VISSCHEN „OP" HET IJS. Echtpaar z.k. Mr. Kea Bossers Visschen „op" het ijs. Een jeugdvermaak in de eerste dagen van het nieuwe jaar. Een bijt in het ijs is gauw gehakt en de aal is maar voor het ophalen door 35 Jimmy hing voorover in zijn stoej, het hoofd in de handen. „Wat een ploert" zei lig voor zich uit. „Och nee. tenslotte heeft hij gelijk tenslotte ben ikHij ijsbeerde door de kamer heen. „Als je eens wist" zei hij. „hoe ik er genoeg van heb. van het gedonder, van mijn heele leven, van me zelf In de eerste plaats. Ajasses." Hij bleef voor Frank staan. „Weet je" vroeg hij, „waar ik vandaan kwam, fcoen ik daar ineens op dat feest kwam aanzet ten „Nou?" „Uit den Haag. J&" zei Jimmy. „Met de kous op den kop. zooals de technische term luidt" „Hoezoo? Van wie of van wat?" „Van Ada van Reeuwijck, je weet wel." „Van dat verstandige meisje, waarvoor je aan Be haal bent gegaan?" Frank bedwong met moeite ziin lach. „Met dat verstand Liep het nogal los. fk heb haar daarna een keer of zes ontmoet en, nou ja toen heb ik ontdekt, dat ze niet zoo verstandig maar wel een boel aardiger en zoo was, dan ik gedacht had. En enfin, toen heb ik het erop ge daagd, hè „En toen heeft ze je de bons gegeven, om een andere technische term te gebruiken" schaterde Frank. „Dan is ze tenslotte toch nog verstandiger dan ik dccht." „Ja, lach maar, ongeluk. Je had het zelf maar eens moeten ondervinden. Prettig is dat, als een meisje tegen je zegt: je kunt ophoepelen, want je bent een kerel van niks, een nietsnut, een lijn trekker." „Heeft ze dat allemaal gezegd?" „Nou, woordelijk niet, maar 't kwam er toch op neer. Zie je, en toen was ik zóó beroerd en zóó woedend en toen dacht ik, ik ga naar Oom Aer- nout om hem te bedanken, dat hij 't zoo mooi voor me heeft uitgezocht want. het was tenslotte zijn idee en dan zal ik hem vragen, of hij nog meer voor me weet, dat ik nog eens mijn kop kan stooten. En toen val ik me daar ineens in dat gekke feest, zie je en toen „Flink" zei Frank. „Nee maar, dat heb je er kranig afgebracht. Wil ik je eens wat zeggen? Je bent nog een veel grootere lammeling, dan ik dacht." „Dank je wel." „Ja" zei Frank, „dat meen ik. Om je oom voor zijn voeten te willen gooien, dat dat meisje jou niet hebben wil. Je oom, die zich ik weet niet hoe lang uitgesloofd heeft om een behoorlijke kerel van je te maken, die iets fatsoenlijks uitvoert. En omdat je dat stelselmatig vertikt hebt, èn omdat dat meisje dat ook in de gaten heeft, daarom geef je iedereen de schuld, behalve jezelf. En ga je bovendien uit pure kif nog halsoverkop een krank zinnige historie beginnen, waarvan de gevolgen tenslotte wéér voor een groot deel op je oom neer komen. 't Is werkelijk fraai." „Als je niets beters te doen hebt, dan me hier de les te komen lezen, dan kim je voor mijn part wel opduvelen," zei Jimmy woest. „Graag" zei Frank. „Ik ben gekomen, om je te waarschuwen en dat heb ik gedaan, 't Spijt me. dat je' niet voor rede vatbaar bent. Bonsoir." En hij was de kamer al uit. „Frank" jammerde Jimmy. „Nee Frank, ga nou niet weg. Ik heb het. zoo niet bedoeld. Zeg. als jij me ook al in den steek laat ga nou weer zitten, Frank, neem nou een borrel, zeg." „Vooruit dan maar". Frank zeeg weer in zijn stoel. „Zie je" zei Jimmy, „je weet niet, hoe mise rabel ik me voel. Ik heb het gewoon nooit kunnen denken, zeg. Ben jij wel eens écht verliefd ge weest?" „Ben lk goddank nog" zei Frank. „Op mijn eigen vrouw." „O ja, da's waar ook" zei Jimmy suf. „Nou, dan moet je toch kunnen begrijpen, hoe ik me voel." „Tenminsteweifelde Frank „over wie heb je het nu?" „Over Ada van Reeuwijck natuurlijk. Die ge schiedenis met Cedeltje, ja, je hebt gelijk 't is een stomme streek, en als de zaken zoo staan, als jij zegt, dan maak ik er in ieder geval een eind aan, onmiddellijk." „Goed zoo" zei Frank. „Dan ben ik tenminste niet voor niets gekomen. Geef me dan nog maar een borrel." „Ja" zei Jimmy treurig, „maar wat schiet ik daar verder mee op?" Daar heb ik Ada nog niet mee." „Nee" zei Frank, „dat zeker niet. Daar zul je meer voor moeten doen, als het je al lukken zal. Om te beginnen moet je het eerst bijleggen met je oom, dat moet versta je." Jimmy zuchtte. „Maar ik kan toch niet op „de Waeldonck" komen, zoolang zij er is." „Dan schrijf je een brief. Aan je oom. Met je op rechte excuses en zoo. En dat je je leven wilt beteren veranderen, bedoel ik. En of je oom nog eens moeite wil doen voor een baan. En de rest moet je dan maar afwachten." „Ja" zei Jimmy. „En dat eet ik nou allemaal maar voor zoete koek op, dat jij hier zit te preeken als „Als je besten vriend" zei Frank. „En je voelt bliksems goed, dat ik gelijk heb. En geef me nou nog één borrel en dan vlieg ik weg, want ik ben er zoo maar tusschen uit getrokken." ^Proost, op onze vriendschap" zei Jimmy HOOFDSTUK XIX Met September werd het weer rustig op „de Waeldonck". Behalve in de keuken. Die afschuwe lijke beestachtige inmaak," zuchtte Lies. „Eén ding weet ik zeker" zei ze op een avond, „Als ik nog ooit in mijn eigen huishouden kom, eten we nooit iets anders dan blikjes. Dat moet je me vooruit beloven, Frank." „Als 't anders, niet is." Frank lachte, maar met moeite. Hun eigen huishouden, 't zag er nog niet naar uit. Bijna een jaar waren ze nu hier. Een best jaar was het geweest, alles bij elkaar. Maar ze waren geen steek verder gekomen. Jawel vijfhonderd gulden hadden ze gespaard, dat was toch wel prachtig. Als ze zoo doorgingen Maar dat kon natuurlijk niet. Volgend jaar moest er meer af, voor kleeren en zoo. Hij begon weer te rekenen en Lies rekende mee. „We komen er nooit op deze manier" zuchtte Frank moedeloos. „Nee" peinsde Lies. „Je moest eens een meeval ler hebben. Eens tegen iemand oploopen die je voor uit helpen wou. Als je nu bijvoorbeeld" haar fantasie sloeg weer op hol „zeg, al3 je nu eens een aanrijding had „Nóg een aanrijding, daar heb ik mijn bekomst van" zei Frank. „Nou, een lichte aanrijding, zonder ongelukken Bijvoorbeeld van een meneer, die een agentschap te vergeven had van een of ander goed merk. En èls het die meneer zijn schuld nu eens was. En hij gaf jou dat agentschap, om het goed te maken. Van Ford bijvoorbeeld of zooiets. Zie je, dat zou toch kunnen." „Ja, ik zie het" zei Frank. „Maar niet duidelijk. Die fantasie van jou, zeg!" „Die heeft ons toch maar hier gebracht" zei Lies. „Of niet soms? En heb je er spijt van?" „Nee" zei Frank. „Dat vast en zeker niet. Als ik er maar een eind aan zag. En dan die vijf- en-twintigste October als je eens wist, hoe ik ddar tegenop zie." •«Och, dat loopt iomwM beat los" gel tig. Voor den zooveelsten keer. „Geef me een si garet, Frankie. Ik kan geen naald vasthouden van avond. Die lamme appels. Kijk mijn vingers eens." „Arme pootjes" zei Frank eomsloot ze met zijn harde chauffeurshanden. ,,^eg, als ze jou op onze trouwdag voorspeld hadden, dat je 't nog óóit zoo slecht bij me zou krijgen, wat had je dan gedaan?" „Nee gezegd op 't Stadhuis natuurlijk" zei Lies. Sentimenteele ouwe gek, dat je bent." „Zeg Frank" vroeg ze even later. „Zouden we nog niet eens één keertje samen uit kunnen gaan? 't Kan me niet schelen, waarheen. Ik ben in tijden geen deur uit geweest, eigenlijk niet meer sinds „De tenniswedstrijden" vulde Frank aan. „Dat wou je zeggen hè, maar je durfde niet." „Ik was bang, dat je weer ergens mee zou gaan gooien" zei Lies. „En ik kreeg angst voor mijn flesschen appelmoes." „Ik ben niet gooierig meer den laatsten tijd" zei Frank. „Daar heeft meneer Lanconius me van genezen. Radicaal, hoor. Al zat morgen de brie venbus vol anonieme brieven, dan zou ik nog geen spier vertrekken." „Ik hoor het je zeggen" lachte Lies. „Maar van anonieme brieven gesproken. Toos gaat volgende week weg en ik weet nog heelemaal niet, of de Jonker al een nieuw meisje heeft gehuurd." „Daar zal hij jou toch wel eerst in kennen" ver onderstelde Frank. „Maar zeg, om op dat uitgaan terug te komen ik moet overmorgen naar Amersfoort en naar Baarn, manden appels weg brengen naar kennissen van de Jonker. Wil ik vragen, of je mee mag rijden?" „Ja, zalig zeg. Zou hij 't goedvinden?" „Waarom niet? Hij vindt zelf, dat je veel tl weinig vrij neemt." „Een ideaal baas is hij toch." „Hij heeft aan ons ook ideaal personeel" zei Frank bescheiden. Een cycloon teisterde Salatiga en richtte groote materieele schade aan. Speciaal de kampongbevolking moest het ontgelden. Verschillende huizen en gebouwen werden vrijwel geheel vernield Ver van het oorlogsfront. Herstellende Engelsche gewonde soldaten amuseeren zich in een der ziekenhuizen, waarheen zij werden overgebracht Vele Rotterdammers maakten Donderdag den be- faamden „Pijpentocht" naar Gouda, waar zij volgens traditie Sprits en Goudsche pijpen kochten Voorzichtigheid blijkt ook op het ijs de moeder van de porceleinkast te zijn. Een tweetal, dat geen risico wilde loopen wee deelnemers in duel kort voor de finish tijdens de Nederlandsche kampioenschappen op de schaats voor Mannen op de korte baan, die Donderdag onder groote belangstelling te Kampen zijn verreden In .De Brakke Grond" aan de Nes te Amsterdam is de Amsterdamsche Postzegelbeurs officieel geopend. De eerste transactie Volendam op de schaats Drie stoere bewoners van het beroemde visschersdorp maken tezamen een heerlijk baantje Het strijken der stuwen in de Maas was oorzaak, dat de Roer geheel droog liep, terwijl de Maas een riviertje werd, waarop geen schip meer kon varen. De situatie bij Roermond

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 8