9
cKisiotie
$eteuen~
U}ie handuyeckt
ei mee?
Menu van de uxeek
Wereldkampioen
(keien-
Hoe we van oud
nieuw
Jiecepten
Qaedkaap en toch
smakeiiih
DONDERDAG 29 FEB RUSK T 1940
H A' A R E E H'S D A 'G B E A D
Enkele dagen geleden hoorde ik uit het jaar
verslag van een bekende vrouwen-vereeniging
ongeveer het volgende begin: dat wij vrouwen
moeten beseffen, dat wij niettegenstaande de
rampspoeden ci® de vreeseiijke gebeurtenissen
toch historie beleven en dat wij daaruit veel
kunnen loeren.
Dat klinkt goed. het heeft zelfs een tintje
wetenschappelijkheid, het heeft zelfs een heéle
boél gemeen met de waarheid maar het is
voor mijn gevoel altija alleen rnaaf hard, en nog
eens hard cm onzen tijd zoo té beleven en dat
uit te spreken. 4
Men hoort het ook wel op een andere manier
zeggen; wij maken geschiedenis, wordt er dan
beweerd en dat is behalve hard ook nog ver
waand, omdat het onszelf bovendien in het mid
delpunt plaatst.
Historie beleven, dat wil zeggen de gebeurte
nissen met een koel en objectief oordeel bekijken:
wie de moeite neemt om zich in onze vader-
lancfsche geschiedenis te verdfépen buiten onze
schoolsche kennis om, met een nuchteren en
onbevoordeelden kijk zien hoe de gebeurtenis
sen zich logisch afspeelden, hoe vreeselijk en
wreed zij ook overigens waren. Niemand kan
van ons vergen, dat wij meer dan eens huivering
voelen bij 't lezen van het wreed en bitter lijden
dat onze voorouders hebben moeten doorstaan,
terwijl wij van een direct verband tusschen hun
generatie en de onze niet eens afweten.
Maar het wordt anders, zoodra wij ons op dat
standpunt van koele critiek en objectieve be-
oordeeling gaan stellen ten opzichte van den
tijd waarin wij leven, nog daargelaten of ons dat
eenigszins mogelijk zou zijn
Zeker, het is goed dat we de koele critiek als
mogelijkheid blijvenzien, en het is gelukkig,
dat er objectieve beoordeelaars of beoordeel-
aarsters gevonden worden, die de te felle heet
hoofden in bedwang houden, maar om ons be
wust op het standpunt te stellen: we beleven
historie, en wat is dat interessant en leerrijk,
daarin schuilt het gevaar, dat het verstand den
boventoon gaat voeren en dat het gevoel in het
gedrang komt of op den achtergrond raakt.
Hoe komt het dat wij, als we oude geschie
denis lezen, soms weieens vol verbazing uitroe
pen: hoe is het mogelijk .dat de mensohen uit
dien tijd deze of gene gebeurtenis niet hebben
zien aankomen, dat was toch duidelijk te zien!
Dat komt omdat wij, bij het lezen van geschie
denis zuiver verstandelijk redeneeren en geen
rekening kunnen houden met de gevoelens van
de mensohen uit dien tijd om de eenvoudige
reden, dat deze er niet in vermeld staan.
Met verstand alleen is het leven niet denkbaar-,
en nu kan men geneigd zijn om te denken, dat
de wereld gelukkiger kan zijn zonder het ge
voel, dat blijkbaar het denken der menschen
vertroebelt en hen dingen da at doen die de
geschiedenis laterals fout moet bestempelen.
Maar wie kan peilen hoeveel goede en edele
daden er in de geschiedenis der menschheid
zijn verricht, die door het gevoel werden geleid,
of waarbij het gevoel tenslotte de overhand
kreeg over het koele verstand.
Daarom schuilt er een gevaar in om onzen tijd
te willen zien als dien waarin wij historie beleven
waarin wij geschiedenis maken, een tijd dus
waar wij zelf voor een groot deel buiten staan, en
die eigenlijk alleen maar interessant, belang
wekkend wordt genoemd.
Wij vrouwen hebben van oudsher het privi
lege van de bezitters van het gevoel te zijn ge
weest, wij mogen daar trotsch op zijn, vooral
als het gezonde verstand ons daarbij .niet in
den steek laat waardoor onze weegschaal niet
altijd zonder nadenken, naar den kant van het
gevoel doorslaat. Maar laten wij ons wel wach
ten voor een koelen kijk die maar al te ge
makkelijk naar cynisme neigt, en die het be
langwekkende dat dezen tijd ongetwijfeld ken
merkt ver ziet uitgeheven boven het schrikwek
kende, boven het afschuwelijk lijdien dat zoo-
velen van onze medemenschen moeten door
staan. Wij beleven geen historie, wij maken geen
geschiedenis, wij leven en wel in een overmatig
moeilijken tijd, wij zitten daar middenin, wij
hebben geen seconde over om dat alles te be
schouwen, wij moeten meedoen, en wij moeten
ons steentje bijdragen om het lijden van onze
medemenschen te verminderen en te helpen
dragen.
Daarvoor is gevoel noodig, echt warm ge
voel. en dat vraagt niet naaf interessant of on
interessant, dat heeft geen tijd en geen lust om
zich buiten het leven te plaatsen, dat wil de ver
schrikkingen dezer tijden als zoodanig zien en
naar vermogen helpen om ze te lenigen en zoo
mogelijk weg te nemen.
Laten de generaties na de nu levenden ons
tijdperk maar als historie zien en het als zoo
danig interessant vinden, voor ons is een be
langrijker taak met een "nooger ideaal wegge
legd: de lijdenden onder ons te helpen en te
steunen en naar vermogen mee te strijden voor
een betere en gelukkiger wereld.
E. E. J.—P
We maken een smaakvol
lunch- of theekleed voor
de komende lente
Van grof linnen wordt dit aardige, vroolijke
tafelkleed gemaakt, flat zoowel bij de lunch
als bij het aangekleede kopje thee dienst kan
doen. Juist het middenstuk wordt versierd,
Een prachtig opvoedingsmiddel
voor onze kinderen
Meestal wordt aan het zakgeld van schoolgaan
de kinderen niet zoo heel veel aandacht geschon
ken. Ze krijgen vijf cent of een dubbeltje per
week, een kwartje per maand, en niemand denkt
er verder aan, hoe dit geld wordt besteed.
Dit is begrijpelijk! Wat een zorgen geeft het
leven van een huismoeder, wat een gepieker, een
getob over het eigen huishoudboek, over de maal
tijden, de kleeding, de gezondheid en nog duizend
andere dingen! Moeten we ons heusch dan ook
nog druk maken om die paar dubbeltjes van onze
kinderen?
We weten meestal wel qit ons hoofd, hoe 't be
steed wordt, dat zakgeld: vijf cent voor drop, ge
durende een verkoudheidsperiode nog vijf cent.
En dan een dubbeltje voor een „koek en zopie" als
er ijs is. En verder zijn er de catastrofen: een ruit,
die heelemaal per ongeluk door een verdwaalden
voetbal wordt vernietigd, een hamer of nijptang
van Vader, die wegraakt, 't Spaarzame zakgeld
moet het in zoo'n geval ontgelden, 't wordt erbij
ingeboet. Dan zien ze een onafzienbare rij van
geldlooze weken voor zich en de belangstelling
voor het eigen geld verdwijnt heelemaal. En soms,
als de penitentie is afgeloopen, vergeten ze om
nieuw zakgeld te vragen (want de dropjes krijgen
ze, als 't zoo uitkomt, tóch welZiet er werke
lijk niets méér in de zakgeldkwestie dan dit afge
zaagde gebeuren?
Ik geloof het wel. Ja. ik geloof zelfs dat er in
die enkele dubbeltjes, die onze kinderen zelf mo
gen besteden, een sterk opvoedend element kan
liggen, als wij ouders 't er kunnen uithalen.
Ten opzichte van hun zakgeld zijn eigenlijk alle
kinderen verschillend. Er zijn er die uit zichzelf
reeds de gave bezitten, hun geld goed .te beste
den Zij kunnen sparen, zich veel kleine dingen
ontzeggen om één sterk gewenscht ding te kun
nen koopen. Ze zijn daarin soms bizonder hard
nekkig enhandig.
Ik ken een jongen van dertien jaar, die wonde
ren doet met de eflkele guldens die hij zoo nu en
dan op z'n verjaardag of den Sinterklaas krijgt.
Hij overweegt zorgvuldig, wat hij ervoor wil koo
pen, vult het geld aan met dubbeltjes, die hij op
de een of andere manier „verdient" en slaagt er
absoluut zeker ln, altijd iets goeds te veroveren:
een mooie vulpen, een degelijk étui, een goede
passerdoos. Al heel jong had hij een afschuw van
„rommel" en deze zal hem waarschijnlijk bij blij
ven. Zijn broertje daarentegen weet niet met
geld om te gaan. Hij is bezeten van het idéé dat
het tóch altijd direct op is en brengt het dan ook
steeds ijlings in 't snoepwinkeltje. Misschien zou
men den verstandigen inslag van den oudsten
jongen zeer aanmerkelijk kunnen versterken door
hem wat méér zakgeld te geven en men zou het
jongste broertje waarschijnlijk bedachtzaamheid
kunnen bijbrengen door hem een kasboek te ge
ven. Mogelijk zou hij er dan schik in krijgen, ook
eens iets te sparen.
De ontwikkeling van het financieel beleid bij
onze kinderen is dunkt mij wel de moeite waard
er eenige zorg aan te wijden. Waarbij dan het
einddoel moet zijn: niet met hart en ziel aan
het geld hangen, maar het zóó waardeeren dat
het nooit lichtvaardig of dom wordt uitgegeven.
Spaarzaam zijn, maar nooit gierig, vrijgevig maar
nooit verkwistend: dat is levenskunst.
Ouders, die de groote waarde van het verstan
dig geld besteden inzien en hun kinderen hiervan
iets willen bijbrengen, zullen hen reeds vroeg wat
zakgeld moeten toevertrouwen.
Niet teveel, maar ook niet te weinig. In 't eerste
geval loopen de kinderen gevaar het geld te ge
ring te achten en leeren ze verkwisten en ..op
scheppen", in 't tweede geval loont het sparen
voor hen de moeite niet en verdwijnen die enkele
stuivers of dubbeltjes absoluut zeker in 't snoep
winkeltje.
Het bedrag van het wekelyksche of maandelijk-
sche zakgeld zullen vader en moeder in onderling
overleg moeten vaststellen. En i s het eenmaal
vastgesteld dan moet men er zich ook geregeld
aan houden.
Wanneer moeder haar kinderen met het eerste
zakgeld tevens een kasboekje ter hand stelt en
hen laat merken dat zij er prijs op stelt dat dit
geregeld wordt bijgehouden, dan hoeft er verder
geen gepreek bij te pas te komen. De meeste kin
deren vinden het bezit van eigen geld, dat ze zelf
mogen besteden en waarvan ze weten dat het ge
regeld wordt aangevuld, een rijkdom. En heusch:
hun vreugde hierom is niet in de eerste plaats
afhankelijk van de hoeveelheid!
„Toen mijn vadei' me voor den eersten keer een
kwartje gaf", vertelt iemand, die later een groot
zakenman werd, „was ik den koning te rijk. Ik
was toen zevén jaar en begon direct te sparen in
mijn varkentje. Later schafte ik me een kasboek
aan en voor m'n eersten opgespaarden gulden
kocht ik een schip. Ik ben nog nooit ergens zoo
blij mee geweest! En dit kwam omdat ik "t zelf
gespaard had, want ik bezit nog wel veel mooier
speelgoed dan dit eenvoudige scheepje".
De vreugde van het sparen en dan naar eigen
wensch besteden is de vreugde van het zelf ver
overen: zij lijkt op de voldoening na een goed ge
leerde les of een flinke sportprestatie. Ze wakkert
het doorzettingsvermogen aan.
En dan is er de nóg grootere vreugde van het
sparen om anderen een plezier te doen. Kinderen
kennen nog niet het plichtcadeautje. Wanneer ze
stralend van voldoening aan komen dragen met
een zelf gemaakt handwerkje, een bloeiend
plantje, een klein werkstukje dat ze zelf hebben
uitgezaagd, dan is dit ook altijd werkelijk een tee-
ken dat ze "t vader, moeder, oma of tante graag
gunnen! En als het dan nog bovendien een offer
tje uit den eigen spaarpot is, dan heeft het ca
deautje dubbele waarde!
Zoo leeren onze kinderen tegelijkertijd de vreug
de van het geven. En dat is ook een waardevol
ding.
Het geborduurde kleed, sieraad van uw
lunchtafel
want hoe mooi een groot randmotief ook is,
feitelijk valt het maar heel weinig op. wanneer
de tafel met een aldus geborduurd kleed ge
dekt is. En dat ons middenstuk de moeite waard
is om goed op te vallen, toont de foto wel. Voor
de watersportliefhebster speciaal een welkom
geschenk en bezit, daar het motief geheel op
haar gebied gehouden is. Links zien wij een
fier anker, waarin een verrekijker, dan een half
stuurrad, waarin een cocktailshaker. Niet dat
men zoner dit laatste niet varen kan. maar
een prettig bezit is het wel! Dan een trotsch
zeilschip, een driemaster nog wel en een kom
pas, waarboven de visch zwemt, die Oom Jan
eens ving en waarvan hij oprecht schrok, toen
hij ophaalde, zoo groot als die toch was! Al
deze onderdeelen leenen zich bij uitstek tot een
vroolijk kleurig geheel. Wij kunnen het tafel
kleed bijv. in naturel of wit linnen maken en
dan de motieven borduren in zwart, rood en
groen, of rood, oranje of geel met donkerblauw en
grijs. Maar ook kunnen wij een pittige kleur
voor den ondergrond kiezen als bijv. marine
blauw of korenblauw, waarop een geel of
crême-kleurig servies zoo prachtig uitkomt.
Geel, rood en wit doen het hierop uitstekend.
Kleurechte koordzijde is het borduurmateriaal,
waarvan wij in iedere tint een strengetje noo
dig hebben. Het kleed wordt langs den omtrek
afgewerkt met drie biezen in dezelfde keuren
als het gekozen borduurmateriaal.
Miss Elisabeth Hoyland is een Engelsche
dame, die graag en veel breit.
Op zichzelf niets bijzonder zult u zeggen: er
zijn er wel meer zoo. Ja, maar het bijzondere
aan miss Hoyland is, dat ze.... in 1854 ook al
breide. In dezen tijd breide ze voor de solda
ten van den Kremlinoorlog. Daarna, in 1899
brejde ze voor de soldaten in den Boerenoorlog
vijftien jaar later was het 1914 en nu breit miss
Hoyland weer voor de tommies.
Miss Hoyland's vingers, die al bijna honderd
jaar oud zijn, schijnen het breien nog niet te
hebben verleerd!
EEN TIP
Biefstuk wrijft U in met zout. Uit hygiënisch
oogpunt neemt U daarvoor natuurlijk ver
pakt zout, dus JOZO of NEZO.
(Adv- ingez. Med.j
Maken wij een theekleed, dan ls hiervoor de
geschikte grootte ongeveer 90 c.M. in het vier
kant. Iedere bies moet ongeveer 4 c.M. breed
zijn; zij zijn per meter in alle'gewenchte kleu
ren verkrijgbaar en wij hebben ze slechts langs
den omtrek boven elkaar op het linnen te stik
ken. Ook kunnen wij het kleed natuurlijk om-
haken in één dep borduurkleuren, dit gaat vlug
en staat eveneens erg aardig.
Maken wij een lunchkleed. dan dient als
maat de eettafel zelf, vergroot met ongeveer
40 c.M. in lengte en breedte voor de afhangende
kanten. De afwerking kan overigens geheel de
zelfde zijn als voor een theekleed.
Eerst trekken wij met behulp van carbonpa
pier de op ware grootte afgebeelde werkteeke-
ning op de stof; vier maal moet dit geschieden
en steeds passen de ankers op de hoeken op
elkaar, zoodat de vier kanten vanzelf mooi
haaks worden. Alle golfjes worden nu ln de
spansteek geborduurd, terwijl wij voor al
het overige werk eerst de lijnen in nette stik-
steekjes volgen en dan deze op hun beurt in
dezelfde kleur met den overhandschen steek be
werken. zoodat er a.h.w. een koordje op de stof
komt te liggen. Slechts de bovenkant van het
kompas wordt opgevuld in den platten steek.
Het is een gezellig fleurig werkje, waarbij wij
met betrekkelijk weinig moeite tot alleraardig
ste resultaten komen.
NORA HANA
Borduurpatroon op ware grootte.
Leuk ideetje voor onze
bakvischjes
Heeft uw dochtertje een aardige voorjaars
jurk die echter te kort is geworden, zoodat ze
hem niet meer dragen kan? Probeert u dan
eens het volgende: U tornt rok en lijfje van
elkaar en zet er een tusschenstuk is. bestaande
uit drie banden van verschillende tint.
In het jurkje bijv. korenblauw, dan kunt u
de middelste band van lichtblauwe, de twee
buitenste banden van donkerblauwe stof kie
zen. Het kraagje, indien aanwezig, wordt dan
bijv. lichtblauw met een donker randje. Zoo
krengt u een mooi geheel. Is het jurkje zwart of
marineblauw, dan zal het bijv. heel aardig
staan, de buitenste banden donkerrood en de
middelste groèn te maken.
Zondag:
Eenvoudige witte
ragoütsoep.
Kalfsoesters.
Selderie au jus
Aardappelen.
Gevulde sinaasappelen
Maandag:
Gehakt
Koolraap
Aardappelen.
Karnemelkvla met
rozijnen.
Dinsdag:
Runderrollade
Stoofperen
Aardappelen.
Havermoutpap.
Woensdag:
Haché
Roode kool.
Aardappelen.
Grlesmeelschoteltje
met bitterkoekjes.
Donderdag:
Kerriesoep
Varkenslappen
Andijvie uit 'tzout.
Beschuit met kaas.
Vrijdag:
Gebakken visch.
Bietensla.
Aardappelen.
Partjes sinaasappel
met Custard.
Zaterdag:
Erwtensoep.
Warme beschuit
pudding met bessensap
Eenvoudige witte ragoütsoep. (4 personen).
Benoodigdheden: 1 1. bouillon, 40 gram
bloem, 40 gram boter, een uitje, foelie, laurier,
thijm, peperkorrels, een scheutje melk of room,
één eidooier, (desgewenscht een glas witte wijn),
gehaktballetjes van 50 ^am gehakt.
Bereiding: Fruit de kruiden in de boter, voeg
de bloem toe, roer dit tot een gladde massa,
voeg hierbij langzamerhand onder goed roeren
de bouillon (indien van vleesch gemaakt, dan
de bouillon eerst zeven). Laat de soep 10 minu
ten doorkoken. Zeef ze. kook de gehaktballetjes
apart gaar en voeg ze bij de soep. Maak de soep
af met melk. het eidooier en desgewenscht de
wijn.
Karnemelkvla met rozijnen (4 personen).
Benoodigdheden: 1 1. karnemelk. 50 gram
maizena. 75 gram suiker. 100 gram rozijnen.
Bereiding: Meng de maizena met de karne
melk aan. Breng het mengsel onder goed roe
ren aan de kook. Voeg de suiker toe en de ge-
wasschen rozijnen. Laat de vla pl.m. 3 minuten
doorkoken, steeds roerende.
Laat de vla koud worden. Voorkom het vormen
van een vel door de vla zoo nu en dan om te
roeren. Doe ze na bekoeling in een vlaschaal.
Griesmeelschoteltje met bitterkoekjes.
(4 personen).
Benoodigdheden: Vz 1. melk. A stokje vanille,
iets zout. 50 gram suiker. 50 gram griesmeel,
100 gram bitterkoekjes. 2 eieren.
Bereiding: Kook van de melk. vanille, zout, sui
ker en griesmeel op de gewone wijze een
griesmeelpap. Voeg nu de gekruimelde bitter
koekjes en de eidooiers toe. Klop het eiwit
stijf en vermeng het luchtig met de griesmeel-
massa. Doe het geheel over in een vuurvast
schoteltje, laat het in den oven bruin worden en
souffieeren. Dien het schoteltje dadelijk op om
inzakken te voorkomen.
Hoe we onze „restjes"
voordeelig kunnen verwerken
ALs er van den warmen maaltijd iets over
blijft, is dit voor de huisvrouw het prettige, dat
ze genoeg had klaar gemaakt. Maar ja, dan heeft
ze weer een restje en wat moet zij daar mee
doen? De eenvoudigste manier is om dit restje
den volgenden dag op te warmen en het dan het
eerst op te laten maken. Toch zaJ deze methode
op den duur gaan vervelen. Sommige huis-
vrouwen hebben daarom een „kliekjesdag" inge
steld. Ook dit zal niet zop in den smaak vallen,
omdat we dan vaak gerechten samen krijgen
die niet goed bij elkaar passen.
Daarom wil ik u nu eenige ideeen aan de hand
deen om de restjes smakelijk te verwerken.
Wanneer er van soep iets overblijft is dit
meestal niet zoo'n bezwaar omdat we toch niet
lederen dag soep vooraf eten. Is er weinig soep
over, geeft u ze dan eens in koppen (bij gebrek
aan soepkoppen kunt u gerust een groot model
theekopje gebruiken). Is er te veel voor koppen
soep en te weinig voor een bordje, dan kunt u
heel gemakkelijk de hoeveelheid vermeerderen
door er een pakje soep aan toe te voegen. Het is
niet noodig dat u dezelfde soort soep toevoegt.
Heeft u bijv. vermicellisoep over, dan kunt u ge
rust een pakje Windsor- of Ossestaartsoep er bij
doen.
Zoo kunt u ook een restje ragoutsoep vermeer
deren met bijv. een pakje koningdnne- of kerrie
soep.
Blijven er aardappelen over, dan kunt u
die bakken of er purée van maken. Heeft u het
meerdere werk er voor over, dan zult u veel suc
ces oogsten door van de aardappelpurée aardap-
pelcroquetten te maken.
Is er. behalve aardappelen, ook groente over,
dan kunt u van deze twee samen een stamppot
maken, dezen ln een vuurvast schoteltje doen en
in den oven bruin laten worden. U geeft dit
warme hapje dan bijv. aan de koffietafel.
Heeft u aardappelen en vleesch, dan kan
hiervan een huzarensla gemaakt worden door
aardappelen en vleesch fijn te verdeelen. te ver
mengen en op smaak te brengen met olie, azijn,
peper, zout en mosterd, een paar gehakte
uitjes en augurkjes en desgewenscht een fijii
gehakte gekookte biet er aan toe voegen. U geeft
de sla dan een aardig model, wat zeer fijn ge
sneden andijvie er om heen en klaar bent u.
Het geheel kunt u nog garneeren met een paar
schijfjes hardgekookt el en wat uitjes en
augurkjes.
Ook kunt u van aardappelen en vleesch
vleeschkoekjes maken. U neemt dan gelijke
hoeveelheden aardappelen en vleesch.
De verwerkingen van resten vleesch zijn over
het algemeen wel bekend, tenminste de verwer
kingen zooals haché. kerrierijst, macaroni met
varkensvleesch (i. p. v. ham) en kaas, enz.
U kunt er echter ook een zeer smakelijk en
aardig tusschengerecht of hapje voor de koffie
tafel van maken door de resten vleesch te ge
bruiken voor gevulde broodjes en gevulde panne
koekjes. Van 't vleesch maakt u een ragout.
Hiermee vult u de uitgeholde broodjes op, be
botert den buitenkant van de broodjes en laat
ze even in den oven bruin en knappend wor
den.
Op de pannekoekjes legt u een weinig ragout,
en rolt het pannekoekje dan op Beide gerechten
doet u op een vleeschschotel op, gegarneerd met
een takje frissche peterselie.