Maakt zelf 'n hoestmiddeltje voor Uw kinderen. wjOëési Als we een feestje geven E' Vrouwen van Nederland DONDERDAG 15 FEBRUARI 1940 HAARDE M'S D'AGBE'AD Het gastvrije gezin Mijn man en ik hebben gezegd, dat we uit gaan vanavond, dan komt er tenminste eens geen bezoek, vertelt de moeder van de drie groote kin deren, en ze heeft zelf het grootste plezier om de list die zij heeft uitgedacht om eindelijk eens zon der den aanloop van de kinderen een avond ge zellig onder elkaar door te brengen. Stel u voor. de man werkt den heelen dag. gaat dus al vroeg de deur uit, en komt pas tegen het middagmaal weer thuis; wanneer er dan vrijwel eiken avond gasten zijn voor de volwassen kinde ren, blijft er geen oogenblikje meer over waarop men de gebeurtenissen van den dag eens rustig met elkaar kan bespreken. Zoolang de kinderen klein zijn en vroeg naar bed gaan. is de avond een tijd van rust, zoo vaak de ouders dat zelf verkie zen. Maar zijn de kinderen eenmaal tot „jonge lui" opgegroeid, gaan ze gelijk met de ouders sla pen, dan is het wel eens noodig, dat deze met hand en tand hun persoonlijke vrijheid verdedigen. Er zijn gezinnen, waar al die jonge gasten tot zoo'n groote hoeveelheid waren uitgegroeid, dat de ouders besloten, een of twee avonden per week niemand meer te ontvangen, teneinde hun persoon lijke vrijheid intact te houden. Dit lijkt een vrij tyrannieke maatregel, maar wie gesteld is op een hecht gezinsverband moet wel krasse besluiten nemen, teneinde niet het slacht offer te worden van zijn eigen gastvrijheid. Die gastvrijheid, daar gaat het in den regel om: de kinderen weten, dat vader en moeder hun vrienden en vriendinnen altijd met een vroolijk ge zicht zullen ontvangen, dat zij gemakkelijk kunnen inschikken om het de jongelui naar den zin te maken, en bovendien dat de ouders het prettiger vinden, dat de aanloop bij hen komt, dan dat hun eigen kinderen altijd naar anderen gaan. Wie van hen denkt er echter aan een grens, wie van hen beseft volledig de intimiteit die tusschen de ouders moet bestaan en blijven bestaan, wil de geest in huis blijven zooals zij is en zooals zij door hen wordt gewaardeerd. Dit bolwerk moeten vader en moeder zelf ver dedigen, zij moeten hun rechten laten gelden ten opzichte van hun eigen en eikaars zieleleven, om dat het noodig is. dat zij dit zuiver houden, willen zij elkaar blijven begrijpen en hun kinderen mee in dien kring betrekken. Doen zij dit niet. de kinderen doen het zeker niet, en zoo kan het zijn. dat een gezin altijd voor iedereen openstaat, waar de best denkbare gast vrijheid heerscht en waar ieder zich thuis voelt, en waar, eerst nauw merkbaar, maar later steeds dui delijker een kloof tusschen de ouders komt, die de gastvrijheid tenslotte alle waarde zal ontnemen. Misschien, als de kinderen voor goed de deur uit zijn, en de aanloop van jonge menschen sterk luwt, misschien komen vader en moeder dan pas tot de conclusie dat zij geen contact meer met elkaar kunnen krijgen, dat zij in de laatste jaren zoo sterk ieder hun eigen weg zijn gegaan, dat er van een eenheid tusschen hen geen sprake meer is. En om dan den weg tot elkaar terug te vinden is een uiterst moeilijke taak, die alleen kan slagen whn- neer beiden den vasten wil hebben om het gestelde doel te bereiken. Zijn hiermee de kinderen gebaat? Immers niet, zij zullen wellicht denken: waren vader en moeder maar wat minder gastvrij geweest, dan was de band nu steviger. En zoo wordt deze opoffering van het enge gezinsverband terwille van die kin deren door hen niet eens gewaardeerd. Nu is het waar, dal er in menig gezin weinig verband bestaat, dat de ouders toch al ieder hun eigen weg gaan, en dat zij, als de kinderen geen beslag op hun gastvrijheid legden, bijna nooit een avond rustig thuis zouden zitten. Maar in menig gezin bestaat het verband nog wel zoolang de kinderen klein zijn, maar is het niet sterk genoeg om de aanvallen die de volwas sen jeugd er op doet, met succes te doorstaan, en dan is het goed, als de ouders zich dit bewust zijn en hun recht op een gelukkig gezinsleven verde digen, dat ook de kinderen ten goede komt. Gemakkelijk is jlat niet: men haalt de streng spoedig te stijf aan, waardoor de gastvrijheid in het gedrang komt, of men geeft teveel toe en loopt daardoor toch weer het gevaar van een tekort aan persoonlijke vrijheid. Maar juist in de jaren van den middelbaren leeftijd, waarin het samenzijn zoo licht een sleur kan worden, is het goed om zich duidelijk voor oogen te stellen, wat tot die sleur kan leiden, en wat men kan doen om ze te voor komen. Daarmee is de helft al gewonnen. E. E. J.-P. WAT ZULLEN WE ETEN! Vrijwel iedere huisvrouw is er tegenwoordig van overtuigd, dat zij moet zorgen voor vol- doende afwisseling in de warme maaltijden. I Daarvoor zijn immers verschillende redenen: in i de eerste platas eten de huisgenooten met veel meer smaak wanneer hen telkens eens iets nieuws voor gezet wordt, maar bovendien is het ook voor de gezondheid van buitengewoon veel be lang. Wij denken dan vooral aan de zouten en vitaminen. Hiervan bestaan vele soorten, j Van iedere soort hebben we slechts kleine hoe veelheden noodig, maar juist omdat er zooveel soorten zijn en omdat de verschillende voedings middelen slechts bepaalde soorten bevatten, moe ten we zorgen, dat we telkens andere voedings middelen gebruiken om geen tekort aan zouten en 1 vitaminen te krijgen. Afwisseling in den dagelijkschen warmen maaltijd j krijgen we door gebruik van verschillende 1 vleeschsoorten, groenten en toespijs. Het verschil tusschen zomer en winter bestaat er nu voornamelijk in, dat we 's winters heel andere groenten gebruiken, 's Zomers is de keus i zeer groot. We eten dan ook meer rauwe groen ten, wat vooral voor het gehalte aan vitamine C van belang is. 's Winters lijkt de keus kleiner ofschoon we dan toch nog kunnen beschikken over koolsoorten: witte-, groene-, savoye-, roode- en boerenkool, spruitjes. Daarnaast appelen, stoof peren, wortelen, uien. prei. Brusselsch lof. bieten en de groenten uit het zout waarvan ik nog apart wil noemen de zuurkool omdat deze in tegen stelling met de andere groenten uit het zout wel waarde heeft voor levering van zouten en vita- I minen Er is dus eigenlijk wel keuze genoeg. Toch zal er vooral veel kool gegeten worden. Maar ook kool kan op vele .manieren klaargemaakt wor den. Zoo bereidt u misschien roode kool altijd met I bessensap of appelen. Geeft u dan voor de ver- I andering eens appelmoes apart er bij, dat zal zeker in den smaak vallen. Witte-, savoye- en groene kool smaken ook uit stekend wanneer ze „au jus" klaargemaakt wor den of bijv. als stamppot met kaas. Van dit laatste gerecht zullen we nog een recept laten volgen, maar nu u zoo alle wintergroenten eens op een rijtje hebt zien staan, zal het u. dunkt mij, weer gemakkelijker vallen, de noodige af wisseling in de dagehjksche warme maaltijden aan te brengen. Savoyekoolstamppot met kaas (4 pers.) Benoodigdheden: 200 gram belegen kaas 40+ (bijv. Edammer) 2Vfe a 3 K.G. aardappelen. 100 gram vet, 1 savoyekool van pl.m. 1 K.G. Bereiding: Snijd de kool. wasch ze en zet ze op met kokend water en zout, zoodat de kool half onder water staat Laat ze H uur koken. Doe dan onder in de pan de geschilde, in vieren gesneden en ge- wasschen aardappelen, hierop de kool. Zorg. dat de aardappelen half onder water staan. Laat alles samen verder gaar koken (pl.m. y2 uur). Stamp de aardappelen en de kool goed dooreen, voeg het vet toe en de fijns.. -neden of geraspte kaas er. laat de stamppot nog ongeveer 10 minuten zacht jes stoven. Hoe dekken we in zoo'n ge val correct onze eettafel EN correct gedekte eettafel is minstens de helft van het genot, dat de huisvrouw aan een feestje beleeft. Hoe we te werk gaan? Vóór wij de tafel gaan dekken, kijken wij eerst het menu door om te zien, wat er aan servies, tafelzilver en glaswerk noodig zal zijn. Het eerst wordt de tafel, indien wij gebruik maken van het gangbare tafelgoed, met een moltonkleed bedekt, dat precies het oppervlak van de tafel moet hebben en nergens te groot mag zijn, zoodat het neervalt. Hierover komt het tafellaken en komen wij hiervan met één exemplaar niet toe, dan ne men wij eenvoudig meerdere en verdeelen deze zoo gelijkmatig mogelijk over het tafelvlak, terwijl wij ze alle in één richting een eindje over elkaar leggen. Bij het dekken met kleine kleedjes zijn wij vlugger klaar, daar dit eenvoudig per couvert ge schiedt, zoodat wij hierbij slechts rekening te hou den hebben met de verschillende onderdeelen daarvan. Het servies komt nu het eerst aan de beurt; dit begint altijd met één plat bord per persoon, waar op wij een kanten kleedje kunnen leggen. Indien het servies groot genoeg is, laten wij dit „onder bord" gedurende den geheelen maaltijd staan en plaatsen er steeds de benoodigde andere deelen op. Laten wij er vooral aan denken, dat iedere aanzittende de beschikking heeft over minstens 60 c.M. ruimte aan tafel! Het kan de goede stem ming geheel bederven, wanneer men zich niet pret tig bewegen kan. Gebruiken wij soepborden, dan worden deze op een stapeltje naast de huisvrouw geplaatst, of, bij dienend pessoneel, op buffet of dressoir. Bouillonkoppen plaatsen wij alle zoo kort mogelijk vóór het gebruik gevuld en wel op tafel. Wanneer straks de schalen geplaatst zullen worden, komen deze, alle in dezelfde richting, of in ieder geval als een harmonisch geheel, in het midden der tafel te staan. Ook de motieven op borden e.d. moeten alle één richting uit wijzen: monogrammen altijd bovenaan in het midden. De soepterrein e komt rechts van de stapel borden te staan. En nu het grootste struikelblok van heden het tafelzilver. Toch is de juiste ligging daarvan heel gemakkelijk te onthouden, wanneer wij maar steeds bedenken, dat alle deelen in de volgorde dei- gerechten neergelegd moeten worden, gerekend van den buitenkant naar het bord toe. Bij een ge woon menu bijvoorbeeld van soep, vleesch aardap pelen, groenten, nagerecht en fruit, krijgen wij dus eerst aan dén buitenkant RECHTS de soepiepel, naar het bord toe het mes (met de scherpe zijde naar het bord gekeerd). LINKS van het bord is het tegenwoordige verblijf van de vork. Voor het nagerecht en het fruit geldt als goede smaak de couverts boven het bord te dekken. Wat bij het gebruik in de linkerhand gehouden zal worden leggen wij met de steel naar links, hetzelfde geldt eveneens voor rechts. Eerst pudding en dan fruit, dan ook bovenaan het eerst de dessertlepel (steel rechts), daarna de dessertvork (steel links), het fruitmesje (steeds rechts en scherpe zijde naar het bord gekeerd), en het fruitvorkje (stel links). De dienvorken en -lepels worden gedekt naast de plaatsen rechts van de schalen, waarbij zij behoo- ren, ook weer keurig één richting uitwijzend, dat geeft rust aan de tafel. Alle tafelzilver wordt „open" gedekt, hetgeen wil zeggen dat het met de bolle zijde op de tafel komt te liggen; men moet er a.h.w. zóó mee kunnen beginnen, zonder het eerst om te draaien. Wie het eerst komt, het eerst maalt; evenzoo vergaat het het glaswerk! Het wijnglas bij de hors- d'oeuvre geheel bovenaan rechts, het volgende meer naar het bord toe, enz. Wij kunnen deze gla zen schuin naar het bord toe, doch ook in een rechte lijn in hun volgorde plaatsen. De vinger kommen krijgen hun plaatsje aan den tegenover- gestelden kant van het bord, dus boven de vorken: zij worden tegelijk met het opdienen van het fruit neergezet. Gebruiken wij nog messenleggers? Eerlijk gezegd is het een beetje ouderwetsc'n maar als wij ze ge bruiken behooren de messen er juist even met de punt op te rusten. De servetten? Deze worden schuin of ook wel recht op de borden gelegd. Aardig staat het, om ze zoo te vouwen, dat wij drie of vier mooie plooien er in krijgen. Het kunstig in figuren vouwen dei- servetten is geheel op den achtergrond geraakt. Het staat extra feestelijk, wanneer wij er een kleine corsage opleggen of half inschuiven; dit wordt ook wel gedaan met soepbroodjes. De menu's kunnen wij op de servetten leggen, maar ook boven de borden, evenzoo de plaats kaartjes. Kandelaars en bloemen moeten gelijkelijk verdeeld worden en mogen het de aanzittenden niet lastig maken. Vooral bloemstukken kunenn hin derlijke obstakels zijn; het is heusch geen pretje reikhalzend naar de overburen te mo.eten zoeken. Het wegnemen van gebruikte borden en zilver geschiedt altijd rechts, het weer plaatsen van schoon of het bedienen der gasten altijd links. De grootste voetangels en klemmen hebben wij nu wel behandeld; in eer dorre systematiek mag een eetpartijtje toch echter nooit vervallen. Maar ook hier ligt weer de taak van de huisvrouw, om dat te voorkomen en alles een soepel en kalm verloop te laten hebben, zelfs al mocht er weieens een pijnlijk incidentje ontstaan Maandag Koude varkens fricandeau. Bieten Aardappelen Rijst met krenten. Dinsdag: Boerenkoolstamppot met worst. Turfjes met bessensap saus. Woensdag Gebakken bloedworst. Roode kool Appelmoes Aardappelen Drie in de pan. Donderdag: Runderlappen Gedroogde appelen Aardappelen Havermoutpap. Vrijdag: Gekookte schel visch. Aardappelen Winterwortelen Botersaus Karnemelksche pap met grutjes. Zaterdag: Bruineboonensoep, Gebakken grutjes met stroopsaus. Jleceptea Russische vla (4 pers.) Benoodigdheden: 3 d.l. bessensap, V2 d.l. wa ter. pl.m. 30 gram aardappelmeel of sago. Bereiding: Breng de bessensap met het water en de suiker aan de kook. Week hierin de bitter koekjes maar zorg, dat ze niet stuk gaan. Leg de bitterkoekjes daarna in een omgespoelde glazen schaal, bind het sap met het aangemengde aard appelmeel en giet het voorzichtig over de bitter koekjes. Laat het geheel bekoelen. Maak nu een vanillevla door in 1 l. melk een vanillestokje te trekken. Roer onderhand één eidooier* met 20 gram maizena en 40 gram suiker tot een glad de massa. Giet,, wanneer de melk kookt, voor zichtig een weinig melk bij dit mengsel, meng de melk er goed door heen en giet het papje dan onder roeren bij de melk. Laat de vla 3 minuten doorkoken maar roer er voortdurend in om schif ten te voorkomen. Verwijder het vanillestokje en laat de vla bekoelen onder nu en dan roeren om de vorming van een vel tegen te gaan. Bedek nu de bessensapmassa met de vanillevla door eerst voorzichtig langs den rand van de gla- zenschaal een „dijkje" te leggen en daarna de ruimte tusschen den „dijk" steeds meer naar 't mid den toe met de vla op te vullen. Macaronisoep met saucijsjes. 250 gr. kalfspoulet. 1 L. water. Zout. Macaroni. Een paar worteltjes, wat stukjes bloemkool, een paar spruitjes. Saucijsjes. Trek bouillon van het poulet met wat zout, kook de gesnipperde worteltjes, de bloemkool en de spruitjes met de macaroni gaar in de bouillon en kook ook de vooral kleine sancljsjes mee. Zorg vooral dat bij het opdoen minstens één saucijsje in elk bord wordt geschept. Daadkracht en geestelijk inzicht kun nen bevruchtend op elkander inwer ken, als wij elkaar beter leeren begrijpen! In een oproep van de actie „Voor de vrouwen van Finland", die ik las in het Maandblad „Vrouw en Gemeenschap", trof mij het volgende: „Iedereen kent het kranige gedrag van de vrouwen in Finland! In haar eenvoudig grijs cos- tuum staan 90.000 Finsche Lotta's rustig en on vermoeibaar op haar post. Zij doen alles wat een vrouw kan doen om haar land te helpen verdedi gen, behalve vechten. Zij koken en bakken en zor gen voor kleeding en onderdak voor het leger en voor de geëvacueerden, vrouwen, kinderen, babies, grijsaards en zieken. Zij organiseeren en admini- streeren, waken tegen luchtgevaar, verzorgen veldpost en telefoon. Eén van haar schreef ons: „U vraagt mij om berichten van de Finsche vrouw. Ik stuur u hier- Dij een veelzeggende beschrijving van de taak der Lotta's en ik kan daar nog aan toevoegen dat wij allen, vrouwen van allerlei politieke en religieu ze gezindheid, elkaar hebben gevonden in een zelfden geest van liefde en zelfopoffering. Het is wonderlijk, zooals de dingen van beteekenis ver anderen. Wat wij vroeger dachten niet te kunnen missen: een warm bed. goede kleeren, licht, blijkt nu bijkomstig te zijn. We slapen in onze kleeren, het grootste gedeelte van onze woningen is af gesloten en wij bewegen ons binnen- en buitens huis in 't stikdonker alsof wij poesen waren. Dat gaat allemaal vanzelf en natuurlijk, zelfs voor de meestverwenden onder ons". We kunnen ons als vrouwen onmiddellijk ver plaatsen in den geest, die deze Finsche vrouwen bezielt. Het komt ons niet meer dan natuurlijk voor dat temidden van een zoo zware dreiging als waaraan het Finsche volk thans blootstaat, klo ven worden overbrugd, verschillen wegvallen, en bovenal: sluimerende goede krachten vrijkomen en zich ontplooien. En dat de Finsche vrouwen thans tegenover de geheele wereld een eenheid vormen, die iedereen bewondering afdwingt. Ja. we kunnen er ons indenken, al blijft onze dank bare bewondering voor dit lichtende voorbeeld van wat vrouwen kunnen tot stand brengen! Dit voorbeeld geeft ons moed. Het bewijst eens te meer, dat er inderdaad goede, zeer nuttige krachten in de moderne vrouw leven. Ook in de Nederlandsche vrouw en in de vrouwen van an dere beschaafde landen. Want de krachten, waar van we thans bij de Finsche vrouw een zoo frap pante, ontroerende demonstratie zien, zijn vol strekt niet specifiek Finsch: zij zijn universeel. Liefde en zelfopoffering, moederlijke zorg. ruim heid van opvatting, humaniteit, soepelheid, ener gie en organisatietalent, om maar enkele van die krachten te noemen, behooren tot het onver vreemdbaar bezit van de moderne vrouw, hetzij in meerdere of mindere mate. hetzij in vrijwel latenten vorm. óf krachtig uitstralend in de we reld. Ik behoef me niet af te vragen, of deze krach ten leven ook in onze vrouwen. Ik weet, dat ze in ruime mate aanwezig zijn. En tóchvormen de vrouwen van Nederland géén eenheid, zooals de vrouwen van Finland dit thans doen. Dit komt m.i. niet alléén, doordat de nood hier nog niet zóó hoog is gestegen, dat alle verschillen eenvoudig worden weggevaagd! Het komt ook en vooral door ons verregaand individualisme, dat maakt, dat we „door de boomen- het bosch niet zien" of duidelijker gezegd: dat we ons blind sta rend op het zeer kleine politieke, religieuze of maatschappelijke groepje, waartoe wijzelf be hooren. geen oog hebben voor het uitstekende werk van andere vrouwengroepen. Dit is ontzag lijk jammer als we denken aan de zware en ver antwoordelijke taak, die ongetwijfeld in de toe komst op de Nederlandsche vrouwen zal komen te rusten. Het is niet alleen „jammer", het is zelfs beangstigend Want onbekendheid met en gebrek aan waardeering voor het werk van anderen sluit een vruchtbare samenwerking ten eenenmale uit. Als het waar is dat Nederland en België als „vredeseiland" in de door oorlogsmachten ver scheurde wereld een bizondere geestelijke taak hebben te vervullen, dan is het evenzeer waar dat een belangrijk gedeelte van deze taak voor reke ning komt van de daadkrachtige, doelbewuste, verstandig geleide en door Hooger Kracht ge- inspireerde Nederlandsche vrouw. Hiervoor is noodig dat wij onze krachten ken nen en ze niet tegen elkaar, doch met en voor elkaar gebruiken. Dat we niet weer elkaar om een woord, een leuze of een etiket „afkraken", doch moeizaam leeren, schouder aan schouder op te trekken. Een ontzaglijk zware taak, die een grootsche, rijk gezegende taak kan worden! Er leven ik zei dit hierboven reeds groote en goede krachten in de vrouwen van Neder land. Reeds heel lang hebben zij haar minder waardigheidsgevoel tegenover den man afgelegd en door haar energie, intelligentie en betrouw baarheid nemen zij een eervolle plaats in het maatschappelijk leven in. Zij kunnen mits goed geleid en voorgelicht, een zelfstandig, nuchter oordeel ontwikkelen en laten zich niet zoo gauw beïnvloeden door willekeurige suggesties. De Ne derlandsche vrouw is bovendien in het algemeen een echt vrouwelijke vrouw, beschaafd en huise lijk aangelegd, met een goeden, diep gewortelden eerbied voor huwelijk en gezinsleven, een bijna onuitputtelijke belangstelling in vraagstukken van opvoeding en sociaal werk. Dit globale beeld is niet tè vleiend, al zijn er natuurlijk uitzonde ringen! Eu bovendien en dit acht ik zeer belangrijk is thans over de geheele linie een verdieping van het religieus besef bij de Nederlandsche vrou wen merkbaar. Vele duizenden van ons al of niet kerkelijk georiënteerd hebben een houding aangenomen van absolute afhankelijkheid van God. Er wordt ontzaglijk veel goed werk gedaan door onze vrouwen. Al sinds jaar en dag demonstreeren 3ij een groote daadkracht, die o.m. tot uiting komt in het mooie werk van de jongere feminis ten, de p 1 attelandsbondenallerlei socialen arbeid. Al dit bewonderenswaardige werk mist echter vaak het bezielende geestelijke beginsel en wordt daardoor juist nu in dezen somberen tijd wel zéér zwaar beproefd. Ik sprak in den laatsten tijd verschillende leidende figuren in dit werk en hoorde sombere klanken als ,,'t is allemaal zóó ontzettend: als je er over doordacht zou je niets meer kunnen doen" en „gelukkig kunnen we nog werken, dat is tenminste afleiding". Om van nóg somberder uitingen maar niet te spreken. Voor de energie van deze vrouwen, die haar ook nu niet begeeft, voor haar liefde, die stand houdt in de volslagen duisternis, heb ik bewon dering. Maar haar taak zou lichter en nóg vruchtbaar der zijn als zij het uitzicht op een lichtende toe komst hadden. Ik geloof, dat deze vrouwen nog té weinig oog hebben voor het streven van al die vrouwen in Nederland die dit uitzicht wél hebben. Ik denk om maar eens enkele bewegingen van de laatste jaren te noemen aan onze krachtige Vrouwen-Vredesbeweging, aan het werk van den Vrouwenkruistocht, aan het beginnende werk van den Oproep tot de vrouwen van Nederland. Dit alles opent veel wijdere perspectieven. Het ziet als in een visioen: Nederland, het land van Huigh de Groot, als daadwerkelijke kracht tot voorbereiding van een nieuwe wereld, waar vrede door rechtvaardigheid zal heerschen en het wil hieraan meewerken door een zuivering van ieders persoonlijk leven. Indien wij, daadkrach tige vrouwen, eens een oogenblik ons zouden wil len bezinnen op en kennis nemen van dezen gees telijken kant van de zaak. ons werk zou zich veel krachtiger kunnen ontplooien. Wanneer wij, intuïtieve vrouwen, die sterk aan voelen, dat de strijd van onzen tijd een geestelijke worsteling is, eens met wat meer eerbied konden staan tegenover alles wat er door vrouwen van welke richting en overtuiging dan ook wordt gedaan, ons streven zo.u winnen aan diepte en practischen zin. Een samengaan van de Martha's en de Maria's in Nederland, die nu helaas zoo heel vaak slechts een schouderophalen voor elkaar over hebben zou dan geen utopie meer zyn, maar een bezielen de, levende werkelijkheid. En daar moet het toch naar toe met de vrou wen van Nederland: dat zij allen één zijn. Hebben we voor niets onze Koningin gekregen met haar open uitzicht op den geestelijken grond der dingen, met haar uitermate fijne intuïtie voor de taak van ons land in dezen tijd en met haar groote bekwaamheid die overal eerbied afdwingt? Of heeft ook dit gelukkige feit, dat wij Haar onze Vorstin mogen noemen, ons, juist in dezen tijd. iets te zeggen? R. DE RUYTER-v. d. FEER Veertig! zohder rimpeltjes Iedere vrouw kan dit ideaal bereiken, met een beetje intelligentie! Zooals alle waardevolle dingen in het leven eischt ook het behoud van een goede huid een be langrijke mate van intelligentie. En't is wonderlijk, maar juist deze eigen schap is betrekkelijk schaars onder de dames die het allermeest hechten aan een wel verzorgd uiter lijk. Ik bedoel de échte intelligentie, die er toe leidt, dat men juist datgene doet wat noodig is. Ik bedoel dus niet: het besteden van erg veel tijd en geld aan ons uiterlijk of het tobben er over. Verzorg uw huid! Dit beteekent in de eerste plaats: wees rein op uw huid. Raak uw gezicht niet aan met vuile han den. Wasch het iederen avond voor 't naar bed gaan met water en zeep (liefst als 't kan zacht water; regenwater is het ideaal!) Houd steeds een pot goede vette cream bij de hand, waarmee ge uw gezicht niet domweg vol- smeert, maar die ge alleen gebruikt als uw huid er behoefte aan heeft. Belangrijk is, dat u de be hoefte van uw huid leert kennen. Hebt u, zooals veel vrouwen in onze dagen, een overgevoelige huid, die op alle stemmingen en weersgesteldhe den reageert, wees dan geducht op uw hoede. Een reeks vermoeiende dagen maakt de huid droog, een verkoudheid meestal weer te vet. Heel slecht werken lange reizen in stoffige treinen op de huid; uitstekend is daarentegen een ferm regen buitje. Als men dit alles weet en in gedachten houdt, is het betrekkelijk gemakkelijk, precies te voelen, wanneer en hoeveel cream moet worden aange bracht. De cream wordt flink in de huid gewre ven. die daarna desgewenscht een laagje poeder krügt. Opmaak? Ja, maar Indien u rouge enz. gebruikt, moet u één gulden regel in 't oog houden en die is: ga er nooit mee slapen. Wasch uw gezicht iederen avond zorgvuldig af. Om de opmaak volkomen weg te nemen, kunt u als volgt te werk gaan: u vermengt een eidooier met twee dessertlepels olijfolie en klopt het flink door elkaar. Dit zalfje legt u op 't gezicht en laat het 4 a 5 minuten intrekken. Daarna afwasschen met lauw water. De huid is dan volkomen schoon: ieder spoortje van opmaak is verdwenen! Het is volstrekt niet waar, dat dames, die zich opmaken, gauwer oud zouden worden. Wel waar is het, dat rouge, die dagenlang blijft zitten, de hpid verstopt en op den dirur verwoest. Grondige reiniging is dus het a-b-c van goede huidverzor ging. Inwendige middelen. Eveneens overbekend is het feit, dat men geen goede gladde huid kan hebben zonder een voldoen, de krachtige bloedsomloop. Loopt u iederen dag een eindje? Doet u enkele gymnastische oefenin gen? Haalt u wel eens eenige keeren achter elkaar diep adem voor een open raam? Dit zijn allemaal middeltjes, die den bloedsomloop bevorderen en dus de circulatie door de huid ten goede komen. Een prachtig middel is bovendien het borstelen van de huid met een vrij hard borsteltje met zachte zeep, gevolgd door afwisselend betten met koud en warm water. Als uw huid na deze bewerking flink gloeit, hebt u uw plicht gedaan ten opzichte van de gevreesde rimpeltjes. Ze zullen jaren langer op zich laten wachten! Ruim een kwart liter komt U op drie kwartjes. H*er is een nieuw recept tegen hoest, verkoudheid, kinkhoest en s h m bronchitis, dat onze lezeressen zelf kunnen klaarmaken. Koop bij Uw apotheker of drogist een 30 grams- fleschje Vervus (dubbel geconcen treerd), dat tegen den vastgestelden prijs van 75 cent verkocht wordt. Vermeng het thuis met een kwart liter heet water en een eetlepel suiker of stroop. Goed doorroeren tot het geheel is op gelost. Dosis voor kinderen van 3 tot 8 Jaar: een theelepel, voor kinderen van 8 tot 12 jaar: een dessertlepel, voor volwassenen: een eetlepel. Na de voornaamste maaltijden en vóór het naar bed gaan. Dit middeltje is zeer gemakkelijk te maken en zoo'n flinke flesch medicijn is zeer voordeelig. Knip dit recept uit en bewaar het goed. (Adv. Ingez. Med.) Hoe we van oud nieuw maken Wiegendekje van Moeder's versleten peignoir. /CD élJ-J-J-L.C-- s'ïj U Moeder's gewatteerde peignoir is leelijk aan het slijten. Wat te doen? Voor poetslappen is hij toch nog veel te goed! Weet u wat, we gebruiken deze vrij groote, heerlijk warme lap als vulling voor een wieg- of wagendekje voor baby. Het achterpand, van zoom tot middel, is bijna recht. Van de voorpanden knippen we zooveel af als de helft van de lengte van het achter pand is en naaien er die twee stukken met een grooten steek op vast. We hebben nu 'n dubbele laag. We knippen dit aan één kant rond. Van een fleurig waschbaar lapje maken we een zak, waar onze vulling precies in past. Aan één kant laten we de zak open en voorzien hem van knoopen en knoopsgaten, nog beter van rits sluiting. Aan drie kanten naaien we rondom een strook van hetzelfde goed. Tenslotte trekken we denk beeldige diagonaallJJnen over de lap en maken op leder kruispunt een steekje, desgewenscht voorzien van een knoopje van dezelfde stof om vulling en overtrek aan elkaar te zetten, zoodat het niet verschuift. Moet het dekje eens met de groote schoon maak gewasschen worden, dan kunnen we dezt steekjes even losmaken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 11