2wanen, Engeland in gelaten afwachting! Sloan's VRTTD AG 23 FEBRUARI 1940 HAARLEM'S DAGBLAD 8 Men heeft beseft dat de kansen op een ineenstorting van Duitschland, alvorens het een zware nederlaa heeft geledenuitermate gering zijn. (Van onzen correspondent). LONDEN, 18 Februari. Nooit heeft dc oorlog hier zoo ver af geleken als Jn de laatste weken. Dag in dag uit worden de voorpagina's van de kranten in beslag ge iomen door berichten over Rutland's oorlog tegen Finland cn er is over Engeland's eigen oorlog nauwelijks jets te vinden. Wij- wanen ons weer terug in den tijd van den vrede, toen wij met hetzelfde behage- lijke en tegelijkertijd lichtelijk beschamende ge voel van veiligheid de berichten over China of Spanje lazen, die wij nu over Finland lezen. Er is ergens in Europa oorlog en de zee om onze kusten is niet meer zoo veilig als vroeger, maar verder is alles by het oude gebleven en leven wij nog steeds het gemakkelijke veilige leven van voorheen. Zelfs de verduistering, die ons in de eerste weken zoo dreigend voorkwam cn meer dan iets anders het besef van gevaar wakker riep, herinnert ons niet meer aan den oorlog. Zoo is het ook met de talrijke uniformen in de straten en de restaurants, met de zandzakken en de loopgraven in de parken, met de gasmaskers die wij allang niet meer dra- fieefl geen kans tegenover Sloan's! Sloan's doodt onverbiddelijk alle pijn, olie "Stramheid en moeheid. Sloan's zorgt, dat frisch bloed de pijnlijke plaatsen doorstroomt. Sloan's maakt spieren soepel en lenig. Sloan's moet U bij de hand hebben, zoodra het eerste vleugje spierpijn zich aanmeldt! Liniment doodt -pUfHs! (Adv. ingez Med.) Artilleriegevechlen aan het Westelijk Front. Duitsehe vcrkenningsafdceling maakt gevangenen. De Fransche tegenberichten luiden: Donderdagavond: „Activiteit van de artillerie aan beide zijden vooral ten westen van de Saar en ten oosten van de Blies. Activiteit van de luchtmacht van beide partijen tusschen Moezel en Rijn boven den Elzas". Vrij dagochtend: „Een kalme nacht". Belga meldt dat men Donderdagochtend te Luxemburg sterke activiteit van de Duitsehe luchtmacht in de nabijheid van Echternach op gemerkt heeft. Den geheelen middag heeft men den dag tevoren te Luxemburg het gedonder van de artillerie tusschen Moezel en Saar gehoord Tusschen 21.40 en 23 uur des avonds moet een gevecht zijn geleverd onmiddellijk ten oosten van de Moezel, want de bewoners van de Luxem- burgsche plaatsen aan den oever van de Moezel hebben het geknetter van de mitrailleurs en het ontploffen van handgranaten gehoord. Ook was de artillerie bijna voortdurend in actie. In de omgeving van Apach zag men het schijnsel van een brand. Het Duitsehe legerbericht BERLIJN, 23 Februari (D.N.B.) Het opper bevel der weermacht deelt mede: „Aan het wes telijk front tusschen Moezel en Pfalzer Wald le vendige activiteit in het voorterrein Bij een ge slaagden verkenningstocht tegen Apach en bij een met succes bekroonden overval op de bezet- tingsposten in het Heydtwald zijn verscheidene gevangenen gemaakt. Onze verkenningsafdeelin- gen leden geen verliezen. De luchtmacht heeft op groote schaal ver kenningsvluchten boven de Noordzee, de Britsche eilanden en Oost-Frankrijk onder nomen. Twee Duitsehe vliegtuigen zijn van hun vlucht naar Engeland niet teruggekeerd. Van drie Britsche toestellen, die in de Duit sehe Bocht waren binnengedrongen. Is er een van het type Vickers-Wellington door een Messerschmitt-vliegtuig neergeschoten". Engelsche luchtmacht op verkenning. Weer vluchten boven de Ostmark en het Protectoraat. LONDEN, 23 Februari (Reuter). Het ministerie van luchtvaart deelt mede. dat de Royal Airforce in den afgeloopen nacht op nieuw geslaagde verkenningsvluchten boven het voormalige Oostenrijk en Bohèmen ge maakt heeft De luchtvaartredacteur van de „News Chro nicle" schrijft dat de Britsche luchtmacht de geheimen der verdediging van Berlijn thans kent. In de laatste weken hebben verscheidene malen escadrilles verkennings- en bombarde mentsvliegtuigen boven de Duitsehe hoofdstad gevlogen, hetgeen waardevolle inlichtingen heeft opgeleverd. De Duitschers maken bij die ge legenheden gebruik van gekleurde zoeklichten De. lichtbundel der gewone zoeklichten breekt n.l tegen de wolken en violet blauw of oranje licht dringt eenigermate door De voordeelen zijn echter zoo zegt men, niet noemenswaard. De Engelsche vliegtuigen, aldus deze redac teur hebben ook boven Praag. Hamburg. Neuren berg München en Dresden gevlogen terwijl ge regeld vluchten boven de Noordzee en naar de omgeving van Sylt en Helgoland worden ge maakt. gen, ja zelfs met de redevoeringen van de staatslie den en de artikelen in de kranten, waarin men er ons steeds weer van tracht te doordringen dat En geland in een strijd op leven en dood is gewik keld. Wij zijn met al die dingen reeds te bekend geworden dat dat zij nog eenigen invloed op ons hebben, zij zijn een belangrijk en als natuurlijk aanvaard bestanddeel geworden van dien. nieuwen vorm van vrede, waarin wij nu al zes maanden leven. Wij gelooven eenvoudig niet meer aan den oorlog. Wij weten dat het morgen plotseling uit kan zijn met onze gemakkelijke, veilige bestaan maar wij hebben geen tijd voor „morgen". Het da- gelijksche leven eischt ons op en in dat dagelijksche leven met zijn arbeid, zijn beslommeringen en zijn pleziertjes ontbreekt elk duidelijk besef van den oorlog. Hoe lang zal deze vreemde toestand nog kunnen voortduren? Dat was de vraag die tot voor eeni gen tijd aller gedachten beheerschte. Men leefde in een soort van aanhoudende spanning en vroeg zich, precies zooals in de dagen van Juli en Augus tus, eiken dag af wanneer het lang gevreesde nu eindelijk over onze hoofden zou losbarsten. Maar ook dat is nu anders geworden. Wij hebben zoo eindeloos getheoretiseerd over het tijdstip en de wijze waarop de groote slachting zou beginnen dat er eigenlijk niets nieuws meer over te zeggen valt. Het onderwerp begint ons langzamerhand te ver velen, wij weten er immers toch niets van en wij zijn beu geworden van de eeuwige gesprekken die ingeleid worden met die futielste aller vragen „what do you think Hitler is going to do?" Wij zijn niet in apathie vervallen maar probeeren een voudig niet meer in de toekomst te kijken en heb ben er ons bij neergelegd dat het wel blijken "zal als het eenmaal begint. Wij hebben ons van den oorlog afgekeerd en concentreeren ons weer op ons normale bestaan. Ziedaar een beeld van de huidige stemming in Engeland. Het is een heel verschil met vijf maan den geleden. De grimmige vastberadenheid van den bokser, die op den eersten stoot wacht, heeft plaats gemaakt voor de kalme en bijna onverschil lige gelatenheid van hem, die nu al bijna een half jaar op dien stoot wacht en hem nog steeds niet heeft ontvangen. Maar dat is niet het eenige ver schil. Ook in de houding tegenover Duitschland en de buitenwereld in het algemeen is een verande ring gekomen sinds het uitbreken van den oorlog, fn September en October kon ik die houding ken schetsen met de woorden: koele zakelijkheid. En geland ging den oorlog in met de rustige overtui ging dat het het recht aan zijn kant had, zonder hartstocht, maar met de zakelijkheid van iemand die zich er met een schoon geweten toe heeft gezet een zaak op te knappen. Voor die koele zakelijk heid en die rustige overtuiging is nu iets anders in de plaats gekomen. Er is nog steeds geen oor logskoorts of felle haat maar er is wel een zekere hartstocht gekomen in het geloof, dat Engeland een kruistocht voor de beschaving heeft onderno men. Dit vuur is deels opzettelijk aangeblazen dooi de pers en de nationale leiders. Maar voor een even belangrijk deel is het een spontaan gevolg van het Duitsehe optreden in Polen en de Duitsehe wijze van oorlogvoering ter zee, het bombardee ren van weerlooze visschersvaartuigen en het be schieten van lichtschepen. Deze transformatie van rustige overtuiging in bezielde overtuiging heeft tevens een verandering in de houding tegenover de neutrale buitenwereld ten gevolge gehad. Ik heb daar in een vorig artikel reeds uitvoerig over geschreven. Men is prikkelbaar tegenover de neu tralen geworden omdat men in hun strikte afzij digheid een ontkenning ziet van Engeland's vaste geloof in zyn strijd en dat vindt men moeilijk te verduwen. Het is de onvermijdelijke psychologi sche reactie van den geloovige op de ketterij van den ongeloovige. Welke veranderingen zijn er verder nog? Er is ten eerste een realistischer kijk op de politieke verhoudingen in Duitschland gekomen. Dien had men ook hoog noodig. In de eerste maanden van den oorlog was men namelijk te zeer geneigd, zijn hoop te vestigen op een spoedige binnenlandsche ineenstorting van het vijandelijke land. Daar heeft men nu weinig illusies meer over. Mede dank zij de tallooze reportages van neutrale waarnemers, die de bladen over den toestand in Duitschland hebben gepubliceerd, heeft het publiek er zich nu rekenschap van gegeven, dat de kansen op een ineenstorting van Nazi-Duitschland, vóór het eerst een groote militaire nederlaag heeft geleden, uiter mate gering zijn. Deze meer nuchtere kijk op de zaken geldt ook de mogelijkheid van Amerikaan- sche interventie. Ook daarover was men bij het uitbreken van het conflict vrij optimistisch ge stemd en heeft men in den laatsten tijd zijn ideeën herzien. Te vermelden is ook dat de kloof, die een oogenblik dreigde te ontstaan tusschen de Fran- sche en Engelsche denkbeelden over het vraagstuk van oorlogsdoeleinden, tijdig overbrugd is. Na de eerste uitbarsting van geestdriftige plan nen voor de verbroedering, die op den oorlog moest volgen is men er zich rekenschap van gaan geven dat de Fransche bondgenoot daarbij ook een woordje zal moeten meespreken en dat het En gelsche idealisme getemperd zal moeten worden met een zekere mate van begrip voor Frankrijk's werkelijke behoefte aan veiligheid. Het manifest dat de Arbeiderspartij onlangs heeft uitgevaardigd geeft duidelijk blijk van dit nieuwe inzicht Geen enkele vrede zal duurzaam kunnen zijn, aldus een belangrijke passage uit dit interessante document, wanneer zij er niet in slaagt den Duitschen eisch van gelijkgerechtigdheid te vereenigen met den Fransehen eisch van veiligheid. Dat getuigt van een waardeering voor het Fransche standpunt, waarvan in de eerste maanden van den oorlog, toen er bij de discussie over oorlogsdoeleinden van alle kanten op aangedrongen werd dat men niet weer de vergissing van Versailles mocht begaan, niet veel te merken was. Tenslotte zijn er verschillende teekenen dat er ook in de houding van het publiek tegenover Rus land een verandering begint te komen. De oor zaak ligt natuurlijk in Rusland's optreden in Fin land en de onthullingen die dat gebracht heeft betreffende de waarde van het Sovjet-leger. Voor dien had men hier een aanzienlijk ontzag voor de militaire macht van de Russen en voelde er der halve niets voor, zich naast de Duitschers ook nog de vijandschap van de Russen op den hals te halen. Nu het roode leger echter van zulk een twijfelach tige qualit'eit blijkt te zijn, beginnen andere denk beelden naar voren te treden. Er wordt nog wel. niet op oorlog met de Sovjet-Unie aangedrongen, maar het besluit van de Regeering, oorlogsmate riaal en vrijwilligers naar Finland te sturen, heeft dadelijk algemeene instemming ontvanger.. De strategische stuurlui beginnen zich af te vragen of het misschien mogelijk zou zijn twee vliegen in één klap te slaan: de Russen uit Finland te ver drijven en dan met een Zuidwaartsehe beweging Duitschland in den rug te benaderen. Het is een ruim opgezette fantasie, waarmee wel heel ver op de feiten wordt vooruitgeloopen. Die feiten zijn tot nu toe nog niet meer, dan dat Engeland met vrij wel unanieme instemming van een publiek, dat overigens wat betreft hoeveelheden in het duister blijft tasten, eenige honderden vliegtuigen naar Finland heeft gestuurd cn er nog meer zal shirer en tevens voorbereidselen maakt voor de uitzen ding van een onbekend aantal niet nader te om schrijven vrijwilligers. MUZIEK Symphonie-orkest „Haerlem"'. De kennismaking met dit jeugdig muziek gezelschap het gaat thans zijn tweede levens jaar in is mij zeer aangenaam geweest: In Haarlem is het dus mogelijk gebleken uit in strumentalisten die niet als „vak" de muziek beoefenen, een symphonie-ensemble te vprmen dat vele mooie eigenschappen toont. Om te be ginnen, is het in staat een programma te bren gen, dat geheel is gewijd aan twee meesters der symfonische muziek: Mendelssohn en Schumann. Op dezelfde wijze zal men handelen met het eerstkomende concert, waar alléén Vivaldi" en Purcell aan het woord zullen zijn. De tweede goede eigenschap van dit ensemble is, dat er bijzondere zorg is besteed aan het werk der verschillende strijkers-groepen: daar heerscht in de stokvoering een gelijkheid van opvatting, die den weg effent tot het overwinnen van moeilijkheden, waarop men vele amateur-gezel- schappen kan zien stranden. Men denke maar eens aan Mendelssohn's „Italiaansche" symphO' nie en wat daarvan (bijv. bij de tweede violen) zou terechtkomen bij een niet behoorlijk verzorg den streek. Laat ik meteen van de gelegehedi ge bruik maken om te wijzen op de wenschelijkheid, deze partij versterkt te zien met eenige solide krachten, en daarvan ook de altpartij niet uit te zonderen. In een stad als de onze zijn waarlijk wel de dilettanten te vinden, die aan de ver zorging der zeer dankbare middenstemmen hun krachten willen wijden en mee te arbeiden aan den opbouw van een muziekgezelschap, dat alleen maar vraagt om versterking. Want het symphonie-orkest heeft anders niet van noode, omdat als leider fungeert een toon kunstenaar die voor zijn taak als dirigent ten volle berekend is. Dat bleek al dadelijk bij Men delssohn's ouverture bij „Melusine". Om in het doorvoeringsdeel alles klaar en duidelijk naar voren te brengen, en de blazersgroep goed bij de strijkers te doen aanpassen, is de hand van een kundig, maar ook voorzichtig leider noodig. Om in Mendelssohn's vierde symphonie de lijnen zoo strak gespannen te houden als Wilhelm Rettich deed en toch het rythme soepel en veer krachtig te doen blijven, moet de leider veel vertrouwen hebben in de krachten die hem ten dienste staan. Vele en zorgvuldige repetities zijn noodig, om te ervaren hoe hoog men zijn eischen mag stellen. Bij Rettich waren die eischen waar lijk niet gering. De uitslag was: een mooi. ver zorgde en daarbij enthousiaste uitvoering dezer symphonie. Probiemen blijven er altijd; hoe is anders in de blazersgroep van het Andante die kleine septime te verklaren, waar een leidtoon bedoeld was. In de reprise was de fagot ge lukkiger. Ook in de orkestpartij van Schumann's Piano concert heeft het symphonie-ensemble mooi werk geleverd: de sterktegraad was behoorlijk binnen de perken en ook werd de soliste mej. Corry Koppen, rythmisch niet te zeer .geremd. In het slot-allegro, dat een sterk ontwikkelde rechterhand vraagt, zou dit remmen eenvoudig funest worden. Het andantino lijkt mij (wat het ensemblespel aangaat) het best geslaagd en ook was hier de volle aandacht gevestigd op den schoonen klank. In 't eerste deel was dit- niet steeds het geval, al moet ik zeggen, dat de be ruchte unisono-passage voor klavier en klarinet (die ik op een Bachconcert met Emil von Sauer als solist jammerlijk hoorde mislukken) hier juist opvallend goed slaagde. Heel muzikaal werd ook de cadens gespeeld OSchumann was zoo verstan dig. haar zelf te schrijven; hij wilde deze spon tane gave zijner Mnze niet door onbekwame handen ontwijd zien). Bloemen waren er voor de soliste. Bloemen ook aan het slot van den avond voor den dirigent, die overigens op ondubbelzinnige wijze zijn vruchtdragend werk gewaardeerd zag in harte lijke bijvalsbetuigingen van de zijde der geheel gevulde zaal. G. J. KALT. M. U. S. A. speelde in Haarlem. In hoofdzaak welgeslaagde uitvoering. Het was Donderdagavond voor de derde maal, dat ik een uitvoering van M. U. S. A.. een onder- afdeeling der Unitas Studiosorum Amstelodamen- sium, bijwoonde, en evenals de vorige keeren heb ik de serieuze muziekbeoefening der leden van M. U. S. A. met veel ingenomenheid waargenomen. Deze uitvoering had plaats ter gelegenheid van de 24ste Dies natalis der U. S. A.; en werd deswege door een deputatie der Utrechtsche zustervereeni- ging bijgewoond. Met de gebruikelijke begroetingen opende de voor zitter der muziekvereeniging den avond, en hij wees er op, dat men van een gezelschap als M. U. S. A. geen gestadigen groei mag verwachten, aan gezien de samenstelling zich elk jaar wijzigt. Het programma bestond uit een klassiek en een modern gedeelte: Purcell en Mozart vóór. Milhaud en Zwaap na de pauze. Met een uit Purcell's „The fairy Queen" getrok ken Suite voor strijkorkest werd begonnen en ter stond verraste het evenwicht en de, vooral in het piano, mooie klank van het ensemble. Over 't ge heel waren de nuanceeringen zeer goed. Het samen spel sloot alleen in het begin der Hornpipe niet volkomen. In de Chaconne hadden vooral de celli het rythme wat straffer mogen volhouden; de uit voering daarvan kwam nu wat aan levendigheid te kort. Hoogstverdienstelijk speelden daarna twee leden de Variaties voor Piano 4-handig, K. V. 501 van Mozart. Phraseering en articuleering bleken even uitstekend verzorgd als de technische correct heid; slechts hadden we wat subtielere nuanceerin gen mogen wenschen: de klank was. met name in de primo-partij, te aanhoudend forte en eenigszins droog. De groote Steinwayvleugel, dien de beide heeren bespeelden, laat toch zeker grooter kleuren rijkdom toe. Het orkest betrad nu weer het podium en split ste zich ter uitvoering van Mozart's Serenata not- turna K. V. 239 in twee deelen: een solokwartet een met pauken versterkt riprieno- strijkensemble. Het solistische kwartet le verde zeer knap werk, zoowel irf de cantilenes als in de gelijktijdige uitvoering van de snelle triolenfiguren én passages: het ripieno was uiter aard wat dun bezet tegenover de pauken. En deze pauken o wat een voorwerpen had men daarmee aan M. U. S. A. geleverd! Hun klank geleek veel op die van gedeeltelijk met watten gevulde en daarna met vel bespannen doozen, en ik geloof, dat de instrumentenhandel, die ze in huur afstond, maar het beste zou doen door die rijkelijk gedeukte exemplaren aan een dameshoedenmagazijn over te doen. Na de pauze zaten we in eens tot over de ooren in de moderniteit door het Strijkkwartet no. 4 van Darius Milhaud. Dit kwartet vormde een moeilijke opgave voor de vier spelers, en voorzoover ik aan de hand der partituur kon nagaan maakten zij wei nig of geen fouten. Dit is nu al een heele prestatie, maar waarom tijd en talent dan niet liever aan iets mooiers besteed dan aan deze opvolging van wan klanken? Ik heb één voorbeeld in mijn programma genoteerd: de eerste viool zaagde in dubbélnoten de kwinten da, gd, da, gd; de tweede viool krijschte daar voortdurend cis, cis enz. doorheen. Het slotaccoord was een hermaphroditisehe samenstelling van majeur en mineur. Het tweede deel. „Funèbre" gehecten kon ik niet anders ver staan dan als een abattoir-impressie met als uit de verte, de geluiden van een trommeltje. Foei, wat een onmuzikale, perverse kost, en dat terwijl er winkelwaarde ruim 60 ct, voor slechts één dubbeltje Het zijn 55 verschillende, gesor teerde zegels uit 12 Europeesche landen, w.o. vele betere soorten, die U niet in goedkoope post zegelpakketten aantreft. Maakt utv kinderen bl{j met deze envelop en houdt ze ondertusschen opgewekt, gezond en fit door een dagelijksch ontbijt met het voedzame, heerlijke H-0 of Quaker, rijk aan de zenuw sterkende Vitamine B, Tegen inzending van slccht9 2 Quaker of H-0 mannetjes.plus lOcent aan postzegels, krijgt U deze verrassing, zoolang de voor raad strekt, franco toegezonden. Knipt de mannetjes uit de origineele groote Quaker, H-0 of K wix pakken en zendt ze met 2 post zegels van 5 cent franco in gesloten couvert als brief met uw adres aan Quaker, afd. 33 Postbus 905, Rotterdam. Aan één adres worden niet meer dan 2 collecties gezonden. Het tooverboek is niet meer verkrijgbaar. N E ER IflNDS POPULAIRE, ZUINIGE O N T B IJ T (Adv. Ingez Med.) Noorderlingen, die hier overwinteren De Nederlandsche vereeniging tot bescher ming van vogels heeft er, ook in deze courant op gewezen, dat in weerwil van de bescherming die de in het wild levende zwanen hier sinds jaar en dag genieten, het vangen en schieten van deze vogels aan de orde van den dag is. De vereeniging heeft er op gewezen, dat dit verboden is en beraamt ongetwijfeld maatrege len, dezen vogelmoord tegen te gaan. Het zou dan ook wel ongelukkig voor deze wintergasten zijn, dat ze, na nauwelijks den dood m het hooge Noorden te zijn ontkomen, hier te lande een ontijdig einde zouden moeten vinden. En waartoe? Ze hebben het den laatsten tijd niet te breed gehad. Veel vleesch zullen ze dus niet opleveren en hun belagers zullen het vermoedelijk in de eerste plaats wel op hun dons en hun veeren (die. vooral de slagpen nen, die wei 75 cM. halen na gekleurd te zijn voor allerlei mode-doeleinden worden aange wend) voorzien hebben. Zwanen zijn Noorderlingen. In getemden staat kennen we hier den knobbelzwaan den eenigen die hier aarden wil. Zijn soortgenooten. de wilde zwaan en de kleine zwaan, houden hier te lande in gevangenschap het leven niet. In het hooge Noorden, daar is het land van den zwaan. Wan neer ge een lijn van Kopenhagen naar Le ningrad trekt vindt ge ten Noorden daarvan zijn domein. Aan het Zweedsche Malarmeer heeft hij zijn kolonies, de Finsche meren leveren hem broed- en leefgebied en de Siberische toendra is al evenzeer het geboorteland van menigen zwaan. voor strijkkwartet zoo ontzaglijk veel moois be slaat! Het laatste nummer van dit concert was een reeks liederen voor zangstem en klein orkest, „1' Amour" betiteld en gecomponeerd door een dei- leden van M. U. S. A., den heer Lex Zwaap, die ook als een der klavierpartners en als paukenist zich verdienstelijk gemaakt had. De muzikale behande ling der Fransche teksten is nog onrijp: kort-ademig en weinig samenhangend, maar er is een streven naar pregnante thematiek in te bemerken en om moderne richtingen te volgen. Het eerste verdient aanmoediging, of het tweede tot schoone resultaten zal kunnen leiden, zullen we moeten afwachten. De „interludes" tusschen de liederen misten elite aesthetische beteekenis. Een vrij zware taak lever de de vertolking van het vocale gedeelte op. Mej. M. Benjert kweet zich daarvan zeer verdienstelijk, doch vermocht niet er veel uitdrukkingskracht aan te verleenen. Den lof die na afloop van het concert aan den dirigent Nico Richter gebracht werd, was volkomen verdiend, en ik wil hier ook gaarne nog een woord van hulde uitspreken aan het adres van den be scheiden dilettant-orkestleider. De rector van den Senaat der U. S. A. en die der Utrechtsche zuster- vereeniging spraken den voorzitter van M. U. S. A. toe en deze antwoordde; er werden bloemen en kransen aangeboden en daarmee was deze in hoofd tak welgeslaagde avond geëindigd, behoudens di oortzetting volgens nachtpermmissie, maar daar van heb ik geen gebz-uik gemaakt. K. DE JONG. Als de arctische winter invalt trekt de zwaan evenwel naar het Zuiden en is dan op deze breedte een vrij algemeene wintergast. Hier te lande be geeft hij zich gaarne naar het IJselmeer en zoekt dan de wiervelden op de Knar, de bekende zandplaat bij Harderwijk, waar hij in het zee wier zijn voedsel, plantendeelen en ter afwisseling een slak, vindt. Zwanen trekken in den beken- den V-vorm, waarbij de voorvlieger telkenmale I wordt afgelost door een nog frisSchen gang maker. Over het algemeen ziet men hier des winters den kleinen zwaan en den wilden zwaan het meest. Merkwaardig is, dat dit jaar de knobbel zwaan het wint, tenminste hier in de buurt, j Want in dezen strengen winter zoekt hij zijn winterverblijf lang niet alleen in het IJselmeer. In de brakwatermeertjes bij Petten moeten er nogal zijn, zoogoed als op De Beer, het eilandje tegenover den Nieuwen Waterweg. Zelf heb ik ze herhaaldelijk in de Amsterdamsche Water leiding waargenomen. Een vlucht van tien stuks was in de afgeloopen weken geen zeldzaamheid. Zondag j.l. mocht ik er zes observeeren en een paar dagen later nog vier. Ze zoeken het over het algemeen nogal in de buurt van den Zee- reep. Dat obsez-veeren leverde niet veel moeite op. Al komen de zwanen uit de eenzaamheid van het arctzsche landschap, ze syn allerminst schuw, zeker niet als het hun aan voedsel ont breekt. Gebrek aan voedsel beteekent ook hier gebrek aan energie en zoo kon men op de koude dagen, die we de laatste weken zooveel gehad hebben, het wel treffen, dat de dieren tot op vier a vijf meter genaderd konden worden. Nu ze hun kost wat gemakkelijker kunnen vinden, wordezi ze wat schuwer, ai is het nog niet moei lijk. bij ze in de buurt te komen, hetgeen de '""ht op deze vogels natuurlijk vergemakke- lijkt. ix.erboven zijn de drie soorten genoemd, die zn ons land overwinteren. Ze te onderscheiden valt niet mee. Voor den knobbelzwaan is de ver dikking aan de snavelbasis kenmerkend. Voor net overige zijn de wilde zwaan en de kleine zwaan vrijwel evengroot. Het eenige verschil zit in den snavel De wilde zwaan n.l. vertoont op de plaats, waar de snavel izi den schedel overgaat een oranje vlek van spitsen vorm. terwijl de kleine zwaan ook zulk een vlek vertoont, maar meer afgerond. Veel onderscheid zit er niet'in en het feit, dat beide soorten overigens geen ver- schillen vertoonen bemoeilijkt de waarneming nog al. Een knobbelzwaan met jongen is voor ons niets bijzonders. Het zal u echter niet gelukken zijn beide soortgenooten met kuikens te ont lekken. want voorzoover bekend, heeft hier te lande nimmer een wilde- of kleine zwaan ge broed. Bij de allereerste teekenen van het nade rende voorjaar nemen zij den terugtocht naar het Noorden aan. Noi-maal is, dat reeds in Januari de zwanen de terugreis ondernemen. Wanneer de thans ingezette dooi aanhoudt, is het dan ook te verwachten, dat de talrijke zwanen, die ons dezen winter bezoeken, spoe dig weer vertrekken en de geplaagde vogel zal het gebied, waar hij tot dusver met rust werd gelaten, doch waar hij dezen winter leelijk is belaagd, verlaten en de hem vei-trouwde uitge storven gebieden opzoeken. Hoevele zijn er in- tusschen ten offer gevallen aan den mensch? Gevreesd moet worden, dat het er niet weinig zijn, want. als hierboven gezegd, schuw is hij liet: menige zwaan zal zijn vertrouwen in den mensch hebben moeten bekoopen met een schot hagel door den sierlijken hals. En bovendien zijn er heel wat gesneuveld :n den strijd tegen de elementen, die de laatste weken zooveel verwoestingen in de vogelwereld hebben aangericht De vorst noodzaakte hun, et water te verlaten de aarsveeren vroren aan kaar waardoor de stofwisseling belemmerd rerd en de trotsche zwanen schrompelden ineen en kwamen om. Het is een kwade tijd voor de vogels geweest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 10