Haarlem's Dagblad
Geen juridische verplichting
aan den oorlog deel te nemen
Nederlands
Levenskracht.
Kasbloemen
Noorsch schip
bij onze kust vergaan.
Ji'uiistec uan JUe(feu&:
der neutralen om
7ledexCaitd wenscht neutiaai te bCifven-
Vecaadeciny van
uxeet
Het Belangrijkste
87e Jaargang No. 17362
Uitgave lourens Coster, Maatschappij voor Courant*
Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groota
Houtstraat 93, bijkantoor Soendapiein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825. Soendapiein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Donderdag 23 Januari 1940
Abonnementen per week ƒ0.25, per maand 1-1 CV
per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, loss»
nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regel*
ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 pe'
regel. Regelabonnementstarieven op aanvraag
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel mee*
ƒ0.15. Groentjes zie rubriek.
In de Eerste Kamer heeft de minister van Bul
tenlandsche Zaken. mr. van Kleffens, vandaag
een belangrijke begrootingsrede gehouden waar
op ik aller aandacht vestig. Er is al eerder geble
ken dat deze nieuwe bewindsman, in de moeilijk
ste omstandigheden tot zijn zeer verantwoorde
lijke taak geroepen, de rechte man op de rechte
plaats is. In weinige maanden tijds heeft hij zich
reeds een reputatie veroverd van zeer scherpzin
nig en weloverwogen beleid, van besluitvaardig
heid en durf. Waarbij komt dat hij de taal
spreekt, die wij allen verstaan omdat zij zoo echt
en kenmerkend Nederlandsch is. Geen wonder
dat in de Kamers door vertegenwoordigers van de
meest uiteenloopende politieke richtingen ver
trouwen in zijn beleid wordt uitgesproken.
Ik hoop dat ook in het buitenland groote aan
dacht besteed zal worden aan de rede die mr. van
Kleffens vandaag heeft gehouden. En dat is ook
wel te verwachten, want men heeft daar al ge
merkt dat Nederland op deze belangrijke post een
voortreffelijk man heeft gevonden. In dezen tijd
kan men er dan wel van verzekerd zijn, dat
nauwkeurig nota wordt genomen van hetgeen
zulk een woordvoerder-van-zijn-volk te zeggen
heeft. En dat geldt niet alleen het Nederlandsche
standpunt ten aanzien van de vele moeilijkheden,
die onze positie als kleine neutrale mogendheid
meebrengt, maar ook onze volkskracht.
De minister heeft die geschetst in zeer kern
achtige en heldere bewoordingen. En hij heeft
daarbij eenige feiten aangeroerd, die als propo-
ganda in den besten zin des woords op den voor
grond gesteld mogen worden. Hij heeft de aan-
dacht gevestigd op ons buitengewoon hoog ge
boortecijfer en buitengewoon laag sterftecijfer,
cijfers waarvan het verschil zoo groot is dat wij
daarin alle Europeesche groote 'mogendheden en
de Vereenigde Staten achter ons laten. Hij heeft
diegenen in het buitenland gewraakt, die in onze
kracht ter zee geringer dan die van de groote
mogendheden, zoodat wij daar slechts in bijzon
dere gevallen geweld met geweld kunnen keeren
een gebrek aan ruggegraat zagen, en de va-
derlandsche bedachtzaamheid voor gemis aan be
sluitvaardigheid hielden. Hij heeft gezegd: wan
neer buitenlanders willen zien hoe het met de
levenskracht van Nederland gesteld is, laten zij
dan eens bij onze weermacht gaan kijken, of in
Indië, of laat hen bij onze padvinders te gast
gaan, of een Kaagweek meemaken of een Vier-
daagschen Afstandsmarsch. Laten zij de Zuider
zeewerken bezoeken. Zoolang Nederland, dat mits
het zelfstandig is, evenals trouwens België, een
element van rust vormt in Europa, het vrijheids
lievende, arbeidzame land is dat het altijd is ge
weest, sterk ook door den religieuzen inslag zijner
bewoners, de verscheidenheid hunner gaven, hun
ondernemingszin, vooruitstrevendheid en verrich
tingen op het gebied van wetenschap en kunst.
zoolang verdient het de onaantastbaarheid van
zijn gebied en zijn zelfstandigheid.
Dit is taal die ons allen goed zal doen. De mi
nister heeft niet nagelaten buitendien op feiten
te wijzen, die wij met trots en zelfbewustzijn als
ons eigen krachtige standpunt handhaven en die
niettemin zelfs enkelen in ons land soms onder
schatten. Hij heeft er de aandacht op gevestigd
dat het vraagstuk der bestaansruimte, dat zich
voor onszelf in buitengewoon sterke mate voor
doet, naar onze overtuiging met vreedzame mid
delen dient te worden opgelost. Hij is met cijfers
voor den dag gekomen omtrent ons buitenge
woon groote bevolkingsoverschot. Op ons Euro
peesche gebied moeten wij per vierkanten mijl 618
menschen voeden, dat is meer dan anderhalf
maal zooveel als Duitschland, driemaal zooveel als
Frankrijk en nog altijd 100 meer dan Groot-
Brittannië en Ierland. Acht en driekwart millioen
menschen te voeden in een land, welks bodem
slechts vier millioen in leven kan houden, is een
kunststuk dat slechts mogelijk is door de grootste
krachtsinspanning. Indië helpt ons daarbij, al is
de groote bevolkingsdichtheid van Java (748 men
schen per vierkanten mijl) weer een vraagstuk
op zichzelf
En niettemin sluiten wij onze koloniën niet
voor anderen. En ons bestuur daar wordt door
bevoegde beoordeelaars in het buitenland aan
andere landen ten voorbeeld gesteld. Wij hopen
dat tegenover onze open deur de poorten bij die
anderen zich spoedig opnieuw zullen openen
Ik zou meer kunnen citeeren, maar is dat hier
noodig? Er zal reden te-over bestaan om op
andere gedeelten uit minister Van Kleffens' rede
terug te komen. Wat ik hier heb aangehaald toont
een zelfbewustzijn en levenskracht waarop wij
inderdaad trotsch mogen zijn. En moge tot leering
strekken aan diegenen die geneigd zijn naar bui-
tenlandsche redevoeringen te luisteren en te
meenen dat die het zooveel beter weten dan ónze
knappe menschen en dat die buitenlanders ons
wel eens zullen vertellen wat wij nu eigenlijk
moeten doen. Dat ergert mij en velen vaak.
Wij kunnen en weten het waarachtig zelf wel
en dat heelt onze historie, dat hebben ook onze
levenskracht en vastberadenheid in dezen tijd
bewezen. Laten we dat wel beseffen. Zelfvertrou
wen en rustige moed zijn machtige eigen
schappen, waarom anderen ons des te meer
zullen eerbiedigen.
De kloeke taal van een Van Kleffens is in
dezen tijd, meer dan ooit, het geluid dat ons
volk moet doen hooren. Wij weten zelf wat het
beste voor ons is. Wij hebben onze zelfstandig
heid veroverd en bewezen die waard te zijn!
R. P.
Verhoogiiig van den brandstofbijslag
Wegens het lange aanhouden van de strenge
vorst, heeft de minister van Sociale Zaken be
sloten goed te keuren, dat voor hen, die in de
steunregeling zijn opgenomen voor deze week de
brandstofbijsiag wordt verhoogd van ƒ1.30 tot
/1.70.
(Hoewel kasbloemen bij de ver
zending speciaal gekoesterd ivor-
den en zelfs met wollen dekens
warme kruiken en watten veiyakt
zijn geworden, konden zij in de
laatste weken niet voor bevriezing
worden gevrijioaard.)
De vorst maakt wel vandaag den diag
Met onze bloemen korte metten.
Je kunt nu, als 'k zoo zeggen mag,
De bloemetjes niet buiten zetten.
Dat komt den kweeker slecht van pas,
Hij heeft nu onverbloemde zorgen,
Vorst staat niet bij hem in de kas,
En hij ziet tobbend naar den morgen.
Hij geeft de bloem een warme kruik,
Pakt haar in dekens en in watten,
Met een soort winterjas en pruik.
Opdat zij maar geen kou zou vatten.
Maar zelfs die moederlijke zorg
Staat in een tijd van strenge kouide,
Helaas er nog niet steeds voor borg,
Dat Flora's kindren 't leven houden.
Dit maakt den kweeker tot een man.
Die, trouw bij kas voor 't handeldrijven,
Wel aanspraak maakt op kassian,
Omdat hij niet bij kas kan blijven.
En alle bloemenhandel moet
Nu wel op moeilijkheden stuiten.
Slechts één soort bloemen tiert nog goed
En dat zijn bloemen op de ruiten.
P. GASUS.
Vannacht is op ongeveer 36 mijl
noordwest van IJmuiden het Noorsche
s.s. „Biarritz" op een mijn geloopen.
Het schip was met het Noorsche
stoomschip „Borgholm" van Antwer
pen naar Oslo vertrokken.
De „Borgholm" heeft 20 geredden,
onder wie zich gewonden bevonden,
overgenomen en naar ümuiden over
gebracht. Het schip heeft echter eerst
het daglicht afgewacht, alvorens te
vertrekken, om te zien of er nog
drenkelingen gered konden worden.
Toen het schip hedenmiddag om
1 uur in Dmuiden aankwam, bleek, dat
er van de 20 geredden 3 overleden
waren.
Het Noorsche s.s. „Biarritz" meet
bruto 1752 ton en behoorde aan de
reederij Fred. Olsen Co., te Oslo.
Het werd in 1922 gebouwd.
Het woord is aan
Bismarck
V/ie eens op het slagveld een sterven
den krijgsman in de brekende oogen
heeft geziendie zal zich lang bedenken
voor hij een oorlog begint.
zit volgens De Bilt in de lucht: Toenemende
bewolking en stijgende temperatuur, met
regen of sneeuw. Maar blijvend is de ver
andering niet. De Oostenwind zal tegen mor
genavond opnieuw vorst aanvoeren.
Minister Van Kleffens heeft vandaag bij de
behandeling van de begrooting van buitenland-
sche zaken in de Eerste Kamer een rede ge
houden over het buitenlandsch beleid der re
geering.
Over de betrekkingen met België zeide hij, dat
een wederkeerige gezindheid van werkelijke goede
nabuurschap niet anders dan een heilzame uit
werking kan hebben op de gaandeweg zoozeer
verbeterde, en heden ten dage uitstekende be
trekkingen met België. Dat deze verheugende
verhouding allengs op geheel natuurlijke wijze
is gegrond, komt de positie van elk der beide
Koninkrijken ten goede. De beide landen kun
nen elkaar op velerlei gebied behulpzaam zijn
niet het minst op economisch gebied. Het is
meer dan ooit de wensch van beide regeeringen
het onderling handelsverkeer zoo hoog mogelijk
op te voeren. Als is het waar, dat de belang
hebbenden geneigd zijn een eenzijdig standpunt
in te nemen, mag toch met vreugde worden ge
constateerd, dat b.v. de geest waarin de bespre
kingen worden gevoerd van de Nederlandsch-
Belgische havencommissie, van breeder ge
zichtskring een verheugend getuigenis aflegt
Die commissie zet haar arbeid voort.
Sprekende over de Novembercrisis zeide de
minister dat de Kamer geen terugblik van hem
zal verwachten. De minister hoopt, dat men één
les uit hetgeen toen voorviel zal hebben getrok
ken en dat ls deze, dat de regeering op een ge
geven oogenblik aanleiding kan vinden tot een
intensiveering van militaire maatregelen, welke
naderhand weer ongedaan kunnen worden ge
maakt, doch van welke het niettemin tevoren
niet verantwoord zou zijn, die maatregelen na
te laten. Zoo is het ook de vorige week gegaan
In zoo'n geval kunnen de motieven niet altijd
worden blootgelegd, doch het Nederlandsche
volk mag eenerzijds vertrouwen hebben, dat bui
tengewone maatregelen in verband met 's lands
defensie noch lichtvaardig, noch zonder reden
werden genomen, en is anderzijds kloekmoedig
genoeg om daardoor niet in een paniekstemming
te geraken.
De handhaving van de neutraliteit.
Aangaande de handhaving van onze neutrali
teit is het mij, aldus de minister, een buitenge
woon groot voorrecht, te mogen vaststellen dat
het Nederlandsche volk in overgroote meerder
heid achter de regeering staat.
Sedert het begin van November is nog niet over
gegaan tot publicatie van een tweede Oranje-
boek. Zoodra daarvoor voldoende stof aanwezig
is. zal zulk een nieuwe uitgave van officieele be
scheiden het licht zien.
Ik vertrouw, aldus de minister, dat daaruit
opnieuw de indruk zal worden verkregen dat de
regeering actief is gebleven bij de verdediging
van 's lands belangen, en ik kan reeds thans
verklaren dat zij daarbij zelfstandig haar ge
dragslijn heeft bepaald, uitgaande van die een
voudige en klax-e beginselen, welke de ervai-ing
ons heeft doen kennen als in elk opzicht de
beste voor een land met de unieke ligging -an
het onze. Deze laatste woorden uitsprekende
heb ik het oog zoowel op Nederland als op ons
overzeesche gebied.
Tegenover elke schending van onze onzij
digheid wordt opgetreden in strikte avereen-
stemming met de eischen van het volkenrecht.
Door hen die ons, door eigenbelang gedreven,
van het tegendeel betichten zullen wij ons niet
in de war en van den rechten weg af laten
brengen. Zelfs gaat de regeering zoover dat zij.
zoodra zij kennis krijgt van voorxxemens van
oox-logvoerende regeeringen welke haar strijdig
voorkomen met 's lands rechten of wettige be
langen, niet nalaat terstond een waarschuwend
Hoewel de rivieren in ons land op vele plaatsen „zitten'', werd Woensdag op de
Lek de gewone dienst tusschen Alblasserdam en Ridderkerk op normale wijze
per motorboot onderhouden.
geluid te doen hooren. opdat haar naderhand
niet kan worden verweten, niet tijdig bezwaren
te hebben voorgedragen. Zoo is met name ge
schied toen de Britsche en Fransche regeeringen
nadat de Duitsche oorlogsmethoden ter zee
helaas ook reeds vele Nederlandsche levens had
den gekost overgingen tot représailles die, be
halve hun tegenstander, in ernstige mate Neder
landsche belangen moesten deren, en die de
Nederlandsche regeering voorkwamen volken
rechtelijk ontoelaatbaar te zijn. Naar beide zij
den wordt getracht zoo zuiver mogelijk den koers
te zeilen die onze huidige volkenrechtelijke po
sitie voorschrijft.
Nederland vervult, naar het de regeering
voorkomt, in de tegenwoordige omstandig
heden en voorzoover het ons gegeven is
vooruit te zien (want wij verheffen de on
zijdigheid niet tot een voor alle omstandig
heden geldend volstrekt postulaat) door on
zijdig te zijn de taak die het tegenover zich
zelf heeft te vervullen, wat mede een Euro-
peesch belang van de allereerste orde is.
Dat België een overeenkomstige houding aan
neemt, kan tot groote voldoening strekken. Een
uitbreiding vaxx den oorlog tot onze landen zou
den oorlog slechts compliceex'en, want nooit zal
eenige groote Europeesche mogendheid in deze
streken kunnen dulden dat Nederland of Bel
gië in de handen van den tegenstander geraakt.
Daarom is het aan ons om, als het kan, buiten
den strijd te blijven.
Eén ding is echter wel te verstaan: wie de
wapenen tegen ons opneemt, stuit op onze
wapenen.
Het verheugt mij, deze gelegenheid tc
hebben om dat nog eens duidelijk te zeggen
met het oog op die sirenen van weerszijden
die, nu eens grof en maar al te doorzichtig,
dan weer met behulp van schoonschijnende
of van even ingewikkelde als onlogische
redeneeringen, ons langs rechtstreekschc
baan of langs een omweg willen drijven in
den ooi-log, niet omdat het heil van Neder
land of van België hun zoozeer ter harte
gaat, maar omdat zij denken dat hun eigen
ware- of vermeende belangen gediend zou
den zijn met het betrekken aan hun zijde
natuurlijk van de lage landen in den
krijg.
Aan Britsche zijde is dezer dagen zelfs een en
kele stem opgegaan die een juridische verplich
ting van de neutralen poneert tot deelneming
aan den oorlog: als lid van den Volkenbond zou
den wij daartoe gehouden zijn.
Ik acht het niet noodig, gelet ook op een van
hooggeachte zijde ingezonden stuk in het „Va-
dei-land" van gisterenochtend, hier meer te doen
dan het bestaan voor Nederland van een rechts
plicht of een moreele plicht tot deelneming aan
den ooi-log schei-p te ontkennen.
Wij hebben ervoor gezorgd, vrij te staan
en, van die vrijheid gebruik makend, hou
den wij vol dat, zooals nog onlangs profes
sor Telders, en voor hem mannen als Struy-
ken en Van Karnebeek hebben uiteengezet,
en zooals het in rustiger tijden met name
ook in het buitenland door bevoegde staats-
lieden steeds is begrepen, onze weloverwo
gen taak is: eigen erf in eigen hand; geen
aansluiting bij anderen, Dat is een positieve
houding, en positieve politiek en het voeren
van die politiek is bovendien nog ons goed
recht.
Ik wil mij niet overgeven aan het leveren van
vele citaten van gezaghebbende schrijvers in
binnen- en buitenland om die te adstrueeren,
wat overigens een eenvoudige zaak is, en ik vol
sta er daarom mede, in herinnering te brengen
wat Struycken in kernachtige woorden schreef:
,Het maxime der geschiedkundige ontwikke
ling: Nederland zelfstandig, niet dienstbaar aan
welke vreemde politiek ook. de grondidee van de
actieve politiek der vaderen, is zoo ook in zijn
huidigen vorm: die der politieke afzijdigheid,
het juiste richtsnoer gebleken". Dat is „een maxi
me die geen staat" en dus ook Nederland zelf
niet „straffeloos kan voorbijzien of overtre
den". Laten wij, wanneer anderer verleiding of
eigen sentiment ons mocht willen verlokken
anders te handelen, dien wijzen raad nooit ver
geten. In tijden als deze moeten wij allen ons
welbewust er toe zetten, politiek te denken. Dat
eischt de toekomst van ons land als onafhanke
lijke staat, en wij hebben noch tegenover ons
zelf xxoch tegenover onze nazaten noch te
genover Europa, het recht anders te doen.
nog is de omvang der zaken echter niet van dien
aard dat de stichting van zxxlk een instantie mij
gerechtvaardigd of wenschelijk zou voorkomen.
Volkenbond.
De minister behandelde daarna het lidmaat
schap van Nederland van den Volkenbond. Hij
achtte het onjuist den volkenbond voor te stel
len als een organisatie, waarin Frankrijk en
Engeland het voor het zeggen zouden hebben,
maar hij wensch te vast te .stellen, dat op den
duur bestendiging van het lidmaatschap van een
volkenbond met politieken inslag dien zeker
het Geneefsche instituut, ondanks alles nog
steeds heeft gehouden onmogelijk zal wor
den, indien het eenzijdig karakter van den bond.
waarop ik zooeven doelde, zou blijven gehand
haafd.
Een andere vraag is echter; is waarschijnlijk
het oogenblik wel aangebroken, waarop de klei
nere staten, die in het conflict tixsschen Frank-
i-ijk en Groot-Brittannië eenerzijds en
Duitschland anderzijds neutraal wenschen te
blijven, den Volkenbond moeten verlaten?
Deze vraag hebben de kleinere Europeesche
staten, waaronder Nederland, ontkennend be
antwoord. Een land als Nederland, dat in den
Volkenbond heeft begroet een grootsche poging
om te geraken tot die organiseering van de sta
tengemeenschap. die naar onze vaste overtuiging,
de eenige weg kan zijn waarlangs de menschheid
tenslotte tot een vreedzame internationale sa
menleving kan komen, werkt niet lichtvaardig tot
den val van den Bond mede. door. indien de re
sultaten voorshands teleurstellend zijn. den
bond te verlaten. Zoolang er nog hoop bestaat,
dat tenslotte na een periode van ontwrichting en.
van storm, de organisatie zij het in gewijzig-
den vorm toch nog tot krachtig leven zal kun
nen uitgi'oeien, zullen de kleine staten dezen
Volkenbond trouw blijven. Eerst dan. wanneer zij
alle hoop op deze ontwikkeling zouden moeten
opgeven, zou voor hen het oogenblik zijn om zich
uit dezen Volkenbond terug te trekken.
Die positie achten zij thans echter niet aan
wezig en het verloop van de jongste Volken-
bondsvergadering heeft hen zeker niet van de
onjuistheid dezer zinswijze overtuigd. Daar toch
is wel duidelijk de eerbiediging van de zelfstan
digheid der kleine naties gebleken. Daar is wel
duidelijk aan den dag gekomen de onjuistheid
van de bewering dat de Volkenbond door twee
oorlogvoerende mogendheden wordt beheerscht.
Het was zeker niet de wensch dezer beide mo
gendheden, die tot het bijeenroepen van deze
vergadering heeft geleid.
Het ls wel ten eenenmale onbegrijpelijk hoe
men zou kunnen volhouden, dat de staten, die lid
van den Volkenbond blijven, in den strijd tus
schen Duitschland eenerzijds. en Engeland en
Frankrijk anderzijds, hun neutraliteit zouden
hebben prijsgegeven. De loop van zaken op de
jongste Volkcnbondsvergadering heeft, naar mijn
overtuiging, ten duidelijkste aangetoond, dat
voorspellingen omtrent gevaren, welke voor de
neutraliteit der kleine staten uit de bestendi
ging van hun Volkenbondslidmaatschap zoudexx
voortvloeien, mede door de voorzorgen, door deze
staten gedurende de laatste jaren ten aanzien
van hun Volkenbondspolitiek genomen, niet in
vervulling zijn gegaan, en dat er met name geen
°-evaar bestaat dat de oorlog in Finland en de
oorlog in West-Europa door middel van den Vol
kenbond aan elkaar zullen worden gekoppeld. De
Volkenbond kan de neutraliteit in het conflict
tusschen Duitschland en Engeland en Frankrijk
niet, gelijk beweerd is „ondermijnen", omdat de
Volkenbond zich buiten dit conflict houdt.
De resolutie van de Volkenbondsvergadering
wekt de staten, die daartoe in de gelegenheid
zijn op tot materieelen en humanitairen steun
aan'Finland, als slachtoffer eener agressie van
de zijde van Sovjet-Rusland Wie beweert dat zij
een verdere strekking heeft, spreekt onwaar
heid. De kleine staten zullen aan de resolutie
geen toepassing geven, die de grenzen haver
strekking overschrijdt. Nederland althans zeker
niet.
(Vervolg op pag. 2).
HEDEN: 12 PAGINA'S.
Bevoorrading van Nederland
De moeilijke onderhandelingen betreffende de
bevoorrading van Nederland hebben nog niet tot
overeenstemming geleid. De rechten en wen
schen der oorlogvoerenden en de aanspraken
en verlangens der onzïjdigen staan op dit gebied
tegenover elkaar. Ik geloof niet. dat het in het
belang der zaak zou zijn indien ik op dit oogen
blik dieper op deze voor ons land niet alleen in
economisch- doch uiteindelijk ook in sociaal op
zicht zoo uiterst belangrijke aangelegenheid die
per inging. Slechts wil ik opmerken dat de re
geering niet den indruk heeft dat wij, ondanks
onze moeilijke ligging en het feit, dat wij een
betrekkelijk groote koopvaardijvloot bezitten, t.
a. v. deze onderhandelingen In een slechtere po
sitie verkeeren daxx andere landen.
Indien de ontwikkeling van zaken mij de over
tuiging mocht geven, dat instelling van een or
gaan overeenstemmend met het in 1919 opge
richte bureau voor zeeoorlogsschade wenschelijk
en verantwoord zou zijn, zal ik gaarne het mijne
doen om tot die oprichting te geraken. Voorals-
HAARLEM EN OMGEVING
pag.
Nabij IJmuidcn is een Noorsch schip gezonken. 1
BINNENLAND
Minister v. Kleffens bespreekt het buitenlandsch
beleid der regeering. en 2
De regcering wil de mobilisatie-uitgaven uit
een Leeningfonds financieren. 3
De Eerste Kamer uit haar tevredenheid over het
buitenlandsche beleid. 3
De Eerste Kamer dringt op zuinigheid bij de
fensie aan. 3
Nabij Weert is een personentrein op een aantal
goederenwagons gereden. 6
Dr. ir. L. R. Wcntholt is benoemd tot directeur-
generaal van den Rijkswaterstaat. 6
BUITENLAND
De Russen oefenen zwaren druk uit ten noorden
van het Ladogameer. 5
Duitsche vliegtuigen hebben boven de Shctland-
eilanden bommen uitgeworpen. 5
Het Belgische schip „Mcusc" is, vermoedelijk
met alle opvarenden, vergaan. 5
Dc Engelschc controle op de Amerikaanschc mail. 6
ARTIKELEN, enz.
R. P.: Nederlands Levenskracht. 1
Van onzen flnancieelen medewerker: Wat de
herwaardeering van den goud%roorraad betee-
kent. 2
Mr. E. Elias: Ik ontdek Amerika. 3
Van een bijzondcrcn medewerker te Parijs: Het
karakter van den Franschen verlofganger. 5
K. dc Jong: Mannenkoor „Die Spaernesanghcrs" 4
Voor de Vrouw g
De Burgerlijke Stand van Haarlem is opge
nomen op i
LAATSTE BERICHTEN 7