Ruwe, schrale huid )nderwijsbegrooting goedgekeurd. Noodlottige aanrijding te Bloemendaal. R 0 A G 22 DECEMBER 1939 H'ASREEM'S DSGBCSD 3 TWEEDE KAMER Eveneens het crediet van f 100 millioen voor voedselvoorziening. DEN HAAG Donderdag, {adat de Kamer o.m. het crediet van 100 mil- •n voor de voedselvoorziening z.h.st. had goed- itfurd, gingen de beraadslagingen over de be- oting van Onderwijs weer voort. Er traden zoo- >1 sprekers op, dat we beter meen en te doen hen allen stuk voor stuk te vermelden. Het voor- Hnste toch, van wat er is opgemerkt, vindt men ronder terug bij de weergave van 's ministers intwoording der afgevaardigden, welke bij de leeling Lager Onderwijs hun licht hadden laten ijnen. foor een enkelen spreker, i.e. de heer S u r i n g •k.) zij echter een uitzondering gemaakt. Deze lerde nl. in verband met de wijze van karige belooniing van de kweekelingén met acte het ikheeld, hoe veel goedikooper de minister van [ensie uit zou zijn, als hij naar het voorbeeld wat z'n ambtgenoot van Onderwijs doet met de eekelingen met acte, die op niet veel meer dan 'n kweekei ingen-salaris ge bruikt worden om onderwij zersplaatsen te vervullen den rang van „soldaten met sterren" zouuitvinden om aldus te ontkomen aan de volledige officiers-traktemen ten en dezen heeren dan sol daten-soldij met een kleinen toeslag toe te kennen. Spr. klaagde er over, dat de mi nister vrijwel niets wil doen voor de kweekelingen-met- acte. Verder kunnen we vermel- dat mr. v. Dijken (a.-r.) van dezen, ver- edelijk laatsten, parlementairen werkdag in 9 ten zeerste genoten heeft. Genoemde afge- irdigde is een ijverig man, een scherpzinnig ju- die om zoo te zeggen met wetboeken en iten opstaat en naar bed gaat. Ge kunt hem ver het middernachtelijk uur terstond uit z'n slaap leken, door iets over een juridische interpreta- •kwestie hardop te zeggen. Dan zal hij zich stond den uitgeslapen rechtsgeleerde toornen, ens den man die destijds als referendaris van Raad v. State ontelbare rechtsgeleerde puzzles Ier de oogen placht te krijgen en te helpen op- iVelnu, toen gisteren de :r v. SI een (s.d.), heden Wendelaar (lib.) tiek uitoefenden op een in n oogen onjuiste toepassing bepalingen van de L.O.- inzake het oprichten van bijzondere school, die zich Doetinchem en te Mourilk hebben voorgedaan, :eg mr. v. Dijken een aCht-gelegenheid om van juridisch kluifje te smul- Het werd voor hem ech- (Anii-Rcv. Partij) zoo iets als een overvloe- kerstmaal, waarbij ook de plumpudding met rassenden inhoud voor de heeren Slotemaker Bruïne (c-h.) en Tilanus (c.-h.) niet ontbrak, melijk in den vorm van een afstraffing over een idisöhe zonde door hen begaan in verband met andere kwestie van wetstoepassing, te weten welke samenhangt met de kwestie van de ver ding aan boventallige onderwijzers. De heer anus zou immers op dit punt gezondigd hebben het vorige jaar minister Slotemaker te heb- verleid" om op volgens mr. v. Dijken niet laatbare wijze art. 56, tweede lid der L.O. wet te interpreteeren en toe te passen, dat zoo nu dan aanstelling van boventallige onderwijzers geschieden ofschoon zulks bij behoud van de rlingenschaal eigenlijk niet zou kunnen. Intus- bleek de heer Tilanus de methode van wets- passing, gelijk deze thans valt waar te nemen, uist te achten. linister Bolkestein begon zijn uiteenzet- ;en met achtereenvolgens een aantal in 't debat geroerde detailpunten de revue te laten pas- ren. ils de in bewerking zijnde Landbouwarbeidswet ..lijkheden in verband met landbouwverlof zou everen zal aldus kreeg de heer Loerakker K.) te hooren de Minister het zijne doen ten de te trachten die moeilijkheden te voorkomen. )m primair belang voor 't onderwijs is de vrij- d voor gemeentebesturen om den huns inziens est geschikten candidaat ter benoeming voor te gen. Stopzetting van de verplichting tot benoe- ig van wachtgelders wensch van den heer jssen (S. D.) kan niet om financieele redenen, nu eenmaal t.a.v. allerlei wat men anders zou langen (zie b.v. de kwestie van de leerlingen aal!) invloed uitoefenen; daarom moet o.m. ook ewezen worden de door den heer Krol (C. H.) leit e pensionneering van onderwijzeressen op jarigen leeftijd, hetgeen insgelijks geldt met be king tot de door diverse afgevaardigden aanbe- :n wettelijke regeling van het voorbereidend la- onderwijs. Naar aanleiding van de beschouwin- van den heer Truyen (R.K.) over vernieuwingen onderwijsgebied, gaf de Minister te verstaan, dat een sterk voorstander is van het zooveel mogelijk ir den wetgever gelegenheid doen geven allerlei rten van onderwijs te laten genieten. Een gedeelte van het rapport omtrent het wetsontwerp betreffende de spelling is van een nzer overzeesche Regeeringen binnengekomen, kan de Minister den heer Truyen en an- eren meedeelen. lan Dr. Vos' (lib.) aanbeveling voor de differen- ie bij het onderwijs zal de Minister de noodige idacht wijden. Wat het door den afgevaardigde oerde pleidooi voor gedeeltelijk herstel van het bulantisme, gaf de heer Bolkestein te verstaan, z.i. het gezag in de school daarmee niets te ma- i heeft. to nu de kweekelingen met acte. Minister Bol- tein voelt er alles voor dit instituut, dat hij zelf keerd vindt, te doen verdwijnen. Intusschen et hij voorop stellen, dat het allereerste wat dient geschieden, verlaging van de leerlingenschaal is. arna wat daarmee samenhangt de behan- ing van art. 56, tweede lid (aanvulling van bo- itallige onderwijzers) en zou men dan nog zitten het probleem van de kweekelingen-met-acte, zou voorziening op dat punt nog aan de orde eten komen. Verbetering nu van hun financieele goeding was echter verkeerd, want dat zou juist leer consolideering kan instituut, dat ten spoe- 5te moet verdwijnen, tengevolge kunnen hebben, ipr. rekent vervolgens voor, dat onder de huidige latie slechts ongeveer 900.000 gulden „over" zou ven voor verbetering van de leerlingenschaal en ware veel en veel te weinig. Dan kan men dit irag dus beter gebruiken voor het aanstellen van 'entallige onderwijzers op grond van art. 56, eede lid der L. O. wet. Met dat al geeft de Minis- volmondig toe. dat deze toepassing der wet, oon wel rechtmatig, verre van aanbeveling ver at en dus ook zoo spoedig mogelijk dient op te uden. Maar nogeens, verbetering van de leer- genschaal behoort voorop te gaan. Bij de afdeeling „Kunsten en wetenschappen' icht Dr. Vos (lib.) den Minister dank, dat hij 'g heeft gedragen voor inschakeling van het Rot- damsche en Haarlemsche orkest bij muziekuit voeringen voor O en O.; hij mogen eveneens het tooneel doen inschakelen. Langzamerhand maakt zich van de afgevaardig den de gebruikelijke animo meester om te gaan passagieren", zooals Dr. Mo lier (R.K.) 't noemde, die het had over erkenning van den archi- tectentitel en eveneens voor vakmusici, waarna Dr. Brugmans (s.d.) o.m. vroeg naar plannen in zake de thans onder prof. Walch's directoraat ge komen Tooneelschool te Amsterdam en voorts de instelling van een staatsprijs voor litteratuur be pleitte, waardoor tevens iets op materieel gebied voor onze schrijvers zou worden gedaan. De jeug dige s.d. afgevaardigde slaagde er met zijn keurig tevens kort betoog in, de rumoerige Kamer toch weer tot luisteren te brengen! De heer De Visser (commun.) meende dat we niet alleen aan de doode maar ook aan de levende kunstmonumenten moeten denken en dus dient er, indien even mogelijk, voor de behoeftige kuns tenaars meer gedaan te worden. De Minister zegde toe een en ander te zullen overwegen, er aan toevoegende, dat er al stappen worden gedaan om ook tooneelgezelschappen mee te laten optreden voor O. en O. bijeenkomsten, dat z.i. bescherming van den architecten-titel inderdaad zeer noodzakelijk is. Verder wees hij er op, dat een staatsprijs voor litteratuur om andere dan finan cieele redenen (ruzie over de keuze van den uitver korene!) wel eens bezwaarlijk zou kunnen zijn. Wat de behoeftige kunstenaars betreft, daarvoor wordt wel iets gedaan. Ten zeerste betreurt de Mi nister dat hij op dit oogenblïk nog niet kan toe zeggen het Philharmonische orkest te Rotterdam te steunen. Zoodra de betreffende advies-commissie gereorganiseerd is, zal zij als eerste taak krijgen te acviseeren over herziening der subsidieeringen van de orkesten, waarbij dan tevens de kans op toe kenning van subsidie voor het Rotterdamsch orkest onder de oogen kan worden gezien. De heer v. S 1 e e n (s.d.) voerde nog een zeer warm pleidooi voor dit eene, van de subsidies tot dusverre uitge sloten orkest, dat hij gaarne nog in dit seizoen een subsidie van f 10.000 toegekend wilde hebben. Met hem kwam mevr. Mr. BakkerNort (v.d.) tegen de bevriezings-methode op subsidieer ings- terrein op, terwijl ze het in 't algemeen voor ver schillende orkesten opnam (o.m. dat van Haarlem), waarvan soms leden vijf maanden in 't jaar op den steun zijn aangewezen. Een nadere toezegging kon de Minister intus schen niet doen. Of 't mogelijk zal zijn, met behoud van 't totaal der subsidies, Rotterdam mee te doen profiteeren moet nog worden nagegaan, of de toe stand der andere orkesten zoo is, dat zij elk een kleine vermindering van de subsidie zouden kun nen verdragen, kan minister Bolkestein op 't mo ment niet overzien. Met aanteekening van het „tegen" der commu nisten en van den chr. democr. v. Houten nam de Kamer de begrooting aan. Het slot bestond uit een gevoelvol speech je van den voorzitter, waarin hij o.m. de waarde van de vrije samenwerking tusschen. kabinet en Kamer onderstreepte en allen hartelijke Kerst- en Nieuw- jaarswenschen meegaf. E. v. R Gesprongen handen en ruwe QI O O lippen genezen snel met I U 11 w L (Adv. Ingez. Med.) Nog een Zweedsch schip op een mijn geloopen. Ook op de Westergronden. Zeventien schipbreukelingen in IJmuiden aangebracht. Met 17 schipbreukelingen aan boord, opvarenden van het 1300 ton metende Zweedsche s.s. Vega van de Falkland A/B te Solvesborg, is gisternamiddag in IJmuiden binnengekomen de Zweedsche hout boot Venern. De Vega, evenens met hout voor een Nederland sche haven geladen, was Woensdagavond kwart voor zes op de Westergronden op een mijn geloo pen. Bij dit ongeluk werden zes opvarenden gewond, waarvan drie ernstig. Deze werden, nadat twee dokters hen hadden verbonden, per ziekenauto naar het Antonius Ziekenhuis in IJmuiden over gebracht. Een van hen heeft een gebroken heup, de beide anderen hebben een been gebroken. De drie anderen waren slechts licht gewond en behoefden niet te worden opgenomen. Veertien schipbreukelingen w.o. twee Finnen werden door de zorgen van den Zweedschen vice- consul den heer L. Dijksen in twee hotels in IJmuiden ondergebracht, n.l. 9 in het Augusta Hotel, vijf in Hotel No. Een. Onder de geredden, die een onderdak kregen in het Augusta Hotel bevindt zich de stuurman, die Duitsch spreekt. Van hem vernamen we eenige bijzonderheden over het ongeluk. Alles hebben we verloren, vertelde hij ons, zoo snel ging alles in zijn werk, dat we niets hebben kunnen redden. Hij twijfelde er niet aan, dat zijn schip op een mijn was geloopen. Pas hadden ze dooi de radio vernomen van het ongeluk, dat de Adolf Bratt eenige uren tevoren was overkomen en het spreekt vanzelf, dat dit bericht op alle opvarenden van.de Vega diepen indruk had gemaakt, want de Vega bevond zich dicht bij de plaats waar de Adolf Bratt, ook een Zweedsch bootje was verongelukt. De ontploffing was zeer hevig. De stuurman be vond zich juist in de pantry toen de ontploffing geschiedde. Een hevige vuurzee spoot aan stuur boordzijde omhoog. Op de plaats, waar de Vega ge raakt was, spleet het schip letterlijk in tweeën, de zware voormast brak af en werd in zee geslingerd. Daar het schip zware slagzij maakte en de zee zeer woelig was, kostte het heel wat moeite, de beide booten te strijken. Men moest deze aan den hoogen kant van het schip te water laten, uit vrees, dat men anders de deklast over zich heen zou krijgen. Gelukkig was de Venem in de nabijheid. Deze j^tte twee booten uit, die de zeventien schipbreu kelingen oppikten. Later zag men ook nog een red dingboot (de Brandaris), maar deze keerde terug, toen bleek, dat haar hulp niet meer noodig was. Eenvoudig wordt ons dat allemaal verteld; een der andere schipbreukelingen luisterde, hij vulde nu en dan het verhaal van den stuurman aan. Deze leek wel het meest van allen onder den indruk te zijn. Maar ook de anderen zijn verre van luid ruchtig of spraakzaam. Jonge kerels zijn het alle maal, de jongste is 15 jaar, een ander geeft zijn geboortedatum op: 20 December 1920. Hij werd dus oo den dag van het ongeluk negentien jaar. Dat ze goed verzorgd worden spreekt wel vanzelf. Het wachten is nu op een behoorlijk „pakje". Over eenige dagen gaan ze per trein naar het vaderland terug. Hun schip zijn ze kwijt en ook al hunne bezittin gen. Maar zij mogen van geluk spreken, dat ze een mijnramp overleefd hebben. De „Vega" is op haar lading blijven drijven. Men onderzoekt thans de mogelijkheid of het schip nog te bergen is. N.S.M. gaaf de grootste scheeps helling van ons land bouwen. Eerste paal gister geslagen. Donderdagmiddag is op het terrein van de N.V. Nederlandsche Scheepbouw Maatschappij te Amsterdam-Noord dc eerste paai geheid voor de nieuwe helling, waarmede de werf, die mo menteel vier hellingen telt, wordt uitgebreid en die de grootste helling van Nederland zal wor den. Ofschoon de bestaande hellingen van de N.S.M. ruim voldoende zijn voor den bouw van een schip als bijv. de „Oranje", mag worden aangenomen, dat in de toekomst ook de Nederlandsche reede- rijen grooter schepen zullen bouwen, terwijl verder de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat ook de marine tot bouw van grootere schepen overgaat. De nieuwe helling zal dan ook 250 meter lang worden en kan desgewenscht later worden ver groot tot een lengte van 300 meter. Zij zal groot genoeg zijn voor den bouw van schepen tot ruim 70.000 ton. Bij een lengte van 250 meter steekt het hoogste gedeelte 6.20 meter boven het bouwland uit, terwijl het laagste gedeelte 4.50 meter onder het waterniveau ligt. Daardoor zal het in een bouwput komen te liggen, die wordt afgesloten door twee sluisdeuren, welke bij een te water- lating verwijderd worden. Het onderste gedeelte van het schip komt dan, nog op de helling, in het water te liggen en krijgt daardoor een op- waartschen druk, die voorkomt, dat het casco bij het afloopen, als het zwaartepunt c.p het einde van de helling komt, in balans komt en daardoor als het ware gaat wippen. Bij verwijdering van de sluisdeuren komt de nieuwe helling over een lengte van ongeveer 85 meter onder water. De doorlaat-breedte van de helling wordt 33 meter en het geheele bouwsel komt te rusten otp 1735 betonpalen, die geleverd zijn door de schok- industrie te Zwijndrecht. Op de betonfundeering komen betonpalen, die het betondek van de helling schragen. Dit dek zal op het bovengedeelte 1 meter dik zijn, maar in het midden van het ondergedeelte van de hel ling, waar deze den zwaarsten druk te verdragen krijgt, 1.80 meter. Enkele reederijen bestelden pas in September paravanen. Regeering geeft antwoord op vragen van Mr. Donker. Op de vragen van den heer Donker betreffende de levering van door de K, N. S. M. bestelde para vanen, de mogelijkheid van aanschaffing van para vanen op andere wijze dan door bemiddeling van he* departement van defensie en de wenschelijk- heid van een voorschi-ift tot het aanbrengen van paravanen aan in de gevaarlijke zönes varende schepen, hebben de ministers van defensie, van waterstaat en van economische zaken geantwoord, dat het inderdaad juist is, dat de K. N. S. M. na het uitbreken van den oorlog, op 1 September j.l., drie stellen paravanen bij de marine heeft besteld door bemiddeling van den inspecteur-generaal voor de scheepvaart. Sinds 1937 zijn de Nederlandsche reederijen door lezingen, tentoonstelingen en demonstratievaarten met paravanen, ingelicht over het nut en het ge bruik daarvan. Nadat bij de eerste proefnemingen nog fouten werden ontdekt, die verbetering eischten, kon ir December 1938 een geslaagde proef met het m.s Clea gehouden worden, waarna door den Rotter- damschen Lloyd (14 stel), de Nederlandsch-Indi- sche Tankstoomboot Mij. (44 stel), en de Stoom vaart Mij. Nederland (2 stel) werden besteld, die in September j.l. alle werden ontvangen. Nadat in Juni j.l. met het m.s. Brastagi opnieuw een demonstratievaart werd gehouden, waarbij vele vertegenwoordigex-s van reederijen, o.a. van de Koninklijke Ned. Stoomboot Mij., aan boord waren, zijn eerst na het uitbreken van den oorlog andere reederijen, waaronder de K. N. S. M„ ook tot be stelling overgegaan. Vanwege het departement van defensie zijn di rect na het binnenkomen der aanvragen, op 14 September, in Duitschland 30 stel paravanen be steld, zijnde het grootst mogelijke aantal, dat op korten termijn in het buitenland was te krijgen. De overige paravanen worden hier te lande in licentie vervaardigd. Er moet rekening mede worden gehouden, dat zelfs in vredestijd voor een dergelijk precisie- instrument als een paravane een levertijd van 8 maanden bedongen werd, voor de in September- October bestelde paravanen is deze levertijd tot 47 maanden kunnen worden gereduceerd. De voor de koopvaardijschepen bestemde para varen zijn van Duitsche origine, de licentierechten zijn thans aan den Nederlandschen staat vei-kocht onder voorbehoud, dat de aanmaak alleen zal ge schieden ten behoeve van de Nederlandsche maxüne en koopvaardij. Daar de NedeiTandsche staat zich tot geheimhouding dezer constructie tegenover derden verplicht, kan de aanmaak hier te lande van deze paravanen alleen geschieden vanwege of in opdracht van het departement van defensie. De mogelijkheid wordt niet uitgesloten geacht, dat Nedeidandsche reederijen in Frankrijk, Enge land of Italië rechtstreeks paravanen kunnen be stellen. De levertijd zal vermoedelijk niet korter zijn dan de bovengenoemde, terwijl een type ver kregen zou worden, afwijkend van dat, waarop indertijd de keuze is bepaald en waarmede nieuwe proeven zouden moeten worden genomen. De minister van waterstaat heeft een commissie benoemd, die advies zal geven over noodige aan- ulling van redding- en veiligheidsmiddelen aan boord van koopvaardijschepen in de tegenwoordige omstandigheden. Deze commissie zal over de nood zakelijkheid van pai-avanen zeker ook moeten oor- deelen. De genoemde drie ministers zullen hun oor deel ten aanzien van het stellen van een verplich ting aan de scheepvaai-tmaatschappijen na het advies dezer commissie kunnen bepalen. Twee Haarlemsche arbeiders slachtoffers. Sneltrein versplintert een vrachtauto. Een droevig ongeluk, dat helaas twee men- schenlevens heeft geëischt, is gisteren op kor ten afstand van het Station Bloemendaal voor gevallen. Een uit Haarlem komende sneltrein heeft een vrachtauto, die over een onbewaakten overweg de spoorbaan passeerde gegrepen en totaal vermorzeld. De twee inzittenden, arbei ders uit Haarlem, werden op slag gedood. WAT ER VAN DE VRACHTAUTO OVERBLEEF de afgerukte achterwielen waren het eenige, dat na de aanrijding gevonden werd. Langs de spoorbaan was de grond bezaaid met houtsplin ters en andere fragmenten, waartusschen nog de pet van een der slachtoffers (zie de foto) te voorschijn kwam. Ongeveer 50 M. benoorden het Bloemendaal- sche station wordt de dubbele spoorbaan naar de richting Velsen gekruist door een particu lieren weg, een zoogenaamd otpad, waarlangs daartoe bevoegden een perceel land kunnen be reiken, dat behoort aan den heer P. J. Huybens, vrachtrijder te Haarlem. Veiligheidshalve is ter plaatse, waar de weg de spoorbaan bereikt, een stevig hek aangebracht. Het uitzicht op dezen overweg, die uit den aard der zaak onbewaakt is. is naar het Noorden onbelemmerd. Anders is het met de tegenovergestelde richting. De spoorlijn toch maakt even bezuiden den overweg een bocht, waarin het station Bloemendaal ligt. Zoo als men weet steekt boven het perron het dak van den tunnel uit, hetgeen almede niet bevor derlijk is aan het zicht, wanneer men over steekt. Gistermiddag nu had de heer Huybens twee zijner arbeiders, C. J. v. d. Veldt, wonende Hendrik Roozenlaan 53 en D. van Gelder, wo nende Harmenjansstraat 20, beiden te Haarlem, opgedragen, mest, die op het land te Bloemen daal lag, te transporteeren met een vrachtauto. Beide mannen waren reeds eenige jaren in dienst van den heer Huybens en volkomen vertrouwd, zoowel met het werk als met het gevaar van den overweg. Te ongeveer drie uur kwamen zij met de vrachtauto van den kant van het dorp Bloemen daal den weg oprijden. Het schijnt, dat zij zich vergewist hebben, dat uit het Noorden geen ge vaar dreigde, een trein hebben laten passeeren en toen aanstalten hebben gemaakt de spoorbaan over te steken. Op hetzelfde oogenblik echter kwam de sneltrein uit Haarlem, die niet te Bloe mendaal stopt, doch dit station te 3.07 uur pas seert de bocht om, zoodat een aanrijding niet te vermijden viel. Wel moet de bestuurder nog vol gas gegeven hebben, om de vrachtauto nog juist vóór den trein de spoorbaan over te krijgen, doch het was te laat: Met een geweldigen klap werd de auto gegrepen, ooggetuigen zagen een zware stofwolk en toen de sneltrein op korten afstand van de plaats van het ongeval tot staan was gebracht, bleken de schrikkelijke gevolgen. De vrachtauto was zoo goed als geheel versplin.- terd en de zwaar verminkte lijken der beide in zittenden werden langs de spoorbaan gevonden. Ook de motorwagen van den trein was zwaar beschadigd en ongeschikt voor verderen dienst, zoodat de reizigers moesten uitstappen en met een anderen trein na eenig oponthoud de reis konden veiwolgen. Een mast van de bovenleiding was voorts zoodanig ontzet, dat deze in den na middag gesloopt moest worden. Het spreekt vanzelf, dat het ongeval een groo- te menigte (naast de spoorbaan zijn een paar kleine vijvers, waarop vrij druk schaatsen ge reden wei-d) ter plaatse bracht. De gemeentelij ke politie zette evenwel met assistentie van een aantal militairen het overpad af, zoodat de noo dige maatregelen konden worden getroffen. Spoedig waren de medici J. J. Westenburg, arts en Dr. H. L. van Beusekom op de plek van het ongeval aanwezig, waarna het stoffelijk over schot van de beide verongelukten tijdelijk in een leegstaanden wagon werd overgebracht. In den vooravond had het vervoer naar de Algemeene Begraafplaats te Bloemendaal plaats, waartoe door Mr. N. J. G. Sikkel, subst, officier van Jus titie bij de Arr. Rechtbank te Haarlem, die het justitieel onderzoek leidde, verlof was gegeven. De „dienst", dien een groot aantal militairen Donderdagmiddag moesten ver richten, zullen zij wel heel aangenaam gevonden hebben, want zij mochten op de groote ijsbaan „St. Moritz" aan de Amsterdamsche Vaart, gaan schaatsen rijden. In lange slierten scheerden ze over de gladde vlakte. De beide slachtoffers van het ongeval waren nog jonge menschen; dc 31-jarige v. d. Veldt laat een weduwe met twee-, zijn kameraad de 37-jarige van Gelderen, een vrouw eveneens met twee kinderen achter. Het waren twee hardwer kende, oppassende werklieden, die, als gezegd» ï'eeds eenige jaren in dienst van den heer Huy bens stonden. De Justitie heeft verlof tot htm begrafenis verleend. Het gebeurde veroorzaakte natuurlijk de noo dige drukte aan het. station Bloemendaal. Het was noodig, enkele diensten op de lijn Haarlem— IJmuiden te laten uitvallen. Tegen den avond functionneeröe de dienst intusschen weer nor maal. Een herstellingswagen van de Ncd. Spoorwe gen zorgde er voor, dat de ontzette mast van ae electrische bovenleiding werd verwijderd. Bij de reconstructie van het ongeval kan men bezwaarlijk tot een andere conclusie komen, dan dat het gebrek aan voldoende uitzicht de oor zaak van het gebeurde is. De beide mannen kenden den toestand ter plaatse, schijnen zelfs de voorzichtigheid in acht te hebben geno men, doch konden, in de auto zittend, niet zien, of er uit het Zuiden wellicht gevaar dreigde. Wellicht zijn zij in de meening geweest, dat er juist een trein gepasseerd was. Het is andex*s be zwaarlijk aan te nemen, dat zij het risico hebben aangedurfd, een overweg te passeeren. waarlangs ieder oogenblik een sneltrein kon passeeren. De heer Huybens, de patroon van de twee verongelukten, dien we van morgen spraken, gaf als zijn meening te kennen, dat onvoorzichtig heid uitgesloten is. Beide mannen hebben nim mer blijk van roekeloosheid gegeven, doch na men integendeel altijd de noodige voorzichtigheid in acht, als zij er met de auto, een Chevrolet- vracht-wagen op uit moesten. Hoofdzakelijk kleine beleggers schreven op Staafsleening in. Bijzondere faciliteiten voor deze inschrijvers bij een semi-gedwongen leening Het A. N. P. heeft aan den minister van financiën gevraagd, of hij ook eenige mededeeling kon doen omtrent het gehalte der beleggers, die voornamelijk aan de jongste staatsleening hebben deelgenomen. De minister verklaarde zich hiertoe bereid. Het zijn aldus minister de Geer voornamelijk de particuliere beleggers geweest, en onder hen vele weinig vermogenden, die naar mijn inlichtingen krachtig hebben medegewerkt. De opmerking in enkele bladen, dat, door de belastingfaciliteit aan de vermogensbelasting te verbinden, de houders van kleine en middenvermogens zijn afgeschrikt, is dan ook met de feiten in strijd. Daarentegen hebben de groote instellingen, op enkele sprekende uitzonderingen na. gemeend het zij zich van deelneming te moeten onthouden, hetzij hun deelneming tot een zeer bescheiden bedrag te moeten beperken. Daar onder het aanzienlijk aantal kleine inschrij vers er blijkbaar vele zijn, die zich met moeite voor dit geval liquide hebben kunnen maken, heeft zich reeds de vraag opgedaan, of, wanneer straks een gedwongen of semi-gedwongen leening zal moeten volgen, hiermee niet rekening ware te houden. Die vraag ging de minister voort is mijns inziens bevestigend te beantwoorden. Ik stel mij dan ook voor om, indien het tot zulk een leening mocht komen, een bepaling op te nemen, dat de thans te ontvangen obligaties desgewenscht voor 100 pet. in ontvangst zullen worden genomen bij de storting op de gedwongen of semi-gedwongen leening. Bij de vaststelling van het bedrag dier laat ste leening zal met deze aflossingsmogelijkheid maximaal honderd millioen omvattende dan van zelf rekening moeten worden gehouden. Het spreekt vanzelf, dat dit meebrengt, dat de eventueele gedwongen of semi-gedwongen leening dan tot hetzelfde rentepercentage zal moeten wor den uitgegeven als de huidige leening. Werd een lager pei-centage gekozen, dan zou de geboden fa ciliteit voor de tegenwoordige inschrijvers zonder waarde zijn en dan ook door niemand worden ge bruikt. Werd een hooger percentage gekozen, dan zouden de thans toegewezen obligaties een agio krijgen waarvoor geen reden bestaat. De vraag, of, wanneer het tot een verplichte lee ning komt, de methode van „den stok achter de deur" (dus van de semi-gedwongen leening) zal worden gevolgd als in de jaren 19141918. dan wel een zuiver gedwongen leening zal worden uitge schreven als in 1919, is nog niet voor beantwoor ding vatbaar. De administratieve omslag, die aan de laatstgenoemde oplossing verbonden is. maakt het eerste het meest waarschijnlijk. Het ligt voor de hand, dat in dat geval ook ditmaal, evenals in 1914 en volgende jaren, de in reserve gehouden ge dwongen leening een lager rentetype zal moeten vertoonen dan de semi-gedwongen leening zelve. Waar de laatste, om de reeds aangegeven reden, te gen 4 pet. zal moeten worden uitgegeven, zal dan derhalve de rente van de in reserve gehouden lee ning daarbeneden moeten blijven. Afkoop van bloembollen. Telers houden vrije beschikking over plantgoed. Van officieele zijde vernemen wij, dat de vrij willige inlevering van hyacinten en van tulpen, waarvoor de regeering een vergoeding van 3 ct. per K.G. in uitzicht heeft gesteld, uitsluitend betrekking heeft op plantgoed. Onverkoopbare leverbare bloembollen kunnen, evenals vorige jaren tegen vergoeding van de binnenlandsche minimumprijzen, verminderd met de voorge schreven kortingen, aan stichting: „Bloembol len -surplusfonds" te Haarlem ter overneming worden aangeboden. Ten opzichte van den prijs van 3 ct. per K.G., welke van regeeringswege voor het aangeboden plantgoed zal worden vergoed, vernemen wij, dat deze meer bedraagt, dan de prijs, welke voor het door vermaling daaruit ontstaan vee voeder kan worden bedongen, zoodat prijzen van 6 cents per K.G. als in enkele berichten zijn genoemd, onjuist zijn. Daaromtrent vernemen wij nog dat de telers zonder eenige beperking de vrije beschikking over hun plantgoed behouden, zoodat het hun volkomen vrijstaat, dit product zoo mogelijk te gen hoogeren prijs te verhandelen, dan in ge val van inlevering bij de Nederlandsche sier teeltcentrale kan worden verkregen. Geen luchtgevecht boven Utrecht. De regeeringspersdienst meldt: Een der avondbladen heeft Donderdag een bericht verspreid volgens 't welk dien dag boven Utrecht een luchtgevecht tusschen vreemde en Nederlandsche vliegtuigen zou zijn geleverd. Dit bericht mist eiken reëelen grond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5