Jülmsdïöiuu
VittyecafcUukkefi
aaot de eecêifke bwtqexs
Rouben Mamoulian zorgt weer voor 'n verrassing
„Qolden
Filmallerlei.
Heinz Rühmann
als papa.
Onderzeepatrouille.
Een humoristische
geschiedenis.
,Pluk den dag"
ZATEfcOAB '5' FEERUSRI 1940
HASRIE M'S D'AGBEAD
een voortreffelijk
filmwerk.
Een wapenstilstand temidden van een bombardement.
Zonder veel bombarie duikt eensklaps op het
witte doek een naam op, waaraan de herinnering
aan cinematografische meesterwerken ver
bonden is Rouben Mamoulian.
Ge herinnert u hem nog, filmliefhebbers? De
regisseur van .JDr. Jekill and Mr. Hyde", ..Song
of Songs", .Koningin Christina", „Wereldstad",
„Farewell to arms", den man ook. die voor een
kostelijke gebeurtenis in de filmgeschiedenis
zorgde door op het hoogtepunt van de z.g. „Ope
rettefilm" van de film „Love me tonight" met
Maurice Chevalier en Jeanette MacDonald
welke hij volgens zijn opdracht in allen ernst
tot een super-filmoperette had moeten maken
op zijn eigen houtje een fonkelende persiflage te
fabriceeren van alles wat filmoperette was, soms
op zoo'n geestige manier dat het eenigen
tijd duurde voordat het film publiek begreep met
een bespotting te doen te hebben. Nooit zal 'k
die kostelijke race vergeten tusschen Chevalier
in den trein en Jeanette te paard, en het mo
ment waarop de kleermaker in dat verschrikke
lijk groote kasteel terecht komt! Enfin, mis
schien doemen u die tafreeltjes nu ook weer
voor den geest op. En nu komt Mamoulian. na
dat we in tijden niet van hem gehoord hebben,
met een voortreffelijk filmwerk voor den dag
„Golden Boy".
Het tooneelstuk van Clifford Odets heeft in
Amerika, en ook hier te lande gegeven door
Cees Laseur en zijn troep, veel opgang ge
maakt. Doch wij zullen ook thans onzen stelre
gel volgen en de film als een opzichzelf staande
uitbeelding beschouwen en elke vergelijking met
het tooneelstuk achterwege laten. In het alge
meen is het beter dat men, wanneer men een
naar 'n tooneelstuk vervaardigde film gaat zien,
de herinnering aan dat tooneelstuk terzijde
schuift en zich geheel opnieuw openstelt voor
een andere ervaring. Want wanneer men zich
in den bioscoopstoel neerzet met de gedachte:
„Nou wil ik wel eens zien wat de film ervan
maakt, en wie of het nou beter heeft gedaan,
de film of het tooneel" wekt dat bij voorbaat
een innerlijke animositeit bij u. welke niet be
paald bevorderlijk is voor het genieten van een
filmwerk, dat met eigen middelen-een gedachte
tot uitdrukking brengt. „Golden Boy" is in alle
opzichten een voortreffelijke film, waarvan de
inhoud in harmonie is met de vormgeving. Er
wordt u geen verhaal, geen bepaald geval opge-
discht, het gegeven wortelt in den achtergrond
van alle leven, den strijd tusschen den geest en
de bruto kracht. Een jongen van Italiaanschen
afkomst, aanvankelijk voorbestemd om musicus
te worden, verbitterd door het feil. dat men hem
om zijn varen naam Bonaparte en vooral om
zijn vioolkist, die hij steeds bij zich droeg als
kind, steeds heeft uitgelachen, aangezet door
een vrouw, waarvan, hij houdt, om zich een weg
door hel leven te slaan, bokst zich op tot een
beroemdheid. Ge kuilt, wanneer ge deze film,
welke ge niet moogt missen, gezien hebt. niet
aan deze levensware jongensfiguur denken
zonder zijn levensdraad ineengestrengeld te zien
met die van het meisje, dat twijfelt tusschen
haar liefde voor den manager, die haar uit de
goot. redde, en haar liefde voor Joe Bonaparte
(Golden Boy).
Het wemelt ln deze twee levens van de com
promissen en hef is de ongemeene verdienste
van deze film dat ze ons niet met een compromis
afscheept. Worstelend in het bruisende leven
van de wereldstad wordt Joe Bonaparte we
zien het zoo overtuigend gebeuren als het ware
in de kolk omhooggedreven tot de koppen van de
golven hem aan den wal van zijn eenzaamheid
zetten. Verlaten door allen, door zijn vader,
door zijn geliefde, door de wereld, wordt hij in
den boksring tot de uiterste consequentie van het
brute geweld gedreven; hij slaat zijn tegen
stander voor altijd neer. En eerst wanneer wij
de pijniging van de compromissen-worsteling,
zoowel van hem als van haar. hebben mede
beleefd en dezen beker tot de laatste bittere
druppel hebben uitgedronken, staat geen wreede
wereld meer de liefdesbekentenis van twee men-
schen in den weg- Ik zou het slot van deze film
niet graag een happy-ending willen noemen,
want dit gelukkige einde is geen voltooiing van
den wenschdroom van het publiek, dat de dingen
op de film sraag goed ziet afloopen. dit is
ontdaan van elke bijbedoeling de zuivere con
sequentie van dezen levensstrijd. Barbara Stan
wyck en William Holden geven zich aan hun
vertolkingen geheel en al en ook Adolphe Men-
jou is voortreffelijk.
Eén kleine opmerking moet me van het
hart' waarvoor Is het toch noodlg geweest om
ln de dialoog van de film een hatelijkheid aan
het adres van de politieke worsteling ln Europa
te debiteeren, welke niets met den draad van
de film. welke overigens juist met zooveel zelf-
beheersching zonder ontsporingen verder ge
sponnen is te maken heeft, en waarom heeft de
Nederlandsche tekstvertaler bovendien nog
„fascisme" vertaald met „anarchie"? Men zou
alsnog beter doen dit bllndedarmpje uit de film
af te snijden.
Resumeerende willen we deze film een prestatie
noemen, welke met kop en schouders boven de
massaproductie uitsteekt. Eigenlijk geeft deze
film, wanneer we haar symbolisch beschouwen,
den strijd van Hollywood zelf weer, met dien
verstande echter dat Hollywood nog lang niet aan
het stadium toe is. dat ze uit de compromissen
geraakt en met zichzelf in het reine komt. In
Hollywood ligt het brute geweld nog boven, en de
geest steekt zijn kop onverwacht zoo nu en dan
de hoogte in. Hollywood bombardeert Europa
onophoudelijk met amusementsproducten, sen
satie en kwasi-tragedies. en Hollywood zal heusch
niet .Golden Boy" hebben laten verfilmen omdat
daarmee de geestelijke kant van ons leven ge
diend is. doch veeleer in de hoop in het kielzog
van het tooneelstukkensucces nogeens „er
uit te halen wat erin zit".
Maar temidden van dat bombardement zijn
we reeds dankbaar voor één wapenstilstand, in
de hoop dat die eens uit zal groeien tot een vol-
tedigen vrede, Een vrede, die niet zoetelijk en
sprookjesachtig Ls, maar krachtig en waar. Een
vrede dien ook Golden Boy en zijn geliefde met
elkaar teekenen aan het slot van deze voortref
felijke film.
v. H.
In het Moviactheater wordt deze week een non
stop program vertoond
van teeken-, muziek-
en natuurfilms. Een
-IJ9UIV uap jaur ?qonpj
kaanschen Mac Duffy
Mo viae
geeft u gelegenheid tot lachen.
Rembrandt
De bioscoopbezoekers weten zoo langzamerhand
wel wat ze aan Heinz Rühmann hebben. Wanneer
ze Clark Gable willen zien of Laurel en Hardy
gaan ze niet naar Heinz Rühmann. Ze weten wat
ze te wachten hebben, en dit vooropgesteld, kan
van de nieuwe Rühmann-film gezegd wrden dat ze
alleraardigst is. Rühmann is werkelijk in de film
een klasse apart. Hij heeft niemand, waarmede hij
te vergelijken is. En in deze film, naar een draai
boek van de befaamde schrijfster Thea von Harbou
(de vroegere echtgenoote van Fritz Lang) worden
zijn komische talenten wel op zeer gelukkige wijze
ontwikkeld. Uitbundig lachen zult ge om deze film
zelden, doch onafgebroken zult ge een glimlach in
uw gezicht behouden.
Heinz is tooh zoo'n gemoedelijke jongen, zoo'n
tvoe. dat nou werkeliik alles gelooft wat je hem
voorzet. En juist door
zijn onnoozeïheid weet
hij ons aan het laóhen
te maken.
Ditmaal is Rühmann
de zoon van een rijken vader. Hij boemelt zoo veel
dat hij een compleet album van zijn geliefden moet
bijhouden. Op een dag vindt hij een jongen in zijn
bed, die volgens een bijgespelden brief zijn zoon is.
Ge zult eenigszins kunnen vermoeden hoe Heinz
op een dergelijke situatie reageert! Hij wordt een
rechtgeaard vader, die ijverig zijn studie voltooit
enverliefd wórdt op het kindermeisje van
zijn zoon.
Dit kindermeisje isneen, dat zullen we u
niet verraden, evenmin zullen we iets zeggen van
het complot dat de vader smeedt.
Vele kostelijke scènes van vader en zoon, de rit
in de auto, waarbij alle meisjes één voor één ver
dwijnen'en het humoristische slot kenmerken deze
film als een alleraardigst en zeer geslaagd product
van de Rühmann-cyclus.
Op het tooneel treedt een goochelaar op, die ons
verbluffende staaltjes van "Zijn kunde toont.
In de filmliteratuur komen onderscheidene „Meis
jes" voor, als daar zijn: „Meisjes achter tralies".
„Het Meisje van gisternacht", „Het Meisje in de
Taxi"; het zoo alom bekende „Meisje met honderd
mannen"; „Het Meisje met de vier vaders", enzoo-
voort, enzoovoort. Vanavond in Cinema hebben we
te malcen met het „Meisje met de zeven bontman
tels", dat wil zeggen Simone Simon zou die wezen
bontmantels kunnen hebben, als ze die eene van
haar filmvriend Robert Young en de zes andere van
diens filmbroeder Don Ameche, respectievelijk
Pierre en Dave, had willen aannemen.
Deze alleramusantste comedie vertelt U van twee
zoons, die om hun amoureuzen vader van een hu
welijk met een cabaretzangeres Rosette af te hou
den besluiten om vader voor eenigen tijd weg te
werken en in dien tijd
zullen zij het zaakje wel
met Rosette klaar spelen.
Maar wie zij voor Roset
te houden, is Rosette
niet en de broers worden beiden verliefd op haar.
Pierre bij wijze van gezellige tijdpasseering, Dave
ernstig. Natuurlijk komen er uit de vergissing aller
lei verwarringen voort, die voor de juiste oplossing
gekomen is, heel veel vroolijke en soms zelfs bal
dadige tooneeltjes ten gevolge hebben, waarbij het
publiek zich uitstekend amuseert.
„Onderzeepatronille"
Amerika is dol op zijn marine, de films die de
marine tot onderwerp hebben, vallen dan ook al
tijd bijzonder in den smaak van het publiek, dat
veel gevoel heeft voor die jolige vroolijke zeemans
humor, de heldenmoed en de branie van de Jantjes.
Deze „Onderzeepatrouille" is, niettegenstaande de
film in 1914-'18 speelt, dus in den vorigen oorlog,
een film, die meer tot vroolijkheid dan tot ernst
stemt. Hoewel het wel treft, dat bij het in den grond
boren van twee vijandelijke booten, de geheele be
manning een eerbiedig saluut aan den verslagen
vijand brengt, waarbij op ieders gezicht groote ont
roering te lezen is.
In deze film is vooral de nadruk gelegd op den
grappigen, vroolijken kant van het zeemansleven
waarbij de belangrijkheid van iederen man op zijn
post in het uur van gevaar en van handelen, niet uit
het oog is verloren. Van het gruwelijke van den
oorlog, van het vernietigen van menschenlevens
komt niet zoo veel tot den oppervlakkigen toe
schouwer, voornamelijk omdat we ons bijna alleen
interesseeren voor dat troepje Amerikanen op dezen
torpedojager en we ons solidair met hen voelen.
Daar de opdracht van den commandant is. óet
vernietigen van een vijandelijken onderzeeër in
volle zee, daarna het convooieeren van een muni
tieschip naar de Middellandsche Zee en tot slot het
onschadelijk maken van een U-boot, die al meer dan
dertig schepen tot zinken heeft gebracht, begrijpt
men dat de film ook meer dan genoeg spanning
.geeft.
Frans Hals
In deze moeilijke, zorgenvolle tijden is het pret
tig weer eens een vroolijke, lichte film te zien
zonder verder eenige pretentie. Zulk een rolprent is
de Duitsche film „Dat komt ervan!", waarin Paul
Hbrbiger als Dr. Leopold Brunner, Theo Lingen
als zijn bediende Balduin en Fita Beukhoff als de
danseres Rita Rivelli, die in een revue optreedt, de
hoofdrollen vervullen. En zij doen dit grappig. Fita
Beukhoff is een charmante danseres; Paul Hör-
biger een echte hulpelooze dokter, die nadat hij een
onschuldig nachtelijk avontuur heeft beleefd met
Rita (een vroegere
jeugdvriendin) zich er
tegenover zijn vrouw
niet weet uit te redden.
Een toevallige voor
bijganger, een schrijver (Johannes Rïemann), die op
de bus staat te wachten, hoort de heele ruzie, om
dat er een raam openstaat. Paul Hörbiger tracht de
pijnlijke situatie te redden door zijn vrouw wijs te
maken, dat hij met een jeugdvriend, een zekeren dr.
Lsmmeherder is uitgeweest. U begrijpt het nu al:
de voorbijganger geeft zich nu voor dien jeugd
vriend uit en moet daar dan ook de consequenties
van aanvaarden. Zij moeten zelfs de eene leugen na
de andere verzinnen dank zij den speurzin van den
schoonvader van den dokter, die veel detective-ver
halen heeft gelezen.
Tenslotte moet Rita zelfs voor de echtgenoote
van den jeugdvriend doorgaan.
Enfin, het geeft alles tot dolkomische scènes aan
leiding en aan Paul Hörbiger en Theo Lingen (die
een zeer goede creatie van den bediende maakt)
zijn die dwaze rollen best toevertrouwd.
Deze film onder regie van Hubert Marischka is
een rolprent, waarmede u zich amuseert van het
begin tot het einde, met aardige muziek en vlot spel,
In het voorprogramma behalve twee goed ver
zorgde journaals een alleraardigst filmpje van Jack
Eaton, „Aan den wandel", waarin u kunt zien hoe
mensch en dier zich voortbewegen.
Welke films
zijn er Zondagochtend?
Zondagochtend worden in Haarlem de
volgende films vertoond:
LUXOR: „Mannen in het wit" met Clark
Gable.
PALACE: „Sneeuwwitje" van Walt
Disney.
REMBRANDT: „Tusschen vuur en ijs"
(Drie jongens op avantuurj.
NEVILLE
CHAMBERLAIN
in een film.
Engeland's „Prime Minister", Neville Chamber
lain, maakt zijn Hollywood-debuut althans
vocaal in de film „Vigil in the Night", naar het
boek van den schrijver van „De Citadel", Cronin.
Het scenario bevat een dramatische scène in een
Londensch ziekenhuis tusschen Carole Lombard en
Brian Aherne, welke door Chamberlain's radio
rede waarin de staat van oorlog met. Duitschland
wordt afgekondigd, onderbroken wordt.
De RKO filmmaatschappij was genoodzaakt een
opneming uit Londen te laten komen, toen men ont
dekt had, dat de Amerikaansche reproductie van de
historische speech te veel fading bevatte om ge
bruikt te kunnen worden in een scène, die zich op
de film slechts .op een paar honderd meter afstand
van Downing Street no. 10 afspeelt.
Willy df-n Ouden wordt filmactrice.
Nieuwe Nederlandsche film onder regie van
Carl Lamac en Gerard Rutten.
Niettegenstaande de moeilijke t.jdsomstandig-,
heden wordt er binnenkort weer een nieuwe Ne
derlandsche film op stapel gezet. De Universal
Film Agency N.V. begint namelijk op 19 Februari
in de Studios Sonar te Brussel met de opnemin
gen van de Primax-film „Van het eenkomt
het ander". De productieleiding berust bij Ludwig
Viacr en Riethoff, terwijl Carl Lamac en Gerard
Rutten, die na lange afwezigheid in ons land ls
teruggekeerd, de regie zullen voeren. Het manu
script is samengesteld
door Victor Gertler,
Herman Closson en
Yves Miranda. De be
kende camera-man
Otto Heller zal ook in
deze film het beeld ver
zorgen, waarbij Ralph
Benatzky de muzikale
illustraties voor zijn re
kening neemt. De ar
chitectuur is opgedra
gen aan Rene Moulard
en de montage aan Jan
Teunissen.
De acteurs zijn met
zorg gekozen. Dat wij
iWilly den Ouden, de
1 bekende zwemster, het
«r J f eerst noemen, volgt
niet uit haar kwalitei
ten als filmactrice,
want deze zullen uiter
aard nog moeten blijken. Doch deze sportster de
buteert in de nieuwe Nederlandsche film als ac
trice. Voorts zien wij in de cast Leo de Hartogh.
Joke Busch, Herman Bouber, Mathieu van Eys-
den, Jan Musch, Tilly PerinBouwmeester, Syl-
vain Poons, Jules Verstraete, Van Warmelo, Jan
Mulder, Asta Lee, Jacques Henley, Frans Bosdorf.
Elsa Bettyson en vele anderen.
„Van het een komt het ander" zal een muzi
kale filmcomedie worden, echter geen operette
Het is de bedoeling, dat na de opnemingen voor
de Nederlandsche film een Fransche versie ge
draaid zal worden.
Gerard Rutten vertelde nog. dat aan deze
nieuwe fiim de uiterste zorg zal worden besteed.
Het is daarom nog niet te zeggen, wanneer de
film kan worden vertoond, doch de regisseur
rekent erop ongeveer begin April met de opne
mingen klaar te zijn. Daarna volgt dan de mon
tage, zoodat waarschijnlijk de prémière eind
April of begin Mei zal draaien.
De Universal Film Agency N.V. heeft het plan
regelmatig in Brussel en Den Haag films te gaan
produceeren. In Nederland zal dit geschieden in
Loet C. Barnstijns Filmstudios te Wassenaar.
Willy den Ouden
Merkwaardige liefhebberij
van een radioreporter
Het begon met een glas
water. Maar het groeide
niet tot een storm in
een glas water, die lief
hebberij van Louis Ge
rard Wybrands. Oh
neen. Ze zaten aan ta
fel, Louis Gerard, die
toen voor en na tafel
nog op de schoolbanken
zat, zijn vader, zijn
moeder en een oom. En
die oom zei plotseling:
„Zie eens jongen wat
hier op het glas zit!"
En op dat glas was
een vingerafdruk zicht
baar
„Weet je dat wanneer dieven zoo'n vingerafdruk
ergens nalaten de politie ze kan opnemen, en
wanneer de gevonden afdruk klopt met de vinger
afdruk van een verdachte kunnen ze er zeker
van zijn dat ze den goede te pakken hebben.
Want elke mensch heeft een anderen vinger
afdruk. Er zijn er geen twee op de wereld gelijk".
De oom sprak allang weer over koetjes en
kalfjes toen Louis Gerard nog met zijn gedachten
bij het glas was.
En nu, jaren later, zit er ten huize van den
heer L. G. Wybrands te Hilversum wederom
iemand aan de tafel, weliswaar geen oom dit keer
maar glazen met vingerafdrukken staan er
wel: en die iemand komt "een deskundige in de
dactyloscopie interviewen.
Dat is er dus van geworden; een ernstige door
wetenschap en studie geschraagde liefhebberij:
dactyloscopie, een vreemd woord voor de kennis
der vingerafdrukken.
En nog steeds vindt de heer Wybrands in zijn
drukbezette leven van radioreporter, eerst bij de
P.H.O.H.I., thans bij de A.V.R.O. heeft u zijn
nog zoo kort geleden uitgezonden reportage van
den Elfstedentocht wellicht beluisterd? tijd om
aandacht te wijden aan deze dactyloscopie.
„Wanneer men het woord „vingerafdrukken"
hoort denkt men dadelijk aan misdadigers",
merkt de heer Wybrands op, en ik zet nog een
vingerafdruk op mijn glas erbij. „Maar dat is ver
keerd! Vingerafdrukken kunnen ten dienste van
de menschheid in het algemeen komen; ze be-
hooren in de eerste plaats te worden gebruikt om
den eerlijken burger in staat te stellen zijn iden
titeit te bewijzen en zijn onschuld aan te toonen,
wanneer een ongelukkige samenloop van omstan
digheden hem daartoe noopt.
In de Vereenigde Staten, waar ik de dactylos
copie bestudeerd heb, bezit men een speciaal ar
chief van vingerafdrukken van personen, die zich
uit eigen beweging laten „dactyloscopeeren".
Waarvoor? vraagt u. Daar zijn vele redenen voor
op te noemen, ik zal u een paar uiteenzetten.
Wanneer er een ongeluk gebeurt met een vlieg
machine, met een trein of welk ander voertuig u
op en boven 't land maar wilt, of een schip zinkt en
de slachtoffers van deze ongelukken worden zoo
danig verminkt en dat gebeurt zeer vaak!
dat ze onherkenbaar zijn, wat dan? Eén vinger
afdruk is voldoende om het slachtoffer te identi-
ficeeren, en een moeilijke, vaak pijnlijke situatie
tot klaarheid te brengen. Valsche aanspraken op
erfenissen, die zooveel narigheid met zich mee
kunnen brengén, zouden door vingerafdrukken
meteen ontzenuwd kunnen worden. Kinderen, dië
weggeloopen of verloren zijn, zouden terstond aan
de familieleden teruggebracht kunnen worden,
volwassenen, die aan geheugenverlies lijden, zou
den geïdentificeerd kunnen worden. Al met al:
wanneer onze vingerafdrukken geregistreerd zou
den worden kan dat aan de samenleving veel el
lende besparen. En daar moeten we tenslotte
naar streven.
President Roosevelt heeft in Amerika het goede
voorbeeld gegeven. Hij zond zijn vingerafdrukken
naar het archief in Washington, en velen met
hem hebben de vooringenomenheid jegens den
vingerafdruk, omdat die in de volksfantasie ver
bonden wordt met het misdadigersschap, althans
in de V.S. de wereld uit geholpen. Maar Europa
en ook Nederland willen er wat men populair
noemt „nog niet aan".
Natuurlijk, in de tweede plaats bezitten de
vingerafdrukken een groote waarde voor het op
sporen van misdadigers. In dit opzicht past men
in Europa de dactyloscopie in het algemeen wel
toe.
De hoofdinspecteur van politie te Calcutta in
het jaar 1896, genaamd Henry, heeft, steunend
op de onderzoekingen van Sir Francis Galton, een
systeem uitgedacht om vingerafdrukken zoodanig
te classificeeren, dat men uit een collectie van
duizenden zonder veel moeite den afdruk, welke
overeen stemt met een bepaalden ergens gevon
den afdruk, te voorschijn kan halen met de bij-
behoorende persoon. De eerste toepassing van de
dactyloscopie was dus in dienst van de opsporing
van misdadigers. En de menschen, die niets straf
baars op hun geweten hebben, zijn nu eenmaal
huiverig voor alles wat naar misdadigers „riekt"
en daarom zal het in Europa, het werelddeel de-
tradities, nog wel de noodige moeite kosten om
den vingerafdruk als een middel ten nutte van
de eerlijke burgers in te voeren. Doch ik geloof
dat eens de tijd zal komen, dat geheel Europa
dit systeem voor persoonlijke identificatie zal ge
bruiken, en ik hoop daar mijn steentje toe bij te
dragen.
Dan zal elk fatsoenlijk mensch het heel gewoon
vinden wanneer zijn vingerafdruk „genomen"
wordt.
Hoe men er toe kwam eerst in de 19de eeuw de
waarde van den vingerafdruk te ontdekken?
Tja
De heer Wybrands onderbreekt even zijn ver
haal, en gebaart naar de welvoorziene boekenkast.
Eenige planken zijn ingeruimd voor literatuur
over de kennis der vingerafdrukken.
„Verschillende geleerden", zoo gaat de deskun
dige verder, „hebben in de geschiedenis ge-
vorscht en de Duitsche Dactyloscoop Dr. Robert
Heindl geeft voorbeelden van hypotheses omtrent
het gebruik van vingerafdrukken bij de Assyriërs,
Babyloniërs, Japanners en Chineezen. Ik heb alle
bronnen van Heindl, o.a. in de Universiteitsbiblio
theken in verschillende landen, kunnen nagaan,
en het bleek mij dat er bij de vele voorbeelden
en anecdotes, welke Heindl beschrijft, zelden
sprake is van identificatie door middel van
vingerafdrukken. Vingerafdrukken waren in de
oudheid wel bekend, maar voornamelijk in ver
band met ceremonieel en godsdienst, bij het af
zweren van booze geesten of ten dienste van
waarzeggerij.
Assyriërs en Babyloniërs plachten hun vinger
nagel in weeke klei te drukke. Maar dit was niet
bedoeld als onvervalschbaar ident'teitsteeken,
doch als een teeken van „mana", een stuk van
het eigen „ik", dat ze achter lieten. Om den
vingerafdruk als identificatiemiddel te bezigen,
daarop kwamen in de 19de eeuw Herschel en
Henry, die tot taak hadden om de Inlanders in
Britsch Indië, die voor een Europeaan allen op
elkaar lijken, uit elkaar te houden. Zij vonden
dus, gedreven door noodzaak, de practische be-
teekenis van den vingerafdruk uit.
De eene mensch probeert natuurlijk te verbe
teren wat de andere tot stand heeft gebracht. En
zoo ontstonden in den loop der jaren vele classi
ficatiesystemenop het oogenblik zijn er bijna
veertig over de geheele wereld in gebruik. Maar
men is op zijn schreden teruggekeerd: 't systeem
van Sir Henry is zoo geniaal gebleken, dat het
eigenlijk geen verbetering meer behoeft. Ik vraag
mij in bewondering af hoe het mogelijk is dat
deze man indertijd een systeem heeft- kunnen
uitvinden, dat thans nog, nu de collecties vinger
afdrukken uitgroeien tot millioenen het Gou-
vernementsidentificatiebureau te Washington
telt op het oogenblik 7 millioen vingerafdrukken
voldoet.
Sir Frances Galton de man die den stoot gaf tot
de ontwikkeling der daclylospie.
Ge begrijpt dat het moeilijk is u een beeld te
geven van de manier waarop men uit zoo'n mil
lioen encollectie vlug een gewenschten vingeraf
druk te voorschijn haalt, terwijl er alleen maar
van bekend is dat de lijnen gelijk moc-ten zijn aan
een bepaalden gevonden afdruk. Maar ik wil u
wel een indruk daarvan geven. Henry verdeelt
alle vingerafdrukken in slechts vier hoofdgroe
pen. Deze krijgen, al naar gelang de vinger waar
ze op voorkomen, een numerieke waarde. Hier
door ontstaan 1024 mogelijkheden in de hóofd-
classificatie. Doordat opnieuw een onderverdee
ling in wordt gevoerd ontstaan weer allerlei va
riaties
Er zit in de geschiedenis der vingerafdrukken
een les voor de eigenwijze menschheid. In den
tijd dat de menschheid een primitieven ruilhan
del dreef, zoowel als thans, nu de handel zich ont
wikkeld heeft tot gecompliceerde koop- en ver
kooptransacties, is'er behoefte aan de-bewijzen
van de identiteit van een individu. Men dacht een
teeken uit, dat tot een stempel werd, de hand-'
fceekening kwam en werd tezamen met de foto tot
het paspoort. Men nam de maten van de men
schen.
Maar verre boven al dit door de menschen uit
gedachte staat het identificatiemiddel, dat ons
door Moeder Natuur werd- gegeven: de vinger
afdruk. Deze afdruk verandert nooit. En er zijn
geen twee afdrukken dezelfde op deze wereld".
Zoo was het gesprek met den radioreporter L.
G. Wybrands. Niemand zal kunnen beweren dat
radioreporter geen romantisch beroep is. En voor
hen, die meenen, dat liefhebberij slechts een r e-
actie is, namelijk het tot uiting brengen van
poëtische dingen, in ieder geval van dingen,
die „anders dan gewoon" zijn die in het dage-
lijksche prozaïsche leven niet verwerkelijkt kun
nen worden, is dit wel een zeer sprekend voor
beeld van het tegendeel. Want Louis Wybrands is
met hart en ziel „radioman", en heeft daarnaast
aandacht voor zijn liefhebberij. Liefhebberij be-
teekent dikwijls een zeer waardevolle actie, die
bijdraagt tot den vooruitgang van de mensch
heid.
v. H.
NOG GEEN „GOODBYE" VOOR MR. CHIPS!
De Haarlemsche filmliefhebbers zijn nog niet
van zins om „Goodbye" tot Mr. Chips te zeg
gen, want hij blijft nog een week in het Luxor
Theater, en wellicht nog langer. Een gelukkig
verschijnsel dat de voortreffelijke film „Good
bye Mr. Chips" zooveel belangstelling trekt.
Baldadige vernieling aan de
installatie van het s.s. „Molotov".
Door het tijdig ontdekken van een geringe ver
nieling aan een koelinstallatie in een der vriesrui-
men van het s.s. „Molotov" dat thans ligt op de
werf van de Nederlandsche Scheepsbouw Maat
schappij aan de overzijde van het IJ, heeft men
ernstige schade kunnen voorkomen.
Gebleken is namelijk, dat een klein looden buis
je van den thermostaat van de koelmachine was
verdwenen. Ware dit niet tijdig ontdekt en had
men de machine in werking gesteld, dan zou de ge
heele koelinstallatie zijn ontzet en daarmede zou
ernstige schade aan de geheele koelinstallatie zijn
berokkend.
Men heeft niet den indruk, aldus deelde men ons
bij de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij
mede, dat hier van sabotage sprake is. Eerder zou
het hier kwaadwilligheid van een scheepsjongen
kunnen betreffen, die uit baloorigheid een stukje
looden buis uit den thermostaat heeft gesneden. In
hoeverre deze veronderstelling juist is, wordt nog
onderzodht.