Schipbreukelingen adden ontzettend te lijden. Ameland is onbereikbaar Acht en veertig uur op een vlot op de Noordzee rondgedreven. jvenfien opvarenden ngekomen. NIEUWS IN 'T KORT. nee-nAkkertje w Catastrophe in den Melkweg ■:T im laammat va* 48596 ijving dienstplichtigen lichting 1940 Uit de Pers. AANDAG 22 JANUARI 1940 HAARLEM'S DAGBLAD 3 DE vier overlevenden van deze scheeps ramp zijn de lichtmatrozen Wantzel Johansson en Bengt Wallman, de Russische stoker Iwan P. VVlason en timmerman Oskar Berntson. De timmerman Oskar Bernston deed in ge- oken Engelsch en Duitsch een eenvoudig sober relaas, dat de verschrikkingen, die tze menschen hebben doorleefd, des te ster- tr deed gevoelen. iMeer dan eens moest hij n verhaal onderbreken, omdat de aandoe- ig hem te machtig werd. „Flandria" van de „Svenska Lloyd" was onge- 1200 ton groot en stond onder bevel van ka ïn Albert Rönne. Het schip had een lading en papier in en was verleden week van Go- mrg naar Amsterdam vertrokken met 21 man boord. Alles ging goed tot den nacht van derdag op Vrijdag. Het was tegen twaalf uur, raren naar schatting 150 mijl van IJmuiden, li vertelde de timmerman juist naar de gaan om gedurende de hondenwacht als ganger dienst te doen. Ik ging nog even naar ■den om wat uit het volkslogies te halen. „Net was ik weer boven", zoo vertelde de omerman verder, „toen zich ëen vreeselij- ontploffing voordeed. Ik kan onmogelijk ecies beschrijven wat er toen gebeurde, it geheele middenschip, de brug. het dek- lis, de schoorsteen, alles was verdwenen, n paar seconden later daverde een tweede tploffing. De lichten waren uit, het schip ak zeer snel. Ik werd in het water ge- ngerd of dat nu bij de eerste of bij de eede ontploffing gebeurde, zou ik niet kun- n zeggen ik zwom even en belandde toen een van de twee reddingvlottcn. We had- in er twee aan ooord, een op het achter- hip en een op het voorschip. Het vlot van t voordek was door de tweede ontploffing n de achterzijde van het schip terechtge- imen. Ik wist op één van de twee vlotten te Immen en met mij nog drie andere man ui, een stoker en twee lichtmatrozen". k hoorde nog roepen "de timmerman ver even zijn zelfbeheersching, de ontroering hem een oogenblik te machtig. Heti be Noorsche vrachtschip „Balzac" heeft te Amsterdam vier leden van de bemanning van het Zweedsche stoomschip „Flandria" aangebracht, welk schip op de Noordzee op twee mijnen is geloopen en in enkele oogenblikken is gezonken. De ellende, welke de vier schipbreukelingen heb ben doorstaan, is zóó groot geweest, dat het bijna onbegrijpelijk is, dat zij nu nog in leven zijn. Na eerst in het ijskoude water te zijn terecht gekomen, hebben zij acht en veertig uur lang op een vlot rondgedobberd, acht en veertig uur lang in ontzettende koude, storm, sneeuwjacht, hagel ngelsche vliegtuigen boven ons land regeeringspersdienst meldt: lijdag zijn opnieuw op groote hoogte vreemde tuigen over het Noord-Oostelijk deel van ons i gevlogen. Daar enkele aanwijzingen doen loeden dat het Britsche vliegtuigen waren, ïs onden opnieuw om opheldering gevraagd. Breien voor de weermacht. m de Nederlandsche breisters wordt medege- d, dat zij, die nog aan blauwe bivakmutsen de Marine bezig zijn, deze zoo spoedig moge- kunnen inzenden bij den commandant der ine te Nieuwediep. Men wordt echter ver- t niet nog aan nieuwe blauwe bivakmutsen 'eginnen, wel worden nog blauwe polsmoffen assen gevraagd. wr de Landmacht worden groene bivakmut- dassen, polsmoffen en wanten bij alle brei- dés en in kamer 6 van het'Haagsche Stad- met het oog op de strenge koude, zoo spoe- Eogelijk ingewacht. 'Amerikaansche gezant bij de Koningin. M. de Koningin heeft Zaterdagmiddag den Sfikaansche gezant te Den Haag, George A. don, in audiëntie ontvangen. Het onderhoud, dat paleize Noordeinde plaats vond, duurde circa 20 den. njdag j.l. had de Amerikaansche ambassadeur lelgië een onderhoud te Brussel met koning »!d. Het vermoeden is gewettigd, dat President «velt aan de staatshoofden van België en Ne- ad door zijn gezanten dezelfde mededeelingen «doen verstrekken lOSLAXD ZET PARTICULIER TELEFOON VERKEER STOP. Gravenhage, 20 Januari 1940. Van het au International te Bern is bericht ontvan- dat Rusland het particuliere internationale 'oonverkeer geheel stopgezet heeft. Ook tus- n Nederland en Rusland kunnen derhalve particuliere gesprekken worden gevoerd. Op de Stadhouderskade te Amsterdam zijn iagmiddag twee auto's met elkaar in botsing aten. Een dame en een 9-jarig knaapje wer- gewond. De timmerman W. Hessels uit Hijkersmilde, set de fiets den verkeersweg te Smilde wilde Keken, werd door een autobus van den st JVIeppel-Groningen gegrepen op slag ge- Een 17-jarige jongen te Amsterdam, die verking van een revolver wilde demonstree- is door een schot in het hoofd getroffen en slag gedood. „Ik zal die schreeuw om hulp nooit vergeten, maar we konden niets doen". Van het schip was niets meer te zien, het was pikdonker en we waren doornat. Gelukkig waren onze reddingvlot- ten goed uitgerust ze waren voorzien van eet waren, oliegoed en electrische lantaarns. Dat zou ons behoud worden de wind was tamelijk krachtig N.O en er stond nogal deining. We pro beerden ons zoo goed mogelijk warm te houden. De stoker had niet veel kleeren aan en hij was er het slechtst aan toe. Ik kan u niet beschrijven wat we uitgestaan hebben. We waren in een betrekkelijk drukke scheepvaartroute en we meenden ieder oogenblik de lichten van een schip te zullen zien, maai de nacht ging voorbij en we hadden geen enkel „vuurtje" gezien. Het werd dag. In de verte zagen we twee, drie maal een schip We riepen, we zwaaiden met klee renhet hielp niet, ze zagen ons niet. „Vliegtuig over" Hoog over onze hoofden kruiste een vliegmachi ne, weer deden we wat we konden. Weer hielp het niet. de machine was te hoog. Weer viel de duis ternis in. We waren onbeschrijfelijk koud en nat en we hadden een erge dorst, want er was geen water op het vlot. Een enkelen keer zagen we een licht dat ons ver weg passeerde. Toen kwamen de vuren van het Noorsche schip in zicht. We zwaai den met de lantaarn. Bijna moesten we de hoop weer laten varen, het schip was ons al bijna ge passeerd op een flinken afstand toen het plotse ling van koers veranderde. We waren gezien, het draaide bij Een oogenblik zweeg de timmerman, hij dacht weer aan dat moment, toen de „Balzac" koers zet te naar het vlot met hem en zijn drie verkleumde kameraden „We waren al gauw aan boord, ofschoon het langszij komen heel wat zeemanschap eischte van den kapitein. We zijn op het Noorsche schip prachtig ver zorgd en heel gelukkig dat we veilig in Amsterdam zijn aangekomen, wanneer er niets gebeurd was, zou nu op deze plaats de „Flandria" gemeerd heb ben gelegen de „Flandria", met kapitein Rönne een beste baas", besloot de timmerman zijn verhaal. De kapitein van de „Balzac", Aage Wilhelmsen, heeft nog verteld, dat het alleen aan het uiterst scherpe wacht houden van den tweeden stuur man te danken is, dat de mannen zijn opgemerkt. Deze stuurman zag in den nacht van Zaterdag op Zondag, ongeveer honderd mijl Noordwest van IJmuiden lichtsignalen aan stuurboord. Eerst dacht hij met een onderzeeër te doen te hebben. Hij liet den kapitein roepen, die in zijn hut wasNa eenige aarzeling kwamen beide mannen tot de conclusie, dat schipbreukelingen hulp noodig haddenMen wendde het schip en stoomde in de richting van de lichtsignalen. Na heel wat gemanoeuvreer had men het groote vlot aan leizijde. De loodstrap ging uit en een paar mi nuten later stonden vier druipnatte*en verkleum de mannen aan dek. Zij hadden nog kracht ge noeg gehad om zelf naar boven te klauteren. Al leen een man, die later een stoker van de „Flan dria" bleek te zijn, moest geholpen worden Men had geen dokter aan boord, maar al gauw zag men dat geen van de mannen gewond was. Warmte, drank en voedsel was alles wat ze noo dig hadden en daar heeft men het niet aan laten ontbreken. Zenuwachtig (Adv. ingez Med.) Volgens de sterrekundigen is een zon in den melkweg uiteenge barsten. De stukken vliegen door het heelal Er is een zon gebarsten in 't heelal en door de ruimte gieren continenten 'k Heb in mijn broekzak vijf en twintig centen, waarvoor 'k een kleintje koffie koopen zal, want ik ben hoogst ontdaan door dit geval. Nu zit ik stil in dit verwarmd café en staar naar buiten, in de ka-le twijgen. Zoo'n zonne-brok op 't sterfelijk hoofd te krijgen ('k h^b juist een nieuwen hoed) is een idéé waarvan ik rilMisschien valt het in zee! Drie klontjes doe ik in mijn kop.. En room! Mijn wereld gaat haar gang van alle dagen. Voor het café stopt juist een dure wagen. Zou 'k eenmaal erven van mijn rijken oom..? j Wat is dit leven.Weten.wensch of droom. Terwijl ik in mijn kleintje-koffie roer en zonnebrokken door de ruimte razen, staar ik naar deze wereld, door de glazen. Daarbuiten jaagt en dreunt het snel-vervoer, terwijl 'k wantrouwig naar den hemel loer. De suiker, die nu in mijn koffie smelt, kwam uit de Oost, waar bruine menschen wonen. En karavanen brachten koffieboonen. De heele aard' is tot mijn dienst gesteld, opdat ik, hier, als middelpunt, zou troonen. Als nu het brok opeens kwam neergekwakt. Dan zou er niets.geen stad.geen mensch meer leven. En al dat haasten, onze strijd, ons streven, waar" als een kaartenhuis ineen-gezakt. En zelfs de oom.naar wiens versterf men snakt! .Dit kleintje-koffje heeft me goed gedaan. Nu zou een glaasje droge sherry smaken Wanneer het brok ons werkelijk zou raken dan durfde ik de speculatie aan. Maar 'k heb geen geld.En ik ben opgestaan. En ik betaal mijn koffie.en de fooi. En 'k trek weer, platzak, peinzend en gelaten met duizend menschen door de winkelstraten. Mijn zichtb're wereld is een nauwe kooi vol dwaas ge-ijl.gerucht.en rommelzooi. En al mijn zorgenen de wereldstrijd. en d'uitverkoopen.waar je goed kunt slagen. zijn in een zucht verdweneni^eergeslagen, als het heelal met zonnebrokken smijt. Maar.'k heb geen geld.En 't wordt weer etenstijd MELIS STOKE. Prinses woont voorstelling van Ned. Padvindstersgilde bij. Prinses Juliana heeft Zaterdagmiddag, ver gezeld van een hofdame, de voorstelling bijge woond, welke gegeven werd door de Haagsche afdeeling van het Nederlandsche Padvindsters gilde in den Koninklijken schouwburg te 's Gravenhage, ten bate van het Finsche Roode Kruis. De Prinses was in padvindsterscostuum ge kleed. H.K.H. werd in den schouwburg verwel komd door de voorzitster van het N.P.G., me vrouw E. van den Boschde Jongh en de voor zitster van de Haagsche afdeeling, mevrouw M de BrauwPanthaleon van Eek. Prinses Juliana nam met haar hofdame in de koninklijke loge plaats, vanwaar zij de voor stelling gadesloeg. ENAUGUREELE REDE PROF. DR. H. W. OBBINK Vanmiddag om 2 uur heeft prof. dr. H. W. Obbink in het groot auditorium van de Rijksuni versiteit te Utrecht zijn ambt als gewoon hoog leeraar in de geschiedenis der godsdiensten in het algemeen en in de Egyptische taal en letterkunde aanvaard met een oratie over: „Het Heilige Boek als godsdiensthistorisch verschijnsel". Werk van Heuff op tentoonstelling in het Rijksmuseum. Naar wij vernemen is er alsnog voor particu liere rekening op de tentoonstelling „Onze kunst van heden" o.m. het werk van Herman Heuff, Storm door Schouwen, aangekocht. Door dc vorst is de watermolen van Diepenheim in kluisters van ijs geslagen. Het molenrad zit onwrikbaar vast door de ijslaag, welke zich er omheen gevormd heeft en in de sluizen is geen beweging meer te krijgen, zoodat noodgedwongen de werkzaamheden in den molen gestaakt moesten worden. Niet alleen eenvoud is het kenmerk van het ware. Ook gestadige, gezonde groei. Zooals met de Groentjes in Haarlem's Dagblad het geval is die in 1939 verder stegen tot Aanvragen om vrijstelling dienen zeer spoedig te worden ingediend De regeeringspersdienst meldt: Het ligt in het voornemen om de hierna vermeld^ ploegen dienstplichtigen van de lichting 1940 in te lijven op de daarbij aangegeven datums. Onder de op te roepen dienstplichtigen zijn niet begrepen zij die zijn bestemd voor officiersopleiding en voor op leiding tot onderofficier-administrateur. De dienst plichtigen van de lichting 1940, ingedeeld bij het lste en 2de regiment huzaren en bestemd voor paar denverzorger en -oppasser. Bij de Koninklijke Militaire Academie of rij school. eerste jploeg, worden nader toegewezen aan het 2de regiment wielrijders. Hun inlijving zal zooals hierna is vermeld, geschieden op 15 April 1940. Dienstplichtigen van de hierna vermelde ploegen die vrijstelling wegens kostwinnerschap of wegens persoonlijke onmisbaarheid dan wel uitstel var eerste oefening verlangen, kunnen daartoe aanvraag doen. Voor zoover de inlijving in Februari a.s geschiedt, moet de aanvraag met den meesten spoed v/orden ingezonden. Geldt het vrijstelling, dan moet de aanvraag door of vanwege den dienstplichtige worden gedaan bij den burgemeester. Geldt het uit stel van eerste oefening, dat moet de dienstplichtige een schriftelijk verzoek richten aan den ministei van defensie, bij voorkeur door tusschenkomst van den burgemeester. Is de reden van het verzoek ge legen in studiebelangen, dan moet een verklaring worden bijgevoegd, afgegeven door het hoofd van de onderwijsinrichting. Er moet op worden gerekend, dat uitstel van eerste oefening slechts op uiterst beperkte schaal zal worden verleend. Opkomst op 12 Februari 1940. Luchtvaartregimenten, eerste ploeg: 3de en 4de regiment huzaren, voor zoover betreft de paarden- verzorgers en -oppassers bij de koninklijke mili taire academie of rijschool, eerste ploeg, 4de regi ment huzaren, voor zoover betreft de paardenver zorgers bij het remontedepót, eerste ploeg. Opkomst op 15 April 1940 2de regiment wiel rijders, lste regiment huzaren (geen paardenoppas- sers en verzorgers), lste, 2de, 3de en 4de regimen1 huzaren, voor zoover betreft de paardenverzorger; en -oppassers bij de koninklijke militaire academii of rijschool, tweede ploeg. Opkomst op 6 Mei 1940. 2de regiment genietroe pen (verbindingstroepen), eerste ploeg, 3de regi ment genietroepen (verlichtingstroepen) eerste ploeg, korps pontonniers en torpedisten. mers en torpedisten), eerste ploeg, 4de regimem huzaren, voor zoover betreft de paardenverzorgen- bij het remontedepót, tweede ploeg, lste en 2de regiment huzaren-motorrijder. Opkomst op 3 Juni 1940. Luchtvaartregimenten tweede ploeg, compagnie intendancetroepen, derd« ploeg, lste regiment genietroepen, (pioniers) eerste ploeg. Opkomst op 17 Juni 1940. lste regiment lucht doelartillerie, derde ploeg, regiment kustartillerie tweede ploeg. Er komt gebrek aan verschillende arlikelen Eiland reeds 14 dagen geïsoleerd Het eiland Ameland is thans veertien dagen geïsoleerd, dat wil zeggen, veertien dagen ach tereen is de boot- en scheepvaartverbinding met den vasten wal verbroken en daar Ameland rondom in het ijs zit, ziet het er naar uit, dat hierin den eersten tijd wel geen verandering zal komen. In deze veertien dagen is viermaal een vlieg tuig geland, dat post bracht. Winkelgoederen daarentegen komen weinig binnen en zco lang zamerhand begint de voorraad van vele winke liers te slinken. Wel is er nog geen gebrek, maar toch is er al een begin gemaakt met rantsoe neeren. Tengevolge van de regeeringsmaatregelen in verband met de mobilisatie, kon men geen wintervoorraad opslaan, zooals men dat gewoon was te doen en daarom zit men op het oogen blik wel een beetje krap. Enkele bakkers hebben momenteel geen meel meer in huis. Suiker, zout, petroleum en brandstoffen wor den schaarsch. Kon men de vorige winters al spoedig te voet of met voertuigen over het ijs van de wadden het vasteland bereiken, thans is het ijs tengevolgp van de wisselvalligheid van de weersomstandig heden nog niet betrouwbaar. De sneeuwopruimer.- hebben druk werk. De verbinding tusschen de verschillende dorpen is door de sneeuw op som mige gedeelten van het eiland vrijwel onmoge lijk geworden. De arts, die in Nes woont, en dagelijksch zijn patiënten bezoekt per auto, heeft dit twee dagen moeten staken omdat de weg door de sneeuw onbegaanbaar was. Gelukkig zijn er op het eiland op het oogen blik geen ernstige zieken. Een ambtenaar ter secretarie, die te Hollum woont, trachtte gis teren per motor Nes te bereiken, doch twee maa' tevergeeefs. Door den ijsgang is een kalkschip van schip per Blokzijl, dat te Nes op de reede lag, op drift gegaan en buitengaats op het Bornrif te Hollum tusschen het ijs beklemd geraakt. Het is waarschijnlijk verloren. De schipper en zijn zoon bevonden zich op den wal. toen het schip losraakte. Soldaten, die op het eiland met verlof zijn moesten dit verlof evenwel verlengen. Indien de voetverbinding met den vasten wal tot stand Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1890. 22 Januari: In de omstreken van Haarlem komen nog steeds nieuwe gevallen van influenza voor. Vooral te Bloemendaal, Zandvoort, Sloten en Spaarndam is het aantal lijders groot. Te Haarlemmermeer is de ziekte af nemend, zoodat sehool no. 10, sedert eeni- gen tijd gesloten, weder geopend is. Ook het aantal ziektegevallen onder het vee neemt ai. is gekomen, kunnen zij zich weer naar hun diverse afdeelingen begeven. Ook jongere mi- iitiaren. die pas onder de wapenen zijn ge roepen, beginnen hun dienst met een noodge dwongen verlof. De Waal heeft zich vastgezet. Zondag heeft de Waal zich op verschillende plaatsen vastgezet, 's Middags was er bij Tiel al geen beweging meer in de rivier op te merken en Zondagavond tusschen acht en negen uur is de Waal ook voor Beuningen gaan vastzitten. 4 1.40 PER FLACON - FAMILIEVERPAKKING (2.75 (Adv. ingez Med.) Een nieuwe leer ter zee? Het torpedceren van „Arendskerk" en „Slicdrecht". „De Standaard" wijdt een driestar aan het torpe- deeren van de „Arendskerk" Er op wijzend, dat het schip, volgens een mededeeling van den Duit- schen duikbootcommandant, naar den bodem der zee werd gezonden, omdat het op weg was naar Zuid-Afrika, welk land met Duitschland in oorlog is, schrijft het blad: „Dat laatste had er eigenlijk niet bijgevoegd hoeven te worden, want de Sliedrecht hoewel op weg naar een neutraal land werd óók getorpe deerd en de bemanning aan haar lot overgelaten. Het is intusschen niet zonder beteekenis, dat deze nieuwe leer geformuleerd is geworden. Tot nog toe liep de scheidslijn tusschen contra bande- en niet contrabande goederen. En al was bij het trekken van die scheidslijn willekeur allerminst uitgesloten beide partijen maken zich daaraan schuldig men bleef daarmee over het geheel bin nen de grenzen van de internationaal aanvaarde regelen Naar de leer van dezen Duitschen duikbootcom mandant heeft die opvatting thans afgedaan, voor zoover een schip een vijandelijk land als reisdoel heeft. Wat het aan boord heeft, doet er dan niet toe, zelfs al heeft het niets aan boord, al vaart het in ballast; wanneer de bestemming een vijandelijk land is, dan gaat het schip naar den bodem der zee. Die leer ruimt ook een andere moeilijkheid uit den weg. Deze met name, dat vernietiging van sche pen, die contrabande vervoeren, in 't algemeen slechts geoorloofd is als meer dan de helft der la ding uit contrabande-goederen bestaat. Vervangt men nu de contrabande-leer door die van de bestemming, naar de opvatting van den torpedeur van de Arenkskerk, dan behoeft men im mers ook niet te onderzoeken of meer dan de helft der lading contrabande is of niet. Want het doet er niet eens meer toe of het schip lading aan boord heeft of niet. En als men dan den torpedeur van de Sliedrecht er nog bij haalt om nieuwe regelen voor den oorlog ter zee tegen neutralen te formuleeren, dan wordt de zaak al heel makkelijk. Een vaartuig kan maar twee bestemmingen heb ben: een vijandelijk land (Arendskerk) of een neu traal land (Sliedrecht). De bestemming is volgens de Duitschers beslissend, de lading telt niet mee. Ergo alle schepen, uitgenomen die, welke voor Duitsche en (waarschijnlijk) Russische havens be stemd zijn, mogen door Duitsche duikbootcomman- danten getorpedeerd worden. Dat zou de conse quentie zijn van de gemeenschappelijke opvatting van de commandanten, die Sliedrecht en Arends kerk naar den bodem der zee hebben gezonden. Is er nog hoop, dat de Duitsche regeering de2e handelingen zal veroordeelen? Wij weten het niet, maar heel groot is die hoop niet, omdat men van Duitsche zijde blijkbaar onderscheid maakt tus schen neutralen en neutralen." Het blad wijst op de volgende opsomming van de tot 1 December 1939 getorpedeerde vaartuigen, n.L: 4 Noorsche, 7 Zweedsche, 6 Finsche, 1 Belgisch, 5 Grieksche, 1 Russisch, 1 Deensch, 1 Roemeensch, 1 Nederlandsch (Sliedrecht) en vervolgt dan: „Daarentegen geen Italianen, geen Spanjaarden, geen Japanners, geen Amerikanen. Natuurlijk deelen schepen van deze nationaliteit wel in het mijnengevaar, doch de duikbootcomman danten doen ten aanzien van de vier grooteren blijk baar als Nelson voor Kopenhagen: ze zien niet wat ze niet wenschen te zien. En waar men nu eenmaal uit is op vernietiging van scheepsruimte en de En- gclsche schepen veelal in konvooi varen, daar vreezen we, dat de vloten der kleinere neutralen ook verder het gelag zullen hebben te betalen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5