47063
48596
46829
45303
Jiimst
ustvaarder zonk binnen vijf minuten.
41841
43326
De mijnontploffing te
Huisduinen.
DENSDAG 10 JANUARI T94Ö
HSSREESI'S D' AG BEAD
3
Booten, aan bakboord gestreken, kwamen
aan stuurboord in het water.
nanning van de Truida verfelt.
Nabij Noord-Hinder is gisteren de Neder-
udsche kustvaarder „Truida", naar wij nog
een groot deel onzer vorige oplaag hebben
innen melden, op een mijn geloopen en ge-
nken.
De vier opvarenden van het 176 ton groote
heepje zijn alle aan boord genomen door de
Sberius" van de K.N.S.M.
h ruim half twee hedennacht meerde het s.s.
ferius" aan de Surinamekade te Amsterdam en
ra het trapje verbinding met den wal had ge-
n, klommen de vier jongemannen, die hun
met alles wat zij aan boord hadden, door een
ontploffing hadden verloren, op de Amster-
iche kade.
it was venijnig koud, een ijslaag bedekte de
en onopgemerkt, zoo snel mogelijk, vertrok-
'de schipbreukelingen in de richting van de
waar zij bij vrienden of kennissen een on-
Bk zouden vinden en een zacht bed na een
ioeienden dag.
ch hadden zij gelegenheid hun ervaringen te
jllen. Het was slechts een sober verhaal, ge-
,met korte woorden volgens den aard van de
jingers. Kapitein Pinkster vertelde, dat hij
idagochtend uit Koog aan de Zaan was ver
een met een lading stijfsel voor Londen. Aan-
glijk verliep de reis uitstekend, het weer was
en de lucht helder. De kapitein beschikte over
len van de zones, welke door mijnenvelden
jerd zijn. Toch zag de bemanning in den loop
Maandag verscheidene drijvende mijnen, welke
de „Truida" geen gevaar opleverden. Maandag
Bid, ongeveer 7.30 bevond het schip zich op
jaden 27 minuten noorderbreedte en één graad
iinuten Oosterlengte, hetgeen wil zeggen: on-
ïr 30 mijl voorbij de Noord-Hinder.
motorschoener „Friso", toebehoorend aan
heer Kugkist te IJmuiden, passeerde op dat
iblik de „Truida", welke niet zoo snel liep.
Een kwartier later deed zich plotseling een
geldige ontploffing voor bij den boeg aan
urboordzijde. Het scheepje werd als het
re uit het water gelicht en maakte oogen-
kkelijk zwaar slagzij, waarna het begon te
|cen. Drie leden van de bemanning bevon-
j zich aan dek, de kok, die beneden was,
i slechts met de grootste moeite het dek be
ken. De anderen hadden inmiddels de red-
igboot, welke aan bakboord lag, gereed
haakt. Het schip helde dermate sterk over,
j de reddingboot over stuurboord in het
ter terecht kwam.
t was juist op tijd, want de „Truida" zonk
Inen 5 minuten.
(Ad-o. Ingez. Med.)
Nieuw lid der Eerste Kamer.
[opvolger van het overleden lid van de Eer-
tamer, L. F. J. M. baron van Voorst tot
st. heeft het Centraal Stembureau tot lid
Sit college benoemd verklaard den heer H. C.
imp te Enschedé.
Leeraren aan Middelbare
Nijverheidsscholen.
ibond van vereenigingen van leeraren aan
lelbare nijverheidsscholen in Nederland
I te Dordrecht zijn jaarlijksche algemeene
[vergadering, welke reeds begin September
ehouden had zullen worden, maar toen in
ind met de mobilisatie uitgesteld werd.
zijn openingsrede besprak de voorzitter
P. Potma het afgeloopen vereenigingsjaar.
tin belangrijk werk is gedaan, o.a. de
lete betreffende het leerplan,
rder gaf de voorzitter richtlijnen aan voor
:omende jaar en legde uit, waarom hij een
ueele herkiezing als voorzitter slechts
een jaar wenschte te aanvaarden om dan
Jlaats aan een jongeren collega af te staan,
de later volgende verkiezingen werd de
Potma evenals de heer Zweekhorst in het
ibestuur bij acclamatie herkozen,
jkens de verslagen van penningmester en
ia ris is het ledenaantal zeer sterk gestegen,
j! de financieele toestand van den bond
üoed is.
er verschillende kwesies, het middelbaar
ïisch onderwijs betreffende, werd levendig
cussieerd.
C.O. HEEFT ALLE DIENSTEN HERVAT.
ORN, 9 Januari. De West-Friesche Auto-
nderneming „Waco", welke in verband met
adheid Maandag haar autobusdiensten moest
n, heeft Dinsdagmorgen haar diensten op
•Friesland, Amsterdam en Den .Helder weer
aal hervat
DE KOMENDE VREDE
Algemeene jongerenbijeenkomst
te Amsterdam.
Donderdag 18 Januari a.s. zal te Amsterdam
Jongerenbijeenkomst, speciaal bestemd voor
leden en leiders van de organisaties der
jeugdvorming, worden gehouden over het
rerp „de komende vrede, zijn aard, zijn In-
Van de „Friso" af had men het ongeluk zien
gebeuren. De motorschoener draaide voorziichtig
bij en tien minuten nadat de bemanning van de
„Truida" in de reddingboot was gegaan, kon zij
veilig aan boord van de „Friso" worden genomen.
Later op den dag passeerde de „Tiberius" van
de K.N.S.M. op de thuisreis. Opnieuw gingen de
schipbreukelingen in een reddingboot, doch nu om
op dezen stoomer te komen, welke hen in den
afgeloopen nacht in Amsterdam aan wal bracht.
Wij zeiden al: het is een sober verhaal, dat de
kapitein ons deedsober maar niet minder tra
gisch voor deze menschen, die thans alles hebben
verloren. Wij vroegen den heer Pinkster nog of hij
de mijn heeft gezien en of de plaats van het on
geluk op de kaart als gevaarlijk stond aangegeven.
Geen van beide was het geval. Volkomen onver
wacht onderging de „Truida" het lot van zoovele
schepen, welke ook thans nog in deze uiterst moei
lijke omstandigheden de zeeën blijven bevaren....
F. K. J. Heringa overleden.
Oud-raadadviseur van het departement van
Economische Zaken.
Op 67-jarigen leeftijd is te 's-Gravenhage over
leden de heer F. K. J. Heringa, oud-raadadviseur
van het departement van economische zaken.
De heer Heringa werd 12 December 1872 te Los
ser geboren. Hij werd opgeleid als Marine-officier
en was van 1893 tot 1900 als zoodanig aan de Ko
ninklijke Marine verbonden. In 1900 verkreeg hij
eervol ontslag uit den zeedienst en aanvaardde
een positie in de suikercultuur in Ned.-Indië van
waar hij als administrateur eener suikerfabriek
in 1911 repatrieerde. Hier te lande was de heer
Heringa voor verschillende ondernemingen werk
zaam.
Uitbreiding van het crisiswerk door concentra
tie leidde er toe, dat hij in 1921 met den rang
van administrateur werd benoemd tot chef van
de afdeeling handel en nijverheid van het toen
malige departement van Arbeid, Handel en Nij
verheid, welke functie hij tot 1932 bleef vervullen.
Verder was de thans ontslapene regeeringscom-
missaris bij binnen- en buitenlandsche maat
schappijen en instellingen. In 1932 werd hij be
noemd tot raadadviseur aam-het departement van
economische zaken.
UITVAART GRAAF VAN ALDENBURG
BENTINCK.
Op plechtige wijze is Dinsdagmiddag het stof
felijk overschot van Godard John George
Charles graaf van Aldenburg Bentinck, die in
November 1918 gastvrijheid verleende aan kei
zer Wilhelm, toen deze zich door de in Duitsch-
land opkomende revolutie genoopt zag de vlucht
naar ons land te nemen, in het familiegraf op de
oude begraafplaats te Amerongen bijgezet.
In de galerij van het kasteel Amerongen werd
een rouwdienst gehouden onder leiding van ds.
W. Barbas, Ned. Herv. predikant te Hengelo, die
een zoon is van den vroegeren predikant te Doorn,
onder wiens gehoor de ex-keizer zich zoo vele
malen heeft bevonden.
DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
VOOR DE SIGARENINDUSTRIE.
De bedrijfsraad voor de sigarenindustrie heeft
een verzoek tot verbindendverklaring van de be
palingen van de collectieve arbeidsovereenkomst
voor die industrie ingediend, strekkende tot het
tegengaan van de toepassing van deelarbeid bij het
maken van bosjes en sigaren.
Bezwaren tegen inwilliging van bedoeld verzoek
kunnen vóór of op 27 Januari a.s. schriftelijk bij
den minister van Sociale Zaken worden inge
bracht.
Statistieken kunnen zeer leerzaam zijn. Zooals deze
In 1933 overschreed het aantal in Haarlem's Dagblad
geplaatste Groentjes voor het eerst de 40.000. Ziehier
de verdere statistiek
In 1933:
In 1934:
In 1935:
In 1936:
In 1937:
In 1938:
In 1939:
4014S
Dat zijn toch wel cijfers die boekdeelen spreken.
Maakt U ook reeds bij voorkomende gelegenheid
gebruik van deze succesrubriek?
Vermiste schaatsenrijder nog niet
gevonden.
Reddingspogingen thans opgegeven.
Maandag en Dinsdag zijn onvermoeid reddings
ploegen uitgetrokken om te zoeken naar den ver
misten 28-jarigen inwoner van Nijkerk, den heer
A. J. Mol, die Zondag jl. per schaats uit Nijkerk
vertrok om een tocht naar Amsterdam te maken
en van wien men sindsdien niets meer gehoord
heeft.
Het geheele ijsvlak is afgezocht en ook de ge
meenten op den oever van het IJselmeer zijn ge
waarschuwd. Men heeft Mol echter nog niet ge
vonden, zoodat de mogelijkheid, dat hij nog in le
ven is, uitgesloten wordt geacht. Er zullen dan
ook geen nieuwe opsporingen worden ondernomen.
Een tragische bijzonderheid is, dat Mol eerst zes
weken geleden in het huwelijk trad.
Twee reizigers door de koude
bevangen.
Op het Centraal Station te Amsterdam zijn Dins
dagochtend twee reizigers, beiden omstreeks zestig
jaar oud, plotseling overleden. De een was een
Haarlemmer, die bij het verlaten van het gebouw
in elkaar zakte en niet meer bij bewustzijn kwam.
De ander was een Amsterdammer, die juist toen
hij in den trein zou stappen op het vierde perron,
eensklaps stierf.
Beide slachtoffers bleken door de koude bevangen
te zijn en een zwak hart te hebben.
Ambtenaar inde frauduleus
ouderdomsrente.
Terzake verduistering van gelden ten nadeele
van het Burgerlijk Armbestuur te Delft is een 25-
jarige ambtenaar in arrest gesteld. De man heeft
kans gezien gedurende twee jaar aan het postkan
toor de ouderdomsrente van iemand, die door het
Burgerlijk Armbestuur werd onderhouden, te in
nen en niet af te dragen. Het verduisterde bedrag
beloopt een paar honderd gulden.
AMERICAN BLEND
(Adv. Ingez. MedJ
in Haarlem
en daarbuiten.
Bezoek bij James Ensor.
Binnenkort zal James Ensor, dien men nog
steeds tot de grootsten der levende Belgische
schilders rekent, tachtig jaar worden. Het brengt
mij een bezoek in herinnering dat ik, kort voor
den oorlog, aan den kunstenaar in zijn eigenaar
dige woning in Oostende gebracht heb en is aan
leiding hier iets over zijn leven en zijn werk te
vertellen.
Jammer genoeg is er van dat laatste in ons
land, behalve in enkele particuliere collecties,
weinig te vinden en in zijn vaderland zijn de
musea van Brussel en Antwerpen er pas in de
eerste jaren na den oorlog toe overgegaan En-
sor's kunst met reeksen interessante werken te
doen vertegenwoordigen. De schilder is dan al
over de zestig en men mag veilig aannemen, dat
met uitzondering der tijdgenoot-artisten
het groote publiek der kunstliefhebbers vóór zijn
vijftigste jaar slechts sporadisch ernstige belang
stelling voor zijn werk hebben getoond. Dat is
alles echter omgeslagen in de laatste twintig
jaar; de Belgische Staat heeft hem zelfs baron
gemaakt, een onderscheiding die, na Henri Leys,
nog slechts aan één enkelen schilder was te beurt
gevallen.
Baron Ensor. Wie den keurigen ouden heer
mocht ontmoeten, zal dien titel nog niet zoo on
toepasselijk gevonden hebben. Met het wel ver
zorgde witte baardje, den haardos even gesoig
neerd, het deftig zwarte pak en het witte dasje,
beide in België zoo geliefd, heeft hij inderdaad
veel weg van het Fransche baronnetje, zooals wij
dien uit de romans van Alphonse Daudet kenden.
De familienaam Ensor is noch Vlaamsch, noch
Fransch. Zijn vader was een Brit die met een
Vlaamsche vrouw huwde en zijn leven lang on
wennig bleef staan tegenover de fantastiek, de
onbluschbare levenspret, de oubollige bijgeloovig-
heid en familiare vroomheid van het Vlaamsche
volk. Hij moet met een zekeren drogen humor daar
den kleinen James op gewezen hebben en zich zelf
daar boven verheven hebben gevoeld. In de kunst
van den groot geworden James zal die onwennig
heid van den vader misschien terug te vinden zijn
in een humoristischen, vaak satirischen kijk op
menschen en toestanden. De eersten vermomt hij_
in dieren of in maskers, waaraan hij een schijn
van leven verleent; slechts een enkel maal ty
peert hij op die wijze een bekende persoonlijkheid
en wordt caricaturist.
In de teekening uit 1898 die hierbij gere
produceerd wordt, heeft Ensor zichzelf voorge
steld, gekweld door duivels die hem belagen. In
het geestig-grillige lijnsohrift zal voor de ingewij
den vermoedelijk wel een spottende wraakneming
op onwelwillende kritiek en onhartelijke bejege
ning te lezen zijn.
Dat aanvankelijk zijn schilderijen met soortge
lijke voorstellingen bij het publiek weinig succes
hadden is minder bevreemdend dan dat men de
groote schilderqualïteiten er van overzien heeft,
waar diezelfde qualiteiten, ook in voorstellingen
die niets bizars hadden, voorhanden waren. Ensor
heeft prachtige stillevens en landschappen geschil
derd, waaraan men echter ook vele jaren is voor
bijgegaan.
Tenslotte zijn het vreemd genoeg weer
buitenlanders (hoofdzakelijk Duitschers) geweest,
die in den teruggetrokken man in Oostende, niet
alleen een sterk schilder, doch ook een geestelijk
zeer afzonderlijke en belangrijke figuur gezien heb
ben.
Het was dan ook in opdracht van een Duitschen
museumdirecteur, den kort voor den oorlog over
leden Dr. Hagelstange, van het Walfraff Richardtz-
museum in Keulen, dat ik mij naar Oostende be
gaf, om te trachten een zoo compleet mogelijke
collectie van Ensor's etsen te verwerven. Wel
had ik reeds vaker met den kunstenaar gecorres
pondeerd maar den man zelf, in zijn eigenaardige
omgeving had ik nimmer bezocht.
Er ging zoo het verhaal dat de schilder er een
winkeltje op na hield, waar de zomersche bad
gasten snuisterijen en „souvenirs d'Ostende", be
schilderde schelpen, geprepareerde kleine vogels
etc. etc. konden koopen. Daar zou de kunstenaar
eigenlijk van leven, daar men zijn kunst niet
kocht.
Zooals gewoonlijk, was het ook ditmaal anders.
Ensor's moeder was inderdaad in de Vlaanderen-
straat een zoodanig bedrijfje begonnen dat vrij
rendabel bleek en uit eerbied voor zijn ouders en
uit liefde voor het ouderlijk huis dat hij niet ver
laten wilde, heeft de schelder dat zaakje laten
voortbestaan en er een paar oude heertjes geluk
kig mee gemaakt, die er, toen ik mijn bezoek
bracht, als ernstige beheerders van een rariteiten
museum rondwandelden. Achterin voerde een
trap naar de bovenverdiepingen van het vrij
groote pand, en daar zou men den langzamerhand
beroemd geworden kunstenaar aantreffen. De ont
vangst was hoffelijk en hartelijk en de schilder
had er blijkbaar plezier in dat ik mij eerst even
in den chaos van meubels, maskers, poppen ja, wat
niet al, moest orienteeren, eer ik rustig langs de
volbehangen wrmden met schilderijen, aquarellen
en teekeningen con wandelen en al wandelend de
vaak geestige c imerkingen van den gastheer kon
trachten in het geheugen te prenten, die door de
zen bij een of ander doek gemaakt werden. In
een hoek van de kamer stond een klein vleugeltje,
een eindje er vandaan een harmonium en van
tijd tot tijd zette Ensor zich achter het een of het
ander en ontlokte aan die instrumenten een reeks
klanken, welluidend, doch voor mijn oor zonder
eenig verband of melodie. Ensor die nimmer mu
ziek gestudeerd had speelde fluit, harmonium en
piano op het gevoel af, componeerde zelfs een mu
ziek bij een ballet van marionetten dat, door een
ander opgeschreven en georchestreerd, in den
Vlaamschen schouwburg van Antwerpen werd op
gevoerd.
Het werd een gezellige en leerzame middag bij
den artist, JVij schoten iwel niet hard op met het
samenstellen van de voor Keulen bestemde prent
verzameling, want van de meeste koperen etspla
ten, die in de tachtiger jaren ontstaan waren, ble
ken geen goede afdrukken meer te bestaan, slechts
magere drukjes, zonder de charme, die een goede
ets kan hebben. Doch die kleurde de oude heer
dan met waterverf hier en daar wat op, en maakte
er dusdoende aquarellen vanmaar dat was
niet de bedoeling. Reeds toen bleken mooie vroege
drukken van Ensoris etsen zeldzaam te worden.
Met zijn hulp heb ik daarna nog wel het een en
ander elders kunnen vinden, hetgeen tenslotte te-
zaam met wat de kunstenaar zelf mij nog ver
schaffen kon, mijn opdrachtgevers mocht bevre
digen.
Thans is er over Ensor een uitgebreide litteratuur
te vinden: zijn werk heeft invloed gehad op mo
derne schilders als Klee en Grosz, hij was mis
schien surrealist vóór de surrealisten en cubist
vóór de cubïsten, maar bleef rustig in zijn oude
huis in Oostende zijn tijd afwachten. De persoon
lijke kennismaking met Ensor leeft nog altijd als
iets aangenaams in mijn herinnering. Daar zit nog
iets aangenaams en persoonlijks aan vast. Het was
met Ensor's etsen, dat ik in 1913 mijn eerste expo
sitie in Haarlem organiseerde, waarnaar niemand
kwam kijken. Dat was nu niet bepaald bemoedi
gend; totdat een lieve Haarlemsche schilderes,
thans overleden, de eerste bezoekster en bewonde
raarster, kwam, die mij moed en vertrouwen in
sprak. Daarom denk ik vandaag terug aan mej.
Antoinette Bosscha, bescheiden en ernstig artiste,
die, door Ensor's werk mijn allereerste relatie met
het kunstleven der Spaarnestad werd.
J. H. DE BOIS.
Het Rijk aansprakelijk voor de schade
Gemeente den Helder verleent
7.000 crediet aan de N.V.
Zeebad Huisduinen.
De raad der gemeente Den Helder besloot Dins
dagavond aan de N V. Zeebad Hulsduinen, welker
hotel en villa's te Huisduinen door de mijnont
ploffing op 30 Devember j.l. groote schade oplie
pen. een renteloos voorschot te verleenen van
7000 om deze schade te doen herstellen.
De N.V. Zeebad Huisduinen, aan wie de ge
meente Den Helder in den loop der jaren reeds
voor meer dan een ton aan leeningen verstrekte,
waarvan al sinds jaren de rente en aflossing
wegens de slechte bedrijfsuitkomsten niet meer
betaald konden worden was niet in staat de geleden
schade zelf te bekostigen. Alleen de glas-schade
beloopt al 1150. Daar de gemeente bovendien
aansprakelijk is voor de 5 pCt. rente aan de
aandeelhouders der N.V.. welke rente de ge
meente al sinds jaren betaalt ca. 3500 per
jaar was het indirect een gemeentebelang,
dat de N.V. zoo spoedig mogelijk in staat gesteld
werd haar bedrijf voort te zetten.
In den raad werd deze wenschelijkheid ingezien,
doch men vroeg zich af. wat er gebeuren moet,
als een dergelijke ontploffing zich nog eens voor
doet.
De burgemeester wees erop. dat drijvende mij
nen, althans de Nederlandsche mijnen, niet be-
hooren te ontploffen; deze mijnen, die Neder
landsche mijnen waren, zooals uit de bewijs
stukken. die bij B. en W. ter tafel aanwezig wa
ren, blijkt, Nederlandsche mijnen en naar spr.'s
meening is dan ook de staat aansprakelijk voor
de schade. Juist, omdat de gemeente bij de N.V.
Zeebad Huisduinen financieel geïnteresseerd is.
stellen B. en W. voor dit renteloos voorschot
van 7000 te geven, ofschoon het college er niet
enthousiast voor is. Het college is dan ook voor
nemens zich tot het rijk te wenden met het ver
zoek maatregelen te treffen, waardoor voorkomen
wordt, dat ontploffingen als deze zich herhalen,
juist, omdat een groot gedeelte van Don Helder in
de onmiddellijke nabijheid van den dijk ligt. Het
gaat niet aan de burgerij voor eventueele schade
te laten opkomen.
Aan andere inwoners van Huisduinen werd
totaal 1300 schade toegebracht; 600 van
deze schade kan door de betrokkenen niet zelf
betaald worden en het college heeft zich daarom
tot het fonds voor bijzondere nooden gewend,
om in dezen tegemoet te komen.
Spr. heeft hoop. dat een en ander tot een be
vredigende oplossing komt.
Zonder hoofdelijkes stemming besloot tenslotte
de raad het gevraagde crediet te verleenen.
Dit jaar nog vastreclittarief bij de
Spoorwegen?
Eenige maanden geleden hebben wij melding
gemaakt van de plannen der Ned. Spoorwegen een
vastrecht-systeem voor de reizigerstarieven in te
voeren. Tot deze plannen was men gekomen, omdat
de Spoorwegen zeer hooge vaste kosten hebben en,
in verhouding, maar geringe variabele kosten. De
voorbereidingen voor het vastrechttarief zijn thans
reeds zeer vergevorderd en er bestaat groote kans,
dat dit tarief nog in den loop van 1940 zal worden
ingevoerd, vermoedelijk in September of October.
Bij het nieuw tarief zou speciaal aan de behoeften
van groote gezinnen worden tegemoet gekomen.
Urk lieeft vleesch en viseli gekregen.
Over het ijs aangevoerd.
Dinsdagmorgen om vijf uur zijn vier bewoners
van Urk over het ijs naar Lemmer vertrokken om
700 Kilo vleesch te halen. Zij hebben bij hun
tocht gebruik gemaakt van een kleine ijsboot.
Het ijs op het IJselmeer in de omgeving van Urk
is over hfet algemeen nog wel betrouwbaar. De
mannen hebben hun weg langs den dijk gezocht.
's Middags om zes uur zijn de mannen op Urk
teruggekeerd.
Het is voor de eerste maal in dezen winter,
dat men hiertoe zijn toevlucht heeft moeten
nemen, om de vleeschvoorziening in stand te
houden.
Eén der mannen vertelde, dat op ongeveer 3
K.M van Urk een groot wak is, hetzelfde als
waarin Zaterdag j.l. twee personen zijn ver
dronken. Het water borrelde daar sterk. Ver
ondersteld wordt, dat tijdens de werken voor
den polderdijk daar een bron aangeboord is, zoo
dat het gat niet dichtvriest. Het bevindt zich op
ongeveer honderd meter afstand van den dijk.
Bij een nieuwen tocht, welke Donderdagmorgen*
gemaakt zal worden, zal men een stok met vlag
bij dit gat plaatsen.
Dinsdag is over het ijs ook nog een lading
van 400 pond visch te Urk aangevoerd.
Verklaring van de directie der
kraclitvoederfabriek „De Adelaar".
In verband met het bericht over de bestrij
ding van het miltvuur onder het vee en het ln
de krachtvoederfabriek „De Adelaar" te De Bilt
ingestelde onderzoek deelt de directie van deze
fabriek het volgende mede:
„Dat het gebruik van niet-ontlijmd beender
meel de oorzaak zou zijn van de sterke ver
breiding van miltvuur, is tot heden onbewezen
gebleven.
De directie was het onbekend, dat zjj been
dermeel in plaats van ontlijmd beendermeel heeft
verwerkt. Zij wijst erop, dat de regeeringsin-
stantie (voedselvoorziening oorlog) in haar cir
culaire van 21 December j.l. (negende aanvulling
der instructie voor het fabriceeren van meng
voeder) zelf beendermeel voor veevoeder ge
schikt acht.
Van inbeslagneming van een partij beender
meel en van politietoezicht is haar niets be
kend".
Surséance Mendelssohn en Co.
gehandhaafd.
AMSTERDAM, 9 Januari. Heden werd
voer het Amsterdamsche Gerechtshof het
hooger beroep behandeld, aangeteekend door
de HollandschZweedsche Zaad Maatschap
pij te Amsterdam, naar aanleiding van de
verleening van definitieve surséance
van betaling aan de vennooten van de com
manditaire vennootschap Mendelssohn en
Co.. te Amsterdam.
Na een langdurige zitting werd het inge
diende request ingetrokken, zoodat geen
wijziging zal intreden in de dcor de recht
bank op 7 December j.l., voor den tijd van
anderhalf jaar, ingaande per 14 Augustus
1939, verleende surséance van betaling.