Ainister Gerbrandy's begrooting
goedgekeurd.
Geknoei bij aanleg van
verdedigingswerken
„Oss" is voor den bewindsman afgedaan.
Nieuwe leening
De nieuwe Staatsleening
Te weinig cement en on
deugdelijk zand gebruikt.
lONDERD'AG 14 DECEMBER 1939
H'A" A RE EM'S D AC BEAD
3
TWEEDE KAMER
DEN HAAG Woensdag,
pe brutalen hebben de halve wereld, zoo heet
et wel eens. Vermoedelijk behoort de minister
jn Justitie tot diegenen, die van de waarheid
ezer stelling terdege doordrongen zijn. De manier
Ithans, waarop hij met de Kamer omspringt, be-
jjst dat hij er veel voor voelt onder meer zijn
racht in een groote mate van stoutmoedigheid te
jeken. Zoowel uit den vorm als uit den inhoud
sn zijn rede ter beantwoording van de 18 afge-
sardigden, die aan het algemeen debat over
[oofdstuk IV hadden deelgenomen, viel dit be-
jaldelijk op te maken. Als hem een onderwerp
p een bepaald oogenblik te omvangrijk is, om er
;ch in te verdiepen, of als hij zich in een kwestie
iet voldoende thuis voelt om er terstond op in te
aan, geneert minister Gerbrandy zich geenszins
ai dat in zeer ronde, gemoedelijke taal te zeggen.
- dan liefst ook nog op koddigen toon, met behulp
an enkele vermakelijke pittige uitdrukkingen.
Gerbrandy
Deze bewindsman heeft ontegenzeggelijk groo-
sn zin voor humor. Daarin schuilt tevens een
lachtig wapen, want de humor kan veelal zelfs
e ernstigste critici of klagers ontwapenen. Zoo
[oeg de minister er zich, dank zij de hier ver
leide factoren, zeer goed doorheen. En toch....
aoet hij oppassen het op den duur niet te be der
en bij de Kamer do'or al te zeer zijn toevlucht te
lemen tot dergelijk humoristisch optreden. Voor
oo'n eersten keer slikt men op het Binnenhof een
ratal grappige, maar zakelijk toch niet bepaald
(doende, opmerkingen van een nieuwen bewïnds-
lan gaarne, doch als hij tenslotte den indruk zou
oen post vatten de zaken al te weinig ernstig te
lemen, dan zou hij wel eens een gansch andere
ejegening van de leden der Kamer kunnen on-
ervinden.
Enfin, ditmaal triomfeerde de humor en daar-
lee prof. Gerbrandy.
Wanneer o.a. Mr. Wendelaar (lib.), Mr. v. d.
ioes v. Naters (v.-d.), mevr. Maekay-Katz (c.h.),
e nat.-soc. Woudenberg, de chr.-dem. Posthuma
,'eer over Oss bezig waren geweest, kregen zij
■an den minister een leuk verhaal te hooren. Een
ijner ambtenaren had hem daarover een toren-
looge stapel dossier-stukken op zijn tafel gelegd
n toen de minister vernam, dat hij nu nog maar
Ie helft van alle documenten aanschouwde, had
lij, alvorens zich te sluimeren te leggen, tot zich-
elf gezegd: weg met Oss!
Tegenover de Kamer gaf Mr. Gerbrandy te
:ennen het onjuist te achten de zaak-Oss thans
veer op te rakelen. Wat den Procureur-Generaal
n den Bosch betreft, Mr. Wendelaar en anderen,
randen gerust zijn. Deze zal niet den post van
G. in Den Haag krijgen. Met het oog op de vei-
igheid des lands zal de Regeeripg de Minister
rad heeft zelf in dezen uitdrukkelijk een besluit
;enomen onder de huidige omstandigheden
loch in Den Bosch noch in Den Haag eenige wij
ziging aanbrengen; de P. G. in de Residentie zal
jus, niettegenstaande de leeftijdsgrens, nu aan-
ilijven. Als de heer Posthuma (chr.-dem.) den
Bosschen P. G., wegens Oss ontslagen had willen
zien, moest hij bedenken, dat tegenover even-
tueele feiten ooik verdiensten afgewogen dienden
te worden: ik behoor in mijn ambt van minister
van Justitie ook minister Justitiae, d.i. dienaar van
de gerechtigheid te zijn, merkte mr. Gerbrandy op,
terwijl hij voorts nog verzekerde, dat hij er zorg
voor heeft gedragen de allerbeste verstandhou
ding tusschen den P. G. in Den Bosch èn de mare
chaussee te bevorderen.
Van de vele puntjes en punten, die waren aan
geroerd zij vermeld, dat Mr. Roolvink (R.K.) te
hooren kreeg, dat deze bewindsman bij zijn collega
van Waterstaat op spoedige invoering van de wegen
verkeerswet zal aandringen, die de mogelijkheid tot
afdoend optreden tegen beschonken chauffeurs
bevat.
Mevr. Mr. Bakker—Nort (v.d.) mocht vernemen,
dat de minister tegen een volgende wetgevende
periode zijn niet weer volledige kennis van het hu
welijksvermogensrecht weer eens hoopt op te fris-
schen om te zien of te dien opzichte eenige wijzi
ging tot stand zou moeten worden gebracht.
De heeren Ebels (v.d.) eii Mr. Truyen (R.K.)
hadden zich met de pachtwet bezig gehouden en
eerstgenoemde meende in het bijzonder allerlei
gevaren bij de toepassing daarvan te bespeuren,
vrees, die den heer Gerbrandy aanleiding gaf om
onder luid gelach op te merken in verband met
wat er gezegd was over ministerieelen uitleg van de
wet dat hij als hoogleeraai zijn studenten altijd
placht aan te raden „zich nooit iets aan te trekken
van wat een Minister in de Kamer zegt" Niet de
Minister maar de rechter beslist in dezen, zoo be
oogde de Minister met dit grapje op te merken. Als
er heel dwaze dingen gebeuren aldus voegde hij
er aan toe dan zou hij bereid zijn nader ingrijpen
van den wetgever te overwegen. Wat aanging het
advies om in verband met de besproken twijfelpun-
ten i.z. pachtovereenkomsten en opzegbaarheid, een
circulaire aan de rechterlijke macht te doen toe
komen zei de Minister: „Mijnheer de voorzitter, ik
ben niet erg circulaire-achtig, vooral niet ten aan
zien van de zittende rechtsprekende magistra
tuur". Wel was hij bereid om de in dit debat
gemaakte opmerkingen onder de aandacht der hee
ren rechters te brengen.
De heer Ebels (v.d.) had een pleidooi gevoerd in
de richting van het „Heimstatten-recht". Welnu,
30 jaar verjaart aldus voegde hij hieraan op
schrift tot de conclusie, dat we dit recht ten onzen
niet moesten invoeren. Maar aangezien een actie na
30 jaar verjaard aldus voegde hij hieraan op
bijn leuken toon toe zou hij dit vraagstuk nog
eens in overweging nemen. Wat den sociaal-econo-
mischen kant van eenige kwesties in verband met
de pachtwet aangaat, naar gelang de Kamer hem
vroeger zou loslaten zou hij, de Minister van justitie,
des te spoediger deze materie met zijn ambtgenoot
Mr. Steenberghe kunnen bespreken!
Voor aanvulling van het Wetboek van Strafrecht,
met het oog op betere waakzaamheid voor de zede
lijkheid, was aldus kreeg Mr. Rutgers v. Rozen
burg (c.h.) te hooren thans het oogenblik nog
niet aangebroken. Eerst moest men eens ondervin
den of 't niet heel doeltreffend zou werken het
meer dan tot dusverre opleggen van principale
hechtenis; in dat verband overweegt de Minister
een wenk aan de leden van het O. M
Mevr. Mr. BakkerNort (v.d.) had onze Zondags
wet een mummie genoemd. Nu heb ik eens in mijn
leven, te Londen, een mummie aanschouwd en toen
den indruk gekregen, dat het niet makkelijk zal
wezen een mummie weer te doen herleven, terwijl
mevr. BakkerNort een dergelijken gang van zaken
juist t.a.v. de Zondagswet vreest. Haar standpunt
deel ik overigens niet, zoo ging de Minister verder,
die vervolgens gewag maakte van de in dezen door
de gemeentebesturen te vervullen taak om voorts
te kennen te geven dat hij het heelemaal niet als
eer. ramp beschouwde, dat men zich niet overal in
den lande even streng aan de Zondagsheiliging
houdt. Ja, als er tusschen Noord en Zuid in dezen
verschil aanwijsbaar zou zijn, zou hij dat, zoo het
op redelijke grondslagen zou berusten, kunnen toe
juichen, want het belang van strenge uniformiteit
op dit terrein ziet hij niet in.
Eveneens bleek prof. Gerbrandy, in tegenstelling
met Mr. v. d. Goes v. Naters (s.d.) en Mr. v. Dijke
(a.r.) het toe te juichen, dat we op het gebied van
de wetgeving i.z. administratieve rechtspraak, in het
bezit van een lappendeken zijn.
Zeker, in Frankrijk hebben ze op z'n Fransch één
mooi opgetrokken gebouw, in den vorm van den
Fransche Raad van State. Wij bezitten daarentegen
een aantal kleine huizen van administratieve recht
spraak, in echten Nederlandschen trant, overeen
komstig de hier bestaande behoeften. Kortom, voor
de invoering van een algemeene administratieve
rechtspraak bleek de Minister weinig geporteerd te
zijn.
Wat de bescherming van de openbare orde aangaa.t
voelde de Min. alles voor Mr. Donker's (s.d.) stand
punt, dat het vooral aankomt op handhaving èn
toepassing van de bestaande bepalingen. Een „sti-
muleerende concentratie" om effect te bereiken, is
in voorbereiding: „een bepaald parket (zal in samen
werking met het Departement van Justitie) belast
worden met de verzameling van gevallen, die in
grijpen vereisehen.
Tusschen het begrijpelijk verlangen de overheid
tegen bedenkelijke excessen te doen ingrijpen en de
mogelijkheid een op alle daarvoor in aanmerking
komende gevallen toepasselijke wetsformuleering
te vinden ligt, volgens Dr. Gerbrandy, nog een vrij
groote afstand. In dit verband gewaagde hij van
„door en door ergerlijke dingen", die hij haast
„landsverraderlij k" zou noemen, welke hij in Volle
en Vaderland had aangetroffen, maar die met be
hulp van strafrechterlijke bepalingen misschien nog
niet eens te achterhalen zouden zijn. Het ontwerp-
Goseling tegen excessieve uitingen enz. was bere
kend voor abnormale dingen in abnormale tijden.
Derhalve past het niet meer zoo best op de tegen
woordige situatie. Vandaar dat 's Ministers gedach
ten thans gaan in de richting van het wellicht kun
nen treffen van bepaalde tijdelijke maatregelen op
een bepaalden grondslag. „Ik wil alles trachten te
doen opdat het Nederlandsche volk zich in dezen
tijd inwendig veilig voelt en ook veilig is," zoo be
sloot hij zijn rede.
Bij de verschillende afdeelingen van de tenslotte
z.h.st. aangenomen begrooting zijn uit den aard der
zaak nog een aantal uiteenloopende onderwerpen
besproken. Ik bepaal mij er toe te vermelden dat
de Minister, met betreking tot de o.a. door Mr.
Wendelaar (lib.) Mr. Donker (s. d.) en Mevr
Mi-, Ma c k a y-K a t z c.h.) aangeroerde
kwestie van rechters met extremistische neigingen
verklaarde gaarne alles te willen doen om het been
in het gelid te krijgen, dat hij Mevr. Mr. Mackay-
Katz in verband met haar pleidooi voor het veel
vuldige benoemen van afzonderlijke kinderrechters
op de bezwaren' van te veel specialisatie wees
en dat er plots een geanimeerd debat ontstond over
de organisatie (reorganisatie) van de politie, waar
aan ook Mr. Kortenhorst deelnam. Volgens den
minister zou er geen reden bestaan voor de vrees,
dat hij bezig was de bestaande structuur der po-
litieele organisatie te wijzigen
EERSTE KAMER.
en een contingenteerings-
debatje.
In een vrij snel tempo deed de Eerste Kamer he
den haar agenda af.
Het begon met het, mondeling door Minister d e
Geer nog toegelichte voorstel inzake de leening
van 300 millioen gulden tegen 4 pet. rente, waarte
gen Mr. v. Bönninghausen, de bekende nat.
soc., opmerkingen over leeningen aanvoerde, betoog,
dat wel vreemd afstak tegen het door den Minister
van Financiën op allen gedane, aan Nelson ont
leende beroep: „het vaderland verwacht, dat iedere
Nederlander zijn plicht zal doen".
De zooeven genoemde afgevaardigde had het ver
der aan den stok met Philips. Het voorstel inzake
contingenteering van metaaldraadgloeilampen greep
hij aan, t^n einde die onderneming allerlei verwijten
te maken in verband met haar groote winsten hier
(8 millioen gulden) en tevens haar vermindei-de
werkgelegenheid ten onzent, in tegenstelling tot
v/at men bij haar zaken in het buitenland kan aan
schouwen. Deze critiek gaf Minister Steen
berghe aanleiding om een college te geven over
het niet zoo eenvoudige karakter van dit bedrijf
en over de situatie hier en elders. Tenslotte moge
nog even aangestipt, dat mr. Steenberghe het ant
woord niet schuldig bleef aan den heer Blom-
j o u s, wat diens bezwaren betreft omtrent even
tueel te duchten veronachtzaming van allerlei min
derheids-belangen ingeval van verbindend verkla
ren (en omgekeerd) van ondernemers overeen
komsten. Z.h.st. ging nu ook dit wetsontwerp er
door.
E. v. R.
Werk verschaf fin gen zullen in de
Kerstweek gesloten zijn.
De werkverschaffing zal. naar wij vernemen,
met het oog op de komende feestdagen, worden
gesloten van 24 tot en met 30 December. De kam
pen zullen in het algemeen gesloten zijn van 24
December tot 8 Januari a.s. In de periode van
sluiting, zullen de tewerkgestelden in de steun
verlening worden opgenomen. Zij, die van 24
tot 30 December onder die regeling komen te val
len, zullen ook in het genot worden gesteld van
den gewonen Kerstbijslag, die de gesteunden
plegen te ontvangen.
Voorts zullen, wanneer de werkverschaffing
wordt gesloten wegens de vorst, de terwerkge-
stelden, die niet onder de steunregeling vallen,
b.v. de zelfstandigen, een vergoeding ontvangen
van 80 procent van het loon, dat zij anders in een
werkweek bij de werkverschaffing zouden hebben
verdiend.
De twee nieuwe Krijgsraden.
De te Utrecht te vestigen raad zal met
twee kamers zitten.
In een nota naar aanleiding van het verslag
der Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp
tot wijziging en verhooging van de begrooting
van justitie voor 1939, zegt de minister o.m.: In
verband met de geuite klacht over de soberheid
der toelichting moge worden medegedeeld dat
het niet mogelijk is een eenigszins bevredigende
specificatie te verstrekken van de kosten, benoo-
digd voor de twee nieuwe krijgsraden. Het ligt in
de bedoeling, dat de te Utrecht te vestigen raad
met twee kamers zal zitten, zoodat, wat de per
soneelsuitgaven betreft, er mede dient te worden
gerekend als of er drie nieuwe krijgsraden bij
komen.
DE HEER VAN HOEVEN ONTHEVEN ALS LID
VAN DEN CENTRALEN RAAD VAN
ADVIES VAN O. EN O.
Naar wij vernemen heeft de opperbevelhebber
van land- en zeemacht den heer G. W. F. van
Hoeven ontheven van zijn lidmaatschap van den
Centraiën Raad van Advies voor Ontwikkeling
en ontspanning voor gemobiliseerde militairen.
Organisatie economisch leven.
Uit het laatste hoofdstuk van een nota, welke
minister Steenberghe den Staten-Gene-
raal heeft aangeboden, blijkt dat de minister
voor de organisatie van het economische leven
de beschikking heeft over 218 commissies, in
specties, bureaux, secties, centrales, commissaris
sen etc., niet gerekend de 480 distributiekringen
Regeering neemt plantgoed
tulpen over.
Wordt tot veevoeder verwerkt.
Uit Den Haag komt het bericht dat de re
geering, middels de Nederlandsche Sierteelt Cen
trale aan de bloembollenikweekers berichten zal
dat zij het tulpenplantgoed tegen den prijs van
f 30 per tear zal overnemen.
Het secretariaat der Ned. Vereeniging voor
Bloembollencultuur alhier heeft deze mede-
deeling nog niet ontvangen, doch kon ons reeds
mededeelen dat het hier geen aanvullenden
maatregel van steun aan het Bloembollenbe-
drijf betreft.
Het gaat hier om plantgoed, dat de kweekers
over hebben, omdat de aanplant van tulpen en
hyacinthen gehalveerd is.
Dit plantgoed wordt overgenomen regen ie
prijs van veevoeder: het zal ook inderdaad het
veevoeder worden verwerkt.
Militairen en de distributie.
Het is gebleken, dat nog niet algemeen be
kend is op welke wijze in distributie gebrachte
goederen (voorloopig suiker en erwten) kunnen
worden verkregen ten behoeve van militairen,
die in eigen voeding voorzien en militairen, die
met voeding zijn ingekwartierd.
Militairen, die in eigen voeding voorzien, kun
nen gebruikmaken van de Rijksdistributiekaart
en distributiestamkaart, aangezien zij deze
kaarten niet bij den commandant van hun
legeronderdeel behoeven in te leveren.
Militairen, die niet in eigen voeding voorzien,
behooren evenwel bovengenoemde distributie
bescheiden in te leveren bij den commandant
van hun legeronderdeel. Indien deze militairen
zijn ingekwartierd, verstrekken de distributie
kantoren aan de kwartiergevers op vertoon van
het inkwartieringsbewijs losse bonnen, waarop
de in distributie gebrachte goederen kunnen wor
den verkregen.
Degenen, die maaltijden verstrekken aan mi
litairen, zonder daarbij tevens huisvesting te
verleenen, kunnen voor de verkrijging van in dis
tributie gebrachte goederen een door den be
trokken commandant geteekend vorderingsbe-
wijs overleggen, waarop de distributiekantoren
bovengenoemde losse bonnen verstrekken.
Voorts wordt gewezen op de navolgende rege
ling ten aanzien van militairen, die in eigen voe
ding zijn gaan voorzien, nadat zij hun rijksdis
tributiekaart en distributiestamkaart reeds bij
den commandant van hun legeronderdeel heb
ben ingeleverd. Aan deze militairen worden ge
noemde kaarten wederom verstrekt door het
distributiekantoor van de gemeente, waar zij in
het bevolkingsregister zijn ingeschreven. Hierbij
behoort te worden overgelegd een door den be
doelden commandant onderteekende verklaring,
waaruit blijkt dat de betrokken militair inder
daad in eigen voeding is gaan voorzien, nadat
hij de kaarten had ingeleverd.
WIJZIGINGEN IN DE ZEEPBESCHIKKING 1939.
De tekst van de zeepbeschikking 1939 no. 1 is
zoodanig gewijzigd, dat onder fabrikanten van
zeep thans ook gerekend moeten worden bedrij
ven, die zeep voor eigen bedrijf vervaardigen.
Dit brengt met zich mede, dat dergelijke on
dernemingen voornamelijk is hier gedacht aan
groote wasscherijen die zelf zeep vervaardigen
thans ook ten spoedigste inschrijving by de sectie
zeep. van het rijksbureau voor chemische pro
ducten dienen te verzoeken, voorzoover dit al
thans niet reeds is geschied.
Om de zelf vervaardigde zeep In eigen bedrijf
te mogen gebruiken, dient men ln het algemeen
in het bezit te zijn van een daartoe strekkende
vergunning, afgegeven door den directeur der
sectie zeep.
Evenwel is voorloopig tot 1 Januari 1940 voor
het gebruik van in eigen bedrijf vervaardigde
zeep, voorzoover dit normale hoeveelheden niet
te boven gaat, nog geen vergunning ^ran den di
recteur vereischt. Voor het daarop aansluitende
tijdvak van 1 Januari 1940 tot 1 Maart 1940 ls het
gebruik van in eigen bedrijf vervaardigde zeep tot
1/6 deel van de in de periode 1 September 1938
tot 1 September 1939 gebruikte hoeveelheid even
eens zonder vergunning van den directeur toege
staan.
HET JACHTSEIZOEN
spoedt ten einde.
door MELIS STORE
Het jachtseizoen dat nu ten einde spoedt
was schrikkelijk wreed voor tioee gejaagde eenden,
die samen om een hoop familie weenden,
die sneefde in de stroomen van haar bloed.
De twee gespaarden zaten kop aan kop,
en overdachten triestig die periode
Gelukkig maarde zoeken van het dooden
spoeden ten eindHet zat er haast weer opl
Begrijpt ge hoe de conversatie hortte
bij de herdenking van het jachtseizoen?
Hoe die-en-die gedood zoerd in het groen,
en die-en-die gewond ter aarde stortte?
En telkens als een schot de stilte stoorde
bewogen zij nerveus met kop of staart.
Als door een zoonder bleven ze gespaard
voor 't doodend lood dat vriend en maag
doorboorde.
Nog enkele zoekenen het zoas voorbij.
Ze konden 't zoonder nauwelijks gelooven
Ze keken angstig ozn de beurt naar boven
en rilden bij die laatste schieterij
Maar midden in de conversatie klonk
er uit de Izicht gebrozn, met doffe knallen.
Toen zagen ze een vliegmachine vallen
die prachtig in het wintersch zonlicht blonk.
i
De stomme eenden zaten kop aan kop
Verbaasd door wat ze van de menschen zagen.
Ze dachten,,'t duurt voor ons nog veertien dagen
„maar voor den znensch zit t er nog lang niet op..."
Het jachtseizoen dat nu ten einde spoedt
brengt uitzicht voor de opgejaagde eenden,
maar wij, die 't beestenvolk die rust verleenden
wij maakten 't voor den znensch veel minder
goed.
Wij. die de jachtseizoenen limiteeren,
hebben ons in gemoede afgevraagd
waarom de znensch op andere menschen jaagt..„
Kan hij dan zelf geen jachtzoet respecteeren
de fiere znensch die, billijkheid ter eere,
de wet verzet, wanneer het hem behaagt?
Haar aantrekkelijkheid
voor beleggers.
(Door onzen financieelen medewerker).
Een woord van lof mag de regeering niet
worden onthouden voor den stap die zij thans
heeft gedaan. In deze kolommen is tijdens de
jongste weken herhaaldelijk de nadruk er op
gelegd, dat al waren velen van meening dat
wellicht beurstechnisch de atmosfeer voor het
plaatsen eener consolidatieleening niet gunstig
kon worden genoemd, psychologisch het huidige
tijdstip uitstekend geschikt zou zijn, om tot
zoodanige plaatsing over te gaan. De regeering
dient immers elke kans waar te nemen om kapi
taal tot zich te trekken voor de militaire- en
economische verdediging alsmede voor de hand
having van ons staatscrediet.
De toeneming van de vlottende schuld, die nu
in totaal (inclusief schulden aan diverse instel
lingen) circa 780 millioen gulden bedraagt, ver-
eischte mede wegens de ontzaggelijke militaire
uitgaven van circa 1.7 millioen gulden per dag
een spoedige consolidatie, opdat de regeering
geen moeite zou onderwinden met het finan
cieren harer dagelijksche behoeften via de geld
markt. De thans uit te geven leening is 'n novum
voor Nederland en zoowel bedrag als voorwaar
den maken het duidelijk, dat zij slechts bedoeld
is als een eerste opneming van gelden in de
kapitaalmarkt, spoedig in 1940 door een nieuwe
reeks leeningen te volgen. Het totaal bedrag
immers ad 300 millioen gulden is niet zoo bijzon
der groot en laat nog 200 millioen gulden van
de totale machtiging over. De rentevoet van
4 pet. is de laagste, de koers a pari de hoogste,
die men zich onder de huidige rentevoorwaarden
kan veroorloven. De rente zou ongetwijfeld
hooger, de uitgifte-koers lager hebben moeten
liggen, indien de leening geen bijzondere at
tracties zou hebben. Deze liggen niet in de
vrijstelling van couponbelasting, doch in de be
paling dat de obligaties voor haar nominale
waarde worden geaccepteerd voer de betaling van
vermogensbelasting en van verdedigingsbelas
ting I (vandaar dat ook kleine coupures van
f 500 en f 100 worden uitgegeven). Hierin ligt
voor den houder in de huidige tijdsomstandig
heden een uitgesproken voordeel, omdat men
redelijkerwijs kan verwachten dat de koers niet
op pari zal kunnen worden gehandhaafd. De
leening richt zich dus blijkbaar voornamelijk,
zoo niet geheel, tot de groote en kleine kapitaal
bezitters, die door deze mogelijkheid tot belas
ting betalen een rendement kunnen maken, dat
niet onaanzienlijk ligt boven de 4 pet. Thans
wordt ook duidelijk, waarom de Rijksfondsen
slechts zulk een gering deel (60 millioen) heb
ben overgenomen en waarom de oogenschijnlijk
lange looptijd van 40 jaar voor den houder
geen nadeel beteekent. De opbrengst der ver
mogens- en verdedigingsbelasting I immers
wordt voor 1940 geraamd op circa 40 millioen
gulden. Ook al wordt lang niet het totaal dezer
te verwachten opbrengst met de nieuwe obli
gaties betaald is toch te verwachten, dat de af
lossing per jaar belangrijk hooger zal zijn dan
7.5 millioen gulden en dat de leening dus bin
nen vrij korten tijd geamortiseerd zal zijn. Wü
gelooven dan ook. dat deze leening een zeer
behoorlijk succes zal hebben. Waarschijnlijk zal
een volgende leening zich thans richten tot de
groote en kleine vennootschappen en de pu
blieke fondsen, terwijl daarna wellicht ook het
zeer kleine spaarkapitaal aan de beurt komt.
(Nadruk verboden).
Producten waarvoor geen suikerbon
noodig is.
Goela Djawa en Goela Aren zijn uitgezonderd
van de voor suiker geldende distributieregeling.
Deze producten kunnen derhalve worden gekocht
en afgeleverd, zonder dat daarbij een bon van de
rijksdistributiekaart behoeft te worden afge
geven of in ontvangst genomen.
De „Merapi" werkt weer.
BATAVIA, 13 December (Aneta/AJgP.) D§
Merapi vertoont wederom werking. Vanmiddag
om half zes werd eerst een kleine eruptie waar
genomen, om zes uur gevolgd door een zeer zware
uitbarsting. Hierbij werden steenen en gloed-
wolken uitgestooten.
De gloedwolken bereikten de boschgrens. Zware
aschregens werden waargenomen, de top van de
Merapi is door mist onzichtbaar. Op het oogen
blik dat dit geseind werd, zeven uur 's avonds
plaatselijken tijd, werd geen eruptie geconsta
teerd-
Afgekeurde opstel
lingen worden ondei
de scherpst denk
bare controle op
nieuw gebouwd.
(Van onzen specialen verslaggever)
Er gaan kwade, zeer kwade geruchten door
verschillende gemeenten in 't hart van Neder
land. Geruchten, volgens welke er op schande
lijke ontoelaatbare wijze geknoeid zou zijn
met den aanleg van verdedigingswerken in het
centrum des lands. Wat er aan de hand zou
zijn? Men zegt, dat er kazematten afgeleverd
of in aanbouw zouden zijn, waarbij men in de
beschermende betonlaag met de vuist een gat
kan stooten. Men beweert pertinent, dat er
veel te weinig cement en dat er zand van infe
rieure kwaliteit gebruikt zou zijn voor het ma
ken van 't noodige beton, terwijl men voorts
stijf en-strak volhoudt, dat deze „bedroevende"
affaire reeds de arrestatie van een aannemer
tengevolge gehad zou hebben.
Het is naar aanleiding van deze geruchten, dat
wij gemeend hebben er goed aan te doen bij ver
schillende instanties te informeeren naar de juist
heid, waarbij wij ons in de eerste plaats gewend
hebben tot die militaire autoriteiten, die het on
derzoek ter hand hebben genomen.
De zaak daarbij tot de juiste proporties te
rugbrengende. deelde men ons mede, dat er in
derdaad geknoeid is. Zelfs in dier voege, dat
verschillende opgeleverde verdedigingsobjecten
thans gesloopt worden om door de betreffende
aannemersfirma, onder de scherpst denkbare
controle, opnieuw gebouwd te worden. Neen,
liet Rijk heeft hierbij geen financieele schade
geleden. Want toen men, naar aanleiding van
de geruchten, verschillende reeds gereedgeko
men werken op hun deugdelijkheid beproefde,
hadden de betrokken militaire instanties de
koorden van de beurs nog in de hand. Er was
nog niets betaald, zoodat de strop zich beperkt
tot de aannemersfirma.
Men kan er van verzekerd zijn, dat een herhaling
der knoeierijen voorgoed onmogelijk is geworden.
Er zijn direct de noodige maatregelen getroffen
om de controle te verscherpen en om betrouwbare
opzichters aan te stellen. Waar noodig zijn die con
troleurs. die in hun taak te kort schoten ontslagen.
Door de overhaaste aanstelling van de noodige
opzichters er waren er op een gegeven oogen
blik zoo veel noodig, dat de tijd en de gelegen
heid ontbrak om tevoren een behoorlijk onderzoek
naar hun antecedenten te doen plaats vinden (dit
geschiedt in normale tijden wel degelijk) is name
lijk niet steeds dat toezicht uitgeoefend kunnen
worden, dat klaarblijkelijk noodzakelijk is geweest.
Men acht het voorts een gelukkige omstandigheid
dat geruchten omtrent de fraude zóó vroegtijdig
opdoken, dat er bijtijds een onderzoek ingesteld kon
worden. Daardoor zal er slechts een geringe stag
natie ontstaan in den afleveringstijd, welke ge
steld is.
Het ergerlijke van deze geheele affaire is wel,
dat men geprobeerd heeft te knoeien met onder
komens, welke in tijd van oorlog onze soldaten tot
dekking hadden moeten dienen, terwijl deze geen
behoorlijke dekking boden. Gelukkig behoeft men
daar nu niet meer bevreesd voor te zijn. De niet
aan de eischen beantwoordende verdedigingswerken
worden of zijn gesloopt en worden vervangen door
kazematten en andere opstellingen, welke wel de
gelijk aan de eischen voldoen. Dat er in de toe
komst minder cement voor 't beton gebruikt zal
worden dan voorgeschreven is, of dat er, inplaats
van rivierzand, een ander soort zand aangewend zal
worden, is thans uitgesloten te achten.
Zoodra aan de betrokken autoriteiten bleek, dat
er inderdaad van knoeien sprake was, hebben
zij zich tot de justitie gewend. De marechaus
see heeft thans de zaak in onderzoek, teneinde
uit te maken of een strafrechterlijke vervolging
van de knoeiers, die zich wel op zeer te laken
wijze ten koste van 't Rijk hebben pogen te ver
rijken, mogelijk zal zijn. Van een arrestatie is
ons echter tot dusver niets hekend.
Voorts moest ook de mogelijkheid onder 't oog ge
zien worden, dat de betrokken aannemersfirma voor
het extra-werk, dat de herbouw van de afgekeurde
onderkomens medebrengt, betaling zal verlangen.
Ook daar hebben de militaire autoriteiten echter op
gerekend. Mocht het tot een proces hierover komen,
dan zullen zij in staat zijn de bewijsstukken op ta
fel te leggen. Voor dit doel hebben zij zich verzekerd
van de hulp van een uiterst deskundig adviseur,
autoriteit op het gebied van materialenonderzoek.
Ziehier dan een en ander over de knoeierijen
bij verdedigingswerken in ons land. Het snelle
ingrijpen heeft het onmogelijk gemaakt op
groote schaal winst te maken ten koste van het
Rijk. Voor zoover men heeft kunnen bereke
nen zou er op de uit te voeren werken, waar
mede een bedrag van drie en een halve ton ge
moeid is, slechts enkele duizenden guldens
„overwinst" gemaakt zijn. Dat men daarvoor het
risico heeft durven nemen verdedigingswerken
te bouwen, die niet voldoende beschutting in
geval van een beschieting bieden, is een daad,
die scherpe afkeuring verdien*.
(Nadrul? verboden.)
De Middenstandsraad jubileert.
In een buitengewone vergadering is vanmiddag te
'sGravenhage herdacht het 20-jarig bestaan van
den Middenstandsraad, alsmede het 20-jarig presi
dium van zijn voorzitter, mr. A. I. M. J. baron van
Wijnbergen.
De herdenkingsrede werd uitgesproken door den
minister van economische zaken, mr. M. P. L.
Steenberghe, die uiteenzette, dat de strijd om het
bestaan, niet van vandaag of gisteren dagteekent.
De jonge generatie, die op haar beurt de fakkel van
de oudere overneemt, moge telkens weer meenen
voor gloednieuwe vraagstukken te staan, in het
licht der historie zal deze meening veelal geen steek
blijken te houden.
Wie tot de kern doordringt, komt namelijk niet
zelden tot de slotsom, dat de vragen van vandaag
zoo zij al niet die van gisteren zijn, in vele geval
len reeds veel eerder aan de orde zijn geweest.
Na de rede van den minister sprak de voorzitter
van den Hoogen Raad van den middenstand
België, de heer Van der Ackere uit Gent.
Vervolgens werd het woord gevoerd door den heer
W. *G. Scheeres, voorzitter van den Christelijken
Middenstandsbond, die sprak namens de drie Ne
derlandsche Middenstandsbonden en namens de
leden van den middenstandsraad.
O.m. namens de drie landelijke middenstands
bonden bood spr. baron van Wijnbergen een gouden
gedenkpenning, diens beeltenis dragende, aan.
Voorts bood spr. een plaquette aan
Hierna sprak de voorzitter van den jubileerenden
raad, mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen.