Haarlem's Dagblad
Russische divisie geheel vernietigd?
De Opperbevelhebber.
KEIP
Faillissementen in 1939.
Lekkage.
De wisseling in het
opperbevelhebberschap
Het Belangrijkste
57e Jaargang No. 17372
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant»
Uitgaven en Aigem Drukkerij N.V Bureaux: Groote
Houtstraat 93, bijkantooi Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082. Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825. Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Dinstlag 6 Februari 1940
Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10,
per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regel»
ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per
regel. Regelabonnementstarleven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
ƒ0.15. Groentjes zie rubriek.
Het bericht van het aftreden van den opperbe
velhebber van Land- en Zeemacht, generaal
Reynders, vergezeld van de tijding van zijn op
volging door generaal Winkelman, is als een vol
komen verrassing voor het Nederlandsche volk
gekomen. En een prettige verrassing is zooiets
heelemaal niet, omdat men er wel uit af móet
leiden dat het in den laatsten tijd niet „geboterd"
heeft tusschen de regeering en de opperste leiding
der weermacht. Bovendien is in het algemeen de
omstandigheid, dat reeds na vijf maanden mobi
lisatie het opperbevel verandert, niet aangenaam.
Men ziet juist op zulk een post, die alleen inge
steld wordt in zulke ernstige tijdsomstandigheden
als die, waarin wij thans weer leven, gaarne con
tinuïteit in het bewind.
De eerste onbehagelijke indruk werd er niet
beter op door de uiterst sobere toelichting, van
officiëele zijde gegeven. Wij leven onder een be-
winds-stelsel dat voor zijn goede toepassing een
zeer ruime mate van openbaarheid vereischt en
altijd vereischt heeft. Die behoort tot het wezen
van den parlementairen regeeringsvorm, die de
belangrijkheid der openbare gedachtenwisseling
tot zijn grondslagen rekent. Heel begrijpelijk en
normaal is het dan ook dat men, als een belang
rijke gebeurtenis maar vagelijk toegelicht wordt,
eenige ongerustheid begint te gevoelen. Gelukkig
heeft onze parlementaire correspondent in Den
Haag inlichtingen kunnen verwerven omtrent de
wijziging in het opperbevel en die vindt u op deze
pagina. Zij zijn dan wel niet officiéél ejj zij ne
men het onprettige gevoel niet weg, dat m: al zoo
spoedig wijziging in het opperbevel komt, maar
zij verhelderen de zaak. En men kan er meteen
uit afleiden dat het aftreden van generaal Reyn
ders geen critiek inhoudt op het door hem gevoer
de beleid. Het stelt zijn bekwaamheid niet in
twijfel. Wel zijn klaarblijkelijk verschillen van
meening tusschen hem en anderen gerezen, maar
die betroffen kennelijk de bevoegdheden van het
opperbevel, die generaal Reynders 'vergroot
wenschte te zien door algemeene toepassing van
den staat van beleg. Zooals men weet geldt die
thans nog maar in een aantal districten en houdt
zijn volledige toepassing een belangrijke ver
grooting van de militaire bevoegdheid in. Ook
betreffende alweer het toezicht op de openbaar
heid: het optreden tegen persexcessen. De regee
ring zou te dien aanzien een ander beleid wen-
schen en die bevoegdheid zelf willgn nemen, tot
welk doel, naar onze correspondent heeft verno
men, „iets op het departement van Justitie in de
maak zou zijn". Generaal Reynders zou zich met
dezen gang van zaken niet hebben kunnen ver
eenigen.
Omtrent zijn opvolging door een generaal die al
zes jaar gepensionneerd was blijkt, dat generaal
Winkelman indertijd al sterk in aanmerking
kwam voor benoeming tot chef van den genera-
len staf en dat toen generaal Reynders' benoe
ming feitelijk als een verrassing kwam. Dit be
wijst wel dat de nieuwe opperbevelhebber zeer
goede papieren heeft, waaraan men trouwens bij
een benoeming tot een zoo verantwoordelijke taak
niet kan twijfelen.
Dat de wijziging in het Nederlandsche opperbe
vel plaats heeft vlak na die in het Belgische valt
natuurlijk iedereen op maar is overigens slechts
een toevalligheid. Men kan er bij overpeinzen, dat
de Belgen en wij in den laatsten tijd wel vaak
dezelfde dingen te beleven krijgen. Maar bij die
overpeinzing houdt het dan ook op.
Het stuk van onzen Haagschen correspondent
geeft mij aanleiding om nog iets meer te zeggen
over de kwestie van de openbaarheid. Hij laat zich
critisch uit over de houding van den Regeerings-
persdienst en is van meening dat deze instelling
jegens de autoriteiten, die in het algemeen de
neiging tot vaagheid in de openbare voorlichting
hebben, krachtiger moest opkomen voor het be
lang van die voorlichting.
Ik ben dat met hem eens. En niet alleen naar
aanleiding van dit geval. Het is mij duidelijk dat
de taak van den Regeeringspersdienst niet een
voudig is, veel tact vereischt en sinds het uitbre
ken van den oorlog zoowel in het aantal als in
het gehalte van zijn bemoeiingen is verzwaard.
Maar ik geloof dat deze dienst inderdaad veel
krachtiger voor het belang der publiciteit moest
opkomen. En als de lezer daarbij de gedachte
voelt rijzen: „natuurlijk, dat is het belang van
de pers" wil ik hem meteen verzekeren dat het
zoo eenvoudig niet is. Hierboven heb ik trouwens
al gezegd, dat de openbaarheid behoort tot het
wezen van ons bewinds-stelsel. En dat is een veel
belangrijker zaak dan onze persoonlijke neiging
tot het geven van veel nieuws, die overigens in
den volksmond als regel verkeerd wordt voorge
steld. Want wij hebben bij onze berichtgeving
voortdurend met het landsbelang rekening te
houden en van de Nederlandsche pers mag ge
tuigd worden en is ook herhaaldelijk getuigd
dat zij dat doet.
Daarmee dus ook nu volledig rekening hou
dend geloof ik, dat meer en vooral vollediger
openbaarheid, waar het binnenlandsche aan
gelegenheden betreft, van Haagsche zijde ge-
wenscht is en dat het daaraan in den laatsten
tijd vaak heert ontbroken.
De mededeeling van onzen correspondent, dat
er „iets in de maak zou zijn" aan het departement
van Justitie betreffende de regeeringsbevoegdheid
inzake de pers is belangwekkend. De vorige mi
nister van Justitie, mr. Goseling, heeft in de
lente van 1939 een wetsontwerp ingediend, dat
zekere beperkingen van de persvrijheid inhield,
die vooral in preventieven zin zeer ver gingen
door de ruime formuleering van het delict. Ook
was in dat ontwerp de mogelijkheid van een ver
schijningsverbod opgenomen. Het ontmoette van
vele zijden bestrijding, hetgeen ook bleek uit het
Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer. Ook
op deze plaats werd het scherp bestreden. Door
Paul Boncour, de hransche gedelegeerde bij den Volkenbondsraad, arriveerde
Maandagavond in den Haag. Achter den staatsman diens zoon, die werkzaam is
op de Fransche legatie
Sovjets zouden 15.000 a 20.000
man verloren hebben.
Tegenspraak in officieele Finsche kringen?
Volgens berichten van Reuter uit Helsinki
zou de geheele achttiende divisie jier Russen te
Kitela ten noordoosten van het Ladogameer
door de Finnen vernietigd zijn. Deze divisie-
heeft meer dan een week in dit gebied gestre
den. Tusschen de 15.000 en 20.000 man zouden
gesneuveld, gevangen genomen of van honger en
koude omgekomen zijn. Deze overwinning, zoo
voegt Reuter hieraan toe, beteekent de misluk
king van de poging der Russen de Mannerheim-
linie te omsingelen.
Naar de correspondent van de .Stockholm-
Tidningen" echter meldt, worden deze berichten
uit officieele Finsche bron te Helsinki tegenge
sproken omdat volgens Reuter, de Finsche generale
staf ten aanzien van de successen bij Kitela dezelfde
tactiek schijnt te volgen als bij de groote overwin
ning bij Suomussalmi, d.w.z. er worden geen mede-
deelingen verstrekt alvorens de laatste resten dei-
vijandelijke" strijdkrachten vernietigd zijn. In de
eerstvolgende dagen zal het lègerbericht geen gewag
van eventueel nieuws op dit punt maken. Gister
avond heeft het Finsche persburea het bericht over
vernietiging van de 18de Russische divisie zelfs on
gegrond genoemd: het meldde wel, dat de divisie
omsingeld was,
Het staat volgens Reuter echter vrijwel vast,
dat, wanneer de militaire autoriteiten den tijd
voor volledige inlichtingen gekomen achten,
het zal blijken, dat de geheele divisie vernie
tigd is.
De Finnen zuiveren langzaam en stelselmatig het
terrein: in de afgeloopen veertien dagen hebben zij
kleine afdeelingen geïsoleerd en vernietigd of gevan
gen genomen. Zij hebben ook het hoofdkwartier der
divisie gevonden en vernietigd. Daarna viel de di
visie uiteen, zoodat de deelen gemakkelijk vernie
tigd werden.
De correspondent van „Stockholm Tidningen", die
den tegenspraak uit Helsinki publiceert, maakt er
overigens wel melding van dat bij Kitela twee Rus
sische bataljons verslagen werden.
United Press geeft de volgende lezing uit
Stockholm:
Finsche officieele kringen bewaren het stil
zwijgen over de groote overwinning. Het opper
commando wil daarmee blijkbaar wachten tot
dat ook de tweede divisie voor Kitela zal zijn
verslagen, zoodat de geheele oostelijke oever
van het Ladogameer zal zijn gezuiverd van
vijandelijke krachten.
Reuter meldt nog het volgende uit Helsinki:
De achttiende divisie zag zich van haar basis af
gesneden, terwijl zij in den loop van een reeks
groote offensieven, welke generaal Stern had ont-
het aftreden van minister Goseling raakte het op
den achtergrond en bracht het niet tot een open
bare behandeling in de Staten-Generaal. En uit
een latere verklaring van zijn opvolger, prof. mr.
Gerbrandy, kon men opmaken dat deze weinig
neiging had het over te nemen. Thans valt uit de
mededeelingen van onzen correspondent af te
leiden, dat de minister wel voornemens is met een
ontwerp voor den dag te komen.
Ik zie dat met belangstelling maar ook met be
zorgdheid tegemoet, want ik heb het gevoel dat
liet besef van de groote beteekenis der openbaar
heid en der vrije meeningsuiting bij velen in ons
land verflauwd is. En het ontwerp-Goseling heeft
mij indertijd gealarmeerd. Maar wij zullen moeten
afwachten wat de huidige minister gaat voor
stellen.
R. P.
Bommen op Chineesche spoorlijn.
Een protest van Fransche zijde.
Het Japansche persbureau Domei meldt dat de
Fransche ambassadeur te Tokio, Arsène Henry,
Maandagmiddag bij den vice-minister van Buiten-
landsche Zaken, Tani, geprotesteerd heeft tegen
het bombardeeren van de spoorlijn Haiphong
Yoenman op Vrijdag jl.
De lijn wordt door een Fransche maatschappij
geëxploiteerd.
Tani heeft hierop geantwoord dat het wegens
strategisch belang noodzakelijk was den spoorweg
te bombardeeren. Japan is bereid de zaak op
vriendschappelijke wijze te regelen, nadat een
nauwkeurig onderzoek ter plaatse zal zijn inge
steld.
Officieel wordt te Parijs vernomen, dat 101 per
sonen zijn gedood bij dezen Japanschen luchtaan-
vaL
ketend, oprukte. Iedere aanval, die het Russische
opperbevel ondernam met het doel de divisie te ont
zetten, werd afgeslagen. Ondertusschen slopen Fin
sche ski-patrouilles door de dichte wouden rond Ki
tela, terwijl de zware kanonnen van het Finsche
eiland Mansinaari in het meer van Ladoga granaten
lieten regenen op den eenigen weg van Kitela naar
Russisch gebied. Ofschoon de weg op sommige plaat
sen geheel opgeblazen is, meende men tot dusver
dat de Russische divisie slaagde in haar pogingen
zich al vechtend te bevrijden uit de Finsche omsin
geling. De gevangen Sovjet troepen, wier levens
middelentoevoer was afgesneden, vluchtten als be
zetenen. Tenslotte kwamen zij er toe, zelfs hun
paarden op te eten. Toen Russische vliegtuigen
trachtten brood voor de divisie te laten vallen, viel
dit binnen de Finsche linies.
Men verwacht niet, dat de veroverde buit zoo uit
gebreid zal zijn als na de groote overwinning van
Suomussalmi, doch hij zal zeker aanzienlijk zijn.
Zwakke wind en
matige dooi
is het consigne voor morgen. Een beetje
regen, een beetje mist, wat wolken aan
den hemel't is voorloopig met den
winter gedaan.
Een bril
behoeft niet duur te zijn om goed te zijn.
Komt U eens bij ons kijken, hei loonL
GR. HOUTSTRAAT naast Luxoi
(Adv. Ingez. Med.)
Een interessante
statistiek.
De vieze kledderboel maakt vijvers van
Een 'reeks zoo pas nog starbevroren straten,
Maar zoekt ook op het dak de kleinste gaten,
Waardoor ze in de huizen druipen kan.
De emmers en de dweilen rukken aan
En alles wat nog verder maar kan helpen,
Om de lekkage zooal niet te stelpen,
Dan te beletten dat het blank gaat staan.
Nu zwoegt de brave gieter van het lood.
Omdat tenslotte wat des vorsten dood is,
Voor hem geen idooie boel, maar wel zijn brood is
In leniging in 't groot van nood en goot.
Men roept hem nu van alle kanten op,
Men ziet hem al met een hoeraatje komen
En hij wordt ijlings in den arm genomen,
Met slechts één bede, zet die drop toch stop.
Maai- wee, wanneer men op hem wachten moet,
Dat windt de brave huisvrouw op tot tergens,
Want zooals 't lekje thuis tikt, tikt het nergens
En ieders lek vereischt den grootsten spoed.
O huisvrouw ook al heeft u bij uw wensch
Naar snelle hulp het angstgevoel bekropen.
Hij komt wel, hij komt niet en 't blijft maar
loopen
Bedenk toch wel, ook hij is maar een mensch.
P. GASUS.
Het Centraal bureau van de Statistiek publi
ceert eenige mededeelingen over het aantal fail
lissementen, die In 1939 werden uitgesproken.
Het totaal aantal uitgesproken faillissementen
per 100.000 inwoners daalde van 29.1 in 1938 tot
24.3 in 1939, terwijl ook voor verschillende groe
pen de cijfers alle lager waren (handel resp. 8.7
in 1938 en 7.4 in 1939. nijverheid resp. 7.7 en 6.6,
landbouw resp. 1.3 en 1.0 en „overige faillisse
menten" resp. 11.4 en 9.3).
Het totaal aantal uitgesproken faillissementen
bedroeg in 1939 2129 tegen resp. 2526, 3125 en
4405 in de Jaren 1938. 1937 en 1936. Een vermin
dering derhalve met bijna 52 pCt. t.a.v. 1936.
Hoewel in het jaar 1939 bijna 400 faillissemen
ten minder werden uitgesproken dan in 1938
gaven de maanden Mei en Juni 1939 een totaal
dat 4 hooger was dan dat der overeenkomstige
maanden van 1938.
De aantallen der overige maanden waren alle
lager; Januari en April resp. 57 en 65 minder.
Uit de specificatie naar de provincies blijkt
dat alleen voor Zeeland het cijfer per 100.000
Inwoners iets steeg n.l. van 12.6 ln 1938 op 12.9
In 1939. De overige provincies geven alle een
lager cijfer.
Belangrijk lager waren de cijfers van Noord
Holland, resp. 41.1 en 34.4. van Groningen resn
26.4 en 18.2 en van Utrecht resp. 35.1 en 28 6
Hoewel het cijfer van Noord-Holland aan
merkelijk daalde, ls deze provincie thans nog
de eenige waarvan het aantal faillissementen
per 100.000 inwoners meer dan 30 bedraagt
(34.4), terwijl dat van Zeeland, ondanks de
geringe stijging, wederom het laagst is
(12.9).
In Haarlem werden in 1939 in totaal uitgesproken
61 faillissementen of 44.0 per 100.000 inwoners
Voor 1938 waren die cijfers: 71 en 52.1, voor
1937: 64 en 47.6 en voor 1936: 106 en 80.1. Verge
leken met 1936 valt er dus een opmerkelijke da
ling te constateeren.
De vage voorlichting van het publiek.
De vermoedelijke oorzaken.
Onze Haagsche correspondent schrijft:
Er hing gisteren, Maandagmorgen, een dichte
en dikke mist in het Haagje, toen tegen het
koffie-uur het wel uiterst schamel toegelichte
bericht loskwam, dat Generaal Reynders zijn
eervol-ontslag had gevraagd en verkregen en
dat de gepensionneerde Luitenant-Generaal
Winkelman hem, ook al weer met den rang van
Generaal, als Opperbevelhebber zou opvolgen.
De belanghebbenden doolden aanvankelijk in
een dikken mist, toen zij zich op zoek begaven
naar een redelijke verklaring van dit merk
waardig gebeuren. De officieele of officieuse
toelichting, waarvan het heette dat zij toch
zeer duidelijk de oorzaak van Generaal Reynders'
aftreden vermeldde, was eerlijk gezegd, zoo
helder als koffiedik.
Tusschen hem en de Regeering bestond in
hoofdzaak verschil van inzicht van technisch-
militairen aard. Daarom had de Generaal ten
slotte zijn ontslag aangevraagd. Met deze „toe
lichting" moesten we tevreden wezen. Zij toch
zoo kregen we te hooren hield alles in.
Deze wijze van voorlichting van de Neder
landsche burgerij valt niet onverdeeld te be
wonderen. Het aftreden van een Opperbevel
hebber is nu eenmaal geen alledaagsche ge
beurtenis. is geen zaak van betrekkelijk gering
belang. Dat voelt en begrijpt reeds een kind
en vandaar dat het plicht van de Regeering ge
weest ware. om in dit geval nu eens wat minder
bureaucratisch te werk te gaan bij het verschaf
fen* van voorlichting aan het publiek.
In dit verband rijst de vraag, of men daar,
waar men onder meer tot taak heeft een goede
voorlichting van het land te bevorderen, wel
met voldoende klem aan den Premier kenbaar
heeft gemaakt, dat men zich niet achter een zoo
vage uitdrukking als „in hoofdzaak verschil van
inzicht ten aanzien van vraagstukken van tech-
nisch-militairen aard" moest verschuilen. Een
chef van den Persdienst, die in de moeilijke om
standigheden. waarin we leven ten volle voor
zijn taak berekend is, dient den moed te hebben
met kracht te pleiten voor behoorlijke informatie
van den burgerij en tegen de gemeenlijk de
Overheid aangeboren neiging, zich zooveel mo
gelijk tot algemeenheden en dooddoeners te
bepalen.
Enfin, van Regeeringswege mocht er dan
weinig licht verschaft worden aangaande het af
treden van den Opperbevelhebber, langs anderen
weg viel er tcch wel iets meer te vernemen.
In de eerste plaats schijnt de wisseling in het
Opperbevelhebberschap voor ingewijden geens
zins zoo onverwachts gekomen te zijn als voor
de buitenwereld. Geruimen tijd reeds moest men
namelijk vaststellen en ervaren, dat het tus
schen den Generaal Reynders en andere, zoowel
burgerlijke als militaire gezagsdargers botste.
Wrijvingen schenen er zich al vrij lang, veel
vuldig te hebben voorgedaan.
Tot de punten waarover de Opperbevelhebber
en de Regeering het geenszins eens waren, be
hoorde o.m. de kwestie van den staat van beleg.
Generaal Reynders toch zou er voor gevoeld
hebben den staat van beleg over het geheele
land te doen afkondigen, waardoor zeer uit
zonderlijke bevoegdheden ln handen van de
militaire overheden, en dan wel in de eerste
plaats in die van den Opperbevelhebber zouden
zijn overgegaan.
De Ministerraad hing echter de gedachte aan,
dat voorzichtigheid met zulk een machtsuit
breiding geboden was. Dit zou o.a. ook tot uiting
zijn gekomen in een plan om de wet op den
staat van oorlog en den staat van beleg te wij
zigen. En wel zoo, dat verschillende bijzondere
maatregelen, die onder de wet van 1899 thans
alleen mogelijk zijn bij den staat van beleg,
straks ook mogelijk zouden zijn in geval van staat
van oorlog, waarbij dan echter die groote machts
bevoegdheden zooals b.v. opheffing of beper
king van de vrijheid van drukpers niet in
handen van de militaire, maar van de burger
lijke autoriteiten gelegd zouden worden. Iets
dergelijks nu, dat op Justitie al in den maak
zou zijn, moet Generaal Reynders niet hebben
toegelachen.
Intusschen, ook in verschillende andere op
zichten boterde het niet tusschen hem en o.m.
de Regeering. Alles te zamen genomen zou al
lengs meer en meer het gevoelen gerijpt zijn. dat
het op deze manier niet langer ging, dat een
goede harmonische samenwerking tenslotte niet
meer bereikbaar was. En dit heeft er dan toe
geleid, dat Generaal Reynders het bijltje er bjj
neerlegde.
Nu Generaal Winkelman het Opperbevelheb
berschap aanvaardt en dus zoo mag men
aannemen met kennis van zaken omtrent de
diverse wrijvingen, is wellicht de verwachting
gerechtvaardigd, dat de nieuwe functionaris het
ten aanzien van de punten van geschil eens
is met de regeering. Het is nu maar te hopen,
dat een herhaling van wat we thans beleefd
hebben zal uitblijven, met andere woorden: dat
het tusschen den nieuwen Opperbevelheb
ber en de Regeering alsmede andere gezagsdra
gers wél zal boteren.
Hier en daar is het misschien opgevallen, dat
men nu iemand tot Opperbevelhebber heeft be
noemd, die al gepensionneerd was. Dit is echter
bepaald minder vreemd dan het op het eerste
gezicht schijnt.
In dit verband zij nog het volgende vermeld.
Toen indertijd de functie van chef van den
generalen staf vacant was, nam men algemeen
aan. dat luitenant-generaal Winkelman hiertoe
benoemd zou worden. Een verrassende gang van
zaken wilde echter, dat zulks niet geschiedde en
dat luitenant-generaal Reynders tot chef werd
aangesteld. Daarop kreeg luitenant-generaal
Winkelman een divisie-commando om zich ver
volgens als vrij spoedig daarna te laten pension -
neeren. Thans komt hij dus tenslotte terecht
op de plaats, waarvoor hij in de oogen van vele
deskundige beoordeelaars destijds reeds de aange
wezen man scheen te zijn.
Tenslotte mag er nog wel even op gewezen,
dat uit den aard der zaak de regeering in haar
jeheel en niet alleen de minister van Defensie,
de verantwoordelijkheid draagt en heeft te dra
gen voor de wisseling in het Opperbevelhebber
schap. Men mag daarom aannemen, dat de
regeering, welke het geheel der landsbelangen
heeft te overzien èn te behartigen, van oordeel
was, dat wat nu gebeurd is, uiteindelijk het
meest in het beiang van land en volk te achten
viel, ook dus van de juiste verhoudingen tusschen
de militaire en de burgerlijke elementen.
DR. E. VAN RAALTE.
De dooi, die vooral in het Zuiden van ons land
flink inzette, herschiep in 's-IIertogenbosch de
straten in uitgestrekte modderpoelen. De auto's
deden het sneeuwwater hoog opspatten.
HEDEN: 10 PAGINA'S.
HAARLEM EN OMGEVING
De installatie van mr. W. M. Paardekooper
Overman als Officier van Justitie 2
BINNENLAND
De was der groote rivieren is niet onrustbarend. 1
De faillissementstatistiek over 1939. 1
De groote rivieren kruien nog niet.
De ingesneeuwde trein is eindelijk bevrijd. 3
In het Noorden dooit het nog niet. 3
Juwelierswinkels moeten het ontgelden. 3
BUITENLAND
Een Russische divisie zou geheel vernietigd zijn 1
Gandhi confereerde met den onderkoning over
den toekomstigen status van Indië. 5
Een Engclschc schip van büna 10.000 ton is ge
torpedeerd. 5
De Opperste Oorlogsraad der geallieerden ver
gaderde Maandag te Parijs. 5
Een Engelsche mijnenveger Ls vergaan. 7
ARTIKELEN, enz.
R. P.: De opperbevelhebber. j
Van onzen Haagschen correspondent: De wisse
ling van het opperbevelhebberschap. 1
Van onzen Londenschen correspondent: Ver
schillende Britsche denkbeelden over federatie. 3
H. D. Vertelling: Vastenavond. 4
J. Kirchner: Finsch-Russtsche oorlogen van
vroeger. 5
Van een bijzonderen medewerker: Naar Finland. 7
K. de Jong: Vierde Kamermuziekavond van
Toonkunst. 7
De Burgerlijke Stand van Haarlem is opge
nomen op g
LAATSTE BERICHTEN a