Jülmsdïöiuu VittyecafcUukkefi aaot de eecêifke bwtqexs Rouben Mamoulian zorgt weer voor 'n verrassing „Qolden Filmallerlei. Heinz Rühmann als papa. Onderzeepatrouille. Een humoristische geschiedenis. ,Pluk den dag" ZATEfcOAB '5' FEERUSRI 1940 HASRIE M'S D'AGBEAD een voortreffelijk filmwerk. Een wapenstilstand temidden van een bombardement. Zonder veel bombarie duikt eensklaps op het witte doek een naam op, waaraan de herinnering aan cinematografische meesterwerken ver bonden is Rouben Mamoulian. Ge herinnert u hem nog, filmliefhebbers? De regisseur van .JDr. Jekill and Mr. Hyde", ..Song of Songs", .Koningin Christina", „Wereldstad", „Farewell to arms", den man ook. die voor een kostelijke gebeurtenis in de filmgeschiedenis zorgde door op het hoogtepunt van de z.g. „Ope rettefilm" van de film „Love me tonight" met Maurice Chevalier en Jeanette MacDonald welke hij volgens zijn opdracht in allen ernst tot een super-filmoperette had moeten maken op zijn eigen houtje een fonkelende persiflage te fabriceeren van alles wat filmoperette was, soms op zoo'n geestige manier dat het eenigen tijd duurde voordat het film publiek begreep met een bespotting te doen te hebben. Nooit zal 'k die kostelijke race vergeten tusschen Chevalier in den trein en Jeanette te paard, en het mo ment waarop de kleermaker in dat verschrikke lijk groote kasteel terecht komt! Enfin, mis schien doemen u die tafreeltjes nu ook weer voor den geest op. En nu komt Mamoulian. na dat we in tijden niet van hem gehoord hebben, met een voortreffelijk filmwerk voor den dag „Golden Boy". Het tooneelstuk van Clifford Odets heeft in Amerika, en ook hier te lande gegeven door Cees Laseur en zijn troep, veel opgang ge maakt. Doch wij zullen ook thans onzen stelre gel volgen en de film als een opzichzelf staande uitbeelding beschouwen en elke vergelijking met het tooneelstuk achterwege laten. In het alge meen is het beter dat men, wanneer men een naar 'n tooneelstuk vervaardigde film gaat zien, de herinnering aan dat tooneelstuk terzijde schuift en zich geheel opnieuw openstelt voor een andere ervaring. Want wanneer men zich in den bioscoopstoel neerzet met de gedachte: „Nou wil ik wel eens zien wat de film ervan maakt, en wie of het nou beter heeft gedaan, de film of het tooneel" wekt dat bij voorbaat een innerlijke animositeit bij u. welke niet be paald bevorderlijk is voor het genieten van een filmwerk, dat met eigen middelen-een gedachte tot uitdrukking brengt. „Golden Boy" is in alle opzichten een voortreffelijke film, waarvan de inhoud in harmonie is met de vormgeving. Er wordt u geen verhaal, geen bepaald geval opge- discht, het gegeven wortelt in den achtergrond van alle leven, den strijd tusschen den geest en de bruto kracht. Een jongen van Italiaanschen afkomst, aanvankelijk voorbestemd om musicus te worden, verbitterd door het feil. dat men hem om zijn varen naam Bonaparte en vooral om zijn vioolkist, die hij steeds bij zich droeg als kind, steeds heeft uitgelachen, aangezet door een vrouw, waarvan, hij houdt, om zich een weg door hel leven te slaan, bokst zich op tot een beroemdheid. Ge kuilt, wanneer ge deze film, welke ge niet moogt missen, gezien hebt. niet aan deze levensware jongensfiguur denken zonder zijn levensdraad ineengestrengeld te zien met die van het meisje, dat twijfelt tusschen haar liefde voor den manager, die haar uit de goot. redde, en haar liefde voor Joe Bonaparte (Golden Boy). Het wemelt ln deze twee levens van de com promissen en hef is de ongemeene verdienste van deze film dat ze ons niet met een compromis afscheept. Worstelend in het bruisende leven van de wereldstad wordt Joe Bonaparte we zien het zoo overtuigend gebeuren als het ware in de kolk omhooggedreven tot de koppen van de golven hem aan den wal van zijn eenzaamheid zetten. Verlaten door allen, door zijn vader, door zijn geliefde, door de wereld, wordt hij in den boksring tot de uiterste consequentie van het brute geweld gedreven; hij slaat zijn tegen stander voor altijd neer. En eerst wanneer wij de pijniging van de compromissen-worsteling, zoowel van hem als van haar. hebben mede beleefd en dezen beker tot de laatste bittere druppel hebben uitgedronken, staat geen wreede wereld meer de liefdesbekentenis van twee men- schen in den weg- Ik zou het slot van deze film niet graag een happy-ending willen noemen, want dit gelukkige einde is geen voltooiing van den wenschdroom van het publiek, dat de dingen op de film sraag goed ziet afloopen. dit is ontdaan van elke bijbedoeling de zuivere con sequentie van dezen levensstrijd. Barbara Stan wyck en William Holden geven zich aan hun vertolkingen geheel en al en ook Adolphe Men- jou is voortreffelijk. Eén kleine opmerking moet me van het hart' waarvoor Is het toch noodlg geweest om ln de dialoog van de film een hatelijkheid aan het adres van de politieke worsteling ln Europa te debiteeren, welke niets met den draad van de film. welke overigens juist met zooveel zelf- beheersching zonder ontsporingen verder ge sponnen is te maken heeft, en waarom heeft de Nederlandsche tekstvertaler bovendien nog „fascisme" vertaald met „anarchie"? Men zou alsnog beter doen dit bllndedarmpje uit de film af te snijden. Resumeerende willen we deze film een prestatie noemen, welke met kop en schouders boven de massaproductie uitsteekt. Eigenlijk geeft deze film, wanneer we haar symbolisch beschouwen, den strijd van Hollywood zelf weer, met dien verstande echter dat Hollywood nog lang niet aan het stadium toe is. dat ze uit de compromissen geraakt en met zichzelf in het reine komt. In Hollywood ligt het brute geweld nog boven, en de geest steekt zijn kop onverwacht zoo nu en dan de hoogte in. Hollywood bombardeert Europa onophoudelijk met amusementsproducten, sen satie en kwasi-tragedies. en Hollywood zal heusch niet .Golden Boy" hebben laten verfilmen omdat daarmee de geestelijke kant van ons leven ge diend is. doch veeleer in de hoop in het kielzog van het tooneelstukkensucces nogeens „er uit te halen wat erin zit". Maar temidden van dat bombardement zijn we reeds dankbaar voor één wapenstilstand, in de hoop dat die eens uit zal groeien tot een vol- tedigen vrede, Een vrede, die niet zoetelijk en sprookjesachtig Ls, maar krachtig en waar. Een vrede dien ook Golden Boy en zijn geliefde met elkaar teekenen aan het slot van deze voortref felijke film. v. H. In het Moviactheater wordt deze week een non stop program vertoond van teeken-, muziek- en natuurfilms. Een -IJ9UIV uap jaur ?qonpj kaanschen Mac Duffy Mo viae geeft u gelegenheid tot lachen. Rembrandt De bioscoopbezoekers weten zoo langzamerhand wel wat ze aan Heinz Rühmann hebben. Wanneer ze Clark Gable willen zien of Laurel en Hardy gaan ze niet naar Heinz Rühmann. Ze weten wat ze te wachten hebben, en dit vooropgesteld, kan van de nieuwe Rühmann-film gezegd wrden dat ze alleraardigst is. Rühmann is werkelijk in de film een klasse apart. Hij heeft niemand, waarmede hij te vergelijken is. En in deze film, naar een draai boek van de befaamde schrijfster Thea von Harbou (de vroegere echtgenoote van Fritz Lang) worden zijn komische talenten wel op zeer gelukkige wijze ontwikkeld. Uitbundig lachen zult ge om deze film zelden, doch onafgebroken zult ge een glimlach in uw gezicht behouden. Heinz is tooh zoo'n gemoedelijke jongen, zoo'n tvoe. dat nou werkeliik alles gelooft wat je hem voorzet. En juist door zijn onnoozeïheid weet hij ons aan het laóhen te maken. Ditmaal is Rühmann de zoon van een rijken vader. Hij boemelt zoo veel dat hij een compleet album van zijn geliefden moet bijhouden. Op een dag vindt hij een jongen in zijn bed, die volgens een bijgespelden brief zijn zoon is. Ge zult eenigszins kunnen vermoeden hoe Heinz op een dergelijke situatie reageert! Hij wordt een rechtgeaard vader, die ijverig zijn studie voltooit enverliefd wórdt op het kindermeisje van zijn zoon. Dit kindermeisje isneen, dat zullen we u niet verraden, evenmin zullen we iets zeggen van het complot dat de vader smeedt. Vele kostelijke scènes van vader en zoon, de rit in de auto, waarbij alle meisjes één voor één ver dwijnen'en het humoristische slot kenmerken deze film als een alleraardigst en zeer geslaagd product van de Rühmann-cyclus. Op het tooneel treedt een goochelaar op, die ons verbluffende staaltjes van "Zijn kunde toont. In de filmliteratuur komen onderscheidene „Meis jes" voor, als daar zijn: „Meisjes achter tralies". „Het Meisje van gisternacht", „Het Meisje in de Taxi"; het zoo alom bekende „Meisje met honderd mannen"; „Het Meisje met de vier vaders", enzoo- voort, enzoovoort. Vanavond in Cinema hebben we te malcen met het „Meisje met de zeven bontman tels", dat wil zeggen Simone Simon zou die wezen bontmantels kunnen hebben, als ze die eene van haar filmvriend Robert Young en de zes andere van diens filmbroeder Don Ameche, respectievelijk Pierre en Dave, had willen aannemen. Deze alleramusantste comedie vertelt U van twee zoons, die om hun amoureuzen vader van een hu welijk met een cabaretzangeres Rosette af te hou den besluiten om vader voor eenigen tijd weg te werken en in dien tijd zullen zij het zaakje wel met Rosette klaar spelen. Maar wie zij voor Roset te houden, is Rosette niet en de broers worden beiden verliefd op haar. Pierre bij wijze van gezellige tijdpasseering, Dave ernstig. Natuurlijk komen er uit de vergissing aller lei verwarringen voort, die voor de juiste oplossing gekomen is, heel veel vroolijke en soms zelfs bal dadige tooneeltjes ten gevolge hebben, waarbij het publiek zich uitstekend amuseert. „Onderzeepatronille" Amerika is dol op zijn marine, de films die de marine tot onderwerp hebben, vallen dan ook al tijd bijzonder in den smaak van het publiek, dat veel gevoel heeft voor die jolige vroolijke zeemans humor, de heldenmoed en de branie van de Jantjes. Deze „Onderzeepatrouille" is, niettegenstaande de film in 1914-'18 speelt, dus in den vorigen oorlog, een film, die meer tot vroolijkheid dan tot ernst stemt. Hoewel het wel treft, dat bij het in den grond boren van twee vijandelijke booten, de geheele be manning een eerbiedig saluut aan den verslagen vijand brengt, waarbij op ieders gezicht groote ont roering te lezen is. In deze film is vooral de nadruk gelegd op den grappigen, vroolijken kant van het zeemansleven waarbij de belangrijkheid van iederen man op zijn post in het uur van gevaar en van handelen, niet uit het oog is verloren. Van het gruwelijke van den oorlog, van het vernietigen van menschenlevens komt niet zoo veel tot den oppervlakkigen toe schouwer, voornamelijk omdat we ons bijna alleen interesseeren voor dat troepje Amerikanen op dezen torpedojager en we ons solidair met hen voelen. Daar de opdracht van den commandant is. óet vernietigen van een vijandelijken onderzeeër in volle zee, daarna het convooieeren van een muni tieschip naar de Middellandsche Zee en tot slot het onschadelijk maken van een U-boot, die al meer dan dertig schepen tot zinken heeft gebracht, begrijpt men dat de film ook meer dan genoeg spanning .geeft. Frans Hals In deze moeilijke, zorgenvolle tijden is het pret tig weer eens een vroolijke, lichte film te zien zonder verder eenige pretentie. Zulk een rolprent is de Duitsche film „Dat komt ervan!", waarin Paul Hbrbiger als Dr. Leopold Brunner, Theo Lingen als zijn bediende Balduin en Fita Beukhoff als de danseres Rita Rivelli, die in een revue optreedt, de hoofdrollen vervullen. En zij doen dit grappig. Fita Beukhoff is een charmante danseres; Paul Hör- biger een echte hulpelooze dokter, die nadat hij een onschuldig nachtelijk avontuur heeft beleefd met Rita (een vroegere jeugdvriendin) zich er tegenover zijn vrouw niet weet uit te redden. Een toevallige voor bijganger, een schrijver (Johannes Rïemann), die op de bus staat te wachten, hoort de heele ruzie, om dat er een raam openstaat. Paul Hörbiger tracht de pijnlijke situatie te redden door zijn vrouw wijs te maken, dat hij met een jeugdvriend, een zekeren dr. Lsmmeherder is uitgeweest. U begrijpt het nu al: de voorbijganger geeft zich nu voor dien jeugd vriend uit en moet daar dan ook de consequenties van aanvaarden. Zij moeten zelfs de eene leugen na de andere verzinnen dank zij den speurzin van den schoonvader van den dokter, die veel detective-ver halen heeft gelezen. Tenslotte moet Rita zelfs voor de echtgenoote van den jeugdvriend doorgaan. Enfin, het geeft alles tot dolkomische scènes aan leiding en aan Paul Hörbiger en Theo Lingen (die een zeer goede creatie van den bediende maakt) zijn die dwaze rollen best toevertrouwd. Deze film onder regie van Hubert Marischka is een rolprent, waarmede u zich amuseert van het begin tot het einde, met aardige muziek en vlot spel, In het voorprogramma behalve twee goed ver zorgde journaals een alleraardigst filmpje van Jack Eaton, „Aan den wandel", waarin u kunt zien hoe mensch en dier zich voortbewegen. Welke films zijn er Zondagochtend? Zondagochtend worden in Haarlem de volgende films vertoond: LUXOR: „Mannen in het wit" met Clark Gable. PALACE: „Sneeuwwitje" van Walt Disney. REMBRANDT: „Tusschen vuur en ijs" (Drie jongens op avantuurj. NEVILLE CHAMBERLAIN in een film. Engeland's „Prime Minister", Neville Chamber lain, maakt zijn Hollywood-debuut althans vocaal in de film „Vigil in the Night", naar het boek van den schrijver van „De Citadel", Cronin. Het scenario bevat een dramatische scène in een Londensch ziekenhuis tusschen Carole Lombard en Brian Aherne, welke door Chamberlain's radio rede waarin de staat van oorlog met. Duitschland wordt afgekondigd, onderbroken wordt. De RKO filmmaatschappij was genoodzaakt een opneming uit Londen te laten komen, toen men ont dekt had, dat de Amerikaansche reproductie van de historische speech te veel fading bevatte om ge bruikt te kunnen worden in een scène, die zich op de film slechts .op een paar honderd meter afstand van Downing Street no. 10 afspeelt. Willy df-n Ouden wordt filmactrice. Nieuwe Nederlandsche film onder regie van Carl Lamac en Gerard Rutten. Niettegenstaande de moeilijke t.jdsomstandig-, heden wordt er binnenkort weer een nieuwe Ne derlandsche film op stapel gezet. De Universal Film Agency N.V. begint namelijk op 19 Februari in de Studios Sonar te Brussel met de opnemin gen van de Primax-film „Van het eenkomt het ander". De productieleiding berust bij Ludwig Viacr en Riethoff, terwijl Carl Lamac en Gerard Rutten, die na lange afwezigheid in ons land ls teruggekeerd, de regie zullen voeren. Het manu script is samengesteld door Victor Gertler, Herman Closson en Yves Miranda. De be kende camera-man Otto Heller zal ook in deze film het beeld ver zorgen, waarbij Ralph Benatzky de muzikale illustraties voor zijn re kening neemt. De ar chitectuur is opgedra gen aan Rene Moulard en de montage aan Jan Teunissen. De acteurs zijn met zorg gekozen. Dat wij iWilly den Ouden, de 1 bekende zwemster, het «r J f eerst noemen, volgt niet uit haar kwalitei ten als filmactrice, want deze zullen uiter aard nog moeten blijken. Doch deze sportster de buteert in de nieuwe Nederlandsche film als ac trice. Voorts zien wij in de cast Leo de Hartogh. Joke Busch, Herman Bouber, Mathieu van Eys- den, Jan Musch, Tilly PerinBouwmeester, Syl- vain Poons, Jules Verstraete, Van Warmelo, Jan Mulder, Asta Lee, Jacques Henley, Frans Bosdorf. Elsa Bettyson en vele anderen. „Van het een komt het ander" zal een muzi kale filmcomedie worden, echter geen operette Het is de bedoeling, dat na de opnemingen voor de Nederlandsche film een Fransche versie ge draaid zal worden. Gerard Rutten vertelde nog. dat aan deze nieuwe fiim de uiterste zorg zal worden besteed. Het is daarom nog niet te zeggen, wanneer de film kan worden vertoond, doch de regisseur rekent erop ongeveer begin April met de opne mingen klaar te zijn. Daarna volgt dan de mon tage, zoodat waarschijnlijk de prémière eind April of begin Mei zal draaien. De Universal Film Agency N.V. heeft het plan regelmatig in Brussel en Den Haag films te gaan produceeren. In Nederland zal dit geschieden in Loet C. Barnstijns Filmstudios te Wassenaar. Willy den Ouden Merkwaardige liefhebberij van een radioreporter Het begon met een glas water. Maar het groeide niet tot een storm in een glas water, die lief hebberij van Louis Ge rard Wybrands. Oh neen. Ze zaten aan ta fel, Louis Gerard, die toen voor en na tafel nog op de schoolbanken zat, zijn vader, zijn moeder en een oom. En die oom zei plotseling: „Zie eens jongen wat hier op het glas zit!" En op dat glas was een vingerafdruk zicht baar „Weet je dat wanneer dieven zoo'n vingerafdruk ergens nalaten de politie ze kan opnemen, en wanneer de gevonden afdruk klopt met de vinger afdruk van een verdachte kunnen ze er zeker van zijn dat ze den goede te pakken hebben. Want elke mensch heeft een anderen vinger afdruk. Er zijn er geen twee op de wereld gelijk". De oom sprak allang weer over koetjes en kalfjes toen Louis Gerard nog met zijn gedachten bij het glas was. En nu, jaren later, zit er ten huize van den heer L. G. Wybrands te Hilversum wederom iemand aan de tafel, weliswaar geen oom dit keer maar glazen met vingerafdrukken staan er wel: en die iemand komt "een deskundige in de dactyloscopie interviewen. Dat is er dus van geworden; een ernstige door wetenschap en studie geschraagde liefhebberij: dactyloscopie, een vreemd woord voor de kennis der vingerafdrukken. En nog steeds vindt de heer Wybrands in zijn drukbezette leven van radioreporter, eerst bij de P.H.O.H.I., thans bij de A.V.R.O. heeft u zijn nog zoo kort geleden uitgezonden reportage van den Elfstedentocht wellicht beluisterd? tijd om aandacht te wijden aan deze dactyloscopie. „Wanneer men het woord „vingerafdrukken" hoort denkt men dadelijk aan misdadigers", merkt de heer Wybrands op, en ik zet nog een vingerafdruk op mijn glas erbij. „Maar dat is ver keerd! Vingerafdrukken kunnen ten dienste van de menschheid in het algemeen komen; ze be- hooren in de eerste plaats te worden gebruikt om den eerlijken burger in staat te stellen zijn iden titeit te bewijzen en zijn onschuld aan te toonen, wanneer een ongelukkige samenloop van omstan digheden hem daartoe noopt. In de Vereenigde Staten, waar ik de dactylos copie bestudeerd heb, bezit men een speciaal ar chief van vingerafdrukken van personen, die zich uit eigen beweging laten „dactyloscopeeren". Waarvoor? vraagt u. Daar zijn vele redenen voor op te noemen, ik zal u een paar uiteenzetten. Wanneer er een ongeluk gebeurt met een vlieg machine, met een trein of welk ander voertuig u op en boven 't land maar wilt, of een schip zinkt en de slachtoffers van deze ongelukken worden zoo danig verminkt en dat gebeurt zeer vaak! dat ze onherkenbaar zijn, wat dan? Eén vinger afdruk is voldoende om het slachtoffer te identi- ficeeren, en een moeilijke, vaak pijnlijke situatie tot klaarheid te brengen. Valsche aanspraken op erfenissen, die zooveel narigheid met zich mee kunnen brengén, zouden door vingerafdrukken meteen ontzenuwd kunnen worden. Kinderen, dië weggeloopen of verloren zijn, zouden terstond aan de familieleden teruggebracht kunnen worden, volwassenen, die aan geheugenverlies lijden, zou den geïdentificeerd kunnen worden. Al met al: wanneer onze vingerafdrukken geregistreerd zou den worden kan dat aan de samenleving veel el lende besparen. En daar moeten we tenslotte naar streven. President Roosevelt heeft in Amerika het goede voorbeeld gegeven. Hij zond zijn vingerafdrukken naar het archief in Washington, en velen met hem hebben de vooringenomenheid jegens den vingerafdruk, omdat die in de volksfantasie ver bonden wordt met het misdadigersschap, althans in de V.S. de wereld uit geholpen. Maar Europa en ook Nederland willen er wat men populair noemt „nog niet aan". Natuurlijk, in de tweede plaats bezitten de vingerafdrukken een groote waarde voor het op sporen van misdadigers. In dit opzicht past men in Europa de dactyloscopie in het algemeen wel toe. De hoofdinspecteur van politie te Calcutta in het jaar 1896, genaamd Henry, heeft, steunend op de onderzoekingen van Sir Francis Galton, een systeem uitgedacht om vingerafdrukken zoodanig te classificeeren, dat men uit een collectie van duizenden zonder veel moeite den afdruk, welke overeen stemt met een bepaalden ergens gevon den afdruk, te voorschijn kan halen met de bij- behoorende persoon. De eerste toepassing van de dactyloscopie was dus in dienst van de opsporing van misdadigers. En de menschen, die niets straf baars op hun geweten hebben, zijn nu eenmaal huiverig voor alles wat naar misdadigers „riekt" en daarom zal het in Europa, het werelddeel de- tradities, nog wel de noodige moeite kosten om den vingerafdruk als een middel ten nutte van de eerlijke burgers in te voeren. Doch ik geloof dat eens de tijd zal komen, dat geheel Europa dit systeem voor persoonlijke identificatie zal ge bruiken, en ik hoop daar mijn steentje toe bij te dragen. Dan zal elk fatsoenlijk mensch het heel gewoon vinden wanneer zijn vingerafdruk „genomen" wordt. Hoe men er toe kwam eerst in de 19de eeuw de waarde van den vingerafdruk te ontdekken? Tja De heer Wybrands onderbreekt even zijn ver haal, en gebaart naar de welvoorziene boekenkast. Eenige planken zijn ingeruimd voor literatuur over de kennis der vingerafdrukken. „Verschillende geleerden", zoo gaat de deskun dige verder, „hebben in de geschiedenis ge- vorscht en de Duitsche Dactyloscoop Dr. Robert Heindl geeft voorbeelden van hypotheses omtrent het gebruik van vingerafdrukken bij de Assyriërs, Babyloniërs, Japanners en Chineezen. Ik heb alle bronnen van Heindl, o.a. in de Universiteitsbiblio theken in verschillende landen, kunnen nagaan, en het bleek mij dat er bij de vele voorbeelden en anecdotes, welke Heindl beschrijft, zelden sprake is van identificatie door middel van vingerafdrukken. Vingerafdrukken waren in de oudheid wel bekend, maar voornamelijk in ver band met ceremonieel en godsdienst, bij het af zweren van booze geesten of ten dienste van waarzeggerij. Assyriërs en Babyloniërs plachten hun vinger nagel in weeke klei te drukke. Maar dit was niet bedoeld als onvervalschbaar ident'teitsteeken, doch als een teeken van „mana", een stuk van het eigen „ik", dat ze achter lieten. Om den vingerafdruk als identificatiemiddel te bezigen, daarop kwamen in de 19de eeuw Herschel en Henry, die tot taak hadden om de Inlanders in Britsch Indië, die voor een Europeaan allen op elkaar lijken, uit elkaar te houden. Zij vonden dus, gedreven door noodzaak, de practische be- teekenis van den vingerafdruk uit. De eene mensch probeert natuurlijk te verbe teren wat de andere tot stand heeft gebracht. En zoo ontstonden in den loop der jaren vele classi ficatiesystemenop het oogenblik zijn er bijna veertig over de geheele wereld in gebruik. Maar men is op zijn schreden teruggekeerd: 't systeem van Sir Henry is zoo geniaal gebleken, dat het eigenlijk geen verbetering meer behoeft. Ik vraag mij in bewondering af hoe het mogelijk is dat deze man indertijd een systeem heeft- kunnen uitvinden, dat thans nog, nu de collecties vinger afdrukken uitgroeien tot millioenen het Gou- vernementsidentificatiebureau te Washington telt op het oogenblik 7 millioen vingerafdrukken voldoet. Sir Frances Galton de man die den stoot gaf tot de ontwikkeling der daclylospie. Ge begrijpt dat het moeilijk is u een beeld te geven van de manier waarop men uit zoo'n mil lioen encollectie vlug een gewenschten vingeraf druk te voorschijn haalt, terwijl er alleen maar van bekend is dat de lijnen gelijk moc-ten zijn aan een bepaalden gevonden afdruk. Maar ik wil u wel een indruk daarvan geven. Henry verdeelt alle vingerafdrukken in slechts vier hoofdgroe pen. Deze krijgen, al naar gelang de vinger waar ze op voorkomen, een numerieke waarde. Hier door ontstaan 1024 mogelijkheden in de hóofd- classificatie. Doordat opnieuw een onderverdee ling in wordt gevoerd ontstaan weer allerlei va riaties Er zit in de geschiedenis der vingerafdrukken een les voor de eigenwijze menschheid. In den tijd dat de menschheid een primitieven ruilhan del dreef, zoowel als thans, nu de handel zich ont wikkeld heeft tot gecompliceerde koop- en ver kooptransacties, is'er behoefte aan de-bewijzen van de identiteit van een individu. Men dacht een teeken uit, dat tot een stempel werd, de hand-' fceekening kwam en werd tezamen met de foto tot het paspoort. Men nam de maten van de men schen. Maar verre boven al dit door de menschen uit gedachte staat het identificatiemiddel, dat ons door Moeder Natuur werd- gegeven: de vinger afdruk. Deze afdruk verandert nooit. En er zijn geen twee afdrukken dezelfde op deze wereld". Zoo was het gesprek met den radioreporter L. G. Wybrands. Niemand zal kunnen beweren dat radioreporter geen romantisch beroep is. En voor hen, die meenen, dat liefhebberij slechts een r e- actie is, namelijk het tot uiting brengen van poëtische dingen, in ieder geval van dingen, die „anders dan gewoon" zijn die in het dage- lijksche prozaïsche leven niet verwerkelijkt kun nen worden, is dit wel een zeer sprekend voor beeld van het tegendeel. Want Louis Wybrands is met hart en ziel „radioman", en heeft daarnaast aandacht voor zijn liefhebberij. Liefhebberij be- teekent dikwijls een zeer waardevolle actie, die bijdraagt tot den vooruitgang van de mensch heid. v. H. NOG GEEN „GOODBYE" VOOR MR. CHIPS! De Haarlemsche filmliefhebbers zijn nog niet van zins om „Goodbye" tot Mr. Chips te zeg gen, want hij blijft nog een week in het Luxor Theater, en wellicht nog langer. Een gelukkig verschijnsel dat de voortreffelijke film „Good bye Mr. Chips" zooveel belangstelling trekt. Baldadige vernieling aan de installatie van het s.s. „Molotov". Door het tijdig ontdekken van een geringe ver nieling aan een koelinstallatie in een der vriesrui- men van het s.s. „Molotov" dat thans ligt op de werf van de Nederlandsche Scheepsbouw Maat schappij aan de overzijde van het IJ, heeft men ernstige schade kunnen voorkomen. Gebleken is namelijk, dat een klein looden buis je van den thermostaat van de koelmachine was verdwenen. Ware dit niet tijdig ontdekt en had men de machine in werking gesteld, dan zou de ge heele koelinstallatie zijn ontzet en daarmede zou ernstige schade aan de geheele koelinstallatie zijn berokkend. Men heeft niet den indruk, aldus deelde men ons bij de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij mede, dat hier van sabotage sprake is. Eerder zou het hier kwaadwilligheid van een scheepsjongen kunnen betreffen, die uit baloorigheid een stukje looden buis uit den thermostaat heeft gesneden. In hoeverre deze veronderstelling juist is, wordt nog onderzodht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 10