker genoegen de meest pessi
mistische gevolgtrekkingen, die denkbaar zijn, te
verkondigen. Dit is een vreemde eigenschap, maar
het baat niet te ontkennen, dat zij bestaat.
Nevens het alarm en de ongerustheid die Haag-
sche zwijgzaamheid al meermalen veroorzaakt
heeft komt de indruk, dien die zwijgzaamheid op
zulke oogenblikken in het buitenland maakt. Daar
worden niet alleen onjuiste conclusies getrokken
maar ook moet men zich er wel verwonderen en
zelfs soms den indruk krijgen dat wij niet al te
moedig zijn als wij niet voor de feiten uit willen
komen. Ik beweer niet dat er in Den Haag gebrek
aan moed bestaat, maar wel dat openhartigheid
veel beter is omdat die een indruk wekt van rust,
kracht, vastberadenheid en vertrouwen en dat
achterhouden van nieuws juist het tegendeel
doet. De Duitscher Börne heeft eens een woord
ten beste gegeven, dat men als een soort boutade
kan beschouwen maar dat een groote kern van
juistheid bevat: „De waan van alle regeerders,
van den minister tot den portier, is dat het re-
geeren een groot geheim is, dat voor het volk tot
zijn eigen bestwil verzwegen moet worden".
De invloed van dezen waan doet zich ook gel
den.
Ik meen dat het de taak van ons hoofdredac
teuren is grooter openhartigheid aan te bevelen
op zulke gronden als hierboven zijn genoemd.
Niet alleen omdat de publiciteit ons beroep is,
maar ook omdat wij er krachtens dat beroep en
onze ervaring het meeste verstand van hebben.
Wij weten uit ondervinding wat men publiceeren
kan en moet en hoe dat dient te gebeuren. Dat is
trouwens door minister Van Kleffens wel zeer
vierkant toegegeven toen hij uit eigen beweging
de Nederlandsche pers ging huldigen. Wij voelen
ook, door ons vak, de stemming van het publiek
aan. Dat is logisch en begrijpelijk. En daarom
merken wij het als men van officiëele zijde te
geheimzinnig gaat doen en nieuws achterwege
AMSTERDAM, 7 December. Wij vernemen, dat het vrachtschip
„Tajandoen" van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland" in het
Kanaal is getorpedeerd.
Op 28 November vertrok de „Tajandoen" uit Nederland, op 4 December uit
Antwerpen. Gisterochtend te half elf passeerde het Dungeness. Met inbegrip
van de passagiers waren 67 personen aan boord. De kapitein van de „Tajan
doen" was de heer Roeterink.
Het schip, dat in 1931 werd gebouwd, was 8159 bruto reg. ton groot. Het was
op weg naar Nederlandsch-lndië. Het had een beperkte passagiersaccomo-
datie.
(In de buurt van Bern is, volgens
Havas. voor het eerst gedemon
streerd rnet een geurenfilm. Bij de
vertooningen van bloemen, een
houtzagerij e.d. toerden overeen
komstige geuren in de zaal ver
spreid volgens een procédé dat 4000
verschillende geuren kan op
wekken.)
Wij kregen eerst de film die spreekt
En daarna ook de film in kleuren,
Wij voelden toen, wat ons ontbreekt,
Is nu nog maar de film in geuren.
En zie, ook dat is nu bereikt.
't Is al in kannen en in kruiken,
Wanneer je straks een film bekijkt,
Kun je haar zien, maar tevens ruiken.
De vinding biedt voor elk geval
Uit vier maal duizend geuren keuze,
Maar wie kan zulk een groot getal,
Met onderscheiding ooit beneuzen?
Wij accepteeren elke klank,
Maar kunnen dat niet uit gaan strekken,
Tot geuren neigende naar stank.
Waarvoor wij onze neus optrekken.
Een film waar hout in wordt gezaagd,
Natuurlijk ook een film met bloemen.
Daar wordt door niemand bij geklaagd,
Dat zal men zelfs een aanwinst noemen.
Maar als men er een vuilnisbelt,
Of rotte visch in gaat gebruiken,
Dan ga ik werklijk voor geen geld
Naar zulk een fflmvertooningruiken.
Maar 'k denk, dat men dit zelf wel ziet,
Men noodt ons toch in bioscopen
Voor kunstgenot en vreugd, maar niet
Om ons weer hard weg te zien loopen.
Er is in de geschiedenis
Der film al heel veel ondernomen,
Wij wachten dus maar af, al is
Er straks een luchtje aan gekomen.
P. GASUS.
laat of vertraagt, dat geopenbaard hoorde te
worden.
Natuurlijk zijn er dingen die in het landsbe
lang geheim moeten blijven. Dat erkent iedereen.
Maar daar heb ik het niet over.
Tenslotte zij eraan herinnerd dat in ons staats
bestel en in dat van de meeste staten de open
bare critiek als een heilzame correctie-mogelijk
heid op het gevoerde beleid wordt erkend. Ook
door leidende staatslieden is die vaak erkend.
Evenmin als men die critiek, een bestanddeel van
het stelsel, zou kunnen onderdrukken zonder het
geheel te verzwakken kan men de openbaarheid,
die er evenzeer een bestanddeel van is, beknot
ten zonder daarvan de nadeelen te ondervinden.
Het lijkt mij gewenscht dat ronduit te zeggen.
Ook het buitenland zal ons het meest respectee
ren als wij in deze dingen niet minder dan in
andere onszelf zijn en blijven. R. P.
Sloep met overlevenden
opgepikt
Het Belgische stoomschip „Louis Scheid",
dat zich in de nabijheid van de „Tajan
doen" bevindt, heeft een sloep met over
levenden aan boord genomen. Het schip is
thans op weg naar een tweede sloep van de
„Tajandoen",welke eveneens in de nabijheid
op zee drijft.
Andere schepen, welke zich in het Kanaal
bevinden, zijn gewaarschuwd om uit te kijken
naar meer sloepen van de „Tajandoen".
Mr. dr. W. P. Vis,
voorzitter van den Haar-
lemschen Armenraad aan
het woord.
Het is zoo vertelde ons Mr. Dr. W. P. Vis,
voorzitter van den Armenraad te Haarlem een
teleurstellend feit, dat wij elk jaar bij het organi-
seeren van de Kerstinzameling voor de Stille Am-
men moeten constateeren, dat
het aantal Stille Armen in Haarlem en naas
te omgeving steeds grooter wordt. Verleden
jaar hebben wij, dank zij de milddadigheid
der burgerij, een kleine 900 uitkeeringen kun
nen doen en ik ben overtuigd, dat wij nu, als
de gelden daarvoor althans bij elkaar komen
een nóg grooter aantal zullen moeten helpen.
Die toeneming is een bewijs, dat er in het maat
schappelijke en economische leven helaas nog
geen verbetering gekomen is. Trouwens de oor
logstoestand heeft in veel gevallen een nieuwe
verslechtering gebracht. En hoe langer de crisis
duurt des te grooter wordt de groep menschen
die den strijd om het bestaan slechts met de al
leruiterste inspanning kunnen volhouden. Zeer
groot is het aantal dat gedurig aan den rand van
een tekort leeft. De zorgen drukken zonder op
houden, nooit is het dien stakkers eens mogelijk
even verlicht het hoofd op te heffen. Er wordt
bij den dag geleefd, meestal weet men niet of er
morgen brood zal zijn om te eten
Dat is het lot der Stille Armen, het droeve,
wreede lot. Wij, menschen van den Armenraad,
weten dat er trouwens in die gezinnen wel dagen
voorkomen, dat er niet genoeg eten is en dat de
kachel niet kan worden aangemaakt omdat er
geen brandstof is. Deze stumpers komen het zelf
niet gauw vertellen, maar af en toe komt een be
kende er toevallig achter en die roept dan onze
hulp in. De echte Stille Armen, de aanduiding
zegt het reeds, lijden veelal in stilte.
De nood moet wel zeer hoog gestegen zijn voor
een Stille Arme aanklopt om steun. Altijd heeft
hij op eigen beenen gestaan, het brood voor zich
en de zijnen verdiend, zoodat hij nu niet licht er
toe komt om zichzelf te moeten bekennen, dat
hij daartoe niet meer in staat is. Misschien is liet
in sommige gevallen misplaatste trots, maar er
is toch ook veel in zoo'n houding dat te waardee-
ren is. Van die trots kreeg ik verleden jaar een
typisch voorbeeld. Wij hadden een Kerstgave ge
zonden aan een vrouw die, dat wisten wij zeker,
in zeer moeilijke omstandigheden verkeerde. Zij
stuurde het geld evenwel terug met een vriende
lijk briefje, dat zij het nu niet noodig had, het
comité zou ongetwijfeld wel een ander hebben
die er meer behoefte aan had dan zij op dat
oogenblik. En toch wisten wij zoo vervolgde de
heer Vis dat die vrouw het zeer arm had, maar
het is mogelijk, dat zij juist in dien tijd van an
deren kant hulp gekregen had. In elk geval blijkt
er uit, dat een Stille Arme geen hulp zal aanvaar
den als het niet zeer, zeer noodzakelijk is.
De particuliere liefdadigheid in Haarlem doet
gelukkig nog veel om het leed, dat door de voort
gaande verarming van een deel der burgerij ver
oorzaakt wordt, te verzachten. Maar door de cri
sis zijn de inkomsten van diaconieën en vereeni-
gingen gedaald; slechts met de uiterste krachts
inspanning is het mogelijk per jaar gezamenlijk
200.000 gulden uit te geven. Daarmee is het, om
dat de nood zoo ontzettend groot geworden is,
slechts mogelijk in bescheiden vorm te helpen.
Ik ben zoo vervolgde de heer Vis er dan
ook ten volle van overtuigd, dat onze Kerstuitdee-
ling voor de Stille Armen geen hulp van betee-
kenis is. Om een Stille Arme te helpen is meer,
veel meer noodig dan 10 of 15 gulden per gezin.
Dan zouden wij voor één geval over honderden,
misschien wel over duizenden guldens de beschik
king moeten hebben. Want dan zou het noodig
zijn hypotheken af te lossen, of door andere knel
lende financieele verbintenissen een streep te
halen.
Men begrijpt, zoo ver kunnen wij niet grijpen.
De opzet van de Kerstinzameling voor de
Stille Armen is ook alleen de menschen, die
het altijd zeer moeilijk hebben, met de Kerst-
Het woord is aan
La Fontaine:
Men moet elkander helpen, dat is een
natuurwet
dagen eenige vertroosting te geven, te ma
ken, dat zij zich bij uitzondering eens geen
zorg behoeven te maken over de anders zoo
knellende vraag: „hoe kom ik aan eten, hoe
aan brandstof, hoe aan licht?
Bovendien zal het den Stillen Armen goed
doen te beseffen, dat er nog menschen zijn
die met hun droeve omstandigheden begaan
zijn en zelf iets willen opofferen om het mo
gelijk te maken, dat er op die dagen ook wat
zon in hun huis komt.
De Kerstinzameling kan niet te veel opbrengen,
helaas altijd zal het te weinig blijken om daar,
waar hulp noodig is, te helpen. Maar laat de bur
gerij van Haarlem en omgeving ook nu weer
trachten de som die zij ter beschikking kan stel
len van het Comité weer zoo groot mogelijk té
doen zijn. Het kan goed zijn er eens den nadruk
op te leggen, dat het geheele bedrag aan de nood-
druftigen ten goede komt. Nog geen dubbeltje
gaat er af voor onkosten. Alle informaties die
naar de personen die voor een uitdeeling in aan
merking komen, worden ingesteld, worden door
het personeel van den Armenraad verricht. Die
informatie geeft bovendien een waarborg dat
het geld dat op deze inzameling binnenkomt
zoo goed mogelijk besteed wordt en dat de
hulp daar komt waar zij het allermeest noo
dig is.
Wij moeten er nog eens de aandacht op vesti
gen, dat Haarlem's Dagblad geenerlei bemoeienis
heeft met de wijze van verdeeling der gelden, ten
behoeve der Stille Armen ontvangen. Dit is de
uitsluitende taak der Instanties, die wij in dit ver
band reeds meer dan eens noemden. Ons blad
verleent slechts zijn medewerking bij de inzame
ling der gelden en beijvert zich gaarne om het
succes daarvan zoo groot mogelijk te doen zijn.
Curatoren, rector, leeraren en leerlingen van het Stedelijk Gymnasium op de
Ged. Oude Gracht op weg van de school naar de Doopsgezinde Kerk, waar ter
gelegenheid van het 550-jarig bestaan van het Gymnasium een herdenkings
samenkomst plaats had.
.(Voor het verslag der plechtigheid zie men pag. !7.)
Het Russische persbureau Tass meldt: Het
hoofdkwartier van het militaire district Le
ningrad deelt mede dat bij het einde van 6
December de troepen van het militaire district
Leningrad bij hun opmarsch de volgende linies
hebben bereikt: Uit de richting van Moermansk
hebben de troepen van het Roede Leger den
tegenstand van de Pinsche wit-gardisten ge
broken en zijn zij tot 35 K.M. ten Zuiden van
Petsamo opgerukt. Oprukkende van Ukhta,
Repola, Porozosero en Petrzavodsk hebben de
Sovjet-Russische troepen na succesvolle ge
vechten de spoorlijn NurmesJonesuu over
schreden en zijn zij tot 60 en 65 K.M. over de
grens opgerukt.
In den Oostelijken sector van de landengte
van Karelië zijn de Sovjet-Russen na een
voorbereidend artillerievuur door de hoofd
verdedigingslinie van de Finnen langs de
Vuoksi-verdedjgingswerken, welke door de
Finnen de „Maginot Kirke"-üjn worden ge
noemd, gedrongen.
Zij zijn de Taipaleenioki-rivier overgetrokken
en rukken thans naar het noorden op. In den
westelijken sector van de landengte heb
ben de Sovjet-Russen de stations Kiyiniemi aan
den Kexholmspoorweg, Korplioja aan de zijlijn
van den spoorweg Wiborg—Valkjarvi, Loenatioki
en Perkjarvi aan den Wiborg-spoorweg, Ine en
Mesterjarvi aan den spoorweg naar zee en het
dorp Hjannilja aan de kust van de Finsche golf.
9 K.M. ten westen van fert Ino, bezet.
Tengevolge van het ongunstige weer kon de
luchtmacht slechts enkele verkenningsvluchten
uitvoeren.
In een Woensdagavond uitgegeven offi
cieel Finsch communiqué van 6 December
wordt gezegd: Dinsdag werden alle vijan
delijke aanvallen afgeslagen.
In de streek van Folkijarvi wer
den acht vijandelijke tanks vernie
tigd, waarmede het totaal der sinds het be
gin van den oorlog vernietigde of bescha
digde tanks op 80 wordt gebracht.
Het communiqué van de luchtmacht deelt
mede, dat de vijand enkele verkenningsvluchten
heeft gemaakt boven Petsamo en Pitkadronta,
doch zonder succes. In den loop van den dag
heeft de Finsche verdediging twee vijandelijke
vliegtuigen omlaaggeschoten. In verband met de
weersomstandigheden was de Finsche lucht
macht genoopt haar activiteit te beperken tot
verkenningsvluchten.
Volgens het communiqué van de zeemacht
was de vijandelijke vloot in den loop van den
dag niet in actie.
Het Noorsch telegraaf-agentschap be
richt, dat nabij Petsamo slag is geleverd
tusschen de Finnen en Sovjet-Russen. De
Russen zouden teruggeslagen zijn.
Tot nu toe zijn een duizendtal Finsche vluch
telingen de Noorsche grens gepasseerd.
Volgens het D.N.B. heeft de Finsche marine
mijnen gelegd rond de Aalands ailanden en zijn
Finsche troepen aan land gezet.
Overwinning der Finsche skitroepen.
Uit Stockholm meldt Reuter dat behalve dat de
sneeuw de Russische bommenwerpers vasthoudt,
zij de Finnen in staat stelt voor hun transpor
ten gebruik te jnaken van sleden. De beweeglijk
heid hunner troepen, die van jongsaf gewend
zijn aan ski's, wordt er door vergroot.
Verklaard wordt, dat een Russische troepen-
afdeeling bij een verrassenden aanval door een
skipatrouille, welke in negen uur 100 K.M. had
afgelegd, vernietigd werd.
„Aftonbladet" verneemt uit Helsinki dat de
Russen een leger van 500.000 (andere berichten
spreken van 1 millioen. Red.) man, een duizend
tal tanks en 500 vliegtuigen tegen Fin
land hebben samengetrokken. Het Russische
commando wilt tot eiken prijs gebruik maken
van het korte respijt dat de nadering der strenge
koude laat. De aanvallen worden dan ook on
dernomen zonder dat men op verlies van men
schenlevens of materiaal ziet. Twintigduizend
Russen zouden gesneuveld, gewond of gevangen
genomen zijn. De Finnen daarentegen trachten
met zoo klein mogelijke verliezen zoo groot mo
gelijken tegenstand te bieden. Daarom hebben
zij eenige minder belangrijke stellingen in de
eerste linie op de Karelische landengte prijsge
geven. Geen enkele belangrijke stelling is echter
verlaten.
Naar de correspondent van „Aftonbladet"
verder verneemt, hebben dokters geconstateerd,
dat de Russen gebruik maken van dum-dum
kogels. Zelfs kinderen waren getroffen.
Volgens een telegram uit Moskou zou een
Finsche duikboot bij Ytoesaari Eilanden zijn ver
nietigd.
In bevoegde kringen te Helsinki is men van
meening, dat dit zee onwaarschijnlijk is, daar
men niet inziet waarom een Finsche duikboot
zich in deze buurt zou wagen, welke sinds langen
tijd is ontruimd en sinds eenige dagen door de
Russen is bezet.
Tenslotte wordt uit Helsinki nog het volgende
vernomen:
Woensdag zijn drie spionnen gefusileerd. die
per radio mededeelingen aan Moskou deden.
Ten noorden van het Ladogameer is een Rus
sisch vliegtuig door een geweerschot omlaag ge
haald.
Officieel wordt tegengesproken, dat Finsche
vliegtuigen Woensdag boven Leningrad hebben
gevlogen en dat Moermansk door Finsche vliegers
zou zijn gebombardeerd.
HEDEN: 12 PAGINA'S.
HAARLEM EN OMGEVING
pag.
Dc „Tajandoen" is in het Kanaal getorpedeerd. 1
Hel 550-jarig bestaan van het Haarlemsche
De IJmuider trawler „Silvain" wordt als ver
loren beschouwd. 6
Gymnasium. 7
BINNENLAND
Bij een auto-ongeluk te Deil zijn drie menschen
om het leven gekomen. 2
Onze houding tegenover de oorlogvoerende par
tijen 3
De winkelomzctten in November zijn nog wat
grooter geweest dan een jaar geleden. 3
BUITENLAND
Drie Ilaliaansche vliegtuigen zijn neergestort. 2
Engeland bezit binnenkort 2000 gewapende
koopvaarders.
Een Grieksch en een Noorsch schip zijn op een
mijn geloopen en gezonken; een Engelsch
schip wordt vermist. 5
SPORT.
Sport in 't Kort. 6
ARTIKELEN, enx.
R. P.: Openbaarheid. x
H. D. Vertelling: Huan Lin en de struikroover. 4
Van onzen correspondent te Genève: Zwitser
land en de overzeesche handel. 4
Van onzen Boedapester correspondent: Minder
„Liebesgaben" uit Hongarije naar Duitsch-
land. 5
Voor de Vrouw. 9
Dc Burgerlijke Stand van Haarlem is opge
nomen op J|