ffaame li
Wie
heit
ex mee?
Menu van de week
DONDERDAG 18 JANUARI 1940
H A A R Tl E"M'S DAGBEAD
OP SCHAATSEN
Op straat ontmoeten wij elkaar, als het alweer
volop dooit, en we vertellen elkaar van onze ijs-we-
derwaardigheden.
Ja, natuurlijk heb ik schaatsen gereden, heer
lijk was het.
Voel jij je ook -zoo flink, zoo energiek, dat je,
filsof het vanzelfsprekend was, je weer op schaat
sen hebt gewaagd?
Natuurlijk, maar je had me niet in mijn hart
moeten kijken, toen ik den eersten keer ging rijden
met de kinderen. Nadat ik hen geholpen had bij het
onderbinden van de schaatsen, deed ik mijn eigen
aan, gaf nog eenige aanwijzingen waarop ze weg-
krabbelden en terwijl ik toen met een onverschillig
gebaar mijn handschoenen weer stond aan te trek
ken, dacht ik: wat ben ik eigenlijk begonnen, laat
ik maar weer gauw naar huis gaan, ik kan er na
tuurlijk niets meer van, en ik doe nu wel erg
gewoon, maar ik voel me als het toppunt van
onzekerheid.
Die gewaarwording is van ons beiden zoo precies
hetzelfde geweest, dat wij er om schateren en ons
wat gesterkt voelen door het gemeenschappelijk ge
voel van wat-ben-ik-begonnen dat we beiden heb
ben moeten overwinnen
En zoo is het zeker velen gegaan, vooral zij die er
druk over praten, zooals een andere die onlangs in
de tram voor me zat. en die aan degene die bij haar
was vertelde, dat ze toch zoo heerlijk thuis kon op
binden, bij haar buren den tuin door mocht, en dan
meteen op een breede sloot met uitstekend ijs kon
gaan rijden
Twee haltes reden zij nog mee met de tram en in
dien tijd werd precies hetzelfde verhaal zeker vijf
maal met enkele variaties erop verteld, wel een be
wijs hoe trotsch ze erop was, niet op dat gemak van
het ijs achter het huis, maar van het feit dat zij ertoe
had kunnen komen, de schaatsen weer onder te
binden.
En u kunt er zeker van zijn, dat de oudere heer,
die met wel wat voorzichtige, maar toch resolute
streken over een singel reed» daarbij met weidsch
gebaar zijn sportieve pet voor een bekende afne
mend, zwol van trots toen hij hoorde zeggen: kijk
eens. wat kranig dat hij nog zoo goed rijdt!
Bijna niemand ontkomt aan de neiging om het
nog eens te probeeren, als er goed, betrouwbaar ijs
is en als het winterzonnetje dat heel vroolijke en
fleurige van schaatsenrijden nog eens extra goed
doet uitkomen. Maar ook bijna niemand-ontkomt aan
dat doode punt, waar men overheen moet stappen,
voordat het besluit ten uitvoer kan gebracht worden.
Nu zijn er natuurlijk ook altijd, die er niet meer
toe te bewegen zijn, de schaatsen nog eens onder te
binden, en die daar óf eerlijk voor uitkomen, óf al
lerlei excuses gebruiken, waardoor het hun zooge
naamd niet meer mogelijk .is. Heel dikwijls moppe
ren ze daarbij, een beetje op de kou en al het on
gemak dat zij ondervinden, maar zij beseffen niet,
dat dit allemaal veel minder hinderlijk wordt, wan
neer zij zich eens flink en vrijuit konden bewegen
door zelf aan schaatsenrijden mee te doen. Ieder
die door de vrieskou naar buiten moet, beschermt
zich daartegen zoo goed mogelijk door zijn kleeren
en door zijn armen zoo dicht mogelijk tegen zich aan
te houden. Nu gaan wij schaatsenrijden, en opeens
speelt de koude niet meer de hoofdrol, maar de ge
makkelijkheid van de beweging is de hoofdzaak ge
worden; wij doen sportieve kleeren aan, die bij som
migen heel wat dunner zijn dan hun gewone win-
tergoed-en nu wij ons vrijer bewegen, worden wij
ook warmer en voelen ons veel behagelijker. Deze
behagelijkheid kunnen nóch loopen, en allerminst
fietsen ons bij vrieskou geven, daarvoor moeten wij
schaatsenrijden, maar daarop volgt dan ook dat vrije
losse gevoel van ontspanning dat met niets anders
te vergelijken is.
Nu ik dit schrijf, vriest het weer; toen het gisteren
dooide, zeiden wij tegen elkaar: nu, het is mooi ge
noeg geweest met het winterweer, laat het nu maar
dooien.
Maar vandaag'hebben we mét een bedenkelijk ge
zicht naar het vaartje in de buurt staan kijken en
geconstateerd dat dit lang geen best ijs zou woi'den
met de sneeuw die er op vast ging vriezen. En we
vonden het nog erg jammer ook.
Alle zachte en kwakkelwinters ten spijt zit het
schaatsenrijden ons toch in het bloed, en of we nu
hardrijders zijn of krabbelaars, beentje over-rij-
«ers of voorzichtige rechtuit-rijders, we genieten er
•llemaal-van. En dat is toch de hoofdzaak.
E. E. J.—P.
Wenken voor de zuinige huisvrouw
Wat is 't koud! Nu moeten we extra goed voor
onze kinderen zorgen! Vooral de kindéren, die
door weer en wind moeten, krijgen 't nu gauw te
pakken. Om verkoudheid en de gevolgen zooveel
mogelijk te voorkomen moeten wij er voor zorgen
dat de kinderen, zoodra ze uit school komen de
natte schoenen tegen droge pantoffels of schoe
nen verwisselen. Want niets is zoo ongezond als
natte en koude voeten. Met sneeuw kunnen de
kinderen het best op klompen naar school, ook de
gummilaarzen, die tegenwoordig wel overal te
krijgen zijn, zijn met nat weer een prettige
dracht. Geeft u de kinderen ook altijd voor het
naar bed gaan een lepel levertraan? Het maakt
hen veel beter bestand tegen de kou.
Vooral met koud weer is het aan te raden, de
kinderen voor het naar school gaan een bord pap
te geven.
Een smakelijke pap kimt u koken met oud
brood; de sneden brood worden wat fijn gebrok-
keld en in de melk meegekookt tot dat het brood
geheel fijn is. Dan goed roeren, totdat de pap
mooi gebonden is, een klein beetje suiker of
I stroop over de pap, en de kinderen zullen' de pap
heerlijk vinden.
Ja. met sneeuw maken de kinderen graag glij-
baantjes, de schoenen hebben daarvan veel te
lijden.. Het slijten van de zolen kunt u veel
j voorkomen dooi de zolen zoo nu en dan met lijn-
olie in te wrijven.
Een echt winterkostje is wel de stamppot, en
i de voedzame soep. Vooral de stamppot zullen we
I met koud weer graag op tafel brengen. Het is toch
t eigenlijk zoo jammer, dat er van de groente en
aardappelen toch nog veel voeding verloren gaat
omdat de stamppot meestal te lang wordt ge
kookt en soms ook nog wordt afgegoten, en om
dat u de aardappelen wel allemaal zult schil
lennatuurlijk zegt u, dat spreekt vanzelf;
j neen dat spreekt niet vanzelf, wanneer u de aard
appelen niet schilt, krijgt u een veel voedzamere
i en smakelijker stamppot.
1 Probeert u het eens!
I De aardappelen worden goed afgeboend en ge
pit en in niet te grove stukken gesneden.
Wanneer ook de groente is schoongemaakt
j (wortelen, roode kool, boerenkool, enz.) begint u
met het koken van de stamppot. Onderin de pan
I legt u de aardappelen. met zooveel water dat- ze
halverwege onderstaan: daarop leggen we de
I groente en we laten alles in een goed gesloten
pan samen gaarkoken, (ongeveer V2 uur tot 3
1 kwartier)
Er is meestal nog net zooveel water in de pan.
dat u alles goed dooreen kunt stampen, en u zult
eens zien, wat een smakelijke stamppot op deze
wijze wordt verkregen.
1 Blikvleesch kunt u uitstekend in alle stamp
potten venverken, op het laatst moet het blik-
1 Vleesch fijngesneden worden toegevoegd.
Stichting voor Huishoudelijke
Voorlichting ten Plattelande.
ten heettijtte
wieme icui
bij Uniform of
Sportcostuum
Dikke grove sportwol gebruiken wij voor deze
prettige warme trui, welke zich bij ongeveer ieder
niet gekleed costuum laat dragen. Een heerlijke
trui ook bij al die takken van sport, waar bewe
gingsvrijheid als eerste eisch voor de kleeding
geldt. Natuurlijk kunnen we in een dergelijk ge
val den toekomstigen eigenaar geen grooter plei-
zier doen dan er tevens de vereenigingskleuren in
breien! Mocht de trui*dienen voor een militair,
dan nemen wij de mooie grijsgroene kleur, welke
thans speciaal voor de landmacht in den handel
is gebracht, juist in de wolsoort, welke wij noo-
"jf. hebben. Natuurlijk hebt u hiervan reeds de
officieele wanten en bivakmuts gebreid en dus
bent u wel heelemaal in de gunst door ook nog
met zoo'n prachtige warme en degelijke trui voor
den dag te komen. Ter onderbreking van het
groen kan in een dergelijk geval toch ook erg
aardig staan er twee andere kleuren in te breien
bijv. de breedste streep van zeer donkerbruin en
de twee smalle in zeer licht grijs. Deze kleuren
zijn niet te zeer in het oog loopend en geven er
toch iets fleurigs aan. Voor dienenden bij de zee
macht breien wij deze trui natuurlijk in'marine
blauw; moeilijker is het thans echter er niet te
opvallende streepen in te breien. Waarschijnlijk
is het het beste de grootste streep in mooi grijs
en de twee smallere in wit te- nemen.
De benoodigdheden zijn:
700 gram sportwol in de hoofdkleur,
40 gram sportwol in de kleur voor de
breede bies.
10 gram sportwpl voor twee smalle
biezen.
2 aluminium breinaalden no. 3 '/2.
2 aluminium breinaalden 110. 4.
Met die 2 nld. no. 4 zetten wij 20. st op, breien
deze heen en weer in den tricotsteek (recht breien
aan de goede- en averecht breien aan de verkeer
de zijde van het wark) tot een hoogte van 20 nld.
Wij trekken dan de naalden uit het werkje en
meten even nauwkeurig op,hoe hoog en
hoe breed het geworden is. Wij mogen het dan
weer uittrekken, doch bewaren er zorgvuldig de
notitie van, want deze is het geheele slagen van
handwerk. De totale bovenwijdte deelen wij nu
door het aantal breedtecentimeters van het lapje
en vermenigvuldigen deze uitkomst met 20. Wij
hebben dan het totaal op te zetten aantal steken
gekregen, hetgeen wij halveeren en dit aantal
opzetten op de naalden no 3>/2- In 2 recht 2 ave
recht wordt een flinke royale boord gebreid van
ongeveer 15 cm. hoogte. Hierna breien wij de
naalden no. 4 in en gaan meteen over in den
tricotsteek. Het nette gladde opzetkoordje moet
daarbij aan de voorzijde komen te vallen. Wij
breien door tot de vereischte hoogte onder de
armen; volgen de hoogtecentimeters van het
proeflapje kan dit weer nauwekeurig in naalden
berekend worden. Steeds aan het begin daarna
van de naalden worden dan voor de armsgat-
uitsijdingen aan weerskanten van het werk de
eerste 4, daarna de eerste 2, 2 en nog eens 2
steken afgekant, hetgeen dus voor iedere zijde
in totaal 10 st. beteekent.
Meteen na de laatste armsgatafkan ting volgen
de gekleurde strepen: de eerste smalle met 3
nld. bricotsteek, dan de breede bies welke 11 cm.
breed wordt, om daarna te besluiten met weel
een smallere bies van 3 nld. breedte.
Voort gaat het dan weer tot aan de schouders,
waar eerst even berekend wordt hoeveel steken
aan iedere zijde van het werk afgekant moeten
worden. Voor den halsboord moet in het midden
1/3 van de steken overblijven. Hieruit volgt, dat
dus aan weerszijden voor iederen schouder ook 1/3
overblijft. Deze steken worden niet meteen allen
tegelijk weggekant doch om een mooie aanslui
tende schouderlijn te krijgen doen wij hierover
5 x. Wij gaan hiefvoor op dezelfde wijze te werk
als bij de armsgaten, waarbij steeds het betr.
aantal aan het begin der naalden afgekant wordt.
Het duurt dus bij de schouders 10 nld. vóór wij de
steken voor den halsboord overhouden. Deze wor
den op een draad geregen tot wij straks ook de
andere helft van de trui af hebben gebreid, welke
weer op geheel dezelfde wijze gewerkt wordt.
Slechts de gekleurde strepen vervallen Thans
kunnen de halsboordsteken allen op één naald
worden gezet en vervolgens met de nld. no. 3V2
tot een heerlijk royale boord van 2 recht 2 ave
recht en ongeveer 30 cm. hoogte gebreid worden
Wij kanten deze steken af, hetgeen eveneens in
2 r. 2 av. most geschieden, wil deze afkanting
niet hinderlijk trekken.
Thans de mouwen: wij meten de wijdte bij dei)
elleboog en die even boven den pols. Beide maten
worden omgerekend in steken en wij zetten nu
eerst het. aantal polssteken op de naalden no.
3 ('2 om een boord hiermee te breien in 2 reoht
2 averecht van 15 cm hoog. Daarna gaan wij
over in den tricotsteek met de naalden 110. 4 en
meerderen aan weerszijden van het werk bij elke
Se nld. een steek door in de buitenste steken
dan ieder 2 st. te breien, een rechte averechte.
Hebben wij op deze wijze tenslotte het aantal
elleboogsteken gekregen, dan breien wij door
tot wij een voldoende lengte hebben tot onder
den oksel en kanten dan aan weerszijden en
steeds aan het begin der naalden in deze volg
orde steken af: 4, 2, 2 en nog eens 2 (aan iederen
kant dus 10 st.). Daarna breien we in de komende
naalden zoolang de eerste 2 st. samen, tot er 6
st. overblijven, welke dan meteen afgekant kun
nen worden.
Alle deelen worden nu aan de goede zijde wat
bevochtigd met een natte spons, om daarna aan
de verkeerde zijde met een niet te heete bout
opgeperst te worden. Met de wol in de hoofd
kleur stikken wij daarna met mooie gelijke
steekjes alle deelen in elkaar. De naden worden
zoo smal mogelijk genomen, terwijl wij na het
stikken nog eens met den overhandschen steek
langs de uiteinden gaan, om toch maar vooral
degelijk de trui in elkaar gezet te hebben en de
naadjes mooi plat te krijgen. De halsboord
naaien wij zoo onzichtbaar mogelijk dicht, liefst
in één keer, zoodat er weinig van een hechtsel
te zien zal zijn.
NORA KANA.
EVENTJES SNOEPEN!
Eenige minder bekendè
koekjes-recepten.
S troopmoppen.
Benoodigdheden: 100 gr. bruine suiker. 100
gr. stroop, 100 gr. boter, 2 eetlepels melk, 250
gr. bloem, 1 theelepel bakpoeder, 1 theelepel
gemberpoeder.
Bereiding: De boter tot room roeren en ver
mengen niet de stl'oop, de suiker, de melk, de
gemberpoeder en het laatst met de bloem, die
met de bakpoeder gezeefd is. Het deeg dun uit
strijken op een beboterd bakblik en de koek til
een matig warmen oven in 15 a 20 minuten
lichtbruin bakken. Voor de ovendeur in vier
kante stukjes snijden en deze dadelijk van het
blik nemen.
Amandelnootjes.
Benoodigdheden: 125 gr. amandelen, 125 gr.
suiker, 70 gr. bloem, 2 eiwitten.
Bereiding: De ongepelde amandelen wasschen
drogen en fijnhakken. Ze vermengen met de
suiker, de bloem en het stijf geslagen eiwit, er
kleine balletjes van maken (pl.m. 1 cM.) en deze
op een beboterd bakblik in een matig wannen
oven lichtbruin en gaar bakken (15 a 20 mi
nuten)
Zoute bolletjes.
Benoodigdheden: 130 gr. bloem, '/2 dl. melk,
10 gr. gist, 90 gr. boter, 10 gr. zout, ei. 1 ei
dooier om te bestrijken.
Bereiding: De bloem in een kom doen, eeh
kuiltje erin maken, de melk en de gist er in
doen, even doorroeren, zoodat ongeveer de helft
van ,het meel er mee vermengd is en het deeg
■Vz uur laten rijzen. Daarna de gesmolten boter,
het geklopte ei en het zout toevoegen en het
deeg kneden tot het van de hand loslaat.
Het deeg nu V2 uur laten rusten. Platslaan en
het in pl.m. 50 stukjes verdeelen. Hiervan bal
letjes maken, deze op een beboterd bakblik leg
gen en met eidooier bestrijken. Weer yz uur
laten rusten. Ze in een heete oven in 15 a 20
minuten gaar en lichtbruin bakken. (onder-
warmte) van het blik nemen en laten be
koelen.
Galettes
Genoodigdheden: 100 gr. bloem, 50 gr. boter.
30 gr. suiker, 1 ei, 1 blikje vruchten au jus bijv.
aardbeien of frambozen
Bereiding: De boter in de bloem kleinsnijden.
de suiker en het geklopte ei toevoegen en alles
goed doormengen. Het deeg uitrollen op een
met bloem bestoven tafel, ter dikte van 34 cM
Zandtaartvormpjes beboteren, en met het deeg
bedekken. De bodem hier en daar inprikken om
bol staan te voorkomen. De galetten in een matig
warmen oven lichtbruin en gaar bakekn. De
vormpjes keeren en na bekoeling vullen met
de vruchtjes. Het sap, dat met wat sago dun
gebonden wordt, er over schenken. Naar ver
kiezing garneeren met wat geslagen room.
Magdalena koekjes.
Benoodigdheden: 125 gr. boter. 125 gr. suiker.
150 gr. bloem. 50 gr. amandelen of sucade, 1 ei,
1 eidooier.
Bereiding: De boter tot rcom roeren, het ei
toevoegen en zoolang roeren tot het ei zich ge
heel met de boter vermengd heeft. Daarna de
eidooier er. de suiker toevoegen en roeren tot
de suiker fijn gewreven is. De bloem toeveegen
en het deeg zoo dun mogelijk op een beboterde
bakplaat uitsmeren. De bovenkant glad strijken
en deze bestrooien met gehakte, gepelde aman
delen of gehakte sucade. De koek in een matig
warmen oven lichtbruin bakken. Zoo warm
mogelijk in ruiten snijden, deze van het blik
nemen en vlak neerleggen onder het afkoelen
Kringelen.
Benoodigdheden: 250 gr. bloem 175 gr. boter
175 gr. .suiker. 1 ei, fijne kaneel, zout.
Bereiding Alle ingrediënten zoolang kneden
tot men een goed samenhangende bal heeft.
Hiervan dunne kleine rolletjes maken 10 cM.
lang. Deze met de uiteinden tegen elkaar aan ge
drukt op 'n beboterd bakblik ieggen vooral niet
te dicht bij elkaar. De koekjes in pl.m. 15 mi
nuten gaar cn bruin bakken en voorzichtig van
de bakplaat nemen.
Zondag
Kerrysoep
Biefstuk
Spruitjes,
Aardappelen
Bqusselsche appelen
Maandag:
Varkenskarbonaden
Savoye kool,
Vruchtensla
Aardappelen
Dinsdag:
Hutspot met klapstuk
Watergruel
Woensdag:
Rollade
Bieten
Aardappelen
Rijstebrij met abrikozo
Donderdag:
Groentesoep.
Koude rollade,
Aardappelen
7^c\r, appelen.
Vrijdag:
Macai^ni met kaas
in schelpen
Kropsla
Gekookte vlsch,
Mosterdsaus.
Aardappelen
Havermouthpap
Zaterdag:
Erwtensoep.
Gebraden appelen.
RECEPT.
Brusselsche appelen.
Benoodigdheden (4 pers.)8 zure appelen
b.v. bellefleurs, 60 gr. boter. 60 gr. bloem, 60
gr. basterdsuiker, 3 eieren, 2 d.l. melk, 2 eetlepels
bessengelei, zout.
Bereiding: De melk met de helft van de boter
aan de kook brengen. Het meel ineens toevoegen
en zoo lang op het vuur blijven roeren, tot de
massa glad is en van de pan loslaat. De suiker
er door roeren, dan de rest van de boter en één
voor één de eieren. De appelen boren en schil
len, wasschen en in een vuurvasten schotel zet
ten. De holten vullen met bessengelei. Het deeg
er overheen gieten zoo, dat de appelen er geheel
mee bedekt zijn. Het schoteltje in den oven zet
ten gedurende pijn. 1 uur tot het gaar en licht
bruin is. Dadelijk opdienen, omdat bij afkoe
len het deeg inzakt.
WAT EEN BUI!
Ondanks al onze regenvoorzorgen kan het ge
beuren, dat we door eer, hevige regenbui worden
overvallen, zonder dat wij in staat zijn, direct te
schuilen, een tram te nemen of iets dergelijks.
Vooral kinderen, jonge menschenkinderen en
fietsers overkomt dit herhaaldelijk. Doch geen
nood: een degelijke huismoeder weet raad voor
alle soorten van „bedorven" kleeren.
Laten we samen eens nagaan hoe we de regen-
schade kunnen herstellen.
Lichte zijden kousen of een dunne zijden jurk,
die aan de zoom erg geleden heeft, worden dadelijk
door koud water gehaald, waarin men een scheut
je azijn heeft gedaan en heel voorzichtig gedroogd.
Op deze manier gaan de watervlekken er meteen
uit. Zijn er erge modderspatten op, dan volgt een
lauw sopje met zachte zeepvlokken, waarna men
in helder lauw water naspoelt.
Nat geworden hoeden en schoenen worden voor
zichtig doch stevig met kranten opgevuld, zoodat
ze hun vorm behouden. Van natte regenmantels
wascht men met een natte spons direct het vuil af
en hangt -ze netjes op een hanger te drogengeen
scherpe, kantige hangers, die geven onherstelba
re moeten!) Nat geworden bont mag men nooit
bij de kachel drogen, want dan hebt u kans dat
het hard wordt en er onoogelijk gaat uitzien. Als
het bont nog vochtig is, wordt het in de haarrich-
ting opgeborsteld en daarna in een matig warme
kamer gedroogd.
Wollen kleeren. die erg nat en vuil geworden
zijn, vereischen extra zorg. U doet vooreerst geen
poging om de modderspatten er uit te krijgen. U
schudt de ergste nattigheid er af cn hangt ze op
hangers te drogen. Door zorgvuldig trekken in den
juisten vorm, kan het latere strijken of persen zeer
worden vergemakkelijkt.
Matige warmte is voor wollen kleeren het beste.
Zijn ze volkomen droog, dan worden ze flink uit-
geborsteld; de modderspatten verdwijnen dan.
meestal spoorloos. Is dit echter niet het geval, dan
neemt men azijn- of'ammoniakwater (een eetlepel
op ëen groote kop water) en borstelt ze daarmee
uit.
Zware wollen rokken en heeren pantalons moe
ten worden geperst. Daartoe neemt men een voch-
tigen, goed uitgewrongen doek, legt hem op de
stof en strijkt er met een heet ijzer overheen. De
damp van de geperste plek moet eerst goed afge
koeld zijn vóór men verder werkt. Dit geschiedt
sneller als men de plek met dep achterkant van
een kleerborstel beklopt. Een heerencostuum in
den vorm houden is niet gemakkelijk. Als u hier
in niet zéér bekwaam bent, kunt u het beter aan
vakmenschen overlaten.
De heerenpantalon is nog het gemakkelijkst te
persen. Als er knieën in de broek gekomen zijn,
mag de vouw er niet direct worden ingeperst.
Eerst legt men de broek met den voorkant naar
boven op de strijkplank en strijkt met een voch-
tigen doek de knieën weg. Eerst daarna worden de
vouwen ingeperst. Wacht u vooral niet zóólang met
persen, tot er van de vouwen niets meer te zien is!
Na het persen komt gewoonlijk de oude vouw weer
eenigszins naar boven en niet iedere man vindt het
prettig, een pantalon met dubbele vouw te heb
ben!
Tot slot nog een kleine tip: als de vouw nog
vochtig is, moet u ze met een gewone lineaal, die
natuurlijk niet gebeitst of gevernist mag zijn, stijf
aandrukken. Ze blijft er dan veel langer in!
DE TWEELING-STEWARDESS.
In de nieuwe reuzenvliegtuigen van de Ame-
rikaansche ..United Airlines", die plaats bieden
voor 52 passagiers, worden de reizigers verzorgd
door twee stewardessen, die bijna steeds tweelin
gen zijn. Het idee ging uit van de tweeling-zusters
Betty en Jane Murray uit Chicago. Toen ze de
advertentie van de „SuperMainliners" gelezen
hadden, waarin stewardessen werden gevraagd
schreven ze aan deze maatschappij, dat in zulke
groote vliegtuigen toch zeker wel twee stewar
dessen noodig waren, dat zij beiden onafschei
delijk waren, enz., enz.
De maatschappij liet de meisjes opleiden
stelde ze aan en was zeer tevreden over het
resultaat. Immers door het optreden van deze
tweeling-stewardess werd aan een onge-
wenschten toestand, die zich in sommige groote
vliegtuigen had voorgedaan, een eind ge
maakt.
Het was n.l. gebleken, dat sommige reizigers
alleen maar door de blonde Alice óf uitsluitend
door de donkere Gladys wenschten te worden
bediend. Bij de tweeling-Murray deed zich deze
moeilijkheid niet voor, want ze" lijken op elkaar
als twee druppels water en weten deze gelijkenis
nog door kleeding en opmaak te versterken.
Als dus Betty komt inplaats van Jane, of om
gekeerd, heeft niemand iets te zeggen.
Op grond van deze ervaring stelt de „United
Airlines" tegenwoordig uitsluitend tweeling
stewardessen aan óf meisjes, die met eeivbeetje
„bijwerken" tot een tweeling kunnen worden
gebombardeerd.
Bwaltmutseu
Saais
UIohUU
P-atcooH tycatis
Kaan
CcOn{éitc-1Z9
lety. 11385
(Adv. Ingez. Med.)
Dat ellendige huishoudkastje
Vele huisvrouwen vinden he dagelijksche huis-
houdkasje, dat door het dienstmeisje moet worden
overgelegd een groot struikelblok.
Immers 't komt bijna nooit uit, het papiertje, dat
in het geldbusje ligt, raakt weg, het potloodje is
niet te vinden (of door een van de kinderen zoo
lang „geleend") zoodat een post, die vergeten werd
te noteeren, later niet meer kan worden nage
speurd enz. enz. Dit geeft 's avonds veel gezeur
en soms tranen van het overgevoelige meisje, dat
in mevrouw's nauwkeurigheid al gauw wantrou
wen gaat'zien.
Vooral op Zaterdag als er in vele gezinnen van
alles wordt bezorgd en het meisje 't bovendien
extra druk heeft, is Leider» in last.
Ik wil u daarom een goede, handige manier aan
de hand doen om het kasje steeds te doen klop
pen:
Het geld wordt aan 't begin van de maand in
verschillende kassen verdeeld. Alles, wat per
maand wordt voldaan, gaat er eerst af. En dan
gaat de huishoudkas, die onder beheer van het
meisje staat, direct in vieren of vijven. Slechts
voor één week tegelijk krijgt zij geld in handen.
Dit geld laat ons zeggen f 20, kan nu heel ge
makkelijk op de volgende manier worden be
heerd:
Maandag:
In kas f 20.00
Boter f 0.96 f 19.04
Brood f 1.20 f 17.84
Suiker f 0.50 f 17.34
U ziet het al. de ,.truc" is, dat ieder bedrag, dat
wordt uitgegeven, direct van het hoofdbedrag
wordt afgetrokken. Hierdoor kan na iedere uit
gave eventjes worden nageteld, of de kas klopt en
kunnen er 's avonds geen vergissingen plaats heb
ben.
't Spreekt vanzelf, dat ingeval er" veel bood
schappen tegelijk worden gebracht, b.v. door den
kruidenier, het boekje even wordt nageteld en dan
het volledige bedrag hiervan van het bedrag in
kas wordt afgetrokken.
Probeert u dit eenvoudig trucje maar eens, 't zal
u best bevallen.
Hoe
we van
oud
nieuw
maken.
Iedere moeder heeft in haar stopmand wel een
partijtje kluwentjes gekleurde wol, die van groote
breiwerken zijn overgebleven en.... ieder meisje
van 10 tot 20 snakt tegenwoordig naar een paar van
die- leuke gekleurde wanten!
Laten we eens samen nagaan, wat we doen
kunnen.
De wanten worden in 't rond gebreid op vier
pennen, van niet te dikke wol. 64 steken opzetten
voor boven 16 jaar, voor jongeren wat minder, en
de boordlengle naar verkiezing: 1 verdraaid recht,
1 averecht breien. Daarna 40 toeren lang om den
anderen toer 1 steek meerderen. Dit meerderen ge
beurt 1 steek vóór het einde van de derde pen bij
de linkerwant: bij de rechter: 1 steek na het begin
van de eerste pen.
Men is dan gekomen aan het begin van den duim
bij letter a. Nu wordt eerst de duim gebreid. De
hand wordt dan zoolang op een draad geregen. Voor
den duim werden van de meerdering af 26 steken.op-
genomen en nog 6 steken bij gemaakt, daar hij
anders te nauw zou worden. Hierdoor wordt een
klinkje gevormd. Van deze 6 steken wordt om den
naderen toer aan beide kanten 1 steek wegemin-
derd. De duim wordt gebreid op de verlangde
lengte en bij de laatste 5 toeren worden telkens 4
steken weggeminderd. Er blijven dan 6 steken over,
waarna we flink stevig afhechten.
Nu nemen we de hand weer op de pennen, ook
de 6 steken van het klinkje, die wc weer om den
anderen toer van beide kanten wegminderen.
We breien de want af op de gewenschte lengte;
daarna afminderen, of zooals bij den teen van een
kous, óf de minderingen meer verdeeld over de
naalden.
Wat het patroon aangaat, dit hangt af van de
kleuren wol, die men heeft.
Heeft men van veel kleuren weinig, dan is het 't
aardigste verschillende strepen in 't rond te breien,
waarbij men natuurlijk moet opletten, dat men
voor rechter- en linker-want van tevoren evenveel
wol reserveert.
Heeft men veel van één kleur, dan neemt men
die als ondergrond en maakt dan behalve de stre
pen er met een maasnaald, later nog een steekje
op. Een leuk werkje, vindt u niet?