47063 48596 46829 45303 Jiimst ustvaarder zonk binnen vijf minuten. 41841 43326 De mijnontploffing te Huisduinen. DENSDAG 10 JANUARI T94Ö HSSREESI'S D' AG BEAD 3 Booten, aan bakboord gestreken, kwamen aan stuurboord in het water. nanning van de Truida verfelt. Nabij Noord-Hinder is gisteren de Neder- udsche kustvaarder „Truida", naar wij nog een groot deel onzer vorige oplaag hebben innen melden, op een mijn geloopen en ge- nken. De vier opvarenden van het 176 ton groote heepje zijn alle aan boord genomen door de Sberius" van de K.N.S.M. h ruim half twee hedennacht meerde het s.s. ferius" aan de Surinamekade te Amsterdam en ra het trapje verbinding met den wal had ge- n, klommen de vier jongemannen, die hun met alles wat zij aan boord hadden, door een ontploffing hadden verloren, op de Amster- iche kade. it was venijnig koud, een ijslaag bedekte de en onopgemerkt, zoo snel mogelijk, vertrok- 'de schipbreukelingen in de richting van de waar zij bij vrienden of kennissen een on- Bk zouden vinden en een zacht bed na een ioeienden dag. ch hadden zij gelegenheid hun ervaringen te jllen. Het was slechts een sober verhaal, ge- ,met korte woorden volgens den aard van de jingers. Kapitein Pinkster vertelde, dat hij idagochtend uit Koog aan de Zaan was ver een met een lading stijfsel voor Londen. Aan- glijk verliep de reis uitstekend, het weer was en de lucht helder. De kapitein beschikte over len van de zones, welke door mijnenvelden jerd zijn. Toch zag de bemanning in den loop Maandag verscheidene drijvende mijnen, welke de „Truida" geen gevaar opleverden. Maandag Bid, ongeveer 7.30 bevond het schip zich op jaden 27 minuten noorderbreedte en één graad iinuten Oosterlengte, hetgeen wil zeggen: on- ïr 30 mijl voorbij de Noord-Hinder. motorschoener „Friso", toebehoorend aan heer Kugkist te IJmuiden, passeerde op dat iblik de „Truida", welke niet zoo snel liep. Een kwartier later deed zich plotseling een geldige ontploffing voor bij den boeg aan urboordzijde. Het scheepje werd als het re uit het water gelicht en maakte oogen- kkelijk zwaar slagzij, waarna het begon te |cen. Drie leden van de bemanning bevon- j zich aan dek, de kok, die beneden was, i slechts met de grootste moeite het dek be ken. De anderen hadden inmiddels de red- igboot, welke aan bakboord lag, gereed haakt. Het schip helde dermate sterk over, j de reddingboot over stuurboord in het ter terecht kwam. t was juist op tijd, want de „Truida" zonk Inen 5 minuten. (Ad-o. Ingez. Med.) Nieuw lid der Eerste Kamer. [opvolger van het overleden lid van de Eer- tamer, L. F. J. M. baron van Voorst tot st. heeft het Centraal Stembureau tot lid Sit college benoemd verklaard den heer H. C. imp te Enschedé. Leeraren aan Middelbare Nijverheidsscholen. ibond van vereenigingen van leeraren aan lelbare nijverheidsscholen in Nederland I te Dordrecht zijn jaarlijksche algemeene [vergadering, welke reeds begin September ehouden had zullen worden, maar toen in ind met de mobilisatie uitgesteld werd. zijn openingsrede besprak de voorzitter P. Potma het afgeloopen vereenigingsjaar. tin belangrijk werk is gedaan, o.a. de lete betreffende het leerplan, rder gaf de voorzitter richtlijnen aan voor :omende jaar en legde uit, waarom hij een ueele herkiezing als voorzitter slechts een jaar wenschte te aanvaarden om dan Jlaats aan een jongeren collega af te staan, de later volgende verkiezingen werd de Potma evenals de heer Zweekhorst in het ibestuur bij acclamatie herkozen, jkens de verslagen van penningmester en ia ris is het ledenaantal zeer sterk gestegen, j! de financieele toestand van den bond üoed is. er verschillende kwesies, het middelbaar ïisch onderwijs betreffende, werd levendig cussieerd. C.O. HEEFT ALLE DIENSTEN HERVAT. ORN, 9 Januari. De West-Friesche Auto- nderneming „Waco", welke in verband met adheid Maandag haar autobusdiensten moest n, heeft Dinsdagmorgen haar diensten op •Friesland, Amsterdam en Den .Helder weer aal hervat DE KOMENDE VREDE Algemeene jongerenbijeenkomst te Amsterdam. Donderdag 18 Januari a.s. zal te Amsterdam Jongerenbijeenkomst, speciaal bestemd voor leden en leiders van de organisaties der jeugdvorming, worden gehouden over het rerp „de komende vrede, zijn aard, zijn In- Van de „Friso" af had men het ongeluk zien gebeuren. De motorschoener draaide voorziichtig bij en tien minuten nadat de bemanning van de „Truida" in de reddingboot was gegaan, kon zij veilig aan boord van de „Friso" worden genomen. Later op den dag passeerde de „Tiberius" van de K.N.S.M. op de thuisreis. Opnieuw gingen de schipbreukelingen in een reddingboot, doch nu om op dezen stoomer te komen, welke hen in den afgeloopen nacht in Amsterdam aan wal bracht. Wij zeiden al: het is een sober verhaal, dat de kapitein ons deedsober maar niet minder tra gisch voor deze menschen, die thans alles hebben verloren. Wij vroegen den heer Pinkster nog of hij de mijn heeft gezien en of de plaats van het on geluk op de kaart als gevaarlijk stond aangegeven. Geen van beide was het geval. Volkomen onver wacht onderging de „Truida" het lot van zoovele schepen, welke ook thans nog in deze uiterst moei lijke omstandigheden de zeeën blijven bevaren.... F. K. J. Heringa overleden. Oud-raadadviseur van het departement van Economische Zaken. Op 67-jarigen leeftijd is te 's-Gravenhage over leden de heer F. K. J. Heringa, oud-raadadviseur van het departement van economische zaken. De heer Heringa werd 12 December 1872 te Los ser geboren. Hij werd opgeleid als Marine-officier en was van 1893 tot 1900 als zoodanig aan de Ko ninklijke Marine verbonden. In 1900 verkreeg hij eervol ontslag uit den zeedienst en aanvaardde een positie in de suikercultuur in Ned.-Indië van waar hij als administrateur eener suikerfabriek in 1911 repatrieerde. Hier te lande was de heer Heringa voor verschillende ondernemingen werk zaam. Uitbreiding van het crisiswerk door concentra tie leidde er toe, dat hij in 1921 met den rang van administrateur werd benoemd tot chef van de afdeeling handel en nijverheid van het toen malige departement van Arbeid, Handel en Nij verheid, welke functie hij tot 1932 bleef vervullen. Verder was de thans ontslapene regeeringscom- missaris bij binnen- en buitenlandsche maat schappijen en instellingen. In 1932 werd hij be noemd tot raadadviseur aam-het departement van economische zaken. UITVAART GRAAF VAN ALDENBURG BENTINCK. Op plechtige wijze is Dinsdagmiddag het stof felijk overschot van Godard John George Charles graaf van Aldenburg Bentinck, die in November 1918 gastvrijheid verleende aan kei zer Wilhelm, toen deze zich door de in Duitsch- land opkomende revolutie genoopt zag de vlucht naar ons land te nemen, in het familiegraf op de oude begraafplaats te Amerongen bijgezet. In de galerij van het kasteel Amerongen werd een rouwdienst gehouden onder leiding van ds. W. Barbas, Ned. Herv. predikant te Hengelo, die een zoon is van den vroegeren predikant te Doorn, onder wiens gehoor de ex-keizer zich zoo vele malen heeft bevonden. DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE SIGARENINDUSTRIE. De bedrijfsraad voor de sigarenindustrie heeft een verzoek tot verbindendverklaring van de be palingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor die industrie ingediend, strekkende tot het tegengaan van de toepassing van deelarbeid bij het maken van bosjes en sigaren. Bezwaren tegen inwilliging van bedoeld verzoek kunnen vóór of op 27 Januari a.s. schriftelijk bij den minister van Sociale Zaken worden inge bracht. Statistieken kunnen zeer leerzaam zijn. Zooals deze In 1933 overschreed het aantal in Haarlem's Dagblad geplaatste Groentjes voor het eerst de 40.000. Ziehier de verdere statistiek In 1933: In 1934: In 1935: In 1936: In 1937: In 1938: In 1939: 4014S Dat zijn toch wel cijfers die boekdeelen spreken. Maakt U ook reeds bij voorkomende gelegenheid gebruik van deze succesrubriek? Vermiste schaatsenrijder nog niet gevonden. Reddingspogingen thans opgegeven. Maandag en Dinsdag zijn onvermoeid reddings ploegen uitgetrokken om te zoeken naar den ver misten 28-jarigen inwoner van Nijkerk, den heer A. J. Mol, die Zondag jl. per schaats uit Nijkerk vertrok om een tocht naar Amsterdam te maken en van wien men sindsdien niets meer gehoord heeft. Het geheele ijsvlak is afgezocht en ook de ge meenten op den oever van het IJselmeer zijn ge waarschuwd. Men heeft Mol echter nog niet ge vonden, zoodat de mogelijkheid, dat hij nog in le ven is, uitgesloten wordt geacht. Er zullen dan ook geen nieuwe opsporingen worden ondernomen. Een tragische bijzonderheid is, dat Mol eerst zes weken geleden in het huwelijk trad. Twee reizigers door de koude bevangen. Op het Centraal Station te Amsterdam zijn Dins dagochtend twee reizigers, beiden omstreeks zestig jaar oud, plotseling overleden. De een was een Haarlemmer, die bij het verlaten van het gebouw in elkaar zakte en niet meer bij bewustzijn kwam. De ander was een Amsterdammer, die juist toen hij in den trein zou stappen op het vierde perron, eensklaps stierf. Beide slachtoffers bleken door de koude bevangen te zijn en een zwak hart te hebben. Ambtenaar inde frauduleus ouderdomsrente. Terzake verduistering van gelden ten nadeele van het Burgerlijk Armbestuur te Delft is een 25- jarige ambtenaar in arrest gesteld. De man heeft kans gezien gedurende twee jaar aan het postkan toor de ouderdomsrente van iemand, die door het Burgerlijk Armbestuur werd onderhouden, te in nen en niet af te dragen. Het verduisterde bedrag beloopt een paar honderd gulden. AMERICAN BLEND (Adv. Ingez. MedJ in Haarlem en daarbuiten. Bezoek bij James Ensor. Binnenkort zal James Ensor, dien men nog steeds tot de grootsten der levende Belgische schilders rekent, tachtig jaar worden. Het brengt mij een bezoek in herinnering dat ik, kort voor den oorlog, aan den kunstenaar in zijn eigenaar dige woning in Oostende gebracht heb en is aan leiding hier iets over zijn leven en zijn werk te vertellen. Jammer genoeg is er van dat laatste in ons land, behalve in enkele particuliere collecties, weinig te vinden en in zijn vaderland zijn de musea van Brussel en Antwerpen er pas in de eerste jaren na den oorlog toe overgegaan En- sor's kunst met reeksen interessante werken te doen vertegenwoordigen. De schilder is dan al over de zestig en men mag veilig aannemen, dat met uitzondering der tijdgenoot-artisten het groote publiek der kunstliefhebbers vóór zijn vijftigste jaar slechts sporadisch ernstige belang stelling voor zijn werk hebben getoond. Dat is alles echter omgeslagen in de laatste twintig jaar; de Belgische Staat heeft hem zelfs baron gemaakt, een onderscheiding die, na Henri Leys, nog slechts aan één enkelen schilder was te beurt gevallen. Baron Ensor. Wie den keurigen ouden heer mocht ontmoeten, zal dien titel nog niet zoo on toepasselijk gevonden hebben. Met het wel ver zorgde witte baardje, den haardos even gesoig neerd, het deftig zwarte pak en het witte dasje, beide in België zoo geliefd, heeft hij inderdaad veel weg van het Fransche baronnetje, zooals wij dien uit de romans van Alphonse Daudet kenden. De familienaam Ensor is noch Vlaamsch, noch Fransch. Zijn vader was een Brit die met een Vlaamsche vrouw huwde en zijn leven lang on wennig bleef staan tegenover de fantastiek, de onbluschbare levenspret, de oubollige bijgeloovig- heid en familiare vroomheid van het Vlaamsche volk. Hij moet met een zekeren drogen humor daar den kleinen James op gewezen hebben en zich zelf daar boven verheven hebben gevoeld. In de kunst van den groot geworden James zal die onwennig heid van den vader misschien terug te vinden zijn in een humoristischen, vaak satirischen kijk op menschen en toestanden. De eersten vermomt hij_ in dieren of in maskers, waaraan hij een schijn van leven verleent; slechts een enkel maal ty peert hij op die wijze een bekende persoonlijkheid en wordt caricaturist. In de teekening uit 1898 die hierbij gere produceerd wordt, heeft Ensor zichzelf voorge steld, gekweld door duivels die hem belagen. In het geestig-grillige lijnsohrift zal voor de ingewij den vermoedelijk wel een spottende wraakneming op onwelwillende kritiek en onhartelijke bejege ning te lezen zijn. Dat aanvankelijk zijn schilderijen met soortge lijke voorstellingen bij het publiek weinig succes hadden is minder bevreemdend dan dat men de groote schilderqualïteiten er van overzien heeft, waar diezelfde qualiteiten, ook in voorstellingen die niets bizars hadden, voorhanden waren. Ensor heeft prachtige stillevens en landschappen geschil derd, waaraan men echter ook vele jaren is voor bijgegaan. Tenslotte zijn het vreemd genoeg weer buitenlanders (hoofdzakelijk Duitschers) geweest, die in den teruggetrokken man in Oostende, niet alleen een sterk schilder, doch ook een geestelijk zeer afzonderlijke en belangrijke figuur gezien heb ben. Het was dan ook in opdracht van een Duitschen museumdirecteur, den kort voor den oorlog over leden Dr. Hagelstange, van het Walfraff Richardtz- museum in Keulen, dat ik mij naar Oostende be gaf, om te trachten een zoo compleet mogelijke collectie van Ensor's etsen te verwerven. Wel had ik reeds vaker met den kunstenaar gecorres pondeerd maar den man zelf, in zijn eigenaardige omgeving had ik nimmer bezocht. Er ging zoo het verhaal dat de schilder er een winkeltje op na hield, waar de zomersche bad gasten snuisterijen en „souvenirs d'Ostende", be schilderde schelpen, geprepareerde kleine vogels etc. etc. konden koopen. Daar zou de kunstenaar eigenlijk van leven, daar men zijn kunst niet kocht. Zooals gewoonlijk, was het ook ditmaal anders. Ensor's moeder was inderdaad in de Vlaanderen- straat een zoodanig bedrijfje begonnen dat vrij rendabel bleek en uit eerbied voor zijn ouders en uit liefde voor het ouderlijk huis dat hij niet ver laten wilde, heeft de schelder dat zaakje laten voortbestaan en er een paar oude heertjes geluk kig mee gemaakt, die er, toen ik mijn bezoek bracht, als ernstige beheerders van een rariteiten museum rondwandelden. Achterin voerde een trap naar de bovenverdiepingen van het vrij groote pand, en daar zou men den langzamerhand beroemd geworden kunstenaar aantreffen. De ont vangst was hoffelijk en hartelijk en de schilder had er blijkbaar plezier in dat ik mij eerst even in den chaos van meubels, maskers, poppen ja, wat niet al, moest orienteeren, eer ik rustig langs de volbehangen wrmden met schilderijen, aquarellen en teekeningen con wandelen en al wandelend de vaak geestige c imerkingen van den gastheer kon trachten in het geheugen te prenten, die door de zen bij een of ander doek gemaakt werden. In een hoek van de kamer stond een klein vleugeltje, een eindje er vandaan een harmonium en van tijd tot tijd zette Ensor zich achter het een of het ander en ontlokte aan die instrumenten een reeks klanken, welluidend, doch voor mijn oor zonder eenig verband of melodie. Ensor die nimmer mu ziek gestudeerd had speelde fluit, harmonium en piano op het gevoel af, componeerde zelfs een mu ziek bij een ballet van marionetten dat, door een ander opgeschreven en georchestreerd, in den Vlaamschen schouwburg van Antwerpen werd op gevoerd. Het werd een gezellige en leerzame middag bij den artist, JVij schoten iwel niet hard op met het samenstellen van de voor Keulen bestemde prent verzameling, want van de meeste koperen etspla ten, die in de tachtiger jaren ontstaan waren, ble ken geen goede afdrukken meer te bestaan, slechts magere drukjes, zonder de charme, die een goede ets kan hebben. Doch die kleurde de oude heer dan met waterverf hier en daar wat op, en maakte er dusdoende aquarellen vanmaar dat was niet de bedoeling. Reeds toen bleken mooie vroege drukken van Ensoris etsen zeldzaam te worden. Met zijn hulp heb ik daarna nog wel het een en ander elders kunnen vinden, hetgeen tenslotte te- zaam met wat de kunstenaar zelf mij nog ver schaffen kon, mijn opdrachtgevers mocht bevre digen. Thans is er over Ensor een uitgebreide litteratuur te vinden: zijn werk heeft invloed gehad op mo derne schilders als Klee en Grosz, hij was mis schien surrealist vóór de surrealisten en cubist vóór de cubïsten, maar bleef rustig in zijn oude huis in Oostende zijn tijd afwachten. De persoon lijke kennismaking met Ensor leeft nog altijd als iets aangenaams in mijn herinnering. Daar zit nog iets aangenaams en persoonlijks aan vast. Het was met Ensor's etsen, dat ik in 1913 mijn eerste expo sitie in Haarlem organiseerde, waarnaar niemand kwam kijken. Dat was nu niet bepaald bemoedi gend; totdat een lieve Haarlemsche schilderes, thans overleden, de eerste bezoekster en bewonde raarster, kwam, die mij moed en vertrouwen in sprak. Daarom denk ik vandaag terug aan mej. Antoinette Bosscha, bescheiden en ernstig artiste, die, door Ensor's werk mijn allereerste relatie met het kunstleven der Spaarnestad werd. J. H. DE BOIS. Het Rijk aansprakelijk voor de schade Gemeente den Helder verleent 7.000 crediet aan de N.V. Zeebad Huisduinen. De raad der gemeente Den Helder besloot Dins dagavond aan de N V. Zeebad Hulsduinen, welker hotel en villa's te Huisduinen door de mijnont ploffing op 30 Devember j.l. groote schade oplie pen. een renteloos voorschot te verleenen van 7000 om deze schade te doen herstellen. De N.V. Zeebad Huisduinen, aan wie de ge meente Den Helder in den loop der jaren reeds voor meer dan een ton aan leeningen verstrekte, waarvan al sinds jaren de rente en aflossing wegens de slechte bedrijfsuitkomsten niet meer betaald konden worden was niet in staat de geleden schade zelf te bekostigen. Alleen de glas-schade beloopt al 1150. Daar de gemeente bovendien aansprakelijk is voor de 5 pCt. rente aan de aandeelhouders der N.V.. welke rente de ge meente al sinds jaren betaalt ca. 3500 per jaar was het indirect een gemeentebelang, dat de N.V. zoo spoedig mogelijk in staat gesteld werd haar bedrijf voort te zetten. In den raad werd deze wenschelijkheid ingezien, doch men vroeg zich af. wat er gebeuren moet, als een dergelijke ontploffing zich nog eens voor doet. De burgemeester wees erop. dat drijvende mij nen, althans de Nederlandsche mijnen, niet be- hooren te ontploffen; deze mijnen, die Neder landsche mijnen waren, zooals uit de bewijs stukken. die bij B. en W. ter tafel aanwezig wa ren, blijkt, Nederlandsche mijnen en naar spr.'s meening is dan ook de staat aansprakelijk voor de schade. Juist, omdat de gemeente bij de N.V. Zeebad Huisduinen financieel geïnteresseerd is. stellen B. en W. voor dit renteloos voorschot van 7000 te geven, ofschoon het college er niet enthousiast voor is. Het college is dan ook voor nemens zich tot het rijk te wenden met het ver zoek maatregelen te treffen, waardoor voorkomen wordt, dat ontploffingen als deze zich herhalen, juist, omdat een groot gedeelte van Don Helder in de onmiddellijke nabijheid van den dijk ligt. Het gaat niet aan de burgerij voor eventueele schade te laten opkomen. Aan andere inwoners van Huisduinen werd totaal 1300 schade toegebracht; 600 van deze schade kan door de betrokkenen niet zelf betaald worden en het college heeft zich daarom tot het fonds voor bijzondere nooden gewend, om in dezen tegemoet te komen. Spr. heeft hoop. dat een en ander tot een be vredigende oplossing komt. Zonder hoofdelijkes stemming besloot tenslotte de raad het gevraagde crediet te verleenen. Dit jaar nog vastreclittarief bij de Spoorwegen? Eenige maanden geleden hebben wij melding gemaakt van de plannen der Ned. Spoorwegen een vastrecht-systeem voor de reizigerstarieven in te voeren. Tot deze plannen was men gekomen, omdat de Spoorwegen zeer hooge vaste kosten hebben en, in verhouding, maar geringe variabele kosten. De voorbereidingen voor het vastrechttarief zijn thans reeds zeer vergevorderd en er bestaat groote kans, dat dit tarief nog in den loop van 1940 zal worden ingevoerd, vermoedelijk in September of October. Bij het nieuw tarief zou speciaal aan de behoeften van groote gezinnen worden tegemoet gekomen. Urk lieeft vleesch en viseli gekregen. Over het ijs aangevoerd. Dinsdagmorgen om vijf uur zijn vier bewoners van Urk over het ijs naar Lemmer vertrokken om 700 Kilo vleesch te halen. Zij hebben bij hun tocht gebruik gemaakt van een kleine ijsboot. Het ijs op het IJselmeer in de omgeving van Urk is over hfet algemeen nog wel betrouwbaar. De mannen hebben hun weg langs den dijk gezocht. 's Middags om zes uur zijn de mannen op Urk teruggekeerd. Het is voor de eerste maal in dezen winter, dat men hiertoe zijn toevlucht heeft moeten nemen, om de vleeschvoorziening in stand te houden. Eén der mannen vertelde, dat op ongeveer 3 K.M van Urk een groot wak is, hetzelfde als waarin Zaterdag j.l. twee personen zijn ver dronken. Het water borrelde daar sterk. Ver ondersteld wordt, dat tijdens de werken voor den polderdijk daar een bron aangeboord is, zoo dat het gat niet dichtvriest. Het bevindt zich op ongeveer honderd meter afstand van den dijk. Bij een nieuwen tocht, welke Donderdagmorgen* gemaakt zal worden, zal men een stok met vlag bij dit gat plaatsen. Dinsdag is over het ijs ook nog een lading van 400 pond visch te Urk aangevoerd. Verklaring van de directie der kraclitvoederfabriek „De Adelaar". In verband met het bericht over de bestrij ding van het miltvuur onder het vee en het ln de krachtvoederfabriek „De Adelaar" te De Bilt ingestelde onderzoek deelt de directie van deze fabriek het volgende mede: „Dat het gebruik van niet-ontlijmd beender meel de oorzaak zou zijn van de sterke ver breiding van miltvuur, is tot heden onbewezen gebleven. De directie was het onbekend, dat zjj been dermeel in plaats van ontlijmd beendermeel heeft verwerkt. Zij wijst erop, dat de regeeringsin- stantie (voedselvoorziening oorlog) in haar cir culaire van 21 December j.l. (negende aanvulling der instructie voor het fabriceeren van meng voeder) zelf beendermeel voor veevoeder ge schikt acht. Van inbeslagneming van een partij beender meel en van politietoezicht is haar niets be kend". Surséance Mendelssohn en Co. gehandhaafd. AMSTERDAM, 9 Januari. Heden werd voer het Amsterdamsche Gerechtshof het hooger beroep behandeld, aangeteekend door de HollandschZweedsche Zaad Maatschap pij te Amsterdam, naar aanleiding van de verleening van definitieve surséance van betaling aan de vennooten van de com manditaire vennootschap Mendelssohn en Co.. te Amsterdam. Na een langdurige zitting werd het inge diende request ingetrokken, zoodat geen wijziging zal intreden in de dcor de recht bank op 7 December j.l., voor den tijd van anderhalf jaar, ingaande per 14 Augustus 1939, verleende surséance van betaling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5