Haarlem's Dagblad Geen juridische verplichting aan den oorlog deel te nemen Nederlands Levenskracht. Kasbloemen Noorsch schip bij onze kust vergaan. Ji'uiistec uan JUe(feu&: der neutralen om 7ledexCaitd wenscht neutiaai te bCifven- Vecaadeciny van uxeet Het Belangrijkste 87e Jaargang No. 17362 Uitgave lourens Coster, Maatschappij voor Courant* Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groota Houtstraat 93, bijkantoor Soendapiein 37. Postgiro- dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12. Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724, 14825. Soendapiein 12230. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM Donderdag 23 Januari 1940 Abonnementen per week ƒ0.25, per maand 1-1 CV per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, loss» nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regel* ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 pe' regel. Regelabonnementstarieven op aanvraag Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel mee* ƒ0.15. Groentjes zie rubriek. In de Eerste Kamer heeft de minister van Bul tenlandsche Zaken. mr. van Kleffens, vandaag een belangrijke begrootingsrede gehouden waar op ik aller aandacht vestig. Er is al eerder geble ken dat deze nieuwe bewindsman, in de moeilijk ste omstandigheden tot zijn zeer verantwoorde lijke taak geroepen, de rechte man op de rechte plaats is. In weinige maanden tijds heeft hij zich reeds een reputatie veroverd van zeer scherpzin nig en weloverwogen beleid, van besluitvaardig heid en durf. Waarbij komt dat hij de taal spreekt, die wij allen verstaan omdat zij zoo echt en kenmerkend Nederlandsch is. Geen wonder dat in de Kamers door vertegenwoordigers van de meest uiteenloopende politieke richtingen ver trouwen in zijn beleid wordt uitgesproken. Ik hoop dat ook in het buitenland groote aan dacht besteed zal worden aan de rede die mr. van Kleffens vandaag heeft gehouden. En dat is ook wel te verwachten, want men heeft daar al ge merkt dat Nederland op deze belangrijke post een voortreffelijk man heeft gevonden. In dezen tijd kan men er dan wel van verzekerd zijn, dat nauwkeurig nota wordt genomen van hetgeen zulk een woordvoerder-van-zijn-volk te zeggen heeft. En dat geldt niet alleen het Nederlandsche standpunt ten aanzien van de vele moeilijkheden, die onze positie als kleine neutrale mogendheid meebrengt, maar ook onze volkskracht. De minister heeft die geschetst in zeer kern achtige en heldere bewoordingen. En hij heeft daarbij eenige feiten aangeroerd, die als propo- ganda in den besten zin des woords op den voor grond gesteld mogen worden. Hij heeft de aan- dacht gevestigd op ons buitengewoon hoog ge boortecijfer en buitengewoon laag sterftecijfer, cijfers waarvan het verschil zoo groot is dat wij daarin alle Europeesche groote 'mogendheden en de Vereenigde Staten achter ons laten. Hij heeft diegenen in het buitenland gewraakt, die in onze kracht ter zee geringer dan die van de groote mogendheden, zoodat wij daar slechts in bijzon dere gevallen geweld met geweld kunnen keeren een gebrek aan ruggegraat zagen, en de va- derlandsche bedachtzaamheid voor gemis aan be sluitvaardigheid hielden. Hij heeft gezegd: wan neer buitenlanders willen zien hoe het met de levenskracht van Nederland gesteld is, laten zij dan eens bij onze weermacht gaan kijken, of in Indië, of laat hen bij onze padvinders te gast gaan, of een Kaagweek meemaken of een Vier- daagschen Afstandsmarsch. Laten zij de Zuider zeewerken bezoeken. Zoolang Nederland, dat mits het zelfstandig is, evenals trouwens België, een element van rust vormt in Europa, het vrijheids lievende, arbeidzame land is dat het altijd is ge weest, sterk ook door den religieuzen inslag zijner bewoners, de verscheidenheid hunner gaven, hun ondernemingszin, vooruitstrevendheid en verrich tingen op het gebied van wetenschap en kunst. zoolang verdient het de onaantastbaarheid van zijn gebied en zijn zelfstandigheid. Dit is taal die ons allen goed zal doen. De mi nister heeft niet nagelaten buitendien op feiten te wijzen, die wij met trots en zelfbewustzijn als ons eigen krachtige standpunt handhaven en die niettemin zelfs enkelen in ons land soms onder schatten. Hij heeft er de aandacht op gevestigd dat het vraagstuk der bestaansruimte, dat zich voor onszelf in buitengewoon sterke mate voor doet, naar onze overtuiging met vreedzame mid delen dient te worden opgelost. Hij is met cijfers voor den dag gekomen omtrent ons buitenge woon groote bevolkingsoverschot. Op ons Euro peesche gebied moeten wij per vierkanten mijl 618 menschen voeden, dat is meer dan anderhalf maal zooveel als Duitschland, driemaal zooveel als Frankrijk en nog altijd 100 meer dan Groot- Brittannië en Ierland. Acht en driekwart millioen menschen te voeden in een land, welks bodem slechts vier millioen in leven kan houden, is een kunststuk dat slechts mogelijk is door de grootste krachtsinspanning. Indië helpt ons daarbij, al is de groote bevolkingsdichtheid van Java (748 men schen per vierkanten mijl) weer een vraagstuk op zichzelf En niettemin sluiten wij onze koloniën niet voor anderen. En ons bestuur daar wordt door bevoegde beoordeelaars in het buitenland aan andere landen ten voorbeeld gesteld. Wij hopen dat tegenover onze open deur de poorten bij die anderen zich spoedig opnieuw zullen openen Ik zou meer kunnen citeeren, maar is dat hier noodig? Er zal reden te-over bestaan om op andere gedeelten uit minister Van Kleffens' rede terug te komen. Wat ik hier heb aangehaald toont een zelfbewustzijn en levenskracht waarop wij inderdaad trotsch mogen zijn. En moge tot leering strekken aan diegenen die geneigd zijn naar bui- tenlandsche redevoeringen te luisteren en te meenen dat die het zooveel beter weten dan ónze knappe menschen en dat die buitenlanders ons wel eens zullen vertellen wat wij nu eigenlijk moeten doen. Dat ergert mij en velen vaak. Wij kunnen en weten het waarachtig zelf wel en dat heelt onze historie, dat hebben ook onze levenskracht en vastberadenheid in dezen tijd bewezen. Laten we dat wel beseffen. Zelfvertrou wen en rustige moed zijn machtige eigen schappen, waarom anderen ons des te meer zullen eerbiedigen. De kloeke taal van een Van Kleffens is in dezen tijd, meer dan ooit, het geluid dat ons volk moet doen hooren. Wij weten zelf wat het beste voor ons is. Wij hebben onze zelfstandig heid veroverd en bewezen die waard te zijn! R. P. Verhoogiiig van den brandstofbijslag Wegens het lange aanhouden van de strenge vorst, heeft de minister van Sociale Zaken be sloten goed te keuren, dat voor hen, die in de steunregeling zijn opgenomen voor deze week de brandstofbijsiag wordt verhoogd van ƒ1.30 tot /1.70. (Hoewel kasbloemen bij de ver zending speciaal gekoesterd ivor- den en zelfs met wollen dekens warme kruiken en watten veiyakt zijn geworden, konden zij in de laatste weken niet voor bevriezing worden gevrijioaard.) De vorst maakt wel vandaag den diag Met onze bloemen korte metten. Je kunt nu, als 'k zoo zeggen mag, De bloemetjes niet buiten zetten. Dat komt den kweeker slecht van pas, Hij heeft nu onverbloemde zorgen, Vorst staat niet bij hem in de kas, En hij ziet tobbend naar den morgen. Hij geeft de bloem een warme kruik, Pakt haar in dekens en in watten, Met een soort winterjas en pruik. Opdat zij maar geen kou zou vatten. Maar zelfs die moederlijke zorg Staat in een tijd van strenge kouide, Helaas er nog niet steeds voor borg, Dat Flora's kindren 't leven houden. Dit maakt den kweeker tot een man. Die, trouw bij kas voor 't handeldrijven, Wel aanspraak maakt op kassian, Omdat hij niet bij kas kan blijven. En alle bloemenhandel moet Nu wel op moeilijkheden stuiten. Slechts één soort bloemen tiert nog goed En dat zijn bloemen op de ruiten. P. GASUS. Vannacht is op ongeveer 36 mijl noordwest van IJmuiden het Noorsche s.s. „Biarritz" op een mijn geloopen. Het schip was met het Noorsche stoomschip „Borgholm" van Antwer pen naar Oslo vertrokken. De „Borgholm" heeft 20 geredden, onder wie zich gewonden bevonden, overgenomen en naar ümuiden over gebracht. Het schip heeft echter eerst het daglicht afgewacht, alvorens te vertrekken, om te zien of er nog drenkelingen gered konden worden. Toen het schip hedenmiddag om 1 uur in Dmuiden aankwam, bleek, dat er van de 20 geredden 3 overleden waren. Het Noorsche s.s. „Biarritz" meet bruto 1752 ton en behoorde aan de reederij Fred. Olsen Co., te Oslo. Het werd in 1922 gebouwd. Het woord is aan Bismarck V/ie eens op het slagveld een sterven den krijgsman in de brekende oogen heeft geziendie zal zich lang bedenken voor hij een oorlog begint. zit volgens De Bilt in de lucht: Toenemende bewolking en stijgende temperatuur, met regen of sneeuw. Maar blijvend is de ver andering niet. De Oostenwind zal tegen mor genavond opnieuw vorst aanvoeren. Minister Van Kleffens heeft vandaag bij de behandeling van de begrooting van buitenland- sche zaken in de Eerste Kamer een rede ge houden over het buitenlandsch beleid der re geering. Over de betrekkingen met België zeide hij, dat een wederkeerige gezindheid van werkelijke goede nabuurschap niet anders dan een heilzame uit werking kan hebben op de gaandeweg zoozeer verbeterde, en heden ten dage uitstekende be trekkingen met België. Dat deze verheugende verhouding allengs op geheel natuurlijke wijze is gegrond, komt de positie van elk der beide Koninkrijken ten goede. De beide landen kun nen elkaar op velerlei gebied behulpzaam zijn niet het minst op economisch gebied. Het is meer dan ooit de wensch van beide regeeringen het onderling handelsverkeer zoo hoog mogelijk op te voeren. Als is het waar, dat de belang hebbenden geneigd zijn een eenzijdig standpunt in te nemen, mag toch met vreugde worden ge constateerd, dat b.v. de geest waarin de bespre kingen worden gevoerd van de Nederlandsch- Belgische havencommissie, van breeder ge zichtskring een verheugend getuigenis aflegt Die commissie zet haar arbeid voort. Sprekende over de Novembercrisis zeide de minister dat de Kamer geen terugblik van hem zal verwachten. De minister hoopt, dat men één les uit hetgeen toen voorviel zal hebben getrok ken en dat ls deze, dat de regeering op een ge geven oogenblik aanleiding kan vinden tot een intensiveering van militaire maatregelen, welke naderhand weer ongedaan kunnen worden ge maakt, doch van welke het niettemin tevoren niet verantwoord zou zijn, die maatregelen na te laten. Zoo is het ook de vorige week gegaan In zoo'n geval kunnen de motieven niet altijd worden blootgelegd, doch het Nederlandsche volk mag eenerzijds vertrouwen hebben, dat bui tengewone maatregelen in verband met 's lands defensie noch lichtvaardig, noch zonder reden werden genomen, en is anderzijds kloekmoedig genoeg om daardoor niet in een paniekstemming te geraken. De handhaving van de neutraliteit. Aangaande de handhaving van onze neutrali teit is het mij, aldus de minister, een buitenge woon groot voorrecht, te mogen vaststellen dat het Nederlandsche volk in overgroote meerder heid achter de regeering staat. Sedert het begin van November is nog niet over gegaan tot publicatie van een tweede Oranje- boek. Zoodra daarvoor voldoende stof aanwezig is. zal zulk een nieuwe uitgave van officieele be scheiden het licht zien. Ik vertrouw, aldus de minister, dat daaruit opnieuw de indruk zal worden verkregen dat de regeering actief is gebleven bij de verdediging van 's lands belangen, en ik kan reeds thans verklaren dat zij daarbij zelfstandig haar ge dragslijn heeft bepaald, uitgaande van die een voudige en klax-e beginselen, welke de ervai-ing ons heeft doen kennen als in elk opzicht de beste voor een land met de unieke ligging -an het onze. Deze laatste woorden uitsprekende heb ik het oog zoowel op Nederland als op ons overzeesche gebied. Tegenover elke schending van onze onzij digheid wordt opgetreden in strikte avereen- stemming met de eischen van het volkenrecht. Door hen die ons, door eigenbelang gedreven, van het tegendeel betichten zullen wij ons niet in de war en van den rechten weg af laten brengen. Zelfs gaat de regeering zoover dat zij. zoodra zij kennis krijgt van voorxxemens van oox-logvoerende regeeringen welke haar strijdig voorkomen met 's lands rechten of wettige be langen, niet nalaat terstond een waarschuwend Hoewel de rivieren in ons land op vele plaatsen „zitten'', werd Woensdag op de Lek de gewone dienst tusschen Alblasserdam en Ridderkerk op normale wijze per motorboot onderhouden. geluid te doen hooren. opdat haar naderhand niet kan worden verweten, niet tijdig bezwaren te hebben voorgedragen. Zoo is met name ge schied toen de Britsche en Fransche regeeringen nadat de Duitsche oorlogsmethoden ter zee helaas ook reeds vele Nederlandsche levens had den gekost overgingen tot représailles die, be halve hun tegenstander, in ernstige mate Neder landsche belangen moesten deren, en die de Nederlandsche regeering voorkwamen volken rechtelijk ontoelaatbaar te zijn. Naar beide zij den wordt getracht zoo zuiver mogelijk den koers te zeilen die onze huidige volkenrechtelijke po sitie voorschrijft. Nederland vervult, naar het de regeering voorkomt, in de tegenwoordige omstandig heden en voorzoover het ons gegeven is vooruit te zien (want wij verheffen de on zijdigheid niet tot een voor alle omstandig heden geldend volstrekt postulaat) door on zijdig te zijn de taak die het tegenover zich zelf heeft te vervullen, wat mede een Euro- peesch belang van de allereerste orde is. Dat België een overeenkomstige houding aan neemt, kan tot groote voldoening strekken. Een uitbreiding vaxx den oorlog tot onze landen zou den oorlog slechts compliceex'en, want nooit zal eenige groote Europeesche mogendheid in deze streken kunnen dulden dat Nederland of Bel gië in de handen van den tegenstander geraakt. Daarom is het aan ons om, als het kan, buiten den strijd te blijven. Eén ding is echter wel te verstaan: wie de wapenen tegen ons opneemt, stuit op onze wapenen. Het verheugt mij, deze gelegenheid tc hebben om dat nog eens duidelijk te zeggen met het oog op die sirenen van weerszijden die, nu eens grof en maar al te doorzichtig, dan weer met behulp van schoonschijnende of van even ingewikkelde als onlogische redeneeringen, ons langs rechtstreekschc baan of langs een omweg willen drijven in den ooi-log, niet omdat het heil van Neder land of van België hun zoozeer ter harte gaat, maar omdat zij denken dat hun eigen ware- of vermeende belangen gediend zou den zijn met het betrekken aan hun zijde natuurlijk van de lage landen in den krijg. Aan Britsche zijde is dezer dagen zelfs een en kele stem opgegaan die een juridische verplich ting van de neutralen poneert tot deelneming aan den oorlog: als lid van den Volkenbond zou den wij daartoe gehouden zijn. Ik acht het niet noodig, gelet ook op een van hooggeachte zijde ingezonden stuk in het „Va- dei-land" van gisterenochtend, hier meer te doen dan het bestaan voor Nederland van een rechts plicht of een moreele plicht tot deelneming aan den ooi-log schei-p te ontkennen. Wij hebben ervoor gezorgd, vrij te staan en, van die vrijheid gebruik makend, hou den wij vol dat, zooals nog onlangs profes sor Telders, en voor hem mannen als Struy- ken en Van Karnebeek hebben uiteengezet, en zooals het in rustiger tijden met name ook in het buitenland door bevoegde staats- lieden steeds is begrepen, onze weloverwo gen taak is: eigen erf in eigen hand; geen aansluiting bij anderen, Dat is een positieve houding, en positieve politiek en het voeren van die politiek is bovendien nog ons goed recht. Ik wil mij niet overgeven aan het leveren van vele citaten van gezaghebbende schrijvers in binnen- en buitenland om die te adstrueeren, wat overigens een eenvoudige zaak is, en ik vol sta er daarom mede, in herinnering te brengen wat Struycken in kernachtige woorden schreef: ,Het maxime der geschiedkundige ontwikke ling: Nederland zelfstandig, niet dienstbaar aan welke vreemde politiek ook. de grondidee van de actieve politiek der vaderen, is zoo ook in zijn huidigen vorm: die der politieke afzijdigheid, het juiste richtsnoer gebleken". Dat is „een maxi me die geen staat" en dus ook Nederland zelf niet „straffeloos kan voorbijzien of overtre den". Laten wij, wanneer anderer verleiding of eigen sentiment ons mocht willen verlokken anders te handelen, dien wijzen raad nooit ver geten. In tijden als deze moeten wij allen ons welbewust er toe zetten, politiek te denken. Dat eischt de toekomst van ons land als onafhanke lijke staat, en wij hebben noch tegenover ons zelf xxoch tegenover onze nazaten noch te genover Europa, het recht anders te doen. nog is de omvang der zaken echter niet van dien aard dat de stichting van zxxlk een instantie mij gerechtvaardigd of wenschelijk zou voorkomen. Volkenbond. De minister behandelde daarna het lidmaat schap van Nederland van den Volkenbond. Hij achtte het onjuist den volkenbond voor te stel len als een organisatie, waarin Frankrijk en Engeland het voor het zeggen zouden hebben, maar hij wensch te vast te .stellen, dat op den duur bestendiging van het lidmaatschap van een volkenbond met politieken inslag dien zeker het Geneefsche instituut, ondanks alles nog steeds heeft gehouden onmogelijk zal wor den, indien het eenzijdig karakter van den bond. waarop ik zooeven doelde, zou blijven gehand haafd. Een andere vraag is echter; is waarschijnlijk het oogenblik wel aangebroken, waarop de klei nere staten, die in het conflict tixsschen Frank- i-ijk en Groot-Brittannië eenerzijds en Duitschland anderzijds neutraal wenschen te blijven, den Volkenbond moeten verlaten? Deze vraag hebben de kleinere Europeesche staten, waaronder Nederland, ontkennend be antwoord. Een land als Nederland, dat in den Volkenbond heeft begroet een grootsche poging om te geraken tot die organiseering van de sta tengemeenschap. die naar onze vaste overtuiging, de eenige weg kan zijn waarlangs de menschheid tenslotte tot een vreedzame internationale sa menleving kan komen, werkt niet lichtvaardig tot den val van den Bond mede. door. indien de re sultaten voorshands teleurstellend zijn. den bond te verlaten. Zoolang er nog hoop bestaat, dat tenslotte na een periode van ontwrichting en. van storm, de organisatie zij het in gewijzig- den vorm toch nog tot krachtig leven zal kun nen uitgi'oeien, zullen de kleine staten dezen Volkenbond trouw blijven. Eerst dan. wanneer zij alle hoop op deze ontwikkeling zouden moeten opgeven, zou voor hen het oogenblik zijn om zich uit dezen Volkenbond terug te trekken. Die positie achten zij thans echter niet aan wezig en het verloop van de jongste Volken- bondsvergadering heeft hen zeker niet van de onjuistheid dezer zinswijze overtuigd. Daar toch is wel duidelijk de eerbiediging van de zelfstan digheid der kleine naties gebleken. Daar is wel duidelijk aan den dag gekomen de onjuistheid van de bewering dat de Volkenbond door twee oorlogvoerende mogendheden wordt beheerscht. Het was zeker niet de wensch dezer beide mo gendheden, die tot het bijeenroepen van deze vergadering heeft geleid. Het ls wel ten eenenmale onbegrijpelijk hoe men zou kunnen volhouden, dat de staten, die lid van den Volkenbond blijven, in den strijd tus schen Duitschland eenerzijds. en Engeland en Frankrijk anderzijds, hun neutraliteit zouden hebben prijsgegeven. De loop van zaken op de jongste Volkcnbondsvergadering heeft, naar mijn overtuiging, ten duidelijkste aangetoond, dat voorspellingen omtrent gevaren, welke voor de neutraliteit der kleine staten uit de bestendi ging van hun Volkenbondslidmaatschap zoudexx voortvloeien, mede door de voorzorgen, door deze staten gedurende de laatste jaren ten aanzien van hun Volkenbondspolitiek genomen, niet in vervulling zijn gegaan, en dat er met name geen °-evaar bestaat dat de oorlog in Finland en de oorlog in West-Europa door middel van den Vol kenbond aan elkaar zullen worden gekoppeld. De Volkenbond kan de neutraliteit in het conflict tusschen Duitschland en Engeland en Frankrijk niet, gelijk beweerd is „ondermijnen", omdat de Volkenbond zich buiten dit conflict houdt. De resolutie van de Volkenbondsvergadering wekt de staten, die daartoe in de gelegenheid zijn op tot materieelen en humanitairen steun aan'Finland, als slachtoffer eener agressie van de zijde van Sovjet-Rusland Wie beweert dat zij een verdere strekking heeft, spreekt onwaar heid. De kleine staten zullen aan de resolutie geen toepassing geven, die de grenzen haver strekking overschrijdt. Nederland althans zeker niet. (Vervolg op pag. 2). HEDEN: 12 PAGINA'S. Bevoorrading van Nederland De moeilijke onderhandelingen betreffende de bevoorrading van Nederland hebben nog niet tot overeenstemming geleid. De rechten en wen schen der oorlogvoerenden en de aanspraken en verlangens der onzïjdigen staan op dit gebied tegenover elkaar. Ik geloof niet. dat het in het belang der zaak zou zijn indien ik op dit oogen blik dieper op deze voor ons land niet alleen in economisch- doch uiteindelijk ook in sociaal op zicht zoo uiterst belangrijke aangelegenheid die per inging. Slechts wil ik opmerken dat de re geering niet den indruk heeft dat wij, ondanks onze moeilijke ligging en het feit, dat wij een betrekkelijk groote koopvaardijvloot bezitten, t. a. v. deze onderhandelingen In een slechtere po sitie verkeeren daxx andere landen. Indien de ontwikkeling van zaken mij de over tuiging mocht geven, dat instelling van een or gaan overeenstemmend met het in 1919 opge richte bureau voor zeeoorlogsschade wenschelijk en verantwoord zou zijn, zal ik gaarne het mijne doen om tot die oprichting te geraken. Voorals- HAARLEM EN OMGEVING pag. Nabij IJmuidcn is een Noorsch schip gezonken. 1 BINNENLAND Minister v. Kleffens bespreekt het buitenlandsch beleid der regeering. en 2 De regcering wil de mobilisatie-uitgaven uit een Leeningfonds financieren. 3 De Eerste Kamer uit haar tevredenheid over het buitenlandsche beleid. 3 De Eerste Kamer dringt op zuinigheid bij de fensie aan. 3 Nabij Weert is een personentrein op een aantal goederenwagons gereden. 6 Dr. ir. L. R. Wcntholt is benoemd tot directeur- generaal van den Rijkswaterstaat. 6 BUITENLAND De Russen oefenen zwaren druk uit ten noorden van het Ladogameer. 5 Duitsche vliegtuigen hebben boven de Shctland- eilanden bommen uitgeworpen. 5 Het Belgische schip „Mcusc" is, vermoedelijk met alle opvarenden, vergaan. 5 Dc Engelschc controle op de Amerikaanschc mail. 6 ARTIKELEN, enz. R. P.: Nederlands Levenskracht. 1 Van onzen flnancieelen medewerker: Wat de herwaardeering van den goud%roorraad betee- kent. 2 Mr. E. Elias: Ik ontdek Amerika. 3 Van een bijzondcrcn medewerker te Parijs: Het karakter van den Franschen verlofganger. 5 K. dc Jong: Mannenkoor „Die Spaernesanghcrs" 4 Voor de Vrouw g De Burgerlijke Stand van Haarlem is opge nomen op i LAATSTE BERICHTEN 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 1