ffaame li Wie heit ex mee? Menu van de week DONDERDAG 18 JANUARI 1940 H A A R Tl E"M'S DAGBEAD OP SCHAATSEN Op straat ontmoeten wij elkaar, als het alweer volop dooit, en we vertellen elkaar van onze ijs-we- derwaardigheden. Ja, natuurlijk heb ik schaatsen gereden, heer lijk was het. Voel jij je ook -zoo flink, zoo energiek, dat je, filsof het vanzelfsprekend was, je weer op schaat sen hebt gewaagd? Natuurlijk, maar je had me niet in mijn hart moeten kijken, toen ik den eersten keer ging rijden met de kinderen. Nadat ik hen geholpen had bij het onderbinden van de schaatsen, deed ik mijn eigen aan, gaf nog eenige aanwijzingen waarop ze weg- krabbelden en terwijl ik toen met een onverschillig gebaar mijn handschoenen weer stond aan te trek ken, dacht ik: wat ben ik eigenlijk begonnen, laat ik maar weer gauw naar huis gaan, ik kan er na tuurlijk niets meer van, en ik doe nu wel erg gewoon, maar ik voel me als het toppunt van onzekerheid. Die gewaarwording is van ons beiden zoo precies hetzelfde geweest, dat wij er om schateren en ons wat gesterkt voelen door het gemeenschappelijk ge voel van wat-ben-ik-begonnen dat we beiden heb ben moeten overwinnen En zoo is het zeker velen gegaan, vooral zij die er druk over praten, zooals een andere die onlangs in de tram voor me zat. en die aan degene die bij haar was vertelde, dat ze toch zoo heerlijk thuis kon op binden, bij haar buren den tuin door mocht, en dan meteen op een breede sloot met uitstekend ijs kon gaan rijden Twee haltes reden zij nog mee met de tram en in dien tijd werd precies hetzelfde verhaal zeker vijf maal met enkele variaties erop verteld, wel een be wijs hoe trotsch ze erop was, niet op dat gemak van het ijs achter het huis, maar van het feit dat zij ertoe had kunnen komen, de schaatsen weer onder te binden. En u kunt er zeker van zijn, dat de oudere heer, die met wel wat voorzichtige, maar toch resolute streken over een singel reed» daarbij met weidsch gebaar zijn sportieve pet voor een bekende afne mend, zwol van trots toen hij hoorde zeggen: kijk eens. wat kranig dat hij nog zoo goed rijdt! Bijna niemand ontkomt aan de neiging om het nog eens te probeeren, als er goed, betrouwbaar ijs is en als het winterzonnetje dat heel vroolijke en fleurige van schaatsenrijden nog eens extra goed doet uitkomen. Maar ook bijna niemand-ontkomt aan dat doode punt, waar men overheen moet stappen, voordat het besluit ten uitvoer kan gebracht worden. Nu zijn er natuurlijk ook altijd, die er niet meer toe te bewegen zijn, de schaatsen nog eens onder te binden, en die daar óf eerlijk voor uitkomen, óf al lerlei excuses gebruiken, waardoor het hun zooge naamd niet meer mogelijk .is. Heel dikwijls moppe ren ze daarbij, een beetje op de kou en al het on gemak dat zij ondervinden, maar zij beseffen niet, dat dit allemaal veel minder hinderlijk wordt, wan neer zij zich eens flink en vrijuit konden bewegen door zelf aan schaatsenrijden mee te doen. Ieder die door de vrieskou naar buiten moet, beschermt zich daartegen zoo goed mogelijk door zijn kleeren en door zijn armen zoo dicht mogelijk tegen zich aan te houden. Nu gaan wij schaatsenrijden, en opeens speelt de koude niet meer de hoofdrol, maar de ge makkelijkheid van de beweging is de hoofdzaak ge worden; wij doen sportieve kleeren aan, die bij som migen heel wat dunner zijn dan hun gewone win- tergoed-en nu wij ons vrijer bewegen, worden wij ook warmer en voelen ons veel behagelijker. Deze behagelijkheid kunnen nóch loopen, en allerminst fietsen ons bij vrieskou geven, daarvoor moeten wij schaatsenrijden, maar daarop volgt dan ook dat vrije losse gevoel van ontspanning dat met niets anders te vergelijken is. Nu ik dit schrijf, vriest het weer; toen het gisteren dooide, zeiden wij tegen elkaar: nu, het is mooi ge noeg geweest met het winterweer, laat het nu maar dooien. Maar vandaag'hebben we mét een bedenkelijk ge zicht naar het vaartje in de buurt staan kijken en geconstateerd dat dit lang geen best ijs zou woi'den met de sneeuw die er op vast ging vriezen. En we vonden het nog erg jammer ook. Alle zachte en kwakkelwinters ten spijt zit het schaatsenrijden ons toch in het bloed, en of we nu hardrijders zijn of krabbelaars, beentje over-rij- «ers of voorzichtige rechtuit-rijders, we genieten er •llemaal-van. En dat is toch de hoofdzaak. E. E. J.—P. Wenken voor de zuinige huisvrouw Wat is 't koud! Nu moeten we extra goed voor onze kinderen zorgen! Vooral de kindéren, die door weer en wind moeten, krijgen 't nu gauw te pakken. Om verkoudheid en de gevolgen zooveel mogelijk te voorkomen moeten wij er voor zorgen dat de kinderen, zoodra ze uit school komen de natte schoenen tegen droge pantoffels of schoe nen verwisselen. Want niets is zoo ongezond als natte en koude voeten. Met sneeuw kunnen de kinderen het best op klompen naar school, ook de gummilaarzen, die tegenwoordig wel overal te krijgen zijn, zijn met nat weer een prettige dracht. Geeft u de kinderen ook altijd voor het naar bed gaan een lepel levertraan? Het maakt hen veel beter bestand tegen de kou. Vooral met koud weer is het aan te raden, de kinderen voor het naar school gaan een bord pap te geven. Een smakelijke pap kimt u koken met oud brood; de sneden brood worden wat fijn gebrok- keld en in de melk meegekookt tot dat het brood geheel fijn is. Dan goed roeren, totdat de pap mooi gebonden is, een klein beetje suiker of I stroop over de pap, en de kinderen zullen' de pap heerlijk vinden. Ja. met sneeuw maken de kinderen graag glij- baantjes, de schoenen hebben daarvan veel te lijden.. Het slijten van de zolen kunt u veel j voorkomen dooi de zolen zoo nu en dan met lijn- olie in te wrijven. Een echt winterkostje is wel de stamppot, en i de voedzame soep. Vooral de stamppot zullen we I met koud weer graag op tafel brengen. Het is toch t eigenlijk zoo jammer, dat er van de groente en aardappelen toch nog veel voeding verloren gaat omdat de stamppot meestal te lang wordt ge kookt en soms ook nog wordt afgegoten, en om dat u de aardappelen wel allemaal zult schil lennatuurlijk zegt u, dat spreekt vanzelf; j neen dat spreekt niet vanzelf, wanneer u de aard appelen niet schilt, krijgt u een veel voedzamere i en smakelijker stamppot. 1 Probeert u het eens! I De aardappelen worden goed afgeboend en ge pit en in niet te grove stukken gesneden. Wanneer ook de groente is schoongemaakt j (wortelen, roode kool, boerenkool, enz.) begint u met het koken van de stamppot. Onderin de pan I legt u de aardappelen. met zooveel water dat- ze halverwege onderstaan: daarop leggen we de I groente en we laten alles in een goed gesloten pan samen gaarkoken, (ongeveer V2 uur tot 3 1 kwartier) Er is meestal nog net zooveel water in de pan. dat u alles goed dooreen kunt stampen, en u zult eens zien, wat een smakelijke stamppot op deze wijze wordt verkregen. 1 Blikvleesch kunt u uitstekend in alle stamp potten venverken, op het laatst moet het blik- 1 Vleesch fijngesneden worden toegevoegd. Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande. ten heettijtte wieme icui bij Uniform of Sportcostuum Dikke grove sportwol gebruiken wij voor deze prettige warme trui, welke zich bij ongeveer ieder niet gekleed costuum laat dragen. Een heerlijke trui ook bij al die takken van sport, waar bewe gingsvrijheid als eerste eisch voor de kleeding geldt. Natuurlijk kunnen we in een dergelijk ge val den toekomstigen eigenaar geen grooter plei- zier doen dan er tevens de vereenigingskleuren in breien! Mocht de trui*dienen voor een militair, dan nemen wij de mooie grijsgroene kleur, welke thans speciaal voor de landmacht in den handel is gebracht, juist in de wolsoort, welke wij noo- "jf. hebben. Natuurlijk hebt u hiervan reeds de officieele wanten en bivakmuts gebreid en dus bent u wel heelemaal in de gunst door ook nog met zoo'n prachtige warme en degelijke trui voor den dag te komen. Ter onderbreking van het groen kan in een dergelijk geval toch ook erg aardig staan er twee andere kleuren in te breien bijv. de breedste streep van zeer donkerbruin en de twee smalle in zeer licht grijs. Deze kleuren zijn niet te zeer in het oog loopend en geven er toch iets fleurigs aan. Voor dienenden bij de zee macht breien wij deze trui natuurlijk in'marine blauw; moeilijker is het thans echter er niet te opvallende streepen in te breien. Waarschijnlijk is het het beste de grootste streep in mooi grijs en de twee smallere in wit te- nemen. De benoodigdheden zijn: 700 gram sportwol in de hoofdkleur, 40 gram sportwol in de kleur voor de breede bies. 10 gram sportwpl voor twee smalle biezen. 2 aluminium breinaalden no. 3 '/2. 2 aluminium breinaalden 110. 4. Met die 2 nld. no. 4 zetten wij 20. st op, breien deze heen en weer in den tricotsteek (recht breien aan de goede- en averecht breien aan de verkeer de zijde van het wark) tot een hoogte van 20 nld. Wij trekken dan de naalden uit het werkje en meten even nauwkeurig op,hoe hoog en hoe breed het geworden is. Wij mogen het dan weer uittrekken, doch bewaren er zorgvuldig de notitie van, want deze is het geheele slagen van handwerk. De totale bovenwijdte deelen wij nu door het aantal breedtecentimeters van het lapje en vermenigvuldigen deze uitkomst met 20. Wij hebben dan het totaal op te zetten aantal steken gekregen, hetgeen wij halveeren en dit aantal opzetten op de naalden no 3>/2- In 2 recht 2 ave recht wordt een flinke royale boord gebreid van ongeveer 15 cm. hoogte. Hierna breien wij de naalden no. 4 in en gaan meteen over in den tricotsteek. Het nette gladde opzetkoordje moet daarbij aan de voorzijde komen te vallen. Wij breien door tot de vereischte hoogte onder de armen; volgen de hoogtecentimeters van het proeflapje kan dit weer nauwekeurig in naalden berekend worden. Steeds aan het begin daarna van de naalden worden dan voor de armsgat- uitsijdingen aan weerskanten van het werk de eerste 4, daarna de eerste 2, 2 en nog eens 2 steken afgekant, hetgeen dus voor iedere zijde in totaal 10 st. beteekent. Meteen na de laatste armsgatafkan ting volgen de gekleurde strepen: de eerste smalle met 3 nld. bricotsteek, dan de breede bies welke 11 cm. breed wordt, om daarna te besluiten met weel een smallere bies van 3 nld. breedte. Voort gaat het dan weer tot aan de schouders, waar eerst even berekend wordt hoeveel steken aan iedere zijde van het werk afgekant moeten worden. Voor den halsboord moet in het midden 1/3 van de steken overblijven. Hieruit volgt, dat dus aan weerszijden voor iederen schouder ook 1/3 overblijft. Deze steken worden niet meteen allen tegelijk weggekant doch om een mooie aanslui tende schouderlijn te krijgen doen wij hierover 5 x. Wij gaan hiefvoor op dezelfde wijze te werk als bij de armsgaten, waarbij steeds het betr. aantal aan het begin der naalden afgekant wordt. Het duurt dus bij de schouders 10 nld. vóór wij de steken voor den halsboord overhouden. Deze wor den op een draad geregen tot wij straks ook de andere helft van de trui af hebben gebreid, welke weer op geheel dezelfde wijze gewerkt wordt. Slechts de gekleurde strepen vervallen Thans kunnen de halsboordsteken allen op één naald worden gezet en vervolgens met de nld. no. 3V2 tot een heerlijk royale boord van 2 recht 2 ave recht en ongeveer 30 cm. hoogte gebreid worden Wij kanten deze steken af, hetgeen eveneens in 2 r. 2 av. most geschieden, wil deze afkanting niet hinderlijk trekken. Thans de mouwen: wij meten de wijdte bij dei) elleboog en die even boven den pols. Beide maten worden omgerekend in steken en wij zetten nu eerst het. aantal polssteken op de naalden no. 3 ('2 om een boord hiermee te breien in 2 reoht 2 averecht van 15 cm hoog. Daarna gaan wij over in den tricotsteek met de naalden 110. 4 en meerderen aan weerszijden van het werk bij elke Se nld. een steek door in de buitenste steken dan ieder 2 st. te breien, een rechte averechte. Hebben wij op deze wijze tenslotte het aantal elleboogsteken gekregen, dan breien wij door tot wij een voldoende lengte hebben tot onder den oksel en kanten dan aan weerszijden en steeds aan het begin der naalden in deze volg orde steken af: 4, 2, 2 en nog eens 2 (aan iederen kant dus 10 st.). Daarna breien we in de komende naalden zoolang de eerste 2 st. samen, tot er 6 st. overblijven, welke dan meteen afgekant kun nen worden. Alle deelen worden nu aan de goede zijde wat bevochtigd met een natte spons, om daarna aan de verkeerde zijde met een niet te heete bout opgeperst te worden. Met de wol in de hoofd kleur stikken wij daarna met mooie gelijke steekjes alle deelen in elkaar. De naden worden zoo smal mogelijk genomen, terwijl wij na het stikken nog eens met den overhandschen steek langs de uiteinden gaan, om toch maar vooral degelijk de trui in elkaar gezet te hebben en de naadjes mooi plat te krijgen. De halsboord naaien wij zoo onzichtbaar mogelijk dicht, liefst in één keer, zoodat er weinig van een hechtsel te zien zal zijn. NORA KANA. EVENTJES SNOEPEN! Eenige minder bekendè koekjes-recepten. S troopmoppen. Benoodigdheden: 100 gr. bruine suiker. 100 gr. stroop, 100 gr. boter, 2 eetlepels melk, 250 gr. bloem, 1 theelepel bakpoeder, 1 theelepel gemberpoeder. Bereiding: De boter tot room roeren en ver mengen niet de stl'oop, de suiker, de melk, de gemberpoeder en het laatst met de bloem, die met de bakpoeder gezeefd is. Het deeg dun uit strijken op een beboterd bakblik en de koek til een matig warmen oven in 15 a 20 minuten lichtbruin bakken. Voor de ovendeur in vier kante stukjes snijden en deze dadelijk van het blik nemen. Amandelnootjes. Benoodigdheden: 125 gr. amandelen, 125 gr. suiker, 70 gr. bloem, 2 eiwitten. Bereiding: De ongepelde amandelen wasschen drogen en fijnhakken. Ze vermengen met de suiker, de bloem en het stijf geslagen eiwit, er kleine balletjes van maken (pl.m. 1 cM.) en deze op een beboterd bakblik in een matig wannen oven lichtbruin en gaar bakken (15 a 20 mi nuten) Zoute bolletjes. Benoodigdheden: 130 gr. bloem, '/2 dl. melk, 10 gr. gist, 90 gr. boter, 10 gr. zout, ei. 1 ei dooier om te bestrijken. Bereiding: De bloem in een kom doen, eeh kuiltje erin maken, de melk en de gist er in doen, even doorroeren, zoodat ongeveer de helft van ,het meel er mee vermengd is en het deeg ■Vz uur laten rijzen. Daarna de gesmolten boter, het geklopte ei en het zout toevoegen en het deeg kneden tot het van de hand loslaat. Het deeg nu V2 uur laten rusten. Platslaan en het in pl.m. 50 stukjes verdeelen. Hiervan bal letjes maken, deze op een beboterd bakblik leg gen en met eidooier bestrijken. Weer yz uur laten rusten. Ze in een heete oven in 15 a 20 minuten gaar en lichtbruin bakken. (onder- warmte) van het blik nemen en laten be koelen. Galettes Genoodigdheden: 100 gr. bloem, 50 gr. boter. 30 gr. suiker, 1 ei, 1 blikje vruchten au jus bijv. aardbeien of frambozen Bereiding: De boter in de bloem kleinsnijden. de suiker en het geklopte ei toevoegen en alles goed doormengen. Het deeg uitrollen op een met bloem bestoven tafel, ter dikte van 34 cM Zandtaartvormpjes beboteren, en met het deeg bedekken. De bodem hier en daar inprikken om bol staan te voorkomen. De galetten in een matig warmen oven lichtbruin en gaar bakekn. De vormpjes keeren en na bekoeling vullen met de vruchtjes. Het sap, dat met wat sago dun gebonden wordt, er over schenken. Naar ver kiezing garneeren met wat geslagen room. Magdalena koekjes. Benoodigdheden: 125 gr. boter. 125 gr. suiker. 150 gr. bloem. 50 gr. amandelen of sucade, 1 ei, 1 eidooier. Bereiding: De boter tot rcom roeren, het ei toevoegen en zoolang roeren tot het ei zich ge heel met de boter vermengd heeft. Daarna de eidooier er. de suiker toevoegen en roeren tot de suiker fijn gewreven is. De bloem toeveegen en het deeg zoo dun mogelijk op een beboterde bakplaat uitsmeren. De bovenkant glad strijken en deze bestrooien met gehakte, gepelde aman delen of gehakte sucade. De koek in een matig warmen oven lichtbruin bakken. Zoo warm mogelijk in ruiten snijden, deze van het blik nemen en vlak neerleggen onder het afkoelen Kringelen. Benoodigdheden: 250 gr. bloem 175 gr. boter 175 gr. .suiker. 1 ei, fijne kaneel, zout. Bereiding Alle ingrediënten zoolang kneden tot men een goed samenhangende bal heeft. Hiervan dunne kleine rolletjes maken 10 cM. lang. Deze met de uiteinden tegen elkaar aan ge drukt op 'n beboterd bakblik ieggen vooral niet te dicht bij elkaar. De koekjes in pl.m. 15 mi nuten gaar cn bruin bakken en voorzichtig van de bakplaat nemen. Zondag Kerrysoep Biefstuk Spruitjes, Aardappelen Bqusselsche appelen Maandag: Varkenskarbonaden Savoye kool, Vruchtensla Aardappelen Dinsdag: Hutspot met klapstuk Watergruel Woensdag: Rollade Bieten Aardappelen Rijstebrij met abrikozo Donderdag: Groentesoep. Koude rollade, Aardappelen 7^c\r, appelen. Vrijdag: Macai^ni met kaas in schelpen Kropsla Gekookte vlsch, Mosterdsaus. Aardappelen Havermouthpap Zaterdag: Erwtensoep. Gebraden appelen. RECEPT. Brusselsche appelen. Benoodigdheden (4 pers.)8 zure appelen b.v. bellefleurs, 60 gr. boter. 60 gr. bloem, 60 gr. basterdsuiker, 3 eieren, 2 d.l. melk, 2 eetlepels bessengelei, zout. Bereiding: De melk met de helft van de boter aan de kook brengen. Het meel ineens toevoegen en zoo lang op het vuur blijven roeren, tot de massa glad is en van de pan loslaat. De suiker er door roeren, dan de rest van de boter en één voor één de eieren. De appelen boren en schil len, wasschen en in een vuurvasten schotel zet ten. De holten vullen met bessengelei. Het deeg er overheen gieten zoo, dat de appelen er geheel mee bedekt zijn. Het schoteltje in den oven zet ten gedurende pijn. 1 uur tot het gaar en licht bruin is. Dadelijk opdienen, omdat bij afkoe len het deeg inzakt. WAT EEN BUI! Ondanks al onze regenvoorzorgen kan het ge beuren, dat we door eer, hevige regenbui worden overvallen, zonder dat wij in staat zijn, direct te schuilen, een tram te nemen of iets dergelijks. Vooral kinderen, jonge menschenkinderen en fietsers overkomt dit herhaaldelijk. Doch geen nood: een degelijke huismoeder weet raad voor alle soorten van „bedorven" kleeren. Laten we samen eens nagaan hoe we de regen- schade kunnen herstellen. Lichte zijden kousen of een dunne zijden jurk, die aan de zoom erg geleden heeft, worden dadelijk door koud water gehaald, waarin men een scheut je azijn heeft gedaan en heel voorzichtig gedroogd. Op deze manier gaan de watervlekken er meteen uit. Zijn er erge modderspatten op, dan volgt een lauw sopje met zachte zeepvlokken, waarna men in helder lauw water naspoelt. Nat geworden hoeden en schoenen worden voor zichtig doch stevig met kranten opgevuld, zoodat ze hun vorm behouden. Van natte regenmantels wascht men met een natte spons direct het vuil af en hangt -ze netjes op een hanger te drogengeen scherpe, kantige hangers, die geven onherstelba re moeten!) Nat geworden bont mag men nooit bij de kachel drogen, want dan hebt u kans dat het hard wordt en er onoogelijk gaat uitzien. Als het bont nog vochtig is, wordt het in de haarrich- ting opgeborsteld en daarna in een matig warme kamer gedroogd. Wollen kleeren. die erg nat en vuil geworden zijn, vereischen extra zorg. U doet vooreerst geen poging om de modderspatten er uit te krijgen. U schudt de ergste nattigheid er af cn hangt ze op hangers te drogen. Door zorgvuldig trekken in den juisten vorm, kan het latere strijken of persen zeer worden vergemakkelijkt. Matige warmte is voor wollen kleeren het beste. Zijn ze volkomen droog, dan worden ze flink uit- geborsteld; de modderspatten verdwijnen dan. meestal spoorloos. Is dit echter niet het geval, dan neemt men azijn- of'ammoniakwater (een eetlepel op ëen groote kop water) en borstelt ze daarmee uit. Zware wollen rokken en heeren pantalons moe ten worden geperst. Daartoe neemt men een voch- tigen, goed uitgewrongen doek, legt hem op de stof en strijkt er met een heet ijzer overheen. De damp van de geperste plek moet eerst goed afge koeld zijn vóór men verder werkt. Dit geschiedt sneller als men de plek met dep achterkant van een kleerborstel beklopt. Een heerencostuum in den vorm houden is niet gemakkelijk. Als u hier in niet zéér bekwaam bent, kunt u het beter aan vakmenschen overlaten. De heerenpantalon is nog het gemakkelijkst te persen. Als er knieën in de broek gekomen zijn, mag de vouw er niet direct worden ingeperst. Eerst legt men de broek met den voorkant naar boven op de strijkplank en strijkt met een voch- tigen doek de knieën weg. Eerst daarna worden de vouwen ingeperst. Wacht u vooral niet zóólang met persen, tot er van de vouwen niets meer te zien is! Na het persen komt gewoonlijk de oude vouw weer eenigszins naar boven en niet iedere man vindt het prettig, een pantalon met dubbele vouw te heb ben! Tot slot nog een kleine tip: als de vouw nog vochtig is, moet u ze met een gewone lineaal, die natuurlijk niet gebeitst of gevernist mag zijn, stijf aandrukken. Ze blijft er dan veel langer in! DE TWEELING-STEWARDESS. In de nieuwe reuzenvliegtuigen van de Ame- rikaansche ..United Airlines", die plaats bieden voor 52 passagiers, worden de reizigers verzorgd door twee stewardessen, die bijna steeds tweelin gen zijn. Het idee ging uit van de tweeling-zusters Betty en Jane Murray uit Chicago. Toen ze de advertentie van de „SuperMainliners" gelezen hadden, waarin stewardessen werden gevraagd schreven ze aan deze maatschappij, dat in zulke groote vliegtuigen toch zeker wel twee stewar dessen noodig waren, dat zij beiden onafschei delijk waren, enz., enz. De maatschappij liet de meisjes opleiden stelde ze aan en was zeer tevreden over het resultaat. Immers door het optreden van deze tweeling-stewardess werd aan een onge- wenschten toestand, die zich in sommige groote vliegtuigen had voorgedaan, een eind ge maakt. Het was n.l. gebleken, dat sommige reizigers alleen maar door de blonde Alice óf uitsluitend door de donkere Gladys wenschten te worden bediend. Bij de tweeling-Murray deed zich deze moeilijkheid niet voor, want ze" lijken op elkaar als twee druppels water en weten deze gelijkenis nog door kleeding en opmaak te versterken. Als dus Betty komt inplaats van Jane, of om gekeerd, heeft niemand iets te zeggen. Op grond van deze ervaring stelt de „United Airlines" tegenwoordig uitsluitend tweeling stewardessen aan óf meisjes, die met eeivbeetje „bijwerken" tot een tweeling kunnen worden gebombardeerd. Bwaltmutseu Saais UIohUU P-atcooH tycatis Kaan CcOn{éitc-1Z9 lety. 11385 (Adv. Ingez. Med.) Dat ellendige huishoudkastje Vele huisvrouwen vinden he dagelijksche huis- houdkasje, dat door het dienstmeisje moet worden overgelegd een groot struikelblok. Immers 't komt bijna nooit uit, het papiertje, dat in het geldbusje ligt, raakt weg, het potloodje is niet te vinden (of door een van de kinderen zoo lang „geleend") zoodat een post, die vergeten werd te noteeren, later niet meer kan worden nage speurd enz. enz. Dit geeft 's avonds veel gezeur en soms tranen van het overgevoelige meisje, dat in mevrouw's nauwkeurigheid al gauw wantrou wen gaat'zien. Vooral op Zaterdag als er in vele gezinnen van alles wordt bezorgd en het meisje 't bovendien extra druk heeft, is Leider» in last. Ik wil u daarom een goede, handige manier aan de hand doen om het kasje steeds te doen klop pen: Het geld wordt aan 't begin van de maand in verschillende kassen verdeeld. Alles, wat per maand wordt voldaan, gaat er eerst af. En dan gaat de huishoudkas, die onder beheer van het meisje staat, direct in vieren of vijven. Slechts voor één week tegelijk krijgt zij geld in handen. Dit geld laat ons zeggen f 20, kan nu heel ge makkelijk op de volgende manier worden be heerd: Maandag: In kas f 20.00 Boter f 0.96 f 19.04 Brood f 1.20 f 17.84 Suiker f 0.50 f 17.34 U ziet het al. de ,.truc" is, dat ieder bedrag, dat wordt uitgegeven, direct van het hoofdbedrag wordt afgetrokken. Hierdoor kan na iedere uit gave eventjes worden nageteld, of de kas klopt en kunnen er 's avonds geen vergissingen plaats heb ben. 't Spreekt vanzelf, dat ingeval er" veel bood schappen tegelijk worden gebracht, b.v. door den kruidenier, het boekje even wordt nageteld en dan het volledige bedrag hiervan van het bedrag in kas wordt afgetrokken. Probeert u dit eenvoudig trucje maar eens, 't zal u best bevallen. Hoe we van oud nieuw maken. Iedere moeder heeft in haar stopmand wel een partijtje kluwentjes gekleurde wol, die van groote breiwerken zijn overgebleven en.... ieder meisje van 10 tot 20 snakt tegenwoordig naar een paar van die- leuke gekleurde wanten! Laten we eens samen nagaan, wat we doen kunnen. De wanten worden in 't rond gebreid op vier pennen, van niet te dikke wol. 64 steken opzetten voor boven 16 jaar, voor jongeren wat minder, en de boordlengle naar verkiezing: 1 verdraaid recht, 1 averecht breien. Daarna 40 toeren lang om den anderen toer 1 steek meerderen. Dit meerderen ge beurt 1 steek vóór het einde van de derde pen bij de linkerwant: bij de rechter: 1 steek na het begin van de eerste pen. Men is dan gekomen aan het begin van den duim bij letter a. Nu wordt eerst de duim gebreid. De hand wordt dan zoolang op een draad geregen. Voor den duim werden van de meerdering af 26 steken.op- genomen en nog 6 steken bij gemaakt, daar hij anders te nauw zou worden. Hierdoor wordt een klinkje gevormd. Van deze 6 steken wordt om den naderen toer aan beide kanten 1 steek wegemin- derd. De duim wordt gebreid op de verlangde lengte en bij de laatste 5 toeren worden telkens 4 steken weggeminderd. Er blijven dan 6 steken over, waarna we flink stevig afhechten. Nu nemen we de hand weer op de pennen, ook de 6 steken van het klinkje, die wc weer om den anderen toer van beide kanten wegminderen. We breien de want af op de gewenschte lengte; daarna afminderen, of zooals bij den teen van een kous, óf de minderingen meer verdeeld over de naalden. Wat het patroon aangaat, dit hangt af van de kleuren wol, die men heeft. Heeft men van veel kleuren weinig, dan is het 't aardigste verschillende strepen in 't rond te breien, waarbij men natuurlijk moet opletten, dat men voor rechter- en linker-want van tevoren evenveel wol reserveert. Heeft men veel van één kleur, dan neemt men die als ondergrond en maakt dan behalve de stre pen er met een maasnaald, later nog een steekje op. Een leuk werkje, vindt u niet?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 7